o FEUILLETON Gemengd Nieuws. ebracht, Land- en Tuinbouw. Boekbespreking. Uitslag aanbesteding. Uitslag van de op 5 Januari 1932 te Dirksland gehouden aanbesteding voor den bouw van het Van Weel Ziekenhuis met het Diaconale Ziekenhuis voor het Eiland Goeree en Overflakkee. EEN AFGRIJSELIJKE MOORD OP OUDEJAARSAVOND. HET ZOUTENDE ZOUT eid een collecte Studiefonds, van agavond half 7 eden Ds. J. W. de Geref. Gem. ir op te treden rland. ft bedankt voor de Ned. Herv. led. Herv. Kerk ngelisatie in de 37.60 opge- rlerv. Kerk ver- b ijhet binnen- passeeren, zulks •lies. ndagmorgen zal stiging der her- ïebben, terwijl den H. Doop :r kinderen a.s. sistoriekamer. [erv. Kerk werd :rt gekozen de is ontslag ver- aan de O. L. der Ned. Herv. meer aan te veer een boven- tsteld, (iris der Knapen- gekoZen A. L. Ivit, die als zoo led. Herv. Kerk trden hervat op des geloofs in af te leggen, lavond om 7 uur aanmelden. Ichisaties zullen worden voorl ate in de Ned. i/ond werd door Iroep ontvangen J>t. Filipsland. pvonds te 6 uur, in het belang Ds. Koolhaas (Januari a.s., des phr. Geref. Kerk Ree van Baren- LENZIJN VAN MEtiSlJzK DJEZEN EN ïkEt'. WEES- 3EHARN1S. rtoe gevormde Pz. landpad, welke lijn getrokken en versierd, lijn en zijn familie ig spontaan op :gen op u daal ,n voor in gebed vaarhij hij mees- Oud-leerlingen i een comité te /aal een huide samen te komen >an hunne liefde zegt spr., geeft r Waal aan het te spreken. Hij Ir. onderwijs af- Waai gaat één 1 Chr. onderwijs ie goed en bloed lak des Heeren. r Waal dikwijls tte wat: daarom (vijl bij het open en wasIn het •eugde gebracht, rvuld: de recht- -ilmboom. Maar len vijand vaak aas, van eigen •d. En dat moet daan Niettegen- Waal tot nog wenscht hem dat hij in den frisch moge zijn lagen. leering kan spr. |den: Kok's Chr. ester Van der van dit boek- 1 geeft de heer den heer P. H. it meester Van van Dr. B. an Schoonheid", op het spreek- n de toejuichin- hij het woord: nen, In, nen •staan ?r. Hij verstaat erstaat het ook. d gegaan, sinds waart ge blij ven moet voor- jargdheid waren der onbezorgd- gaat onbezorgd ooi, maar kom par oud zijt ge- rustig in het zoo zijt ge van en eischt u op. jegaan, meester meegeleefd. leven moeilijk van de zonde, geleerd, 'Maar de doornen goed voor een ikel geluk zou iroote doel van en dan roemen in Gods onveranderlijke trouw, ondanks alles. Spr. hoopt, dat deze avondure een ure moge zijn van gezellig samenzijn, baten we eens een oogenblik losgetornd worden van de zorgen en moeiten des levens, wees dan nog eens ëen paar uren werkelijk jong. Laten we het nog eens mogen ondervinden, dat er in deze moeilijke tijden nog momenten Zijn' van hartelijke een dracht. Spr. dankt God. dat deze zaal zoo geheel aevuld is met oud-leerlingen, waaronder er velen zijn, die werkelijk iets beteekenen dn het leven, die meegeholpen hebben om dat leven vooruit te dragen en wier werk ook staat in het teeken dss Icriliscs» Spr dankt hartelijk voor de ontvangen boek werken. 'Hij hoopt er ijverig in te studeeren. Nadat geruimen tijd gezellig is doorgebracht met het zing'en van oude schoolversjes, het luis teren naar het voordragen van enkele stukjes en poëzie, beklimt de heer J. H. Dijkers het spreekgestoelte. r a Spr. is er een van de oude garde, in ae negentiger jaren der vorige eeuw zag het er heel anders uit. De voorz. heeft er daarstraks reeds op gewezen, dat het Chr .onderwijs toen zijn vrijheid miste. In die jaren had meester Van der Waal het voorrecht voor een groote schaar kinderen onderwijs te geven. Het was de eenigste Chr. school in deze. beide groote gemeenten. Toen heeft meester Van der Waai offers moeten brengen voor zijn beginsel en daarover moeten we niet gering denken. En daar waren ook nog andere bezwaren. De Chr. school had toen lang niet dat aantal on derwijzers van nu. Spr. komt wel eens in ver schillende scholen en dan trekt hij onwillekeurig een vergelijk tusschen toen en nu. Meestee Van der Waal had toen twee volle klassen 'en spr. begrijpt, dat zijn taak allesbehalve gemakkelijk, ja schier bovenmenschelijk was. Dat alles heeft meester Van der Waal vrijwillig en met liefde voor ons willen doen. Gelukkig, dat de latere jaren de lang begeerde vrijheid van onderwijs brachten. Wel niet de vrijheid, die we gehoopt hadden, maar dan toch de vrijheid, Spr. is blij, dat ook meester Van der Waal daar nog van heeft mogen profiteered Toen daarstraks de oude vaderlandsche schoolzangen weerklonken, voelde spr. zijn hart weer jong worden en dacht hij aan vroeger te rug. Wat hebben we samen, leerlingen en onder wijzer, moedig die liederen uitgegalmd. Wat heerlijk was het als meester Van der Waal voor ons de geschiedenis vertelde. Want hij bezat het geheim om die geschiedenis zoo 'te behan delen, dat het beginsel daarin sprak. We wisten als jongens reeds waarom onze voorvaderen den 80-jarigen oorlog voerden. Spr. meent, dat wij als oud-leerlingen meester Van der Waal inzonderheid om zijn geschiedenisonderwijs dank baar moeten zijn. Hij heeft de kennis der be ginselen in onze jonge harten gelegd en het is een plant geweest, die heerlijk uitgegroeid is. Wij zijn oud-leerlingen willen op alle terrein des levens pal staan voor de eer en 'de zaak des Heeren. Meester Van der Waal herinnerde er aan, dat velen van zijn oud-leerlingen nu een voor aanstaande plaats in het leven innnemen. Daar voor ziji we meester Van der Waal dankbaar, want dat is mede zijn v<erk. Hij heeft daarvoor de fundamenten gelegd. Èn nu beleven we moei lijke zware tijden. „Meester Van der Waal zegt spr., „we hopen als uwe oud-leerlingen in deze felbewogen dagen niet achter u, maar naast u te staan. Samen zullen we de banier opheffen van Koning Jezus. De oude garde sterft, maar geeft zich nimmer over." Spontaan valt de vergadering in: Zij zullen het niet hebben, ons oude Nederland. Aan het einde der vergadering gekomen, voert meester Van der Waal nogmaals het woord. Hij betuigt zijn hartelijken dank aan de aan wezigen, mede namens zijn vrouw en kinderen, voor dezen onvergetelijken avond. Spr. wil nog eens samen met zijn oud-leerlingen bidden, want daar was veel tekortkoming, ook bij spr., maar hij roemt in Christus, die onze zonden wascht in Zijn bloed. Als de vergadering uiteen gaat, drukt ieder meester Van der Waal nog eens de hand ten afscheid. WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT. In moes- en bloemtuin, keuken en kelder, le helft Januari. (Nadruk verboden). Wij willen het nieuwe jaar beginnen met de beste wenschen uit te spreken voor al ónze lezers en lezeressen; voor hun familieleden, voor hun bedrijf en ook voor 'hun liefhebberij, bezig heden, waarbij we allereerst willen denlcen aan het tuinieren, dat velen doen voor hun genoegen, aan 't kweeken en verzorgen van planten en bloemen. Mogen zij hierin steeds meer ervaring en een „gelukkige hand krijgen. V/ij ontvingen het verzoek van een paar lezeressen, twee ge zusters, om eens af en toe te schrijven oyer kamerplanten, meer dan tot nu toe. Wij willen gaarne aan dat vriendelijk verzoek gehoor geven, aannemende, dat er meerderen zijn, die dezen wensch zullen onderschrijven. De wintertijd is daarvoor het meest geschikt, omdat er thans in den hof weinig of niets te doen is. Hij of zij, die zijn of haar kamerplanten met veel zorg behandelt, kan er zeer veel genot van hebben, en ihet er veel verder mee brengen, dan zelfs een' vakkundige zou vermoeden, of, als hij dit toevallig zelf is, dan hij zich had durven voorstellen. Maar,de winter! In het jaar laten we zeggen: van Maart of April tot'October ondervindt hij (en zij natuurlijk eveneens) geen moeilijkheden. Hij plaatst zijn planten, lettende op haar bijzondere eischen, daar in de kamer, waar zij deze het meest tot sieraad strekken en het mooiste effect maken. Hij gunt haar de morgenzon, en beschermt ze tegen de verzengende zonnestralen op 't mid den van den dag; hij geeft ze wat vloeibaren mest en geregeld water naar behoefte, en als hij ze de teerste niet uitgezonderd eenmaal per week buiten, liefst bij regenachtig weer of betrokken lucht, anders in de schaduw, flink oversproeit, is dit in de kamer verder absoluut onnoodig. Die moeite is niet zoo groot en de voldoening niet gering. Maar tegen het najaar wordt het anders. Allicht als men een tuin heeft komen er dan nog enkele bij, die gedurende de zomer maanden buiten1 stonden, bijv. een Clivia, een paar Palmen of Varens, die ook wel binnen hadden kunnen blijven, maar toch liever, zoo lang het weer dit toelaat, genot van de frissche lucht hebben en dan ook sterker Worden, ter wijl ze minder hard groeien, want dit laatste is in de meeste gevallen ongewenscht. Dan zit men er wel een beetje mee. Niet alleen met de oplossing der vraag, hoe haar zóó te plaatsen, dat ze in de kamer niet hinderlijk zijn, maar ook zóó, dat ze elkaar niet hinderen; en zooveel mogelijk profiteeren zullen van zwakker wor dende licht. Nu, dit gelukt ook wel, en nu gaat men met vertrouwen, maar toch niet volkomen gerust, den winter tegemoet. Als het nu maar niet al te streng wil gaan vriezen, dan „boft" men met zulk een fraaie kamerversiering, die de jaloezie wekt van bezoekers en bezoeksters inzonderheid. Maar de kritieke tijd komt, wat vroeger of wat later, wat korter af wat langer van duur, en dan is oppassen de boodschap. Ziet men het aankomen en heeft men reden om aan strenge vorst in den nacht te denken, dan is het zaak al de planten, die immers dicht bij een of meer ramen staan, daarvan zoover mo gelijk te verwijderen, en in geen geval een op den vloer te zetten of te laten staan. Men brenge ze zoo diep mogelijk in d'e kamer, echter niet te dicht bij de kachel, als die, wat wel 't geval zal zijn, gedurende den nacht, al is 't maar smeulend, blijft branden, o Intusschen kunnen Cactussen en andere planten met dikke, vleezige bladeren daar zeer goed' tegen, 's Mrogens brengt men ze dan weer dich ter maar niet al te dicht bij- de ramen.- Wanneer de Oostenwind op een raam staat, gaat er een te koude luchtstroom van het glas uit, wat men in de dan overigens warme kamer niet zou zeggen, maar zeer goed kan voelen, als men de hand dicht bij het glas houdt. Het komt er nu maar op aan, de kamer ge durende den nacht vorstvrij te houden, wat iri elk geval voldoende as. Waar een vulkachel brandt, is dit niet zoo moeilijk, maar bij zeer strenge en lang aanhoudende vorst kan het in elk geval bezwaarlijk genoeg zijn, zoodat het verlies van enkele zeer gevoelige planten, on danks de beste zorg, dan zeer goed mogelijk is. Opmerkelijk ds het intusschen, hoeveel meer weerstandsvermogen tegen een temperatuur even onder het vriespunt de ééne plant heeft dan de 'andere. Er zijn er, van welke men denkt, dat ze daar wel tegen kunnen, er zijn er ook voor welke men een vrij hooge temperatuur nood zakelijk acht; terwijl de eerste, in zulk een on gunstig geval reddeloos verloren gaan, en de laatste er goed afkomen. A priori, van te voren valt daar dus in vele gevallen niets met zeker heid -te zeggen; de ondervinding moet dit leeren. Op zulk een ondervinding nu laat men het na tuurlijk liever niet aankomen. Maar ze wordt toch door de omstandigheden wel eens opge drongen, en dan is het goed aan anderen mee te deelen, -hoe men er bij stond, en welke planten door een lichte vorst al dan niet gedeerd wer den. Zij, die al eenige jaren planten hebhen verzorgd, zullen ongetwijfeld1 ervaringen hebben opgedaan, aangename en minder aangename, waarmee ze niet alleen zelf in de komende jaren hun voordeel kunnen doen, maar ook anderen van dienst kunnen zijn. UIENTEELT EN U1ENEXPORT. De omzet over de maand December 1931 van de Centrale Veiling te Middelharnis bedraagt 53610.77. Als wij dit bedrag eens vergelijken met den omzet over December 1921, dus tien jaar terug, -toen hij slechts 351.68 bedroeg, dan mogen wij tevreden zijn. Voldaan zijn we echter nog lang niet. Van de uienoogst 1931 werd geveild als volgt 420.948 K.G. 554.827 499.685 95.060 221.360 Sorteerinrichting te Ouddorp Goedereede Middelharnis Oude Tonge Ooltgensplaat Totaal 1791.880 K.G. of 35838 balen. Blijkens gepubliceerde cijfers van het Uitvoer- Controle-Bureau werd vanaf Flakkee over de maanden Juli tot en met November 1931 ge ëxporteerd 361.487 balen uien. Naar schatting, dit aan de hand van de cijfers van het vorige jaar, zal de uienexport van hier over December 1931' ongeveer 90.000 balen bedragen, zoodat per 31 December 1931 zijn geëxporteerd 451.487 balen. Vorig jaar werd vanaf 15 September (datum van inwerkingtreding van de uieacontrole) van af Flakkee in totaal geëxporteerd 715.762 balen uien. Bij een gelijke oogst aan die van 1930 en een juiste schatting over de maand December 1931 zou dus nog eeti voorraad uien op ons eiland kunnen zijn van 264.275 balen, onge rekend de uien, die het vorig jaar zijn geëxpor teerd voor de inwerkingtreding van de controle, welke hoeveelheid aan de hand van de cijfers over dit jaar kan worden geschat op 60.000 balen. Wij voor ons schatten de oogst 1931 25 a 30 lager dan die van 1930, hoewel wij beoordeeling daarvan liever aan insiders over laten. Hoewel de over onze veiling verkochte uien slechts 8 van de totale hoeveelheid bedraagt, blijven wij toch vol goeden moed, dat nog- een maal bet gestelde doel zal worden bereikt. Alleen betreuren we het en vinden het inderdaad jam mer, dat ook op andere gemeenten dan boven genoemde niet meer in de veilingrichting wordt gearbeid. We zijn overtuigd, dat er eenige of fers, die zeer minimum zijn, zullen moeten wor den gebracht, maar zijn niet minder overtuigd, dat men daarvoor in de toekomst ruimschoots zal worden beloond. (Deze toekomst is zoover verwijderd als de landbouwers zelf willen)De belooning zal evenwel zijn voor allen en de offers zijn alleen voor de pioniers. Dit laatste kunnen en mogen de kat uit den boom kijkers niet gedoogen. Het geldt aller belang en daarom ook aller strijd. v. H. We zullen in 't kort de kalenders, welke ons in de laatste weken werden toegezonden, ónder de aandacht brengen. Van den uitgever J. N. Voorhoeve te 'sGra- venhage ontvingen we drie kalenders. De dagkalender heeft een zeer mooi schild in sobere, voorname, dónkere tint gehouden. Het is een reproductie van een schilderij van Rembrandt. Doordat als andere jaren de uitgever zoo vriendelijk was ons het kalenderblok in boek vorm gebonden toe te zenden, konden we van den inhoud kennis nemen. We hebben dat dan ook met groot genoegen gedaan. Het weekkalendertje is eveneens van voor name soberheid. Naast eiken datum is een korte tekst gegeven, waarnevens nog een kleine ruimte is gelaten om aanteekeningen te maken. Het is een zeer mooie kalender. De derde kalender is van drie bladen1, elk nog versierd met fleurig gekleurde bloemen. Verder noemen we van den uitgever H. Veen- man 6 Zonen te Wageningen de Immanuel- kalender. Het schild stelt voor Christus met Zijne discipelen, gezeten op den Olijfberg, hen keren de. Het is ook een mooi schild. Het premieboek „De Koning van de Schans", van Lantermans, hebben we met groote belang stelling gelezen. Van den uitgever J. H. Kok te Kampen ont vingen we de Maranatha-kalender. Namen en Woonplaats. 1. G. Boertjes, Heemstede 2. Fa. Velden 6 De Jong, Oegstgeest 3. Arbeidscooperatie, Rotterdam 4. Kuypers 6 Kloppe, Kethel 5. Huberts, Dordrecht 6. Gesman-Zoetemeijer, Alphen a. d. Rijn 7. N.B. Bataafsche Aannemers Mij., Den Haag 8. A. J. Hobbel, Ooltgensplaat 9. C. M. Grevenstuk, Dirksland 10. J. M. Vermeulen, Steenbergen 11. J. H. NieuWenhuijzen, Rotterdam 12. Jurgens, Utrecht 13. H. v. d. Heul, Rijswijk 14. M. van Noord, Oude Tonge 15. N.V. Prov. Bouwbedrijf, Eindhoven 16. Roodzant Co., Rotterdam 17. J. Vermaas, Middelharnis 18. M. Langbroek, Middelharnis 19. Gebr. Schuiten, Delft 20. J. T. Mosselman Co., Rotterdam 21. Gebr. Strijbosch, Aarle Rixtel 22. P. Terreehorst, Aalsmeer 23. C. Smeets, Achthuizen 24. C. Kroos, Middelharnis 25. N.V. Aann. Werken D. T. Blanken, R'dam 26. N.V. Bredasche Beton Mij., Breda 27. P, M. Blanken, "Rotterdam 28. J. Both, Dirksland 29. P. A. Duhen, Dirksland 30. Fa. v. d. Doel Le Comte, Sommelsdijk 31. L. Zoetemeijer, Brielle 32. W. C. v. d. Bosch, Dordrecht 33. Boek 6 Van Eesteren, Den Haag Meerdere Massa Beton Schilderwerk kosten 169708— 32236— 7398— 875— 188881— 30000— 10000— 1000— 201690.— 35310.— 11770. 1125— 174800.- 28500— 8500. 500— 175900.- 30000— 8200 600— 185980.- 32000— 8000— 428— 169400.— 29900.— 6550— 400— 8339— 500— 13250— 580— 7100— 480— 198974.— 38127— 8358— 550— 208885.— 40000— 11600— 400— 177780.- 28800— 8875— 600— 18562. 601— 179900— 31855— 11100. 275— 174280— 28309.— 7900. 450— 14640— 350— 182367.— 36108— 13995— 375— 177777— 27686— 9296— 900— 161350— 28700— 7000— 450— 169935— 38045.— 7450— 1050— 180500— 34490— 8640— 500— 170500— 32500— 7500— 600— 177410. 33900— 12900— 410— 193500 34062— 13000— 580— 212300. 39000— 13000— 580— 197827— 34600— 13000— 580— 190000— 35823— 13000— 580— 195600— 34750.— 13000— 600— 176888. 36890— 9600— 740— 187800. 33000— 8200— 650— 169800. 33800— 7850— 500— 172340— 33400.— 8500— 600— Het schild stelt voor Christus voor Pilatus. De voorzijde der kalenderblaadjes is verzorgd door Ds. J. J. Knap Czn., een naam, die onder ons groot vertrouwen heeft. Van de Nederlandsche Spoorwegen ontvingen we evenals andere jaren ook weer een keurig verzorgde Kalender in boekvorm. De kalender is verlucht met zeer veel mooie en ook wel gekleurde foto's van het bedrijf der Spoorwegen. Het is technisch schitterend verzorgd. De N.V. Mij. tot Exploitatie van de Victoria- Bron te Oberlanstein deed ons ook een kalender toekomen. Deze duidelijke en makkelijke week kalender heeft op 't schild1 een mooie foto van de St. Nicolaaskerk te Amsterdam. Vooral voor zakenmenschen een prettige kalender. „CENTRAAL". v. Z. De chef was eerst kort geleden van 't lage Holland naar 't .kleine stationnetje aan de oostelijke Veluwe-lijn overgeplaatst. 't Liep tegen den avond en daar de arbeider naar huis was gegaan, zat hij geheel alken. Hij had 't druk, de bakker was komen vragen of dg zending voor hem er nog niet was, enkele zomergasten vertrokken, hij had de koffers voor verzending in orde moeten brengen, de rijwiel- kaarten gereed moeten maken, dan was hij aan de telefoon geroepen en had een lang gesprek over een goederenwagen gevoerd en toen ge beurde 't. Voor 't loket stommelde een boertje, liet zijn stok vallen, grabbelde naar zijn por- temonnaie, „Wel". „Een kaartje naar Centraal". „Naar wat 7" „Naar Centraal". „O, naar Amsterdam". „Neie, naar Centróal". „Ja, maar wat is dat dan toch Nijdig schudt 't boertje 't hoofd. Ondertus- schen meldt 't vorige station den trein af. „Wacht u even", zegt de chef en brengt alles voor 't binnenloopen van den trein in orde. Dan vraagt hij de twee andere reizigers of die soons weten wat dat boertje met „Centraal" bedoelt, maar ook zij weten er geen weg mee. De chef keert naar 't loket terug. „Is 't ver weg waar u heen moet „Nek, niet wied weg", is 't antwoord. „Naar Hattem dan, naar Zwolle 7" Ijverig schudt het boertje van neen. Onder- tusschen komt de motortrein binnen en bestuur der brengt de oplossing. „Hij moet naar Hattemerbroek, u weet wel, daar liep vroeger de Centraal-Spoorweg langs." Snel wordt ons boertje aan een kaartje ge holpen en mopperend stapt hij in 't treintje „Is me dat nou een sjef" 1 (Spoor- en Tramwegen). EEN VELDWACHTER AFGEMAAKT DOOR DRIE BROERS. Men meldt uit Lith In den nacht van Donderdag op Vrijdag heeft te Kerkdriel (Gld.) een moord op een rijks veldwachter plaats -gehad. Omstreeks 1 uur in den nacht werd aan den onderkant van den dijk, het „Hinten", gevonden het lijk van den rijksveldwachter Tap. Het bleek dat hij was vermoord. Hem waren verschillende messteken toegebracht, waardoor de dood is ingetreden. De moord( heeft plaats gehad op den dijk en daarna heeft men het lijk van den dijk laten rollen. Het staat vast, dat de moord is gepleegd tusschen 12 en 1 uur, want tot middernacht had Tap wacht bij de steenfabriek. Op weg naar huis schijnt hij te zijn overvallen en vermoord. Hoewel -hieromtrent geen zeker heid bestaat, schijnt de moord te zijn gepleegd door een drietal jonge mannen uit Kerkdriel, die op Oudejaarsavond omstreeks 11 uur ruzie met den rijksveldwachter moeten hebben gehad. De politie heeft in den loop van Nieuwjaars dag eenige personen aangehouden. De rijksveldwachter Tap was gehuwd en had geen kinderen. Hij woonde sinds ongeveer vier maanden in Kerkdriel. Hij was 31 jaar oud. Omtrent de aangehouden personen vernemen wij nader, dat dit zijn de drie gebroeders Rovers uit Kerkdriel. Twee der broers hebben aan de politie verklaard, dat 'dé messteken zijn toe gebracht door -den derde gearresteerde, den 28-jarigen G, Rovers, die echter blijft ontkennen. Het parket uit Tiel en de districtscommandant van de Rijksveldwacht uit Arnhem hebben ter plaatse een onderzoek ingesteld. Het zou komen vast te staan, dat er tusschen den vermoorden veldwachter en de familie Rovers een veete bestond, die ontstaan is naar aanleiding van een bekeuring. De drie jonge mannen zouden op Oudejaarsavond zeer luiruchtig zijn geweest DOOR a KINGMANS. 44) (Slot), Voor zoo ver zij zich herinneren kon, vaas het voor de eerste maal, dat zij op Kerst -ais niet thuis was. Het pijnde baar wel even, maar 't was toch ook weer beter zoo, want moeder had geschreven, dat Albert na Kerstmis naar Leiden ging. Zij zou hem dus niet ontmoeten. De brief van Gretha was als altijd een ge zellige. Veel mededeelingen uit.-het ziekenhuis, die er duidelijk op wezen, dat zij toch feitelijk een geboren verpleegster was. „En dan heb ik je nog enkele andere mede deelingen te doen. Allereerst, dat Marianne geregeld bij dominé Oostveld catechisatie aan huis krijgt. Wat we eigenlijk allen reeds wisten, kan thans een feit worden genoemd: zij heeft zich in volle o\ :r- gave aan den Heiland gegeven en weet met wisse zekerheid, dat ook haar zonden gewas- schen zijn in Zijn bloed. O kind, je begrijpt, hoe heerlijk ik dat vind 1 Marianne zelf beseft nog niet, hoe het mogelijk is. Zij vraagt dan ook honderd uit. Je weet, dat zij steeds weet gierig is. Ten slotte heb ik met dominé Oost', ld over haar gesproken. Hij komt -geregeld in het ziekenhuis, maar had met Marianne nog g en kennis gemaakt. Uiteraard hield zij zioh van predikanten op een afstand. Zij noemde mij steeds haar predikante De kennismaking met dominé Oostveld was in eenen zoo prettig, dat al spoedig werd afgesproken, dat zij in de pas torie op bezoek zou komen. En dat bezoek h.eft 'oe„ geleid, dat Marianne nu catechisatie j0?' ta de pastorie. Nu komt zij beter met e neils-waarheden op de hoogte dan wanneer r> *5° ^ooi en te gras bij mij komt vragen. wikk^T J*ide mi' 9ister' dat zi> een cnt' leerlinge ds. Dat behoeft niet te ver- ,eren'. a's 'we bedenken, dat zij een gym- tefk»°P d'n9 -heeft genoten. Voor -haar he rkent studie ontspanning. 's a" de bedoeling, dat Marianne ia April e belijdenis aflegt. Zij ia echter ook niet gedoopt, zoodat de koop dan ook plaats zal vinden. Zij zal je er wel over scsrijven, maar zij had heel graag, dat je dien Zondag naar Leiden kwaamt. Vader heeft haar reeds beloofd, dat hij dan komen zou in gezelschap van Albert, die ook toezegging heeft gegeven. Hoe blinkt in het geval met Marianne de vrij machtige genade Gods uit 7 Wie had nu kunnen denken, verleden jaar, dat ik over haar in bo- venstaanden geest zou hebben kunnen schrijven! Als een totaal onwetende, als kind van de we reld, kwam zij in het ziekenhuis. Maar zij werd getrokken door Gods wonderbaar Licht; zij zag haar zonden en gebreken; voelde zich klein wor den en heeft geworsteld, om het -Licht der wereld te vinden. Zij heeft inderdaad geworsteld. O, wat had ik vaak een medelijden met haar, als zij niet uit de moeilijkheden komen kon, moei lijkheden, die voor ons, omdat wij bij Gods Woord zijn opgevoed, zoo eenvoudig zijn. Ik heb mijn best gedaan, haar wegwijs te maken. Maar het-was niet zoo eenvoudig. Ook daarom ben ik blijde, dat Marianne -thans in handen van dominé Oostveld is, die op schier al haar vaak onmogelijke vragen een antwoord weet te geven, dat Marianne 'bevredigt. Met mijn ant woorden was dat niet steeds het geval 1" Annie glimlachte. „Nu niet al te bescheiden, zusje", mompelde zij. „Je hebt ook wel behoorlijke antwoorden gegeven. Dat is je wel -toevertrouwd. En in den middellijken weg heeft Marianne veel aan jou te danken. Je hebt gewerkt als een zoutend zout". Zij las verder: „Dominé Oostveld vroeg mij verleden week naar de levensomstandigheden van Marianne en haar verwanten. Hij had wel iets van haar vernomen, maar lang het rechte niet. Wat te begrijpen valt. Op zijn verzoek heb ik hem uitvoerig op de hoogte gebracht. Dominé herinnerde zich de debacle met den bankier Meyenbeek Leeuwenhuis zeer wel. Het was geen oogenblik in zijn gedachte opgekomen te meenen, dali Marianne een dochter van dien bankier was. Mijn mededeelingen hebben het gevolg gehad, dat dominé in aanraking is gekomen met me vrouw Meyenbeek. Zij woont niet dn zijn wijk, maar in overleg met den wijkpredikant is het zoo geregeld, dat hij haar vrij geregeld bezoekt. „Haar behoef ik geen les te geven", zei dominé, „zij is van jongsaf op de hoogte en voor de zoo- veelste maal heb ik het levendige bewijs, dat de in de jeugd gegeven Christelijke opvoeding in drukken achterlaat. Bij mevrouw Meyenbeek klemt dat te meer, daar zij niet heel jong de ouderlijke woning heeft verlaten. Van haar kan worden getuigd, dat zij door smart gelouterd is. Gebroken en verslagen is zij tot God weer gekeerd en er is gejuich in de hemelen geweest. Juichen de engelen niet over één zondaar, die Zich bekeert Nu ik toch over Marianne's moeder bezig ben, zij heeft het langst in Leiden gewoont. Zij ver trekt naar Leiderdorp. Door bemiddeling van dominé Oostveld gaat zij de huishouding van den notaris daar leiden, wiens vrouw over leden is. Je kent haar niet, maar uit wat ik je van haar verteld heb, kun je wel opmaken, dat zij voor dat werk geknipt is. Want zij is, even als Marianne, op en top een beschaafde dame. Met haar broer, die, zooals je weet, in Leider dorp woont en met wien hier in het ziekenhuis een verzoening tot stand .kwam, is de verhou ding uitstekend, evenals met diens gezin. Ma rianne en ik gaan er zoo nu en dan op de fiets even heen en we kunnen constateeren, dat er van wrok geen sprake is. ,,'t Was alles de leiding Gods", zegt oom Kees. En wie zal de waarheid van die -uitspraak durven ontkennen 7 Ik heb je nog meer te vertellen, maar dat moet bewaard blijven tot morgen. Mijn werk roept. Krijg ik nu ook van jou zoo'n lang epistel terug 7" Annie zag geen kans, zulk een lang antwoord te zenden. Zij had ook niet zulke gewichtige mededeelingen -te doen. Kalm gleed haar leven voort, als -het smalle beekje in het bosch, vlakbij de pastorie. Gretig greep zij naar de brieven uit Noordstad, dn de vurige hoop, iets te lezen over Albert, al was het dan slechts een tiende deel van den trant, waarin Gretha over Marian ne schreef. Maar geen woord in dien zin. Soms werd zijn naam niet genoemd, een enkele maal werden zijn groeten overgebracht. En zij durfde niet informeeren. Vaak verloor zij den moed en meer en meer ging zich vastzetten de gedachte, dat zij haar offer tevergeefs had ge bracht en dat Albert niet den weg van Marianne zou opgaan. Er w a s niets bizonders te ver melden. Anders zou vader er wel over schrij ven „Ik wacht niet tot morgen", dus luidde het vervolg van Gretha's brief. „Dan maar een half uur later naar'bed. De brief van Marianne, die hierbij ingesloten wordt, is reeds -klaar. Dus vervolg ik mijn mededeelingen. Natuurlijk sprak ik met dominé Oostveld over Albert in Noordstad. Het geval met jou heb ik vanzelf -buiten beschouwing gelaten. In den loop van het gesprek vertelde ik hem, dat Albert graag dokter had willen worden, maar door het ontzettend gebeuren van toen daarin verhinderd werd en in den handel is gegaan. Ik vroeg hem, of er nu geen weg op was, dat hij zijn wensch volgen kon. „Een weg is er misschien wel", zei dominé, „maar ik ga er niet voor werken. Laat hem kalm in den handel. Een mensch kan nu eenmaal niet steeds zijn zin krijgen. Het is mo gelijk wel goed voor hem, dat hij een onver vulde wensch behoudt. We moeten het den menschen niet al te gemakkelijk maken in het leven." 't Is misschien een levenswijs woord, maar het speet me voor Albert. Overigens schreef Arie mij verleden week nog, dat hij het zeer wel maakt en geheel verzoend raakt met zijn werk, dat hij niet meer met zulk een tegen zin verricht. Je weet natuurlijk, dat hij geregeld mee ter kerk gaat Annie schrok op. Neen, dat wist zij niet. Van huis was er tot nu met geen woord over gerept. Waarom schreven vader en moeder dat niet naar haar Een gevoel van dank doorstroomde haar. Dan was alle hoop toch niet verloren 1 Zij las het verdere van den 'brief, die trou wens geen nieuws meer bevatte, slechts met een half oog. De enkele woorden van Gretha, geheel in onwetendheid -geschreven zij meende, dat Annie geheel op de hoogte was waren als balsem in een open wonde. Na Kerstmis spoorde Annie naar Noordstad, waar zij met vreugde werd ontvangen, zóó, dat mijnheer Kleefstra zich later op den avond ont vallen liet: „Dit is het oude leven weer. We hebben er zoo naar verlangd', hé, moeder." „Hebt u dan spijt van uw voorstel, dat ik ver trekken zou vroeg Annie in spanning. Van het antwoord hing zooveel af. Met opzet -had zij slechts heel terloops over Albert, dié met een week vacantie in Leiden was, ge sproken. „Neen, wij hebben er tot nu toe geen oogen blik spijt van. Integendeel, we zijn meer en meer tot de overtuiging gekomen, dat de weg, dien wij insloegen, goed was. Zooals je weet, komt Albert hier geregeld. Hij is, we mogen het met dank aan God zeggen, in een goede omgeving, die een blijvenden indruk op hem maakt. Ik druk mij opzettelijk zeer voorzichtig uit, Annie, maar een -goed verstaander heeft slechts een half woord noodig." „Is het heusch waar, vader 7" vroeg zij nut blijdschap in de stem, „Waarom schreef u er nooit over?" „Met opzet hebben moeder en ik dat juist nagelaten. In een brief' schrijft men soms te duidelijk. We konden je beter vertellen, dat wij steeds meer hoop krijgen. Maar, dat is zeker, het gaat met Albert langzaam. Hij is een zoo geheel ander karakter dan Marianne. Je moet ook niet vergeten, dat hij een man is. En bij een man werkt over het algemeen meer het verstand dan het gemoed. Vermoedelijk moet Albert eerst meer op de hoogte komen. Natuurlijk blijft het ten allen tijde een zaak van het geloof. Alles valt verstandelijk niet op te lossen. Maar vast staat wel, dat bij een man het verstand een' woordje mee spreekt. We moeten met Albert geduld hebben." In de maand Februari ontving Annie een brief van Arie, waarin deze mededeelde, dat zijn ver trek naar Zwolle vervroegd was endat Albert mede zou gaan naar het bijkantoor. Zij zouden samen kamers huren en Albert had den wensch te kennen gegeven, in het Christelijk organisatieleven te worden opgenomen. In Noordstad zou hij dat niet meer doen, doch in „Zwolle wel. „Niets staat je meer in den weg, om, als je dat wilt, naar huis terug te komen. Ik vermoed, dat va-der en- moeder er niet over 'zullen schrij ven, maar ik weet, dat zij het dolgaarne zouden willen. Dat valt trouwens te verstaan. De Ben jamin kan thuis eigenlijk niet gemist worden." Annie's besluit was genomen. In de pastorie liet men haar ongaarne gaan, men zag wel in, dat tegenstand niet baten zou. Met Mei vertrok zij naar Noordstad, naar huis. Te Leiden was zij in April niet geweest. „Wat een lange brief van Arie I" zei me vrouw Kleefstra. „Wat heeft hij allemaal te ver tellen 7 Of mag ik het niet weten 7 De brief was immers aan jou -geadresseerd 7" In de oogen van Annie glinsterden tranen, toen zij op een passage wees, die haar moeder vol belangstelling las „De openbare belijdenis en de doop van Ma rianne hebben op Albert 'n onuitwischbaren in druk achtergelaten. De zoeker is op weg een vinder te worden. Je weet, dat ik van vader heb overgeërfd om niet al te spoedig een conclusie te trekken. Maar met vol vertrouwen meen ik te mogen zeggen: „Annie, je hebt niet tevergeefs een offer gebracht." Overigens moeten wij ge duld hebben. En dat leeren we in de oefenschool van het gebed tot onzen God, Die ons heeft gezegd, dat wij moeten zijn een zoutend, zout,"

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1932 | | pagina 3