Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
J
IN HOC SIGNO VINCES
ZATERDAG 23 JANUARI 1932
46STE JAARGANG
O
O
Een belangrijk besluit voor Flakkee.
fePWIElHOUWEP
Gemeenteraad.
eeite.
TWEEDE BLAD
Het besluit der Prov. Staten.
Zal de R.T.M. de diensten staken Flakkee paraat.
De Prov. Staten contra de R.T.M.
'1} ontzegt apr.
antwoordelijk
(de heer
w ij f e 1 e n d
ar)
Dorzitter, wat
werk, dat hier
het ziet, een
neentebestuur.
z.g. filippica
ten indruk bij
ervaring uit
van de dus-
:n scheef door
or hem nog al
le onze confe-
tou zulks dan
slecht kunnen'
uitdrukking,
ndsch gezegde
iet: schadelijke
wordt.
US het woord.
7ond nog wel
nen, want hij
hier erg ont-
stie. Hij heeft
der buizen is,
>dig is, en dan
ie, dat hij niet
k 8000 zou
ling dan weet
in aanmerking
1 voor dempen
k een bedrag
t het een en
onduur wordt
eer het woord
ENDEN.
mmissaris der
loiland brengt
n, dat Gede'
g aan het be»
1923, bij hun
o. 360 hebben
e kooi. eenden
len opgesloten
ak I Juli tot
alano gedrukt,
geplakt waar
alsmede in de
rden geplaatst.
12.
Staat,
in voornoemd,
NEBEEK.
»HW8*
d met de op-
ièt eiland Goe-
r dagen onder
commissie, be-
Comte en A.
Peeman uit
Oude Tonge,
o-vrachtrijders.
id toe 29. per-
is.
ozen de heeren
rzitter; A. Vis-
P. van Dongen,
m Rumpt, Stad
tten, Ooltgens-
commissie voor
de heer K. Th.
uit het bestuur
er P. Pulleman
i correspondent
eld 37 werk-
iting 1933, zijn
ingeschreven,
deze gemeente
len, 2365 H.L.
A. Schellevis
het ziekenhuis
5 aldaar na de
hebben in den
een bezoek ge-
school alhier,
men te hebben
s ijverig bezig
600 H.L. aard-
H.L. koepeen.
irbeidsbemidde-
sverkloozen in-
an moeder din-
-eng-logisch ge-
oopen, Elsa. Je
met een grapje
arin hij zichzelf
veel lust, on-
[aar haar recht
ten in opstand,
aren opzettelijk
lf, want het is
ére tegenhoudt,
ille of een der-
ng had kunnen
di niets gezegd
tkbaar inziende,
kunt best gelijk
ak nu eenmaal
ïotterdam. Wat
ïeb al bemerkt,
toch op tegen,
weg. Dolf."
lord. Rotterdam
i stad ook, het
soms, dat ik in
at jullie noemt,
j moest Elsa in
leerstad kon hij
waling er reed»
veral afdwalen,
erdam, met veel
en in de massa
ipgemerkt, biedt
dat was alleen
En daar mag je
Je moet het in
waakt"
rdt vervolgd).
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.—
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
bij vooruitbetaling.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN <5t ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIE^ 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
411e «takken voor de Redactie bestemd, Ad verten tlë*» ets verdere Administratie, franco toe te aeetsden aan de Uitgever»
Hieronder geven we het verslag van
hetgeen er in de Prov. Staten van Zuid-
Holland is verhandeld over de tram
diensten, Ook geven we een verslag
van de vergadering, die in Rotterdam
gehouden is en verder kunnen onze
lezers in het Raadsverslag van Middel-
harnis ook een en ander over de tram
kwestie lezen. We willen over de Rot
terdamsche vergadering en hetgeen in
den Raad van Middelharnis is gespro
ken, niet veel zeggen, maar de lezer
die zich objectief te lezen zet, ontkomt
niet aan den indruk, dat de R. T. M.
zelf hier de touwtjes in handen heeft,
om nog een laatste poging te doen
Flakkee voor haar wagentje te span
nen. Het telefonische verband, dat er
tusschen deze vergadering en den Raad
van Middelharnis bestond, wijst ook
wel een beetje in deze richting.
Intusschen houden wij ons bij de con
clusie, die we vorige week getrokken
hebben en herhalen nog eens, dat de
R. T. M. op geen sybsidie uit de lo-
caliteit te hopen heeft. Het behoud van
de tram achten ook wij een Flakkeesch
belang, maar Flakkee kan zich geen
nieuwe offers hiervoor getroosten. Wij
gelooven, dat dit vrijwel het algemeene
standpunt is, dat door de Flakkeesche
bevolking wordt ingenomen.
Wij gelooven, dat thans alle belang
stelling gevraagd wordt voor een an
dere kwestie.
Wat is er deze week in de Staten
van Zuid-Holland afgespeeld
Wij weten, dat ons Statenlid de. heer
Warnaer een motie heeft ingediend met
vier andere heeren, welke van den vol
genden inhoud is
De Provinciale Staten van Zuid-Holland
In aanmerking nem'endé, dat het voornemen is
•■gebleken de exploitatie van de tramwegen der
Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op Goe-
ree en Overflakkee te staken
Noodigen Gedeputeerde Staten uit om voor
het geval dit voornemen wordt uitgevoerd te
overwegen van de bepaling van artikel XV,
sub b, der laatstelijk tusschen de Provincie en
de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij ge
sloten overeeenkomst gebruik te maken, tenzij
door de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij
een naar het oordeel van Gedeputeerde Staten
bevredigende tegemoetkoming wordt verleend.
w. g. C. WARNAER
en 4 anderen.
Aanvankelijk vond deze motie in
de Staten een goed onthaal, maar in
tusschen hadden Ged. Staten zich tot
de directie der R. T. M. gewend met
de vraag om de exploitatie op Goeree
en Overflakkee nog eenigen tijd voort
te zetten, en dus niet onmiddellijk met
1 Februari a.s. de diensten op dit eiland
te staken. Ging de directie daar niet
op in, dan zou de Provincie de geleende
gelden van de R. T. M. terug vorderen.
Daarop heeft de directeur der R. T.
M. geantwoord, dat de R. T. M. niet
in staat is de geleende gelden terug te
geven.
Toen de zaak nu zoo kwam te staan,
meenden Ged. Staten, dat de motie-
Warnaer niet ver genoeg ging en
stelden zij voor het volgende besluit te
nemen
De Staten, der Provincie Zuid-Holland
Gehoord de beraadslagingen, gevoerd naar
aanleiding van het door de directie der N.V.
Rotterdamsche Tramweg Maatschappij bij
schrijven van 4 Januari 1932, 56/D. 127b, aan
Gedeputeerde Staten medegedeelde voornemen,
om de exploitatie van een deel van haar spoor
wegennet, n.l. van haar spoorwegen op het
eiland Goeree en Overflakkee, met ingang van
1 Februari 1932, te staken
Overwegende, dat dientengevolge krachtens
artikel XV, onder b, van de overeenkomst,
tusschen die Maatschappij en de Provincie aan
gegaan ingevolge het besluit der Staten van
17 Juli 1917, No. IX, de N.V. Rotterdamsche
Tramweg Maatschappij verplicht zou worden
het door haar aan de Provincie verschuldigde
onmiddellijk en in eens te voldoen
Gelet op artikel 135 der Provinciale Wet
BESLUITEN
le. Tegen de N.V. Rotterdamsche Tramweg
Maatschappij, indien deze haar bovengenoemd
voornemen ten uitvoer legt, een rechtsgeding te
voeren, zoo noodig in hooger beroep en in
cassatie en verwerende zoowel als eischende,
ter verkrijging van hetgeen die Maatschaooij uit
voornoemde hoofde aan de Provincie verschul
digd zal zijn
2e. Gedeputeerde Staten bevoegd te verklaren,
de uitvoering van het bepaalde onder le achter
wege te laten of, zoo noodig onder door Gede
puteerde Staten te stellen voorwaarden, te be
ëindigen, indien een minnelijke regeling met de
wederpartij kan worden getroffen, waardoor
naar oordeel van dat College in de hierbij be
trokken belangen voldoende wordt voorzien;
3e. Gedeputeerde Staten te machtigen, ook
overigens al die maatregelen te nemen, die hun
in de gegeven omstandigheden, noodig, voor
komen.
Dit besluit is door de Staten met
algemeene stemmen aangenomen.
Nu komt het dus voor de R. T. M.
anders te staan dan in de motie-War-
naer c.s. was aangegeven. Staakt de
tram nu haar diensten, dan is er onmid
dellijk een procedure tusschen de Pro
vincie en de R. T. M., met de gevolgen,
die daaruit voortvloeien.
Wij gelooven niet, dat de R. T. M.
het daarop zal laten aankomen. Zij zal
wel zoo verstandig zijn haar exploitatie
op het eiland voort te zetten tot tijd en
wijle eventueele andere verkeersmoge-
lijkheden door Ged. Staten zijn ge
regeld.
Maar mocht dit niet het geval zijn en
de partijen scherp tegenover elkander
gaan staan, dan wordt het zeer waar
schijnlijk, dat de veerverbinding Mid-
delharnis-Hellevoetsluis in het gedrang
komt. 'j
Daarom achten we het van groot be
lang, dat de Burgemeesters en Wet
houders van Flakkee deze mogelijkheid
zoo spoedig mogelijk onder de oogen
zien en met Ged. Staten te rade gaan
om te zorgen, dat tijdig door derden,
een maatschappij of particuliere onder
neming het verkeer met het eiland door
een aansluitende verbinding wordt ver
zekerd.
Hierbij zou echter direct moeten
vaststaan, dat ten opzichte van de
Zondagsdiensten wordt vastgehouden
aan het plan-van Rijckevorsel (gewij
zigd) in zijn subsidievoorstellen. Want
zou men hiervan afwijken, dan zou men
straks groote moeite kunnen hebben om
bij de definitieve regeling deze bepaling
te handhaven, omdat men haar in eerste
instantie zou hebben geregeld, al is
het dan ook provisioneel.
Het zal wel niet te verwachten zijn,
dat de directeur der R. T. M. met zijn
hoofd tegen een muur zal loopen, en
wij verwachten, dat door deze daad
van de provincie de tram wel zal blij
ven rijden op Flakkee, maar zekerheid
is er niet, en daarom dient Flakkee nu
op alle mogelijkheden voorbereid en
paraat te zijn, om als 't noodig is in
te grijpen.
Zou het niet gewenscht zijn, dat de
Burgemeesters en Wethouders van
Flakkee en het comité van actie zoo
spoedig mogelijk dit vraagstuk onder
de oogen zien
IN DE STATEN VAN ZUID-HOLLAND.
Het lid van Ged. Staten, de heer VAN
BOEIJ-EN, heeft het volgende gesproken
Wat het tramvraagstuk op Goeree-Overflak-
kee betreft, de heer Ter Laan vergeet, dat zijn
partij genooten Troelstra, Van Kol en Schaper
in 1899 in de Tweede Kamer hebben gestemd
voor het voorstel om het verkeer aan een par
ticuliere trammaatschappij in handen te geven.
De tram, vergunning tot staking van het be
drijf verzoekende, betoogt in haar adres, dat
het publiek duidelijk voorkeur voor de bus
toont. Afgezien van andere bezwaren waren
Gedeputeerden van oordeel, dat alleen reeds op
grond van het oordeel der gemeenten dat ver
zoek moest worden afgewezen, en in dien geest
hebben zij geadviseerd aan den minister, die
desondanks zonder nader overleg met localiteit
en provincie aan de tram haar zin geeft, zonder
een waarborg te scheppen voor het opvangen
van de •gevolgen der staking door het stellen van
voorwaarden. Formeel moge de minister be
voegd zijn, zoo te handelen, materieel is hij niet
bevoegd, nader overleg achterwege te laten.
Bedoelt de minister door eerst vergunning tot
staking te geven, provincie en localiteit het mes
op de keel te zetten Bedoelt hij, den boel eerst
in het honderd te laten loopen, en dan opnieuw
od te bouwen
Dit is geen manier om de stakingsgevolgen te
voorkomen. Spr. las voor den brief, dien Gede
puteerden daarna geschreven hebben en waarin
zij verklaren, ernstig te zullen overwegen, de
provincie gebruik te laten maken van haar be
voegdheid om de door haar geleende voorschot
ten terug te vorderen. Ook van de zijde der
tram is er nimmer overleg met de provincie
geweest. De burgemeesters echter meenden daar
na, dat er geen sprake van kon zijn, de gemeen
ten finaneieelen steun voor de tram, als de
minister bedoelde, te laten verkenen, en gaven
voorts te kennen, de tram liever kwijt te zijn.
Zij hebben te voren gelegenheid te over gehad,
met de wethouders te overleggen. Onder die om
standigheden hebben Gedeputeerden aan den
minister geschreven, geen termen aanwezig te
vinden, instandhouding van de tram te bevor
deren. Zij hebben den minister verzocht, in ieder
geval het tijdstip der staking nog eenige maan
den uit te stellen. De minister echter heeft ge
antwoord, niet te kunnen voldoen aan het ver
zoek, dat Gedeputeerden hadden gedaan in ver
band met den tijd, voorbereiding van de voor
ziening in bet goederenvervoer vordert. Nu
neme men in aanmerking, dat het publiek aan
de tram bewust den1 rug toekeert. Treffend zijn
de cijfers van den achteruitgang van het per
sonen- en goederenvervoer. In een aan het
vraagstuk gewijde vergadering van inwoners is
gezegd: „Wij zijn van de R.T.M. verlosten
werd gezegd, dat met de R.T.M. toch niets is
te beginnen. Aldus het gevoelen der vergadering,
dat bij monde van den voorzitter bleek. Een
dergelijk geluid klonk in de burgemeestersbij
eenkomst, waar slechts één burgemeester zeide:
„Als de provincie alles wil betalen, laat de
tram dan maar blijven". (Vroo 1 ij k h e i d).
Men zeide, het verkeer op Flakkee zelf wel te
kunnen organiseeren en niet meer dan drie of
vier weken voor voorbereiding noodig te hebben.
Dat de verleening van de autobusconcessie
'het einde van de tram verhaast heeft, kan niet
worden ontkend. Gedeputeerden hebben de con
cessie verleend, maar de R.T.M. is in beroep
gegaan bij de Kroon, die Gedeputeerden gelijk
heeft gegeven, waarmee de verantwoordelijkheid
van Gedeputeerden naar de Kroon is verlegd.
Overigens moet men oog hebben voor de eischen
van den nieuwen tijd, die geen genoegen neemt
met wat vroeger voldoende was en die nieuwe
mogelijkheden heeft geschapen. Wat betreft den
■tijd, noodig voor voorbereiding van nieuwe
voorzieningen, meende spr., dat de burgemees
ters te optimistisch zijn geweest en dat de tijd,
dien men nu heeft, te kort is.
Af te keuren is de houding der R.T.M., die
overleg met de provincie had behooren te
plegen. Op de vraag van Gedeputeerden, op
welke wijze de voorschotten zouden worden
terugbetaald, heeft de R.T.M. geantwoord, fi
nancieel onmachtig te zijn om te betalen.
(B e w e g i n g)
Spr. betoogde voorts, dat, nu zoovele vraag
stukken rijzen !en zoovele belangen, ook inter
provinciale, ineengestrengeld zijn, men van de
provincie niet kan eischen, alleen een regeling
te treffen. Hier is werk voor de commissie-
Van Rijckevorsel, waarin vertegenwoordigd zijn
rijk, provincie, localiteit en tram. Gedeputeerden
hebben den' minister verzocht, de zaak daar aan
de orde te doen stellen. Spr. wenschte de motie-
Ter Laan niet te bestrijden, imaar zij is prae-
matuur. Nu de R.T.M. heeft verklaard onmach
tig (men kan ook zeggen: niet bereid) te zijn
om de voorschotten terug te betalen, geeft de
motie-Warnaer niet genoeg. Gedeputeerden stel
len aan de Staten voor, hen te machtigen
le .tegen de R.T.M., indien deze haar bedrijf
op Goeree en Overflakkee staakt, een rechts
geding te voeren, zoo noodig in hooger beroep
en in cassatie en verwerende zoowel als eischen
de, ter verkrijging van wat de maatschappij aan
de provincie verschuldigd is
2e. de uitvoering van het bepaalde onder le
achterwege te laten, of, zoo noodig onder door
Gedeputeerden te stellen voorwaarden, te be
ëindigen, indien een minnelijke regeling met de
wederpartij kan worden getroffen, waardoor
naar oordeel van Gedeputeerden in de belangen
voldoende wordt voorzien
3e. ook overigens al die maatregelen te nemen,
die aan Gedeputeerden in de gegeven omstandig
heden' noodig voorkomen.
De desbetreffende «notie-C. W a r n a e r
werd ingetrokken.
Het voorstel van Gedeputeerden inzake de
tramkwestie op Goeree-Overflakee wordt zon
der hoofdelijke stemming goedgekeurd.
DE R. T. M. OP GOEREE EN
OVERFLAKKEE.
In hotel Coomans te Rotterdam is Donderdag
middag een langdurige bijeenkomst gehouden
naar aanleiding van de voorgenomen opheffing
met ingang van 1 Februari a.s. van den dienst
der Rotterdamsche Tramweg Maatschappij op
Goeree en Overflakkee.
Tegenwoordig waren o.m. de Tweede Kamer
leden mevr. BakkerNort, mr. J. Boon, J. ter
Laan en ir. C. N. van Dis; ir. de 'Kanter, com
missaris, en ir. A. J. Kuiper, directeur van de
R. T. M.; J. Stokdijk, voorzitter van de Rot
terdamsche vereeniging van fruit- en groenten-
exporteurs; 'H. Grootenboer, bestuurslid van den
Zuid-Hollandschen Bond van veehandelaren en
voor den Flakkeeschen Slagershond; Hoogeweg,
directeur van de veiling Persoonsdam; Van As,
voorz. van de ambachtsschool te Middelharnis.
De heer Stokdijk leidde de vergadering. Uit
de uitvoerige besprekingen 'bleek, dat de tegen
woordig zijnde 'bewoners van 't eiland opheffing
van de tram een ramp achtten voor den handel
en voor het eiland, een meening, die bevestigd
werd door den indruk, welken eenigen der Ka
merleden van de zaak hadden gekregen, door
den heer Hoogeweg 'en anderen. Het oordeel
bleek vrij algemeen, dat de tramdienst niet af
doende door autobussen te vervangen is. Ver
zekerd werd van meer dan één zijde, dat ten
minste 80 a 90 pet. van de eilandbevolking prijs
stelt op het behoud van de tram, die onmisbaar
werd geacht, al zijn er nog wel enkele klachten,
b.v. inzake den langen duur der reis, en de
duurte van het overzetten van personenauto's.
Het Flakkeesche comité van actie heeft dan
ook, zoo zeide men, het standpunt in deze der
bevolking geenszins juist vertolkt. Er werd op
gewezen, dat voor het eerst op dezen dag een
der betrokken gemeenteraden, n.l. die van Mid
delharnis, deze aangelegenheid behandelde. Nog
altijd leeft de bevolking in den waan, dat de
tram niet verdwijnen zal. Den directeur van de
R. T. M. werden vragen gesteld.
De heer Kuiper antwoordde, dat de R. T. M.
indertijd bezwaren heeft ingebracht tegen de
verleende autobusconcessie bij Ged. Staten en
bij de Kroon en -gewaarschuwd heeft, dat twee
ondernemingen hier niet zouden kunnen bestaan.
Dit is juist gebleken; de autobusonderneming
heeft haar bedrijf na een jaar aan de R.T.M.
ter overneming aangeboden. Toén heeft deze
zich tot den minister gewend en er opnieuw op
gewezen, dat naast elkaar twee ondernemingen
niet bestaanbaar waren. De tram was tot over
neming bereid, indien de minister haar vergunde,
den tramdienst te staken. Dit is den minister
meegedeeld bij brief van 10 April 1931. Den
29sten Juli gaf deze de tram voorloopig ver
gunning, den dienst op het eiland te staken.
Tevens had de minister zich gewend tot Ged.
Staten met de vraag of zij subsidie wilden ver-
leenen. Het werd dus een punt van wrijving
tusschen den minister en de -provincie, waarin
de R. T. M. zich niet mengen kon. Zelf had
de tram niet de bedoeling, dat de zaak opgelost
zou worden' door opheffing van dé lijn Flakkee.
Het schijnt, dat de minister de op Flakkee be
trekking hebbende subsidie van 50.000 S
60.000 voor de helft wilde afwentelen op de
provincie en de streek. Het eiland en de tram
worden er nu de dupe van, dat de minister het
rapport-v. d. Vegte wil doordrukken. De tram
heeft echter nooit meer subsidie gevraagd, al
schijnt men dat vooral op Flakkee te denken,
en spr .opperde in dit verband ook de mogelijk
heid van een subsidie, welke de schade zou
goedmaken, die de tram ondervindt van den
busdienst. Hij begrootte die op 10.000 a
12.000 -per jaar, daarvan dus een kwart ge
deelte voor rekening van de streek zou komen.
De vraag of er nog tijd gewonnen kan worden,
is moeilijk te beantwoorden'. De tram heeft met
de opheffing nooit haast gemaakt. Eerst eenige
maanden na 29 Juli heeft zij den minister en
Ged. Staten meegedeeld, dat zij gebruik zou
maken van de vergunning -tot staking van den
dienst en de datum van opheffing is nog verzet
van 1 Jan. op 1 Febr. Den 24sten Dec. heeft
de minister geschreven, dat de R.T.M. na 1
Febr,, nu noch dé gemeentebesturen op het
eiland noch het provinciaal bestuur bereid wa
ren subsidie te geven, op subsidie van het rijk
niet meer moest rekenen. De dienst zal dus
1 Febr. -gestaakt zijn.
Mevr. Bakker: Gaat u nu 1 Februari auto
bussen exploiteeren
-De heer Kuiper: We hebben daarvoor ver
gunning gevraagd aan Ged. Staten, maar tot op
den huidigen dag hebben wij geen antwoord
gekregen,
Mr. Boon: li wilt hiermee toch niet zeggen,
dat u met bussen eenzelfden dienst voor den
handel kunt instellen als met de tram
De heer Kuiper: Ik wil hiermee alleen zeggen,
dat ik met een onvolledig vervoermiddel even
goed als een ander geld kan verdienen.
Mr. Boon deelt mede, dat hij van den heer
Van der Meide een telegram ontvangt, -behel
zende, dat de raad van Middelharnis besloten
heeft -pogingen aan te wenden tot behoud van
de tram.
De voorzitter: Het begint te dagen.
De heer Van As doet een beroep op de Ka
merleden, opdat Flakkee niet ernstig gedupeerd
worde door opheffing van de tram.
Op voorstel van mr. Boon wordt ten slotte
besloten, dat eenige Kamerleden met vertegen
woordigers van de tram en de beide comité's
van actie een bespreking zullen vragen met
Ged. Staten en vervolgens met den minister. De
heer Boon verklaarde zich bereid, deze bespre
kingen aan te vragen.
Vergadering van den Raad der gemeente
DIRKSLAND op Donderdag 21 Jam,
des nam. 2 uur.
Aanwezig met den Voorzitter alle leden.
De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent
de vergadering met gebed', waarna de notulen
der vorige vergadering worden voorgelezen en
onveranderd goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
De Burgemeester wenscht bij de wisseling
des jaars alle leden Gods besten zegen toe, en
hoopt, dat zij onder dien zegen het beste mogen
zoeken voor de gemeente.
Voor de commissie van de waterleiding is
herbenoemd de heer J. van Eek van Herkingen.
Enkele ingekomen stukken van Ged. Staten,
Proces-verbaal van de kas van den gemeente
ontvanger. In kas was 3255.
Idem van het Burg. Armbestuur, 630.99)^.
Vleesohkeuringsbedrijf 185.
Hetwelk in orde is 'bevonden.
Van den Minister van Arbeid, Handel en
Nijverheid is bericht ontvangen, dat 'hij bezwaar
heeft tegen de wachtweek. Hij heeft toegestaan
van 1.80.
De heer DE BONTE zegt, dat het in Oude
Tonge ruimer is toegestaan dan in Dirksland.
Wij moeten het niet al te angstvallig opvatten,
want dat kan in Dirksland ook gebeuren.
De VOORZITTER: Dat is misschien wel
waar.
De heer DE BONTE: Nee, da-t is zeker waar.
De VOORZITTER: Wij mogen niets doen
zonder toestemming van den Minister, en de
bezwaren zijn niet klein.
De heer DE BONTE vraagt tot hoe lang het
geld, dat de steunregeling goedgekeurd is.
De VOORZITTER: Vermoedelijk voor heel
deze periode.
Goedgekeurd wordt -de overeenkomst van de
provinciale wegert van Ouddorp tot Middel
harnis.
Uit het verslag van de commissie van school
verzuim bleek, dat er 88 -gevallen' van verzuim
voorkwamen, waarvan 55 van de openbare en
33 van de bijzondere school.
Met algemeene stemmen wordt besloten om
subsidie te verleen'en uit de gemeentekas aan
de Nederlandsche vereeniging tot bestrijding van
het Tandbederf.
Van C. Zoeteman, L. Bal en C. v. d. Wende
zijnj verzoeken ingekomen om ontheffing van
hondenbelasting over de 2de 'helft van 1931.
Met algemeene stemmen wordt de ontheffing
toegestaan.
Vastgesteld wordt het 2e suppletoir kohier der
hondenbelasting 1931, tegen 2.50 per half jaar.
Aangenomen wordt het voorstel heffingsver
ordening voor besmettelijke ziektegelden.
B. en W. stellen voor om art. 113 der politie
verordening aldus te wijzigen, dat de hoeveel
heid benzine, naphta of gasolie, die men aan
wezig mag hebben, van 30 liter op 200 liter
te brengen.
De heer DE BONTE: Is er géén gevaar bij
om 200 li-ter te hebbenUit welke motieven
willen B. en W. het van 30 op 200 liter bren
gen
De VOORZITTER zegt, dat er van gevaar
geen sprake is. B. en W. achten, dat 200 liter
redelijk geacht kan worden.
De heer DE BONTE: Als u meent, dat het
geen bezwaar oplevert, dan geloof ik het al
lang.
Het voorstel van B. en' W. wordt met al
gemeene stemmen aangenomen.
De VOORZITTER deelt mede, dat er een
verzoek van het -gemeentebestuur van Melissant'
is ingekomen, dat de reinigingsdiénst van Dirks
land op Melissant's Kralingen de vuilnisbakken
ledigt.
ii
M