Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden.
de Bestel
No. 3813
WOENSDAG 6 JANUARI 1932
46ste JAARGANG
IN HOC SIGNO VINCES
Alle stukken voor d® Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe t® xenden aan de Uitgevers
AI5TELBATTERU
PRIJS 25 CENTS
Overal verkrijgbaar
De Tramkwestie.
DE TRAM OP GOEREE EN
OVERFLAKKEE.
Brieven uit Amerika.
Ingezonden Stukken
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Wij ontvingen van den heer Kuiper,
directeur van de R. T. M., een schrij
ven, waarin deze ons mededeelde, dat
de directie dezer maatschappij van den
Minister van Waterstaat de volgende
mededeeling heeft ontvangen
's-Gravenhage, 24 December 1931.
Van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland
ontving ik bericht, dat noch de gemeente
besturen op het eiland Goeree en Overflakkee
noch het provinciaal Bestuur bereid is eenige
bijdrage te verleenen voor het behoud' van
den tramweg. In verband hiermede zal door
U na 1 Februari 1932 evenmin op eenig
subsidie uit 's Rijks schatkist voor deze lijn
mogen worden gerekend.
Omtrent het opbreken van de lijn zal U
nader worden bericht.
De Minister van Waterstaat,
(w. g.) REIJMER.
Zou dit officieele schrijven er op wij
zen, dat er eenge teekening in deze
kwestie komt
Inzake de Flakkeesche Tramkwestie
scheen het lang alsof de Minister van
Waterstaat de bekende woorden van
den Minister van Financiën tot de zijne
had gemaakt en ook deze Excellentie
„in den mist" voer.
Toen op Flakkee bekend werd, dat
er sprake van was. dat de R.T.M. haar
tramdiensten op hat eiland zou staken,
heeft de localiteit direct zonder eenige
aarzeling haar standpunt ter plaatse
waar zulks noodig was kenbaar ge
maakt.
Maar zekerheid werd tot heden nooit
verkregen.
Deze onzekerheid heeft er ongetwij
feld sterk toe bijgedragen op Flakkee
den indruk te vestigen, dat de geste
van de R. T. M. niet erg gemeend was,
maar dat het een schijn-manoeuvre was
om meer subsidie te krijgen.
Indien deze indruk inderdaad juist
geweest is, dan heeft blijkens dit offi
cieele stuk deze geste voor de R. T. M.
geen resultaat gehad en blijft Flakkee
ook nu nog in de onzekerheid en vraagt
zich af: wat zal de R. T. M. nu inder
daad gaan doen, verdwijnen of blijven?
Het is te begrijpen, dat het Flakkee
sche comité van actie, dat zich gevormd
heeft om speciaal in deze zaak voor het
Flakkeesche belang te waken, al dien
tijd niet met de handen in den schoot
gezeten heeft in rustige afwachting van
wat de R. T. M. doen zal.
Wij kunnen wel mededeelen, dat zij
actief is gebleven tot vandaag toe en
haar stekken naar alle kanten heeft uit
gestoken.
De R. T. M. moet inderdaad op geen
subsidie uit de localiteit rekenen. Dat is
door ons van begin af aan gezegd. Het
zou een groote onbillijkheid zijn, indien
blakkee boven haar hooge vrachttarie
ven nog subsidie zou moeten verleenen
ook,
Flakkee heeft recht op een goede,
d. w. z. snelle en goedkoope verbinding
met Rotterdam. Welk motief zou er
kunnen zijn om Flakkee zwaarder te
belasten dan andere deelen van ons
land. Wonen er geen rijksbelasting
betalers
Het is dus te begrijpen we zeggen
het nog eens dat het comité van
Flakkee niet stil gezeten heeft.
Het standpunt, dat steeds is inge
nomen, handhaaft het: behoud van de
tram is gewenscht, mits dit geen sub
sidie uit de localiteit medebrengt, maar
verdwijnt de tram, dan ook het mono
polie over de veren weg
Dit standpunt is reeds in de eerste
vergadering, welke in de Concertzaal
van hotel Meijer is gehouden, ingeno
men. En daar staat Flakkee nog op.
De tram doet op Flakkee goede dien
sten, maar zij is niet onmisbaar. Wan
neer de R. T. M. de tram ook zonder
verdere subsidie uit de localiteit op
Flakkee handhaaft ,doet zij goed werk,
maar er zijn, als 't noodig is, ook andere
mogelijkheden. Dat bewijst een artikel
van een technisch deskundige als den
heer Ten Hope in ons blad schrijft en
dat we hieronder opnemen. En we kun
nen er wel aan toevoegen, dat het voor
menig ingewijde op Flakkee geen ge
heim meer is, dat als de tram van Flak
kee verdwijnt en daarbij ook het mo
nopolie op de veren verliest, er betere
communicatie zal zijn te verwachten
tusschen Flakkee en den vasten wal,
dan nu het geval is: beter èn goed-
kooper.
Wij staan op 't oogenblik echter voor
drie mogelijkheden: le. de tram blijft
ook zonder locale subsidie: 2e. de tram
verdwijnt van Flakkee en de R. T. M.
behoudt het monopolie over de veren,
en 3e. de R. T. M. verdwijnt van Flak
kee en verliest ook het monopolie over
de veren.
Zien we het goed, dat is de concrete
positie op 't oogenblik zoo: Flakkee wil
het liefst de tram behouden, mits zon
der subsidie uit de localiteit; kan dat
niet, dan zal Flakkee als haar recht
eischen, dat het niet gehandicapt wordt
door een monopolie op de veren van
de R. T. M„ maar dat ook de veren
vrij komen.
Is het de R. T. M. inderdaad ernst
en wil zij van Flakkee verdwijnen, dan
is het noodig, dat Flakkee diligent blijft
en waakt voor haar veren.
Wij gelooven, dat het Flakkeesche
comifé dit goed gezien heeft en reeds
in die richting werkzaam is.
Op 't oogenblik willen we hier niet
meer van zeggen, maar laten nu volgen
wat de heer Ten Hope schrijft:
Waarom de auto de taak van de tram
kan overnemen.
De heer A. ten Hope, algemeen1 voorzitter
van den Bond van Bedrijfsautohouders in Ne
derland, schrijft
Blijkens een bericht in de bladen betreurt
het Rottedamsche Comité van Actie, dat
geen samenwerking is verkregen met het
Comité, dat zich op het eiland zelf met
de Goereesche tram-kwestie bezig houdt. Inder
daad worden door de localiteit (Goeree en
Overflakkee) niet de opviattingen gedeeld,
welke van Rotterdam uit omtrent de onmisbaar
heid van de Rotterdamsche Tramw. Mij. wor
den verspreid. Zulks bleek wederom in de jong
ste te Middelharnis gehouden vergadering, waar
eerst nadat een groot deel der aanwezigen de
vergadering hadden verlaten, tot het zenden
van telegrammen aan den minister van water
staat en aan Gedep. Staten van Zuid-Holland
werd besloten.
Men komt in Goeree en Flakkee in steeds
'breedere kringen tot het inzicht, dat de tram
zelfs op dit eiland niet aneer onmisbaar kan
worden genoemd.
Het mqge verklaarbaar zijn, dat de directies
van tramondernemingen veelal verkondigen en
doen verkondigen, dat opheffing van bepaalde
intaslocale tramdiensten een ramp voor de be
trokken streek zou zijn. Voorheen kon zulks
ook met recht betoogd worden. Voorheen
hebben de tramwegondernemingen bepaalde
streken uit hun isolement verlost en mocht de
tram onmisbaar genoemd worden voor het ver
voer van personen, goederen, vee en landbouw
producten, tuinproducten, enz. De eerlijkheid
gebiedt te verklaren, dat de tramwegmaatschap
pijen in het verleden een nuttige taak vervuld
hebben, doch evenzeer, om thans te erkeimen,
dat in vele zoo al niet in de meeste geval
len - die taak geëindigd is, voorzooveel het
streekbelang betreft.
Diezelfde eerlijkheid echter verbiedt langer
aan het in vervoertechnische en vervoerecono-
mische kwesties ondeskundige publiek te blij
ven verkondigen, dat de tram onmisbaar is. De
-personenauto, de 'autobus, de vrachtauto zijn
technisch en economisch in staat de taak van de
tram over te nemen. De bedrijfsauto ontwikkelt
zich tegen den druk der concurrentie van het
oudere, veelal in bevoorrechte positie werkende
trambedrijf, dat immers in menig geval opge
richt of uitgebreid werd met rentelooze voor
schotten en geaxploiteerd wordt met subsidies
uit publieke kassen.
Het concessiestelsel geeft Gedep. Staten de
macht, de particuliere autobusondlernemingen
te verplichten te rijden met materiaal en volgens
dienstregelingen, welke aan het publiek belang
voldoen. In Holland rijden reeds autobussen met
een vervoerscapaciteit van 50 personen. Op
de Brusselsche tentoostelling stond een Miner-
vabus voor 75 personen. Ook aan den eisch
van voldoende vervoersaccomodatie kan thans
dan ook daar worden voldaan, waar zulks voor
heen mintfer gemakkelijk was.
Doch ook ten aanzien van het vervoer van
goederen, waarin de tram (althans ten aanzien
van het massaal vervoer) langer een voor
sprong heeft behouden, biedt reeds de stand van
de zich nog steeds verder ontwikkelende ver-
voertechniek „over den weg" afdoende oplos
singen, ook uit een oogpunt van vervoersoeco-
nomie.
Onze bond van bedrijfsautohouders beschikt
over de gegevens betreffende transportkosten,
zoowel bij vervoer van stukgoederen over ver
schillende afstanden met vrachtauto's van 2 tot
7 ton, alsook met betrekking tot het vervoer van
massale ladingen tmet vrachtautocombinaties,
waarmede 10 tot 15 ton nuttige last ook op 3de
klas wegen vervoerd kunnen worden, bediend
door één chauffeur, en concurreerend met de
tramtarieven.
Dit laatste is van groot belang voor het on
derhavige geval, waar n.l. op Goeree en Flak
kee in een betrekkelijk kort tijdsbestek groote
bietentransporten plaats vinden, t.w. circa
30.000 tons in circa 2 maanden. Voor het ver
voer van land- en tuinbouwproducten, vee en
stukgoederen behoeft men op dit eiland waarlijk
geen tram te handhaven en bestaat überhaupt
niet de behoefte aan één groote verkeersmaat-
sch'appij, welke, zooals thans de R. T. M. op
Flakkee, vrijwel het geheele groote vervoer
in handen heeft. De betreffende subsidies kun
nen bespaard worden.
Het particuliere expeditie- en transportwe
zen zal in allerlei vorm onmiddellijk na de even-
tueele stopzetting van het trambedrijf de nieuwe
ondernemingen oprichten hier coöperatief of
streekgewijze gecentraliseerd, daar gedecentra
liseerd, en met materiaal, aangepast aan de
verschillende vervoersbehoeften. Nieuwe werk
gelegenheid in ruime mate en gelegenheid voor
nieuwe handels- en reparatiefirma's enz., om
zich te vestigen, ruimschoots opwegende tegen
het nadeel, dat bij opheffing van het trambedrijf
vermoedelijk eenig R. T. M.-personeel ontsla
gen zal moeten worden.
Wil de bedrijfsauto op Goeree en Flakkee
echter werkelijk de belangrijke rol gaan vervul
len, welke daar evengoed als elders in den
lande, voor dit moderne transportmiddel is weg
gelegd', dan moet niet alleen het verkeer op het
eiland-zelf beschouwd worden, doch vooral ook
dé communicatie met het vasteland m.a.w. de
veerverbinding Middelharnis—Hellevoetsluis
(richting Rotterdam) en later die van den oost-
boek van het eiland Ooltgensplaat naar den Bra-
barrtschen en naar den Hollandschen wal.
Waarom immers kon vooral het bedrijfsauto
wezen zich tot nu toe niet ontwikkelen op dit
eiland 'Het is voldoende bekend Omdat de
R.T.M. die bij die ontwikkeling allerminst
gebaat zou zijn zelf het veer exploiteert met
een boot, die voor bet vervoer van vrachtauto's
nauwelijks gebruikt wordt en ook daarvoor ten
eenenmale ongeschikt is. Over de berucht hooge
tarieven, welke berekend worden voor de enkele
auto's, die met deze passagiersboot overgezet
worden tusschen Middelharnis en Hellevoetsluis
v.v., willen wij ditmaal zwijgen. Het betreffende
stoomschip Min. v. d. Sleyden is inderdaad een
uitstekende passagiersboot.
Voor een behoorlijk vervoer van vrachtauto's
van de tegenwoordige afmetingen en opdat zoo
wel personenauto's als vrachtauto's ook goed
koop vervoerd zullen kunnen worden, is ech
ter een groote veerstoomboot noodzakelijk met
een vervoercapaciteit als die der bekende Zwijn-
drechtsche of Moerdijksche ponten. Het bouwen
van een dergelijk vaartuig zou voor een scheeps
werf en voor een machinefabriek welkome werk
verschaffing opleveren- en thans buitengewoon
goedkoop kunnen geschieden. Het eiland Goeree-
Overflakkee zou daarmede op werkelijk afdoen
de wijze uit zijn benarde positie worden verlost.
Het trambedrijf zou kunnen worden opgehe
ven, reeds voordat de nieuwe veerboot in dienst
gesteld kan worden. Althans behoeft de ophef
fing van de tram niet onvermijdelijk daarop te
wachten. De betreffende subsidies aan de tram
Zouden vervallen inplaats van verhoogd worden,
zooals de R.T.M. verlangt; een besparing, welke
vooral in deze tijden zeer gewenscht zou zijn.
Het toenemende verkeer waarborgt de renta
biliteit van de nieuwe groote veerboot.
Voor de regeering, die uit ter zake van het
verkeersprobleem niet deskundige kringen aan
zocht wordt de „onmisbare" tram toch vooral
te handhaven op het „bedreigde" eiland, zal
d'e stopzetting niet alleen een besparing en wel
licht ook terugvordering van een gedeelte der
verstrekte rentelooze voorschotten medebrengen
doch ook hetgeen nog belangrijker is de
nuttige ervaring opleveren, dat andere transport
middelen volkomen bij machte zijn de taak van
de tram over te nemen, zonder eenige beroep
te doen op financieelen steun van overheids
wege.
Die ervaring zal vooral nuttig zijn, omdat
daaruit spoedig een gewijzigde politiek ten op
zichte van het interlocale tramwegbedrijf in het
algemeen zal voortvloeien, te weten geleidelijke
afbouw van het trambedrijf, voor zoover het
niet in staat is uit eigen kracht en eigen finan-
cieele bedrijfsopbrengsten zich in stand te hou
den of waar noodig zich te reorganiseeren.
Het is voor het eiland, doch ook in meer
algemeen belang te hopen, dat de regeering deze
gelegenheid niet ongebruikt zal laten voorbij
gaan, en dat zij ook de aan de tram-stopzetting
verbonden consequenties, wat den veerdienst
betreft, zal aanvaarden.
Beste Vriend!
Een vader, die een auto vol kinderen naar
de Chr. school had gebracht, reed bij mij het
erf op, en blies op zijn hoorn toen hij mij naar
de schuur zag loopen. Toen ik bleef staan en
de auto tot bij mij genaderd was, vroeg de
vader of ik al wist, dat de State Bank zijn
deuren gesloten had. Ik keek wat ontsteld. Niet
dat ik zelf financieel daar zoo door getroffen
werd, maar de State Bank was een oude in
stelling. Dat had toch niemand gedachtDe
Peoples Saving Bank was van veel jongeren
datum. En het algemeen oordeel was: als er
één zou moeten sluiten, de laatstgenoemde ze
ker wel eerst aan de beurt zou wezen.
Wat dit feit beteekent voor een omgeving als
de onze, kan niet verstaan worden door er iets
over te schrijven. Daarvoor moet men hier wo
nen. Alles, leterlijk alles, is gecirculeerd rondom
het bankwezen. Vele farmers hebben een che
queboek en chequeacount. Anderen brengen in
den zomer wat weg, opdat zij in den winter
belasting en interest kunnen betalen. Zelfs de
penningmeester van ons Christelijk schoolbe
stuur brengt de ontvangsten op de bank, en be
taalt met cheques. Zoo ook de houder van de
kerkelijke kas. Al die cheques nu, die in de
laatste dagen zijn uitgegeven, komen terug en
vragen weer betaling. Een buurman heeft pas
een nieuwe schuur" gebouwd, en de dakbelegging,
dat in de honderden loopt, moet nog eens betaald
worden. Een ander verkocht twee koeien, waar
van de cheque terug kwam. De koeien zijn ge
slacht en 't geld' is er niet. Een derde, benzine-
'handelaar, had een wagonlading benzine aan
het station staan, maar hij kon er niet aan ko
men, omdat de spoorwegmaatschappij zijn che
que niet aannam en al zijn geld in de gesloten
bank zit.
Kleine renteniertjes, die van de interest van
hun opgespaarde geld leven, gaan een bangen
tijd tegemoet, want de Bank keert zeker in de
eerste 6 maanden niet uit.
Zoo iets treft ons dus gevoelig. Allen hebben
er den mond vol van. En velen het hart nog
voller.
Terwijl wij hierover staan te praten, roept
mijn dochter: „Pa, telefoon".
Halionyes, o neen, ik heb het niet zoo
druk. Ja, ik kom even over met koffietijd, en
breng mijn vrouw mede.
Hij, die mij vroeg te komen, is een bejaarde
Groninger, die ziek te bed ligt en behoefte heeft
mij zoo spoedig mogelijk te spreken. Ook hij
lag daar niet zoo gemakkelijk meer, want ge
heel zijn hebben en houden werd door de Bank
beheerd. Toen wij bij hem kwamen, vroeg ik
zijn vrouw hoe het met den zieke was. O, hij
is erg ziek, maar d'e dokter zegt: zoo moet het
komen, dit is het karakter van deze ziekte. Hij
voelt zich eiken dag zieker, maar eiken dag
zegt de dokter: wij gaan vooruit. Ga maar even
naar boven. Hij is u wachtende.
Toen ik boven kwam, begon hij dadelijk over
die gesloten Bank. Het was om medelijden met
hem te krijgen. Ja, vroeger toen hij nog gezond
en sterk was, zoo zei hij, gaf dit niets, maar nu
hij geheel behoeftig is en nu van dit kapitaaltje
en de Bank afhankelijk is, was het zoo erg als
't maar kon. Hij had de ramp gisterenavond ge
hoord en kon den geheelen nacht geen moment
slapen.
Ik maakte hem duidelijk, dat er geen grond
was om je slaap daarvoor op te offeren, daar
de Band gesloten was door het gouvernement,
juist om zijn kapitaal te beschermen. De State-
inspecteur heeft in de boeken gezien, dat het
reservekapitaal te klein is tegenover de inleg
gers en dat deze waarborg voor hun geld moe
ten hebben; dat onder deze omstandigheden de
Bank volgens de Staatswetten geen zaken mag
doen.
Denk je dan niet, dat dé Bankdirecteur on
recht gepleegd heeft met ons geld en door „spe
culatie dit verloren heeft vroeg hij.
Neen, beslist niet, daar kan ik dien man
te goed voor. En bovendien zou hij, als dit het
geval was, in de gevangenis komen, maar de
Staatsinspecteur heeft van veel beleggingen de
waarde zoo veel lager getaxeerd, dat de bank
geen voldoende overwaarde overhield. Als waar
borg voor het ingegeven kapitaal. Ook uw huis
en uw farm heeft de waarde niet meer van
5 jaar geleden. Zoo is het met alles. Als nu
de aandeelhouders van de Bank geld bijgestort
hadden, had de Bank niet behoeven te sluiten,
maar om welke reden dan ook, is dit niet ge
daan. Zij zijn het, die kapitalen verliezen, maar
uw geld komt wel terecht. Slaap maar gerust,
't mag wat moeilijk zijn voor een half jaar,
maar alles komt terecht.
Ik kon aan het gezicht van den zieke zien,
dat ons onderhoud hem goed gedaan had. Het
was op zijn ziek gelaat te zien, dat ik hem
uit vele zwarigheden verlost had.
Het is Zondagmorgen. De disch der verbonds
staat aangericht. Jubelend zong de gemeente
„Looft God, looft Zijn naam alom". Na een
roerend gebed, gaf de leeraar op te zingen:
Ps. 23: „De God des heils wil mij ten herder
wezen, 'k heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar
te vreezen."
Na een korte predikatie over de leiding van
den grooten Herder met zijn schapen, klonk het
van den Avondmaalsdisch: „Komt, want alle
dingen zijn gereed, doe dit tot mijne gedachte
nis". Van de tafel ging het vermanend woord
van den leeraar uit, dat dit H. Avondmaal niet
alleen een gedachtenismaaltijd was, maar dat
wij hier voedsel genoten tot versterking, opdat
wij in het geloof onze taak mogen volbrengen,
die God ons opgelegd heeft.
Ook de vrouw van bovengenoemden zieken
man was in de kerk. En toen de kerk uitging,
moest zij ons even de hand drukken en zei
„De bank des hemels is nog niet dicht, is 't wel?"
In deze zelfde week was er gemeente-verga-
deringen tot het verkiezen van ouderlingen en
diakenen. Met één 'keer stemmen was voor bei
den de keuze der gemeente beslist. Nu had de
leeraar nog iets namens den' kerkeraad voor de
gemeente te brengen, wat hij niet graag deed.
Hij moest mededeelen, dat er nog 800 dollar
tekort was, om volgens onze begrooting aan de
bijzondere kassen recht te doen. En dit was
onze gemeente niet gewend. De leeraar vroeg:
wat zullen wij doen Geen antwoord. Nog eens
werd die vraag herhaald, maar de gemeente
zweeg.
„Kan ik geen voorstel krijgen om een lijst
door de vergadering te laten gaan en elk die
kan daar voor een zeker bedrag op teekent
Geen antwoord.
„Please, see some thing I"
„Wel", zegt er een, „als li wil, dat er over
deze mededeeling iets gezegd wordt, wil ik wel
zeggen, wat ik hier over denk. De grootste
schuld' hebben wij! aan Calvin College, is 't
niet
„Yes".
„Nu, zijn wij nu gehouden ons geld op te
brengen voor een inrichting van onderwijs, waar
de meeste, verreweg de meeste studenten op
geleid worden voor openbaar schoolonderwijs
en advocaten 'en dokters? Als het alleen ging
over de Seminairi, waar alleen predikanten op
geleid worden, zou ik er niets over zeggen, maar
zooals het met dit College staat, denk ik, dat
wij als ouders eerst zorgen moeten voor het
Chr. lager onderwijs in onze eigen gemeente."
Een tweede was het met het gesprokene har
telijk eens. Een derde stelde voor een bijzon
dere collecte te houden, dan kon ieder doen
naar vermogen.
Dit werd aangenomen.
Toen ik naar huis ging dacht ik: Het is niet
meer het Amerika van vroeger. Wat gaf vroe
ger een beetje tekort Ieder een dollar of wat
en dan was het weer in orde. Economisch gaan
we hier een anderen tijd tegemoet.
Je AMERIAANKSCHE VRIEND.
De copie van ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Bulten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgever».
Mijnheer de Redacteur
Neemt U s.v.p. het volgende op.
Met verbazing las ik de woorden van den
heer P, van Dijk in den gemeenteraad van
Melissant.
Ik voel me gedrongen daarover een paar
opmerkingen te maken.
De heer Van Dijk heeft sociale opvattingen en
gaat nu met de Schrift de juistheid dier
opvattingen aantoonen.
Ik zal nu al zijn opvattingen niet bestrijden.
Dat laat ik over aan iemand, die goed thuis
is in de Christelijke arbeidersorganisaties.
Ik zal ook niet gaan vitten op enkele onjuiste
en zelfs on-Gereformeerde uitdrukkingen, die ik
van een St. Gereformeerde niet verwacht had.
Nog minder wil ik den heer Van Dijk nu
persoonlijk aanvallen, al heeft hij zich door zijn
optreden daarvoor zeer bloot gegeven..
'k Raad hem voortaan over z'n huishouding
te zwijgen.
't Gaat mij hier slechts om de e e r e van
het Woord Gods. Onze tegenstanders moe
ten niet meenen, dat de heer Van Dijk hier het