Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
de Beste!
r
IEIEFII1EEII ZUS.
Stillen de hoest
IN HOC SIGNO VINCES
Maken los
No. 3816
ZATERDAG 16 JANUARI 1932
46ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
PRIJS 25 CENTS
Op den Uitkijk*
Alle stukken voor de Redactie bestemd, Ad verten tien en verdere Administratie, franco toe te zeaden aan de Uitgevers
Overal verkrijgbaar
Brieven uit Amerika.
tl. 6876 c., 3e kwal.
géwicht; 26 nuchtere
Sen 18'21, per stuk;
kens (90—110 K.G.)
c., vette 3839 c.
3 paarden, 70—120
angevoerd 13 wagons.
en EIEREN.
uari. Eieren. Aanvoer
0 stuks 2.25—4.50,
lel traag.
.nuari. Kaas. Aanvoer
stuks, wegende 8100
met rijksmerk 25—
-24. Handel matig.
ari. Eiermijn. Aanvoer
en 4.205.20, idem
ren 3.50—4.20, per
I
1.30—1.40 per K.G.
100 stuks. Aanvoer
OLIËN, enz.
anuari. Fijne zaden.
maanzaad 23—25,
auwbloei zaailijnzaad
nzaad 1011, alles
nuari. Binnenlandsche
Gerst chevalier 6—
erwten kleine groene
erwten van 10—23;
75; alles per 100 K.G.
nuari. Binnenlandsche
Rogge 5—5.50, che-
aver 63A6% duive-
rdeboonen 7—7M.
vale erwten 2023,
ijzaad ÏOJ^11 en
-12 y2 per 50 K.G.
n AARDAPPELEN.
uari. Heden waren de
als volgtBrielsche
Zeeuwsche blauwe
ers 3.50'3.80, idem
ners drielingen' 2.50
ïelmers 3.50—3.75,
3.80, alles per H.L.;
K.G.; bravo's 3.80
2.60—3.30, per H.L.
kalme vraag!
OL, DIVERSEN.
nuari. Vlas. (Opgaaf
Aanvoer 7350 K.G.
.70; 3000 K.G. Gro-
7900 K.G. Holl. geel
it Zeeuwsch 0.45—
jot 0.35—0.40, alles
iets grooter, de beste
en verkocht. De stem
soorten was gedrukt,
eelte onverkocht bleef;
doende vraag,
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaag,
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Er zijn nog heel wat menschen, die
gaarne Gereformeerd willen heeten,
maar het inderdaad toch niet zijn.
Geformeerd-zijn onderstelt de posi
tieve daad in het leven, de voortduren
de actie en ontwikkeling.
Maar er zijn er helaas nog velen, die
zich met dezen schoonen naam sieren,
maar van wie alle reformatorisch stre
ven verre is; menschen, die leven niet
uit positieve actie, maar uit negatieve
kritiek; menschen, die geen hand uit
steken ten bate van de ontwikkeling
van het Gereformeerde leven, maar
veeleer met schamperheid die ontwikke
ling veroordeelen.
Wie nu zóó door het leven wil gaan,
kan op zijn best „protestant" genoemd
worden; protestant in den slechten zin
van het woord, maar Gereformeerd is
zoo iemand niet.
Die menschen kunnen wel vroom re
deneeren, schijnbaar vroom althans
maar hun daad is verre van vroom.
Het Gereformeerde beginsel staat
niet afwijzend tegenover het rijke, volle
menschenleven, maar aanvaardt het le
ven als uit Gods hand, erkennend dat
Hij de Schepper en Gever van alle le
ven is en dus als Souverein over het
geheele leven aanvaard moet worden.
Er zijn tegenwoordig menschen, die
leven uit het Roomsche beginsel der
ascese, der onthouding en der wereld-
mijding, en denken dat zij hierin goed
gereformeerd zijn.
Er zijn tegenwoordig menschen die
zuiver op piëtistisch, soms ook op
Lutheraansch, soms ook op metho
distisch, soms ook op Labadistisch
standpunt staan en volhouden dat ze
de oude „beproefde gereformeerde
waarheid" te pakken hebben, de waar
heid waar voor onze vaderen goed en
bloed hebben veil gehad.
Dat zijn die groote misverstanden in
het leven, die uit pure onkunde aan
gaande historie en beginselen geboren
worden, en waarop helaas maar al te
vaak door z.g. leidslieden met groote
behendigheid wordt gespeculeerd.
Daartegen is maar één ding te doen
telkens maar weer getuigenis der
Waarheid geven, te onderwijzen
hen die dwalen en tegenover valsche
en ijdele wind van leer het waarachtige,
oudie .gereformeerde beginsel stellen,
zooals dit inderdaad in onze vaderen
te vuur en te zwaard beproefd is ge
worden.
Die hebben geweten wat Gerefor
meerd zijn te beteekenen heeft. Zij ston
den niet afwijzend en negatief tegen
over het leven zooals dit zich op elk
terrein openbaart.
Hadden zij zich op het standpunt der
Roomsche ascese willen stellen, dan
zou nooit de strijd ontketend zijn zoo
als deze thans door hen is gestreden
geworden.
Want kritiek is gemakkelijk, maar
de kunst van de daad en den opbouw
is moeilijk, is zwaar, kost strijd en lij
den en zelfverloochening.
Het is zoo gemakkelijk vanuit ons
zelf gekozen hoekje de smaadredenen
der afbrekende kritiek te doen hooren,
en te oordeelen dat dit te licht en dat
te oppervlakkig en dit te wereldgelijk-
vormig en dat te onbijbelsch is.
Het is zoo gemakkelijk afwijzend te
genover het geheele leven rondom ons
te staan, en we winnen er nog den naam
van zekere vroomheid mee in bepaalde
kringen, en dat staat ons meestal wel
aan, maar met Gereformeerd-zijn heeft
dat alles niets te maken.
Protesteeren en reformeeren is niet
hetzelfde.
Reformeeren onderstelt de daad, de
voortdurende actie, werken zoolang het
dag is.
Men moet dat eens napluizen bij onze
vaderen in de zestiende en zeventiende
eeuw, hoe die gereformeerd hebben.
In een betrekkelijk kort tijdsbestek heb
ben zij een hoeveelheid arbeid verricht
en ten bate van het gereformeerde le
ven geproduceerd als in geen later tijd
vak ooit meer het geval is geweest. Zij
hebben begrepen wat een groot Chris
tenstaatsman van later dagen eens ge
zegd heefter is geen duimbreed
grond in de geheele wereld waarvan
de Christus niet zegtMijn
Gereformeerd-zijn wil zeggen, de
schepping zien, niet uit het standpunt
van den verloren zondaar, maar uit het
standpunt der herschepping.
Wie niet in naam, maar in werke
lijkheid thuis is in de oude gereformeer
de Belijdenisschriften, weet wat we
hiermee bedoelen.
Onze gereformeerde Belijdenisschrif
ten gaan uit van den gedachtengang
dat het raadsplan Gods tot doel heeft
de herschepping van de gevallen schep
ping.
En de Zone Gods heeft in den tijd
dit raadsplan volmaakt volbracht. Hij
is de Herschepper van de gevallen
schepping, de tweede Adam die het
proefgebod doorstaan heeft en in Wien
nu alle dingen nieuw worden.
De Christen heeft nu vanuit den ge
dachtengang der herschepping te leven.
Dat is Gereformeerd zijn.
Hij moet op het standpunt staan
in beginsel heeft Christus den overste
dezer wereld den kop vermorzeld en
nu is dan ook in beginsel het terrein der
gansche schepping weer in handen van
den Zoon, aan Wien de Vader alle
dingen heeft overgegeven.
Wie den Bijbel goed leest, bemerkt
op schier iedere bladzijde dat God in
Zijn Woord van deze universeele ge
dachte uitgaat. Het „vreest niet, Ik heb
de wereld overwonnen" is het wacht
woord dat de strijdbare helden, die de
wereld ingestuurd werden, meekregen.
Wanneer het die uitgezondenen alleen
te doen was geweest om te kritiseeren
en negatief werk te verrichten, hadden
zij dit wachtwoord niet noodig gehad,
maar hun roeping was Gereformeerd
te zijn, d.w.z. de daad, de voortdurende
actie te verrichten, de wereld te refor
meeren, heel het levensterrein op te
eischen voor Koning Jezus, aan Wien
de wereld in beginsel reeds toekwam,
dus herscheppend werk te verrichten.
Er mocht geen enkel terrein blijven
braak liggen, heel het leven moest met
het zoutend zout van het Evangelie
worden doorzouten.
Deze gedachte, die zoo overweldi
gend diep in alle levensopenbaring in
grijpt, hebben onze reformatorische va
deren in de L6e eeuw weer opnieuw
aanvaard.
En deze zelfde zware gedachte moet
ook in de 20ste eeuw in ons tot vleesch
en bloed geworden zijn, willen we met
recht eenige aanspraak maken op den
naam Gereformeer d-z ij n.
Maar hij is Gereformeerd die in zich
voelt branded den geest der Reformatie,
reformatie op elk levensterrein, die geen
neutraliteit aanvaardt, maar alles op-
eischt, eiken duimbreed gronds voor de
zaak des Heeren, en dat tot eigendom
van Christus opeischt.
Reformatie dus altijd voort, want de
formatie ligt altijd als de zonde aan de
deur.
Reformatie der Kerk, reformatie der
school, reformatie der politiek, refor
matie van het sociale leven, reformatie
der wetenschap, reformatie der kunst.
Er is geen einde van.
Wie zoo tot het leven om zich heen
naderen wil, heeft recht op den naam
gereformeerd te zijn.
En dan wordt het leven wel zwaar.
Want dan is het met praatjes niet
meer goed te maken. Met vroom rede
neeren zijn we dan niet meer klaar, en
op onzen weg liggen dan de steenen.
Want het is nog precies als ten dage
van den Heere Jezus.
Hetzij dan dat wij leven als Johannes
den Dooper, van ons zal gezegd wor
den ,Hij heeft den duivel" hetzij dat
we zelfs leven konden als de Heiland,
van ons zal gezegd worden: „Ziet daar
een mensch, die een vraat en wijnzui
per is
Maar ook ons zal, indien de geest
der reformatie in ons brandt, dit alles
niet afhouden van den arbeid die op
ons wacht, want de tijd is voorts kort.
En we zullen staan in de kracht van
het Woord dat de wijsheid gerecht
vaardigd geworden is van hare kin
deren.
Men kan er van zeggen wat men wil, maar
de houding van het Duitsche volk en de Duit-
sche Regeering dwingt respect af. Ik wil mijn
lezers niet vermoeien met een opsomming van
de geweldige sommen, die het Duitsche volk se
dert het gedwongen werd het „vredesverdrag"
te onderteekenen, voor zijn overwinnaars heeft
opgebracht. Het zou trouwens niet baten ook,
want al noem ik die cijfers, zij spreken niet tot
ons wegens hun onbegrijpelijken omvang. Het
zijn getallen, die boven ons begrip uitgaan.
Direct na het vredesverdrag van Versailles heb
ben economen van naam gezegd, dat het Duit
sche volk nooit in staat kon zijn om aan deze
verplichtingen te voldoen. Wanneer men het
diezelfde economen nu zou vragen, zouden zij
misschien zeggen: wij hebben niet eens vermoed,
dat het Duitsche volk nog in staat zou zijn het
zoo lang vol te houden als het nu volgehouden
heeft.
Maar nu is er dan ook het eind.
In begin December trad de Duitsche „Nood
verordening" in werking. Een voor het geheele
Duitsche volk zeer pijnlijke maatregel, die alle
lagen der bevolking groote offers oplegt. Met
deze maatregel heeft Duitschland getoond, dat
het alles deed waartoe het in staat was om aan
zijn verplichtingen te voldoen. Daarom kan het
thans met alle recht tot de geheele wereld zeg
gen, wat het inderdaad deze week gezegd heeft:
wij kunnen niet meer Materieel heeft men' het
Duitsche volk geknecht, maar moreel staat het
op 't oogenblik in zijn volle kracht, het kan de
geheele wereld onder de oogen komen, en voor
de vierschaar der historie zal het straks een
goed figuur maken.
Aan die moreele kracht heeft het Duitsche
volk het te danken, dat het met de boodschap
van deze week, met uitzondering van Frankrijk
natuurlijk, een geopend oor vond in alle landen
der wereld en zooals het er nu voor staat, lijkt
het mogelijk, dat de Staten den toestand zullen
aanvaarden, zooals Duitschland die op 't oogen
blik gesteld heeft.
Deze moreele kracht dankt Duitschland in de
eerste plaats wel aan zijn groote leiders, waar
van er al in de volle kracht van hun leven
gestorven zijn, gesloopt in dienst van het vader
land. Ik noem alleen maar een figuur als Strese-
mann.
En dan denk ik aan die groote krachtfiguur,
die torenhoog boven schier al zijn tijdgenooten
uitrijst, een man als Von Hindenburg, een 80-
jarige rijsaard, die slechts één levenswoord kent:
„Voor het Vaderland", een man, die staat in
het rotsvaste geloof aan zijn God, waaruit hij
zijn enorme kracht put om vol te houden en de
schier bovenmenschelijke taak, die hem op de
schouders is gelegd, te volbrengen, een man,
die een Nieuwjaarsboodschap door den ether
heen de wereld inzond, welke Boodschap in alle
landen der wereld een geweldigen indruk heeft
gemaakt, een Boodschap, die getuigde van ge
loof en rotsvast vertrouwen.
Een volk, dat nog zulke mannen heeft, kan
nog niet verloren gaan. Zij zijn een gave Gods.
Maar naast deze groote persoonlijkheden dankt
Duitschland zijn moreele kracht en prestige te
genover de geheele wereld aan de groote Duit
sche politieke partijen, die eveneens hun plicht
verstaan. Wij d'enken hier aan de Duitsche
Sociaal-democraten, die daar geen afbrekers zijn
maar den ontzetenden nood van het volk ter
harte nemen en alles doen wat in hun vermogen
is, in dien nood te voorzien.
Welk een verschil met hun partij genoot en in
ons land
Trouwens zooals in Nederland zijn ze geluk
kig nergens elders te vinden. In België niet, en
in Frankrijk niet en in Engeland niet.
Ik heb er al meer gelegenheid toe gehad op de
dubbelhartige rol te wijzen, welke de Neder
landsche socialisten vervullen. Ik zag ze dezer
dagen in de pers uitgebeeld als een Janus-kop,
een figuur met twee aangezichten, en dat is het
eenig juist lijkend portret. Ze hebben een linker
en een z.g. rechtervreugel, maar die linkervleugel
zwaait het hardst en het is dus geen' wonder,
dat ze in een cirkeltje ronddraait
Waren de Duitsche sociaal-democraten pre
cies zooals hun Nederlandsche confraters, dan
was het met het Duitsche volk allang gedaan
geweest.
Toch kunnen die socialisten in Nederland op
den duur hun dubbelzinnige rol niet blijven ver
vullen. Dat is deze dagen weer eens overduide
lijk in Rotterdam gebleken, waar het een beetje
gescheeld heeft of een der leiders was door zijn
eigen roode volgelingen op de publieke straat
gemolesteerd, alleen om het feit, dat hij in Rot
terdam probeert te doen, wat de Duitsche socia
listen al lang gedaan hebben.
De Rotterdamsche roode wethouders zijn er
toe overgegaan mede te werken aan eenige
loonsverlaging van het gemeente-personeel, een
noodzakelijke daad om de berooide gemeentekas
niet heelemaal kapot te maken. Vergeleken bij
wat de Duitsche sociaal-democraten hebben ge
daan om het land van den financieelen afgrond
te redden, en waarmee zij voor de geheele we
reld een waardig figuur gemaakt hebben, is deze
zeer geringe loonsverlaging van het Rotterdam
sche personeel, dat bovendien toch al een sa
laris had, zóó vet, dat verreweg de meeste
Duitsche socialisten er naar gesnakt zullen heb
ben om op twee derde van zulk een inkomen te
mogen rekenen, een peulschilletje.
Nochtans staat heel de socialistische partij
er over op haar achterste beerien en zit de ge
heele partijleiding met de handen in de haren
over deze daad van de Rotterdamsche collega's,
die ,naar men zegt, een partij-afspraak hebben
verbroken.
Niettegenstaande ook ons volk in een groote
crisis zit, en groote lagen van ons volk in groote
kommer en zorg zit voor de naaste toekomst,
blijft de S.D.A.P. op haar afbraak-standpunt
staan en weigert mee de schouders onder de
geweldige taak te zetten, om er van te maken
wat er van te maken is. Als kwajongens staan
ze steeds gereed om een spaak in 't wiel te
steken, en hebb'en ze den moed, om in deze tijden
van spanning en crisis het arbeidersvolk te ad-
viseeren: gaat de straat op
Nu, in Rotterdam hebben de socialistische ar
beiders dan dit advies opgevolgd' en zijn de
straat opgegaan, en de Rotterdamsche roode
wethouder zal zijn partijbestuur nu wel heel
dankbaar zijn voor dat advies, want hij heeft
bijna aan den lijve mogen ondervinden, wat het
beteekent, als een opgezweepte volksmassa „de
straat op ga&t". Gelukkig was de politie, die
ook al niet veel vriendelijkheid van de roode
heeren ondervindt, bij de hand ,om de volks
massa uite'en te jagen en kon de roode wet
houder nog ongemerkt een trammetje pakken.
Ik vergelijk de Nederlandsche S.D.A.P. vaak
met de kip, die e'en nest met eendeneieren heeft
uitgebroed. Wanneer straks de jonge beestjes
het water in gaan, omdat dit hun element is,
staat de moeder-kip met groote angst aan den
waterkant te kakelen, omdat zij niet weet hoe
ze het heeft. Zoo is het ook met de SvD.A.P,
De partijleiding staat op revisionistisch stand
punt, d. w. z. zij willen als 't kan liever alle
revolutie en Marxistische praktijken voorkomen.
Zoo rustigjes aan gaat het hun het beste naar
den zin. Maar om zelf in den' zadel te blijven
zitten, moeten ze telkens weer opnieuw ge
kozen wordgn, en ze kunnen alleen gekozen
worden door oproerige arbeiderselementen. Dus
moeten zij ,om die te vriend te houden, met
oproerige taal en opzwepend geschrijf in de
arbeiderspers aan den lijmstok houden. Ze zitten
te broeden op revolutionaire elementen. Maar
als straks die revolutie-eitjes zijn uitgebroed en
de kuikens het revolutionaire water in willen,
staan de roode moederkippen aan den water
kant te kakelen om ze weer terug te krijgen;
want ze hebben wel de revolutionaire taal, maar
nimmer de revolutionaire daad gewild.
Zoo is ongeveer de positie van de roode
partij in ons dierbaar vaderlandje, dat zich in
de historie wel meer door halfslachtigheid heeft
gekenmerkt.
En nu hebben1 we deze week een ontwerp
resolutie tegen den „linkervleugel" van het roode
partijbestuur gekregen. Want het spreekt van
zelf, dat de roode eenden-kuikens de moederkip
rustig laten kakelen en het ruime revolutionaire
sop kiezen, waar ze dan ook thuis hooren. Zij f
hebben al eigen organen en eigén organisatie,
die hen in dat revolutionaire sop zullen leiden.
Maar nu moet men weer die tweeslachtige hou
ding van de sociaal-democratische leiders hoo
ren. In die ontwerp-resolutie heet het eerst, dat
de partij toch zoo revolutionair gezind is, dat
het kapitalistische systeem zijn onhoudbaarheid
genoegzaam heeft doen blijken en dat er een
nieuwe wijze van productie komen moet, enz.
Taal van het zuiverste revolutionaire gehalte.
Maar als de moederkip zoo'n beetje heeft staan
kakelen, komt haar eigen burgerlijke aard, die
bang is van het natte water, waar de uitge
broede kuikens zich zoo volkomen thuis in voe
len, weer boven en verzoekt zij de weerbarstige
kuikens om toch als-'t-u-blieft op het droge te
komen, want daar alleen is het goed.
MIJN H ARDT'S
SALMIAK-TABLETTEN -
Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en DrogistaS
Misselijk en flauw, grenzeloos flauw is de
houding der Nederlandsche socialistische leiders.
In pers en op meeting en bij rfdio zijn het
dappere revolutie-stokers, zweepen ze het volk
op geraffineerde manier tegen de burgerlijke
klassen op, worden de roode volgelingen tot in
de nieren geprikkeld tegen alles wat niet rood
is. Maar als de roode volksmassa straks tot de
daad komt, deinzen de leiders terug en zeggen
met van schrik bleek gelaat: zoo hebben we
het niet bedoeld, denk er toch om, de kapita
listische maatschappij is nog niet zoo rot als
we het wel hebb'en voorgesteld, voorloopig blijft
ze nog wel op de been, wees toch voorzichtig
Allermiserabelst is de houding van dat Ne
derlandsche partijbestuur. Het zijn geen kerels,
maar slappelingen.
Waarom durven ze niet te kiezen Hebben
ze d'en moed niet om de waarheid te aan
vaarden
Ze blijven maar hinken, op het slappe koord
balanceeren met hun „rechter" en „linker"-
vleugel.
Hoe lang zal dat kinderachtige spelletje nog
duren
Er zal toch een tijd moeten aanbreken, dat ze
kiezen moeten, ondanks zichzelf.
De symptomen zijn er, die in die richting
wijz'en. Ze zullen of met de heele partij den
revolutionairen weg op moeten, of het standpunt
van hun Duitsche collega's moeten innemen en
mee hun schouders onder het werk zetten. Ik
vermoed, dat op den duur dezen' laatsten weg
wel noodgedwongen gekozen zal moeten wor
den. De leiders zullen wel zoo veel verstand
bezitten, dat ze in het revolutionaire water geen
heil zien, noch voor zichzelf, noch voor hun
partij. En dan wordt die „linkervleugel" natuur
lijk zuiver communistisch. Maar dan weten we
ook waar we aan toe zijn.
In Duitschland zijn de verhoudingen vrij zui
ver afgebak'end. Men weet waar men aan toe is
en de sociaal-democraten weigeren daar mee te
doen aan de afbraak-politiek der communisten,
terwijl in ons dierbaar landje de roode heeren
staan onder de zweep van de communisten en
tegen deze op moeten bieden om hun stemm'en
te houden.
Het beste zal zijn, dat de sociaal-democra
tische partijleiders den knoop maar in eens flink
doorhakken, er mee ophouden om revolutionaire
kuikentjes uit te broeden, in pers en meeting en
door de radio een andere toon gaan aanslaan en
heel dat communistisch gedoe in den steek laten.
Misschien zitten er nog wel zooveel arbeiders
met gezond verstand in de S.D.AP., dat zij dezen
sprong kunrien meemaken.
Maar ik geef toe, eer de roode leiders in ons
landje zich tot dit mannelijke standpunt zullen
hebben opgewerkt, zal er nog heel wat water
door de Maas en Rijn moeten vloeien.
We zullen echter den moed niet opgeven. In
onzen tijd maakt men snel geschiedenis
UITKIJK.
Beste Vriend!
Toen ik Oudejaarsnamiddag omstreeks 3 uur
aan de radio het nieuws opving van de Chicago-
tribune, het grootste dagblad in de wereld, werd
ons medegedeeld, dat dit uitzendstation zich
voor een oogenblik zou verbinden met het
radio-station te New York, omdat de grijze pre
sident van de Duitsche republiek ons zijn nieuw
jaarsgroet door den ether zou doen toekomen.
En waarlijk, na eenige oogenblikken wachtens
hoorden wij de zware stem van President von
Hindenburg, van uit de Wilhelmstrasse te Ber
lijn. Het was zoo duidelijk of de spreker bij ons
in een andere kamer was. Het maakte op ons,
die het aanhoorden, een diepen indruk. Hij ver
zocht ons in 't geloof aan Hem, Die ook
Duitschland zoo menigmaal uit den nood ver
loste, het nieuwjaar te beginnen. En allen, wie
wij ook zijn, in Duitschland of in Amerika, in
geduld en lijdzaamheid te dragen wat ons van
Godswege is opgelegd, in gebondenheid aan de
wetten en instellingen onzes Gods.
Dat echte, dat vaste en besliste in eiken uit-