7 OOP iziin 129 MERCURIUS HAVERMOUT voor de is blad I ER sbieding I - 't Geweer bij den voet. Kerk en School. Gemengd Nieuws voor de Maas- en Scheldebode Verkoopingen. Marktberichten. beperkt aantal >and gebonden V i AAN IJK", van ons blad den prijs aan raad strekt sfel ons blad in de e koopen voor an 2,— per in prachtband, erstaanden bon ttra aanbieding rt inzenden van iet eerst maalt 1 van Uw blad i den Zeedijk" te zenden aan Voor een Christen blijft Gods eisch, zijn wet ten te gehoorzamen, al kunnen wij ons hier tildeJiik redden door niet met dien eisch te rekenen. Gods eisch blijft en vraagt gehoorzaam heid. Dat wordt in Amerika te weinig verstaan. Je AMERIKAANSCHE VREND. ïven. Wel- s toen U haar zing scheppen, engen U weer teveel frisscher, g worden zou, onze nieuwste imeboekje ELPAPIER srlaagd 'IJTMAGAZIJN ELSDIJK nten en Fruit Bf. 81431 ntemark* 200. ires. ent per 70 K.Q. bq een Bankier 0; 's middags Rotterdam. O itterdam gesteld. Etsen. boven, paar. Etsen, st Heek. ideau )orradig. i.l Heek CENT PER PONDSPAK i. Tengevolge van de Kamerontbinding staan we thans weder aan den vooravond van de verkiezingen, en dat- is in ons land altijd een gebeurtenis van -beteekenis. Elke vier jaar gaat er een soort electrische schok door t land, waardoor.zelfs de politieke slapers een oogen- blik wakker worden. De Nederlanders hebben tal van uitnemende eigenschappen. Velen hebben een brandend hart voor de kerk, voor de dogmatiek, óók wel een weinig voor de sociale aangelegenheden. Gij kunt echter niet met evenveel recht zeggen, dat zij óók van geestdrift gloeien voor de staat kundige vragen. De 'breede massa heeft in po litiek opzicht een paar druppels te veel Lao- diceesch bloed in de aderen. Zij staat tamelijk lauw tegenover den regeéringsarbeid en de wet geving. Er wordt wel eens voedsel gegeven aan de gedachte, dat deelname aan den politieken strijd eigenlijk iets minderwaardigs is, goed voor kemp hanen en eerzuchtigen. Zoo wordt miskent de dure roeping, die elk heeft om zich naar de mate zijner gaven en 'krachten aan het politieke bemoeiingen te wijden. Stel, dat wij anti-revolutionairen niét aan de politiek deden, doch in vadzige rust voortdom- melden, wat zou het einde zijn Wij zouden een machtelooze verzameling van knechten wor den, door de andere partijen eenvoudig tot een lastdier gemaakt. Het Christendom, dat de politiek van zich werpt, verminkt zichzelf. Ieder gevoelt dus wei, dat wij ook in de politiek richting moeten kie zen. Tusschen de klippen doorzeilen gaat ook in dit opzicht niet. Wie den gulden middenweg bewandelen wil, geraakt op een gevaarlijk pad. Neutraliteit kan een deugd zijn, maar is even dikwijls een ondeugd. Er kan in neutraliteit plichtsbetrachting, maar even goed plichtsver zuim schuilen. Er is tweeërlei neutraliteit, de eene als plicht, de andere als zonde te ken- teekenen en dat eerst nader onderzoek beslissen kan of de neutraliteit, die gij voorstaat, en die gij in toepassing bréngt, lof of blaam verdient. De mannen der revolutie hebben de neutra liteit bepleit, omdat zij vijandig tegen de Kerk van Christus stonden en haar onder den voet wilden halen. 't Kan ons niet onverschillig zijn hoe anderen over de groote levensvragen denken. De politiek-schuwe chistenen zeggen: geef uw gave voor de zending en zendingspost; richt scholen op, die het kinderhart dagelijks en vroeg iri aanraking 'brengen met den Heiland der wereld; oefent christelijke barmhartigheid. :Maar waagt de teere plant van uw ziel eleven niet in de ruwe, onstuimige atmosfeer van het politieke leven; want uw zieleleven zou ver kwijnen onder zijn verdorrenden, dooden adem Zoo verdedigen velen nu nog hun neutrali teitsbeginsel op politiek terrein. Loopt het echter tegen de algemeen verkie zingen, dan komt er wel eenigszins verandering. Velen onzer meest trouwe politieke strijders komen dan santen om door een opwekkend woord voor den komenden stembusstrijd bezield te worden. Ik heb dit onderwerp laten aankondigen onder den titel: ,,'t Geweer bij den voet". Die spreuk is pakkend voor het anti-revolutionaire hart. Zij wordt misschien 't best toegelicht door het Bijbelverhaal over den wijngaard van Naboth. Deze Israëliet had een wijngaard, waarop koning Achab een begeerig oog geslagen had. Hij grensde namelijk aan de koninklijke lust tuinen, en nu wilde Achab hem bij de parken trekken om er een kruidhof of moestuin voor zijn tafel van te maken. Hij stelt Naboth daar om een koop of ruil voor naar verkiezing. Wil hij verkoopen, hij zal er de volle waarde voor ontvangen. Of zoo hij liever wil ruilen, Achab zal er een beteren wijngaard voor in de plaats geven. Billijker kon het al niet, zoudt gij zeggen. En toch weigert Naboth halstarrig. Hij doet dit niet uit koppigheid, zooals de koning zich inbeeldde,, maar de Mozaïsche wet verbood een ieder zijn erfgoed zonder noodzaak te vervreemden. Daar komt 'dan nog bij, dat men aan een erfgoed altoos min of meer ge hecht is. Een oud meubelstuk, dat lang in de familie geweest is. Eén huis, waarin de voor ouders geleefd, gestreden en gebeden hebben. •Een akker, waarop de voetstappen en het ar- beidszweet van ons voorgeslacht liggen. Maar dan ook een vaderland, waarvan de bodem met edel bloed gedrenkt is,neen, gij kunt die gewijde dingen zoo maar niet van de hand doen of prijs geven, 't zou u haast heiligschennis lij ken, want gij zijt er met alle vezelen uwer ziel aan verknocht. t Is dus geen onwil of koppigheid, 't is voor een goed deel verkleefdheid aan het overge leverde goed, die Naboth het heerlijke ant woord in den mond geeft: „Dat late de Heere verre van mij zijn, dat ik U de erve mijner vaderen geven zou In dit antwoord klopt de trouw, de trouw aan den vaderlijken grond, 't Was een „trouw tot in den dood", zooals het Wilhelmus zingt. De goddelooze Uébel kocht immers twee stoke branden of Behalszorien om, die valsch qe- tuigems tegen NaWh spraken. En het einde .s helaas geweest, dat de man gesteenigd en uit zijn erfgoed gestooten werd - een roof en dood- slag waarvoor Achab later met 2ijn bloed be taald heeft. God beware er ons voor, dat het ons desgelijks zou vergaan en Hij verhoede, dat wij beroofd worden van de dierbaarste goederen, die ons van de vaderen overgeleverd zijn I Eb thans in het revolutionair element wel een Achabs-hand, die-er zich gretig naar uitstrekt. Maar de aanslag zal niet gelukken, indien wij als echte Anti-revolutionairen ,,'t geweer bij den voet" houden en „tfen Vaderlant getrouwe" blijven, en Naboth's woord overnemen: „Dat late de Heere verre van mij zijn, dat ik de erve mijner vaderen geven zou 1" Den Bommel. P. B. (Wordt vervolgd). OUDERAVOND CHR. SCHOOL TE SOMMELSDIJK. Dinsdagavond werd in de School met den Bijbel aan de Jac. Banestraat te Sommelsdijk de ouderavond van deze school gehouden, welke zeer druk bezocht was. De voorzitter, deh eer A. Mol, opende de bij e'en',komst op de gebruikelijke wijze, waarna hij een kort welkomstwoord richtte tot de sprekers voor dezen avond en Burgemeester Den Hollander. Vervolgens gaf de heer Mol gelegenheid aan Ds. E. van Asch, Ned. Herv. predikant te Sommelsdijk, tot het uitspreken van het gebed, waarna Ds J. de Bruin, Ned Herv. pred. te Rotterdam, zijn aangekondigde rede uitsprak, Spr begon zijn rede met te herinneren aan de geschiedenis van koning Jojakim, die de profetiën van Jeremia verscheurde en in het vuur verbrandde. De oord eel en Gods en Zijn vonnissen werden niets door hem geacht. De herhaling van-deze geschiedenis komt in de wereldgeschiedenis meermalen voor. De historie der menschheid kunt ge toespitsen op de vraag voor of tégen de onfeilbaarheid van Gods ge- tuigenisv Ook is het Christelijk onderwijs van dien kant te benaderen. Het ging en gaat om de vraag of Gods Woord dé eerste plaats heeft in het onderwijs. Spr. wilde in dit verband spreken over Spreu ken 6 vers 20—22. In dit tekstwoord ligt opgesloten, dat ouders geroepen zijn om hun bevelen aan de kinderen bekend te maken Deze moeten echter niet uit zichzelf, maar uit de H. Schrift geput zijn De Schrift is een woord, dat voor eiken tijd geldig is De Schrift welt op uit den vol- zijdigen God en niet uit den eenzijdigen mënsch. In dat Woord wordt allerlei levensregel gegeven voor maatschappelijk en' staatkundig leven. De H. Schrift richt zich niet alleen tot ons verstand of gemoed, maar ook tot onze hand. De taak der ouders nu is om uit dat Woord de levensregel en het gebod op te diepen, waar na zij hun kinderen zullen leiden 'De ouder is in de eerste plaats verplicht om de opvoeding naar Gods Woord ter hand te nemen. Bij de gratie des Allerhoogsten hébben wij ook geestelijk gezag over onze kinderen. Het is echter gemakkelijk hier neergelegd, maar in de praktijk niet zoo eenvoudig uitgevoerd, wat die opvoeding van onze kinderen inhoudt. Wij zijn echter gebrekkig en onze kinderen zijn niet altijd ontvankelijk, vooral in den tegen, woordigen tijd. Het gezagsgebod is naar be neden gehaald. In deze moeilijke tijden, waarin zoo weinig respect is voor overheid en gezagsdragers, is er de moeilijke taak voor de ouders om gezag uit te oefenen op hun kinderen. Daarvoor hebben wij noodig de leiding van den H. Geest. Indien iemand wijsheid ontbreke, dat hij ze afsmeeke van den Heere, Salomo spreekt in dit woord over beide ou ders. Zoowel de vader en de moeder zullen gebod en wet moeten geven. De man zal met het recht naar voren treden en de vrouw zal moeten leeren en onderwijzen Het is een voor, recht,' dat het recht door de liefde wordt ge temperd Daarom is er een man en een vrouw, die de opvoeding tot haar recht doen komen. De ouder in de eerste plaats is gerechtigd de opvoeding van de kinderen te bepalen. Daar om is de Christelijke school voor de ouders de eerste Spr. wil de personen, die het openbaar onder, wijs dienen, niet aanvallen. God zal ieder mensch oordeelen. Spr. keert zich" vervolgens tegen de „neutra- liteits"-idee. Waarom moet het Chr, onderwijs als smokkelkaar binnengehaald worden Zooals bij het open baar onderwijs geschiedt Daarom moet er een school zijn, waar het gebod en wet van de ouders niet wordt af gebroken, maar verzegeld. Gezien de tijd, waarm wij leven, mag de weg der Schriften niet verlaten worden. Dan alleen zullen wij weerstand kunnen bie den aan den afval, Eivenals onze R.-K. medeburgers het kruis hangen aan hun hals, zoodat de menschen weten hoe ze er over denken, moeten wij laten blijken, dat het Christelijk onderwijs ons heilig is geweest en dat dit in ons levén zichtbaar is geworden. Er zijn menschen, die zeggen: als God 't niet doet gébeurt er toch niets. Wij hebben echter niet te vragen wat de plicht van onze kinderen is, maar wat onze plicht is t. o. van de op voeding. Het is een voorrecht wanneer wij als ouders onze plicht verstaan. De Heere zal degenen die Hem zoeken zeg- nen. Zij, die lui zijn en vadzig in de opvoeding, zullen de vruchten echter plukken. Laat hen dat gezegd zijn Spr. verzocht daarna de aanwezigen te. zin gen Ps. -19 4 én vervolgde zijn rede met er op te wijzen, dat de H. Schrift een veilige gids is voor een ieder, wanneer we op eigen beenen komen te staan. Wanneer de goederen van deze wereld ons gaan lokken, blaast de H. Schrift alarm en zegt: ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid. Als ouders hebben we meermalen alarm moe ten blazen, maar de kinderen worden grooter, wij brachten ze naar schoolDe onderwijzers doen dit ook, maar wanneer ze groot geworden zijn, gelukkig wanneer Gods Woord hen dan tot een vriend en metgezel is, die vermanend tot ons spreekt en ons be houd op het oog heeft, Spr. merkte tenslotte op, dat er slechts één zaak is, waardoor het Chr. onderwijs mag wor den aangeprezen: die zaak ligt in God en in Zijn onfeilbaar Woord en venvolgens daarin, wat Salomo reeds gezegd heeft „Waar het Woord des Heeren is, daar is heerschappij". Daarna volgde pauze, waarin koffie geschon ken en koekjes gepresenteerd werden en allen gelegenheid kregen om een praatje met elkaar te maken. Na de pauze hield het hoofd der school, de heer van der Poel, een toespraak over de twee spreuken: „Er is geschreven" en „Er is geschied." Het wapen des geestes, aldus spr., is de Christelijke School. Spr. schilderde in korten vlucht de geloofs- worsteling om het Chr. onderwijs en liet zien het onwaardeerbare voorrecht van het Chr. onderwijs, dat uitgaat van het woord van Jezus: Laat de kinderkens tot oni] komen én verhindert ze niet l In vergelijking met het buitenland is Neder land rijk gezegend. Naast het Bijbelsch onderwijs komt allereerst het geschiedenisonderwijs op den voorgrond In onze geschiedenis is het godsdienstig en staatkundig leven zoo nauw met elkaar ver bonden, dat het niet mogelijk is, gelijk men in het openbaar onderwijs wil, geschiedenisonder wijs te geven, zoo, dat noch Jood noch Roorasch Katholieken zich er aan kunnen stooten, zonder het van zijn kracht te ontrooven en de historie onzer vaderen krachteloos te maken. Nu communisme en socialisme het „noch God noch meester" over de wereld uitbazuinen, nu vooral is het plicht, dat aan Neerlandsch jeugd voor oogen wordt gehouden: er is geschied Dan alleen is het mogelijk, dat de erve onzer vaderen bewaard voor den aanwassenden vloed van het ongeloof. Spr. sprak tenslotte den wensch uit, dat de onvervalschte vaderlandsche geschiedenis steeds door het Chr, onderwijs zal worden verteld, opdat dit tot zegen zal zijn voor het godsdienstig en staat kundig leven. De heer Van der Poel liet daarop zingen Ps. 84 3, waarna Ds. W. F. Lam an, Chr. Geref. predikant te Middelharnis, het spreek gestoelte beklom om 't slotwoord uit te spreken, Slotwoord. Spr. begon met op te merken, dat hij van harte instemde met hetgeen reeds door de vorige sprekers is gezegd. Het was sprekers bedoeling om op hetzelfde stramien voort te borduren in zijn slotwoord, Spr. wilde er op wijzen in verband met het gebeurde op de Zeven Provinciën, dat het ge zag in onzen tijd een „incourant artikel" is, Spreker achtte het noodig om de gezagskwestie in het midden van de vergadering neer te leggen. Tegenover den cellenbouw van den Anti christ moeten de cellen van den Christus staan. Hoe staat het in uw huisgezin met het gezag Is daar een onvoorwaardelijk buigen vpor Gods Woord Is er steeds een vaste hand, die leiding geeft Als de kinderen straks de leiding zullen nemen, hebben ze dan ruggegraat Spr. is nog maar enkele maanden hier, maar toch is het hem opgevallen, dat in de gezinnen lakschhcid is en men leeft bij de gedachte: Laat het water maar door de goot loopen Met klem protesteerde spr. tegen dezen toe stand en besloot zijn rede jihet te wijzen op het vermanende woord van den Apostel: Laat ons den tijd uitkoopen, dewijl de dagen boos zijn De voorzitter, de heer A. Mol, dankte de sprekers voor de vele indrukwekkende woor den en de aanwezigen voor hun belangstelling, waarna spr. tot slot een schitterend gedicht van den onvergetelijken Isaac da Costa voor droeg, dat om zijn inhoud en de wijze, waarop het voorgedragen werd, met stille aandacht werd beluisterd. Daarna eindigde Ds. van'Asch met dank gebed. Het was een avond, die zeer zeker lang in het geheugen zal blijven en die zijn vruchten zonder twijfel voor het Christelijk onderwijs en speciaal voor de school van den heer Van der Poel zal afwerpen. AANVARING IN DE NIEUWE WATERWEG. DEENSCH VRACHTSCHIP GEZONKEN- Engelsch stoomschip eveneens ernstig beschadigd. Men meldt uit Hoek van 'Holland In den nacht van Woensdag op Donderdag te ongeveer 1 uur heeft bij Hoek van Holland op den Nieuwen Waterweg een aanvaring plaats gehad tusschen: het circa 5000 ton br. reg. ton metende Deensche motorvrachtschip Bretagne en het Engelsche s.s. Red Sea. De Bretagne kwam inete en lading van ongeveer 1000 ton stukgoederen van Rotterdam en was op weg naar Antwerpen. De Red Sea was bin nengekomen van Japan. De aanvaring werd veroorzaakt, doordat 't De'ensche schip uit het roer liep. Beide schepen werden ernstig beschadigd. De 'Red Sea kon de reis naar Rotterdam vervolgen. De Bretagne had echter zulk een ernstige waterschade, dat het voorschip gedeeltelijk zonk. Nader vernemen wij, dat met L. Smit Co s Berging Mij. een contract is gemaakt voor de berging van het schip en lading. De bemanning is aan boord gebleven. Zij loopt geen gevaar, aangezien reeds in den vroegen morgen bergings vaartuigen langszij van het schip meerden. De Bertagne ligt op een voor de scheepvaart uiterst ongunstige plaats. De binnenkomende Harwich- boot moest in dit verband naar zee tcrugkeeren, doch kon later, toen het lichter werd, binnen komen. Omtrent deze ernstige scheepsbotsing ver nemen wij nader, dat de „Bretagne" uit het roer liep ter hoogte van de Berghaven, toen het schip een Rijksloods op de loodsboot wilde overzet ten. De „Bretagne" kwam dwars in den Water weg te liggen, met het achterschip in den vaar geul. De Red Sea kon niet tijdig meer uit wijken en trof de „Bretagne" aan bakboordzijde. De Red Sea bekwam een groot gat aan stuur boordzijde bij den voorsteven, terwijl ook de sloepenconstructie zeer ernstig werd beschadigd. De Red Sea is op eigen kracht opgestoomd naar de Merwehaven te Rotterdam. To'en het s.s. „Bretagne" zich in zinkenden toestand bevond, is het nog op eigen kracht' zooveel mogelijk naar de zuidzijde van den Waterweg gevaren. Een der verslaggevers van de Rott. meldt uit Hoek van Holland Een zeer ernstige aanvaring op den Water weg, dwars voor de Berghaven, heeft Donder dagnacht te omstreeks 1 uur de bewoners van Hoek van Holland opgeschrikt. De slag van de botsing was zoo hevig, dat vrijwel ieder naar buiten snelde. Schipper Slis van de reddingboot vertelde ons, dat hij bij het ontwaken had ge dacht aan een donderslag, temeer omdat gelijk tijdig een lichtstraal door de ruiten flikkerde. Dat was echter het vuur, dat tengevolge van de botsing van de schepen afspatte. De aanvaring is als volgt in zijn werk gegaan: Het uitgaande Deensche m.s. Bretagne had bij Dirkzwagers posthuisje de loods afgezet en bevond zich dus dicht onder den Noordwal. Juist begaf het scfiip zich weer naar het midden van het vaarwater toen uit zee het Engelsche s. Red Sea kwam binnenvaren. Dit schip, dat 9000 ton d.w. groot is, was zwaar geladen, want het had drie roode lichten op ten teeken, dat het meer dan 24 voet diepgang had. Het voer verkeerde wal, omdat daar de diepe vaargeul is. Volgens de bepalingen van de scheepvaart moest de Bretagne naar den Zuid- i Is er verband tusschen deze twee Zeer zeker De MAAS- EN SCHELDEBODE is het Anti-Rev. streekorgaan en 26 APRIL a.s. brengt ons den verkiezingsdag, waarop er voor ons land en volk heel veel op het spel zal staan. Wij nemen als Redactie voor om ons blad dienstbaar te stellen aan de verkiezingsactie in ons gewest. Wij doen dat, omdat we voelen,, dat het onze dure roeping en opgelegde plicht is. De geloofsgehoorzaamheid aan God en Zijn Woord en de nood van ons volk dringen er toe. Maar verstaan nu ook onze Antirev, lezers hun plicht De pers is een machtig middel in den beginselstrijd op Staatkundig erf. Een onmisbaar middel, omdat week aan week in vele gezinnen het beginsel wordt uitgedragen. Verstaan onze Antirev. lezers ook hun plicht ten aanzien van de Anti rev. pers Wij mogen niet klagen. Voor een streekblad en weekorgaan hebben we een uitgebreid lezerstal. Grooter dan verreweg de meeste weekbladen. Maar we zijn niet tevreden. We tellen te veel medelezers, die zelf nog wel een abonnement kunnen betalen en er zijn nog gezinnen, waar ons blad ooK behoort te komen. Daarom doen we een beroep in deze ernstige dagen op Antirev. Flakkee om warme propaganda te voeren voor ons blad. Het is niet duur en geeft veel, meer dan eenig ander streekblad uit de omgeving. Werken voor de verkiezing op 26 April a.s, wil voor onze streek zeggen: werken Wij van onzen kant willen en zullen alles doen wat in ons vermogen is, laat Antirev. Flakkee van zijn kant ook doen wat er te doen is. En dat is heel veel. Nog een belangrijk terrein ligt er voor de A. R, pers braak. Wij doen een beroep op onze lezers. Sluit de propaganda voor ons blad bij Uw verkiezingsactie in. Gij ver richt een zeer noodzakelijk en nuttig werk. De MAAS- EN SCHELDEBODE en 26 April hebben veel met elkander te maken DE REDACTIE. ■wal uitwijken om de Red Sea de gelegenheid te geven verkeerden wal te blijven varen. De kapitein van de Bretagne heeft ook signaal gegeven, dat hij bakboord af hield, maar de boot is uit het roer gevaren en een botsing was toen niet meer tc voorkomen. De kapitein van de Bretagne zag .dit aan komen en heeft bijgedraaid, om te voorkomen, dat de veel grootere en zwaargeladen Engelsche boot (de Bretagne meet slechts 5000 ton en had 1000 ton stukgoed in) zijn schip in de midscheeps zou rammen. Geheel langs de Red Sea kon hij echter niet wegkomen. De Red Sea trof de Bretagne aan stuurboordzijde ter hoogte van de voormast en boorde daar zijn voorpiek in de scheepshuid van het hooggelegen Deensche schip. Dit kreeg direct een gat onder de waterlijn en maakte water. Omdat beide schepen nog met flinke gang in tegengestelde richting voeren, werd de huid van de Bretagne als een sardineblik openge scheurd: er ontstond ter hoogte van de ruimen 1 en 2 een horizontale scheur van 8 M. breed en van meer dan een halve M. hoog. Het anker van de Red Sea greep de faling van de Bretagne en scheurde deze op verschil lende plaatsen af, zoodat de zware stukken ijzer als houtkrullen op -het dek kwamen te liggen. Ook enkele platen werden afgerukt. Tengevolge van de botsing werd een hut, die onder de brug lag, finaal ingedrukt en slechts de omstandigheid, dat deze hut leeg was, heeft vóórkomen, dat er dooden vielen. De Bretagne, die in zinkenden toestand ver keerde, werd door de sterke ebslroom gegrepen en ongeveer 12 meter in de richting van de hoofden meegevoerd. Vier minuten later zat het daar muurvast aan den grond. Het voorschip was vol water geloopen en het achterschip kwam met de schroef boven de wateropper vlakte uit te steken. Direct na de botsing heeft de kapitein van de Bretagne, die op de brug stond, last gegeven de sloepen te strijken en zich gereed te maken om het schip te verlaten. De bemanning, die op het achterschip sliep,, is in allerijl gewekt en stond gereed om de Bretagne te verlaten. Doordat echter het voorschip snel zonk, bleef het achterschip droog en behoefde men niet in de reddingboot te gaan. Schipper Slis van de Hoeksche reddingspost is nog met de vlet naar de plaats van de aan varing vertrokken, maar behoefde ook geën hulp te verleenen. EEN PUZZELAAR. In de Sunday Express lezen wij het volgende: Fred Shipley uit Toronto was op zijn flat bezig met een legkaart toen er „Brand ge roepen werd. Maar Shipley ging door met zijn puzzle. Toen klonk geschuifel van voeten, geschreeuw van vrouwen, geronk van de - motoren van brandspuiten en gesis van waterstralen. Shipley ging door met zijn puzzle. Brandwachts drongen zijn flat binnen en droe gen hem naar buiten. 'Hij was ongekleed en liet zijn kleeren achter, maar zijn puzzle had hij in d^'Jiand. De brandwachts zetten hem neer op straat, op het trottoir tegenover zijn bran dende huis. Shipley ging door met zijn puzzle. Verhuring bij inschrijving ten verzoeke van den Heer E, A. Snijder te Goedereede, voor den tijd van vijf jaren, dadelijk ingaande, met beding van vrije cultuur van twee perceelen bouwland te Stellendam in Kavel 13 van den Eendrachtspolder, in het tweede gewend, res. rectievelijk groot 0.50.30 H A. (I Gem. 30 S.V.M.) en 0 51 CO H.A (1 Gem. 33RV.M). Inschriivingsbiljetten vermeldende den uit te loven huurprijs per 0 45.92 H A. 1 Voornsch Gemet en opgaaf van twee solide borgen worden ingewacht vóór of op Zaterdag 4 Maart ten kantore van Notaris VAN DEN BERG. Op Woensdag 1 Maart 1933, 'snam. half drie uur, te HerkingeD, ter herberge van Mej. L. van der Velde, veilingen op Woensdag 8 Maart 1933, 's nam. half drie uur, te Herkingen, ter herberge van Gebr, Verschoor, afslag van 3,64,36 H.A. (7 gem. 280 roeden V. maat) Bouwland, te Herkingen, in den polder Oud- Herkingen, kad. nrs. 638, 639, 640, 641 en 642. In perceelen en combinatiën. Verhuurd tot blootschoof 1935 en op Woensdagen 1 en 8 Maart 1933, beide dagen 'snam. 4 uur, te Nieuwe Xonge, ter herberge van E. M. Schipper, veiling en afslag van a. Huizen met uitpad en grond, te Nieuwe Tonge, aan den Ring en aan de Voorstraat, kad. Sectie A, nrs 662, 663, 1116, 1382 en 1383; eu b Een Tuin te Nieuwe Tonge, in den pol. der »Het Noordland*. nabij den Zuidelijken Achterweg, kad. Sectie A, no. 529, groot 4 Aren 70 centiaren (31 roeden V. maat). Dadelijk te aanvaarden. Ten verzoeke van de Erven van wijlen den heer Adr. Grootenboer. Notaris VAN DER SLUYS. Veiling op Donderdag 2 Maart 1933, afslag op Donderdag 9 Maart 1933, beide dagen n.m. 6 uur ia Café Joh. Bezemer tc Oude Tonge, van Een tuin met de daarop aanwezige varkens, schuren aan den Spuidijk te Oude Tonge, ten name van A. M. Kanters Mzn. Notaris VAN ISPELEN. Op Woensdag 8 Maart 1933 bij Inzet in het Hotel Van Veen te Oude Tonge heop Woensdag 15 Maart 1933 bij Afslag in t Hotel De Weerd te Oude Tonge, telkens des nam 3 uur. a. Het perceel gedraineerd Bouwland, in den Magdaienapolder te Oude Tonge. groot 1.07.10 Hectare. Zijnde 4 meeden in 4 perceelen en com binatie b. Het perceel Tuinland, achter den Ring te Oude longc, groot 2 Aren 10 centiaren. In 2 perceelen en combinatie. Alles toebehoorende aan den Heer Aart Markensteijn Kanters. Notaris VAN BUUREN. Verhuring bij inschrijving ten verzoeke van Mejuffrouw de Wed. Martijn Sperling Sr. te Ouddorp, voor den tijd van drie jaren, dadelijk ingaande, met beding van vrije cultuur, van een perceel bouwland te Ouddorp in den polder het Oude Nieuwland in den Nieuwenoord op de zoogenaamde „drie gemeten", kadaster Sectie B no. 826, groot 1,00,50 H.A. of 2 Genieten 56J-2 Roeden V. M. (in pacht geweest bij wijlen P. Komtebedde), gedeeltelijk bezaaid met tarwe. Inschrijvingsbiljetten, vermeldende den uit te loven huurprijs per 0,45,92 H.A. 1 Voornsch Gemet en opgaaf van twee soliede borgen, worden ingewacht vóór of op Woensdag 8 Maart ten kantore van Notaris VAN DEN BERG. CENTRALE VEILING TE MIDDELHARNIS Uienveiling van Donderdag 2 Maart. Grove 0,39 tot 0,45; gewone (trosmerk) 0,55 tot 0,61; gewone (cirkelmerk) 0,35 tot 0,41; drielingen 0,20; picklers 1,02. Alles per en inclusief baal. Aanvoer 132,050 K.G. Eierenveiling van Donderdag 2 Maart. Kipeieren, 48-50 kg., 1,65 tot 1,75. Kipeieren, 57-60 kg„ 2,10 tot 2,55. Kipeieren, bruin, 59 kg., 2,35 tot 2,50. Elendeieren 2 tot 2,10. Alles per 100 stuks. Boter 0,84 per pond. Aanvoer 21,250 eieren.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 7