7
OOP
iziin
129
MERCURIUS
HAVERMOUT
voor de
is blad I
ER
sbieding
I
- 't Geweer bij den voet.
Kerk en School.
Gemengd Nieuws
voor de Maas- en Scheldebode
Verkoopingen.
Marktberichten.
beperkt aantal
>and gebonden
V
i AAN
IJK",
van ons blad
den prijs aan
raad strekt sfel
ons blad in de
e koopen voor
an 2,— per
in prachtband,
erstaanden bon
ttra aanbieding
rt inzenden van
iet eerst maalt 1
van Uw blad
i den Zeedijk"
te zenden aan
Voor een Christen blijft Gods eisch, zijn wet
ten te gehoorzamen, al kunnen wij ons hier
tildeJiik redden door niet met dien eisch te
rekenen. Gods eisch blijft en vraagt gehoorzaam
heid. Dat wordt in Amerika te weinig verstaan.
Je AMERIKAANSCHE VREND.
ïven. Wel-
s toen U haar
zing scheppen,
engen U weer
teveel frisscher,
g worden zou,
onze nieuwste
imeboekje
ELPAPIER
srlaagd
'IJTMAGAZIJN
ELSDIJK
nten en Fruit
Bf. 81431
ntemark*
200.
ires.
ent per 70 K.Q.
bq een Bankier
0; 's middags
Rotterdam.
O
itterdam
gesteld.
Etsen.
boven,
paar.
Etsen,
st Heek.
ideau
)orradig.
i.l Heek
CENT PER
PONDSPAK
i.
Tengevolge van de Kamerontbinding staan
we thans weder aan den vooravond van de
verkiezingen, en dat- is in ons land altijd een
gebeurtenis van -beteekenis. Elke vier jaar gaat
er een soort electrische schok door t land,
waardoor.zelfs de politieke slapers een oogen-
blik wakker worden.
De Nederlanders hebben tal van uitnemende
eigenschappen. Velen hebben een brandend hart
voor de kerk, voor de dogmatiek, óók wel een
weinig voor de sociale aangelegenheden. Gij
kunt echter niet met evenveel recht zeggen, dat
zij óók van geestdrift gloeien voor de staat
kundige vragen. De 'breede massa heeft in po
litiek opzicht een paar druppels te veel Lao-
diceesch bloed in de aderen. Zij staat tamelijk
lauw tegenover den regeéringsarbeid en de wet
geving.
Er wordt wel eens voedsel gegeven aan de
gedachte, dat deelname aan den politieken strijd
eigenlijk iets minderwaardigs is, goed voor kemp
hanen en eerzuchtigen. Zoo wordt miskent de
dure roeping, die elk heeft om zich naar de
mate zijner gaven en 'krachten aan het politieke
bemoeiingen te wijden.
Stel, dat wij anti-revolutionairen niét aan de
politiek deden, doch in vadzige rust voortdom-
melden, wat zou het einde zijn Wij zouden
een machtelooze verzameling van knechten wor
den, door de andere partijen eenvoudig tot een
lastdier gemaakt.
Het Christendom, dat de politiek van zich
werpt, verminkt zichzelf. Ieder gevoelt dus wei,
dat wij ook in de politiek richting moeten kie
zen. Tusschen de klippen doorzeilen gaat ook
in dit opzicht niet. Wie den gulden middenweg
bewandelen wil, geraakt op een gevaarlijk pad.
Neutraliteit kan een deugd zijn, maar is even
dikwijls een ondeugd. Er kan in neutraliteit
plichtsbetrachting, maar even goed plichtsver
zuim schuilen. Er is tweeërlei neutraliteit, de
eene als plicht, de andere als zonde te ken-
teekenen en dat eerst nader onderzoek beslissen
kan of de neutraliteit, die gij voorstaat, en die
gij in toepassing bréngt, lof of blaam verdient.
De mannen der revolutie hebben de neutra
liteit bepleit, omdat zij vijandig tegen de Kerk
van Christus stonden en haar onder den voet
wilden halen.
't Kan ons niet onverschillig zijn hoe anderen
over de groote levensvragen denken.
De politiek-schuwe chistenen zeggen: geef uw
gave voor de zending en zendingspost; richt
scholen op, die het kinderhart dagelijks en
vroeg iri aanraking 'brengen met den Heiland
der wereld; oefent christelijke barmhartigheid.
:Maar waagt de teere plant van uw ziel eleven
niet in de ruwe, onstuimige atmosfeer van het
politieke leven; want uw zieleleven zou ver
kwijnen onder zijn verdorrenden, dooden adem
Zoo verdedigen velen nu nog hun neutrali
teitsbeginsel op politiek terrein.
Loopt het echter tegen de algemeen verkie
zingen, dan komt er wel eenigszins verandering.
Velen onzer meest trouwe politieke strijders
komen dan santen om door een opwekkend
woord voor den komenden stembusstrijd bezield
te worden.
Ik heb dit onderwerp laten aankondigen onder
den titel: ,,'t Geweer bij den voet". Die spreuk
is pakkend voor het anti-revolutionaire hart.
Zij wordt misschien 't best toegelicht door het
Bijbelverhaal over den wijngaard van Naboth.
Deze Israëliet had een wijngaard, waarop
koning Achab een begeerig oog geslagen had.
Hij grensde namelijk aan de koninklijke lust
tuinen, en nu wilde Achab hem bij de parken
trekken om er een kruidhof of moestuin voor
zijn tafel van te maken. Hij stelt Naboth daar
om een koop of ruil voor naar verkiezing. Wil
hij verkoopen, hij zal er de volle waarde voor
ontvangen. Of zoo hij liever wil ruilen, Achab
zal er een beteren wijngaard voor in de plaats
geven.
Billijker kon het al niet, zoudt gij zeggen.
En toch weigert Naboth halstarrig.
Hij doet dit niet uit koppigheid, zooals de
koning zich inbeeldde,, maar de Mozaïsche wet
verbood een ieder zijn erfgoed zonder noodzaak
te vervreemden. Daar komt 'dan nog bij, dat
men aan een erfgoed altoos min of meer ge
hecht is. Een oud meubelstuk, dat lang in de
familie geweest is. Eén huis, waarin de voor
ouders geleefd, gestreden en gebeden hebben.
•Een akker, waarop de voetstappen en het ar-
beidszweet van ons voorgeslacht liggen. Maar
dan ook een vaderland, waarvan de bodem met
edel bloed gedrenkt is,neen, gij kunt die
gewijde dingen zoo maar niet van de hand doen
of prijs geven, 't zou u haast heiligschennis lij
ken, want gij zijt er met alle vezelen uwer ziel
aan verknocht.
t Is dus geen onwil of koppigheid, 't is voor
een goed deel verkleefdheid aan het overge
leverde goed, die Naboth het heerlijke ant
woord in den mond geeft: „Dat late de Heere
verre van mij zijn, dat ik U de erve mijner
vaderen geven zou
In dit antwoord klopt de trouw, de trouw
aan den vaderlijken grond, 't Was een „trouw
tot in den dood", zooals het Wilhelmus zingt.
De goddelooze Uébel kocht immers twee stoke
branden of Behalszorien om, die valsch qe-
tuigems tegen NaWh spraken. En het einde
.s helaas geweest, dat de man gesteenigd en uit
zijn erfgoed gestooten werd - een roof en dood-
slag waarvoor Achab later met 2ijn bloed be
taald heeft.
God beware er ons voor, dat het ons desgelijks
zou vergaan en Hij verhoede, dat wij beroofd
worden van de dierbaarste goederen, die ons
van de vaderen overgeleverd zijn I Eb
thans in het revolutionair element wel een
Achabs-hand, die-er zich gretig naar uitstrekt.
Maar de aanslag zal niet gelukken, indien wij
als echte Anti-revolutionairen ,,'t geweer bij den
voet" houden en „tfen Vaderlant getrouwe"
blijven, en Naboth's woord overnemen: „Dat
late de Heere verre van mij zijn, dat ik de
erve mijner vaderen geven zou 1"
Den Bommel.
P. B.
(Wordt vervolgd).
OUDERAVOND CHR. SCHOOL
TE SOMMELSDIJK.
Dinsdagavond werd in de School met den
Bijbel aan de Jac. Banestraat te Sommelsdijk de
ouderavond van deze school gehouden, welke
zeer druk bezocht was.
De voorzitter, deh eer A. Mol, opende de
bij e'en',komst op de gebruikelijke wijze, waarna
hij een
kort welkomstwoord
richtte tot de sprekers voor dezen avond en
Burgemeester Den Hollander.
Vervolgens gaf de heer Mol gelegenheid aan
Ds. E. van Asch, Ned. Herv. predikant te
Sommelsdijk, tot het uitspreken van het gebed,
waarna Ds J. de Bruin, Ned Herv. pred.
te Rotterdam, zijn aangekondigde rede uitsprak,
Spr begon zijn rede met te herinneren aan
de geschiedenis van koning Jojakim, die de
profetiën van Jeremia verscheurde en in het
vuur verbrandde. De oord eel en Gods en Zijn
vonnissen werden niets door hem geacht.
De herhaling van-deze geschiedenis komt in
de wereldgeschiedenis meermalen voor.
De historie der menschheid kunt ge toespitsen
op de vraag
voor of tégen de onfeilbaarheid van Gods ge-
tuigenisv Ook is het Christelijk onderwijs van
dien kant te benaderen. Het ging en gaat om
de vraag of Gods Woord dé eerste plaats heeft
in het onderwijs.
Spr. wilde in dit verband spreken over Spreu
ken 6 vers 20—22.
In dit tekstwoord ligt opgesloten, dat ouders
geroepen zijn om hun bevelen aan de kinderen
bekend te maken Deze moeten echter niet uit
zichzelf, maar uit de H. Schrift geput zijn
De Schrift is een woord, dat voor eiken tijd
geldig is De Schrift welt op uit den vol-
zijdigen God en niet uit den eenzijdigen mënsch.
In dat Woord wordt allerlei levensregel
gegeven voor maatschappelijk en' staatkundig
leven. De H. Schrift richt zich niet alleen tot
ons verstand of gemoed, maar ook tot onze
hand.
De taak der ouders nu is om uit dat Woord
de levensregel en het gebod op te diepen, waar
na zij hun kinderen zullen leiden
'De ouder is in de eerste plaats verplicht om
de opvoeding naar Gods Woord ter hand te
nemen.
Bij de gratie des Allerhoogsten hébben wij ook
geestelijk gezag
over onze kinderen. Het is echter gemakkelijk
hier neergelegd, maar in de praktijk niet zoo
eenvoudig uitgevoerd, wat die opvoeding van
onze kinderen inhoudt.
Wij zijn echter gebrekkig en onze kinderen
zijn niet altijd ontvankelijk, vooral in den tegen,
woordigen tijd. Het gezagsgebod is naar be
neden gehaald.
In deze moeilijke tijden, waarin zoo weinig
respect is voor overheid en gezagsdragers, is er
de moeilijke taak
voor de ouders om gezag uit te oefenen op
hun kinderen.
Daarvoor hebben wij noodig de leiding van
den H. Geest. Indien iemand wijsheid ontbreke,
dat hij ze afsmeeke van den Heere,
Salomo spreekt in dit woord over beide ou
ders. Zoowel de vader en de moeder zullen
gebod en wet moeten geven. De man zal met
het recht naar voren treden en de vrouw zal
moeten leeren en onderwijzen Het is een voor,
recht,' dat het recht door de liefde wordt ge
temperd Daarom is er een man en een vrouw,
die de opvoeding tot haar recht doen komen.
De ouder in de eerste plaats is gerechtigd
de opvoeding van de kinderen te bepalen. Daar
om is de Christelijke school voor de ouders
de eerste
Spr. wil de personen, die het openbaar onder,
wijs dienen, niet aanvallen. God zal ieder
mensch oordeelen.
Spr. keert zich" vervolgens tegen de „neutra-
liteits"-idee. Waarom moet het Chr, onderwijs
als smokkelkaar
binnengehaald worden Zooals bij het open
baar onderwijs geschiedt
Daarom moet er een school zijn, waar het
gebod en wet van de ouders niet wordt af
gebroken, maar verzegeld.
Gezien de tijd, waarm wij leven, mag de
weg der Schriften niet verlaten worden.
Dan alleen zullen wij weerstand kunnen bie
den aan den afval,
Eivenals onze R.-K. medeburgers het kruis
hangen aan hun hals, zoodat de menschen weten
hoe ze er over denken, moeten wij laten blijken,
dat het Christelijk onderwijs ons heilig is
geweest en dat dit in ons levén zichtbaar is
geworden.
Er zijn menschen, die zeggen: als God 't niet
doet gébeurt er toch niets. Wij hebben echter
niet te vragen wat de plicht van onze kinderen
is, maar wat onze plicht is t. o. van de op
voeding.
Het is een voorrecht wanneer wij als ouders
onze plicht verstaan.
De Heere zal degenen die Hem zoeken zeg-
nen. Zij, die lui zijn en vadzig in de opvoeding,
zullen de vruchten echter plukken. Laat hen
dat gezegd zijn
Spr. verzocht daarna de aanwezigen te. zin
gen Ps. -19 4 én vervolgde zijn rede met er
op te wijzen, dat de H. Schrift een veilige gids
is voor een ieder, wanneer we op eigen beenen
komen te staan.
Wanneer de goederen van deze wereld ons
gaan lokken, blaast de H. Schrift alarm en
zegt: ijdelheid der ijdelheden, het is al ijdelheid.
Als ouders hebben we meermalen alarm moe
ten blazen, maar de kinderen worden grooter,
wij brachten ze naar schoolDe onderwijzers
doen dit ook, maar wanneer ze groot geworden
zijn, gelukkig wanneer Gods Woord hen dan tot
een vriend en metgezel
is, die vermanend tot ons spreekt en ons be
houd op het oog heeft,
Spr. merkte tenslotte op, dat er slechts één
zaak is, waardoor het Chr. onderwijs mag wor
den aangeprezen: die zaak ligt in God en in
Zijn onfeilbaar Woord en venvolgens daarin,
wat Salomo reeds gezegd heeft
„Waar het Woord des Heeren is, daar is
heerschappij".
Daarna volgde pauze, waarin koffie geschon
ken en koekjes gepresenteerd werden en allen
gelegenheid kregen om een praatje met elkaar
te maken.
Na de pauze hield het hoofd der school, de
heer van der Poel, een toespraak over
de twee spreuken: „Er is geschreven" en „Er
is geschied."
Het wapen des geestes, aldus spr., is
de Christelijke School.
Spr. schilderde in korten vlucht de geloofs-
worsteling om het Chr. onderwijs en liet zien
het onwaardeerbare voorrecht van het Chr.
onderwijs, dat uitgaat van het woord van Jezus:
Laat de kinderkens tot oni] komen én verhindert
ze niet l
In vergelijking met het buitenland is Neder
land rijk gezegend.
Naast het Bijbelsch onderwijs komt allereerst
het geschiedenisonderwijs op den voorgrond
In onze geschiedenis is het godsdienstig en
staatkundig leven zoo nauw met elkaar ver
bonden, dat het niet mogelijk is, gelijk men in
het openbaar onderwijs wil, geschiedenisonder
wijs te geven, zoo, dat noch Jood noch Roorasch
Katholieken zich er aan kunnen stooten, zonder
het van zijn kracht te ontrooven en de historie
onzer vaderen krachteloos te maken.
Nu communisme en socialisme het „noch God
noch meester" over de wereld uitbazuinen, nu
vooral is het plicht, dat aan Neerlandsch jeugd
voor oogen wordt gehouden: er is geschied
Dan alleen is het mogelijk, dat de erve
onzer vaderen bewaard voor den aanwassenden
vloed van het ongeloof.
Spr. sprak tenslotte den wensch uit, dat de
onvervalschte
vaderlandsche geschiedenis steeds door het Chr,
onderwijs zal worden verteld, opdat dit tot
zegen zal zijn voor het godsdienstig en staat
kundig leven.
De heer Van der Poel liet daarop zingen
Ps. 84 3, waarna Ds. W. F. Lam an, Chr.
Geref. predikant te Middelharnis, het spreek
gestoelte beklom om 't slotwoord uit te spreken,
Slotwoord.
Spr. begon met op te merken, dat hij van
harte instemde met hetgeen reeds door de
vorige sprekers is gezegd.
Het was sprekers bedoeling om op hetzelfde
stramien voort te borduren in zijn slotwoord,
Spr. wilde er op wijzen in verband met het
gebeurde op de Zeven Provinciën, dat het ge
zag in onzen tijd een „incourant artikel" is,
Spreker achtte het noodig om de gezagskwestie
in het midden van de vergadering neer te
leggen.
Tegenover den cellenbouw van den Anti
christ moeten de cellen van den Christus staan.
Hoe staat het in uw huisgezin met het gezag
Is daar een onvoorwaardelijk buigen vpor Gods
Woord Is er steeds
een vaste hand,
die leiding geeft Als de kinderen straks de
leiding zullen nemen, hebben ze dan ruggegraat
Spr. is nog maar enkele maanden hier, maar
toch is het hem opgevallen, dat in de gezinnen
lakschhcid
is en men leeft bij de gedachte: Laat het water
maar door de goot loopen
Met klem protesteerde spr. tegen dezen toe
stand en besloot zijn rede jihet te wijzen op het
vermanende woord van den Apostel: Laat ons
den tijd uitkoopen, dewijl de dagen boos zijn
De voorzitter, de heer A. Mol, dankte de
sprekers voor de vele indrukwekkende woor
den en de aanwezigen voor hun belangstelling,
waarna spr. tot slot een schitterend gedicht
van den onvergetelijken Isaac da Costa voor
droeg, dat om zijn inhoud en de wijze, waarop
het voorgedragen werd, met stille aandacht werd
beluisterd.
Daarna eindigde Ds. van'Asch met dank
gebed.
Het was een avond, die zeer zeker lang in
het geheugen zal blijven en die zijn vruchten
zonder twijfel voor het Christelijk onderwijs en
speciaal voor de school van den heer Van der
Poel zal afwerpen.
AANVARING IN DE NIEUWE
WATERWEG.
DEENSCH VRACHTSCHIP GEZONKEN-
Engelsch stoomschip eveneens ernstig
beschadigd.
Men meldt uit Hoek van 'Holland
In den nacht van Woensdag op Donderdag
te ongeveer 1 uur heeft bij Hoek van Holland
op den Nieuwen Waterweg een aanvaring
plaats gehad tusschen: het circa 5000 ton br.
reg. ton metende Deensche motorvrachtschip
Bretagne en het Engelsche s.s. Red Sea. De
Bretagne kwam inete en lading van ongeveer
1000 ton stukgoederen van Rotterdam en was
op weg naar Antwerpen. De Red Sea was bin
nengekomen van Japan.
De aanvaring werd veroorzaakt, doordat 't
De'ensche schip uit het roer liep. Beide schepen
werden ernstig beschadigd. De 'Red Sea kon
de reis naar Rotterdam vervolgen. De Bretagne
had echter zulk een ernstige waterschade, dat
het voorschip gedeeltelijk zonk.
Nader vernemen wij, dat met L. Smit Co s
Berging Mij. een contract is gemaakt voor de
berging van het schip en lading. De bemanning
is aan boord gebleven. Zij loopt geen gevaar,
aangezien reeds in den vroegen morgen bergings
vaartuigen langszij van het schip meerden. De
Bertagne ligt op een voor de scheepvaart uiterst
ongunstige plaats. De binnenkomende Harwich-
boot moest in dit verband naar zee tcrugkeeren,
doch kon later, toen het lichter werd, binnen
komen.
Omtrent deze ernstige scheepsbotsing ver
nemen wij nader, dat de „Bretagne" uit het roer
liep ter hoogte van de Berghaven, toen het schip
een Rijksloods op de loodsboot wilde overzet
ten. De „Bretagne" kwam dwars in den Water
weg te liggen, met het achterschip in den vaar
geul. De Red Sea kon niet tijdig meer uit
wijken en trof de „Bretagne" aan bakboordzijde.
De Red Sea bekwam een groot gat aan stuur
boordzijde bij den voorsteven, terwijl ook de
sloepenconstructie zeer ernstig werd beschadigd.
De Red Sea is op eigen kracht opgestoomd
naar de Merwehaven te Rotterdam.
To'en het s.s. „Bretagne" zich in zinkenden
toestand bevond, is het nog op eigen kracht'
zooveel mogelijk naar de zuidzijde van den
Waterweg gevaren.
Een der verslaggevers van de Rott. meldt uit
Hoek van Holland
Een zeer ernstige aanvaring op den Water
weg, dwars voor de Berghaven, heeft Donder
dagnacht te omstreeks 1 uur de bewoners van
Hoek van Holland opgeschrikt. De slag van de
botsing was zoo hevig, dat vrijwel ieder naar
buiten snelde. Schipper Slis van de reddingboot
vertelde ons, dat hij bij het ontwaken had ge
dacht aan een donderslag, temeer omdat gelijk
tijdig een lichtstraal door de ruiten flikkerde.
Dat was echter het vuur, dat tengevolge van
de botsing van de schepen afspatte.
De aanvaring is als volgt in zijn werk gegaan:
Het uitgaande Deensche m.s. Bretagne had
bij Dirkzwagers posthuisje de loods afgezet en
bevond zich dus dicht onder den Noordwal.
Juist begaf het scfiip zich weer naar het midden
van het vaarwater toen uit zee het Engelsche
s. Red Sea kwam binnenvaren. Dit schip, dat
9000 ton d.w. groot is, was zwaar geladen, want
het had drie roode lichten op ten teeken, dat
het meer dan 24 voet diepgang had.
Het voer verkeerde wal, omdat daar de diepe
vaargeul is. Volgens de bepalingen van de
scheepvaart moest de Bretagne naar den Zuid-
i Is er verband tusschen deze twee
Zeer zeker
De MAAS- EN SCHELDEBODE is het Anti-Rev. streekorgaan en
26 APRIL a.s. brengt ons den verkiezingsdag, waarop er voor ons land en
volk heel veel op het spel zal staan.
Wij nemen als Redactie voor om ons blad dienstbaar te stellen aan de
verkiezingsactie in ons gewest.
Wij doen dat, omdat we voelen,, dat het onze dure roeping en opgelegde
plicht is. De geloofsgehoorzaamheid aan God en Zijn Woord en de nood
van ons volk dringen er toe.
Maar verstaan nu ook onze Antirev, lezers hun plicht
De pers is een machtig middel in den beginselstrijd op Staatkundig erf.
Een onmisbaar middel, omdat week aan week in vele gezinnen het beginsel
wordt uitgedragen.
Verstaan onze Antirev. lezers ook hun plicht ten aanzien van de Anti
rev. pers
Wij mogen niet klagen. Voor een streekblad en weekorgaan hebben we
een uitgebreid lezerstal. Grooter dan verreweg de meeste weekbladen. Maar
we zijn niet tevreden.
We tellen te veel medelezers, die zelf nog wel een abonnement kunnen
betalen en er zijn nog gezinnen, waar ons blad ooK behoort te komen.
Daarom doen we een beroep in deze ernstige dagen op Antirev. Flakkee
om warme propaganda te voeren voor ons blad.
Het is niet duur en geeft veel, meer dan eenig ander streekblad uit de
omgeving.
Werken voor de verkiezing op 26 April a.s, wil voor onze streek zeggen:
werken
Wij van onzen kant willen en zullen alles doen wat in ons vermogen is,
laat Antirev. Flakkee van zijn kant ook doen wat er te doen is.
En dat is heel veel.
Nog een belangrijk terrein ligt er voor de A. R, pers braak.
Wij doen een beroep op onze lezers.
Sluit de propaganda voor ons blad bij Uw verkiezingsactie in. Gij ver
richt een zeer noodzakelijk en nuttig werk.
De MAAS- EN SCHELDEBODE en 26 April hebben veel met elkander
te maken
DE REDACTIE.
■wal uitwijken om de Red Sea de gelegenheid
te geven verkeerden wal te blijven varen.
De kapitein van de Bretagne heeft ook signaal
gegeven, dat hij bakboord af hield, maar de
boot is uit het roer gevaren en een botsing
was toen niet meer tc voorkomen.
De kapitein van de Bretagne zag .dit aan
komen en heeft bijgedraaid, om te voorkomen,
dat de veel grootere en zwaargeladen Engelsche
boot (de Bretagne meet slechts 5000 ton en
had 1000 ton stukgoed in) zijn schip in de
midscheeps zou rammen. Geheel langs de Red
Sea kon hij echter niet wegkomen. De Red
Sea trof de Bretagne aan stuurboordzijde ter
hoogte van de voormast en boorde daar zijn
voorpiek in de scheepshuid van het hooggelegen
Deensche schip. Dit kreeg direct een gat onder
de waterlijn en maakte water.
Omdat beide schepen nog met flinke gang
in tegengestelde richting voeren, werd de huid
van de Bretagne als een sardineblik openge
scheurd: er ontstond ter hoogte van de ruimen
1 en 2 een horizontale scheur van 8 M. breed
en van meer dan een halve M. hoog.
Het anker van de Red Sea greep de faling
van de Bretagne en scheurde deze op verschil
lende plaatsen af, zoodat de zware stukken ijzer
als houtkrullen op -het dek kwamen te liggen.
Ook enkele platen werden afgerukt.
Tengevolge van de botsing werd een hut,
die onder de brug lag, finaal ingedrukt en
slechts de omstandigheid, dat deze hut leeg
was, heeft vóórkomen, dat er dooden vielen.
De Bretagne, die in zinkenden toestand ver
keerde, werd door de sterke ebslroom gegrepen
en ongeveer 12 meter in de richting van de
hoofden meegevoerd. Vier minuten later zat het
daar muurvast aan den grond. Het voorschip
was vol water geloopen en het achterschip
kwam met de schroef boven de wateropper
vlakte uit te steken.
Direct na de botsing heeft de kapitein van de
Bretagne, die op de brug stond, last gegeven
de sloepen te strijken en zich gereed te maken
om het schip te verlaten. De bemanning, die
op het achterschip sliep,, is in allerijl gewekt
en stond gereed om de Bretagne te verlaten.
Doordat echter het voorschip snel zonk, bleef
het achterschip droog en behoefde men niet
in de reddingboot te gaan.
Schipper Slis van de Hoeksche reddingspost
is nog met de vlet naar de plaats van de aan
varing vertrokken, maar behoefde ook geën hulp
te verleenen.
EEN PUZZELAAR.
In de Sunday Express lezen wij het volgende:
Fred Shipley uit Toronto was op zijn flat
bezig met een legkaart toen er „Brand ge
roepen werd.
Maar Shipley ging door met zijn puzzle.
Toen klonk geschuifel van voeten, geschreeuw
van vrouwen, geronk van de - motoren van
brandspuiten en gesis van waterstralen.
Shipley ging door met zijn puzzle.
Brandwachts drongen zijn flat binnen en droe
gen hem naar buiten. 'Hij was ongekleed en liet
zijn kleeren achter, maar zijn puzzle had hij
in d^'Jiand. De brandwachts zetten hem neer
op straat, op het trottoir tegenover zijn bran
dende huis.
Shipley ging door met zijn puzzle.
Verhuring bij inschrijving ten verzoeke van
den Heer E, A. Snijder te Goedereede, voor
den tijd van vijf jaren, dadelijk ingaande, met
beding van vrije cultuur van twee perceelen
bouwland te Stellendam in Kavel 13 van den
Eendrachtspolder, in het tweede gewend, res.
rectievelijk groot 0.50.30 H A. (I Gem. 30
S.V.M.) en 0 51 CO H.A (1 Gem. 33RV.M).
Inschriivingsbiljetten vermeldende den uit te
loven huurprijs per 0 45.92 H A. 1 Voornsch
Gemet en opgaaf van twee solide borgen
worden ingewacht vóór of op Zaterdag 4 Maart
ten kantore van
Notaris VAN DEN BERG.
Op Woensdag 1 Maart 1933, 'snam. half
drie uur, te HerkingeD, ter herberge van Mej.
L. van der Velde, veilingen
op Woensdag 8 Maart 1933, 's nam. half
drie uur, te Herkingen, ter herberge van Gebr,
Verschoor, afslag van
3,64,36 H.A. (7 gem. 280 roeden V. maat)
Bouwland, te Herkingen, in den polder Oud-
Herkingen, kad. nrs. 638, 639, 640, 641 en
642. In perceelen en combinatiën. Verhuurd
tot blootschoof 1935 en
op Woensdagen 1 en 8 Maart 1933, beide
dagen 'snam. 4 uur, te Nieuwe Xonge, ter
herberge van E. M. Schipper, veiling en afslag
van
a. Huizen met uitpad en grond, te Nieuwe
Tonge, aan den Ring en aan de Voorstraat,
kad. Sectie A, nrs 662, 663, 1116, 1382 en
1383; eu
b Een Tuin te Nieuwe Tonge, in den pol.
der »Het Noordland*. nabij den Zuidelijken
Achterweg, kad. Sectie A, no. 529, groot 4
Aren 70 centiaren (31 roeden V. maat).
Dadelijk te aanvaarden.
Ten verzoeke van de Erven van wijlen den
heer Adr. Grootenboer.
Notaris VAN DER SLUYS.
Veiling op Donderdag 2 Maart 1933, afslag
op Donderdag 9 Maart 1933, beide dagen
n.m. 6 uur ia Café Joh. Bezemer tc Oude
Tonge, van
Een tuin met de daarop aanwezige varkens,
schuren aan den Spuidijk te Oude Tonge,
ten name van A. M. Kanters Mzn.
Notaris VAN ISPELEN.
Op Woensdag 8 Maart 1933 bij Inzet in
het Hotel Van Veen te Oude Tonge
heop Woensdag 15 Maart 1933 bij Afslag in
t Hotel De Weerd te Oude Tonge, telkens
des nam 3 uur.
a. Het perceel gedraineerd Bouwland, in
den Magdaienapolder te Oude Tonge. groot
1.07.10 Hectare.
Zijnde 4 meeden in 4 perceelen en com
binatie
b. Het perceel Tuinland, achter den Ring
te Oude longc, groot 2 Aren 10 centiaren.
In 2 perceelen en combinatie.
Alles toebehoorende aan den Heer Aart
Markensteijn Kanters.
Notaris VAN BUUREN.
Verhuring bij inschrijving ten verzoeke van
Mejuffrouw de Wed. Martijn Sperling Sr. te
Ouddorp, voor den tijd van drie jaren, dadelijk
ingaande, met beding van vrije cultuur, van een
perceel bouwland te Ouddorp in den polder
het Oude Nieuwland in den Nieuwenoord op
de zoogenaamde „drie gemeten", kadaster Sectie
B no. 826, groot 1,00,50 H.A. of 2 Genieten
56J-2 Roeden V. M. (in pacht geweest bij wijlen
P. Komtebedde), gedeeltelijk bezaaid met tarwe.
Inschrijvingsbiljetten, vermeldende den uit te
loven huurprijs per 0,45,92 H.A. 1 Voornsch
Gemet en opgaaf van twee soliede borgen,
worden ingewacht vóór of op Woensdag 8
Maart ten kantore van
Notaris VAN DEN BERG.
CENTRALE VEILING TE MIDDELHARNIS
Uienveiling van Donderdag 2 Maart.
Grove 0,39 tot 0,45; gewone (trosmerk)
0,55 tot 0,61; gewone (cirkelmerk) 0,35
tot 0,41; drielingen 0,20; picklers 1,02.
Alles per en inclusief baal.
Aanvoer 132,050 K.G.
Eierenveiling van Donderdag 2 Maart.
Kipeieren, 48-50 kg., 1,65 tot 1,75.
Kipeieren, 57-60 kg„ 2,10 tot 2,55.
Kipeieren, bruin, 59 kg., 2,35 tot 2,50.
Elendeieren 2 tot 2,10. Alles per 100 stuks.
Boter 0,84 per pond.
Aanvoer 21,250 eieren.