DU nummer oesiaat uil luiee Bladen tevreden klanten (SPECIAAL TAPIJT-, BEDDEN- EN MEUBÊLHUIS FEUILLETON Zaterdag 2Q Februari 1932. No, 3826 TWEEDE BLAD. 0 SCHAAKRUBRIEK. Plaatselijk Nieuws. en Gedurende de maand Februari onze nieuwe Reclame-Cadeaux Wij geven Koppen en Schotels, complete Serviezen, Dejeuners, (Engelsche modellen) en andere schitterende cadeaux QoV oroi' ca HOOGSTRAAT 204-212, BEIJERLANDSCHELAAN 72-78*' SCHIEDAM: BROERSVESTROTTERDAM GEBROKEN BAKKEN lilt- EH mRocsiGNOWSES Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15, Eindhoven. No. 234. De oplossing van probleem no. 268 is 1. Pg3 dreigt 2. Te4 mat. De variant 1c4 be handelt het tegenwoordig in zwang zijnde idee: witte afsluiting door zwart. (Zie probleem no. 266!). Probleem voor den wedstrijd, No. 273. J. P. COPPENS - Amsterdam, Eerste plaatsing. Zwart (11) Wit (8) Wit: Ke4, Dd8, Lh4, Pa6, h3, pi. e5, g6, g4. Zwart: Ke6, Tb7, Lc8, Pa7, g2, pi. b6, c6, c7, e7, f6, g7. Wit geeft mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Zaterdag 19 Maart. Oplossing Eindspel no. 353. 1. e6f, Ke6; 2. Lb3 enz. Eindspel no, 355. KLING en HORWITZ. S. L. S. no. 15. Wit: Kh7, Dg4, Pb8. Zwart: Kf8, Da3, pi. b6. Wit begint en wint. Eindspel no. 356. K. A. L. KUBBEL Baltische kalender 1910. Wit speelt en maakt remise. Oplossing: 1. h7, Kg7 (na 1d2, volgt 2. Pg6f, fg6; 3. Kg6). 2. Pf4, Kh7; 3. Ph6, d2. 4. Pg5, dlD pat (na 4dlT volgt Pf6f remise). Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van f 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet-abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achtereen géén oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Een onoplosbaar probleem vervalt voor den wedstrijd. Ter besparing van porti is de oplossings termijn op circa 4 weken gesteld, zoodat de oplossers meerdere oplossingen eventueel tezamen kunnen opzenden. SOMMELSDIJK. De slager A. Luljendijk heeft ondershands een tuin, gelegen aan de St. Nicolaasdreef alhier, verkocht aan den koopman J, Kamerling. Belanghebbenden worden er aan herinnerd, dat de ontvanger dezer gemeente Dinsdag 23 Februari a.s. zitting zal houden tot het ont. vangen van schoolgelden. Voor de uien besteeedde men deze week 4.25 en voor de aardappelen 3.50 per H.L. Bij de te 's-Gravenhage gehouden examens voor kantoorbediende der Posterijen, is Mej. M. E. Joppe alhier met zeer goed gevolg geslaagd voor kantoorbediende le klas. MIDDELHARNIS. lot bestuurslid van de Coöp. Broodbakkerij „Volharding" is in deze gemeente gekozen de heer G. v. d. Kooi. De heer A. de Korte alhier is benoemd tot volontair aan het ziekenhuis te Dirksland. Alhier besteedt men voor de veldvruchten: aardappelen 3.50, uien 4 en peen 1.60 per H.L. Door het bestuur van de Groen van Prin- stererschool is van den heer A. v. d. Sluijs Pz. een door hem vervaardigde stoommachine ge kocht ten dienste van het onderwijs. Het antwoord van B. en W. op de door den heer De Vries gestelde vragen luidt „In antwoord op uw schrijven dato 15 dezer hebben wij de eer U te berichten, dat door ons college op 29 Januari 1932 den Minister van Binnenlandsche Zaken en Landbouw is ver zocht de steunregeling bij ons schrijven dato 27 November 1931 no. 469 en 31 December 1931 no. 542 zoo spoedig mogelijk geldig te ver klaren1. Op 10 Februari 1932 is telegrafisch antwoord verzocht op ons schrijven dato 29 Januari 1932 in verband met de spoedige beëindiging der werkverschaffing, maar tot op heden is nog geen antwoord ontvangen." Onder de aandacht van de lezers wordt gebracht de in dit nummer voorkomende ad vertentie inzake credietverleening. Dank zij de vertegenwoordiging in de Kamer van Koop handel en Fabrieken, district Dordrecht, is het bestuur der Neringdoende Middenstandsver- eeniging „Middelharnis-Sommelsdijk" in de ge- legenheid over deze en dergelijke andere adver- tenties inzake het zoogenaamd verstrekken van J gelden op gemakkelijke voorwaarden, uitvoerige inlichtingen te verstrekken. 'Het bestuur der vereeniging is steeds bereid belangeloos de meest mogelijke voorlichting te geven. STAD AAN 'T HARINGVLIET. Het woon huis met timmermanswerkplaats is bij gehouden afslag gemijnd door A. Roos alhier op 6490. Tegen een persoon uit Middelharnis is proces-verbaal opgemaakt wegens overtreding art. 6 Motor- en Rijwielreglement (links rijden van den weg). OOLTGENSPLAAT. Vorige week zijn ver scheept 93000 K.G. uien en 1700 K.G. koepëen. Vorige week werd aan de georganiseerde arbeiders 80 vorstverlet uitbetaald. Deze week wordt aan georganiseerde en ongeorgani seerde arbeiders bij de werkverschaffing 100 uitbetaald, zijnde 9. Door den gemeenteveldwachter is tegen P. v. d. W. te Middelharnis proces-verbaal op gemaakt wegens overtreding Motor- en Rijwiel reglement, het niet aangeven van richting en het niet gebruik maken van den hoorn, terwijl de veiligheid zulks eischt. Tegen L. v. D. eischte de politierechter Woensdag 14 dagen gevange nisstraf wegens dierenmishandeling. Kort verslag der vergadering van de afd. Ooltgensplaat der Zuid-Hollandsche Vereen. „Het Groene Kruis" op Donderdag 18 Februari des avonds 63 Ouur ia Hotel Hobbel te Oolt gensplaat. De V:orzitter L. A. Hobbel heet de aanwe zigen, ruim 30 in getal, welkom en drukt zijn spijt uit dat de vergadering als naar gewoonte door hetzelfde clubje wordt bezocht, doch hoopt niettemin dat er belangstelling zal zijn voor de te behandelen onderwerpen. Hierna leest de Secretaris, de heer J. Bol de notulen, welke onveranderd worden vastgesteld. Volgt het verslag van Dr. C. W. Kramers, hetwelk niet zeer groot was, daar ditmaal op de Algemeene Vergadering niet veel is behandeld om op de vergadering verslag uit te brengen. Het verslag der Comm. tot nazien der reke ning moet achterwege blijven, daar geen der commissieleden aanwezig is, daar zij allen de rekening evenwel geteekend hebben, adviseert de Voorzitter tot vaststelling. Uit de rekening van den penningmeester, den heer Voogd, blijkt dat aan contributie wordt ge- ind 1554, de totale ontvangsten bedragen 3080,67, de uitgaven 4017.82 Nadeelig sal do 937.15. De rekening van de T.B.C.-bestrijding sluit in ontvangsten en uitgaven met 720.56. Beide rekeningen worden onder dank vastge steld. De Voorzitter deelt nog mede in 1930 de ver koop van het Emma-bloempje 19.— heeft op gebracht. In 1931 door bemiddeling van de zus ters 69.—. Bij de rondvraag heeft een langdurige discus sie plaats tusschen den agent J. Overbeeke en het bestuur der vereeniging over de wijze van verzekering der wijkzuster. Hij meent bij deze verzekering niet gelijkgerechtigd behandeld te zijn met de andere maatschappijen. Thans verkrijgt burgemeester Donkersloot het woord en verklaart dat het hem een behoefte is in deze vergadering openlijk zijn dank uit te spreken jegens de beide zusters, mej. Alblas en Graafland voor het ontzettend vele werk aan een veramd gezin (een vrouw en zes kinderen) bewezen. Hetgeen zij deze week hebben verricht is niet onder woorden te brengen, en waar spre ker vanaf Zaterdag dagelijks meermalen de ver richtingen persoonlijk heeft gadegeslagen, en van nabij aanschouwt, moet hij verklaren dat het niet anders kan dan dat de zusters den dank verdienen van de Groene Kruis afdeeling en de gansche gemeente. De heer Hobbel verklaart het niet van nabij te hebben aanschouwd, doch sluit zich gaarne bij de woorden van den burgemeester aan. Hierna sluiting met een woord van dank tot de aanwezigen. OUDE TONGE. Onze oudste inwoner, de heer Joh. de Koning, hoopt op 24 dezer zijn 99e verjaardag te vieren. De Koning mag zich nog dn een goede gezondheid verheugen. De auto's van C. G. en C. B. botsten op de hoogte van de Nieuwstraat tegen elkaar. De auto van C. G. werd gehavend, maar kon de reis voortzetten. Die van C. B. moest op de 6 9^"! va«* de»' JMUeKLERILZn 376 DOOR H. ZEEBERG. 9) HOOFDSTUK VI. 't Was even vóór acht, toen er gebeld werd. Dolf wilde eerst laten bellen, maar voor alle zekerheid zag hij even uit het raam en ontwaar de Elsa, die, het hoofd wat scheef, naar boven staarde. Het viel hem in eenen op, dat zij een knappe verschijning was en, hij begreep niet, hoe hij zoo plotseling aan de vergelijking kwam, en dat haar lief gelaat bekoorlijker stond en meer vrediger indruk maakte dan het ook knappe ge zicht van Cor Zuiderman, dat echter geblanket werd en bovendien al te vrije blikken in het rond wierp. Hij haastte zich naar de trap, om de deur open te trekken en verwelkomde Elsa min of meer luidruchtig. „Zoo, zusje, wat leuk, dat je mij nu al in mijn kluis komt opzoeken." „Wat dacht je dan. Je moet hier toch zeker welkom geheeten worden." „En bloemen de tolk", zeide hij, toen hij die haar hand zag. „Verbazend aardig. Kom binnen. We hebben de ruimte. Er is niemand thuis." „Dus den eersten den besten avond wordt je al aan je lot overgelaten en laat men het huis alleen Dag Dolf. Jongen, hoe maak je het En hoe was het met moeder Elsa stond eindelijk op het portaal en om helsde haar broer. „Best, Els. En met moeder ook, hoor. De groeten. Kom binnen, 'k Heb net thee gekregen. Vindt je dit niet een aardige kamer Met één oogopslag monsterde Elsa het goed gemeubileerde vertrek. „Een mooie kamer", gaf zij toe. „Maar een stofzuiger is er vanmorgen niet geweest." „Niet Hoe zie je dat vroeg Dolf ver baasd. „Jongen, je kunt je naam wel op den schoor steenmantel schrijven", lachte Elsa. Hij moest er zich even van overtuigen. „Je hebt gelijk," zei hij dan. „Och, jongens en mannen letten daar niet zoo op. Maar ga zitten, kind. Wacht, schik die verwelkomings- bloemen in die vaas, 'k Zal op mijn slaapkamer even water halen." En, terugkeerend met een kan water „Hoe maakt Mevrouw Le Grand het „Uitstekend, hoor. Vóór ik het vergeet, Me vrouw noodigt je morgenavond op een kop thee." „Morgenavond 7" herhaalde Dolf peinzend. Hij had wel idee, om de repetitie eens te gaan bijwonen, hoewel hij het nog niet met zichzelf eens was. Hij gevoelde zeer wel, dat hij dan werd meegezogen in een richting, die hij toch eigenlijk niet wilde. Maar aan den anderen kant, hij mocht toch ook wel eens een verzetje hebben en hij was toch waarlijk mans genoeg, om niet verder te gaan, dan hij wilde. „Ja, morgenavond. Ben je dan verhinderd 7" „Neen, neen. Goed, Elsa. Morgenavond," zei- de hij haastig, bedenkend, dat hij dan een ver ontschuldiging had, als hem morgen weer ge vraagd werd, of hij ook kwam kijken. Het was toch heel moeilijk, om botweg „neen" te zeggen. „Wat gek, dat je den eersten1 avond al alleen in huis zit," vond Elsa. „Die menschen kennen je toch niet, al zie je er betrouwbaar uit??" „Doe ik 7" vroeg hij geamuseerd. „Overigens zal dat wel meer gebeuren, 'k Heb den indruk, dat Mijnheer en Mevrouw (of liever Mevrouw en Mijnheer, want hij is een sul) Haverma eiken avond uit zijn. Dat is dan ook de reden, dat zij deze kamer verhuren." „Waarom 7" vroeg Elsa, ten hoogste verwon derd, „Moet jij dan op het huis' passen Maar onmiddellijk lachte zij om haar naieve vraag. „Ben je mal 7 Maar tja, uitgaan naar concert en bioscoop en schouwburg en weet ik wat meer, kost geld, hé 7 En Mijnheer, die ambte naar op het Stadhuis is, heeft wel een behoor lijk salaris, maar niet voor die levenswijze. En nu moet ik dat zoo wat completeeren, snap je 7 Enfin, zij moeten het weten. Als de verzorging maar goed is." „Hoe weet je dat nu alles 7" „Wel, zusje, 'k heb bezoek gehad van mijn hospita. Zij heeft een half uur gezeten in de zelfde stoel, waar Uwe Edelheid thans zit. En al dien tijd heeft haar mond niet stil gestaan. Nou, dan weet je het wel." „Vertelde zij dat dan alles zelf 7" „Hoe zou ik het anders weten 7" was zijn we dervraag, 't Is me een gooiuit. Zij vertelde zelfs, dat zij nog wel eens een dancing bezoekt. Maar dan is Mijnheer er niet bij." Dolf schaterde het uiteen vrouw, de vijftig gepasseerd, een dancing bezoekend Maar Elsa, hoewel ook even geamuseerd, voelde toch onmiddellijk weer het schrijnende Dolf, van huis uit en van jongs af anders ge woon, terecht gekomen in een sfeer als d e z e, die hij dan zelf gezocht had. „'t Spijt mij toch zoo, Dolf, dat je hier bent. Is dit nu een omgeving voor je 7" „Och kind, wat gaan mij die menschen aan 7 Dacht je soms, dat ik óók zoo worden zou? 'k Zal mijn verstand wel gebruiken. Neen, zus, ik ga eiken Zondag trouw naar de kerk, hoor. Je kunt het controleeren, als je wilt. Tenminste des morgens, 's Avonds beloof ik je niet. Thuis sloeg ik ook 's avonds wel over. Het zit 'em niet in het kerkgaan, vind je wel, Elsje 7" „Zit 't 'em in het niet naar kerk gaan, Dolf 7" vroeg zij gevat, „Heb je het niet steeds anders geleerd 7" „Wij, jongeren, behoeven toch niet vast te houden aan de traditie 7" „Dat is geen traditie," betoogde zij. „Het is een eisch Gods, dat wij de samenkomsten der gemeente bezoeken, indien wij niet wettig ver hinderd zijn. Dat weet je wel, Dolf." „Laat ons dezen eersten avond niet gaan rede twisten, Elsje. Ik ben ook wat moe. Zoo'n eer sten dag op een druk handelskantoor valt niet mee. Het is alles zoo vreemd." „Vertel mij er eens wat van. Dolf." Hij voldeed aan die uitnoodiging. Maar hij was opzettelijk of niet opzettelijk, zeer gereser veerd sprak niet van de komende fuif en ook niet van zijn kennismakingen. „Je kunt er zoo'n eersten dag nog zoo weinig van zeggen," verontschuldigde hij zijn sobere mededeelingen. ,,'t Zijn alle nieuwe, eerste in drukken." ,,'k Hoop voor je, dat je er een betrekking naar je zin hebben mag. Aan mijzelf weet ik, hoe prettig men dan werkt," zeide Elsa. ,,'k Vind alleen dat kamerleven niet prettig. Je moet een geschikten vriend zien te krijgen, Dolf Dat vergoedt heel veel." „Misschien loop ik er wel eens een tegen het lijf. Je wilt toch zeker niet, dat ik een adver tentie plaats: „Een vriend gevraagd" 7" Elsa lachte hartelijk. „Neen, die gekheid moet je maar niet be ginnen. En forceeren moet je het natuurlijk ook niet. Maar als je nu lid wordt van een Jonge- lingsvereeniging", peilde zij. „Ik denk er niet aan, Elsa. Je weet, dat ik er in Kerkwijk voor bedankte, omdat ik er zoo'n tegenzin in had. En dan zou ik in Rotterdam weer beginnen 7" „Kerkwijk is Rotterdam niet", meende Elsa, om hem toch maar te overreden. „O neen", weerde hij af. „Ik denk er niet aan, Tenminsteaarzelde hij opeens, „voor- loopig niet. Wat er in de toekomst gebeurt, kan ik nog niet zeggen, 'k Wil eerst eens rustig uit zien. Wat kijk je angstig, Elsa." „Angstig. Angstig. Misschien is dat het goede woord niet. Ja toch", antwoordde Elsa. „Ik ben beangst voor je Dolf. Ik geloof, dat het berg-af met je gaat. En Ik weet niet, wat ik er aan doen moet. Ikik kan alleen maar voor je bidden. En ik weet, dat moeder het ook doet." Zijns ondanks ietwat verbaasd, staarde Dolf haar aan. „Kind, je ziet beren en spoken", zeide hij. „Ik geeft toe, dat heb ik je al meer gezegd, dat ik over verschillende dingen anders denk dan jij en die anderen. Er mag toch zeker wel variatie zijn en „Maar niet in de grondbeginselen, Dolf. Ik neem je niet kwalijk, dat je over ondergeschikte punten anders denkt. Maar er is slechts één God en één Zaligmaker van zondaren. En wij moeten ons onderwerpen in gehoorzaamheid aan Gods Woord.' „A. legt het zóó uit en B. weer anders", wierp hij haar tegen. „Je fout, Elsa, is, dat je in mij een volslagen ongeloovige ziet. En dat alleen omdat ik iets vrijer opvattingen heb. Je mist het recht, om als een ongeloovige te bestem pelen." Hij sprak op heftigen toon. En het deed Elsa goed, dien toon te beluisteren. Zij hoorde dien duizendmaal liever dan dat zij bespeurde een onverschillige houding. In ieder geval had haar opmerking hem getroffen. Zij had nu althans een houvast. „Inderdaad, Dolf, heb ik gedacht, dat je reeds een ongeloovige geworden waart. Maar ik heb nagedacht over het gesprek, dat wij eenige maan den geleden thuis hadden en ook een paar we ken geleden hier" zij zeide niet, dat zij er ook met Mevrouw Le Grand over gesproken had „en toen ben ik tot de conclusie ge komen, dat je nog niet een ongeloovige bent...." „Dat doet mij genoegen", zei hij droog. „Maar wat je, naar mijn meening, bent", ging Elsa op droeven toon verder, „is minstens even erg." „Stel de diagnose eens vast, dokter, lachte hl). Tóch kwam het Elsa voor, dat zijn lach ge maakt was, dat er iets onrustigs in door schemerde. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1932 | | pagina 3