Ontwapening. ESIfcT HOEDJE VOOE T7"E3 0"W S Binnenland. Gemengd Nieuws. Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. Land- en Tuinbouw. na onderzoek na wegen en wikken van ojjze en eens anders tegenargumentenen dan maar 't was St. Juttemus eer dat gebeurde dan zullen we 't Christelijke waardeeren naar de mate der kracht der gegeven argumentie. Honderd jaar voor 1932 is die critiek op de Joodsche en de Christelijke religie geoefend, en altijd in naam van dat door ons haast gevloekte Indifferentisme in naam van zoogenaamd we tenschappelijke neutraliteit, die geen vooropge zet „geloof" bezitten mag, om dan altijd te ein digen met de erkentenis 't Christelijke, 't Jood sche is niets meer waard dan 't paganistische altijd afdingen op 't Hoogere, 't Betere, omdat dat Eeuwige, Oneindige, Onbegrijpelijke, Alom tegenwoordige, Allesmachtige nu eenpiaal geen object of voorwerp van discussie, èn bron van critische ontleding en weer saamvoeging zijn kan. Als de chirurg mijn hart ontleedtben ik dood. Als de dokter zijn familie moet opereeren óf mij, die slechts zijn patiënt ben, dan is hij als anatomist of opensnijde.r geen oogenblik minder zeker van zijn lancetzijn medisch „standpunt" is, precies hetzelfdemaarop de ope ratietafel ligtz ij n kind. Kan hij dat vaderschap vernietigen, en neu traal, indifferent, nivelleerend 't ontleedmes in dat kind zetten Dat kan hij niet. En zoo is 't ook met de Critiek. We wenschen critiek op den Bijbelwe wil len hoogere en lagere critiek op alles, dfi. op elk bijbelboek, op elk bijbelvers, op elk bijbel woord. Hoe scherper 's Heeren getuigenis ont leed hoe fijner 't gezift wordt, des te aangena mer zal 't ons zijn. Met eerbied gesproken Daar kan God nooit anders dan bij winnen en de glorie van dat Woord nooit één glinstering bij verliezen. Maar voorop zal blijven staan de keuze, die we van kindsbeen af gedaan hebben; 't g e- 1 o o f, dat we ontvangen hebben n.l. dat de kern der Joodsche en Christelijke religie 't eeu wig verbond is met Abraham zijn knecht. Als we dus tegenover 't Jodendom als de vader van 't Christendom met religieuse sym pathieën gaan staan; als we met of voor 't uit 't Jodendom gesproten Christendom meerdere aantrekkelijkheid in ons hart bespeuren, dan voor den Semitischen godsdienst der 12 of 13 millioen over de aarde verspreide Israëlieten, dan blijkt daaruit, dat we aan 't nivelleerings- systeem .gram zijn, en dat we niet onpartijdig, niet neutraal, niet indifferent of onverschillig staan tegenover de moderne critici. Wij kiezen naar twee kanten partij. Eenerzijds huldigen en eerbiedigen we de ge schiedenis van Israëls volk; aanvaarden we Tho ra en Pentateuch, profeten en vóór-profetische woorden en daden; aanvaarden we niet alleen de afgoden, maar ook Jahwe en Elohim; de gouden kalveren en Cherubim; opkomst, bloei en ondergang van Abrahams kinderen, d.i. met de Israëlieten staan we op Oud-Testamentischen historischen grondslagtotdat Silo komt, de Messias, de Beloofde der vaderen. Anderzijds verheffen we Jodendom en Chris tendom als den waren Godsdienst boven alles wat ooit in de allereerste of latere eeuwen zich als religie heeft aangediend en verwerpen we met den Israëliet elke Buddhistische, elke Isla- mietische idee, die afwijkt van Oud-Testamen- tische oorkonden en documenten; staan we zeer vijandig tegenover de afbraaktaktiek der nieuwe en nieuwere critici. J. VAN DER WAAL. Middelharnis, 6 Februari 1932. (Wordt vervolgd). DE TRAM. Toen de Tram geopend werd en de exploi tatie in hare eerste glorie leefde, waren we uit- genoodigd om de eerste route mee te maken als redacteur der „Maas- en Scheldebode". Een stoet van autoriteiten ging de loods uit; en de Minister van Waterstaat, Gedeputeerden, Statenleden, Burgemeesters, Wethouders én ver slaggevers reden mee, 't Was een gezellige tocht. Muziekgezelschappen op de verschillende per ronnetjes speelden 't Wilhelmus. Van de reis terug begon 't dinerSpeeches van allerlei hooge oomes en natuurlijk, net als op Nieuwjaar: „Heil en zegens". Naast ons zat mijnheer Willem de Jong, helaas, in 't harnas later als Kamerlid gestorven, te vroeg ontvallen aan de Liberale partij, wier toegewijde propagandist hij was, voor wie hij in één zomer 75 redevoeringen hield in de ver kiezingsdagen. Zijn naam is uitgewischt bij zijn vrienden; maar leeft nog met eerbiedige herinnering aan zijn ongetemden ijver bij zijn tegenstanders. We zaten bij elkaar en hij en ik zaten be duusd te kijken naar onzen glazen spoelkom, waarin champagne werd geschonken. „Van der Waal", zei hij, met zijn leuken blik, „dat is dronkig thuis". Maar we hebben er 't best afgebracht. We dineerden fijn; luisterden scherp naar de rede voeringen, maar roerden de champagne ternau wernood aan. 's Nachts vuurwerk, dat eenige politie-agenten als zonsopgang aanmerkten, maar 't was pas elf uur in den avond, dus zonsopgang was ten eenenmale uitgesloten. Wat jubelde Flakkee met zijn tram. Dat loop'en naar Ouddorp en Ooltgensplaat was nu uit. Huurrijtuigen niet meer noodig. Hondenkarren afgedankt. Menschen, die nog nooit in Rotterdam ge weest waren, achter uit Ouddorp en 't Haven hoofd van Goeree, waren de Koningin te rijk. De Tram was dus de redder uit eeuwenoud isolement; suikerbiet en juun groeiden dubbel zco hard; kunstmest en pulp kregen meer besogne. Rotterdam zag de boertjes en boerinnetjes, wat blij, uitgestroomd en uitgegoten in de Rose- straat, langs zijn winkels flaneeren. Flakkee was gelukkig, en Rotterdam had een nieuw achterland gekregen, van waaruit de Flakkeesche centen rolden naar magazijnen en pakhuizen. Geen Flakkeeënaar wou trouwen, of eerst een daagje naar Rotterdam Geen kind mocht geboren worden of de wieg moest gekocht in Hoog- of Kipstraat. Confectiemagazijnen, levensverzekeringmaat schappijen, groothandel en machinerie: 't bood zich aan de Flakkeesche cliëntele aan. (Wordt vervolgd). DE ZEVEN RAADSLEDEN. Zeven van de elf Raadsleden te Middelharnis stemden er voor om de Tram te schenken een dubbeltje per inwoner, rond 440 gulden. Maar in de Zomerzitting der Staten van Zuid-Holland, toen 't over de toekomstige veren ging uit 't plan van Rijckevorsel, zei de Gede puteerde, de heer Van Boeijen „Van verschillende zijden is er op aange drongen, dat van deze gelegenheid' gebruik zal worden gemaakt om de R. T. M. duidelijk te maken, dat er heel wat verbeterd moet worden aan de exploitatie en aan de arbeids voorwaarden." Aan de R. T. M„ zoo sprak 't hoogere col lege, moet iets duidelijk gemaakt worden. Iets duidelijk, n.l. over exploitatie en perso neelsbelangen. En wat doen nu die zeven Raadsleden Ze negeeren den broodnoodigen wenk van de Gedeputeerden. Ze verwaarloozen den uitstekenden regel, die niet alleen bij de veerverbindingen zal gelden, maar altijd moet gelden: medezeggenschap in exploitatie en personeelsleven, zoodra er licha men zijn, die in wat vorm ook een monopolie steunen. De Tram ziet dat zelf ook in. Waarvoor geeft ze vrijkaarten Wel: vóór wat, hóórt wat". Een vrijkaart is een Rotterdamsche subsidie aan de portemonnee van belanghebbenden van zekere soort. De Tram geeft vrijkaarten, subsidie, op conditie, dat sommigen haar steunen op bij zender zichtbare wijze. Zoo ook andererzijds ontvangt de Tram zichtbaren steun op conditie, dat de gevers op zichtbare wijze zeggenschap krijgen. En nu hebben de „Heeren Zeven" (in den tijd der Vaderen- spraken ze van „de Heeren Zeven tien") onzes inziens hierin gedwaald, dat ze de Rotferdamsche methode van „voor wat hoort wat" niet hebben doorgedacht. Men leest nog maar steeds van ontwapenings conferenties, maar heel weinig van de resul taten. De bewapening gaat gewoon door. Waar dus iedereen naar de beste bewapening blijft zoeken-, willen wij de huisvrouw een raad geven op bewapeningsgebied. Het beste wapen tegen een moeilijken en zwaren waschdag, is zeep of zeeppoeder merk ,,'t Bleekertje". Die doen de wasch vanzelf. Dat is een zeep, zooals er geen betere is en geen goedkoopere. Bovendien be vindt zich aan ieder pakje een of twee bons en slechts veertig van die bons geven U het recht keus te maken uit meer dan honderd artikelen, waaronder duurzaam speelgoed, dege lijke huishoudelijke en- nuttige luxe voorwerpen, met een winkelwaarde van twee a drie gulden. Vraag er Uw winkelier naar. U hebt het zóó. Spechten, Boomvernielers worden de spech ten wel genoemd, doch ten onrechte. Zij m a- k e n de boomen niet hol, zooals m'en beweert, doch maken gaten, z.g. spechtengaten, in boo men, waarin houtwormen en andere insecten zitten, soms groote, zeer schadelijke houtrup sen. Zij kloppen met den snavel flink tegen de stammen, als echte houtkeurders, en laten de gave stammen, waarin „klank" zit (zooals de houtkoopers zeggen) met rust. Daarin is toch niets voor Ken te halen, hout eten doen ze niet ook zelfs de jongste bast niet, maar wel insec ten en het meest houtvernielers. Tot afwisseling eten ze in den herfst gaarne allerlei nootjes en noten, vooral beukenootjes, wal-, hazel- en zelfs de prachtige groote okkernoten (een groot soort van walnoten), die zoo duur betaald worden. De bezitters van deze noteboomen zien natuur lijk liever geen spechten. Maar nu is ook alle kwaad van de spechten gezegd. De groote, dik ke, vette rupsen, welke vele onzer houtsoorten vernielen, zijn meestal diep in den boom te vinden, en het is merkwaardig hoe deze schran dere vogels, door hun hameren precies de juiste plaats weten te ontdekken, waar die rupsen zitten. Dan halen zij ze er ook meest altijd uit, al moeten ze er tamelijk diep naar boren. Slechts hoogst zelden ziet men een specht op den grond. Het zijn echte klimvogels, boomvogels, zooals in de Oostersche landen de papegaaien en par kieten. Vijlen vernieuwen. Men kan gereedschappen en in 't bijzonder vijlen, die door langdurig ge bruik stomp geworden zijn, weer eenigszins ver nieuwen. Het recept daarvoor geven we vooral met het oog op dilettanten. Het is evenwel cok bruikbaar voor werkplaatsen of ateliers, die, wanneer ze minder dikwijls hun gereedschappen moeten vernieuwen, aldus besparingen zullen doen. Men meëne evenwel niet, da.t men, door toepassing van het recept, gereedschappen ver krijgt, die weer zoo goed als nieuw zijn. Men ontvette terdege de gereedschappen, die men be handelen wil, met behulp van warme soda- of potasch-oplossing en een ruwen borstel. Vervol gens make men een mengsel, bestaande uitsal peterzuur 1 deel, zwavelzuur 3 deelen en re genwater 7 deelen. De opgegeven deelen zijn gewichtsdeelen. Men legge de gereedschappen in dit mengsel en late ze er 5 seconden tot 5: minuten in, al naar de fijnheid der snede. Daarna wassche men ze met warm water af, en werpe ze in kalkmelk, om de laaste sporen zuur weg te nemen. Vervolgens late men ze drogen en wrijve ze met olie in. Palmen in de kamer. Om palmen met succes in de kamer te kweeken, moet men' ze beschut ten tegen te veel kachelwarmte, droge lucht, stof, tocht en sterken, directen zonneschijn. Een gelijkmatige warmte van 20—30 graden Cel sius, veelvuldig besproeien, reinigen van stof door afwasschen en een plaats niet te dicht bij een naar het oosten gelegen venster, zijn het best voor de palmen. Gegoten wordt naar be hoefte, opdat de aarde steeds een zooveel mo gelijk gelijkblijvende vochtigheid heeft. Bemesten en verplanten gebeurt niet in den rusttijd, dit heeft plaats in het voorjaar. Het afvallen der bladeren bij Potplanten. Bij het overbrengen van potplanten - in' de kamer vallen de bladeren dikwijls af, wat een gevolg is van de droogheid der lucht in de kamer, en het gebrek aan voortdurende luchtverversching. Vooral is de f i c u s of gomboom in dit opzicht zeer gevoelig. Evenals elke plotselinge wisse ling nadeelig is, is dit ook hier het geval. Toch kunnen de slechte gevolgen voorkomen worden, als men in het eerst de vensters veel. open laat, en dikwijls besproeit. Verbena's. Verbena's kunnen in het najaar zeer goed in potten gezet worden. In een koel vertrek, aan 't raam, kunnen ze gemakkelijk den winter overgehouden worden. Dergelijke overwinterde planten hebben het voordeel, dat mén in het vroege voorjaar er stekken van kan nemen, die vroeger bloemen geven, dan de uit zaad getrokken planten. Het is nog veel te weinig bekend, dat droge turfmolm zeer goed als dekking geschikt is voor velé groenten en bloemen. Als turfmolm goed droog is, neemt het zeer moeilijk vocht op en biedt daardoor lang weerstand aan vorst. Groenten, die op het land in kuilen geborgen zijn, behoeven slechts met een tamelijk dunne laag turfmolm bedekt te worden, om tegen vorst beschut te zijn, als het molm nog door enkele planken tegen sneeuw en vorst beschermd is. Vele planten van den vollen grond, die 's winters eenige beschutting behoeven (struiken, wortel- en knolgewassen) kunnen door niets zoo goed beschut worden als door een goede laag turfmolm. B—r. DE MAANDELIJKSCHE GROEI VAN DE L. O. EN DE T. O. Per 1 December 1931 trad per provincie het hieronder vermelde aantal landbouwers als lid der L. O. toe Provincie. Aant. leden. Loon. Friesland 9 2.808.— 9 18.917. Drenthe 20 6.608.- Overijssel 6 2.963 Gelderland 17 44.393.- Utrecht 4 912. Noord-Holland 11 5.107.- Zuid-Holland 10 7.900.- Zeeland 10 5.495.— Totaal 96 95.697.- Per 1 December 1931 traden als lid d'er T, O. toe 21 werkgevers, uitbetalende aan loon 23.035.-. Sedert 1 November 1930 vermeerderde het aantal leden bij de Landbouw-Onderlinge met 1790, uitbetalende 1.902.730.— loon. Tuinbouw-Onderlinge met 526, uitbetalende 655.523.— loon. Voor den Secretaris, Herkingen, Februari 1932. D. JKEIJZER. TERTIAIRE WEGEN. De B. B. N„ Bond van Bedrijfsautohouders in Nederland, schrijft De overtuiging wint veld, dat het noodig is, het begrip „tertiaire wegen" te herzien. Bij de invoering van de wegenbelasting werd de opvatting gehuldigd, dat de tertiaire wegen van ondergeschikt belang waren; wegen, waar op weinig automobielverkeer voorkwam en waarvoor het dan ook niet noodig werd geacht, gelden uit het wegenfonds beschikbaar te stel len. Bij de toeneming van het mechanisch ver keer over den weg is gebleken, hoever de op vatting over de beteekends der z.g. tertiaire wegen van de werkelijkheid af ligt. Aangenomen mag worden; dat zeker een derde der automo bielen in Nederland uitsluitend of vrijwel uit sluitend op de tertiaire wegen rijden. De gevolgen daarvan treden met ontstellende duidelijkheid aan den dag. De tertiaire wegen, waarvan de constructie zoodanig is, dat zij niet bestand zijn tegen het moderne vervoermiddel, gaan met den dag achteruit en, indien niet wordt ingegrepen, moet worden gevreesd, dat zij terug vallen in een staat van volkomen onbruikbaar heid voor het hedendaagsche verkeer. Mitsdien behoort e'en' groot deel dier wegen daarvoor wel geschikt te worden gemaakt en in een bruikbaren toestand te worden gehouden. Daarvoor ontbreken echter niet alleen bij een groot deel der kleinere wegbeheerders de noo- dige middelen en tegelijk ook voor een behoor lijk onderhoud, maar zeer vaak beschikken zij ook niet over voldoende technische -hulp voor dat doel. In enkele provinciën hebben de Staten reeds aandacht aan dit brandende vraagstuk geschon ken en uit hun eigen geldmiddelen bedragen ten behoeve van de tertiaire wegen afgezonderd, omdat hetgeen de provinciën uit het wegen fonds ontvangen niet mag worden gebruikt, om daaruit ook bijdragen te geven voor de verbete ring en het onderhoud der tertiaire wegen. Hoewel de gestie dier Staten aller erkentelijk heid verient, moet wel als vaststaand worden aangenomen, dat het boven de finantieele draag kracht der provinciën valt, om de in totaal voor de verbetering der tertiaire wegen noodige gel den beschikbaar te stellen. Een bijdrage uit het rijkswegënfonds zal daar toe dus naar onze meening noodig zijn. Daarenboven geeft de wijze, waarop thans de verbetering van het Nederlandsche wegennet wordt gefinancierd, aan velen reden tot groote bezorgdheid, omdat gevreesd moet worden, dat daartoe te -zware financieele offers van de te genwoordige gemeenschap zullen moeten worden gevorderd. Dit wenscht de B. B. N. te bespreken met alle autoriteiten, colleges en lichamen, welke bij aan leg en onderhoud van wegen, alsmede de finan ciering er van, belang hebben, of er belang in stellen. Daartoe zijn uitnoodigingen gezonden voor een gezamenlijke behandeling van dit vraagstuk aan de Leden van de Eerste en Tweede Kamer, aan alle pesturen van gemeenten, polders en water schappen, aan de Kamers van Koophandel, aan Land- en Tuinbouworganisaties, Verkeersbon- den, enz. -voor een bijeenkomst op Donderdag 11 Februari a.s. te 13% uur in het Jaarbeurs gebouw te Utrecht. Aan de Ministers van Arbeid, Handel en Nijverheid, van Binnënlandsche Zaken en Land bouw, van Financiën en van Waterstaat, als mede aan de Colleges van Gedeputeerde Staten in de verschillende provinciën is het verzoek gericht, de vergadering te willen bijwonen. DIEFSTAL IN HET HAAGSCHE STAATSSPOORSTATION. Ruim 2000 uit de brandkast gestolen, ln het Staatsspoorstation in Den Haag is in den nacht van Zondag op Maandag door een insluiper, die met de situatie op de hoogte moet zijn geweest, de inhoud van de brandkast in het plaatskaartenbureau gestolen. Het ontvreem de bedrag is 2135.22. levens wordt een geld kistje vermist, waarin een deel van het genoemde bedrag was geborgen. De stationchef heeft Maandagochtend dadelijk aangifte van dezen diefstal gedaan, doch in het belang van het onderzoek werd de publicatie tot heden achter wege gelaten. Het vermoeden bestaat, dat een spoorwegarbeider, die thans voortvluchtig is, den diefstal heeft gepleegd. ZAKKENROLLERIJEN. Er gaat te Rotterdam haast geen marktdag voorbij, of de zakkenrollers weten hun slag te siana en in 9 van de 10 gevallen zijn de slacht offers vrouwen. Zoo is op de markt aan den Goudschen Singel aldaar Dinsdag ten nadeele van mejuffrouw E. L. van de Leuvehaven een tasc-h met f 18 gerold; ten nadeele van mejjuf- frouw H. L. uit de Goede Hoopstraat is er een oeurs met 6 gerold. Enkele weken terug zei een dame tegen me: Vindt u ook niet, dat wij in ons land vooral in deze tijden bij onze inkoopen er steeds meer op moeten gaan letten, dat we Nederlandsch fabrikaat vragen Eigenlijk is dit een vanzelfsprekendheid, maar tochwie van ons letten er op, en wie wilde nu speciaal Nederlandsche waren hebben? Schande genoeg voor ons. Maar misschien zal de nood ons een les gaan leeren, die we toch eigenlijk al lang hadden moeten kennen. Dat er nood is in ons economische leven, dat weten we allemaal wel, al sluiten we ons nog zoo op in onze eigen huiskamer. De kranten komen er toch binnen en die vertellen er wel van .Van de duizenden werkloozen, doordat vele fabrieken stil liggen, doordat de handel niet bloeit. En och, hoevelen onzer vrouwen ervaren dezen nood niet in hun eigen gezin. Gewillige handen genoeg, maar geen werk. En hoe kunnen wij gewone vrouwen in ons leventje van alle dag, daar nu iets aan doen Wel één alleen niets ,maar we moeten het ■allemaal doen. Dat helpt. Allemaal zooveel mo gelijk koopen onze eigen Hollandsche producten. 'Kijk, het is tegenwoordig zoo, dat alle andere landen, ook al gedwongen door den nood in eigen land, besloten hun eigen- land te helpen •door al wat er van buiten inkwam, aan hooge invoerbelasting te onderwerpen. Vanzelfsprekend krijgen dan de. waren uit andere landen weinig of geen kans om gekocht te worden, want boven de productiekosten moet de kooper natuurlijk ook de belasting betalen. Dant komt zoon artikel duurder dan hetgeen in eigen land geproduceerd wordt ende menschen koopen de waren- uit eigen land. Zoo doen andere landen, maar ons land niet. Het gevolg hiervan is weer, dat ons land overladen wordt met waren uit het buitenland en met onze eigen waren, die we naar 't -buiten land niet kwijt kunnen door hooge invoerbelas ting. Nu kunnen we wel zeggen: laat ons land dan doen net als de andere landen en de buiten- landsche producten buiten de grenzen houden. Ja. dat is nu een kwestie, waarover heel wat knappe bollen met elkaar redetwisten en er is nog geen oplossing gevonden, dan zullen wij in ons hoekje voor gewone huisvrouwen daar over maar niet verder praten. We zitten nu eenmaal in dezen toestand, dat wij allemaal gezamenlijk er iets toe kunnen bij dragen door Hollandsche producten te koopen, dat onze eigen fabrieken en 'bedrijven daardoor kunnen werken. Vooral ook voor de zaken, die we eiken dag weer noodig hebben is het van belang, dat we er op letten, want dat komt dagelijks terug. En dat zijn van die dingen, die wij vrouwen altijd zelf doen-, daarin kunnen wij ons eigen volk mee helpen. We gebruiken meestal b.v. een -buitenlandsch merk havermout. Er is een Hollandsoh product, dat evengoed, zoo niet beter is en goedkooper. We gebruiken vaak een buitenlandsch merk als we -heel gauw een bord soep wilden hebben voor een onverwachte gast. Heelemaal niet noo dig. Voor dat alles hebben we onze eigen- fa brieken in ons land. Als de schoenen niet uit Frankrijk waren, waren ze niet chique genoeg. Evenmin een japon, die daar niet vandaan kwam. Mantelstoffen moesten beslist uit Enge land komen, wilden ze deugen. En ook in dat opzicht kunnen we toch zoo kostelijk in ons eigen land klaar komen. We hebben schoenfabrieken in Brabant, die de de- gelijkste en beste schoenen- leveren, en ook ko men er de fijne luxe schoentjes vandaan, waar mede we behoorlijk voor den dag kunnen komen. Zoo kunnen we maar doorgaan. Ik denk, het zal anderen net gegaan zijn als mij. We hadden er nooit om gedacht, maar nu er duizenden en tienduizenden werkloos zijn, nu gaan we toch -allemaal eerst voor de onzen zorgen, dat die aan 't werk kunnen blijven, of weer aan 't werk kunnen -gaan. Het zou toch groote dwaasheid zijn, om eerst het buitenland in hun handel en industrie te helpen door afnemers te zijn van hun pro ducten, terwijl onze eigen waren -het toch niet noodig maken, dat we bij de 'buren te koop moeten gaan. Zoo zién we ,dat we in ons leven van eiken dag daaraan ook kunnen meehelpen. M'n beste nichtjes en neefjes Dezen keer vertel ik alleen maar, dat de prijs gewonnen is door LEENDERT J. KARELS te Nieuwe Tonge. Dat is nu eens niet veel nieuws, -hé Maar dat komt, dat ik jullie allemaal met zulke lange brieven beantwoord 'heb. Allemaal gegroet van -jullie TANTE TRUUS. Cornelia S. J. te Stellendam. Het is best, -hoor, als je met ons mee wilt doen. In onze raadselfamilie kunnen er altijd wel bij. \Vij houden van een groote familie. Betje van den T. te Sommelsdijk. Wat aardig dat jullie nu samen meedoen, 't Schiet al op, als je in de vijfde klas zit. Ga je graag naar school Makkelijk, dat je de raadsels nu al zoo gauw kan vinden. Leender-t J. K. te Nieuwe Tonge, Gelukkig, dat het met Opa weer zoo goed gaat. Wat zal jij gauw mee een reisje maken. Een groote reis zal dan niet gaan, want de schooldie7 is er ook nog. Wat duurt zoo'n reis naar Nijmegen lang. Maar 't is nog al gemakkelijk, je kunt eens loopen wanneer je wilt en- er is altijd veel te zien. Allemaal de groeten terug. Dank voor je nieuwe raadsel, dat ik wel een beetje erg moeilijk vind. Sara van der S. te Sommelsdijk. Wel neen, daar heb ik niets op tegen als je met ons mee doet. Dat vind ik juist erg gezellig. Ik heb er wel meer van onze raadselfamilie vlak bij je in de buurt. Dat is wel leuk. Dank voor de nieuwe raadsels, die je nu al dadelijk opzond. Neeltje N. te Zuidland. Gefeliciteerd hoor, nu je er zoo'n lief klein -broertje bij hebt. Wat zal je blij zijn. Jullie hebben nu al een aardig clubje bij elkaar. Maar dat is wel gezellig. Sibilla N. te Zuidland. Ook gefeliciteerd met den kleinen Leo. Ja, Tante ben ik wel. Ik ben er wel eens geweest. Is kleine -broer nog al zoek Als jij voorzichtig bent, kun je er al wel op passen. Cornelia R. te Nieuwe Tonge, Weinig te vertellen dezen keer. Geen nieuws in Nieuwe Tonge Of soms geen- tijd gehad Maria H. N ,te Middelharnis, Gezellig zoo'n rustig avondje met Moe. Is je broer al weer beter Ben je nog naar je vriendinnetje ge weest Dat is wel prettig zoo'n avondje en een nacht uit. Heb je mooi weer gehad 'k Zag vanmiddag je kleine zus buiten, die heeft dus gelukkig de griep nog niet overgenomen van broer. Cor C. van de H. te Ooltgensplaat, 't Is niet erg prettig voor dien man geweest als er zoo veel kinderen op 't dorp achter hem aanliepen. Als hij in China terugkomt zal hij dan wel niet veel goeds van de Hollandsche kinderen vertel len. En 't ergste is dan, dat hij nog gelijk heeft ook. Als ik eens in China liep te wandelen zou ik -het ook alles behalve leuk vinden als er zoo'n troep Chineesjes achter mij aanliep. Was jij Maandagmiddag ook in Middelharnis Ik zag je vader wel, waar was jij 'k Heb nog naar je gekeken. Jaap van den H. te Ooltgensplaat. Het schrij ven was toch nog best hoor al was die pen niet zoo goed. Tante N. in Indië de hartelijke groeten van Jaap van den Heuvel uit Ooltgens plaat. Het zal wel een poosje duren hoor neef eer Tante dit leest, want eer de -krant een reis naar Indië gemaakt heeft, dat duurt nogal wat. Of 't zou met de luchtpost moeten. Ik denk dat jij wel eens met de krant mee zou willen reizen. Mimi van den H. te Ooltgensplaat. Wel van jou ook weer een brief. Dat is flink hoor. Als -het wat moeilijk is, kunnen Cor en Jaap wel eens helpen. Dat zijn al zulke flinke broers. Dan kun je best met ons mee 'blijven- doen. Lena van E. te Stellendam, Zijn jullie allemaal weer beter 'k Hoop het maar hoor, want al is het gelukkig dezen keer niet erg met de griep, toch is 't niet gezellig als er een paar op bed moeten blijven. Als je met de cijferraadsels nog niet zoo goed terecht kunt, dan mag de één of ander je wel eens op weg helpen er mee. Dan kan je het de volgende keer zelf wel. Nelly W. te Stad aan 'it Haringvliet. Met de orgelles ën de repetitie is het dan uitstekend ge gaan. Dat die kleine zus toch zoo lief is. Hoe veel maanden is ze nu Zal jij haar niet te veel verwennen, want als jij naar school bent dan zou ze ook verwend willen worden, en dat kan dan niet hoor. Bram W, te Stad aan 't Haringvliet. Gefe liciteerd met je verjaardag. Dank voor je nieuwe raadsels. Maar bet is voor de jongere nichtjes en neefjes nogal moeilijk, doordat er viermaal een jongensnaam opgezocht moet worden. Dat geeft nogal verwarring. Hoe is 't met de zieken Marie K. te Sommelsdijk. Had je veel tijd voor je raadsels noodig, zoodat er geen tijd voor een brief overschoot Nelly K. te Sommelsdijk. Heb je ojRz'n beurt de heele diergaarde op dit postpapier? Nu was 't een leuk 'beertje. Arie W. te Stad aan 't Haringvliet, Wel daar zal Moe het druk mee hebben eer zoo'n span in 't bad geweest is. Gelukkig dat Hansje weer gauw beter was. Zijn er bij jullie op school ook veel zieke kinderen Cor en Jaap van den Ha te Ooltgensplaat, de hartelijke groeten van Arie. Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Ja Jan, ik lees wel die krant, en ik heb dadelijk de oude kranten nagezien, maar nommer één van Piep- neus kon ik niet meer voor je vinden. Dat spijt me echt hoor. Doe Moe de groeten terug. Wat kun jij een massa geld maken, als ik daar eens mee betalen- kon, wat zou dat gemakkelijk zijn. Jaantje M. te Fijnaart. Zoo ben jij veertien dagen geleden nog in Herkingen -geweest. Dan was je dicht in de buurt. Een heele poos ge leden reisde ik ook eens naar Brabant, toen reisde ik met twee meisjes uit Herkingen, die moesten naar Fijnaart. Dat was dan misschien wel naar jullie. Had ik dat geweten hé. Is de schoorsteenlooper al af Waar blijven de meis jes met 'htin brieven Moe de groeten terug. Hen W. te Ooltgensplaat. Wat had jij een droevig nieuws te vertellen. Ik ben blij, dat het met Moe nu een klein -beetje beter gaat. I-k kan me best begrijpen, dat je toen niet veel lust in schrijven bad. 'k Hoop, dat ik volgende maal van je hoor, dat Moe weer heelemaal -beter is. Jamnie van D. te Beverwijk, Als je al zoo'n poos Fransch gehad had, valt het op de Mulo niet zwaar meer. Hoe brei je dat kraagje Een wandkleed achter de divan te maken, dat is zoo'n kleinigheid niet. Geen wonder, dat je daar een- poosje over werk hebt. Welke kleinen heb je gekozen Moe zal er wel blij mee zijn. Bram P, te Numansdorp. Ja natuurlijk, dat was een vergissing van me, van die tweede klas. Maar dat kan wel eens gebeuren als je zoo'n span neven en nichten hebt net als ik. Dat begrijp je wel, hé? Wat een leuke les was dat van die kikkers. Stonden er aardige plaatjes bij -Dank voor je nieuwe raadsel. Gerrit P. te Numansdorp. Fijn voor jullie, dat al die teekeningen zoo bekeken werden. Voor teekenen heb je goede cijfers. Als jullie van schoon gaan, kun je een aardig stapeltje mee nemen. Voor later is 't altijd aardig als je ze goed bewaard hebt. Riek P. te Numansdorp, Wat een handwerken heb jij al gemaakt. Aardig, dat jullie zulke leuke dingen mogen maken. -Een zakdoekencachet is ook altijd prettig om te hebben, 'k Ben al nieuws gierig naar je teekeningen. Worden jullie hand werken op den ouderavond ook -bezichtigd. Dan zal Moe wel nieuwsgierig geweest zijn. De oplossingen zijn: I. Bijzonderheid. II. Eerlijk duurt het langst, lijst, leer, Tiurk, Turk, hut, gang, de III. De tafels van vermenigvuldiging, n.l. de tafel van 2, 3, 4 enz. Nieuwe raadsels: I. Ingezonden door Bram W, te Stad aan 't Haringvliet Het geheel bestaat uit 37 letters en is een bekend spreekwoord. I. 26, 30 is een drank. 16, 32, 31, 3, 15 is een wapen. Zoo zuur als 28, 4, 5, 22. Hoe meer 13, 29, 28, 10, 37 hoe minder spoed. 20, 8, 6 is een andere naam voor kip. 31, 14, 25, 2, 12, 36, 17 is een- andere naam voor gelaat. 33, 9, 11 is 't tegenovergestelde van broer. 23, 34, 18, 35, 20 is een andere naam voor maaltijd. 19, 21, 27, 24 is een geldstuk. 7 is de veertiende letter van 't a, b, c. II. Ingezonden door Bram P. te Numansdorp: Welke ring is niet rond III. Ingezonden door Sara van der S. te Sommelsdijk Welke ezel heeft geen gebrek en heeft toch maar drie pooten De oplossingen kunnen, met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag 12 Februari worden gezonden aan TANTE TRUUS, Bureau „Maas- en Scheldebode", SOMMELSDIJK.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1932 | | pagina 2