Ontwapening.
ESIfcT HOEDJE VOOE T7"E3 0"W S
Binnenland.
Gemengd Nieuws.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
Land- en Tuinbouw.
na onderzoek na wegen en wikken van ojjze
en eens anders tegenargumentenen dan
maar 't was St. Juttemus eer dat gebeurde
dan zullen we 't Christelijke waardeeren naar
de mate der kracht der gegeven argumentie.
Honderd jaar voor 1932 is die critiek op de
Joodsche en de Christelijke religie geoefend, en
altijd in naam van dat door ons haast gevloekte
Indifferentisme in naam van zoogenaamd we
tenschappelijke neutraliteit, die geen vooropge
zet „geloof" bezitten mag, om dan altijd te ein
digen met de erkentenis 't Christelijke, 't Jood
sche is niets meer waard dan 't paganistische
altijd afdingen op 't Hoogere, 't Betere, omdat
dat Eeuwige, Oneindige, Onbegrijpelijke, Alom
tegenwoordige, Allesmachtige nu eenpiaal geen
object of voorwerp van discussie, èn bron van
critische ontleding en weer saamvoeging zijn
kan.
Als de chirurg mijn hart ontleedtben ik
dood.
Als de dokter zijn familie moet opereeren óf
mij, die slechts zijn patiënt ben, dan is hij als
anatomist of opensnijde.r geen oogenblik minder
zeker van zijn lancetzijn medisch „standpunt"
is, precies hetzelfdemaarop de ope
ratietafel ligtz ij n kind.
Kan hij dat vaderschap vernietigen, en neu
traal, indifferent, nivelleerend 't ontleedmes in
dat kind zetten Dat kan hij niet.
En zoo is 't ook met de Critiek.
We wenschen critiek op den Bijbelwe wil
len hoogere en lagere critiek op alles, dfi. op
elk bijbelboek, op elk bijbelvers, op elk bijbel
woord. Hoe scherper 's Heeren getuigenis ont
leed hoe fijner 't gezift wordt, des te aangena
mer zal 't ons zijn. Met eerbied gesproken
Daar kan God nooit anders dan bij winnen en
de glorie van dat Woord nooit één glinstering
bij verliezen.
Maar voorop zal blijven staan de keuze,
die we van kindsbeen af gedaan hebben; 't g e-
1 o o f, dat we ontvangen hebben n.l. dat de
kern der Joodsche en Christelijke religie 't eeu
wig verbond is met Abraham zijn knecht.
Als we dus tegenover 't Jodendom als de
vader van 't Christendom met religieuse sym
pathieën gaan staan; als we met of voor 't uit
't Jodendom gesproten Christendom meerdere
aantrekkelijkheid in ons hart bespeuren, dan
voor den Semitischen godsdienst der 12 of 13
millioen over de aarde verspreide Israëlieten,
dan blijkt daaruit, dat we aan 't nivelleerings-
systeem .gram zijn, en dat we niet onpartijdig,
niet neutraal, niet indifferent of onverschillig
staan tegenover de moderne critici.
Wij kiezen naar twee kanten partij.
Eenerzijds huldigen en eerbiedigen we de ge
schiedenis van Israëls volk; aanvaarden we Tho
ra en Pentateuch, profeten en vóór-profetische
woorden en daden; aanvaarden we niet alleen
de afgoden, maar ook Jahwe en Elohim; de
gouden kalveren en Cherubim; opkomst, bloei
en ondergang van Abrahams kinderen, d.i. met
de Israëlieten staan we op Oud-Testamentischen
historischen grondslagtotdat Silo komt, de
Messias, de Beloofde der vaderen.
Anderzijds verheffen we Jodendom en Chris
tendom als den waren Godsdienst boven alles
wat ooit in de allereerste of latere eeuwen zich
als religie heeft aangediend en verwerpen we
met den Israëliet elke Buddhistische, elke Isla-
mietische idee, die afwijkt van Oud-Testamen-
tische oorkonden en documenten; staan we zeer
vijandig tegenover de afbraaktaktiek der nieuwe
en nieuwere critici.
J. VAN DER WAAL.
Middelharnis, 6 Februari 1932.
(Wordt vervolgd).
DE TRAM.
Toen de Tram geopend werd en de exploi
tatie in hare eerste glorie leefde, waren we uit-
genoodigd om de eerste route mee te maken als
redacteur der „Maas- en Scheldebode".
Een stoet van autoriteiten ging de loods uit;
en de Minister van Waterstaat, Gedeputeerden,
Statenleden, Burgemeesters, Wethouders én ver
slaggevers reden mee,
't Was een gezellige tocht.
Muziekgezelschappen op de verschillende per
ronnetjes speelden 't Wilhelmus.
Van de reis terug begon 't dinerSpeeches
van allerlei hooge oomes en natuurlijk, net als
op Nieuwjaar: „Heil en zegens".
Naast ons zat mijnheer Willem de Jong,
helaas, in 't harnas later als Kamerlid gestorven,
te vroeg ontvallen aan de Liberale partij, wier
toegewijde propagandist hij was, voor wie hij
in één zomer 75 redevoeringen hield in de ver
kiezingsdagen.
Zijn naam is uitgewischt bij zijn vrienden;
maar leeft nog met eerbiedige herinnering aan
zijn ongetemden ijver bij zijn tegenstanders.
We zaten bij elkaar en hij en ik zaten be
duusd te kijken naar onzen glazen spoelkom,
waarin champagne werd geschonken.
„Van der Waal", zei hij, met zijn leuken blik,
„dat is dronkig thuis".
Maar we hebben er 't best afgebracht. We
dineerden fijn; luisterden scherp naar de rede
voeringen, maar roerden de champagne ternau
wernood aan.
's Nachts vuurwerk, dat eenige politie-agenten
als zonsopgang aanmerkten, maar 't was pas
elf uur in den avond, dus zonsopgang was ten
eenenmale uitgesloten.
Wat jubelde Flakkee met zijn tram.
Dat loop'en naar Ouddorp en Ooltgensplaat
was nu uit.
Huurrijtuigen niet meer noodig.
Hondenkarren afgedankt.
Menschen, die nog nooit in Rotterdam ge
weest waren, achter uit Ouddorp en 't Haven
hoofd van Goeree, waren de Koningin te rijk.
De Tram was dus de redder uit eeuwenoud
isolement; suikerbiet en juun groeiden dubbel
zco hard; kunstmest en pulp kregen meer
besogne.
Rotterdam zag de boertjes en boerinnetjes,
wat blij, uitgestroomd en uitgegoten in de Rose-
straat, langs zijn winkels flaneeren.
Flakkee was gelukkig, en Rotterdam had een
nieuw achterland gekregen, van waaruit de
Flakkeesche centen rolden naar magazijnen en
pakhuizen.
Geen Flakkeeënaar wou trouwen, of eerst
een daagje naar Rotterdam
Geen kind mocht geboren worden of de wieg
moest gekocht in Hoog- of Kipstraat.
Confectiemagazijnen, levensverzekeringmaat
schappijen, groothandel en machinerie: 't bood
zich aan de Flakkeesche cliëntele aan.
(Wordt vervolgd).
DE ZEVEN RAADSLEDEN.
Zeven van de elf Raadsleden te Middelharnis
stemden er voor om de Tram te schenken een
dubbeltje per inwoner, rond 440 gulden.
Maar in de Zomerzitting der Staten van
Zuid-Holland, toen 't over de toekomstige veren
ging uit 't plan van Rijckevorsel, zei de Gede
puteerde, de heer Van Boeijen
„Van verschillende zijden is er op aange
drongen, dat van deze gelegenheid' gebruik
zal worden gemaakt om de R. T. M. duidelijk
te maken, dat er heel wat verbeterd moet
worden aan de exploitatie en aan de arbeids
voorwaarden."
Aan de R. T. M„ zoo sprak 't hoogere col
lege, moet iets duidelijk gemaakt worden.
Iets duidelijk, n.l. over exploitatie en perso
neelsbelangen.
En wat doen nu die zeven Raadsleden
Ze negeeren den broodnoodigen wenk van
de Gedeputeerden.
Ze verwaarloozen den uitstekenden regel, die
niet alleen bij de veerverbindingen zal gelden,
maar altijd moet gelden: medezeggenschap in
exploitatie en personeelsleven, zoodra er licha
men zijn, die in wat vorm ook een monopolie
steunen.
De Tram ziet dat zelf ook in.
Waarvoor geeft ze vrijkaarten Wel: vóór
wat, hóórt wat".
Een vrijkaart is een Rotterdamsche subsidie
aan de portemonnee van belanghebbenden van
zekere soort.
De Tram geeft vrijkaarten, subsidie, op
conditie, dat sommigen haar steunen op bij
zender zichtbare wijze.
Zoo ook andererzijds ontvangt de Tram
zichtbaren steun op conditie, dat de gevers op
zichtbare wijze zeggenschap krijgen.
En nu hebben de „Heeren Zeven" (in den tijd
der Vaderen- spraken ze van „de Heeren Zeven
tien") onzes inziens hierin gedwaald, dat ze de
Rotferdamsche methode van „voor wat hoort
wat" niet hebben doorgedacht.
Men leest nog maar steeds van ontwapenings
conferenties, maar heel weinig van de resul
taten. De bewapening gaat gewoon door. Waar
dus iedereen naar de beste bewapening blijft
zoeken-, willen wij de huisvrouw een raad geven
op bewapeningsgebied. Het beste wapen tegen
een moeilijken en zwaren waschdag, is zeep of
zeeppoeder merk ,,'t Bleekertje". Die doen de
wasch vanzelf. Dat is een zeep, zooals er geen
betere is en geen goedkoopere. Bovendien be
vindt zich aan ieder pakje een of twee bons
en slechts veertig van die bons geven U het
recht keus te maken uit meer dan honderd
artikelen, waaronder duurzaam speelgoed, dege
lijke huishoudelijke en- nuttige luxe voorwerpen,
met een winkelwaarde van twee a drie gulden.
Vraag er Uw winkelier naar. U hebt het zóó.
Spechten, Boomvernielers worden de spech
ten wel genoemd, doch ten onrechte. Zij m a-
k e n de boomen niet hol, zooals m'en beweert,
doch maken gaten, z.g. spechtengaten, in boo
men, waarin houtwormen en andere insecten
zitten, soms groote, zeer schadelijke houtrup
sen. Zij kloppen met den snavel flink tegen de
stammen, als echte houtkeurders, en laten de
gave stammen, waarin „klank" zit (zooals de
houtkoopers zeggen) met rust. Daarin is toch
niets voor Ken te halen, hout eten doen ze niet
ook zelfs de jongste bast niet, maar wel insec
ten en het meest houtvernielers. Tot afwisseling
eten ze in den herfst gaarne allerlei nootjes en
noten, vooral beukenootjes, wal-, hazel- en zelfs
de prachtige groote okkernoten (een groot soort
van walnoten), die zoo duur betaald worden.
De bezitters van deze noteboomen zien natuur
lijk liever geen spechten. Maar nu is ook alle
kwaad van de spechten gezegd. De groote, dik
ke, vette rupsen, welke vele onzer houtsoorten
vernielen, zijn meestal diep in den boom te
vinden, en het is merkwaardig hoe deze schran
dere vogels, door hun hameren precies de juiste
plaats weten te ontdekken, waar die rupsen
zitten. Dan halen zij ze er ook meest altijd uit,
al moeten ze er tamelijk diep naar boren. Slechts
hoogst zelden ziet men een specht op den grond.
Het zijn echte klimvogels, boomvogels, zooals
in de Oostersche landen de papegaaien en par
kieten.
Vijlen vernieuwen. Men kan gereedschappen
en in 't bijzonder vijlen, die door langdurig ge
bruik stomp geworden zijn, weer eenigszins ver
nieuwen. Het recept daarvoor geven we vooral
met het oog op dilettanten. Het is evenwel cok
bruikbaar voor werkplaatsen of ateliers, die,
wanneer ze minder dikwijls hun gereedschappen
moeten vernieuwen, aldus besparingen zullen
doen. Men meëne evenwel niet, da.t men, door
toepassing van het recept, gereedschappen ver
krijgt, die weer zoo goed als nieuw zijn. Men
ontvette terdege de gereedschappen, die men be
handelen wil, met behulp van warme soda- of
potasch-oplossing en een ruwen borstel. Vervol
gens make men een mengsel, bestaande uitsal
peterzuur 1 deel, zwavelzuur 3 deelen en re
genwater 7 deelen. De opgegeven deelen zijn
gewichtsdeelen. Men legge de gereedschappen
in dit mengsel en late ze er 5 seconden tot 5:
minuten in, al naar de fijnheid der snede. Daarna
wassche men ze met warm water af, en werpe
ze in kalkmelk, om de laaste sporen zuur weg
te nemen. Vervolgens late men ze drogen en
wrijve ze met olie in.
Palmen in de kamer. Om palmen met succes
in de kamer te kweeken, moet men' ze beschut
ten tegen te veel kachelwarmte, droge lucht,
stof, tocht en sterken, directen zonneschijn. Een
gelijkmatige warmte van 20—30 graden Cel
sius, veelvuldig besproeien, reinigen van stof
door afwasschen en een plaats niet te dicht bij
een naar het oosten gelegen venster, zijn het
best voor de palmen. Gegoten wordt naar be
hoefte, opdat de aarde steeds een zooveel mo
gelijk gelijkblijvende vochtigheid heeft. Bemesten
en verplanten gebeurt niet in den rusttijd, dit
heeft plaats in het voorjaar.
Het afvallen der bladeren bij Potplanten. Bij
het overbrengen van potplanten - in' de kamer
vallen de bladeren dikwijls af, wat een gevolg
is van de droogheid der lucht in de kamer, en
het gebrek aan voortdurende luchtverversching.
Vooral is de f i c u s of gomboom in dit opzicht
zeer gevoelig. Evenals elke plotselinge wisse
ling nadeelig is, is dit ook hier het geval. Toch
kunnen de slechte gevolgen voorkomen worden,
als men in het eerst de vensters veel. open laat,
en dikwijls besproeit.
Verbena's. Verbena's kunnen in het najaar
zeer goed in potten gezet worden. In een koel
vertrek, aan 't raam, kunnen ze gemakkelijk
den winter overgehouden worden. Dergelijke
overwinterde planten hebben het voordeel, dat
mén in het vroege voorjaar er stekken van kan
nemen, die vroeger bloemen geven, dan de uit
zaad getrokken planten. Het is nog veel te
weinig bekend, dat droge turfmolm zeer
goed als dekking geschikt is voor velé groenten
en bloemen. Als turfmolm goed droog is, neemt
het zeer moeilijk vocht op en biedt daardoor
lang weerstand aan vorst. Groenten, die op het
land in kuilen geborgen zijn, behoeven slechts
met een tamelijk dunne laag turfmolm bedekt
te worden, om tegen vorst beschut te zijn, als
het molm nog door enkele planken tegen sneeuw
en vorst beschermd is. Vele planten van den
vollen grond, die 's winters eenige beschutting
behoeven (struiken, wortel- en knolgewassen)
kunnen door niets zoo goed beschut worden
als door een goede laag turfmolm. B—r.
DE MAANDELIJKSCHE GROEI VAN DE
L. O. EN DE T. O.
Per 1 December 1931 trad per provincie het
hieronder vermelde aantal landbouwers als lid
der L. O. toe
Provincie.
Aant. leden.
Loon.
Friesland
9
2.808.—
9
18.917.
Drenthe
20
6.608.-
Overijssel
6
2.963
Gelderland
17
44.393.-
Utrecht
4
912.
Noord-Holland
11
5.107.-
Zuid-Holland
10
7.900.-
Zeeland
10
5.495.—
Totaal
96
95.697.-
Per 1 December 1931 traden als lid d'er T, O.
toe 21 werkgevers, uitbetalende aan loon
23.035.-.
Sedert 1 November 1930 vermeerderde het
aantal leden bij de
Landbouw-Onderlinge met 1790, uitbetalende
1.902.730.— loon.
Tuinbouw-Onderlinge met 526, uitbetalende
655.523.— loon.
Voor den Secretaris,
Herkingen, Februari 1932.
D. JKEIJZER.
TERTIAIRE WEGEN.
De B. B. N„ Bond van Bedrijfsautohouders
in Nederland, schrijft
De overtuiging wint veld, dat het noodig is,
het begrip „tertiaire wegen" te herzien.
Bij de invoering van de wegenbelasting werd
de opvatting gehuldigd, dat de tertiaire wegen
van ondergeschikt belang waren; wegen, waar
op weinig automobielverkeer voorkwam en
waarvoor het dan ook niet noodig werd geacht,
gelden uit het wegenfonds beschikbaar te stel
len. Bij de toeneming van het mechanisch ver
keer over den weg is gebleken, hoever de op
vatting over de beteekends der z.g. tertiaire
wegen van de werkelijkheid af ligt. Aangenomen
mag worden; dat zeker een derde der automo
bielen in Nederland uitsluitend of vrijwel uit
sluitend op de tertiaire wegen rijden.
De gevolgen daarvan treden met ontstellende
duidelijkheid aan den dag. De tertiaire wegen,
waarvan de constructie zoodanig is, dat zij niet
bestand zijn tegen het moderne vervoermiddel,
gaan met den dag achteruit en, indien niet wordt
ingegrepen, moet worden gevreesd, dat zij terug
vallen in een staat van volkomen onbruikbaar
heid voor het hedendaagsche verkeer.
Mitsdien behoort e'en' groot deel dier wegen
daarvoor wel geschikt te worden gemaakt en in
een bruikbaren toestand te worden gehouden.
Daarvoor ontbreken echter niet alleen bij een
groot deel der kleinere wegbeheerders de noo-
dige middelen en tegelijk ook voor een behoor
lijk onderhoud, maar zeer vaak beschikken zij
ook niet over voldoende technische -hulp voor
dat doel.
In enkele provinciën hebben de Staten reeds
aandacht aan dit brandende vraagstuk geschon
ken en uit hun eigen geldmiddelen bedragen ten
behoeve van de tertiaire wegen afgezonderd,
omdat hetgeen de provinciën uit het wegen
fonds ontvangen niet mag worden gebruikt, om
daaruit ook bijdragen te geven voor de verbete
ring en het onderhoud der tertiaire wegen.
Hoewel de gestie dier Staten aller erkentelijk
heid verient, moet wel als vaststaand worden
aangenomen, dat het boven de finantieele draag
kracht der provinciën valt, om de in totaal voor
de verbetering der tertiaire wegen noodige gel
den beschikbaar te stellen.
Een bijdrage uit het rijkswegënfonds zal daar
toe dus naar onze meening noodig zijn.
Daarenboven geeft de wijze, waarop thans
de verbetering van het Nederlandsche wegennet
wordt gefinancierd, aan velen reden tot groote
bezorgdheid, omdat gevreesd moet worden, dat
daartoe te -zware financieele offers van de te
genwoordige gemeenschap zullen moeten worden
gevorderd.
Dit wenscht de B. B. N. te bespreken met alle
autoriteiten, colleges en lichamen, welke bij aan
leg en onderhoud van wegen, alsmede de finan
ciering er van, belang hebben, of er belang in
stellen.
Daartoe zijn uitnoodigingen gezonden voor een
gezamenlijke behandeling van dit vraagstuk aan
de Leden van de Eerste en Tweede Kamer, aan
alle pesturen van gemeenten, polders en water
schappen, aan de Kamers van Koophandel, aan
Land- en Tuinbouworganisaties, Verkeersbon-
den, enz. -voor een bijeenkomst op Donderdag
11 Februari a.s. te 13% uur in het Jaarbeurs
gebouw te Utrecht.
Aan de Ministers van Arbeid, Handel en
Nijverheid, van Binnënlandsche Zaken en Land
bouw, van Financiën en van Waterstaat, als
mede aan de Colleges van Gedeputeerde Staten
in de verschillende provinciën is het verzoek
gericht, de vergadering te willen bijwonen.
DIEFSTAL IN HET HAAGSCHE
STAATSSPOORSTATION.
Ruim 2000 uit de brandkast gestolen,
ln het Staatsspoorstation in Den Haag is in
den nacht van Zondag op Maandag door een
insluiper, die met de situatie op de hoogte moet
zijn geweest, de inhoud van de brandkast in
het plaatskaartenbureau gestolen. Het ontvreem
de bedrag is 2135.22. levens wordt een geld
kistje vermist, waarin een deel van het genoemde
bedrag was geborgen. De stationchef heeft
Maandagochtend dadelijk aangifte van dezen
diefstal gedaan, doch in het belang van het
onderzoek werd de publicatie tot heden achter
wege gelaten. Het vermoeden bestaat, dat een
spoorwegarbeider, die thans voortvluchtig is,
den diefstal heeft gepleegd.
ZAKKENROLLERIJEN.
Er gaat te Rotterdam haast geen marktdag
voorbij, of de zakkenrollers weten hun slag te
siana en in 9 van de 10 gevallen zijn de slacht
offers vrouwen. Zoo is op de markt aan den
Goudschen Singel aldaar Dinsdag ten nadeele
van mejuffrouw E. L. van de Leuvehaven een
tasc-h met f 18 gerold; ten nadeele van mejjuf-
frouw H. L. uit de Goede Hoopstraat is er een
oeurs met 6 gerold.
Enkele weken terug zei een dame tegen me:
Vindt u ook niet, dat wij in ons land vooral
in deze tijden bij onze inkoopen er steeds meer
op moeten gaan letten, dat we Nederlandsch
fabrikaat vragen
Eigenlijk is dit een vanzelfsprekendheid, maar
tochwie van ons letten er op, en wie
wilde nu speciaal Nederlandsche waren hebben?
Schande genoeg voor ons.
Maar misschien zal de nood ons een les gaan
leeren, die we toch eigenlijk al lang hadden
moeten kennen.
Dat er nood is in ons economische leven, dat
weten we allemaal wel, al sluiten we ons nog
zoo op in onze eigen huiskamer. De kranten
komen er toch binnen en die vertellen er wel
van .Van de duizenden werkloozen, doordat
vele fabrieken stil liggen, doordat de handel
niet bloeit. En och, hoevelen onzer vrouwen
ervaren dezen nood niet in hun eigen gezin.
Gewillige handen genoeg, maar geen werk.
En hoe kunnen wij gewone vrouwen in ons
leventje van alle dag, daar nu iets aan doen
Wel één alleen niets ,maar we moeten het
■allemaal doen. Dat helpt. Allemaal zooveel mo
gelijk koopen onze eigen Hollandsche producten.
'Kijk, het is tegenwoordig zoo, dat alle andere
landen, ook al gedwongen door den nood in
eigen land, besloten hun eigen- land te helpen
•door al wat er van buiten inkwam, aan hooge
invoerbelasting te onderwerpen.
Vanzelfsprekend krijgen dan de. waren uit
andere landen weinig of geen kans om gekocht
te worden, want boven de productiekosten moet
de kooper natuurlijk ook de belasting betalen.
Dant komt zoon artikel duurder dan hetgeen
in eigen land geproduceerd wordt ende
menschen koopen de waren- uit eigen land.
Zoo doen andere landen, maar ons land
niet.
Het gevolg hiervan is weer, dat ons land
overladen wordt met waren uit het buitenland
en met onze eigen waren, die we naar 't -buiten
land niet kwijt kunnen door hooge invoerbelas
ting.
Nu kunnen we wel zeggen: laat ons land dan
doen net als de andere landen en de buiten-
landsche producten buiten de grenzen houden.
Ja. dat is nu een kwestie, waarover heel wat
knappe bollen met elkaar redetwisten en er is
nog geen oplossing gevonden, dan zullen wij
in ons hoekje voor gewone huisvrouwen daar
over maar niet verder praten.
We zitten nu eenmaal in dezen toestand, dat
wij allemaal gezamenlijk er iets toe kunnen bij
dragen door Hollandsche producten te koopen,
dat onze eigen fabrieken en 'bedrijven daardoor
kunnen werken.
Vooral ook voor de zaken, die we eiken dag
weer noodig hebben is het van belang, dat we
er op letten, want dat komt dagelijks terug.
En dat zijn van die dingen, die wij vrouwen
altijd zelf doen-, daarin kunnen wij ons eigen
volk mee helpen.
We gebruiken meestal b.v. een -buitenlandsch
merk havermout. Er is een Hollandsoh product,
dat evengoed, zoo niet beter is en goedkooper.
We gebruiken vaak een buitenlandsch merk als
we -heel gauw een bord soep wilden hebben
voor een onverwachte gast. Heelemaal niet noo
dig. Voor dat alles hebben we onze eigen- fa
brieken in ons land. Als de schoenen niet uit
Frankrijk waren, waren ze niet chique genoeg.
Evenmin een japon, die daar niet vandaan
kwam. Mantelstoffen moesten beslist uit Enge
land komen, wilden ze deugen.
En ook in dat opzicht kunnen we toch zoo
kostelijk in ons eigen land klaar komen. We
hebben schoenfabrieken in Brabant, die de de-
gelijkste en beste schoenen- leveren, en ook ko
men er de fijne luxe schoentjes vandaan, waar
mede we behoorlijk voor den dag kunnen komen.
Zoo kunnen we maar doorgaan.
Ik denk, het zal anderen net gegaan zijn als
mij. We hadden er nooit om gedacht, maar
nu er duizenden en tienduizenden werkloos zijn,
nu gaan we toch -allemaal eerst voor de onzen
zorgen, dat die aan 't werk kunnen blijven, of
weer aan 't werk kunnen -gaan.
Het zou toch groote dwaasheid zijn, om eerst
het buitenland in hun handel en industrie te
helpen door afnemers te zijn van hun pro
ducten, terwijl onze eigen waren -het toch niet
noodig maken, dat we bij de 'buren te koop
moeten gaan.
Zoo zién we ,dat we in ons leven van eiken
dag daaraan ook kunnen meehelpen.
M'n beste nichtjes en neefjes
Dezen keer vertel ik alleen maar, dat de prijs
gewonnen is door
LEENDERT J. KARELS te Nieuwe Tonge.
Dat is nu eens niet veel nieuws, -hé Maar
dat komt, dat ik jullie allemaal met zulke lange
brieven beantwoord 'heb.
Allemaal gegroet van -jullie
TANTE TRUUS.
Cornelia S. J. te Stellendam. Het is best,
-hoor, als je met ons mee wilt doen. In onze
raadselfamilie kunnen er altijd wel bij. \Vij
houden van een groote familie.
Betje van den T. te Sommelsdijk. Wat aardig
dat jullie nu samen meedoen, 't Schiet al op,
als je in de vijfde klas zit. Ga je graag naar
school Makkelijk, dat je de raadsels nu al
zoo gauw kan vinden.
Leender-t J. K. te Nieuwe Tonge, Gelukkig,
dat het met Opa weer zoo goed gaat. Wat zal
jij gauw mee een reisje maken. Een groote reis
zal dan niet gaan, want de schooldie7 is
er ook nog. Wat duurt zoo'n reis naar Nijmegen
lang. Maar 't is nog al gemakkelijk, je kunt
eens loopen wanneer je wilt en- er is altijd veel
te zien. Allemaal de groeten terug. Dank voor
je nieuwe raadsel, dat ik wel een beetje erg
moeilijk vind.
Sara van der S. te Sommelsdijk. Wel neen,
daar heb ik niets op tegen als je met ons mee
doet. Dat vind ik juist erg gezellig. Ik heb er
wel meer van onze raadselfamilie vlak bij je
in de buurt. Dat is wel leuk. Dank voor de
nieuwe raadsels, die je nu al dadelijk opzond.
Neeltje N. te Zuidland. Gefeliciteerd hoor,
nu je er zoo'n lief klein -broertje bij hebt. Wat
zal je blij zijn. Jullie hebben nu al een aardig
clubje bij elkaar. Maar dat is wel gezellig.
Sibilla N. te Zuidland. Ook gefeliciteerd met
den kleinen Leo. Ja, Tante ben ik wel. Ik ben
er wel eens geweest. Is kleine -broer nog al
zoek Als jij voorzichtig bent, kun je er al
wel op passen.
Cornelia R. te Nieuwe Tonge, Weinig te
vertellen dezen keer. Geen nieuws in Nieuwe
Tonge Of soms geen- tijd gehad
Maria H. N ,te Middelharnis, Gezellig zoo'n
rustig avondje met Moe. Is je broer al weer
beter Ben je nog naar je vriendinnetje ge
weest Dat is wel prettig zoo'n avondje en
een nacht uit. Heb je mooi weer gehad 'k Zag
vanmiddag je kleine zus buiten, die heeft dus
gelukkig de griep nog niet overgenomen van
broer.
Cor C. van de H. te Ooltgensplaat, 't Is niet
erg prettig voor dien man geweest als er zoo
veel kinderen op 't dorp achter hem aanliepen.
Als hij in China terugkomt zal hij dan wel niet
veel goeds van de Hollandsche kinderen vertel
len. En 't ergste is dan, dat hij nog gelijk heeft
ook. Als ik eens in China liep te wandelen zou
ik -het ook alles behalve leuk vinden als er
zoo'n troep Chineesjes achter mij aanliep. Was
jij Maandagmiddag ook in Middelharnis Ik zag
je vader wel, waar was jij 'k Heb nog naar
je gekeken.
Jaap van den H. te Ooltgensplaat. Het schrij
ven was toch nog best hoor al was die pen
niet zoo goed. Tante N. in Indië de hartelijke
groeten van Jaap van den Heuvel uit Ooltgens
plaat. Het zal wel een poosje duren hoor neef
eer Tante dit leest, want eer de -krant een reis
naar Indië gemaakt heeft, dat duurt nogal wat.
Of 't zou met de luchtpost moeten. Ik denk dat
jij wel eens met de krant mee zou willen reizen.
Mimi van den H. te Ooltgensplaat. Wel van
jou ook weer een brief. Dat is flink hoor. Als
-het wat moeilijk is, kunnen Cor en Jaap wel
eens helpen. Dat zijn al zulke flinke broers.
Dan kun je best met ons mee 'blijven- doen.
Lena van E. te Stellendam, Zijn jullie allemaal
weer beter 'k Hoop het maar hoor, want al
is het gelukkig dezen keer niet erg met de griep,
toch is 't niet gezellig als er een paar op bed
moeten blijven. Als je met de cijferraadsels nog
niet zoo goed terecht kunt, dan mag de één of
ander je wel eens op weg helpen er mee. Dan
kan je het de volgende keer zelf wel.
Nelly W. te Stad aan 'it Haringvliet. Met de
orgelles ën de repetitie is het dan uitstekend ge
gaan. Dat die kleine zus toch zoo lief is. Hoe
veel maanden is ze nu Zal jij haar niet te veel
verwennen, want als jij naar school bent dan
zou ze ook verwend willen worden, en dat kan
dan niet hoor.
Bram W, te Stad aan 't Haringvliet. Gefe
liciteerd met je verjaardag. Dank voor je nieuwe
raadsels. Maar bet is voor de jongere nichtjes
en neefjes nogal moeilijk, doordat er viermaal
een jongensnaam opgezocht moet worden. Dat
geeft nogal verwarring. Hoe is 't met de zieken
Marie K. te Sommelsdijk. Had je veel tijd
voor je raadsels noodig, zoodat er geen tijd
voor een brief overschoot
Nelly K. te Sommelsdijk. Heb je ojRz'n beurt
de heele diergaarde op dit postpapier? Nu was
't een leuk 'beertje.
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet, Wel daar
zal Moe het druk mee hebben eer zoo'n span
in 't bad geweest is. Gelukkig dat Hansje weer
gauw beter was. Zijn er bij jullie op school
ook veel zieke kinderen Cor en Jaap van den
Ha te Ooltgensplaat, de hartelijke groeten van
Arie.
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Ja Jan,
ik lees wel die krant, en ik heb dadelijk de oude
kranten nagezien, maar nommer één van Piep-
neus kon ik niet meer voor je vinden. Dat spijt
me echt hoor. Doe Moe de groeten terug. Wat
kun jij een massa geld maken, als ik daar eens
mee betalen- kon, wat zou dat gemakkelijk zijn.
Jaantje M. te Fijnaart. Zoo ben jij veertien
dagen geleden nog in Herkingen -geweest. Dan
was je dicht in de buurt. Een heele poos ge
leden reisde ik ook eens naar Brabant, toen
reisde ik met twee meisjes uit Herkingen, die
moesten naar Fijnaart. Dat was dan misschien
wel naar jullie. Had ik dat geweten hé. Is de
schoorsteenlooper al af Waar blijven de meis
jes met 'htin brieven Moe de groeten terug.
Hen W. te Ooltgensplaat. Wat had jij een
droevig nieuws te vertellen. Ik ben blij, dat het
met Moe nu een klein -beetje beter gaat. I-k kan
me best begrijpen, dat je toen niet veel lust in
schrijven bad. 'k Hoop, dat ik volgende maal
van je hoor, dat Moe weer heelemaal -beter is.
Jamnie van D. te Beverwijk, Als je al zoo'n
poos Fransch gehad had, valt het op de Mulo
niet zwaar meer. Hoe brei je dat kraagje Een
wandkleed achter de divan te maken, dat is
zoo'n kleinigheid niet. Geen wonder, dat je daar
een- poosje over werk hebt. Welke kleinen heb
je gekozen Moe zal er wel blij mee zijn.
Bram P, te Numansdorp. Ja natuurlijk, dat
was een vergissing van me, van die tweede klas.
Maar dat kan wel eens gebeuren als je zoo'n
span neven en nichten hebt net als ik. Dat
begrijp je wel, hé? Wat een leuke les was dat
van die kikkers. Stonden er aardige plaatjes
bij -Dank voor je nieuwe raadsel.
Gerrit P. te Numansdorp. Fijn voor jullie, dat
al die teekeningen zoo bekeken werden. Voor
teekenen heb je goede cijfers. Als jullie van
schoon gaan, kun je een aardig stapeltje mee
nemen. Voor later is 't altijd aardig als je ze
goed bewaard hebt.
Riek P. te Numansdorp, Wat een handwerken
heb jij al gemaakt. Aardig, dat jullie zulke leuke
dingen mogen maken. -Een zakdoekencachet is
ook altijd prettig om te hebben, 'k Ben al nieuws
gierig naar je teekeningen. Worden jullie hand
werken op den ouderavond ook -bezichtigd. Dan
zal Moe wel nieuwsgierig geweest zijn.
De oplossingen zijn:
I. Bijzonderheid.
II. Eerlijk duurt het langst, lijst, leer, Tiurk,
Turk, hut, gang, de
III. De tafels van vermenigvuldiging, n.l.
de tafel van 2, 3, 4 enz.
Nieuwe raadsels:
I. Ingezonden door Bram W, te Stad aan 't
Haringvliet
Het geheel bestaat uit 37 letters en is een
bekend spreekwoord.
I. 26, 30 is een drank.
16, 32, 31, 3, 15 is een wapen.
Zoo zuur als 28, 4, 5, 22.
Hoe meer 13, 29, 28, 10, 37 hoe minder
spoed.
20, 8, 6 is een andere naam voor kip.
31, 14, 25, 2, 12, 36, 17 is een- andere naam
voor gelaat.
33, 9, 11 is 't tegenovergestelde van broer.
23, 34, 18, 35, 20 is een andere naam voor
maaltijd.
19, 21, 27, 24 is een geldstuk.
7 is de veertiende letter van 't a, b, c.
II. Ingezonden door Bram P. te Numansdorp:
Welke ring is niet rond
III. Ingezonden door Sara van der S. te
Sommelsdijk
Welke ezel heeft geen gebrek en heeft toch
maar drie pooten
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
12 Februari worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldebode",
SOMMELSDIJK.