Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. de Beste! r IEIEFII1EEII ZUS. Stillen de hoest IN HOC SIGNO VINCES Maken los No. 3816 ZATERDAG 16 JANUARI 1932 46ste JAARGANG EERSTE BLAD. PRIJS 25 CENTS Op den Uitkijk* Alle stukken voor de Redactie bestemd, Ad verten tien en verdere Administratie, franco toe te zeaden aan de Uitgevers Overal verkrijgbaar Brieven uit Amerika. tl. 6876 c., 3e kwal. géwicht; 26 nuchtere Sen 18'21, per stuk; kens (90—110 K.G.) c., vette 3839 c. 3 paarden, 70—120 angevoerd 13 wagons. en EIEREN. uari. Eieren. Aanvoer 0 stuks 2.25—4.50, lel traag. .nuari. Kaas. Aanvoer stuks, wegende 8100 met rijksmerk 25— -24. Handel matig. ari. Eiermijn. Aanvoer en 4.205.20, idem ren 3.50—4.20, per I 1.30—1.40 per K.G. 100 stuks. Aanvoer OLIËN, enz. anuari. Fijne zaden. maanzaad 23—25, auwbloei zaailijnzaad nzaad 1011, alles nuari. Binnenlandsche Gerst chevalier 6— erwten kleine groene erwten van 10—23; 75; alles per 100 K.G. nuari. Binnenlandsche Rogge 5—5.50, che- aver 63A6% duive- rdeboonen 7—7M. vale erwten 2023, ijzaad ÏOJ^11 en -12 y2 per 50 K.G. n AARDAPPELEN. uari. Heden waren de als volgtBrielsche Zeeuwsche blauwe ers 3.50'3.80, idem ners drielingen' 2.50 ïelmers 3.50—3.75, 3.80, alles per H.L.; K.G.; bravo's 3.80 2.60—3.30, per H.L. kalme vraag! OL, DIVERSEN. nuari. Vlas. (Opgaaf Aanvoer 7350 K.G. .70; 3000 K.G. Gro- 7900 K.G. Holl. geel it Zeeuwsch 0.45— jot 0.35—0.40, alles iets grooter, de beste en verkocht. De stem soorten was gedrukt, eelte onverkocht bleef; doende vraag, Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN <S ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST AANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaag, Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Er zijn nog heel wat menschen, die gaarne Gereformeerd willen heeten, maar het inderdaad toch niet zijn. Geformeerd-zijn onderstelt de posi tieve daad in het leven, de voortduren de actie en ontwikkeling. Maar er zijn er helaas nog velen, die zich met dezen schoonen naam sieren, maar van wie alle reformatorisch stre ven verre is; menschen, die leven niet uit positieve actie, maar uit negatieve kritiek; menschen, die geen hand uit steken ten bate van de ontwikkeling van het Gereformeerde leven, maar veeleer met schamperheid die ontwikke ling veroordeelen. Wie nu zóó door het leven wil gaan, kan op zijn best „protestant" genoemd worden; protestant in den slechten zin van het woord, maar Gereformeerd is zoo iemand niet. Die menschen kunnen wel vroom re deneeren, schijnbaar vroom althans maar hun daad is verre van vroom. Het Gereformeerde beginsel staat niet afwijzend tegenover het rijke, volle menschenleven, maar aanvaardt het le ven als uit Gods hand, erkennend dat Hij de Schepper en Gever van alle le ven is en dus als Souverein over het geheele leven aanvaard moet worden. Er zijn tegenwoordig menschen, die leven uit het Roomsche beginsel der ascese, der onthouding en der wereld- mijding, en denken dat zij hierin goed gereformeerd zijn. Er zijn tegenwoordig menschen die zuiver op piëtistisch, soms ook op Lutheraansch, soms ook op metho distisch, soms ook op Labadistisch standpunt staan en volhouden dat ze de oude „beproefde gereformeerde waarheid" te pakken hebben, de waar heid waar voor onze vaderen goed en bloed hebben veil gehad. Dat zijn die groote misverstanden in het leven, die uit pure onkunde aan gaande historie en beginselen geboren worden, en waarop helaas maar al te vaak door z.g. leidslieden met groote behendigheid wordt gespeculeerd. Daartegen is maar één ding te doen telkens maar weer getuigenis der Waarheid geven, te onderwijzen hen die dwalen en tegenover valsche en ijdele wind van leer het waarachtige, oudie .gereformeerde beginsel stellen, zooals dit inderdaad in onze vaderen te vuur en te zwaard beproefd is ge worden. Die hebben geweten wat Gerefor meerd zijn te beteekenen heeft. Zij ston den niet afwijzend en negatief tegen over het leven zooals dit zich op elk terrein openbaart. Hadden zij zich op het standpunt der Roomsche ascese willen stellen, dan zou nooit de strijd ontketend zijn zoo als deze thans door hen is gestreden geworden. Want kritiek is gemakkelijk, maar de kunst van de daad en den opbouw is moeilijk, is zwaar, kost strijd en lij den en zelfverloochening. Het is zoo gemakkelijk vanuit ons zelf gekozen hoekje de smaadredenen der afbrekende kritiek te doen hooren, en te oordeelen dat dit te licht en dat te oppervlakkig en dit te wereldgelijk- vormig en dat te onbijbelsch is. Het is zoo gemakkelijk afwijzend te genover het geheele leven rondom ons te staan, en we winnen er nog den naam van zekere vroomheid mee in bepaalde kringen, en dat staat ons meestal wel aan, maar met Gereformeerd-zijn heeft dat alles niets te maken. Protesteeren en reformeeren is niet hetzelfde. Reformeeren onderstelt de daad, de voortdurende actie, werken zoolang het dag is. Men moet dat eens napluizen bij onze vaderen in de zestiende en zeventiende eeuw, hoe die gereformeerd hebben. In een betrekkelijk kort tijdsbestek heb ben zij een hoeveelheid arbeid verricht en ten bate van het gereformeerde le ven geproduceerd als in geen later tijd vak ooit meer het geval is geweest. Zij hebben begrepen wat een groot Chris tenstaatsman van later dagen eens ge zegd heefter is geen duimbreed grond in de geheele wereld waarvan de Christus niet zegtMijn Gereformeerd-zijn wil zeggen, de schepping zien, niet uit het standpunt van den verloren zondaar, maar uit het standpunt der herschepping. Wie niet in naam, maar in werke lijkheid thuis is in de oude gereformeer de Belijdenisschriften, weet wat we hiermee bedoelen. Onze gereformeerde Belijdenisschrif ten gaan uit van den gedachtengang dat het raadsplan Gods tot doel heeft de herschepping van de gevallen schep ping. En de Zone Gods heeft in den tijd dit raadsplan volmaakt volbracht. Hij is de Herschepper van de gevallen schepping, de tweede Adam die het proefgebod doorstaan heeft en in Wien nu alle dingen nieuw worden. De Christen heeft nu vanuit den ge dachtengang der herschepping te leven. Dat is Gereformeerd zijn. Hij moet op het standpunt staan in beginsel heeft Christus den overste dezer wereld den kop vermorzeld en nu is dan ook in beginsel het terrein der gansche schepping weer in handen van den Zoon, aan Wien de Vader alle dingen heeft overgegeven. Wie den Bijbel goed leest, bemerkt op schier iedere bladzijde dat God in Zijn Woord van deze universeele ge dachte uitgaat. Het „vreest niet, Ik heb de wereld overwonnen" is het wacht woord dat de strijdbare helden, die de wereld ingestuurd werden, meekregen. Wanneer het die uitgezondenen alleen te doen was geweest om te kritiseeren en negatief werk te verrichten, hadden zij dit wachtwoord niet noodig gehad, maar hun roeping was Gereformeerd te zijn, d.w.z. de daad, de voortdurende actie te verrichten, de wereld te refor meeren, heel het levensterrein op te eischen voor Koning Jezus, aan Wien de wereld in beginsel reeds toekwam, dus herscheppend werk te verrichten. Er mocht geen enkel terrein blijven braak liggen, heel het leven moest met het zoutend zout van het Evangelie worden doorzouten. Deze gedachte, die zoo overweldi gend diep in alle levensopenbaring in grijpt, hebben onze reformatorische va deren in de L6e eeuw weer opnieuw aanvaard. En deze zelfde zware gedachte moet ook in de 20ste eeuw in ons tot vleesch en bloed geworden zijn, willen we met recht eenige aanspraak maken op den naam Gereformeer d-z ij n. Maar hij is Gereformeerd die in zich voelt branded den geest der Reformatie, reformatie op elk levensterrein, die geen neutraliteit aanvaardt, maar alles op- eischt, eiken duimbreed gronds voor de zaak des Heeren, en dat tot eigendom van Christus opeischt. Reformatie dus altijd voort, want de formatie ligt altijd als de zonde aan de deur. Reformatie der Kerk, reformatie der school, reformatie der politiek, refor matie van het sociale leven, reformatie der wetenschap, reformatie der kunst. Er is geen einde van. Wie zoo tot het leven om zich heen naderen wil, heeft recht op den naam gereformeerd te zijn. En dan wordt het leven wel zwaar. Want dan is het met praatjes niet meer goed te maken. Met vroom rede neeren zijn we dan niet meer klaar, en op onzen weg liggen dan de steenen. Want het is nog precies als ten dage van den Heere Jezus. Hetzij dan dat wij leven als Johannes den Dooper, van ons zal gezegd wor den ,Hij heeft den duivel" hetzij dat we zelfs leven konden als de Heiland, van ons zal gezegd worden: „Ziet daar een mensch, die een vraat en wijnzui per is Maar ook ons zal, indien de geest der reformatie in ons brandt, dit alles niet afhouden van den arbeid die op ons wacht, want de tijd is voorts kort. En we zullen staan in de kracht van het Woord dat de wijsheid gerecht vaardigd geworden is van hare kin deren. Men kan er van zeggen wat men wil, maar de houding van het Duitsche volk en de Duit- sche Regeering dwingt respect af. Ik wil mijn lezers niet vermoeien met een opsomming van de geweldige sommen, die het Duitsche volk se dert het gedwongen werd het „vredesverdrag" te onderteekenen, voor zijn overwinnaars heeft opgebracht. Het zou trouwens niet baten ook, want al noem ik die cijfers, zij spreken niet tot ons wegens hun onbegrijpelijken omvang. Het zijn getallen, die boven ons begrip uitgaan. Direct na het vredesverdrag van Versailles heb ben economen van naam gezegd, dat het Duit sche volk nooit in staat kon zijn om aan deze verplichtingen te voldoen. Wanneer men het diezelfde economen nu zou vragen, zouden zij misschien zeggen: wij hebben niet eens vermoed, dat het Duitsche volk nog in staat zou zijn het zoo lang vol te houden als het nu volgehouden heeft. Maar nu is er dan ook het eind. In begin December trad de Duitsche „Nood verordening" in werking. Een voor het geheele Duitsche volk zeer pijnlijke maatregel, die alle lagen der bevolking groote offers oplegt. Met deze maatregel heeft Duitschland getoond, dat het alles deed waartoe het in staat was om aan zijn verplichtingen te voldoen. Daarom kan het thans met alle recht tot de geheele wereld zeg gen, wat het inderdaad deze week gezegd heeft: wij kunnen niet meer Materieel heeft men' het Duitsche volk geknecht, maar moreel staat het op 't oogenblik in zijn volle kracht, het kan de geheele wereld onder de oogen komen, en voor de vierschaar der historie zal het straks een goed figuur maken. Aan die moreele kracht heeft het Duitsche volk het te danken, dat het met de boodschap van deze week, met uitzondering van Frankrijk natuurlijk, een geopend oor vond in alle landen der wereld en zooals het er nu voor staat, lijkt het mogelijk, dat de Staten den toestand zullen aanvaarden, zooals Duitschland die op 't oogen blik gesteld heeft. Deze moreele kracht dankt Duitschland in de eerste plaats wel aan zijn groote leiders, waar van er al in de volle kracht van hun leven gestorven zijn, gesloopt in dienst van het vader land. Ik noem alleen maar een figuur als Strese- mann. En dan denk ik aan die groote krachtfiguur, die torenhoog boven schier al zijn tijdgenooten uitrijst, een man als Von Hindenburg, een 80- jarige rijsaard, die slechts één levenswoord kent: „Voor het Vaderland", een man, die staat in het rotsvaste geloof aan zijn God, waaruit hij zijn enorme kracht put om vol te houden en de schier bovenmenschelijke taak, die hem op de schouders is gelegd, te volbrengen, een man, die een Nieuwjaarsboodschap door den ether heen de wereld inzond, welke Boodschap in alle landen der wereld een geweldigen indruk heeft gemaakt, een Boodschap, die getuigde van ge loof en rotsvast vertrouwen. Een volk, dat nog zulke mannen heeft, kan nog niet verloren gaan. Zij zijn een gave Gods. Maar naast deze groote persoonlijkheden dankt Duitschland zijn moreele kracht en prestige te genover de geheele wereld aan de groote Duit sche politieke partijen, die eveneens hun plicht verstaan. Wij d'enken hier aan de Duitsche Sociaal-democraten, die daar geen afbrekers zijn maar den ontzetenden nood van het volk ter harte nemen en alles doen wat in hun vermogen is, in dien nood te voorzien. Welk een verschil met hun partij genoot en in ons land Trouwens zooals in Nederland zijn ze geluk kig nergens elders te vinden. In België niet, en in Frankrijk niet en in Engeland niet. Ik heb er al meer gelegenheid toe gehad op de dubbelhartige rol te wijzen, welke de Neder landsche socialisten vervullen. Ik zag ze dezer dagen in de pers uitgebeeld als een Janus-kop, een figuur met twee aangezichten, en dat is het eenig juist lijkend portret. Ze hebben een linker en een z.g. rechtervreugel, maar die linkervleugel zwaait het hardst en het is dus geen' wonder, dat ze in een cirkeltje ronddraait Waren de Duitsche sociaal-democraten pre cies zooals hun Nederlandsche confraters, dan was het met het Duitsche volk allang gedaan geweest. Toch kunnen die socialisten in Nederland op den duur hun dubbelzinnige rol niet blijven ver vullen. Dat is deze dagen weer eens overduide lijk in Rotterdam gebleken, waar het een beetje gescheeld heeft of een der leiders was door zijn eigen roode volgelingen op de publieke straat gemolesteerd, alleen om het feit, dat hij in Rot terdam probeert te doen, wat de Duitsche socia listen al lang gedaan hebben. De Rotterdamsche roode wethouders zijn er toe overgegaan mede te werken aan eenige loonsverlaging van het gemeente-personeel, een noodzakelijke daad om de berooide gemeentekas niet heelemaal kapot te maken. Vergeleken bij wat de Duitsche sociaal-democraten hebben ge daan om het land van den financieelen afgrond te redden, en waarmee zij voor de geheele we reld een waardig figuur gemaakt hebben, is deze zeer geringe loonsverlaging van het Rotterdam sche personeel, dat bovendien toch al een sa laris had, zóó vet, dat verreweg de meeste Duitsche socialisten er naar gesnakt zullen heb ben om op twee derde van zulk een inkomen te mogen rekenen, een peulschilletje. Nochtans staat heel de socialistische partij er over op haar achterste beerien en zit de ge heele partijleiding met de handen in de haren over deze daad van de Rotterdamsche collega's, die ,naar men zegt, een partij-afspraak hebben verbroken. Niettegenstaande ook ons volk in een groote crisis zit, en groote lagen van ons volk in groote kommer en zorg zit voor de naaste toekomst, blijft de S.D.A.P. op haar afbraak-standpunt staan en weigert mee de schouders onder de geweldige taak te zetten, om er van te maken wat er van te maken is. Als kwajongens staan ze steeds gereed om een spaak in 't wiel te steken, en hebb'en ze den moed, om in deze tijden van spanning en crisis het arbeidersvolk te ad- viseeren: gaat de straat op Nu, in Rotterdam hebben de socialistische ar beiders dan dit advies opgevolgd' en zijn de straat opgegaan, en de Rotterdamsche roode wethouder zal zijn partijbestuur nu wel heel dankbaar zijn voor dat advies, want hij heeft bijna aan den lijve mogen ondervinden, wat het beteekent, als een opgezweepte volksmassa „de straat op ga&t". Gelukkig was de politie, die ook al niet veel vriendelijkheid van de roode heeren ondervindt, bij de hand ,om de volks massa uite'en te jagen en kon de roode wet houder nog ongemerkt een trammetje pakken. Ik vergelijk de Nederlandsche S.D.A.P. vaak met de kip, die e'en nest met eendeneieren heeft uitgebroed. Wanneer straks de jonge beestjes het water in gaan, omdat dit hun element is, staat de moeder-kip met groote angst aan den waterkant te kakelen, omdat zij niet weet hoe ze het heeft. Zoo is het ook met de SvD.A.P, De partijleiding staat op revisionistisch stand punt, d. w. z. zij willen als 't kan liever alle revolutie en Marxistische praktijken voorkomen. Zoo rustigjes aan gaat het hun het beste naar den zin. Maar om zelf in den' zadel te blijven zitten, moeten ze telkens weer opnieuw ge kozen wordgn, en ze kunnen alleen gekozen worden door oproerige arbeiderselementen. Dus moeten zij ,om die te vriend te houden, met oproerige taal en opzwepend geschrijf in de arbeiderspers aan den lijmstok houden. Ze zitten te broeden op revolutionaire elementen. Maar als straks die revolutie-eitjes zijn uitgebroed en de kuikens het revolutionaire water in willen, staan de roode moederkippen aan den water kant te kakelen om ze weer terug te krijgen; want ze hebben wel de revolutionaire taal, maar nimmer de revolutionaire daad gewild. Zoo is ongeveer de positie van de roode partij in ons dierbaar vaderlandje, dat zich in de historie wel meer door halfslachtigheid heeft gekenmerkt. En nu hebben1 we deze week een ontwerp resolutie tegen den „linkervleugel" van het roode partijbestuur gekregen. Want het spreekt van zelf, dat de roode eenden-kuikens de moederkip rustig laten kakelen en het ruime revolutionaire sop kiezen, waar ze dan ook thuis hooren. Zij f hebben al eigen organen en eigén organisatie, die hen in dat revolutionaire sop zullen leiden. Maar nu moet men weer die tweeslachtige hou ding van de sociaal-democratische leiders hoo ren. In die ontwerp-resolutie heet het eerst, dat de partij toch zoo revolutionair gezind is, dat het kapitalistische systeem zijn onhoudbaarheid genoegzaam heeft doen blijken en dat er een nieuwe wijze van productie komen moet, enz. Taal van het zuiverste revolutionaire gehalte. Maar als de moederkip zoo'n beetje heeft staan kakelen, komt haar eigen burgerlijke aard, die bang is van het natte water, waar de uitge broede kuikens zich zoo volkomen thuis in voe len, weer boven en verzoekt zij de weerbarstige kuikens om toch als-'t-u-blieft op het droge te komen, want daar alleen is het goed. MIJN H ARDT'S SALMIAK-TABLETTEN - Doozen 20 en 30 ct. Bij Apoth. en DrogistaS Misselijk en flauw, grenzeloos flauw is de houding der Nederlandsche socialistische leiders. In pers en op meeting en bij rfdio zijn het dappere revolutie-stokers, zweepen ze het volk op geraffineerde manier tegen de burgerlijke klassen op, worden de roode volgelingen tot in de nieren geprikkeld tegen alles wat niet rood is. Maar als de roode volksmassa straks tot de daad komt, deinzen de leiders terug en zeggen met van schrik bleek gelaat: zoo hebben we het niet bedoeld, denk er toch om, de kapita listische maatschappij is nog niet zoo rot als we het wel hebb'en voorgesteld, voorloopig blijft ze nog wel op de been, wees toch voorzichtig Allermiserabelst is de houding van dat Ne derlandsche partijbestuur. Het zijn geen kerels, maar slappelingen. Waarom durven ze niet te kiezen Hebben ze d'en moed niet om de waarheid te aan vaarden Ze blijven maar hinken, op het slappe koord balanceeren met hun „rechter" en „linker"- vleugel. Hoe lang zal dat kinderachtige spelletje nog duren Er zal toch een tijd moeten aanbreken, dat ze kiezen moeten, ondanks zichzelf. De symptomen zijn er, die in die richting wijz'en. Ze zullen of met de heele partij den revolutionairen weg op moeten, of het standpunt van hun Duitsche collega's moeten innemen en mee hun schouders onder het werk zetten. Ik vermoed, dat op den duur dezen' laatsten weg wel noodgedwongen gekozen zal moeten wor den. De leiders zullen wel zoo veel verstand bezitten, dat ze in het revolutionaire water geen heil zien, noch voor zichzelf, noch voor hun partij. En dan wordt die „linkervleugel" natuur lijk zuiver communistisch. Maar dan weten we ook waar we aan toe zijn. In Duitschland zijn de verhoudingen vrij zui ver afgebak'end. Men weet waar men aan toe is en de sociaal-democraten weigeren daar mee te doen aan de afbraak-politiek der communisten, terwijl in ons dierbaar landje de roode heeren staan onder de zweep van de communisten en tegen deze op moeten bieden om hun stemm'en te houden. Het beste zal zijn, dat de sociaal-democra tische partijleiders den knoop maar in eens flink doorhakken, er mee ophouden om revolutionaire kuikentjes uit te broeden, in pers en meeting en door de radio een andere toon gaan aanslaan en heel dat communistisch gedoe in den steek laten. Misschien zitten er nog wel zooveel arbeiders met gezond verstand in de S.D.AP., dat zij dezen sprong kunrien meemaken. Maar ik geef toe, eer de roode leiders in ons landje zich tot dit mannelijke standpunt zullen hebben opgewerkt, zal er nog heel wat water door de Maas en Rijn moeten vloeien. We zullen echter den moed niet opgeven. In onzen tijd maakt men snel geschiedenis UITKIJK. Beste Vriend! Toen ik Oudejaarsnamiddag omstreeks 3 uur aan de radio het nieuws opving van de Chicago- tribune, het grootste dagblad in de wereld, werd ons medegedeeld, dat dit uitzendstation zich voor een oogenblik zou verbinden met het radio-station te New York, omdat de grijze pre sident van de Duitsche republiek ons zijn nieuw jaarsgroet door den ether zou doen toekomen. En waarlijk, na eenige oogenblikken wachtens hoorden wij de zware stem van President von Hindenburg, van uit de Wilhelmstrasse te Ber lijn. Het was zoo duidelijk of de spreker bij ons in een andere kamer was. Het maakte op ons, die het aanhoorden, een diepen indruk. Hij ver zocht ons in 't geloof aan Hem, Die ook Duitschland zoo menigmaal uit den nood ver loste, het nieuwjaar te beginnen. En allen, wie wij ook zijn, in Duitschland of in Amerika, in geduld en lijdzaamheid te dragen wat ons van Godswege is opgelegd, in gebondenheid aan de wetten en instellingen onzes Gods. Dat echte, dat vaste en besliste in eiken uit-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1932 | | pagina 1