D ïZOSZJS "VOOS* TKO"ü"W, D Ingezonden. Gemeenteraad. Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. Ingezonden Stukken wen- en kinderexploitatie of zooals Tolstoï dat noemt: de somberten der Moderne Slavernij. „Tranen der verdrukten „En die geen- helper hadden „Weeskinderen gehuurd om de machines te steunen, „Moeders met haar zuigelingen aan 't wiel Die klassestrijd was er. De historie der Slavernij dagteekent niet van af 't tijdvak der Liberale Economie. In Rome en Griekenland heersohte hij ook; moest hij heerschen, toer» 't klein landbouwbedrijf door de vele oorlogen in grootbedrijf werd omgezet; toen de boeren ten oorlog werden opgeroepen; hun akkers door de aristocratie werden ge annexeerd; en voor dat reusachtig grootbedrijf nu werklui werden uitgekozen uit de over wonnenen. Zoo ontstond de agrarische Slavernij; de slavernij in den1 Griekschen en Romeinschen landbouw. Natuurlijk niet in de Grieksche en Romeinsche industrie; dat was on mogelijk, omdat 't industrieëele leven in deze twee Staten zich óf kenmerkte door kunst- industrie om daarmee goden en tempels te verheerlijken, welke in deze polytheïstische Sta ten d.i. van veelgodendom, in elke stad en op elk Tlein en op elk forum, en op elke markt, heuveltop en bergvallei noodig waren voor handhaving der religie;óf die industrie was w e e 1 d e-industrie voor de patriciërsmaar industrie in 't groot voor de zoogenaamde Wa- renproductie was onmogelijk, en zeer zeker on mogelijk in den vorm der moderne productie, want 't waren juist de slaven, die 't handwerk uitoefenden; wat de oorlogen, noodig hadden werd door de slaven als handwerk gefabriceerd. En toen was er ook al klassestrijd, maar niet geboren door ind-ustrieele, doch door landbouw- toestanden. En ieder, die iets uit de oude ge schiedenis der volkeren gelezen heeft, weet van de slavenopstanden mee te praten Doch laten we dat nu verder rusten. De voormannen ontkenden niet, en konden niet ontkennen den klassenstrijd, maar ze aan vaardden dien niet als een noodzakelijk beginsel, zooals 't Socialisme dat deed, en doet nog ten huldigen dage. Tegen dien van Socialistische zijde geponeer d-en noodzakelijken klassestrijd, stelden de voor mannen de Toenadering. 't Is hier nu niet de plaats om den klassen strijd in zijn Marxistische opvatting bloot te leggen; hij is een schakel in den keten van Socialistische dogma's; hij behoort in 't Socia listisch stelsel thuis, zooals een dooier in een ei; en de bevruchting gechiedt door de eeuwige zelfzucht van kip en haan, van voortbrenger en consumenten. Onze inleiding der 17 artikelen had tot doel over die houding en taak der Chr. arbeiders beweging een „voorwoord" te plaatsen; en dat kon -geen ander zijn dan de allesbeheerschende vraag: Wat dunkt 11 van den Christus? Wat dunkt U van 't Christendom Wie over „prac- tische politiek" wil meepraten, moet ook en vooral en in de -eerste plaats de „theoretische politiek" kennen; en zonder goed inzicht in de waardij des Christendoms is „theoretische Chris telijke -politiek" onmogelijk; is 't Sociale inzicht op Christelijke basis onmogelijk. 't ChristendomNeen, neen I 't is geen toeval; ',t is geen vriendelijk handgebaar; 't is geen kniebuiging, als Karl Kautsky in zijn groot wer kover „De Oorsprong van 't Christendom", èn handelend op blz. 1 over „De persoonlijk heid van Jezus" deze woorden neerschrijft „Welk standpunt men ook tegenover 't Chris tendom' moge innemen, in ieder geval moet men erkennen, dat 't een van de reusach tigs te verschijnselen is van de ons bekende geschiedenis der menschhe-id. Men kan zich niet verzetten tegen een gevoel van groot-e bewondering, b ij 't aan schouwen der Christelijke Kerk, die bijna tweeduizend jaar oud is, en nog steeds vol levenskracht voor ons staat, in veel landen zelfs krachtiger dan de staatsmacht. Zoo wordt alles wat er toe bijdraagt dit kolossale verschijnsel te begrijpen, dus ook de studie van den oorsprong dezer organisatie, hoewel ze ons eeuwen terug voert, -tot een aktueele zaak van groote beteekenis." Zóó schrijf op -blz. 1 van dat -befaamde boek een coryphee, een beginseldrager, leider, stichter der Socialistische partij. Met zoon bewondering over dat Christus- werk opent hij de galerij van zijn politieke en sociale beeldencollectie. Hij, de machtige Duitsche Volksleider, bij wien vergeleken wij maar een pygme, een dwergje zijn; hij beziet de Volkerenbewegingen, en alle politieke en sociale kwesties bij 't licht van de Jezus-persoonlijkheid, en de macht van de Christusleerdie hij als socialist miskent. „Practische politiek", „sociale kwesties" zijn voor ons niet te benaderen, dan 'bij 't licht van dat door Kautsky zoo juist getypeerde „reus achtige", „kolossale" verschijnsel. Neen de geschiedenis der Menschheid (en Kautsky voelde dat heel goed aan) is niet ge schreven door Boedha; is niet geschreven door Moha-med, hoevele m-illioenen maal millioenen belijders zij als godsdienststichters ook achter en nog voor zich hebbende geschiedenis der Menschheid is door Christus ge schreven; is door 't Jodendom als in een schaduw saamgetrokken; en 't Kruis van Golgotha staat daar als de koperen slang in de woestijn, om de Menschheid te redden dn haar „reusachtige" en „kolossale" blunders, die ze al eeuwen heeft gemaakt en nog maakt in hare van 't Christendom zoo lijnrecht afwijkende openbarin gen op publiek terrein. Daarom hebben we ,als Kautsky, ons centraal punt, in onze 17 artikelen, gelegd in niets dan 't Christendom. En we vroegen: Wat is dat Christendom Wat is de waardij van dat „reusachtige" verschijnsel in de ons bekende geschiedenis der Menschheid Is 'it Christendom een stelsel Een -humanis tisch samenweefsel van cultuur Een philoso phic En we hebben die vragen beantwoord. En vóór we over den Volkenbond als ons 15e, I6e en' 17e artikel schreven, gaven we een bepaling van dat Christendom. Slechts een bepaling. We konden en mochten niet verder gaan dan een sobere definitie, om dat 't Christendom geplant is in het heilige der Heiligen van 't Jodendom. Daar bij 't verzoen deksel der Joodsche religie staat de wieg des Christendoms. 'De bakermat des Christens ligt niet in Be-thlehem; ze staat in 't donker achter 't voorhangsel; verlicht werd ze door 't Engelenl-icht; en ze zal verlicht -blijven, omdat de Zon der gerechtigheid haar met een stralen krans omringt; tot op 't -eind der eeuwen, wan neer de Geest en de Bruid zeggen: Kom Heere Jezus Aanschouw wat Sion wrochtAan schouw de vrucht der algemeene genade Aan schouw de geredden uit de Menschheid. En neme in Uw hemel op de heerlijkheid der hei- densche en christelijke cultureele Ideeën, voor zoover ze op aarde U tot eere strekten." J. VAN DER WAAL. Middelharnis, 23 Januari 1932. (Wordt vervolgd). CHR. JEUGD EN SPORT. Indien we van den redacteur der Maas- en Scheldebode verlof krijgen, willen we dn 't Dinsdag- of liever Woensdagnummer zoo nu en dan „vierkantjes" plaatsen. Geen „driestar ren" die de redacteur als onderscheidingsteeken koos. Om ons op onzen Scholeninspecteur Brands- ma, een zeer nobel man, fijntjes te wreken, hadden we een „driehoek" moeten kiezen, want hij zei op 5 Jan. j.l.: „De heer v. d. Waal is een oprecht, eerlijk karakter, maar hoekig." Maar ik ben den tijd der Middeleeuwen ont groeid. Sprak je toen over hoeken d.i, haken en kabeljauwen, dan kreeg je ook een Hoeksche en Kabeljauwsche p a r t ij. Werd er een Smeekschrift aangeboden, dan zei Barlaimond: Ce ne sont que de q u e u x, d.i. 't zijn maar bedelaars; en warmepel, daar uit ontstond de Geuzen p a r t ij. Trokken de Fransche Protestanten een zeker hemd aan, een chemise, dadelijk heetten ze Camisarden der Cevennesbergen. Was je in Overijssel een veehouder, dadelijk was er -publieke ruzie tusschen Schieringers en Vetkoopers. Bijnamen als Piet de Mottige, Jaantje de Kwèk hebben we in een ommezien. Ben je een luie arbeider, dan schrijven ze op je deur met krijt: „Rust een weinig", nogal uit 'Bijbelsche sfeer. En zoo heeft een mensch maar gauw een typisch woord op zijn voorhoofd gekregen. Maar „hoekig" willen we niet zijn. „Vierkant" willen we wezen En lijnig dus ook. Zal 't lukken De zonde ligt aan de deur. Ecce homoZie den mensch. ^•LEEUWARDEN- De copie vu ingesoode» stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers. Mijnheer de Redacteur 1 Zooals bekend heeft het vervoer van personen Ooltgensplaat via Oude Tonge, Nieuwe Tonge, Middelharnis (station) per autobus plaats (de eerste dienst). Deze bussen -bieden geen voldoende plaats (althans op Dinsdagmorgen) niet voor het aan tal reizigers, Men laat dan maar instappen zooveel mogelijk en die er 'beslist niet meer in kunnen, laat men staan, die moeten maar zien op welke manier verder te reizen. Dan zit men als gepakten haring in die bus, waar nog bijkomt, dat de chauffeur buitenge woon snel moet rijden om op tijd te Middel harnis te zijn, op „verbod-en te rooken" niet wordt -gelet, en de nooddeur op slot is. Wanneer men dan na een gevaarlijke reis te Middelharnis-station is aangekomen, hoort men zooals verschenen Dinsdag 19 Januari j.l. blijft in de dus, in de tram is geen plaats meer, slechts voor enkelen, die stappen over en de te vol geladen autobus rijdt verder naar de haven. Wat zouden de gevolgen zijn, wanneer in zoon buitengewoon overbeladén autobus brand uitbrak of zoo'n bus reed te Middelharnis in de Kaai, waarlangs zeer gevaarlijke -bochten moe ten worden gepasseerd, of in 'botsing kwam met een andere auto, hetgeen dien bewusten ochtend bijna plaats had. In verband met vorenstaande is het m.i, hoog tijd, dat aan dien toestand een einde wordt ge maakt, of zal men den put dempen als het kalf verdronken is Of moeten de reizigers van Oost-Flakkee geoefend worden voor 'het toe komstige vervoermiddel „de autobus", of vallen die autobussen van de R. T. M. buiten de wet on openbare vervoermiddelen Ik eindig met de hoop, dat vorenstaande er mag toe bijdragen, tot het brengen van verbete ring in dit gevaarlijke vervoer. Een reiziger, die op 19 Jan, 1932 zoo'n gevaarlijke rit heeft medegemaakt. Met -verwijzing naar de in dit -blad voor komende advertentie der aangekondigde voor dracht met lichtbeelden door de Afd. van het „Groene Kruis" te Middelharnis^Sommeisdijk op Donderdag 28 Jan -a.s., 's avonds te 7.30 uur, in de zaal van Hotel Spee te Sommelsdijk, ach ten wij het niet overbodig de bijzondere aan- I dacht op deze lezing te vestigen. Allerwege dringt zich de noodzakelijkheid op voor meerdere en betere zorg voor het kind. Ook op dit terrein zijn nieuwe .denkbeelden gekomen en moeten andere wegen worden- ge volgd. Er dient gebroken met de oude wijze van „groot bdengen" zonder vaste lijn, waar voor moet komen een opvoeding met vast plan overeenkomstig aard en gesteldheid van het kind. Veel van ons doen en laten zal moeten worden herzien, want hierin -is veel verkeerds, onkunde en verzuim; met de droevige gevolgen- daarvan voor den lichamelijken welstand van het individu. Waar het „Groene Kruis" op jde -bres staat om hulp en bijstand te verleenen in zieke dagen, is het zeker ook haar taak mede te werken om ziekte t-e voorkomen en de gezondheid te helpen -bevorderen. Hiertoe behoort zeker ook de verbetering der lichamelijke opvoeding van het kind. De afdee- ■ling zal het voorrecht genieten, de spreker hier over zijn denkbeelden te hooren ontwikkelen en wij zijn overtuigd, dat het een belangrijke en nuttige avond 'zal zijn Door woord en beeld zal ons worden duidelijk gemaakt de groote beteekenis van een goede lichamelijke opvoeding en verzorging voor in dividu en gemeenschap en dus voor het levens geluk van het volk. De spreker, die al jaren dit en andere opvoedkundige en hygiënische onderwerpen -in het geheele land behandelt, trekt overal vall-e zalen en wij hopen, dat dit ook 'hier zoo zal zijn. Niemand mag deze be langrijke vergadering verzuimen, want voor velen zullen moeilijkheden -in de opvoeding worden verklaard enmogelijk opgelost. HET BESTUUR. Vergadering van den Raad der gemeente MELISSANT op Woensdag 20 Jan,, des nam .om 2 uur. Afwezig de heer C, A. A. Kort. De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden voorgelezen en onveranderd worden vastgesteld. De kas van den gemeente-ontvanger is na gezien en in orde bevonden. In kas was 2772.74. Ged. Staten berichten, dat zij de goedkeuring van de gemeentebegrooting 1932 hebben ver daagd. Een der gemeenten vraagt adhaesie-betuiging aan een adres aan de Kroon met verzoek tot het instellen van een departement van Landbouw over te gaan. De VOORZITTER meent, dat het niet op den weg der gemeentebesturen ligt om aan aller lei adressen adhaesie te betuigen. Er is ten slotte geen eind aan. Wordt met algemeene stemmen- besloten af wijzend te beslissen. Weth. STRUIJK: Het ligt meer op den weg der landbouworganisaties in die richting werk zaam te zijn. Ged, Staten hebben enkele aanmerkingen van administratieven aard over de gemeentebegroo ting van 1932. De post „kwade posten" willen zij met 684 verhoogd hebben en onvoorzien met eenzelfde -bedrag verlaagd. Tot lid der plaatselijke schoolcommissie werd herkozen de heer H. Rooij. Voordracht was no. 1 H. Rooij, no. 2 J. v. d. Meide Lz. Vastgesteld wordt een verordening op de hef fing en de invordering op de besmettelijke ziek- tengelden. De bedragen zijn eensluidend met die in andere gemeenten. Vastgesteld wordt het ambtenarenreglement. De heer VOGELAAR wil ar£..,41 voor de gehuiwde ambtenaren (dat handelt over verlof bij zwangerschap) schrappen en in art. 55 al leen de woorden handhaven: „de vrouwelijke ambtenaar krijgt bij -huwelijk eervol ontslag". Ook boven den 45-jarigen leeftijd. De VOORZITTER meent, dat dit moeilijk kan, daar ook de schoolschoonhoudster onder de bepalingen van het ambtenarenreglement valt en deze dus ontslagen zou moeten worden. Men kan niet a tout prix ieder geval uitsluiten. Na eenige discussie wordt met algemeene 1 stemmen besloten de bepalingen volgens het ont werp te handhaven. De Raad heeft wèl in zijn eigen macht wie hij al dan niet benoemen wil. Dan stelt de heer VOGELAAR voor de be paling over niet gebruikte vacantie, die dan het volgende jaar slechts voor de helft -te ver krijgen is, te veranderen en te -bepalen, dat wan neer een ambtenaar wegens drukke werkzaam heden geen vacantie krijgt, hij recht heeft op de volle vacantie in het volgende jaar. Dit wordt met algemeene stemmen aange nomen. De heer VAN DIJK wijst op art. 14, waarin verboden wordt aan ambtenaren boven de 1000 zonder vergunning van B. en W. bijbaantjes te verrichten, van welke bepaling echter ambte naren-, die reeds in dienst der gemeente zijn, worden buitengesloten, wat spr. afkeurt. Ook de ambtenaren, die nu in -gemeentedienst zijn, wil spr. er onder begrijpen en geen uitzonde ringen maken. De VOORZITTER betoogt, dat dit onbillijk is tegenover de -tegenwoordige ambtenaren, om dat die op die nieuwe voorwaarden niet zijn aangesteld. Dan vindt de heer VAN DIJK het niet goed, dat ambtenaren, die langer dan 10 jaar in dienst zijn, bij ziekte 18 maanden uitkeering krijgen en- die minder dan 10 dienstjaren hebben, maar 12 maanden. Spr. wil ook de laatsten 18 maan den steun geven, wat voor hun'gezinnen soms noodig kan zijn. De VOORZITTER: Hoe ouder men wordt, hóe grooter de risico is van ziek worden. De heer VAN DIJK: De ondersteuning kan ook bij jonge ambtenaren noodig wezen. De VOORZITTER; U noemt, geloof ik, al les ondersteuning. Loon wilt U zeker ook al steun noemen Spr. heeft er geen bezwaar tegen dat jonge ambtenaren ook 18 maanden- lang uit keering krijgen Wordt met algemeene stemmen aangenomen. De heer VAN DIJK wil in art. 58 bepalen, dat de beslissing over wachtgeld door B. en W. genomen wordt, nadat de Raad gehoord is. De VOORZITTER. B. en W. worden toch door den Raad gekozen Ze hebben toch het vertrouwen van den Raad wel De heer VAN DIJK: Er kan een ander col lege van B. en W. komen. De VOORZITTER: Maar dat heeft de Raad toch zelf in de hand Bovendien-, er kan ook een andere Raad komen. Spr. heeft er echter geen bezwaar tegen deze redactie op te nemen. Wordt met algemeene stemmen aangenomen. Vastgesteld wordt een steunregeling voor werk-loozen. B. en W. stellen voor georganiseerden, ge huwd en ongehuwd 6 per week plus 50 cent kindertoeslag tot 4 kinderen. Voor ongeorgani seerden 5.50 plus 50 cent kindertoeslag tot 4 kinderen-. Het komt er dus op neer, dat ge- organiseerden 6 tot 8 en ongeorganiseerden 5.50 tot 7.50 krijgen. Kostwinners 5 per week. Als steenkolentoeslag wordt 0.50 per week gegeven. De heer TOL: Volgens deze regeling wordt de organisatie kapot gemaakt. Er zijn gevallen, dat ongeorganiseerden hooger komen met hun steun dan georganiseerden, die uit de Bondskas krijgen. De VOORZITTER: Daarvoor zou dan een afzonderlijke regeling gemaakt moeten worden. Toeslag aan georganiseerden moet met toe stemming van den Minister gegeven worden. En dat zal afzonderlijk beoordeeld moeten wor den. De heer TOL: Ik stel dan voor die afzonder lijke regeling te maken. De VOORZITTER: Dat is zoo opeens maar niet te formuleeren. De heer TOL: Er kan toch een afzonderlijke regeling gemaakt worden De VOORZITTER: Ja, B. en W. zijn er in principe wel voor. Maar het beste is, dat het eerst even in B. en W. onder de oogen wordt gezien. Weth. STRUIJK: Ik ben er voor ongeorga niseerden en georganiseerden gelijk op te -be handelen. De heer TOL: Daar gaat -het nu juist over. Volgens deze voorstellen van B. en- W. wor den de georganiseerden en de niet-georgani- seerden niet gelijk behandeld, maar zullen zich gevallen voordoen, dat de ongeorganiseerden Ia „De Zeeuw" schrijft Opvoeder Brieven over de Opvoeding. Dezen keer vraagt Opvoeder: Wat uw groote jongens 's avonds doen En dan geeft hij over die vraag een kostelijk artikeltje. Ik laat het graag u allen lezen, daarom zet ik het maar hieronder in ons hoekje Wat uw grootere jongens 's avonds doen Ja, overdag werken ze natuurlijk. Ze gaan naar 't land of naar de schuur; ze zijn in de winkel of op het kantoor; ze bezoeken een school voor voortgezet onderwijs of werken „dn de zaa-k". In elk geval hebben- ze overdag hun werk, als ze tenminste niet werkloos zijn Dat laatste hopen we van harte niet Daar zullen wel geen ouders zijn, die zich voor dat dagelijksch werk van hun zoons niet interesseeren. Neen, neen Dat heeft wel hun volle belangstelling 1 Natuurlijk Maar nu zijn er helaas ook ouders, die zich veel te weinig afvragen, wat hun grootere jon gens nu wel 's avonds doen. Daar zijn er zelfs wel, die- durven zeggen: „nu ja, dat moeten ze zelf maar weten ;daar bemoei ik me zoo niet mee," 'k Weet niet, of er zulke ook onder mijn •lezers zijn. Als dat wel zool is, dan wil ik daarover wed eens praten. Want dat zou niet goed zijn. Het is van minstens evenveel belang, dat ge u wel degelijk bemoeit met die avondbezi-gheden, dan dat ge u interesseert voor het -broodwinnend werk over dag. Als ge even nadenkt, zult ge mij dat wel toestemmen. Ik zal u een paar dingen noemen, die ge toch zeker even sterk zult afkeuren als ik. Als uw jongens avond aan avond maar over dé straat liepen, met „vrienden", straat in, straat uit; of ook op en neer, slenterend steeds dezelfde weg of het marktplein heen en weer: dan vindt ge toch die avonden niet goed besteed Of als uw jongens eiken avond maar weer half dommelend achter de kachel pijpjes zaten te rooken en voor bitter weinig anders belang stelling -toonden: dan kunt ge dat toch niet goedkeuren En als ze zich maar steeds weer in hun avonduren verdiepen in allerlei romanentjes en lectuur, die eigenlijk een beetje lichtschuw is en niet dan zielverwoestend werken -kan: dan heeft dat toch uw instemming zeker niet En ge -gelooft toch ook wel, dat gij als ouders daarvoor mede verantwoordelijk zijt 't Zal wel waar zijn Welnu dan. We hebben enkele dingen ge noemd, die afkeurenswaardig zijn. Laat ons ook het een- en ander noemen, dat als wat beters daarvoor in de plaats kan komen. Wek uw jongens, dë grootere; op, dat ze meeleven in verschillende goede kringen. Wek ze op, lid van een jongelingsvereeniging te zijn. En daarvoor ook te werken. Niet al te veel; maar toch ijverig, naar de mate hunner gaven en krachten. Ze moeten zich voor de vergaderin gen voorbereiden, eens wat onderzoeken; wat -Bijbelsche geschiedenis betreft; wat Kerkgeschie denis aangaat; wat Vaderlandsohe historie be treft; wat de beginselen aangaat voor ons maat schappelijk en staatkundig leven-. En daarvoor moeten ze vooral een degelijk Christelijk dag- bladlezen, opdat ze -beter de richtingen en denkwijzen -leeren onderscheiden. Wek ze op, een Christelijke reciteervereeni- ging te -bezoeken; lid te worden van een Chris telijke zangvereeniging; eens een paar keer in een jaar de avond gezellig en goed door te brengen in een ander, -liefst hoogstaand (in gees telijk-zedelijke zin) huisgezin, bi) familie of kennis, opdat zoo -de blik wat verruimd wordt. En voeg hier nu nog maar bij, wat ge meer voor -goeds wenscht. Of laat er van weg, wat ge misschien voor uw jongen minder geschikt acht. Maar interesseer u in elk geval voor de bedoelde zaak. M'n beste nichtjes en neefjes Misschien hebben er van jullie nog stilletjes gehoopt, dat ik -dezen keer de uitslag geven zou van onzen wedstrijd. Maar kijken jullie eens wat een stuk ik al noodig heb gehad -voor al jullie brieven te beantwoorden. Ik kan echt geen stukje meer gebruiken om al het wedstrijdnieuws mee te deelen. Maar volgende week is het weer dë week, dat ik de briefjes niet beantwoord, dan heb dk er weer al de ruimte voor. Tot zoolang dus nog wachten. De prijs is dezen keer gewonnen door JO VAN DEN HEUVEL te Ooltgensplaat. Nu allemaal heel veel groeten van jullie TANTE TRUUS. Joop van den H. te Ooltgensplaat. Het is wel laat, maar nog gefelicitered met den jarige. Arie W. van Stad aan 't 'Haringvliet, de har telijke groeten van Joop, Mimi van den H. te Ooltgensplaat, 'Die tee- kening is prachtig en nou Moe je zoo geholpen heeft werd het ook nog een kranige brief. Jij bent nu mijn jongste nichtje. Dat vind ik wel leuk, hoor. Cornelis C. van den H. te Ooltgensplaat. Wel je hebt toch nog wel even den tijd, hoor, 't is nog geen April. Maar al is het er nog een poosje vandaan, 't schoolwerk moet altijd goed wezen, of het nu vlak voor de verhooging is of niet. Dat vind ik ook. Prettig, dat je zoo graag bij je Meester zit, Betje van den T. te Sommelsdijk. Je -bent ook welkom in onze raadselfamilie. Wie is je vriendinnetje Het is leuk om samen mee te doen. Kon je de oplossingen nog al gauw vin den voor den eersten keer In welke klas zit je Cornelia A. R. te Nieuwe Tonge, 'k Ben blij, dat de prijs zoo naar je zin is. Wat kun je vlug lezen, dat je al zoo ver bent. Je leest zeker graag Jan Z. te Middelharnis. Jij teekent zeker nog al graag, anders was je er vorigen keer niet toe gekomen om nog eens een teekening te maken. In welke klas zit je Je schiet zeker al aardi-g op in school naar de zevende klas Piet H. te Ouddorp. Wel, dat was een geluk bij een ongeluk toen- jij net vacantie had en voor 't vee kon zorgen, omdat vader het toen niet kon doen. 'k Hoop, dat het nu niet meer noodig is, dat je er voor zorgt. Wat heerlijk, dat je 't de Kerstdagen zoo prettig gehad hebt. Dat heb je goed geraden, dan kom ik wel eens -langs. Maar nu is daar geen sprake, van, brr. Dat overkomt ieder wel eens in onze raadselfamilie, dat ze eens één keer een raadsel niet weten. Maar daar zet ik heusch geen boos gezicht voor hoor. Een anderen keer beter. Jaitnie van D. te Beverwijk. Wel zoo, dan zijn we gelijk in Rotterdam geweest. Hadden we dat gewetenMaar 'k heb er geen sleedje gereden. Heusch niet. Fijn, dat je op de Mulo gaat. Vind je Fransch prettig? Dat -boekje -heb ik ook gelezen'. Nelly K. te Sommelsdijk. Dat viel dus nog eens mee, dat je zoo gauw weer aan de beurt was voor een prijs. Heb je 't boek al uit Voor jou is het nog eens makkelijk. Als je in de kraiit leest, dat je een prijs hebt, kun je hem in vijf minuutjes halen. Marie K. te Sommelsdijk. Wat heb je een verbazend leuk postpapier. Die olifant staat er zoo leutig op, op zulk papier schrijf je voor je plezier een brief. Gerrit P. te Numansdorp. Dat was een droe vig verhaal van je witte muisjes. Maar wie gaat er nu ook mee op reis. I-k had echt mede lijden met dat eene -beestje en die kat zou ik nu nog met genoegen een draai om zijn ooren geven. Zijn die je nu hebt ook weer zulke leuke besetjes Wees er nu maar 'heel voorzichtig mee. I-k vind je hoeft van zoo'n kleine diertje niet zoo te schrikken, hé? 't Eet je heele- maal niet op. Leendert J. K, te Nieuwe Tonge. 'k Hoop, dat Opa nu weer -heelemaa] beter is. Hoe is dat gekomen Naar Nijmegen is een heele reis. Hoe lang heb je daar wel over gevaren Je bent dan toch een kranige visscher. Als je weer eens zooveel vangt, dan houd ik me aanbevolen hoor voor een deel van den buit. Bram P. te Numansdorp. Fijn zeg, zulke mooie cijfers. Daar was Moe zeker ook wel blij mee. Heb je 't nieuwe leesboekje al ge kregen. Ja zeker Vertel me er dan maar eens wat van. Staan er mooie plaatje? in Die wat verdient, die krijgt wat. Zoo zal dé juffrouw er ook over denken. Wanneer hebben jullie ver- 'hooging In April, dan -gaat het al aardig op schieten naar -de tweede klas. Mien van der K. te Alphen aan den Rijn. Er is nog al een' nichtje in onze raadsel- familie, die 't zelfde boekje over de Zondags school gehad heeft, 't Is mooi, hé 'k Heb het ook gelezen. Wat grappig, dat die twee kleine baasjes het niet met elkander konden- vinden. Zulke rakkertjes. Is Gré ook weer druk aan de studie Riek P, te Numansdorp. Die nachtzak zal wel mooi worden. Hoe ver ben je er 'al aan Hoe groot is het kleedje, dat je maakt Het zal ook wel mooi worden. Moe zal het wel echt vinden, dat jij al zooveel handwerken maakt, want dat komt altijd van pas. Sibilla N. te Zuidland. Je hebt het boek al gauw uitgelezen. Vond je 't mooi? Leuk, dat je zoo uit logeeren geweest bent. De griep was -bij jou dan gelukkig weer gauw over. Ja, bij ons zijn ook vee] menschen ziek. Het is voor Moe prettig, dat jullie wat 'helpen, als 't meisje ui-t is. Waar woont die vrouw waar je naar vroeg Ik ken er wel één van dien naam, maar 'k weet niet of we dezelfde bedoplen. Neeltje N. te Zuidland. Vacantie hebben en uitgaan, dat is ook wel fijn, hé Maar 'k denk, dat je nu zoo gewoon ook wel weer prettig vind. To V. te Utrecht, Je -hebt me dan een paar keer leelljk in den- steek gelaten. En dat nog al in vacantie. Maar in de vacantie heb je 't meest al druk. Dat overkomt mij ook wel, hoor. Doe je Beppie de groeten terug Marie H. N. te Middelharnis. Je hoeft ook altijd niet ver te gaan om het gezellig te hebben. Op zoo'n manier is het wel een prettig vacantie- eind als de eerste dag op school ook weer een beetje feestelijk is. Gezellig, hé, met Moe uit Dat vond ik ook altijd. Jaantje M. te Fijnaart. Je hebt je kans nog goed waargenomen voor het opstel. Dank voor je nieuwe raadsels. Met hoeveel zusjes zijn jul lie Doe je Moe de groeten terug, Jaantje N, te iDrksland. Wat «en gezellige lange brief was dat. Daar heb ik eens gezellig den tijd voor genomen om dien te lezen. Dat is een leuke gedachte van meester om op zoon manier de goede opstellen bij elkaar te houden. Je hebt dan wel prettige vacantiediagen gehad. Toen -je bij je kleine nichtje was, heb je ze zeker wel een beetje verwend? Dat -gaat vanzelf als het zoo'n lief klein ding is. Moeen Opa de groeten terug. Bram W. te Stad aan 't Haringvliet, 't Was makkelijk, dat zoo het boekje geruild werd, hé Fijn zoo varen, alshet mttër niet waait, want dan sta ik liever op den kant. Hoe lang ben je uit geweest Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Jij ook al uit geweest Maar 't is waar, jij hebt mij danig vergeten. Gelukkig, dat ik nu weer een echten brief -gehad heb. Is Hansje nu weer -beter 'k Hoop het maar, hoor. Cor van den H., dé groeten van Arie uit Stad. Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Hoe is het met de orgelles afgeloopen Zat alles er goed in Jammer, dat je 't met die repetitie nog maar niet één keer vereenvoudigd had. Dan had je zeker een tien gehad. Maar je had nu ook een goed cijfer. A. de R. uit Ooltgensplaat, de hartelijke -groeten van Nel uit Stad. Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Nee Jan baas, ik weet het nog zoo zeker niet, dat jij het winn-en zou met sneeuwballen gooien, want dat kan ik dan ook danig goed. We zullen 't heusch nog eens moeten probeeren. Moe de groeten terug. Jaapje W. te Stad aan 't Haringvliet. Van jou ook weer een -brief. Daar doe je goed aan. Ik vind, dat je echt al mooi figuurtjes kunt teekenen. Neeltje ,A te Ouddorp. Je bent hartelijk wel kom in onze familie. Wat schrijf je keurig Maar je zit ook al -in de zevende klas. Dan schiet je al op naar 't eind van 't schoolgaan. Wat brei je nu? Als 'k van den zomer in Ouddorp kom, zal ik eens kijken of ik je zie. De oplossingen zijn I. Stamboomen. II. Hengelo, Dieren, Deventer, Volendam. III. Leiderdorp, ei, rood, Rie, drop. Nieuwe raadsels I. Ingezonden door Jaantje M. te Fijnaart Welk woord van vier lettergrepen staat hier _heid bijz II. Ingezonden door Jaantje -M, te Fijnaart Het geheel bestaat uit 20 letters en is een bekend spreekwoord. Een 15, 5, 19, 14 doet men om een- schilderij. 4, 1, 13, 3 gebruikt de schoenmaker. Iemand ui-t Turkije 11, 8, 10, 6. Een 12, 9, 20 is een kleine woning. Deel van een woning 18, 16, 17, 18. Lidwoord 7, 2. III. Op welke tafel zet men geen eten De oplossingen kunnen, met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag 29 Januari worden gezonden aan TANTE TRUUS, Bureau „Maas- en Scheldebode", SOMMELSDIJK.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1932 | | pagina 2