L UIT HET WOORD J
Prof. Dr. i. SEVERIJN, Dordrecht; L. F. DUYMAER VAN TWIST, Den Haag; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Vaassen
PREDIKBEURTEN
gSSSS ALLERLEI SBS
OP ZONDAG 17 JAN. 1932
WAT ZOEKT GIJ?
SS JEUGDLEVEN
li VOOR DEN ZONDAG 1
BHSHnPBnUi ONDER REDACTIE VAN WÊÊWÊÊÊÊÊÊKÊBBSÊÊÊÊKÊl^KÊÊÊKBÊM usrnmmas
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur
0s. van Asch.
iMiddelharnis, v.m. 9.30 Ds. van Ameide van
Ouddorp en 's av. 6 uur de heer Vetter van
Langstraat.
Stad aan 't 'Haringvliet, v.m. 9 uur Ds. Polhuijs
en n.m. 2 uur leesdienst.
Langstraat, v.m. de heer Vetter.
Oude Tonge, v.m. leesdienst en n.m. Ds. Polhuijs
van Stad aan 't Haringvliet.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 leesdienst en 's av.
6 uur Ds. Dekker.
Herkingen, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur de heer
Overweel.
Melissant, v.m. 9.30 uur de heer Bouman van
Stellendam.
Goedereede, v.m. Ds. Dekker van N. Tonge.
Ouddorp, v.m. leesdienst en n.m. Ds. van
Ameide.
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
Zeilstra.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. en ü.rn. Ds. de
Graaff.
Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
de Lange.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
CHR. GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst.
Dinsdagavond 6.30 uur Ds. Verhage van Mid
delburg.
Dirksland, v.m. en 's av. leesdienst.
Herkingen, v.m. 9.30. nm. 2 en 's av. 6 uur
leesdienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
OUD-GEREF. GEMEENTE.
Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur leesdienst.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, geen di'enst.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
STICHTELIJKE OVERDENKING
En Jezus zich omkeerende en
ziende hen volgen, zeide tot hen
Wat zoekt gij
Joh. 1 38—39.
In dit eerste woord van den Heiland
tot zijn nieuwe volgelingen gericht,
toont Hij zich de Zieleherder bij uitne
mendheid. Let welHij vraagt niet
w i e n zoekt gij want Hij wist wel,
dat zij in Hem, op aanwijzing van Jo
hannes den Dooper, den Messias zagen.
Maar Hij vraagtW a t zoekt gij bij
Mij En zoo dringt Hij aanstonds tot
zelfonderzoektot zelfontdeking leidt
Hij. Hij wil niet, dat Zijn toekomstige
discipelen, Johannes en Andreas licht
vaardig Hem zullen gaan naloopen,
zonder zich rekenschap te geven, van
wat zij van Hem te verwachten hebben.
Want zulk een lichtvaardigheid zou op
bittere teleurstelling moeten uitloopen.
Daarom Wat zoekt gij
Jaagt gij naar vermeerdering van uw
kennis Ziet gij mij alleen als een leer-
aar en Profeet. Is het om uw dorst naar
kennis te bevredigen. Ziet gij in mij
slechts Eén, die dieper blik heeft in de
verborgenheden Gods, die meerdere
schatten van wijsheid heeft uit te dee-
len, dan Johannes. En laat gij daarvoor
Johannes staan, om te volgen, om on
derricht te ontvangen, dat Johannes niet
geven kan, en met hoogere wijsheid
verrijkt, de wereld in te gaan, om die
wereld te verbazen met, wat anderen
onbekend is. ,7
Wees dan gewaarschuwd, Ik heb in
derdaad meerdere wijsheid te geven.
Zeer zeker ben Ik machtiger leeraar
en grooter Profeet, - dan Jqhannes.
Bij Mij is wetenschapal de schatten
der kennis, der Wijsheid zijn in Mij
verborgen. Maar als gij die alleen zoekt
bij Mij, zult gij, teleurgesteld worden.
Wie Mij slechts als een Leeraar en
Profeet volgt, wordt aan Mij geërgerd.
Mijn wijsheid is niet naar den mensch.
De wereld vat die niet, en noemt ze
dwaasheid, en belacht en bespot en
minacht u, als gij daarmee uitkomt. En
als gij alleen wijsheid hij Mij gezocht en
gevonden hebt gij zult dien hoon niet
kunnen verdragen en Mij verloochenen.
Daarom wat zoekt gij
/Indien gij Mij zoekt, als het Lam
Gods, dat de zonde der wereld weg
neemt, zoo gij in Mij ziet en in Mij met
blijdschap begroet den Borg en Midde
laar Gods en der menschen, die Johan
nes de Dooper in Mij ziet. Indien gij
Mij zoekt als de Verzoener ook van
uw zonden, en als de Hoogepriester
Mij aanziet, die ook uw schuld verzoent
dan is het wel. Zijt gij bekommert van
wege uwe zonden, en hebt geen ver-
l trooster Zijt gij arm en schuldbeladen
en hebt geen borg Zijt gij hongerig en
dorstig van ziele en vindt geen verza
diging Zijt gij hulpeloos, enhebt geen
Helper Komt dan tot Mij, Jezus is
Mijn naam. Ik zal mijn volk zalig maken
van hunne zonden. Zoekt gij den Pries
ter in Mij, komt dan gerustwant Mijn
ontferming is grooten uw bekommert
hart zal groote blijdschap smaken. Als
gij Mij zóó zoekt, zult gij Mij vinden
gij mij zóó zoekt, zult gij Mij nooit ver
laten. Zoo gij Mijn priesterlijke erbar
ming in de verzoening uwer zonden
door mijn offerande hebt ervaren, zoo
zal geen spot over de dwaasheid van
Mijn evangelie, u meer kunnen aftrek
ken van Mij.
Daarom te meer: nu gij tot Mij komt,
wat zoekt gij bij Mij
Deze vraag moet doordringen in de
ziel van elk, die een discipel van Jezus
werd en Hem volgen wil.
Het is de vraag van Uw Zieleherder,
die tot zelfonderzoek dringtWat
zoekt gij
Hoevelen zijn er niet geweest, die
aan de voeten van Jezus, den profeet
hebben gezeten en die zijn Evangelie,
als de hoogste wijsheid gretig hebben
gehoord en als dè waarheid geprezen
hebben. En die geestdriftig den Profeet
en Leeraar van Nazareth hebben ge
volgd, en moedig voor Zijn leer uit
kwamen, maar wier band aan den Hei
land te los bleek, met hoe nobele be
doelingen zij ook bezield waren.
Die met hun wijsheid slechts stuitten
op spot en onverschilligheid en minach
ting en zich bij de dwazen en onnoo-
zelen gerekend zagen door de wijs
heid der wereld overrompeld en over
bluft werden en geërgerd zijn en Jezus
lieten varen.
Ach, het is'omdat zij den Heere Jezus
niet allereerst zochten als hun Hooge
priester. Als zij maar met hun zonden
tot Hem gekomen waren, en van Hem
getroost waren door Zijn erbarming
als zij maar rust voor hunne zielen ge
zocht en gevonden hadden bij hun Borg
en Middelaar, dan zou uit die omgang
met Jezus een onuitputtelijke kracht in
het eeuwige leven.
Nu, wat zoek gij vraagt de Heere
u. Zoekt gij een Heiland voor uw ver
langend hart. Een Hoogepriester voor
uw schuldbeladen ziel.Een trooster voor
het ontrust gemoed. Als het dat niet is,
kunt gij Jezus niet volgen. Maar zegt
gijo, Heere Jezus toon mij Uw pries
terlijke erbarming mij is zeer noodig
van u gereinigd te worden, want ik
ben zwart van zonden, zoo zal de Hee
re zeggen „Kom herwaarts tot Mij,
allen, die vermoeid en belast zijtIk
zal u rust geven."
Die Hem zóó zoeken, zullen niet be
schaamd uitkomen.
Jongelingen van Geref. huize, gij die tot op
dit oogenblik nog geen gehoor gegeven hebt,
aan de dringende roepstemmen, welke door mid
del dezer rubriek tot u kwamen en welke ten
doel hadden, u op te wekken en aan te sporen
opdat gij u zoudt aansluiten bij de J.V. ter uwer
plaatse, evenwel tot heden zonder resultaat,
welke motieVen weerhouden u, dat gij aan die
uitnoodiging geen gehoor geeft Dat u de tijd
er voor ontbreekt, zult gij ons toch niet willen
wijs maken, want wij moeten beslist weigeren
deze motiveering uwerzijds te aanvaarden. Maar
misschien, dat gij zegt: ja vanwege den tijd dat
zou wel gaan, maar er zijn zulke knappe bollen
op de J.V. en gij gevoelt, dat daar bij u heel
wat aan ontbreekt. Maar ook dit kunnen wij
niet als een ernstig onoverkomelijk bezwaar aan
merken. Immers gij weet toch ook wel, dat het
ook hier niet van den wind is aangewaaid. Ook
zij hebben menigmaal met moeilijkheden te wor
stelen gehad, maar zij lieten zich daardoor niet
ontmoedigen, maar het was hun e'en prikkel,
die hen tot meerdere 'krachtsontplooiing aan
dreef. Met het schoone en heerlijke gevolg, dat
zij als tijdelijk overwinnaar uit het strijdperk
te voorschijn traden.
Ook zij onder de leden der Jongelingsvereeni-
ging, welke iets geleerd hebben, heugen zich
den tijd, dat zij in dezelfde omstandigheden ver
keerden, waarin gij u nu bevindt. Ook zij ge-
voélden, dat zij zoo verre ten achter stonden
bij jongelingen, welke 1 a 2 jaren, eerder lid
waren geworden. En lieten zij zich nu door dat
verschil, door dien achterstand, afschrikken van
het goede voornemen om lid te worden der J.V.
Immers neen. 'Het was hun een prikkel te meer
om zich zoo spoedig mogelijk aan te sluiten.
Het doel, dat zij zich in den beginne voor
oogen hadden gesteld, was om den achterstand
zoo spoedig mogelijk in te halen. Zij wierpen
zich vol moed en energie op de bestudeering
der beginselen. En al was het, dat een enkele
maal bij de bespreking der onderwerpen de
vreeze bij hen opkwam, dat zij 't nooit zoo ver
zouden br'en'gen als hun oudere vrienden, een
woord ter bemoediging door den voorzitter ter
rechter tijd gesproken, deed hen weer vol vreug
de en opgewektheid op den ingeslagen weg
voortgaan.
Ziet ge wel, dat geen enkel bezwaar uwer
zijds overblijft. Geen enkel beletsel is er, waar
door gij niet hetzelfde zoudt kunnen presteeren
van hetgeen dat anderen voor u deden. God
heeft u dezelfde vermogens gegeven.
Hoeveel tijd laat gij niet nutteloos verloren
gaan, waarvan ge'en verwachting is noch voor
den tijd noch voor de eeuwigheid. Laat dat bij
u eens anders mogen worden en laat als een
der vruchten daaruit voortvloeiende mogen zijn,
dat gij een gedeelte van uw vrijen tijd' geeft in
't belang der J.V. Draal niet, talm niet langer,
maar meldt u als lid bij een der bestuursleden
van de J.V. ter uwer plaatse. Nooit en nimmer
zult gij hierover spijt of berouw gevoelen. Geef
uw jonge, jeugdige kracht, ter bestudeering van
Gods Woord, waaruit gij zult vermogen te
putten de wijsheid en de kracht, welke gij ook
noodig hebt bij den opgang van uw leVen. En
bij het klimmen uwer jaren zult gij daarvan
niet afwijken.
O. M. A.
lH "S
•m
SOMMELSDIJK. De 1.1. Zondag in de Ned.
Herv. Kerk alhier gehouden collecte voor den
Geref. Bond, 'heeft 44.63 opgebracht.
JAARVERGADERING
JONGELINGSVEREEN. „JEHOVA NISSI".
Donderdagavond 14 Januari hield de Ned.
Herv. (Geref.) Jongelingsvereeniging „Jehova
Nissi" te Sommelsdijk haar 12e Jaarvergadering
in het Zondagsschoolgebouw.
Even na 7 uur wordt de vergadering geopend
met het zingen van Ps. 138 1 en 2, waarna
de voorzitter vr. P. van den Boogert voorgaat
dn gebed. Na het lezen van Psalm 119 van vers
I tot 16 spreekt hij een woord van welkom tot
den eere-voorzitter Ds. van Asch en de talrijke
aanwezigen.
Hierna krijgt Ds. van Asch gelegenheid zijn
openingsrede uit te spreken, welke, na de ver-
eeniging geluk gewenscht te hebben, houdt naar
aanleiding va nhet voorgelezen Schriftgedeelte.
Spr. zegt hierin o.m.: Van een uurwerk ziet men
slechts de wijzerplaat en de wijzers, die den tijd
vermelden, maar binnen zit de veer, die het
uurwerk en de wijzers doet voortgaan. Toch
hapert er menigmaal iets. De oorzaak daarvan
is van binnen in het wegschuilend hart. Zoo
vraagt de Psalmdichter: „Waarmede zal de jon
geling zijn pad zuiver houden Maar direct
daarop het antwoord: „Als het dat houdt naar
Uw Woord". Zoo kan van 'het hart des jon-
gelings, dat van nature dwaas is, een licht ge
vonden worden in het Woord van God. Het
kind Gods verblijdt zich over het heil in het
Wonderboek weggelegd. Als ook de jongeling
daar naar zoekt vindt hij e'en Goddelijke leiding,
evenals het volk Israels vond in de vuurkolom.
Hierna volgde het jaarverslag, van den secre
taris, waaruit bleek, dat het ledental weer ver
meerderd was. Tevens wekte de secretaris de
ouderen en ouders op eens een bezoek te bren
gen aan de vergadering. Ook het verslag van
den penningmeester spreekt van vooruitgang en
hij dankt daarbij de begunstigers der vereen.
Het verslag van den bibliothecaris (op rijm)
werd als altijd met belangstelling gevolgd.
Na dit meer zakelijke gedeelte volgden nu
voor de pauze 2 inleidingen en wel van vr.
E. v. d'. Boom: „De wijngaard van Naboth" en
van vr. W. Fun, kerkgeschiedenis: „Ulrich
Zwingli".
Na het zingen van Ps. 118 7 !en 8 ging men
over tot de pauze, waarin alle aanwezigen ge
trakteerd werden.
De vergadering werd heropend met het zingen
van de 2 eerste coupletten van het Bondslied.
Vervolgens hield vr. J. C. Faase een inleiding
gew. geschiedenis: „De koperen slang", en vr.
H. v. d. Velde eveneens gew. gesch.: „Het
Koninklijke bruiloftsmaal".
De laatste inleiding werd gehouden door vr.
A. van Dijk. Zijn onderwerp, getiteld: „Ons
Vorstenhuis", werd met groote aandacht ge
volgd en met applaus beloond.
In aansluiting hierop werd op uitnoodiging
van den voorzitter het Wilhelmus .gezongen, en
zoo vormde ons met geestdrift gezongen volks
lied een waardig besluit van déze mooie inl.
Tot slot volgde een gedicht van A. J. de Buil,
getiteld: „Cantor Bach te Dresden", hetwelk
door vr. Joh. v. d. Boogert op uitstekende wijze
werd voorgedragen.
Hiermede was men genaderd aan het eind van
deze bijeenkomst. De voorzitter dankte voor de
talrijke felicitaties en bedankte tevens allen, die
hadden meegewerkt aan het welslagen van de ze
avond. Na het zingen van Ps. 119 5 werd de
vergadering door Ds. van Asch met dankgebed
gesloten.
De Herv. Jongelingsvereeniging te Sommelsdijk
kan terug zien op een uitstekend geslaagden
avond. Wat ten gehoore werd gebracht was
zeer goed verzorgd, hetgeen wel bleek uit de
goede aandacht der toehoorders. Omstreeks half
II keerd'en dan ook allen voldaan huiswaarts.
MIDDELHARNIS. In de Geref. Gemeente,
waar F. Vijfhuizen als ouderling en J. Vroeg-
indeweij als diaken aan de beurt van aftreding
zijn, is het volgende tweetal opgesteld: F. Vijf
huizen en C. v, d. Boom voor ouderling, en
J. Vroegindeweij en S. van Groningen voor
diaken.
GEREFORMEERDE EVANGELISATIE
ONDER DE SCHIPPERS.
Dinsdagavond 12 Januari '1.1. sprak de Wel-
eerw. Heer Ds. Versteeght uit Nieuwerkerk aan
den IJssel in het gebouw Rehoboth 'te Middel
harnis over de Gereformeerde Evangelisatie on
der de Schippers (G.E.O.S.)
Deze vergadering werd op de gebruikelijke
wijze geopend, nadat gezongen was Ps. 25 vs. 2
en gelezen Ps. 43,
Spreker is dankbaar, dat 'hij thans in staat
gesteld wordt te spreken over den evangelisatie-
arbeid onder ons varensvolk. Het is Gods gunst,
dat er thans, ook onder de schippers welk
beroep aldus spr., vroeger ook door mij werd
uitgeoefend het Woord Gods kan worden
uitgedragen. Vele bezwaren waren er te over
winnen alvorens m'en er toe overging om de
banier des kruises te planten ook op die ter
reinen, waar alleen de Satan heerschappij voer
de. Men zong in onze kringen wel heilige liede
ren, maar men dacht niet aan hen, die toch
evenals alle menschen een ziel 'hebben. Gelijk
wij, moeten ook zij gegrepen worden om niet
voor eeuwig verloren te gaan. Men trok zich
niets aan van hen, die toch voor het Neder-
landsche volk in den mobilisatietijd zooveel ge
varen hebben getrotseerd. Zij toch waren het,
die dikwerf met een vloek op de lippen
door mijnenvelden heen en de risico loopend ge-
torpodeerd te worden, het voedsel voor ons
haalden. Menigeen heeft zijn leven op de breede
wateren, bij het verrichten van dezen arbeid,
gelaten. Zij waren de onverschrokken helden,
die met groot gevaar hun eigen leven te ver
liezen, er voor zorgden menschelijk gespro
ken dat Nederland voor den honger is ge
spaard gebleven En wat hebben wij daartegen
over geplaatst Hebben wij geweigerd de goe
deren 'te aanvaarden, die menigmaal met hun
bloed gemengd waren Hebben de Hollanders,
evenals David eenmaal deed jnet het water uit
Bethlehems bornput, het den Heere als een
plengoffer hem gewijd En dan moeten we zeg
gen: „Neen Wel hebben we dankbaar aan
vaard wat zij ons aanvoerden, maar die dank
baarheid ging niet verder dan dat men hier en
daar een gedenkteeken voor de gevallen zee
lieden oprichtte Maar moesten wij dan niets
anders voor hen do'en Hadden wij Nederlan
ders dan geen roeping om ook onder hen te
brengen het heil des Heeren De zeelieden en
schippers toch in het bijzonder maken dat
volksdeel uit, waaronder heel weinig Gods
Woord wordt gebracht; zij zijn het, die dikwijls
ruw en Godverzakend optreden, terwijl de kin
deren meestal ook van godsdienstonderwijs ver
stoken zijn. Tot voor enkele jaren hebben we al
het varensvolk aan zichzelf overgelaten en on
der hen nimmer doen hooren, dat Jezus Christus
in de wereld gekomen is om zondaren zalig te
maken. Onze schuld, die we tegenover hen had
den, was nog nimmer betaald. Het is wel waar,
dat, toen het 1000e schip den Waterweg was
binnengevaren, alle in Rotterdam liggende sche
pen 'hunne sirenes hebben doen hooren; dat de
kapitein van dat schip plechtig op het stadhuis
is ontvangen, maar aan de bemanning der sche
pen werd nimmer des Heeren Woord gebracht.
Maar, aldus spr., nu zult ge wellicht vragen:
„we leven toch in een christelijk land en de
goddeloosheid onder de schippers toch is niet
zóó erg En dan moet ik U zeggen, dat Ne
derland slechts in naam christelijk is. Wanneer
we de statistieken nagaan, dan blijkt daaruit,
dat b.v. in Rotterdam slechts 6 ter kerke
gaat, 94 heeft finaal gebroken met God en
Zijn Woord. Onder de christelijke kringen is
er een ontzettende afval waarneembaar. Vele
gedoopten dwalen af; komen terecht op schepen
en willen niets meer hooren van God en Zijn
gebod. 'Ook daarom is aldaar evangelisatie nood
zakelijk. Spr. maakt zich sterk, dat op alle Rijn
schepen tezamen misschien geen twintig Bijbels
gevonden worden.
De evangelisatie kan worden verricht door
'huisbezoek; het spreken voor de radio en het
preeken. Het beste is evenwel met onze schip
pers te spreken van mond tot mond. Dat is wat
de Schrift zegt: „Spreken met d!en vijand in
de poort". Daarop v.n.l. rust 's Heeren zegen.
Deze arbeid is echter de zwaarste. Hiervoor
moeten vele gevaren worden getrotseerd. Menig
maal worden spr, en zijn collega Ds. Kolkman
met hoon en smaad overladen. Maar toch, God
laat niet toe, dat hen één haar van hun hoofd
wordt gekrenkt zonder Zijn wil. Mede door het
gratis verspreiden van christelijke lectuur wordt
getracht de menschen in kennis te stellen met
het eeuwigblijvende Woord Gods. Hartontroe-
rende tooneelen spelen zich hierbij soms af. Het
is voorgekomen, dat, toen spr. zulk een blaadje
aanbood en hem gevraagd' werd wat voor lec
tuur dit was, hij zeide: „Door middel van dit
blaadje wordt U van Godswege een kans aan
geboden voor de zaligheid: misschien is dit de
laatste kans en daarom: Laat U met God ver
zoenen, want God toch was door Christus de
wereld met zichzelf verzoenende". Alstoen werd
hem toegebeten: „Maakt dat je wegkomt, anders
gooi ik deze ketel kokend water welke de
vrouw bij zich had over je
Gelukkig daarentegen staan hiertegenover ook
kennelijke zegeningen Gods. Meermalen mogen
we ondervinden, dat Gods Heilige Geest krach
tig werkt in de harten der aangesprokenen.
Want Zijn Geest is het, die zegen brengt. Wij
zijn slechts middel. Zijn werk keert nooit ledig
weder. Zielsontroerende gebeurtenissen worden
door spr. verhaald. Het werk van Evangelisatie
moet in stand worden gehouden. Dat zijn we
tegenover God en de varensgezellen verschul
digd en daarom wordt steun gevraagd ook voor
dezen heerlijken, maar moeilijken arbeid. Aller
eerst door het gebed, maar ook door financieelen
steun
Na een warm woord van aanbeveling der
collecte en het zingen van Ps. 89 vers 7, wordt
deze samenkomst, die slechts matig bezocht was,
door spr. met dankgebed gesloten.
De gehouden collecte bracht 32.65 op. Ook
gaven zich nog personen op voor een vaste jaar-
lijksche bijdrage. K.
JAARVERGADERING J.V. PRED. 12 vs 1:
„GEDENK AAN UW SCHEPPER IN DE
DAGEN UWER JONGELINGSCHAP".
Woensdag 13 Januari hield de Ned. Herv.
Jongelingsvereeniging Prediker 12 vers 1: „Ge
denkt aan Uw Schepper in de dagen uwer
jongelingschap" te Ooltgensplaat haar derde
jaarvergadering in de bijzondere school.
De eere-voorzitter P. den Braber Lz. laat
zingen Ps. 125 vers 5, waarna hij voorgaat
in gebed.
Vervolgens wordt door 'hem gelezen 1 Kon.
18 vers 19—39 en koos zijn openingswoord naar
aanleiding van het voorgelezen' Schriftgedeelte,
welke tot in de kleinste details werd uiteengezet,
en roept ten slotte allen een welkom toe, in het
bijzonder de jeugdvereenigingen van de verschil
lende kerkgenootschappen, en spreekt d'en
wensch uit, dat zij niet langer hinken op twee
gedachten, gelijk het volk als waarover hij zoo
even sprak, want heden is het nog den tijd
der genade, en daarom kiezen wie ge dienen
zult, om eenmaal uw Schepper te kunnen ont
moeten. Spr. vraagt ten slotte aller medewer
king, opdat deze vergadering aan het einde
geslaagd' ma gheeten.
Thans leest de secretaris H. van Rossum Az.
een uitgebreid jaarverslag, waaruit o.a. blijkt,
dat het ledental iets terugliep. 52 vergaderingen,
2 bestuursvergadering'en en 1 huishoudelijke ver
gadering werden gehouden. Er werden de vol
gende onderwerpen geleverd: 48 Gew. Gesch.,
13 Vad. Gesch., 9 Kerkgesc'h., 15 Maatschappe
lijk onderw., 9 Geloofsbelijdenis.
Uit het verslag van den penningmeester H.
van Rossum Pz. blijkt ontvangen te zijn 185.49
en uitgegeven 192.09, nadeelig slot 6.60.
Rest nog een verslag van J. Buscop over de
bibliotheek.
Eerste inleiding Gew. Gesch,: „Johannes de
Dooper", door H. van Rossum Pz„ naar aan-
leding van Matth. 3.
1. Johannes in persoon; 2. Zijn prediking en
Doop; 3. Johannes' getuigenis aangaande Chris
tus; 4. Christus' getuigenis aangaande Johannes.
Hierop volgde een zeer uitgebreide bespre
king, welke een leerzaam verloop had.
Volgs pauze met tractatie en het zingen van
het Bondslied, de twee eerste coupletten.
Felicitaties worden gebracht namens de Herv.
M.V. „Martha" alhier, door Mej. L. de Vos;
de Geref. M.V. „Bid en Werk", door Mej.
Willy Breeman; de Geref. J.V. „Obadja", door
A. Pieterse.
Schriftelijke gelukwenschen van het oud-lid
R, C. van Putten van Rotterdam; de Herv. J.V.
„Jehova Nissi" te Sommelsdijk; de Herv. J.V.
„Jehova Nissi" te Middelharnis; de Herv, J.V,
„Jonathan" te Dirksland en de 'Herv. J.V.
„Timotheus" te Herkingen.
De voorzitter dankt voor de aangeboden ge
lukwenschen en hoopt, dat alles in vervulling
moge gaan.
De tweede inleiding wordt geleverd door J.
van Rossum, Maatsch. onderwerp: „De onge
lijkheid in de Schepping".
Hierop volgde ook eenige bespreking.
Alsnu een varia door J. Buscop Lz„ getiteld:
„Een gevoelige straf".
De derde inleider L. Hokke behandelt Kerk-
schiedenis: „Alfred de Groote van Engeland".
Hierop volgde weder aangename bespreking.
Tweede pauze met tractatie.
Ten slotte een gedicht van den eere-voorz.
P. den Braber L'z., getiteld: „De Heere is onze
God".
De heer A. Klein, hoofd der Chr. school,
spreekt een slotwoord. Spr. zegt, dat velen ver
keerde gedachten van e'en jongelingsvereeniging
hebben. Sommigen denken, dat het een vereen,
is van oude mannetjes, welke heel geleerd doen,
diepe bijbelsche vraagstukken behandelen, en
de zaak is opgelost. Dikwijls wordt er gespot,
maar het leven der jongelingen moet zoo zijn,
dat er geen aanleiding toe is. We moeten niet
wachten onze beginselen uit te dragen tot we
oud zijn, en steeds voor den Naam des Heeren
uit te komen. De jongelingsvereeniging is een
voorbereiding, dat kregen we ook dezen avond
te zien. Natuurlijk is het allen Gods genade en
de jongelingsvereenigingen werken slechts mid
dellijk, doch wij zien juist, dat al onze groote
mannen hun opleiding genoten en voortgekomen
zijn uit de jongelingsvereeniging. Zij zijn het,
die geroepen worden de hoogste plaatsen in te
nemen, zij staan in de voorste gelederen, en1
met eere. Wij waardeeren allen arbeid van
iedere vereeniging, welk kerkgenootschap ook,
laten we allen deelnemen aan den strijd en het
goede zoeken. Ieder werke naar hij talenten
bezit. Ieder zal rekenschap moeten geven hoe
hij zijn talenten heeft besteed. Ook de jonge-
dochters worden aangespoord het goede te zoe
ken, de Heere zal hierop Zijn zegen schenken.
Thans wordt nog verzocht te zingen het derde
en laatste couplet van het Bondslied. Hierna
wordt nog gezongen Ps. 19 vers 6.
De heer Klein sluit deze vergadering met
dankgebed.
EMERITAAT.
Ds. A. L. R u y s, predikant der Geref. Kerk
te Dinteloord, heeft tegen Aug. a.s. aan de
Classis Klundert eervol emeritaat aangevraagd.
Ds. Ruys studeerde aan de V. U. en werd
candiaat 9 Febr. 1892 en diende de kerken van
Fijnaart 18921894, Serooskerke (W.) 1894
1897, Ooltgensplaat 18971901, Mont-
foort en Linschoten 1901 1908, Dinteloord van
af 21 Juni 1908.
Te Ooltgensplaat en Dinteloord
(Boompjesdijk) werden door Ds. Ruys Chr.
Scholen gesticht. Te Dinteloord gaf hij den
stoot tot oprichting eener A. R. Kiesvereeniging
in 18918. Aan den Boompjesdijk te Dinteloord
hield Ds. Ruys sedert 1911 geregeld 's winters
Evangelisatiesamenkomsten. Tijdens de mobili
satie gaf hij aan de militairen te Steenbergen
catechisatie-onderwijs.
Ds. Ruys is een van 't nu wegstervend ge
slacht, dat de Doleantie persoonlijk meemaakte.
Dr. A. Kuyper Sr. bracht hem in 1896 per
soonlijk een bezoek.
NIEUWE TONGE. De heer J. Keijzer heeft
zijn benoeming tot Ouderling in de Ned. 'Herv.
Kerk alhier aangenomen.
DIRKSLAND. De extra maandelijksche col
lecte bracht in de Ned. Herv. Kerk alhier ruim
33.op.
Voor de betrekking van kweekeling(e) met
akte aan de O. L. school meldden zich 25
sollicitanten aan.
MELISSANT. Tot kerkvoogd in de Ned.
Herv. Kerk alhier is benoemd de heer Matth.
v. d. Vliet, welke d'ez ebenoeming heeft aan
genomen.
De Unie-collecte voor de Scholen met
den Bijbel heeft in deze gemeente 166.
opgebracht.
HERKINGEN. Onze vroegere dorpsgenoot
M. Kalle, thans onderwijzer te Rotterdam, is
benoemd tot onderwijzer aan de te openen Bijz.
school te Scheveningen.
GIOEDEREEDE. De collecte, gehouden in
de Ned. Herv. Kerk voor het fonds tot ver
betering van predikantstractementen, heeft 12
opgebracht.
De heer T. Lodder heeft wegens hoogen
leeftijd bedankt voor notabel der Ned. Herv.
Kerk. Met ijver en nauwgezette plichtsbetrach
ting heeft de heer Lodder dit ambt tientallen'
van jaren bediend. De rust is hem van harte
gegund. Moge hij er nog vele jaren van ge
nieten.
De verkooping van zitplaatsen in de Ned.
Herv. Kerk zal plaats hebben op Maandag 25
Januari, des nam. 2 uur.
OUDDORP. Als onderwijzer aan een Chr.
school te Overschie is 'benoemd de heer Siefers,
thans bier werkzaam.
In huis moet beginnen, wat in het vader
land vruchten zal dragen.
Het omgaan met boeken is het omgaan
met geesten.
In een opgeruimde kamer is ook de ziel
opgeruimd.
Zij die door edele gedachten vergezeld
zijn, zijn nooit alleen.