D
ïZOSZJS "VOOS* TKO"ü"W,
D
Ingezonden.
Gemeenteraad.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
Ingezonden Stukken
wen- en kinderexploitatie of zooals Tolstoï dat
noemt: de somberten der Moderne Slavernij.
„Tranen der verdrukten
„En die geen- helper hadden
„Weeskinderen gehuurd om de machines te
steunen,
„Moeders met haar zuigelingen aan 't wiel
Die klassestrijd was er.
De historie der Slavernij dagteekent niet van
af 't tijdvak der Liberale Economie. In Rome
en Griekenland heersohte hij ook; moest hij
heerschen, toer» 't klein landbouwbedrijf door de
vele oorlogen in grootbedrijf werd omgezet;
toen de boeren ten oorlog werden opgeroepen;
hun akkers door de aristocratie werden ge
annexeerd; en voor dat reusachtig grootbedrijf
nu werklui werden uitgekozen uit de over
wonnenen. Zoo ontstond de agrarische Slavernij;
de slavernij in den1 Griekschen en Romeinschen
landbouw. Natuurlijk niet in de Grieksche
en Romeinsche industrie; dat was on
mogelijk, omdat 't industrieëele leven in deze
twee Staten zich óf kenmerkte door kunst-
industrie om daarmee goden en tempels te
verheerlijken, welke in deze polytheïstische Sta
ten d.i. van veelgodendom, in elke stad en op
elk Tlein en op elk forum, en op elke markt,
heuveltop en bergvallei noodig waren voor
handhaving der religie;óf die industrie was
w e e 1 d e-industrie voor de patriciërsmaar
industrie in 't groot voor de zoogenaamde Wa-
renproductie was onmogelijk, en zeer zeker on
mogelijk in den vorm der moderne productie,
want 't waren juist de slaven, die 't handwerk
uitoefenden; wat de oorlogen, noodig hadden
werd door de slaven als handwerk gefabriceerd.
En toen was er ook al klassestrijd, maar niet
geboren door ind-ustrieele, doch door landbouw-
toestanden. En ieder, die iets uit de oude ge
schiedenis der volkeren gelezen heeft, weet van
de slavenopstanden mee te praten
Doch laten we dat nu verder rusten.
De voormannen ontkenden niet, en konden
niet ontkennen den klassenstrijd, maar ze aan
vaardden dien niet als een noodzakelijk beginsel,
zooals 't Socialisme dat deed, en doet nog ten
huldigen dage.
Tegen dien van Socialistische zijde geponeer
d-en noodzakelijken klassestrijd, stelden de voor
mannen de Toenadering.
't Is hier nu niet de plaats om den klassen
strijd in zijn Marxistische opvatting bloot te
leggen; hij is een schakel in den keten van
Socialistische dogma's; hij behoort in 't Socia
listisch stelsel thuis, zooals een dooier in een
ei; en de bevruchting gechiedt door de eeuwige
zelfzucht van kip en haan, van voortbrenger
en consumenten.
Onze inleiding der 17 artikelen had tot doel
over die houding en taak der Chr. arbeiders
beweging een „voorwoord" te plaatsen; en dat
kon -geen ander zijn dan de allesbeheerschende
vraag: Wat dunkt 11 van den Christus? Wat
dunkt U van 't Christendom Wie over „prac-
tische politiek" wil meepraten, moet ook en
vooral en in de -eerste plaats de „theoretische
politiek" kennen; en zonder goed inzicht in de
waardij des Christendoms is „theoretische Chris
telijke -politiek" onmogelijk; is 't Sociale inzicht
op Christelijke basis onmogelijk.
't ChristendomNeen, neen I 't is geen
toeval; ',t is geen vriendelijk handgebaar; 't is
geen kniebuiging, als Karl Kautsky in zijn groot
wer kover „De Oorsprong van 't Christendom",
èn handelend op blz. 1 over „De persoonlijk
heid van Jezus" deze woorden neerschrijft
„Welk standpunt men ook tegenover 't Chris
tendom' moge innemen, in ieder geval moet men
erkennen, dat 't een van de reusach
tigs te verschijnselen is van de
ons bekende geschiedenis der
menschhe-id. Men kan zich niet
verzetten tegen een gevoel van
groot-e bewondering, b ij 't aan
schouwen der Christelijke Kerk,
die bijna tweeduizend jaar oud is, en nog steeds
vol levenskracht voor ons staat, in veel landen
zelfs krachtiger dan de staatsmacht. Zoo wordt
alles wat er toe bijdraagt dit kolossale
verschijnsel te begrijpen, dus ook de
studie van den oorsprong dezer
organisatie, hoewel ze ons eeuwen terug
voert, -tot een aktueele zaak van
groote beteekenis."
Zóó schrijf op -blz. 1 van dat -befaamde boek
een coryphee, een beginseldrager, leider, stichter
der Socialistische partij.
Met zoon bewondering over dat Christus-
werk opent hij de galerij van zijn politieke en
sociale beeldencollectie.
Hij, de machtige Duitsche Volksleider, bij
wien vergeleken wij maar een pygme, een
dwergje zijn; hij beziet de Volkerenbewegingen,
en alle politieke en sociale kwesties bij 't licht
van de Jezus-persoonlijkheid, en de macht van
de Christusleerdie hij als socialist miskent.
„Practische politiek", „sociale kwesties" zijn
voor ons niet te benaderen, dan 'bij 't licht van
dat door Kautsky zoo juist getypeerde „reus
achtige", „kolossale" verschijnsel.
Neen de geschiedenis der Menschheid (en
Kautsky voelde dat heel goed aan) is niet ge
schreven door Boedha; is niet geschreven door
Moha-med, hoevele m-illioenen maal millioenen
belijders zij als godsdienststichters ook achter
en nog voor zich hebbende geschiedenis
der Menschheid is door Christus ge
schreven; is door 't Jodendom als in een schaduw
saamgetrokken; en 't Kruis van Golgotha staat
daar als de koperen slang in de woestijn, om
de Menschheid te redden dn haar „reusachtige"
en „kolossale" blunders, die ze al eeuwen
heeft gemaakt en nog maakt in hare van 't
Christendom zoo lijnrecht afwijkende openbarin
gen op publiek terrein.
Daarom hebben we ,als Kautsky, ons centraal
punt, in onze 17 artikelen, gelegd in niets dan
't Christendom. En we vroegen: Wat is dat
Christendom Wat is de waardij van dat
„reusachtige" verschijnsel in de ons bekende
geschiedenis der Menschheid
Is 'it Christendom een stelsel Een -humanis
tisch samenweefsel van cultuur Een philoso
phic
En we hebben die vragen beantwoord.
En vóór we over den Volkenbond als ons
15e, I6e en' 17e artikel schreven, gaven we een
bepaling van dat Christendom.
Slechts een bepaling. We konden en mochten
niet verder gaan dan een sobere definitie, om
dat 't Christendom geplant is in het heilige der
Heiligen van 't Jodendom. Daar bij 't verzoen
deksel der Joodsche religie staat de wieg des
Christendoms. 'De bakermat des Christens ligt
niet in Be-thlehem; ze staat in 't donker
achter 't voorhangsel; verlicht werd ze door
't Engelenl-icht; en ze zal verlicht -blijven, omdat
de Zon der gerechtigheid haar met een stralen
krans omringt; tot op 't -eind der eeuwen, wan
neer de Geest en de Bruid zeggen: Kom Heere
Jezus Aanschouw wat Sion wrochtAan
schouw de vrucht der algemeene genade Aan
schouw de geredden uit de Menschheid. En
neme in Uw hemel op de heerlijkheid der hei-
densche en christelijke cultureele Ideeën, voor
zoover ze op aarde U tot eere strekten."
J. VAN DER WAAL.
Middelharnis, 23 Januari 1932.
(Wordt vervolgd).
CHR. JEUGD EN SPORT.
Indien we van den redacteur der Maas- en
Scheldebode verlof krijgen, willen we dn 't
Dinsdag- of liever Woensdagnummer zoo nu
en dan „vierkantjes" plaatsen. Geen „driestar
ren" die de redacteur als onderscheidingsteeken
koos.
Om ons op onzen Scholeninspecteur Brands-
ma, een zeer nobel man, fijntjes te wreken,
hadden we een „driehoek" moeten kiezen, want
hij zei op 5 Jan. j.l.: „De heer v. d. Waal is
een oprecht, eerlijk karakter, maar hoekig."
Maar ik ben den tijd der Middeleeuwen ont
groeid.
Sprak je toen over hoeken d.i, haken en
kabeljauwen, dan kreeg je ook een Hoeksche
en Kabeljauwsche p a r t ij.
Werd er een Smeekschrift aangeboden, dan
zei Barlaimond: Ce ne sont que de q u e u x,
d.i. 't zijn maar bedelaars; en warmepel, daar
uit ontstond de Geuzen p a r t ij.
Trokken de Fransche Protestanten een zeker
hemd aan, een chemise, dadelijk heetten ze
Camisarden der Cevennesbergen.
Was je in Overijssel een veehouder, dadelijk
was er -publieke ruzie tusschen Schieringers en
Vetkoopers.
Bijnamen als Piet de Mottige, Jaantje de
Kwèk hebben we in een ommezien.
Ben je een luie arbeider, dan schrijven ze op
je deur met krijt: „Rust een weinig", nogal uit
'Bijbelsche sfeer.
En zoo heeft een mensch maar gauw een
typisch woord op zijn voorhoofd gekregen.
Maar „hoekig" willen we niet zijn.
„Vierkant" willen we wezen En lijnig dus
ook.
Zal 't lukken De zonde ligt aan de deur.
Ecce homoZie den mensch.
^•LEEUWARDEN-
De copie vu ingesoode» stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
Mijnheer de Redacteur 1
Zooals bekend heeft het vervoer van personen
Ooltgensplaat via Oude Tonge, Nieuwe Tonge,
Middelharnis (station) per autobus plaats (de
eerste dienst).
Deze bussen -bieden geen voldoende plaats
(althans op Dinsdagmorgen) niet voor het aan
tal reizigers,
Men laat dan maar instappen zooveel mogelijk
en die er 'beslist niet meer in kunnen, laat men
staan, die moeten maar zien op welke manier
verder te reizen.
Dan zit men als gepakten haring in die bus,
waar nog bijkomt, dat de chauffeur buitenge
woon snel moet rijden om op tijd te Middel
harnis te zijn, op „verbod-en te rooken" niet
wordt -gelet, en de nooddeur op slot is.
Wanneer men dan na een gevaarlijke reis
te Middelharnis-station is aangekomen, hoort
men zooals verschenen Dinsdag 19 Januari
j.l. blijft in de dus, in de tram is geen plaats
meer, slechts voor enkelen, die stappen over en
de te vol geladen autobus rijdt verder naar
de haven.
Wat zouden de gevolgen zijn, wanneer in
zoon buitengewoon overbeladén autobus brand
uitbrak of zoo'n bus reed te Middelharnis in de
Kaai, waarlangs zeer gevaarlijke -bochten moe
ten worden gepasseerd, of in 'botsing kwam met
een andere auto, hetgeen dien bewusten ochtend
bijna plaats had.
In verband met vorenstaande is het m.i, hoog
tijd, dat aan dien toestand een einde wordt ge
maakt, of zal men den put dempen als het kalf
verdronken is Of moeten de reizigers van
Oost-Flakkee geoefend worden voor 'het toe
komstige vervoermiddel „de autobus", of vallen
die autobussen van de R. T. M. buiten de wet
on openbare vervoermiddelen
Ik eindig met de hoop, dat vorenstaande er
mag toe bijdragen, tot het brengen van verbete
ring in dit gevaarlijke vervoer.
Een reiziger, die op 19 Jan, 1932 zoo'n
gevaarlijke rit heeft medegemaakt.
Met -verwijzing naar de in dit -blad voor
komende advertentie der aangekondigde voor
dracht met lichtbeelden door de Afd. van het
„Groene Kruis" te Middelharnis^Sommeisdijk
op Donderdag 28 Jan -a.s., 's avonds te 7.30 uur,
in de zaal van Hotel Spee te Sommelsdijk, ach
ten wij het niet overbodig de bijzondere aan-
I dacht op deze lezing te vestigen.
Allerwege dringt zich de noodzakelijkheid op
voor meerdere en betere zorg voor het kind.
Ook op dit terrein zijn nieuwe .denkbeelden
gekomen en moeten andere wegen worden- ge
volgd. Er dient gebroken met de oude wijze
van „groot bdengen" zonder vaste lijn, waar
voor moet komen een opvoeding met vast plan
overeenkomstig aard en gesteldheid van het
kind. Veel van ons doen en laten zal moeten
worden herzien, want hierin -is veel verkeerds,
onkunde en verzuim; met de droevige gevolgen-
daarvan voor den lichamelijken welstand van
het individu.
Waar het „Groene Kruis" op jde -bres staat
om hulp en bijstand te verleenen in zieke dagen,
is het zeker ook haar taak mede te werken
om ziekte t-e voorkomen en de gezondheid te
helpen -bevorderen.
Hiertoe behoort zeker ook de verbetering der
lichamelijke opvoeding van het kind. De afdee-
■ling zal het voorrecht genieten, de spreker hier
over zijn denkbeelden te hooren ontwikkelen en
wij zijn overtuigd, dat het een belangrijke en
nuttige avond 'zal zijn
Door woord en beeld zal ons worden duidelijk
gemaakt de groote beteekenis van een goede
lichamelijke opvoeding en verzorging voor in
dividu en gemeenschap en dus voor het levens
geluk van het volk. De spreker, die al jaren
dit en andere opvoedkundige en hygiënische
onderwerpen -in het geheele land behandelt,
trekt overal vall-e zalen en wij hopen, dat dit
ook 'hier zoo zal zijn. Niemand mag deze be
langrijke vergadering verzuimen, want voor
velen zullen moeilijkheden -in de opvoeding
worden verklaard enmogelijk opgelost.
HET BESTUUR.
Vergadering van den Raad der gemeente
MELISSANT op Woensdag 20 Jan,,
des nam .om 2 uur.
Afwezig de heer C, A. A. Kort.
De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent
de vergadering met gebed, waarna de notulen
der vorige vergadering worden voorgelezen en
onveranderd worden vastgesteld.
De kas van den gemeente-ontvanger is na
gezien en in orde bevonden. In kas was
2772.74.
Ged. Staten berichten, dat zij de goedkeuring
van de gemeentebegrooting 1932 hebben ver
daagd.
Een der gemeenten vraagt adhaesie-betuiging
aan een adres aan de Kroon met verzoek tot het
instellen van een departement van Landbouw
over te gaan.
De VOORZITTER meent, dat het niet op
den weg der gemeentebesturen ligt om aan aller
lei adressen adhaesie te betuigen. Er is ten
slotte geen eind aan.
Wordt met algemeene stemmen- besloten af
wijzend te beslissen.
Weth. STRUIJK: Het ligt meer op den weg
der landbouworganisaties in die richting werk
zaam te zijn.
Ged, Staten hebben enkele aanmerkingen van
administratieven aard over de gemeentebegroo
ting van 1932. De post „kwade posten" willen
zij met 684 verhoogd hebben en onvoorzien
met eenzelfde -bedrag verlaagd.
Tot lid der plaatselijke schoolcommissie werd
herkozen de heer H. Rooij. Voordracht was
no. 1 H. Rooij, no. 2 J. v. d. Meide Lz.
Vastgesteld wordt een verordening op de hef
fing en de invordering op de besmettelijke ziek-
tengelden. De bedragen zijn eensluidend met die
in andere gemeenten.
Vastgesteld wordt het ambtenarenreglement.
De heer VOGELAAR wil ar£..,41 voor de
gehuiwde ambtenaren (dat handelt over verlof
bij zwangerschap) schrappen en in art. 55 al
leen de woorden handhaven: „de vrouwelijke
ambtenaar krijgt bij -huwelijk eervol ontslag".
Ook boven den 45-jarigen leeftijd.
De VOORZITTER meent, dat dit moeilijk
kan, daar ook de schoolschoonhoudster onder
de bepalingen van het ambtenarenreglement valt
en deze dus ontslagen zou moeten worden. Men
kan niet a tout prix ieder geval uitsluiten.
Na eenige discussie wordt met algemeene
1 stemmen besloten de bepalingen volgens het ont
werp te handhaven. De Raad heeft wèl in zijn
eigen macht wie hij al dan niet benoemen wil.
Dan stelt de heer VOGELAAR voor de be
paling over niet gebruikte vacantie, die dan het
volgende jaar slechts voor de helft -te ver
krijgen is, te veranderen en te -bepalen, dat wan
neer een ambtenaar wegens drukke werkzaam
heden geen vacantie krijgt, hij recht heeft op
de volle vacantie in het volgende jaar.
Dit wordt met algemeene stemmen aange
nomen.
De heer VAN DIJK wijst op art. 14, waarin
verboden wordt aan ambtenaren boven de 1000
zonder vergunning van B. en W. bijbaantjes te
verrichten, van welke bepaling echter ambte
naren-, die reeds in dienst der gemeente zijn,
worden buitengesloten, wat spr. afkeurt. Ook
de ambtenaren, die nu in -gemeentedienst zijn,
wil spr. er onder begrijpen en geen uitzonde
ringen maken.
De VOORZITTER betoogt, dat dit onbillijk
is tegenover de -tegenwoordige ambtenaren, om
dat die op die nieuwe voorwaarden niet zijn
aangesteld.
Dan vindt de heer VAN DIJK het niet goed,
dat ambtenaren, die langer dan 10 jaar in dienst
zijn, bij ziekte 18 maanden uitkeering krijgen en-
die minder dan 10 dienstjaren hebben, maar
12 maanden. Spr. wil ook de laatsten 18 maan
den steun geven, wat voor hun'gezinnen soms
noodig kan zijn.
De VOORZITTER: Hoe ouder men wordt,
hóe grooter de risico is van ziek worden.
De heer VAN DIJK: De ondersteuning kan
ook bij jonge ambtenaren noodig wezen.
De VOORZITTER; U noemt, geloof ik, al
les ondersteuning. Loon wilt U zeker ook al
steun noemen Spr. heeft er geen bezwaar tegen
dat jonge ambtenaren ook 18 maanden- lang uit
keering krijgen
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
De heer VAN DIJK wil in art. 58 bepalen,
dat de beslissing over wachtgeld door B. en W.
genomen wordt, nadat de Raad gehoord is.
De VOORZITTER. B. en W. worden toch
door den Raad gekozen Ze hebben toch het
vertrouwen van den Raad wel
De heer VAN DIJK: Er kan een ander col
lege van B. en W. komen.
De VOORZITTER: Maar dat heeft de Raad
toch zelf in de hand Bovendien-, er kan ook
een andere Raad komen. Spr. heeft er echter
geen bezwaar tegen deze redactie op te nemen.
Wordt met algemeene stemmen aangenomen.
Vastgesteld wordt een steunregeling voor
werk-loozen.
B. en W. stellen voor georganiseerden, ge
huwd en ongehuwd 6 per week plus 50 cent
kindertoeslag tot 4 kinderen. Voor ongeorgani
seerden 5.50 plus 50 cent kindertoeslag tot
4 kinderen-. Het komt er dus op neer, dat ge-
organiseerden 6 tot 8 en ongeorganiseerden
5.50 tot 7.50 krijgen. Kostwinners 5
per week. Als steenkolentoeslag wordt 0.50
per week gegeven.
De heer TOL: Volgens deze regeling wordt
de organisatie kapot gemaakt. Er zijn gevallen,
dat ongeorganiseerden hooger komen met hun
steun dan georganiseerden, die uit de Bondskas
krijgen.
De VOORZITTER: Daarvoor zou dan een
afzonderlijke regeling gemaakt moeten worden.
Toeslag aan georganiseerden moet met toe
stemming van den Minister gegeven worden.
En dat zal afzonderlijk beoordeeld moeten wor
den.
De heer TOL: Ik stel dan voor die afzonder
lijke regeling te maken.
De VOORZITTER: Dat is zoo opeens maar
niet te formuleeren.
De heer TOL: Er kan toch een afzonderlijke
regeling gemaakt worden
De VOORZITTER: Ja, B. en W. zijn er in
principe wel voor. Maar het beste is, dat het
eerst even in B. en W. onder de oogen wordt
gezien.
Weth. STRUIJK: Ik ben er voor ongeorga
niseerden en georganiseerden gelijk op te -be
handelen.
De heer TOL: Daar gaat -het nu juist over.
Volgens deze voorstellen van B. en- W. wor
den de georganiseerden en de niet-georgani-
seerden niet gelijk behandeld, maar zullen zich
gevallen voordoen, dat de ongeorganiseerden
Ia „De Zeeuw" schrijft Opvoeder Brieven
over de Opvoeding.
Dezen keer vraagt Opvoeder: Wat uw groote
jongens 's avonds doen En dan geeft hij over
die vraag een kostelijk artikeltje.
Ik laat het graag u allen lezen, daarom zet
ik het maar hieronder in ons hoekje
Wat uw grootere jongens 's avonds doen
Ja, overdag werken ze natuurlijk. Ze gaan
naar 't land of naar de schuur; ze zijn in de
winkel of op het kantoor; ze bezoeken een
school voor voortgezet onderwijs of werken
„dn de zaa-k". In elk geval hebben- ze overdag
hun werk, als ze tenminste niet werkloos zijn
Dat laatste hopen we van harte niet
Daar zullen wel geen ouders zijn, die zich
voor dat dagelijksch werk van hun zoons niet
interesseeren. Neen, neen Dat heeft wel hun
volle belangstelling 1 Natuurlijk
Maar nu zijn er helaas ook ouders, die zich
veel te weinig afvragen, wat hun grootere jon
gens nu wel 's avonds doen. Daar zijn er zelfs
wel, die- durven zeggen: „nu ja, dat moeten ze
zelf maar weten ;daar bemoei ik me zoo niet
mee,"
'k Weet niet, of er zulke ook onder mijn
•lezers zijn. Als dat wel zool is, dan wil ik
daarover wed eens praten.
Want dat zou niet goed zijn. Het is van
minstens evenveel belang, dat ge u wel degelijk
bemoeit met die avondbezi-gheden, dan dat ge
u interesseert voor het -broodwinnend werk over
dag. Als ge even nadenkt, zult ge mij dat wel
toestemmen.
Ik zal u een paar dingen noemen, die ge
toch zeker even sterk zult afkeuren als ik. Als
uw jongens avond aan avond maar over dé
straat liepen, met „vrienden", straat in, straat
uit; of ook op en neer, slenterend steeds dezelfde
weg of het marktplein heen en weer: dan vindt
ge toch die avonden niet goed besteed
Of als uw jongens eiken avond maar weer
half dommelend achter de kachel pijpjes zaten
te rooken en voor bitter weinig anders belang
stelling -toonden: dan kunt ge dat toch niet
goedkeuren
En als ze zich maar steeds weer in hun
avonduren verdiepen in allerlei romanentjes en
lectuur, die eigenlijk een beetje lichtschuw is en
niet dan zielverwoestend werken -kan: dan heeft
dat toch uw instemming zeker niet
En ge -gelooft toch ook wel, dat gij als ouders
daarvoor mede verantwoordelijk zijt 't Zal
wel waar zijn
Welnu dan. We hebben enkele dingen ge
noemd, die afkeurenswaardig zijn. Laat ons ook
het een- en ander noemen, dat als wat beters
daarvoor in de plaats kan komen.
Wek uw jongens, dë grootere; op, dat ze
meeleven in verschillende goede kringen. Wek
ze op, lid van een jongelingsvereeniging te zijn.
En daarvoor ook te werken. Niet al te veel;
maar toch ijverig, naar de mate hunner gaven
en krachten. Ze moeten zich voor de vergaderin
gen voorbereiden, eens wat onderzoeken; wat
-Bijbelsche geschiedenis betreft; wat Kerkgeschie
denis aangaat; wat Vaderlandsohe historie be
treft; wat de beginselen aangaat voor ons maat
schappelijk en staatkundig leven-. En daarvoor
moeten ze vooral een degelijk Christelijk dag-
bladlezen, opdat ze -beter de richtingen en
denkwijzen -leeren onderscheiden.
Wek ze op, een Christelijke reciteervereeni-
ging te -bezoeken; lid te worden van een Chris
telijke zangvereeniging; eens een paar keer in
een jaar de avond gezellig en goed door te
brengen in een ander, -liefst hoogstaand (in gees
telijk-zedelijke zin) huisgezin, bi) familie of
kennis, opdat zoo -de blik wat verruimd wordt.
En voeg hier nu nog maar bij, wat ge meer
voor -goeds wenscht. Of laat er van weg, wat
ge misschien voor uw jongen minder geschikt
acht.
Maar interesseer u in elk geval voor de
bedoelde zaak.
M'n beste nichtjes en neefjes
Misschien hebben er van jullie nog stilletjes
gehoopt, dat ik -dezen keer de uitslag geven zou
van onzen wedstrijd. Maar kijken jullie eens
wat een stuk ik al noodig heb gehad -voor al
jullie brieven te beantwoorden.
Ik kan echt geen stukje meer gebruiken om
al het wedstrijdnieuws mee te deelen. Maar
volgende week is het weer dë week, dat ik de
briefjes niet beantwoord, dan heb dk er weer
al de ruimte voor. Tot zoolang dus nog
wachten.
De prijs is dezen keer gewonnen door
JO VAN DEN HEUVEL te Ooltgensplaat.
Nu allemaal heel veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
Joop van den H. te Ooltgensplaat. Het is wel
laat, maar nog gefelicitered met den jarige.
Arie W. van Stad aan 't 'Haringvliet, de har
telijke groeten van Joop,
Mimi van den H. te Ooltgensplaat, 'Die tee-
kening is prachtig en nou Moe je zoo geholpen
heeft werd het ook nog een kranige brief. Jij
bent nu mijn jongste nichtje. Dat vind ik wel
leuk, hoor.
Cornelis C. van den H. te Ooltgensplaat. Wel
je hebt toch nog wel even den tijd, hoor, 't is
nog geen April. Maar al is het er nog een
poosje vandaan, 't schoolwerk moet altijd goed
wezen, of het nu vlak voor de verhooging is
of niet. Dat vind ik ook. Prettig, dat je zoo
graag bij je Meester zit,
Betje van den T. te Sommelsdijk. Je -bent
ook welkom in onze raadselfamilie. Wie is je
vriendinnetje Het is leuk om samen mee te
doen. Kon je de oplossingen nog al gauw vin
den voor den eersten keer In welke klas zit je
Cornelia A. R. te Nieuwe Tonge, 'k Ben blij,
dat de prijs zoo naar je zin is. Wat kun je
vlug lezen, dat je al zoo ver bent. Je leest
zeker graag
Jan Z. te Middelharnis. Jij teekent zeker nog
al graag, anders was je er vorigen keer niet
toe gekomen om nog eens een teekening te
maken. In welke klas zit je Je schiet zeker al
aardi-g op in school naar de zevende klas
Piet H. te Ouddorp. Wel, dat was een geluk
bij een ongeluk toen- jij net vacantie had en voor
't vee kon zorgen, omdat vader het toen niet
kon doen. 'k Hoop, dat het nu niet meer noodig
is, dat je er voor zorgt. Wat heerlijk, dat je
't de Kerstdagen zoo prettig gehad hebt. Dat
heb je goed geraden, dan kom ik wel eens -langs.
Maar nu is daar geen sprake, van, brr. Dat
overkomt ieder wel eens in onze raadselfamilie,
dat ze eens één keer een raadsel niet weten.
Maar daar zet ik heusch geen boos gezicht
voor hoor. Een anderen keer beter.
Jaitnie van D. te Beverwijk. Wel zoo, dan
zijn we gelijk in Rotterdam geweest. Hadden
we dat gewetenMaar 'k heb er geen sleedje
gereden. Heusch niet. Fijn, dat je op de Mulo
gaat. Vind je Fransch prettig? Dat -boekje -heb
ik ook gelezen'.
Nelly K. te Sommelsdijk. Dat viel dus nog
eens mee, dat je zoo gauw weer aan de beurt
was voor een prijs. Heb je 't boek al uit
Voor jou is het nog eens makkelijk. Als je in
de kraiit leest, dat je een prijs hebt, kun je hem
in vijf minuutjes halen.
Marie K. te Sommelsdijk. Wat heb je een
verbazend leuk postpapier. Die olifant staat er
zoo leutig op, op zulk papier schrijf je voor
je plezier een brief.
Gerrit P. te Numansdorp. Dat was een droe
vig verhaal van je witte muisjes. Maar wie
gaat er nu ook mee op reis. I-k had echt mede
lijden met dat eene -beestje en die kat zou ik
nu nog met genoegen een draai om zijn ooren
geven. Zijn die je nu hebt ook weer zulke leuke
besetjes Wees er nu maar 'heel voorzichtig
mee. I-k vind je hoeft van zoo'n kleine diertje
niet zoo te schrikken, hé? 't Eet je heele-
maal niet op.
Leendert J. K, te Nieuwe Tonge. 'k Hoop,
dat Opa nu weer -heelemaa] beter is. Hoe is dat
gekomen Naar Nijmegen is een heele reis.
Hoe lang heb je daar wel over gevaren Je
bent dan toch een kranige visscher. Als je weer
eens zooveel vangt, dan houd ik me aanbevolen
hoor voor een deel van den buit.
Bram P. te Numansdorp. Fijn zeg, zulke
mooie cijfers. Daar was Moe zeker ook wel
blij mee. Heb je 't nieuwe leesboekje al ge
kregen. Ja zeker Vertel me er dan maar eens
wat van. Staan er mooie plaatje? in Die wat
verdient, die krijgt wat. Zoo zal dé juffrouw er
ook over denken. Wanneer hebben jullie ver-
'hooging In April, dan -gaat het al aardig op
schieten naar -de tweede klas.
Mien van der K. te Alphen aan den Rijn.
Er is nog al een' nichtje in onze raadsel-
familie, die 't zelfde boekje over de Zondags
school gehad heeft, 't Is mooi, hé 'k Heb het
ook gelezen. Wat grappig, dat die twee kleine
baasjes het niet met elkander konden- vinden.
Zulke rakkertjes. Is Gré ook weer druk aan
de studie
Riek P, te Numansdorp. Die nachtzak zal wel
mooi worden. Hoe ver ben je er 'al aan Hoe
groot is het kleedje, dat je maakt Het zal ook
wel mooi worden. Moe zal het wel echt vinden,
dat jij al zooveel handwerken maakt, want dat
komt altijd van pas.
Sibilla N. te Zuidland. Je hebt het boek al
gauw uitgelezen. Vond je 't mooi? Leuk, dat
je zoo uit logeeren geweest bent. De griep was
-bij jou dan gelukkig weer gauw over. Ja, bij
ons zijn ook vee] menschen ziek. Het is voor
Moe prettig, dat jullie wat 'helpen, als 't meisje
ui-t is. Waar woont die vrouw waar je naar
vroeg Ik ken er wel één van dien naam, maar
'k weet niet of we dezelfde bedoplen.
Neeltje N. te Zuidland. Vacantie hebben en
uitgaan, dat is ook wel fijn, hé Maar 'k denk,
dat je nu zoo gewoon ook wel weer prettig
vind.
To V. te Utrecht, Je -hebt me dan een paar
keer leelljk in den- steek gelaten. En dat nog al
in vacantie. Maar in de vacantie heb je 't meest
al druk. Dat overkomt mij ook wel, hoor. Doe
je Beppie de groeten terug
Marie H. N. te Middelharnis. Je hoeft ook
altijd niet ver te gaan om het gezellig te hebben.
Op zoo'n manier is het wel een prettig vacantie-
eind als de eerste dag op school ook weer een
beetje feestelijk is. Gezellig, hé, met Moe uit
Dat vond ik ook altijd.
Jaantje M. te Fijnaart. Je hebt je kans nog
goed waargenomen voor het opstel. Dank voor
je nieuwe raadsels. Met hoeveel zusjes zijn jul
lie Doe je Moe de groeten terug,
Jaantje N, te iDrksland. Wat «en gezellige
lange brief was dat. Daar heb ik eens gezellig
den tijd voor genomen om dien te lezen. Dat
is een leuke gedachte van meester om op zoon
manier de goede opstellen bij elkaar te houden.
Je hebt dan wel prettige vacantiediagen gehad.
Toen -je bij je kleine nichtje was, heb je ze zeker
wel een beetje verwend? Dat -gaat vanzelf als
het zoo'n lief klein ding is. Moeen Opa de
groeten terug.
Bram W. te Stad aan 't Haringvliet, 't Was
makkelijk, dat zoo het boekje geruild werd, hé
Fijn zoo varen, alshet mttër niet waait,
want dan sta ik liever op den kant. Hoe lang
ben je uit geweest
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Jij ook
al uit geweest Maar 't is waar, jij hebt mij
danig vergeten. Gelukkig, dat ik nu weer een
echten brief -gehad heb. Is Hansje nu weer -beter
'k Hoop het maar, hoor. Cor van den H., dé
groeten van Arie uit Stad.
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Hoe is
het met de orgelles afgeloopen Zat alles er
goed in Jammer, dat je 't met die repetitie nog
maar niet één keer vereenvoudigd had. Dan had
je zeker een tien gehad. Maar je had nu ook
een goed cijfer. A. de R. uit Ooltgensplaat, de
hartelijke -groeten van Nel uit Stad.
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Nee Jan
baas, ik weet het nog zoo zeker niet, dat jij
het winn-en zou met sneeuwballen gooien, want
dat kan ik dan ook danig goed. We zullen 't
heusch nog eens moeten probeeren. Moe de
groeten terug.
Jaapje W. te Stad aan 't Haringvliet. Van
jou ook weer een -brief. Daar doe je goed aan.
Ik vind, dat je echt al mooi figuurtjes kunt
teekenen.
Neeltje ,A te Ouddorp. Je bent hartelijk wel
kom in onze familie. Wat schrijf je keurig
Maar je zit ook al -in de zevende klas. Dan
schiet je al op naar 't eind van 't schoolgaan.
Wat brei je nu? Als 'k van den zomer in
Ouddorp kom, zal ik eens kijken of ik je zie.
De oplossingen zijn
I. Stamboomen.
II. Hengelo, Dieren, Deventer, Volendam.
III. Leiderdorp, ei, rood, Rie, drop.
Nieuwe raadsels
I. Ingezonden door Jaantje M. te Fijnaart
Welk woord van vier lettergrepen staat hier
_heid
bijz
II. Ingezonden door Jaantje -M, te Fijnaart
Het geheel bestaat uit 20 letters en is een
bekend spreekwoord.
Een 15, 5, 19, 14 doet men om een- schilderij.
4, 1, 13, 3 gebruikt de schoenmaker.
Iemand ui-t Turkije 11, 8, 10, 6.
Een 12, 9, 20 is een kleine woning.
Deel van een woning 18, 16, 17, 18.
Lidwoord 7, 2.
III. Op welke tafel zet men geen eten
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
29 Januari worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldebode",
SOMMELSDIJK.