Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. LAIIDBOOIU Ell HVrOTHEEK. FEUILLETON No. 3933 WOENSDAG 1 MAART 1933 48ste JAARGANG if IN HOC SIGNO VINCES n O Brieven uit Amerika. In goed vertrouwen NAAR HET LICHT li Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— BUITENLAND, bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. bij vooruitbetaling. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h, W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alle stnkkea: voor de Redactie bestemd, Advsrtentiën en verder© Administratie franco toe te xenden aa® de Uitgevers VERGADERING HULPCENTRALE. Woensdagmiddag 1 Maart a.s., des nam. 4 uur zal in het gebouw „Rehoboth" te Middelharnis de algemeene vergadering van de Hulp-Centrale op Goeree en Overflakkee gehouden worden'. Belangrijk is deze vergadering voor elk anti revolutionair Burgemeester Van Rees, voorvelen geen on bekende, zal spreken over de parlementaire ge schiedenis, in 't bijzonder van den laatsten tijd en ons op 't hart drukken wat de komende verkiezingen van ons eischen Dit alleen reeds is aller opkomst waard, maar tevens is het belangrijkste voor ons eiland aan de orde: de a. r. propaganda voor ons geheele eiland Niemand verzuime deze vergadering. Breekt uit uw werk als het eenigszins kanl Het verkiezingswerk moet op deze vergade ring zijn beslag krijgen Niemand kan daarbij gemist worden. Komt allen WILT GIJ NIET? „De Standaard" van 20 Februari schrijft in «een driestar „Kerkelijke zaken buiten de politiek": „En voor het overige zouden we wel wen- schen, dat in dezen tijd van geweldige span ning, ook in ons volksleven, waarvan de eindontwikkeling nog niet te onderkennen is, maar die een krachtige aaneensluiting eischen van alle politieke geestverwanten, door allen werd afgezien van het toedienen van spelde- prikken, die hartelijke saamwerking niet be vorderen, doch wel belemmeren." Zou dit woord op 't eiland Flakkee niet van alle daken geschreeuwd moeten worden en zoo den niet door antirevolutionairen 'en politiek- gelijkgeoriënteerden eindelijk de handen ineen geslagen moeten worden om wars van alle eigen belang en onderling gekonkel, den strijd ge zamenlijk aan te binden tegen de geesten, die de vernietiging van onze heiligste goederen op het oog hebben Wilt gij niet? Wat onderscheidt U dan van de hierboven reeds genoemde lieden Grift dit „Standaard"-woord in uw harten, want de ondermijners van een ordelijk staats leven lachen in hun vuistje om U HET ROODE MANIFEST. Wij ontvingen in onze bus een verkiezings pamflet van de besturen van S. D. A. P. en N. V. V., waarin op de zoo bekende wijze de muiterij van „De ZeVen Provinciën" tot een bagatel wordt gemaakt en de muiters geschil derd worden als de martelaars voor het socia lisme, die „zonder vorm van proces gedood" worden. Met afgrijzen hebben wij dit „boerenbedrog" gelezen. Wij twijfelen er niet aan of dit „manifest aan het Nederlandsche volk" zal bij verstandige menschen, die over het algemeen niet geneigd zijn „de kaas van hun brood te laten eten", of de dienstbode te vragen hoe laat zij 's avonds thuis moeten zijn, of den jongsten bediende het recht geVen met de kas er van door te gaan, wel dit gevolg hebben, dat meewarig de schou ders wordt opgehaald over zulk minderwaardig, laf, verraderlijk, gemeen gestook, dat alleen maar door menschen geschreven kan zijn, die geen eergevoel en ridderlijkheid meer in hun lichaam hebben en zich soldidair gevoelen met elke beweging en strooming, die ingaat tegen orde en gezag en misdadig is Och, waren het nog maar schooljongens, dan hadden we nog wel enkele „hoeken" vrij, waar ze voor straf ingezet konden worden Deze lieden noemen zich echter mannen Hollanders tevens, maar weten zij waarom Het zijn beklagenswaardige schepsels, want wie weet er nu niet wie zijn vader en zijn moeder is, of zouden het vondelingen zijn Zijn deze menschen de historie van ons land en volk vergeten En schamen zij zich niet Beste Vriend! Er is in ons land een beweging op touw ge zet om ergens in de voornaamste plaatsen van ons land een reuze standbeeld op te richten voor Jezus. Een Roomsch-Katholiek geestelijke is de ontwerper van dit plan. Het moet ca. 500,000 dollar kosten en wordt 150 voet hoog. De Roomsche priester klaagt er over, dat er in ons land standbeelden zijn, bij de honderduizenden van alle menschen, die zich bizonder dienstbaar gesteld hebben voor de menschheid, maar voor Hem, die zichzelf gaf tot in den dood des krui- ses, is zoo iets niet te vinden. Daarom vraagt hij de medewerking van alle Amerikaansche Christenen. Hij wil dit als een nationaal hulde betoon hebben en niet alleen van de Roomschen. Uw briefschrijver kan zich heel goed indenken dat een Roomsch Katholiek geestelijke, zooals Father Preston zooiets op touw zet. Van zijn standpunt bezien dwingt het respect af, dat er nog zoo een openbaar getuigen is voor Hem, die te eeren is boven alle schepselen. Maar dat dit zoo veel bijval vindt bij niet- Roomschen heeft mijn verbazing opgewekt. Men schen die zich Protestant noemen, echte protes tanten, juichen dit plan toe en vragen om sup port. Ik heb u al eens eer geschreven, dat de Engelsche geest hier de toon aangeeft, ook in ons kerkelijk leven. Engeland heeft nooit een reformatie gekend, zooals andere landen dat meegemaakt hebben, op 't vaste land van Euro pa. Hieruit is het te verklaren, dat niet alleen de Episcopaalsche kerk, maar zelfs de Presby- teriaansche kerkelijke bladen hierover schrijven. Ik vond dit vertaald in een onzer Hollandsche bladen. Natuurlijk, zoo zegt dit blad, hecht de Room sche priester hooger waarde aan beelden en symbolen dan wij van protestantsche herkomst. Daar stroomt door de aderen van vele Protes tanten nog bloed van de oude beeldenstormers, met het gevolg dat er nog eenigen tegenzin te gen de Heiligenschilderijen en -belden in hen is overgebleven. Echter bij nadere bezinning ko men we tegenwoordig tot de overtuiging, dat we in het uiterste van ons verzet tegen Rome toch wel wat uitgeworpen hebben, dat waarde heeft. De armoede bij onze vormen van eeredienst, onze onverschilligheid ten opzichte van de archi tectuur onzer kerkgebouwen en het niet onder houden van belangrijke dagen en het kerkelijk jaar, waardoor de ééne helft van het protes tisme zich kenmerkt, was een aanmerkelijk ver lies, maar nu beginnen we te veranderen en te rug te winnen wat we vroeger verwierpen. En dan gaat het blad verder, en somt op de vele voordeelen, die misschien uit het oprichten; van zulk een standbeeld zouden voortvloeien. Vele touristen zouden dat gedenkteeken willen zien natuurlijk en bezoeken. En een groot deel van hen zou voordeel gewinnen bij het zien van het beeld des Meesters. Sommigen zouden on getwijfeld worden bepaald bij de groote plaats, j die Hij in het levén onzer natie beslaat. Voor j anderen zou het zien van dit beeld de overtui ging van de werkelijkheid van het bestaan des Heilands verdiepen. In niet weinigen zou de lust tot aanbidding en trouw worden aangewakkerd. Bezwaren zouden wellicht tegen de onderneming ingebracht kunnen worden, wegens de onkosten en dat vooral nu, terwijl er voor de zending en onderhouding van armen zoo groot gebrek aan geld is, maar wat is een half millioen dollars als men er in alle kerken en gezindheden aan meedoet Zoo oordeelt het protestantsche blad. In elk geval zoo gaat het verder „de fijne stemming die er achter deze onderneming* ligt en de aan sporing, die er van uitgaat, tot een vereenigde Christelijke poging, maken dit plan wel een ernstige overweging waard." Tot zoover „The Unted Presbiterian". Is dit nu niet om je over te verbazen Dit is nu een orgaan, zooals ik reeds schreef, dat zich protestant noemt, wier naam is ont leend aan de actie der Vaderen, die met woord en daad en geschrift geprotesteerd hebben te gen de roomsche dwalingen. Is 't niet om jezelf over te verbazen Een monument voor den Christus Gods, als natonaal huldebetoon. Hoe kan het De modernen, de wij hier bij millioe- nen hebben, zien in dit standbeeld niets meer dan dat van George Washington of Abraham Lincoln. De joden zullen het bespuwen, evenals hun vaderen deden in de zaal van Kajafas. De atheïst zal het beschouwen als een afgodsbeeld uit het Aziatisch heidendom. De werkelijke pro testanten zullen hierin niets anders zien dan een product van Roomsche beeldendienst, wat vol gens onze oude Catechismus vervloekte afgoderij is. Wat blijft er dan over van een nationaal huldebetoon Maar zooiets kan in- Amerika, als het maar iets groots is, als er maar wat „archi tectuur ln zit, als het maar past in de „art-ga- lery", dan kan ook de tweede Persoon in het Goddelijk Wezen, hiervoor dienst doen, maar het kan nooit een eerezuil zijn, omdat God God is en blijft. En door beeltenis niet geëerd, maar onteerd wordt. Hij, die het eeuwige Woord is, door Wien alle dingen gemaakt zijn, en alles naar Zijn eeuwig besluit zal uitvoeren, wordt onteerd door beeltenis. Nogmaals gezegd, dat dit groote plan opkomt bij een Roomsch priester is verklaarbaar, maar onverklaarbaar is het, ook van een Roomsch priester, hier een nationale beteekenis aan te geven. De onmogelijkheid moest ook hem bekend zijn. In onze staatsinrichtingen van onderwijs, van de Hooge scholen af tot aan de Universi teiten toe, wordt het evolutionisme geleerd. Het atheïsme is in veel van de kringen, het stempel voor de wetenschap. Vloekt het nu niet ook voor een Roomsch priester, om naast die na tionale inzinking en Godsmiskenning een „na tionaal Christusbeeld" op te richten Als de Roomsche priester overtuigd is, dat de eere Gods het vraagt, om een monument van den gezalfden Christus op te richten, dan had dit alleen van de Roomsche kerk moeten uitgaan. denkt U »ASPIRIN« gekocht te hebben, ter* wijl het soms zeer dikwijls »namaak«>tablet' ten zijn. Weigert elke verpakking, waarop het Bayer» kruis niet voorkomt Weigert eveneens losse tabletten Het is in Uw eigen belang. »\SPIRIN« is uitsluitend verkrijgbaar in: oranjctzakjes met 2 tabletten 10 cent en oranjeband-buisjes met 20 tabletten £70 cent. Dan had de Roomsche kerk een plaatsje moe ten aanvragen in een van de groote nationale parken. Dan 'had de geheele beweging een openbaar roomsch karakter gehad. Terwijl het nu den schijn krijgt dat het iets Amerikaansch is, waardoor het voor het nageslacht gevaar oplevert, dat wij ons protestantsch karakter als Amerikanen mede daardoor hebben ingeboet. Daarom vooral ook had uw briefschrijver pro test verwacht van het protestantisme en geen instemming. Maar tot op heden is er nog maar één blad dat er niet mede sympathiseert en dat is „De Wachter", het Hollandsch orgaan van de Chr. Geref. Kerk. Het geestelijke pijl van ons protestansche Amerika zakt ziender- oogen. 31 October is bij velen een onbekende datum als Hervormingsdag, maar als men hier vraagt aan een kind wanneer is het „Hollo- weën night" dan weet men je direct de datum van 31 October op te geven. Dat is een half heidensch en een half roomsch feest. Zelfs het Kerstfeest heeft voor velen geen andere betee- kenis dan een „sancta claus". Een St. Nico- laasfeest dat gij op den 6en December viert. En dat feest als nagedachtenis van een ouden bisschop te Myra, die om zijn geloof vermoord en om zijn echt christelijke daden, onzer aller nagedachtenis wel waardig is. Maar dat hij de plaats van de Christus inneemt op ons Kerst feest is een satanisch goed geslaagde daad. Er zijn zelfs Zondagsscholen, die van Kerstfeest een St. Nicolaasfeest maken. Een een „sancta claus" in de kamer hebben waar het z.g.n. zondagsschoolonderwijs gegeVen wordt. In Amerika is noodig een grondige reformatie geen reveil dat brengt ons niet ver genoeg. Het „graet Briten" is ons hiervoor ten voor beeld. Zal dit komen Er is een wolkje als eens mans hands zichtbaar in Philadelphia, God geve dat dit doorwerke. En de geest der refor matie weer in eere hersteld worde. Tot eer Zijns Naams. En tot welzijn van het Sion Gods. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. Vrijdagmiddag sprak voor de vereeniging Ceres" in het hotel Spee te Sommelsdijk de heer M. B. Sm i t s, hoofd der lagere landbouw school, over het onderwerp: „Landbouw en Hypotheekwezen". De heer Smits begon zijn rede met aan aan te geven van hoeveel belang het hypotheek wezen was voor den landbouw. De totaal per jaar ingeschreven hypotheek bedragen op landelijke eigendommen, zijn sinds 1914 enorm opgeloopen. In 1914 bedroeg dit in 1000-tallen guldens uitgedrukt 58,482, in 1922 was dit bedrag 114,462 en in 1930: 124,096! De statistieken hebben uitgewezen, dat hier van 10 bij de hypotheekbanken, 50 bij andere banken en instellingen en 40 bij par ticulieren is onder te brengen. De terugbetalingen zijn onbekend en hierdoor is het niet mogelijk een overzicht te geven van totaal uitstaande leeningen. Spr. handelde viervolgens allereerst over krediet. Krediet bestaat in het overgeven van goederen aan anderen met de verwachting, dat die later zullen worden teruggegeven. Tot die goederen behoort ook geld. En omdat de waarde der goederen in geld wordt uitgedrukt, kunnen geld en andere goederen elkander vervangen, mits de waarde dezelfde blijft. Hierdoor heeft krediet de beteekenis gekregen van een overdracht van geld in de verwachting van terugbetaling van hetzelfde bedrag. Toekomstige verplichtingen komen veel voor. b.v. bij koop, huur, termijnhandel, loonbetaling enz. Ook bij krediet is sprake van een transactie, waarbij de een dadelijk iets presteert in afwach ting van- een tegenprestatie van den ander. Krediet is dus steeds een vertrouwenskwestie. De verwachte tegenprestatie is: terugbetaling, huurbetaling. Komende tot de bespreking van het nut van het krediet merkte spr. op, dat door de geld overdracht van A. aan B. de laatste de moge lijkheid verkrijgt daarmee andere goederen te verwerven. Deze kunnen productiegoederen zijn: land, vee, machines, mest enz. Hierdoor wordt het B. mogelijk ondernemer te worden. Wanneer moet men krediet gebruiken Als daar voordeel in zit. Anders nooit 1 Stel de rentevoet is 5 onkosten inbegrepen. Het is mogelijk met het geleende geld 8 te maken. Daar is krediet voordeelig. Krediet is het beste op zijn plaats, waar een DOOR J. VAN DEN BOSCH. 4) Hij kon immers pas dan dit leven vaarwel zeggen, als hij wist geborgen te zijnals hij inging de stad met paarlen poorten, waar de Engelen juichen voor den troon van het Lam Mevrouw van der Mandere was bijna bij alle gesprekken tegenwoordig geweest. Met aandacht had zij de verpleegster gevolgd. „U beschouwt mij wel als een groot zon daar, geloof ik", had mijnheer van der Man dere half vragend gezegd. Maar zijn vrouw voelde, dat dit gezegde eeni diepe ondergrond bad en dat hij brandend nieuwsgierig was het antwoord te vernemen, dat oprecht zou wor den gegeven. Daaraan twijfelden geen van bei den. „We zijn allen zondaars en als we Jezus niet hebben, als wij onzen Borg en Zaligmaker niet hebben, gaan we allen, zonder onderscheid, verloren. In het diaconessenhuis heb ik bij ver schillende sterfbedden gezeten. Efn, onverschil lig wie ik voor mij had, of het menschen wa ren, die de Waarheid kenden, of menschen die er niet in opgevoed waren, ik heb ze allen op Jezus gewezen. En ik voel het als mijn plicht, het u ook te doen. Uw vraag van zooeven geeft me aanleiding te denken, dat u vindt, die vermaning niet noodig te hebben." „Een Christen, zooals u dat wilt hebben, ben ik nooit geweest, dat weet ik wel, maar ik geloof toch niet, dat ik zoon groote zon daar ben geweest." „De rijke jongeling, die tot Jezus kwam, dacht ook, dat hij alles had gedaan wat noo dig was. Maar Jezus leerde het hem wel an ders. Kent u die geschiedenis niet Mag ik ze u even voorlezen Op het toestemmend knikken van der heer van der Mandere had Edom Jansen haar Nieuw-Testament gegrepen en de heer en me vrouw van der Mandere, luisterend naar haar welluidende stem, hoorden Goede Mees ster, wat doende zal ik het eeuwige leven be ërven „En Jezus zeide tot hem Wat noemt gij Mij goed Niemand is goed, dan Eén, namelijk God. „Gij weet de geboden Gij zult geen over spel doen gij zult niet dooden gij zult geen valsche getuigenis geven, eert uwe vader en uwe moeder. „En hij zeide Alle deze dingen heb ik on derhouden van mijn jonkheid aan. „Doch Jezus, dit hoorende, zeide tot hem Nog één ding ontbreekt u, verkoop alles, wat gij hebt en deel het onder de armen en gij zult een schat hebben in den hemel, en kom herwaarts en volg Mij." „Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel droevig, want hij was zeer rijk." De melodieuse stem had gezwegen. Het was langen tijd stil in het ziekenvertrek. Edom Jansen had na het lezen van dit veel zeggende Schriftwoord niets gesproken, met op zet niet. Zij wist bij ervaring, dat zelfs een enkel Schriftwoord vaak veel meer invloed uitoefent dan een gansche redeneering. Vermoeid had mijnheer van der Mandere het hoofd in het kussen laten zinken. Mevrouw van der Mandere had de verpleeg ster aangezien met een mengeling van nieuws gierigheid en hoogachtend. Maar Edom Jansen had dat niet bemerkt. Diep in gedachten, verzonken staarde zij den patiënt aan, wienis levendraad spoedig zou worden afgesneden. En in 'haar hart bad zij om licht en vrede voor deze hongerende, hunkerende ziel. Meta kwam de trap van haar slaapkamer afdraven. Over enkele minuten zou zij lawaaiig, als steeds haar gewoonte was, het vertrek bin nenstormen en de gedachtengang van Mevrouw van der Mandere zou gestoord zijn. Dit gebeurde echter niet. De beide vrouwen (Edom Jansen keek van •haar courant op en maakte een opmerking) hoorden haar 'hooge stem in den corridor. Zij sprak met de pensionhoudster, Mevrouw van der Meer, en het geluid der meisjesstem stierf weg. Edom Jansen vatte haar lectuur weer op en de gedachten van Mevrouw van der Mandere dwaalden weer af naar het ziekenvertrek van nu vier jaar geleden, naar de oogenblikken, dat de verpleegster, die nu niet besefte, waarover haar meesteres op dit moment dacht, het aan grijpend Schriftwoord had gelezen. Na de lange stilte, die op het lezen was gevolgd, had mijnheer van der Mandere het hoofd weer opgericht. Hij had zuster Jansen lang aangekeken, en zij had dien blik doorstaan, zonder iets te zeg gen, omdat *zij als bij intuïtie voelde, dat de patiënt in zijn binnenste een strijd streed. En in dien strijd mocht zij niet komen. Dat was er een tusschen God en een menschenziel. Later had zij dit alles Mevrouw van der Mandere verteld. Deze begreep op dat moment de situatie niet. Evenmin begreep zij de daarop gevolgde vraag van haar echtgenoot niet. „Hebt ge wel eens een zielestrijd gekend had hij gevraagd. Edom Jansen begreep die vraag maar al te goed. Zij werd gedaan door iemand, die zélf een zielestrijd te doorworstelen had 1 Daarom verblijdde het haar uitermate, dat zij bevestigend antwoorden kon. „Ik heb in mijn leven een moment gekend, dat ik wenschte dood te zijneen moment, dat letterlijk niets mij meer kon schelen", had zij eenvoudig geantwoord. „Toen was alles donker. Maar toen dacht ik aan de woorden mijner lieve Moe, die naar den hemel is ge gaan. Altijd had zij mij op Jezus gewezen. Maar ik hield het met mijn Pa, die zich van gods dienst niets aantrok. Maar toen, na al het ont zettende, dat gebeurd is en waarover ik ver der niet uitweid, dacht ik aan mijn Moe en in een ontzettenden strijd, een niet-onder-woor- denLte-brengen zielestrijd, heb ik den Bijbel ge grepen. En toen heb ik Jezus gevonden". Mijnheer van der Mandere had als het ware aan haar lippen gehangen. „Gjij hebt dien strijd gekend had hij ge zucht, „maar ik maak hem nog door." „Dat heb ik begrepen", was het warme ant woord geweest. „Maar gij zult God vinden, o. ik weet het zeker, gij zult Hem vinden, want Hij is dichtbij. Wij denken zoo vaak, dat Hij ver-af is en Hij is in waarheid vlakbij." Weer was een oogenblik stilte ingetreden. „Ik zal u helpen in uw strijd", had zuster Jansen daarop gezegd. „Mijn taak behoeft niet lijdelijk te zijn. Ik. zal voor u bidden, terwijl gij met God worstelt." Mevrouw van der Mandere begreep van dit geheele gesprek zoo goed als niets, omdat zij er de diepte niet van peilen kon. Wèl besefte zij, dat haar echtgenoot er zeer onder leed. En het was haar liefde, die haar plots had doen zeggen „Zullen we nu maar eens over wat anders praten Of nog beter je alleen laten, om uit te rusten Want je bent veel te vermoeid." Tot haar groote verbazing had haar man ontkennend het hoofd geschud. „Je kunt niet begrijpen, Gretlia, dat ik er zoo gaarne over praat. Het moet anders wor den met mij. Anders gaat het niet goed." Zij had ter wereld niet begrepen, wat haar zachtzinnige, door-en-door goede echtgenoot toch wel kon bezwaren, en eerbiedigde zijn wensch dus maar, inwendig wat verstoord, mis schien ook wel jaloersch op zuster Jansen, die zooveel invloed op den patiënt had. Er was nog veel meer gesproken daarna wat zij zich niet goed meer herinnerde. Wel herinnerde zij zich maar al te goed, dat een week later haar echtgenoot hartroerend afscheid van haar had genomen Met geweld schier had zuster Jansen de hevig- schreiende, veertienjarige Meta uit het zieken vertrek moeten brengen. Dat heftige toonneel was voor den zieke niet goed. Mevrouw van der Mandere had getracht zich goed te houden, al kostte het haar ontzaglijke moeite. Toen was er een glimlach op het gelaat van den patiënt gekomen. Dankbaar had hij zuster Jansen aangezien. „Ik dank u", had hij slechts gezegd. Maar Edom Jansen had genoeg geweten. Dat „Ik dank u" beteekende: „Gij hebt mij op Jezus gewezen. Ik heb Hem gevonden. Ik ga naar Hem toe. Hij wacht op mij." E|n de verpleegster had het hoofd opwaarts gericht en in stilte God gedankt, zooals Me vrouw van der Mandere later van haar vernam. Daarna was het ontroerende oogenblik ge komen, toen de stervende de hand zijner vrouw nam, die lei in die van zijn verpleegster en zuster Jansen aanzien, zei: „Zult gij niet terug gaan naar het Diaconessenhuis? Zult gij bij mijn vrouw blijven en ook haar wijzen op wat gij mij hebt gezegd Edom Jansen had het gevoeld als een roep stem van God en vastbesloten gezegd: „Ja 1" Van dat oogenblik was er vriendschap, die reeds vier jaar duurde en die voor Edom Jan sen feitelijk alle ondergeschiktheid wegvaagde. Het gesprek in den corridor was afgeloopen. Meta kwam binnen. Mevrouw van der Mandere werd gestoord in haar gepeins. Edom Jansen vouwde haar courant dicht. Er werd thee ge schonken. (Wordt vervolgd) ,p

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1933 | | pagina 1