Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
LAIIDBOOIU Ell HVrOTHEEK.
FEUILLETON
No. 3933
WOENSDAG 1 MAART 1933
48ste JAARGANG
if
IN HOC SIGNO VINCES
n
O
Brieven uit Amerika.
In goed vertrouwen
NAAR HET LICHT
li
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.—
BUITENLAND, bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
bij vooruitbetaling.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h, W. BOEKHOVEN <S ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Alle stnkkea: voor de Redactie bestemd, Advsrtentiën en verder© Administratie franco toe te xenden aa® de Uitgevers
VERGADERING HULPCENTRALE.
Woensdagmiddag 1 Maart a.s., des nam. 4 uur
zal in het gebouw „Rehoboth" te Middelharnis
de algemeene vergadering van de Hulp-Centrale
op Goeree en Overflakkee gehouden worden'.
Belangrijk is deze vergadering voor elk anti
revolutionair
Burgemeester Van Rees, voorvelen geen on
bekende, zal spreken over de parlementaire ge
schiedenis, in 't bijzonder van den laatsten tijd
en ons op 't hart drukken wat de komende
verkiezingen van ons eischen
Dit alleen reeds is aller opkomst waard, maar
tevens is het belangrijkste voor ons eiland
aan de orde: de a. r. propaganda voor ons
geheele eiland
Niemand verzuime deze vergadering. Breekt
uit uw werk als het eenigszins kanl
Het verkiezingswerk moet op deze vergade
ring zijn beslag krijgen Niemand kan daarbij
gemist worden.
Komt allen
WILT GIJ NIET?
„De Standaard" van 20 Februari schrijft in
«een driestar „Kerkelijke zaken buiten de politiek":
„En voor het overige zouden we wel wen-
schen, dat in dezen tijd van geweldige span
ning, ook in ons volksleven, waarvan de
eindontwikkeling nog niet te onderkennen is,
maar die een krachtige aaneensluiting eischen
van alle politieke geestverwanten, door allen
werd afgezien van het toedienen van spelde-
prikken, die hartelijke saamwerking niet be
vorderen, doch wel belemmeren."
Zou dit woord op 't eiland Flakkee niet van
alle daken geschreeuwd moeten worden en zoo
den niet door antirevolutionairen 'en politiek-
gelijkgeoriënteerden eindelijk de handen ineen
geslagen moeten worden om wars van alle eigen
belang en onderling gekonkel, den strijd ge
zamenlijk aan te binden tegen de geesten, die
de vernietiging van onze heiligste goederen op
het oog hebben
Wilt gij niet? Wat onderscheidt U dan van
de hierboven reeds genoemde lieden
Grift dit „Standaard"-woord in uw harten,
want de ondermijners van een ordelijk staats
leven lachen in hun vuistje om U
HET ROODE MANIFEST.
Wij ontvingen in onze bus een verkiezings
pamflet van de besturen van S. D. A. P. en
N. V. V., waarin op de zoo bekende wijze de
muiterij van „De ZeVen Provinciën" tot een
bagatel wordt gemaakt en de muiters geschil
derd worden als de martelaars voor het socia
lisme, die „zonder vorm van proces gedood"
worden.
Met afgrijzen hebben wij dit „boerenbedrog"
gelezen.
Wij twijfelen er niet aan of dit „manifest aan
het Nederlandsche volk" zal bij verstandige
menschen, die over het algemeen niet geneigd
zijn „de kaas van hun brood te laten eten", of
de dienstbode te vragen hoe laat zij 's avonds
thuis moeten zijn, of den jongsten bediende het
recht geVen met de kas er van door te gaan,
wel dit gevolg hebben, dat meewarig de schou
ders wordt opgehaald over zulk minderwaardig,
laf, verraderlijk, gemeen gestook, dat alleen
maar door menschen geschreven kan zijn, die
geen eergevoel en ridderlijkheid meer in hun
lichaam hebben en zich soldidair gevoelen met
elke beweging en strooming, die ingaat tegen
orde en gezag en misdadig is
Och, waren het nog maar schooljongens, dan
hadden we nog wel enkele „hoeken" vrij, waar
ze voor straf ingezet konden worden
Deze lieden noemen zich echter mannen
Hollanders tevens, maar weten zij waarom Het
zijn beklagenswaardige schepsels, want wie weet
er nu niet wie zijn vader en zijn moeder is, of
zouden het vondelingen zijn
Zijn deze menschen de historie van ons land
en volk vergeten En schamen zij zich niet
Beste Vriend!
Er is in ons land een beweging op touw ge
zet om ergens in de voornaamste plaatsen van
ons land een reuze standbeeld op te richten voor
Jezus. Een Roomsch-Katholiek geestelijke is de
ontwerper van dit plan. Het moet ca. 500,000
dollar kosten en wordt 150 voet hoog. De
Roomsche priester klaagt er over, dat er in ons
land standbeelden zijn, bij de honderduizenden
van alle menschen, die zich bizonder dienstbaar
gesteld hebben voor de menschheid, maar voor
Hem, die zichzelf gaf tot in den dood des krui-
ses, is zoo iets niet te vinden. Daarom vraagt
hij de medewerking van alle Amerikaansche
Christenen. Hij wil dit als een nationaal hulde
betoon hebben en niet alleen van de Roomschen.
Uw briefschrijver kan zich heel goed indenken
dat een Roomsch Katholiek geestelijke, zooals
Father Preston zooiets op touw zet. Van zijn
standpunt bezien dwingt het respect af, dat er
nog zoo een openbaar getuigen is voor Hem, die
te eeren is boven alle schepselen.
Maar dat dit zoo veel bijval vindt bij niet-
Roomschen heeft mijn verbazing opgewekt. Men
schen die zich Protestant noemen, echte protes
tanten, juichen dit plan toe en vragen om sup
port. Ik heb u al eens eer geschreven, dat de
Engelsche geest hier de toon aangeeft, ook in
ons kerkelijk leven. Engeland heeft nooit een
reformatie gekend, zooals andere landen dat
meegemaakt hebben, op 't vaste land van Euro
pa. Hieruit is het te verklaren, dat niet alleen
de Episcopaalsche kerk, maar zelfs de Presby-
teriaansche kerkelijke bladen hierover schrijven.
Ik vond dit vertaald in een onzer Hollandsche
bladen.
Natuurlijk, zoo zegt dit blad, hecht de Room
sche priester hooger waarde aan beelden en
symbolen dan wij van protestantsche herkomst.
Daar stroomt door de aderen van vele Protes
tanten nog bloed van de oude beeldenstormers,
met het gevolg dat er nog eenigen tegenzin te
gen de Heiligenschilderijen en -belden in hen is
overgebleven. Echter bij nadere bezinning ko
men we tegenwoordig tot de overtuiging, dat we
in het uiterste van ons verzet tegen Rome toch
wel wat uitgeworpen hebben, dat waarde heeft.
De armoede bij onze vormen van eeredienst,
onze onverschilligheid ten opzichte van de archi
tectuur onzer kerkgebouwen en het niet onder
houden van belangrijke dagen en het kerkelijk
jaar, waardoor de ééne helft van het protes
tisme zich kenmerkt, was een aanmerkelijk ver
lies, maar nu beginnen we te veranderen en te
rug te winnen wat we vroeger verwierpen.
En dan gaat het blad verder, en somt op de
vele voordeelen, die misschien uit het oprichten;
van zulk een standbeeld zouden voortvloeien.
Vele touristen zouden dat gedenkteeken willen
zien natuurlijk en bezoeken. En een groot deel
van hen zou voordeel gewinnen bij het zien van
het beeld des Meesters. Sommigen zouden on
getwijfeld worden bepaald bij de groote plaats,
j die Hij in het levén onzer natie beslaat. Voor
j anderen zou het zien van dit beeld de overtui
ging van de werkelijkheid van het bestaan des
Heilands verdiepen. In niet weinigen zou de lust
tot aanbidding en trouw worden aangewakkerd.
Bezwaren zouden wellicht tegen de onderneming
ingebracht kunnen worden, wegens de onkosten
en dat vooral nu, terwijl er voor de zending en
onderhouding van armen zoo groot gebrek aan
geld is, maar wat is een half millioen dollars
als men er in alle kerken en gezindheden aan
meedoet
Zoo oordeelt het protestantsche blad. In elk
geval zoo gaat het verder „de fijne stemming
die er achter deze onderneming* ligt en de aan
sporing, die er van uitgaat, tot een vereenigde
Christelijke poging, maken dit plan wel een
ernstige overweging waard."
Tot zoover „The Unted Presbiterian".
Is dit nu niet om je over te verbazen
Dit is nu een orgaan, zooals ik reeds schreef,
dat zich protestant noemt, wier naam is ont
leend aan de actie der Vaderen, die met woord
en daad en geschrift geprotesteerd hebben te
gen de roomsche dwalingen. Is 't niet om jezelf
over te verbazen Een monument voor den
Christus Gods, als natonaal huldebetoon. Hoe
kan het De modernen, de wij hier bij millioe-
nen hebben, zien in dit standbeeld niets meer
dan dat van George Washington of Abraham
Lincoln. De joden zullen het bespuwen, evenals
hun vaderen deden in de zaal van Kajafas. De
atheïst zal het beschouwen als een afgodsbeeld
uit het Aziatisch heidendom. De werkelijke pro
testanten zullen hierin niets anders zien dan een
product van Roomsche beeldendienst, wat vol
gens onze oude Catechismus vervloekte afgoderij
is. Wat blijft er dan over van een nationaal
huldebetoon Maar zooiets kan in- Amerika, als
het maar iets groots is, als er maar wat „archi
tectuur ln zit, als het maar past in de „art-ga-
lery", dan kan ook de tweede Persoon in het
Goddelijk Wezen, hiervoor dienst doen, maar
het kan nooit een eerezuil zijn, omdat God God
is en blijft. En door beeltenis niet geëerd, maar
onteerd wordt. Hij, die het eeuwige Woord is,
door Wien alle dingen gemaakt zijn, en alles
naar Zijn eeuwig besluit zal uitvoeren, wordt
onteerd door beeltenis.
Nogmaals gezegd, dat dit groote plan opkomt
bij een Roomsch priester is verklaarbaar, maar
onverklaarbaar is het, ook van een Roomsch
priester, hier een nationale beteekenis aan te
geven. De onmogelijkheid moest ook hem bekend
zijn. In onze staatsinrichtingen van onderwijs,
van de Hooge scholen af tot aan de Universi
teiten toe, wordt het evolutionisme geleerd. Het
atheïsme is in veel van de kringen, het stempel
voor de wetenschap. Vloekt het nu niet ook
voor een Roomsch priester, om naast die na
tionale inzinking en Godsmiskenning een „na
tionaal Christusbeeld" op te richten Als de
Roomsche priester overtuigd is, dat de eere
Gods het vraagt, om een monument van den
gezalfden Christus op te richten, dan had dit
alleen van de Roomsche kerk moeten uitgaan.
denkt U »ASPIRIN« gekocht te hebben, ter*
wijl het soms zeer dikwijls »namaak«>tablet'
ten zijn.
Weigert elke verpakking, waarop het Bayer»
kruis niet voorkomt Weigert eveneens losse
tabletten Het is in Uw eigen belang.
»\SPIRIN« is uitsluitend verkrijgbaar in:
oranjctzakjes met 2 tabletten 10 cent en
oranjeband-buisjes met 20 tabletten £70 cent.
Dan had de Roomsche kerk een plaatsje moe
ten aanvragen in een van de groote nationale
parken. Dan 'had de geheele beweging een
openbaar roomsch karakter gehad. Terwijl het
nu den schijn krijgt dat het iets Amerikaansch
is, waardoor het voor het nageslacht gevaar
oplevert, dat wij ons protestantsch karakter als
Amerikanen mede daardoor hebben ingeboet.
Daarom vooral ook had uw briefschrijver pro
test verwacht van het protestantisme en geen
instemming. Maar tot op heden is er nog maar
één blad dat er niet mede sympathiseert en
dat is „De Wachter", het Hollandsch orgaan
van de Chr. Geref. Kerk. Het geestelijke pijl
van ons protestansche Amerika zakt ziender-
oogen. 31 October is bij velen een onbekende
datum als Hervormingsdag, maar als men hier
vraagt aan een kind wanneer is het „Hollo-
weën night" dan weet men je direct de datum
van 31 October op te geven. Dat is een half
heidensch en een half roomsch feest. Zelfs het
Kerstfeest heeft voor velen geen andere betee-
kenis dan een „sancta claus". Een St. Nico-
laasfeest dat gij op den 6en December viert.
En dat feest als nagedachtenis van een ouden
bisschop te Myra, die om zijn geloof vermoord
en om zijn echt christelijke daden, onzer aller
nagedachtenis wel waardig is. Maar dat hij de
plaats van de Christus inneemt op ons Kerst
feest is een satanisch goed geslaagde daad. Er
zijn zelfs Zondagsscholen, die van Kerstfeest
een St. Nicolaasfeest maken. Een een „sancta
claus" in de kamer hebben waar het z.g.n.
zondagsschoolonderwijs gegeVen wordt.
In Amerika is noodig een grondige reformatie
geen reveil dat brengt ons niet ver genoeg.
Het „graet Briten" is ons hiervoor ten voor
beeld. Zal dit komen Er is een wolkje als
eens mans hands zichtbaar in Philadelphia, God
geve dat dit doorwerke. En de geest der refor
matie weer in eere hersteld worde. Tot eer
Zijns Naams. En tot welzijn van het Sion
Gods.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
Vrijdagmiddag sprak voor de vereeniging
Ceres" in het hotel Spee te Sommelsdijk de
heer M. B. Sm i t s, hoofd der lagere landbouw
school, over het onderwerp: „Landbouw en
Hypotheekwezen".
De heer Smits begon zijn rede met aan
aan te geven van hoeveel belang het hypotheek
wezen was voor den landbouw.
De totaal per jaar ingeschreven hypotheek
bedragen op landelijke eigendommen, zijn sinds
1914 enorm opgeloopen.
In 1914 bedroeg dit in 1000-tallen guldens
uitgedrukt 58,482, in 1922 was dit bedrag
114,462 en in 1930: 124,096!
De statistieken hebben uitgewezen, dat hier
van 10 bij de hypotheekbanken, 50 bij
andere banken en instellingen en 40 bij par
ticulieren is onder te brengen.
De terugbetalingen zijn onbekend en hierdoor
is het niet mogelijk een overzicht te geven van
totaal uitstaande leeningen.
Spr. handelde viervolgens allereerst over
krediet. Krediet bestaat in het overgeven van
goederen aan anderen met de verwachting, dat
die later zullen worden teruggegeven. Tot die
goederen behoort ook geld. En omdat de waarde
der goederen in geld wordt uitgedrukt, kunnen
geld en andere goederen elkander vervangen,
mits de waarde dezelfde blijft.
Hierdoor heeft krediet de beteekenis gekregen
van een overdracht van geld in de verwachting
van terugbetaling van hetzelfde bedrag.
Toekomstige verplichtingen komen veel voor.
b.v. bij koop, huur, termijnhandel, loonbetaling
enz.
Ook bij krediet is sprake van een transactie,
waarbij de een dadelijk iets presteert in afwach
ting van- een tegenprestatie van den ander.
Krediet is dus steeds een vertrouwenskwestie.
De verwachte tegenprestatie is: terugbetaling,
huurbetaling.
Komende tot de bespreking van het nut van
het krediet merkte spr. op, dat door de geld
overdracht van A. aan B. de laatste de moge
lijkheid verkrijgt daarmee andere goederen te
verwerven. Deze kunnen productiegoederen zijn:
land, vee, machines, mest enz.
Hierdoor wordt het B. mogelijk ondernemer
te worden.
Wanneer moet men krediet gebruiken Als
daar voordeel in zit. Anders nooit 1
Stel de rentevoet is 5 onkosten inbegrepen.
Het is mogelijk met het geleende geld 8 te
maken. Daar is krediet voordeelig.
Krediet is het beste op zijn plaats, waar een
DOOR
J. VAN DEN BOSCH.
4)
Hij kon immers pas dan dit leven vaarwel
zeggen, als hij wist geborgen te zijnals hij
inging de stad met paarlen poorten, waar de
Engelen juichen voor den troon van het Lam
Mevrouw van der Mandere was bijna bij
alle gesprekken tegenwoordig geweest. Met
aandacht had zij de verpleegster gevolgd.
„U beschouwt mij wel als een groot zon
daar, geloof ik", had mijnheer van der Man
dere half vragend gezegd. Maar zijn vrouw
voelde, dat dit gezegde eeni diepe ondergrond
bad en dat hij brandend nieuwsgierig was het
antwoord te vernemen, dat oprecht zou wor
den gegeven. Daaraan twijfelden geen van bei
den.
„We zijn allen zondaars en als we Jezus
niet hebben, als wij onzen Borg en Zaligmaker
niet hebben, gaan we allen, zonder onderscheid,
verloren. In het diaconessenhuis heb ik bij ver
schillende sterfbedden gezeten. Efn, onverschil
lig wie ik voor mij had, of het menschen wa
ren, die de Waarheid kenden, of menschen die
er niet in opgevoed waren, ik heb ze allen op
Jezus gewezen. En ik voel het als mijn plicht,
het u ook te doen. Uw vraag van zooeven
geeft me aanleiding te denken, dat u vindt, die
vermaning niet noodig te hebben."
„Een Christen, zooals u dat wilt hebben,
ben ik nooit geweest, dat weet ik wel, maar
ik geloof toch niet, dat ik zoon groote zon
daar ben geweest."
„De rijke jongeling, die tot Jezus kwam,
dacht ook, dat hij alles had gedaan wat noo
dig was. Maar Jezus leerde het hem wel an
ders. Kent u die geschiedenis niet Mag ik ze
u even voorlezen
Op het toestemmend knikken van der heer
van der Mandere had Edom Jansen haar
Nieuw-Testament gegrepen en de heer en me
vrouw van der Mandere, luisterend naar haar
welluidende stem, hoorden Goede Mees
ster, wat doende zal ik het eeuwige leven be
ërven
„En Jezus zeide tot hem Wat noemt gij
Mij goed Niemand is goed, dan Eén, namelijk
God.
„Gij weet de geboden Gij zult geen over
spel doen gij zult niet dooden gij zult geen
valsche getuigenis geven, eert uwe vader en
uwe moeder.
„En hij zeide Alle deze dingen heb ik on
derhouden van mijn jonkheid aan.
„Doch Jezus, dit hoorende, zeide tot hem
Nog één ding ontbreekt u, verkoop alles, wat
gij hebt en deel het onder de armen en gij
zult een schat hebben in den hemel, en kom
herwaarts en volg Mij."
„Maar als hij dit hoorde, werd hij geheel
droevig, want hij was zeer rijk."
De melodieuse stem had gezwegen.
Het was langen tijd stil in het ziekenvertrek.
Edom Jansen had na het lezen van dit veel
zeggende Schriftwoord niets gesproken, met op
zet niet.
Zij wist bij ervaring, dat zelfs een enkel
Schriftwoord vaak veel meer invloed uitoefent
dan een gansche redeneering.
Vermoeid had mijnheer van der Mandere
het hoofd in het kussen laten zinken.
Mevrouw van der Mandere had de verpleeg
ster aangezien met een mengeling van nieuws
gierigheid en hoogachtend.
Maar Edom Jansen had dat niet bemerkt.
Diep in gedachten, verzonken staarde zij
den patiënt aan, wienis levendraad spoedig zou
worden afgesneden.
En in 'haar hart bad zij om licht en vrede
voor deze hongerende, hunkerende ziel.
Meta kwam de trap van haar slaapkamer
afdraven. Over enkele minuten zou zij lawaaiig,
als steeds haar gewoonte was, het vertrek bin
nenstormen en de gedachtengang van Mevrouw
van der Mandere zou gestoord zijn.
Dit gebeurde echter niet.
De beide vrouwen (Edom Jansen keek van
•haar courant op en maakte een opmerking)
hoorden haar 'hooge stem in den corridor. Zij
sprak met de pensionhoudster, Mevrouw van
der Meer, en het geluid der meisjesstem stierf
weg.
Edom Jansen vatte haar lectuur weer op en
de gedachten van Mevrouw van der Mandere
dwaalden weer af naar het ziekenvertrek van
nu vier jaar geleden, naar de oogenblikken, dat
de verpleegster, die nu niet besefte, waarover
haar meesteres op dit moment dacht, het aan
grijpend Schriftwoord had gelezen.
Na de lange stilte, die op het lezen was
gevolgd, had mijnheer van der Mandere het
hoofd weer opgericht.
Hij had zuster Jansen lang aangekeken, en
zij had dien blik doorstaan, zonder iets te zeg
gen, omdat *zij als bij intuïtie voelde, dat de
patiënt in zijn binnenste een strijd streed.
En in dien strijd mocht zij niet komen. Dat
was er een tusschen God en een menschenziel.
Later had zij dit alles Mevrouw van der
Mandere verteld.
Deze begreep op dat moment de situatie
niet.
Evenmin begreep zij de daarop gevolgde
vraag van haar echtgenoot niet.
„Hebt ge wel eens een zielestrijd gekend
had hij gevraagd.
Edom Jansen begreep die vraag maar al te
goed. Zij werd gedaan door iemand, die zélf
een zielestrijd te doorworstelen had 1
Daarom verblijdde het haar uitermate, dat
zij bevestigend antwoorden kon.
„Ik heb in mijn leven een moment gekend,
dat ik wenschte dood te zijneen moment,
dat letterlijk niets mij meer kon schelen", had
zij eenvoudig geantwoord. „Toen was alles
donker. Maar toen dacht ik aan de woorden
mijner lieve Moe, die naar den hemel is ge
gaan. Altijd had zij mij op Jezus gewezen. Maar
ik hield het met mijn Pa, die zich van gods
dienst niets aantrok. Maar toen, na al het ont
zettende, dat gebeurd is en waarover ik ver
der niet uitweid, dacht ik aan mijn Moe en
in een ontzettenden strijd, een niet-onder-woor-
denLte-brengen zielestrijd, heb ik den Bijbel ge
grepen. En toen heb ik Jezus gevonden".
Mijnheer van der Mandere had als het ware
aan haar lippen gehangen.
„Gjij hebt dien strijd gekend had hij ge
zucht, „maar ik maak hem nog door."
„Dat heb ik begrepen", was het warme ant
woord geweest.
„Maar gij zult God vinden, o. ik weet het
zeker, gij zult Hem vinden, want Hij is dichtbij.
Wij denken zoo vaak, dat Hij ver-af is en Hij
is in waarheid vlakbij."
Weer was een oogenblik stilte ingetreden.
„Ik zal u helpen in uw strijd", had zuster
Jansen daarop gezegd. „Mijn taak behoeft niet
lijdelijk te zijn. Ik. zal voor u bidden, terwijl
gij met God worstelt."
Mevrouw van der Mandere begreep van
dit geheele gesprek zoo goed als niets, omdat
zij er de diepte niet van peilen kon.
Wèl besefte zij, dat haar echtgenoot er zeer
onder leed. En het was haar liefde, die haar
plots had doen zeggen „Zullen we nu maar
eens over wat anders praten Of nog beter
je alleen laten, om uit te rusten Want je
bent veel te vermoeid."
Tot haar groote verbazing had haar man
ontkennend het hoofd geschud.
„Je kunt niet begrijpen, Gretlia, dat ik er
zoo gaarne over praat. Het moet anders wor
den met mij. Anders gaat het niet goed."
Zij had ter wereld niet begrepen, wat haar
zachtzinnige, door-en-door goede echtgenoot
toch wel kon bezwaren, en eerbiedigde zijn
wensch dus maar, inwendig wat verstoord, mis
schien ook wel jaloersch op zuster Jansen, die
zooveel invloed op den patiënt had.
Er was nog veel meer gesproken daarna wat
zij zich niet goed meer herinnerde.
Wel herinnerde zij zich maar al te goed, dat
een week later haar echtgenoot hartroerend
afscheid van haar had genomen
Met geweld schier had zuster Jansen de hevig-
schreiende, veertienjarige Meta uit het zieken
vertrek moeten brengen.
Dat heftige toonneel was voor den zieke
niet goed.
Mevrouw van der Mandere had getracht zich
goed te houden, al kostte het haar ontzaglijke
moeite.
Toen was er een glimlach op het gelaat van
den patiënt gekomen. Dankbaar had hij zuster
Jansen aangezien.
„Ik dank u", had hij slechts gezegd.
Maar Edom Jansen had genoeg geweten. Dat
„Ik dank u" beteekende: „Gij hebt mij op Jezus
gewezen. Ik heb Hem gevonden. Ik ga naar
Hem toe. Hij wacht op mij."
E|n de verpleegster had het hoofd opwaarts
gericht en in stilte God gedankt, zooals Me
vrouw van der Mandere later van haar vernam.
Daarna was het ontroerende oogenblik ge
komen, toen de stervende de hand zijner vrouw
nam, die lei in die van zijn verpleegster en
zuster Jansen aanzien, zei: „Zult gij niet terug
gaan naar het Diaconessenhuis? Zult gij bij
mijn vrouw blijven en ook haar wijzen op wat
gij mij hebt gezegd
Edom Jansen had het gevoeld als een roep
stem van God en vastbesloten gezegd: „Ja 1"
Van dat oogenblik was er vriendschap, die
reeds vier jaar duurde en die voor Edom Jan
sen feitelijk alle ondergeschiktheid wegvaagde.
Het gesprek in den corridor was afgeloopen.
Meta kwam binnen. Mevrouw van der Mandere
werd gestoord in haar gepeins. Edom Jansen
vouwde haar courant dicht. Er werd thee ge
schonken. (Wordt vervolgd)
,p