o
FEUILLETON
Gemengd Nieuws.
ebracht,
Land- en Tuinbouw.
Boekbespreking.
Uitslag aanbesteding.
Uitslag van de op 5 Januari 1932 te Dirksland gehouden aanbesteding voor
den bouw van het Van Weel Ziekenhuis met het Diaconale Ziekenhuis
voor het Eiland Goeree en Overflakkee.
EEN AFGRIJSELIJKE MOORD OP
OUDEJAARSAVOND.
HET ZOUTENDE ZOUT
eid een collecte
Studiefonds, van
agavond half 7
eden Ds. J. W.
de Geref. Gem.
ir op te treden
rland.
ft bedankt voor
de Ned. Herv.
led. Herv. Kerk
ngelisatie in de
37.60 opge-
rlerv. Kerk ver-
b ijhet binnen-
passeeren, zulks
•lies.
ndagmorgen zal
stiging der her-
ïebben, terwijl
den H. Doop
:r kinderen a.s.
sistoriekamer.
[erv. Kerk werd
:rt gekozen de
is ontslag ver-
aan de O. L.
der Ned. Herv.
meer aan te
veer een boven-
tsteld,
(iris der Knapen-
gekoZen A. L.
Ivit, die als zoo
led. Herv. Kerk
trden hervat op
des geloofs in
af te leggen,
lavond om 7 uur
aanmelden.
Ichisaties zullen
worden voorl
ate in de Ned.
i/ond werd door
Iroep ontvangen
J>t. Filipsland.
pvonds te 6 uur,
in het belang
Ds. Koolhaas
(Januari a.s., des
phr. Geref. Kerk
Ree van Baren-
LENZIJN VAN
MEtiSlJzK
DJEZEN EN
ïkEt'. WEES-
3EHARN1S.
rtoe gevormde
Pz.
landpad, welke
lijn getrokken en
versierd, lijn
en zijn familie
ig spontaan op
:gen op u daal
,n voor in gebed
vaarhij hij mees-
Oud-leerlingen
i een comité te
/aal een huide
samen te komen
>an hunne liefde
zegt spr., geeft
r Waal aan het
te spreken. Hij
Ir. onderwijs af-
Waai gaat één
1 Chr. onderwijs
ie goed en bloed
lak des Heeren.
r Waal dikwijls
tte wat: daarom
(vijl bij het open
en wasIn het
•eugde gebracht,
rvuld: de recht-
-ilmboom. Maar
len vijand vaak
aas, van eigen
•d. En dat moet
daan Niettegen-
Waal tot nog
wenscht hem
dat hij in den
frisch moge zijn
lagen.
leering kan spr.
|den: Kok's Chr.
ester Van der
van dit boek-
1 geeft de heer
den heer P. H.
it meester Van
van Dr. B.
an Schoonheid",
op het spreek-
n de toejuichin-
hij het woord:
nen,
In,
nen
•staan
?r. Hij verstaat
erstaat het ook.
d gegaan, sinds
waart ge blij
ven moet voor-
jargdheid waren
der onbezorgd-
gaat onbezorgd
ooi, maar kom
par oud zijt ge-
rustig in het
zoo zijt ge van
en eischt u op.
jegaan, meester
meegeleefd.
leven moeilijk
van de zonde,
geleerd, 'Maar
de doornen
goed voor een
ikel geluk zou
iroote doel van
en dan roemen
in Gods onveranderlijke trouw, ondanks alles.
Spr. hoopt, dat deze avondure een ure moge
zijn van gezellig samenzijn, baten we eens een
oogenblik losgetornd worden van de zorgen en
moeiten des levens, wees dan nog eens ëen paar
uren werkelijk jong. Laten we het nog eens
mogen ondervinden, dat er in deze moeilijke
tijden nog momenten Zijn' van hartelijke een
dracht. Spr. dankt God. dat deze zaal zoo geheel
aevuld is met oud-leerlingen, waaronder er velen
zijn, die werkelijk iets beteekenen dn het leven,
die meegeholpen hebben om dat leven vooruit
te dragen en wier werk ook staat in het teeken
dss Icriliscs»
Spr dankt hartelijk voor de ontvangen boek
werken. 'Hij hoopt er ijverig in te studeeren.
Nadat geruimen tijd gezellig is doorgebracht
met het zing'en van oude schoolversjes, het luis
teren naar het voordragen van enkele stukjes
en poëzie, beklimt de heer J. H. Dijkers het
spreekgestoelte. r a
Spr. is er een van de oude garde, in ae
negentiger jaren der vorige eeuw zag het er
heel anders uit. De voorz. heeft er daarstraks
reeds op gewezen, dat het Chr .onderwijs toen
zijn vrijheid miste. In die jaren had meester
Van der Waal het voorrecht voor een groote
schaar kinderen onderwijs te geven. Het was
de eenigste Chr. school in deze. beide groote
gemeenten. Toen heeft meester Van der Waai
offers moeten brengen voor zijn beginsel en
daarover moeten we niet gering denken. En
daar waren ook nog andere bezwaren. De
Chr. school had toen lang niet dat aantal on
derwijzers van nu. Spr. komt wel eens in ver
schillende scholen en dan trekt hij onwillekeurig
een vergelijk tusschen toen en nu. Meestee Van
der Waal had toen twee volle klassen 'en spr.
begrijpt, dat zijn taak allesbehalve gemakkelijk,
ja schier bovenmenschelijk was. Dat alles heeft
meester Van der Waal vrijwillig en met liefde
voor ons willen doen. Gelukkig, dat de latere
jaren de lang begeerde vrijheid van onderwijs
brachten. Wel niet de vrijheid, die we gehoopt
hadden, maar dan toch de vrijheid, Spr. is blij,
dat ook meester Van der Waal daar nog van
heeft mogen profiteered
Toen daarstraks de oude vaderlandsche
schoolzangen weerklonken, voelde spr. zijn hart
weer jong worden en dacht hij aan vroeger te
rug. Wat hebben we samen, leerlingen en onder
wijzer, moedig die liederen uitgegalmd. Wat
heerlijk was het als meester Van der Waal voor
ons de geschiedenis vertelde. Want hij bezat
het geheim om die geschiedenis zoo 'te behan
delen, dat het beginsel daarin sprak. We wisten
als jongens reeds waarom onze voorvaderen
den 80-jarigen oorlog voerden. Spr. meent, dat
wij als oud-leerlingen meester Van der Waal
inzonderheid om zijn geschiedenisonderwijs dank
baar moeten zijn. Hij heeft de kennis der be
ginselen in onze jonge harten gelegd en het is
een plant geweest, die heerlijk uitgegroeid is.
Wij zijn oud-leerlingen willen op alle
terrein des levens pal staan voor de eer en 'de
zaak des Heeren.
Meester Van der Waal herinnerde er aan,
dat velen van zijn oud-leerlingen nu een voor
aanstaande plaats in het leven innnemen. Daar
voor ziji we meester Van der Waal dankbaar,
want dat is mede zijn v<erk. Hij heeft daarvoor
de fundamenten gelegd. Èn nu beleven we moei
lijke zware tijden. „Meester Van der Waal
zegt spr., „we hopen als uwe oud-leerlingen in
deze felbewogen dagen niet achter u, maar naast
u te staan. Samen zullen we de banier opheffen
van Koning Jezus. De oude garde sterft, maar
geeft zich nimmer over."
Spontaan valt de vergadering in: Zij zullen
het niet hebben, ons oude Nederland.
Aan het einde der vergadering gekomen, voert
meester Van der Waal nogmaals het woord.
Hij betuigt zijn hartelijken dank aan de aan
wezigen, mede namens zijn vrouw en kinderen,
voor dezen onvergetelijken avond. Spr. wil nog
eens samen met zijn oud-leerlingen bidden, want
daar was veel tekortkoming, ook bij spr., maar
hij roemt in Christus, die onze zonden wascht
in Zijn bloed.
Als de vergadering uiteen gaat, drukt ieder
meester Van der Waal nog eens de hand ten
afscheid.
WAT ELKE MAAND TE DOEN GEEFT.
In moes- en bloemtuin, keuken en kelder,
le helft Januari.
(Nadruk verboden).
Wij willen het nieuwe jaar beginnen met de
beste wenschen uit te spreken voor al ónze
lezers en lezeressen; voor hun familieleden, voor
hun bedrijf en ook voor 'hun liefhebberij, bezig
heden, waarbij we allereerst willen denlcen aan
het tuinieren, dat velen doen voor hun genoegen,
aan 't kweeken en verzorgen van planten en
bloemen. Mogen zij hierin steeds meer ervaring
en een „gelukkige hand krijgen. V/ij ontvingen
het verzoek van een paar lezeressen, twee ge
zusters, om eens af en toe te schrijven oyer
kamerplanten, meer dan tot nu toe. Wij willen
gaarne aan dat vriendelijk verzoek gehoor geven,
aannemende, dat er meerderen zijn, die dezen
wensch zullen onderschrijven. De wintertijd is
daarvoor het meest geschikt, omdat er thans in
den hof weinig of niets te doen is.
Hij of zij, die zijn of haar kamerplanten met
veel zorg behandelt, kan er zeer veel genot van
hebben, en ihet er veel verder mee brengen, dan
zelfs een' vakkundige zou vermoeden, of, als
hij dit toevallig zelf is, dan hij zich had durven
voorstellen. Maar,de winter! In het
jaar laten we zeggen: van Maart of April
tot'October ondervindt hij (en zij natuurlijk
eveneens) geen moeilijkheden. Hij plaatst zijn
planten, lettende op haar bijzondere eischen,
daar in de kamer, waar zij deze het meest tot
sieraad strekken en het mooiste effect maken.
Hij gunt haar de morgenzon, en beschermt ze
tegen de verzengende zonnestralen op 't mid
den van den dag; hij geeft ze wat vloeibaren
mest en geregeld water naar behoefte, en als
hij ze de teerste niet uitgezonderd eenmaal
per week buiten, liefst bij regenachtig weer of
betrokken lucht, anders in de schaduw, flink
oversproeit, is dit in de kamer verder absoluut
onnoodig. Die moeite is niet zoo groot en de
voldoening niet gering.
Maar tegen het najaar wordt het anders.
Allicht als men een tuin heeft komen er
dan nog enkele bij, die gedurende de zomer
maanden buiten1 stonden, bijv. een Clivia, een
paar Palmen of Varens, die ook wel binnen
hadden kunnen blijven, maar toch liever, zoo
lang het weer dit toelaat, genot van de frissche
lucht hebben en dan ook sterker Worden, ter
wijl ze minder hard groeien, want dit laatste
is in de meeste gevallen ongewenscht. Dan zit
men er wel een beetje mee. Niet alleen met de
oplossing der vraag, hoe haar zóó te plaatsen,
dat ze in de kamer niet hinderlijk zijn, maar ook
zóó, dat ze elkaar niet hinderen; en zooveel
mogelijk profiteeren zullen van zwakker wor
dende licht. Nu, dit gelukt ook wel, en nu gaat
men met vertrouwen, maar toch niet volkomen
gerust, den winter tegemoet. Als het nu maar
niet al te streng wil gaan vriezen, dan „boft"
men met zulk een fraaie kamerversiering, die
de jaloezie wekt van bezoekers en bezoeksters
inzonderheid. Maar de kritieke tijd komt, wat
vroeger of wat later, wat korter af wat langer
van duur, en dan is oppassen de boodschap.
Ziet men het aankomen en heeft men reden om
aan strenge vorst in den nacht te denken, dan
is het zaak al de planten, die immers dicht bij
een of meer ramen staan, daarvan zoover mo
gelijk te verwijderen, en in geen geval een
op den vloer te zetten of te laten
staan. Men brenge ze zoo diep mogelijk
in d'e kamer, echter niet te dicht bij de kachel,
als die, wat wel 't geval zal zijn, gedurende den
nacht, al is 't maar smeulend, blijft branden,
o Intusschen kunnen Cactussen en andere planten
met dikke, vleezige bladeren daar zeer goed'
tegen, 's Mrogens brengt men ze dan weer dich
ter maar niet al te dicht bij- de ramen.-
Wanneer de Oostenwind op een raam staat,
gaat er een te koude luchtstroom van het glas
uit, wat men in de dan overigens warme kamer
niet zou zeggen, maar zeer goed kan voelen,
als men de hand dicht bij het glas houdt.
Het komt er nu maar op aan, de kamer ge
durende den nacht vorstvrij te houden, wat iri
elk geval voldoende as. Waar een vulkachel
brandt, is dit niet zoo moeilijk, maar bij zeer
strenge en lang aanhoudende vorst kan het in
elk geval bezwaarlijk genoeg zijn, zoodat het
verlies van enkele zeer gevoelige planten, on
danks de beste zorg, dan zeer goed mogelijk is.
Opmerkelijk ds het intusschen, hoeveel meer
weerstandsvermogen tegen een temperatuur even
onder het vriespunt de ééne plant heeft dan de
'andere. Er zijn er, van welke men denkt, dat
ze daar wel tegen kunnen, er zijn er ook voor
welke men een vrij hooge temperatuur nood
zakelijk acht; terwijl de eerste, in zulk een on
gunstig geval reddeloos verloren gaan, en de
laatste er goed afkomen. A priori, van te voren
valt daar dus in vele gevallen niets met zeker
heid -te zeggen; de ondervinding moet dit leeren.
Op zulk een ondervinding nu laat men het na
tuurlijk liever niet aankomen. Maar ze wordt
toch door de omstandigheden wel eens opge
drongen, en dan is het goed aan anderen mee
te deelen, -hoe men er bij stond, en welke planten
door een lichte vorst al dan niet gedeerd wer
den. Zij, die al eenige jaren planten hebhen
verzorgd, zullen ongetwijfeld1 ervaringen hebben
opgedaan, aangename en minder aangename,
waarmee ze niet alleen zelf in de komende jaren
hun voordeel kunnen doen, maar ook anderen
van dienst kunnen zijn.
UIENTEELT EN U1ENEXPORT.
De omzet over de maand December 1931 van
de Centrale Veiling te Middelharnis bedraagt
53610.77. Als wij dit bedrag eens vergelijken
met den omzet over December 1921, dus tien
jaar terug, -toen hij slechts 351.68 bedroeg,
dan mogen wij tevreden zijn. Voldaan zijn we
echter nog lang niet.
Van de uienoogst 1931 werd geveild als
volgt
420.948 K.G.
554.827
499.685
95.060
221.360
Sorteerinrichting te Ouddorp
Goedereede
Middelharnis
Oude Tonge
Ooltgensplaat
Totaal 1791.880 K.G.
of 35838 balen.
Blijkens gepubliceerde cijfers van het Uitvoer-
Controle-Bureau werd vanaf Flakkee over de
maanden Juli tot en met November 1931 ge
ëxporteerd 361.487 balen uien. Naar schatting,
dit aan de hand van de cijfers van het vorige
jaar, zal de uienexport van hier over December
1931' ongeveer 90.000 balen bedragen, zoodat
per 31 December 1931 zijn geëxporteerd 451.487
balen.
Vorig jaar werd vanaf 15 September (datum
van inwerkingtreding van de uieacontrole) van
af Flakkee in totaal geëxporteerd 715.762 balen
uien. Bij een gelijke oogst aan die van 1930 en
een juiste schatting over de maand December
1931 zou dus nog eeti voorraad uien op ons
eiland kunnen zijn van 264.275 balen, onge
rekend de uien, die het vorig jaar zijn geëxpor
teerd voor de inwerkingtreding van de controle,
welke hoeveelheid aan de hand van de cijfers
over dit jaar kan worden geschat op 60.000
balen. Wij voor ons schatten de oogst 1931
25 a 30 lager dan die van 1930, hoewel wij
beoordeeling daarvan liever aan insiders over
laten.
Hoewel de over onze veiling verkochte uien
slechts 8 van de totale hoeveelheid bedraagt,
blijven wij toch vol goeden moed, dat nog- een
maal bet gestelde doel zal worden bereikt. Alleen
betreuren we het en vinden het inderdaad jam
mer, dat ook op andere gemeenten dan boven
genoemde niet meer in de veilingrichting wordt
gearbeid. We zijn overtuigd, dat er eenige of
fers, die zeer minimum zijn, zullen moeten wor
den gebracht, maar zijn niet minder overtuigd,
dat men daarvoor in de toekomst ruimschoots
zal worden beloond. (Deze toekomst is zoover
verwijderd als de landbouwers zelf willen)De
belooning zal evenwel zijn voor allen en de
offers zijn alleen voor de pioniers. Dit laatste
kunnen en mogen de kat uit den boom kijkers
niet gedoogen. Het geldt aller belang en daarom
ook aller strijd. v. H.
We zullen in 't kort de kalenders, welke ons
in de laatste weken werden toegezonden, ónder
de aandacht brengen.
Van den uitgever J. N. Voorhoeve te 'sGra-
venhage ontvingen we drie kalenders.
De dagkalender heeft een zeer mooi schild
in sobere, voorname, dónkere tint gehouden.
Het is een reproductie van een schilderij van
Rembrandt.
Doordat als andere jaren de uitgever zoo
vriendelijk was ons het kalenderblok in boek
vorm gebonden toe te zenden, konden we van
den inhoud kennis nemen. We hebben dat dan
ook met groot genoegen gedaan.
Het weekkalendertje is eveneens van voor
name soberheid. Naast eiken datum is een korte
tekst gegeven, waarnevens nog een kleine ruimte
is gelaten om aanteekeningen te maken.
Het is een zeer mooie kalender.
De derde kalender is van drie bladen1, elk
nog versierd met fleurig gekleurde bloemen.
Verder noemen we van den uitgever H. Veen-
man 6 Zonen te Wageningen de Immanuel-
kalender.
Het schild stelt voor Christus met Zijne
discipelen, gezeten op den Olijfberg, hen keren
de. Het is ook een mooi schild.
Het premieboek „De Koning van de Schans",
van Lantermans, hebben we met groote belang
stelling gelezen.
Van den uitgever J. H. Kok te Kampen ont
vingen we de Maranatha-kalender.
Namen en Woonplaats.
1. G. Boertjes, Heemstede
2. Fa. Velden 6 De Jong, Oegstgeest
3. Arbeidscooperatie, Rotterdam
4. Kuypers 6 Kloppe, Kethel
5. Huberts, Dordrecht
6. Gesman-Zoetemeijer, Alphen a. d. Rijn
7. N.B. Bataafsche Aannemers Mij., Den Haag
8. A. J. Hobbel, Ooltgensplaat
9. C. M. Grevenstuk, Dirksland
10. J. M. Vermeulen, Steenbergen
11. J. H. NieuWenhuijzen, Rotterdam
12. Jurgens, Utrecht
13. H. v. d. Heul, Rijswijk
14. M. van Noord, Oude Tonge
15. N.V. Prov. Bouwbedrijf, Eindhoven
16. Roodzant Co., Rotterdam
17. J. Vermaas, Middelharnis
18. M. Langbroek, Middelharnis
19. Gebr. Schuiten, Delft
20. J. T. Mosselman Co., Rotterdam
21. Gebr. Strijbosch, Aarle Rixtel
22. P. Terreehorst, Aalsmeer
23. C. Smeets, Achthuizen
24. C. Kroos, Middelharnis
25. N.V. Aann. Werken D. T. Blanken, R'dam
26. N.V. Bredasche Beton Mij., Breda
27. P, M. Blanken, "Rotterdam
28. J. Both, Dirksland
29. P. A. Duhen, Dirksland
30. Fa. v. d. Doel Le Comte, Sommelsdijk
31. L. Zoetemeijer, Brielle
32. W. C. v. d. Bosch, Dordrecht
33. Boek 6 Van Eesteren, Den Haag
Meerdere
Massa
Beton
Schilderwerk
kosten
169708—
32236—
7398—
875—
188881—
30000—
10000—
1000—
201690.—
35310.—
11770.
1125—
174800.-
28500—
8500.
500—
175900.-
30000—
8200
600—
185980.-
32000—
8000—
428—
169400.—
29900.—
6550—
400—
8339—
500—
13250—
580—
7100—
480—
198974.—
38127—
8358—
550—
208885.—
40000—
11600—
400—
177780.-
28800—
8875—
600—
18562.
601—
179900—
31855—
11100.
275—
174280—
28309.—
7900.
450—
14640—
350—
182367.—
36108—
13995—
375—
177777—
27686—
9296—
900—
161350—
28700—
7000—
450—
169935—
38045.—
7450—
1050—
180500—
34490—
8640—
500—
170500—
32500—
7500—
600—
177410.
33900—
12900—
410—
193500
34062—
13000—
580—
212300.
39000—
13000—
580—
197827—
34600—
13000—
580—
190000—
35823—
13000—
580—
195600—
34750.—
13000—
600—
176888.
36890—
9600—
740—
187800.
33000—
8200—
650—
169800.
33800—
7850—
500—
172340—
33400.—
8500—
600—
Het schild stelt voor Christus voor Pilatus.
De voorzijde der kalenderblaadjes is verzorgd
door Ds. J. J. Knap Czn., een naam, die onder
ons groot vertrouwen heeft.
Van de Nederlandsche Spoorwegen ontvingen
we evenals andere jaren ook weer een keurig
verzorgde Kalender in boekvorm.
De kalender is verlucht met zeer veel mooie
en ook wel gekleurde foto's van het bedrijf der
Spoorwegen.
Het is technisch schitterend verzorgd.
De N.V. Mij. tot Exploitatie van de Victoria-
Bron te Oberlanstein deed ons ook een kalender
toekomen. Deze duidelijke en makkelijke week
kalender heeft op 't schild1 een mooie foto van
de St. Nicolaaskerk te Amsterdam. Vooral voor
zakenmenschen een prettige kalender.
„CENTRAAL".
v. Z. De chef was eerst kort geleden van
't lage Holland naar 't .kleine stationnetje aan
de oostelijke Veluwe-lijn overgeplaatst.
't Liep tegen den avond en daar de arbeider
naar huis was gegaan, zat hij geheel alken.
Hij had 't druk, de bakker was komen vragen
of dg zending voor hem er nog niet was, enkele
zomergasten vertrokken, hij had de koffers voor
verzending in orde moeten brengen, de rijwiel-
kaarten gereed moeten maken, dan was hij aan
de telefoon geroepen en had een lang gesprek
over een goederenwagen gevoerd en toen ge
beurde 't. Voor 't loket stommelde een boertje,
liet zijn stok vallen, grabbelde naar zijn por-
temonnaie,
„Wel".
„Een kaartje naar Centraal".
„Naar wat 7"
„Naar Centraal".
„O, naar Amsterdam".
„Neie, naar Centróal".
„Ja, maar wat is dat dan toch
Nijdig schudt 't boertje 't hoofd. Ondertus-
schen meldt 't vorige station den trein af.
„Wacht u even", zegt de chef en brengt alles
voor 't binnenloopen van den trein in orde. Dan
vraagt hij de twee andere reizigers of die soons
weten wat dat boertje met „Centraal" bedoelt,
maar ook zij weten er geen weg mee. De chef
keert naar 't loket terug.
„Is 't ver weg waar u heen moet
„Nek, niet wied weg", is 't antwoord.
„Naar Hattem dan, naar Zwolle 7"
Ijverig schudt het boertje van neen. Onder-
tusschen komt de motortrein binnen en bestuur
der brengt de oplossing.
„Hij moet naar Hattemerbroek, u weet wel,
daar liep vroeger de Centraal-Spoorweg langs."
Snel wordt ons boertje aan een kaartje ge
holpen en mopperend stapt hij in 't treintje
„Is me dat nou een sjef" 1
(Spoor- en Tramwegen).
EEN VELDWACHTER AFGEMAAKT
DOOR DRIE BROERS.
Men meldt uit Lith
In den nacht van Donderdag op Vrijdag heeft
te Kerkdriel (Gld.) een moord op een rijks
veldwachter plaats -gehad.
Omstreeks 1 uur in den nacht werd aan den
onderkant van den dijk, het „Hinten", gevonden
het lijk van den rijksveldwachter Tap. Het bleek
dat hij was vermoord. Hem waren verschillende
messteken toegebracht, waardoor de dood is
ingetreden. De moord( heeft plaats gehad op
den dijk en daarna heeft men het lijk van den
dijk laten rollen. Het staat vast, dat de moord
is gepleegd tusschen 12 en 1 uur, want tot
middernacht had Tap wacht bij de steenfabriek.
Op weg naar huis schijnt hij te zijn overvallen
en vermoord. Hoewel -hieromtrent geen zeker
heid bestaat, schijnt de moord te zijn gepleegd
door een drietal jonge mannen uit Kerkdriel,
die op Oudejaarsavond omstreeks 11 uur ruzie
met den rijksveldwachter moeten hebben gehad.
De politie heeft in den loop van Nieuwjaars
dag eenige personen aangehouden.
De rijksveldwachter Tap was gehuwd en had
geen kinderen. Hij woonde sinds ongeveer vier
maanden in Kerkdriel. Hij was 31 jaar oud.
Omtrent de aangehouden personen vernemen
wij nader, dat dit zijn de drie gebroeders Rovers
uit Kerkdriel. Twee der broers hebben aan de
politie verklaard, dat 'dé messteken zijn toe
gebracht door -den derde gearresteerde, den
28-jarigen G, Rovers, die echter blijft ontkennen.
Het parket uit Tiel en de districtscommandant
van de Rijksveldwacht uit Arnhem hebben ter
plaatse een onderzoek ingesteld. Het zou komen
vast te staan, dat er tusschen den vermoorden
veldwachter en de familie Rovers een veete
bestond, die ontstaan is naar aanleiding van
een bekeuring. De drie jonge mannen zouden
op Oudejaarsavond zeer luiruchtig zijn geweest
DOOR
a KINGMANS.
44)
(Slot),
Voor zoo ver zij zich herinneren kon, vaas
het voor de eerste maal, dat zij op Kerst -ais
niet thuis was. Het pijnde baar wel even, maar
't was toch ook weer beter zoo, want moeder
had geschreven, dat Albert na Kerstmis naar
Leiden ging. Zij zou hem dus niet ontmoeten.
De brief van Gretha was als altijd een ge
zellige. Veel mededeelingen uit.-het ziekenhuis,
die er duidelijk op wezen, dat zij toch feitelijk
een geboren verpleegster was.
„En dan heb ik je nog enkele andere mede
deelingen te doen.
Allereerst, dat Marianne geregeld bij dominé
Oostveld catechisatie aan huis krijgt. Wat we
eigenlijk allen reeds wisten, kan thans een feit
worden genoemd: zij heeft zich in volle o\ :r-
gave aan den Heiland gegeven en weet met
wisse zekerheid, dat ook haar zonden gewas-
schen zijn in Zijn bloed. O kind, je begrijpt,
hoe heerlijk ik dat vind 1 Marianne zelf beseft
nog niet, hoe het mogelijk is. Zij vraagt dan
ook honderd uit. Je weet, dat zij steeds weet
gierig is. Ten slotte heb ik met dominé Oost', ld
over haar gesproken. Hij komt -geregeld in het
ziekenhuis, maar had met Marianne nog g en
kennis gemaakt. Uiteraard hield zij zioh van
predikanten op een afstand. Zij noemde mij
steeds haar predikante De kennismaking met
dominé Oostveld was in eenen zoo prettig, dat
al spoedig werd afgesproken, dat zij in de pas
torie op bezoek zou komen. En dat bezoek h.eft
'oe„ geleid, dat Marianne nu catechisatie
j0?' ta de pastorie. Nu komt zij beter met
e neils-waarheden op de hoogte dan wanneer
r> *5° ^ooi en te gras bij mij komt vragen.
wikk^T J*ide mi' 9ister' dat zi> een cnt'
leerlinge ds. Dat behoeft niet te ver-
,eren'. a's 'we bedenken, dat zij een gym-
tefk»°P d'n9 -heeft genoten. Voor -haar he
rkent studie ontspanning.
's a" de bedoeling, dat Marianne ia April
e belijdenis aflegt. Zij ia echter ook niet
gedoopt, zoodat de koop dan ook plaats zal
vinden. Zij zal je er wel over scsrijven, maar
zij had heel graag, dat je dien Zondag naar
Leiden kwaamt. Vader heeft haar reeds beloofd,
dat hij dan komen zou in gezelschap van Albert,
die ook toezegging heeft gegeven.
Hoe blinkt in het geval met Marianne de vrij
machtige genade Gods uit 7 Wie had nu kunnen
denken, verleden jaar, dat ik over haar in bo-
venstaanden geest zou hebben kunnen schrijven!
Als een totaal onwetende, als kind van de we
reld, kwam zij in het ziekenhuis. Maar zij werd
getrokken door Gods wonderbaar Licht; zij zag
haar zonden en gebreken; voelde zich klein wor
den en heeft geworsteld, om het -Licht der wereld
te vinden. Zij heeft inderdaad geworsteld. O,
wat had ik vaak een medelijden met haar, als
zij niet uit de moeilijkheden komen kon, moei
lijkheden, die voor ons, omdat wij bij Gods
Woord zijn opgevoed, zoo eenvoudig zijn. Ik
heb mijn best gedaan, haar wegwijs te maken.
Maar het-was niet zoo eenvoudig. Ook daarom
ben ik blijde, dat Marianne -thans in handen
van dominé Oostveld is, die op schier al haar
vaak onmogelijke vragen een antwoord weet te
geven, dat Marianne 'bevredigt. Met mijn ant
woorden was dat niet steeds het geval 1"
Annie glimlachte.
„Nu niet al te bescheiden, zusje", mompelde
zij. „Je hebt ook wel behoorlijke antwoorden
gegeven. Dat is je wel -toevertrouwd. En in den
middellijken weg heeft Marianne veel aan jou
te danken. Je hebt gewerkt als een zoutend
zout".
Zij las verder: „Dominé Oostveld vroeg mij
verleden week naar de levensomstandigheden
van Marianne en haar verwanten. Hij had wel
iets van haar vernomen, maar lang het rechte
niet. Wat te begrijpen valt. Op zijn verzoek heb
ik hem uitvoerig op de hoogte gebracht. Dominé
herinnerde zich de debacle met den bankier
Meyenbeek Leeuwenhuis zeer wel. Het was
geen oogenblik in zijn gedachte opgekomen te
meenen, dali Marianne een dochter van dien
bankier was.
Mijn mededeelingen hebben het gevolg gehad,
dat dominé in aanraking is gekomen met me
vrouw Meyenbeek. Zij woont niet dn zijn wijk,
maar in overleg met den wijkpredikant is het
zoo geregeld, dat hij haar vrij geregeld bezoekt.
„Haar behoef ik geen les te geven", zei dominé,
„zij is van jongsaf op de hoogte en voor de zoo-
veelste maal heb ik het levendige bewijs, dat de
in de jeugd gegeven Christelijke opvoeding in
drukken achterlaat. Bij mevrouw Meyenbeek
klemt dat te meer, daar zij niet heel jong de
ouderlijke woning heeft verlaten. Van haar kan
worden getuigd, dat zij door smart gelouterd
is. Gebroken en verslagen is zij tot God weer
gekeerd en er is gejuich in de hemelen geweest.
Juichen de engelen niet over één zondaar, die
Zich bekeert
Nu ik toch over Marianne's moeder bezig ben,
zij heeft het langst in Leiden gewoont. Zij ver
trekt naar Leiderdorp. Door bemiddeling van
dominé Oostveld gaat zij de huishouding van
den notaris daar leiden, wiens vrouw over
leden is. Je kent haar niet, maar uit wat ik je
van haar verteld heb, kun je wel opmaken, dat
zij voor dat werk geknipt is. Want zij is, even
als Marianne, op en top een beschaafde dame.
Met haar broer, die, zooals je weet, in Leider
dorp woont en met wien hier in het ziekenhuis
een verzoening tot stand .kwam, is de verhou
ding uitstekend, evenals met diens gezin. Ma
rianne en ik gaan er zoo nu en dan op de fiets
even heen en we kunnen constateeren, dat er
van wrok geen sprake is. ,,'t Was alles de
leiding Gods", zegt oom Kees. En wie zal de
waarheid van die -uitspraak durven ontkennen 7
Ik heb je nog meer te vertellen, maar dat moet
bewaard blijven tot morgen. Mijn werk roept.
Krijg ik nu ook van jou zoo'n lang epistel
terug 7"
Annie zag geen kans, zulk een lang antwoord
te zenden. Zij had ook niet zulke gewichtige
mededeelingen -te doen. Kalm gleed haar leven
voort, als -het smalle beekje in het bosch, vlakbij
de pastorie. Gretig greep zij naar de brieven
uit Noordstad, dn de vurige hoop, iets te lezen
over Albert, al was het dan slechts een tiende
deel van den trant, waarin Gretha over Marian
ne schreef. Maar geen woord in dien zin. Soms
werd zijn naam niet genoemd, een enkele maal
werden zijn groeten overgebracht. En zij
durfde niet informeeren. Vaak verloor zij den
moed en meer en meer ging zich vastzetten de
gedachte, dat zij haar offer tevergeefs had ge
bracht en dat Albert niet den weg van Marianne
zou opgaan. Er w a s niets bizonders te ver
melden. Anders zou vader er wel over schrij
ven
„Ik wacht niet tot morgen", dus luidde het
vervolg van Gretha's brief. „Dan maar een
half uur later naar'bed. De brief van Marianne,
die hierbij ingesloten wordt, is reeds -klaar. Dus
vervolg ik mijn mededeelingen.
Natuurlijk sprak ik met dominé Oostveld over
Albert in Noordstad. Het geval met jou heb ik
vanzelf -buiten beschouwing gelaten. In den loop
van het gesprek vertelde ik hem, dat Albert
graag dokter had willen worden, maar door het
ontzettend gebeuren van toen daarin verhinderd
werd en in den handel is gegaan. Ik vroeg hem,
of er nu geen weg op was, dat hij zijn wensch
volgen kon. „Een weg is er misschien wel", zei
dominé, „maar ik ga er niet voor werken. Laat
hem kalm in den handel. Een mensch kan nu
eenmaal niet steeds zijn zin krijgen. Het is mo
gelijk wel goed voor hem, dat hij een onver
vulde wensch behoudt. We moeten het den
menschen niet al te gemakkelijk maken in het
leven." 't Is misschien een levenswijs woord,
maar het speet me voor Albert. Overigens
schreef Arie mij verleden week nog, dat hij het
zeer wel maakt en geheel verzoend raakt met
zijn werk, dat hij niet meer met zulk een tegen
zin verricht. Je weet natuurlijk, dat hij geregeld
mee ter kerk gaat
Annie schrok op. Neen, dat wist zij niet. Van
huis was er tot nu met geen woord over gerept.
Waarom schreven vader en moeder dat niet
naar haar Een gevoel van dank doorstroomde
haar. Dan was alle hoop toch niet verloren 1
Zij las het verdere van den 'brief, die trou
wens geen nieuws meer bevatte, slechts met een
half oog. De enkele woorden van Gretha, geheel
in onwetendheid -geschreven zij meende, dat
Annie geheel op de hoogte was waren als
balsem in een open wonde.
Na Kerstmis spoorde Annie naar Noordstad,
waar zij met vreugde werd ontvangen, zóó, dat
mijnheer Kleefstra zich later op den avond ont
vallen liet: „Dit is het oude leven weer. We
hebben er zoo naar verlangd', hé, moeder."
„Hebt u dan spijt van uw voorstel, dat ik ver
trekken zou vroeg Annie in spanning.
Van het antwoord hing zooveel af. Met opzet
-had zij slechts heel terloops over Albert, dié
met een week vacantie in Leiden was, ge
sproken.
„Neen, wij hebben er tot nu toe geen oogen
blik spijt van. Integendeel, we zijn meer en meer
tot de overtuiging gekomen, dat de weg, dien
wij insloegen, goed was. Zooals je weet, komt
Albert hier geregeld. Hij is, we mogen het met
dank aan God zeggen, in een goede omgeving,
die een blijvenden indruk op hem maakt. Ik druk
mij opzettelijk zeer voorzichtig uit, Annie, maar
een -goed verstaander heeft slechts een half
woord noodig."
„Is het heusch waar, vader 7" vroeg zij nut
blijdschap in de stem, „Waarom schreef u er
nooit over?"
„Met opzet hebben moeder en ik dat juist
nagelaten. In een brief' schrijft men soms te
duidelijk. We konden je beter vertellen, dat wij
steeds meer hoop krijgen. Maar, dat is zeker,
het gaat met Albert langzaam. Hij is een zoo
geheel ander karakter dan Marianne. Je moet
ook niet vergeten, dat hij een man is. En bij een
man werkt over het algemeen meer het verstand
dan het gemoed. Vermoedelijk moet Albert eerst
meer op de hoogte komen. Natuurlijk blijft het
ten allen tijde een zaak van het geloof. Alles
valt verstandelijk niet op te lossen. Maar vast
staat wel, dat bij een man het verstand een'
woordje mee spreekt. We moeten met Albert
geduld hebben."
In de maand Februari ontving Annie een brief
van Arie, waarin deze mededeelde, dat zijn ver
trek naar Zwolle vervroegd was endat
Albert mede zou gaan naar het bijkantoor. Zij
zouden samen kamers huren en Albert had den
wensch te kennen gegeven, in het Christelijk
organisatieleven te worden opgenomen. In
Noordstad zou hij dat niet meer doen, doch in
„Zwolle wel.
„Niets staat je meer in den weg, om, als je
dat wilt, naar huis terug te komen. Ik vermoed,
dat va-der en- moeder er niet over 'zullen schrij
ven, maar ik weet, dat zij het dolgaarne zouden
willen. Dat valt trouwens te verstaan. De Ben
jamin kan thuis eigenlijk niet gemist worden."
Annie's besluit was genomen. In de pastorie
liet men haar ongaarne gaan, men zag wel in,
dat tegenstand niet baten zou. Met Mei vertrok
zij naar Noordstad, naar huis. Te Leiden was
zij in April niet geweest.
„Wat een lange brief van Arie I" zei me
vrouw Kleefstra. „Wat heeft hij allemaal te ver
tellen 7 Of mag ik het niet weten 7 De brief was
immers aan jou -geadresseerd 7"
In de oogen van Annie glinsterden tranen,
toen zij op een passage wees, die haar moeder
vol belangstelling las
„De openbare belijdenis en de doop van Ma
rianne hebben op Albert 'n onuitwischbaren in
druk achtergelaten. De zoeker is op weg een
vinder te worden. Je weet, dat ik van vader heb
overgeërfd om niet al te spoedig een conclusie
te trekken. Maar met vol vertrouwen meen ik
te mogen zeggen: „Annie, je hebt niet tevergeefs
een offer gebracht." Overigens moeten wij ge
duld hebben. En dat leeren we in de oefenschool
van het gebed tot onzen God, Die ons heeft
gezegd, dat wij moeten zijn een zoutend, zout,"