Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. de Bestel No. 3813 WOENSDAG 6 JANUARI 1932 46ste JAARGANG IN HOC SIGNO VINCES Alle stukken voor d® Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe t® xenden aan de Uitgevers AI5TELBATTERU PRIJS 25 CENTS Overal verkrijgbaar De Tramkwestie. DE TRAM OP GOEREE EN OVERFLAKKEE. Brieven uit Amerika. Ingezonden Stukken Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Wij ontvingen van den heer Kuiper, directeur van de R. T. M., een schrij ven, waarin deze ons mededeelde, dat de directie dezer maatschappij van den Minister van Waterstaat de volgende mededeeling heeft ontvangen 's-Gravenhage, 24 December 1931. Van Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland ontving ik bericht, dat noch de gemeente besturen op het eiland Goeree en Overflakkee noch het provinciaal Bestuur bereid is eenige bijdrage te verleenen voor het behoud' van den tramweg. In verband hiermede zal door U na 1 Februari 1932 evenmin op eenig subsidie uit 's Rijks schatkist voor deze lijn mogen worden gerekend. Omtrent het opbreken van de lijn zal U nader worden bericht. De Minister van Waterstaat, (w. g.) REIJMER. Zou dit officieele schrijven er op wij zen, dat er eenge teekening in deze kwestie komt Inzake de Flakkeesche Tramkwestie scheen het lang alsof de Minister van Waterstaat de bekende woorden van den Minister van Financiën tot de zijne had gemaakt en ook deze Excellentie „in den mist" voer. Toen op Flakkee bekend werd, dat er sprake van was. dat de R.T.M. haar tramdiensten op hat eiland zou staken, heeft de localiteit direct zonder eenige aarzeling haar standpunt ter plaatse waar zulks noodig was kenbaar ge maakt. Maar zekerheid werd tot heden nooit verkregen. Deze onzekerheid heeft er ongetwij feld sterk toe bijgedragen op Flakkee den indruk te vestigen, dat de geste van de R. T. M. niet erg gemeend was, maar dat het een schijn-manoeuvre was om meer subsidie te krijgen. Indien deze indruk inderdaad juist geweest is, dan heeft blijkens dit offi cieele stuk deze geste voor de R. T. M. geen resultaat gehad en blijft Flakkee ook nu nog in de onzekerheid en vraagt zich af: wat zal de R. T. M. nu inder daad gaan doen, verdwijnen of blijven? Het is te begrijpen, dat het Flakkee sche comité van actie, dat zich gevormd heeft om speciaal in deze zaak voor het Flakkeesche belang te waken, al dien tijd niet met de handen in den schoot gezeten heeft in rustige afwachting van wat de R. T. M. doen zal. Wij kunnen wel mededeelen, dat zij actief is gebleven tot vandaag toe en haar stekken naar alle kanten heeft uit gestoken. De R. T. M. moet inderdaad op geen subsidie uit de localiteit rekenen. Dat is door ons van begin af aan gezegd. Het zou een groote onbillijkheid zijn, indien blakkee boven haar hooge vrachttarie ven nog subsidie zou moeten verleenen ook, Flakkee heeft recht op een goede, d. w. z. snelle en goedkoope verbinding met Rotterdam. Welk motief zou er kunnen zijn om Flakkee zwaarder te belasten dan andere deelen van ons land. Wonen er geen rijksbelasting betalers Het is dus te begrijpen we zeggen het nog eens dat het comité van Flakkee niet stil gezeten heeft. Het standpunt, dat steeds is inge nomen, handhaaft het: behoud van de tram is gewenscht, mits dit geen sub sidie uit de localiteit medebrengt, maar verdwijnt de tram, dan ook het mono polie over de veren weg Dit standpunt is reeds in de eerste vergadering, welke in de Concertzaal van hotel Meijer is gehouden, ingeno men. En daar staat Flakkee nog op. De tram doet op Flakkee goede dien sten, maar zij is niet onmisbaar. Wan neer de R. T. M. de tram ook zonder verdere subsidie uit de localiteit op Flakkee handhaaft ,doet zij goed werk, maar er zijn, als 't noodig is, ook andere mogelijkheden. Dat bewijst een artikel van een technisch deskundige als den heer Ten Hope in ons blad schrijft en dat we hieronder opnemen. En we kun nen er wel aan toevoegen, dat het voor menig ingewijde op Flakkee geen ge heim meer is, dat als de tram van Flak kee verdwijnt en daarbij ook het mo nopolie op de veren verliest, er betere communicatie zal zijn te verwachten tusschen Flakkee en den vasten wal, dan nu het geval is: beter èn goed- kooper. Wij staan op 't oogenblik echter voor drie mogelijkheden: le. de tram blijft ook zonder locale subsidie: 2e. de tram verdwijnt van Flakkee en de R. T. M. behoudt het monopolie over de veren, en 3e. de R. T. M. verdwijnt van Flak kee en verliest ook het monopolie over de veren. Zien we het goed, dat is de concrete positie op 't oogenblik zoo: Flakkee wil het liefst de tram behouden, mits zon der subsidie uit de localiteit; kan dat niet, dan zal Flakkee als haar recht eischen, dat het niet gehandicapt wordt door een monopolie op de veren van de R. T. M„ maar dat ook de veren vrij komen. Is het de R. T. M. inderdaad ernst en wil zij van Flakkee verdwijnen, dan is het noodig, dat Flakkee diligent blijft en waakt voor haar veren. Wij gelooven, dat het Flakkeesche comifé dit goed gezien heeft en reeds in die richting werkzaam is. Op 't oogenblik willen we hier niet meer van zeggen, maar laten nu volgen wat de heer Ten Hope schrijft: Waarom de auto de taak van de tram kan overnemen. De heer A. ten Hope, algemeen1 voorzitter van den Bond van Bedrijfsautohouders in Ne derland, schrijft Blijkens een bericht in de bladen betreurt het Rottedamsche Comité van Actie, dat geen samenwerking is verkregen met het Comité, dat zich op het eiland zelf met de Goereesche tram-kwestie bezig houdt. Inder daad worden door de localiteit (Goeree en Overflakkee) niet de opviattingen gedeeld, welke van Rotterdam uit omtrent de onmisbaar heid van de Rotterdamsche Tramw. Mij. wor den verspreid. Zulks bleek wederom in de jong ste te Middelharnis gehouden vergadering, waar eerst nadat een groot deel der aanwezigen de vergadering hadden verlaten, tot het zenden van telegrammen aan den minister van water staat en aan Gedep. Staten van Zuid-Holland werd besloten. Men komt in Goeree en Flakkee in steeds 'breedere kringen tot het inzicht, dat de tram zelfs op dit eiland niet aneer onmisbaar kan worden genoemd. Het mqge verklaarbaar zijn, dat de directies van tramondernemingen veelal verkondigen en doen verkondigen, dat opheffing van bepaalde intaslocale tramdiensten een ramp voor de be trokken streek zou zijn. Voorheen kon zulks ook met recht betoogd worden. Voorheen hebben de tramwegondernemingen bepaalde streken uit hun isolement verlost en mocht de tram onmisbaar genoemd worden voor het ver voer van personen, goederen, vee en landbouw producten, tuinproducten, enz. De eerlijkheid gebiedt te verklaren, dat de tramwegmaatschap pijen in het verleden een nuttige taak vervuld hebben, doch evenzeer, om thans te erkeimen, dat in vele zoo al niet in de meeste geval len - die taak geëindigd is, voorzooveel het streekbelang betreft. Diezelfde eerlijkheid echter verbiedt langer aan het in vervoertechnische en vervoerecono- mische kwesties ondeskundige publiek te blij ven verkondigen, dat de tram onmisbaar is. De -personenauto, de 'autobus, de vrachtauto zijn technisch en economisch in staat de taak van de tram over te nemen. De bedrijfsauto ontwikkelt zich tegen den druk der concurrentie van het oudere, veelal in bevoorrechte positie werkende trambedrijf, dat immers in menig geval opge richt of uitgebreid werd met rentelooze voor schotten en geaxploiteerd wordt met subsidies uit publieke kassen. Het concessiestelsel geeft Gedep. Staten de macht, de particuliere autobusondlernemingen te verplichten te rijden met materiaal en volgens dienstregelingen, welke aan het publiek belang voldoen. In Holland rijden reeds autobussen met een vervoerscapaciteit van 50 personen. Op de Brusselsche tentoostelling stond een Miner- vabus voor 75 personen. Ook aan den eisch van voldoende vervoersaccomodatie kan thans dan ook daar worden voldaan, waar zulks voor heen mintfer gemakkelijk was. Doch ook ten aanzien van het vervoer van goederen, waarin de tram (althans ten aanzien van het massaal vervoer) langer een voor sprong heeft behouden, biedt reeds de stand van de zich nog steeds verder ontwikkelende ver- voertechniek „over den weg" afdoende oplos singen, ook uit een oogpunt van vervoersoeco- nomie. Onze bond van bedrijfsautohouders beschikt over de gegevens betreffende transportkosten, zoowel bij vervoer van stukgoederen over ver schillende afstanden met vrachtauto's van 2 tot 7 ton, alsook met betrekking tot het vervoer van massale ladingen tmet vrachtautocombinaties, waarmede 10 tot 15 ton nuttige last ook op 3de klas wegen vervoerd kunnen worden, bediend door één chauffeur, en concurreerend met de tramtarieven. Dit laatste is van groot belang voor het on derhavige geval, waar n.l. op Goeree en Flak kee in een betrekkelijk kort tijdsbestek groote bietentransporten plaats vinden, t.w. circa 30.000 tons in circa 2 maanden. Voor het ver voer van land- en tuinbouwproducten, vee en stukgoederen behoeft men op dit eiland waarlijk geen tram te handhaven en bestaat überhaupt niet de behoefte aan één groote verkeersmaat- sch'appij, welke, zooals thans de R. T. M. op Flakkee, vrijwel het geheele groote vervoer in handen heeft. De betreffende subsidies kun nen bespaard worden. Het particuliere expeditie- en transportwe zen zal in allerlei vorm onmiddellijk na de even- tueele stopzetting van het trambedrijf de nieuwe ondernemingen oprichten hier coöperatief of streekgewijze gecentraliseerd, daar gedecentra liseerd, en met materiaal, aangepast aan de verschillende vervoersbehoeften. Nieuwe werk gelegenheid in ruime mate en gelegenheid voor nieuwe handels- en reparatiefirma's enz., om zich te vestigen, ruimschoots opwegende tegen het nadeel, dat bij opheffing van het trambedrijf vermoedelijk eenig R. T. M.-personeel ontsla gen zal moeten worden. Wil de bedrijfsauto op Goeree en Flakkee echter werkelijk de belangrijke rol gaan vervul len, welke daar evengoed als elders in den lande, voor dit moderne transportmiddel is weg gelegd', dan moet niet alleen het verkeer op het eiland-zelf beschouwd worden, doch vooral ook dé communicatie met het vasteland m.a.w. de veerverbinding Middelharnis—Hellevoetsluis (richting Rotterdam) en later die van den oost- boek van het eiland Ooltgensplaat naar den Bra- barrtschen en naar den Hollandschen wal. Waarom immers kon vooral het bedrijfsauto wezen zich tot nu toe niet ontwikkelen op dit eiland 'Het is voldoende bekend Omdat de R.T.M. die bij die ontwikkeling allerminst gebaat zou zijn zelf het veer exploiteert met een boot, die voor bet vervoer van vrachtauto's nauwelijks gebruikt wordt en ook daarvoor ten eenenmale ongeschikt is. Over de berucht hooge tarieven, welke berekend worden voor de enkele auto's, die met deze passagiersboot overgezet worden tusschen Middelharnis en Hellevoetsluis v.v., willen wij ditmaal zwijgen. Het betreffende stoomschip Min. v. d. Sleyden is inderdaad een uitstekende passagiersboot. Voor een behoorlijk vervoer van vrachtauto's van de tegenwoordige afmetingen en opdat zoo wel personenauto's als vrachtauto's ook goed koop vervoerd zullen kunnen worden, is ech ter een groote veerstoomboot noodzakelijk met een vervoercapaciteit als die der bekende Zwijn- drechtsche of Moerdijksche ponten. Het bouwen van een dergelijk vaartuig zou voor een scheeps werf en voor een machinefabriek welkome werk verschaffing opleveren- en thans buitengewoon goedkoop kunnen geschieden. Het eiland Goeree- Overflakkee zou daarmede op werkelijk afdoen de wijze uit zijn benarde positie worden verlost. Het trambedrijf zou kunnen worden opgehe ven, reeds voordat de nieuwe veerboot in dienst gesteld kan worden. Althans behoeft de ophef fing van de tram niet onvermijdelijk daarop te wachten. De betreffende subsidies aan de tram Zouden vervallen inplaats van verhoogd worden, zooals de R.T.M. verlangt; een besparing, welke vooral in deze tijden zeer gewenscht zou zijn. Het toenemende verkeer waarborgt de renta biliteit van de nieuwe groote veerboot. Voor de regeering, die uit ter zake van het verkeersprobleem niet deskundige kringen aan zocht wordt de „onmisbare" tram toch vooral te handhaven op het „bedreigde" eiland, zal d'e stopzetting niet alleen een besparing en wel licht ook terugvordering van een gedeelte der verstrekte rentelooze voorschotten medebrengen doch ook hetgeen nog belangrijker is de nuttige ervaring opleveren, dat andere transport middelen volkomen bij machte zijn de taak van de tram over te nemen, zonder eenige beroep te doen op financieelen steun van overheids wege. Die ervaring zal vooral nuttig zijn, omdat daaruit spoedig een gewijzigde politiek ten op zichte van het interlocale tramwegbedrijf in het algemeen zal voortvloeien, te weten geleidelijke afbouw van het trambedrijf, voor zoover het niet in staat is uit eigen kracht en eigen finan- cieele bedrijfsopbrengsten zich in stand te hou den of waar noodig zich te reorganiseeren. Het is voor het eiland, doch ook in meer algemeen belang te hopen, dat de regeering deze gelegenheid niet ongebruikt zal laten voorbij gaan, en dat zij ook de aan de tram-stopzetting verbonden consequenties, wat den veerdienst betreft, zal aanvaarden. Beste Vriend! Een vader, die een auto vol kinderen naar de Chr. school had gebracht, reed bij mij het erf op, en blies op zijn hoorn toen hij mij naar de schuur zag loopen. Toen ik bleef staan en de auto tot bij mij genaderd was, vroeg de vader of ik al wist, dat de State Bank zijn deuren gesloten had. Ik keek wat ontsteld. Niet dat ik zelf financieel daar zoo door getroffen werd, maar de State Bank was een oude in stelling. Dat had toch niemand gedachtDe Peoples Saving Bank was van veel jongeren datum. En het algemeen oordeel was: als er één zou moeten sluiten, de laatstgenoemde ze ker wel eerst aan de beurt zou wezen. Wat dit feit beteekent voor een omgeving als de onze, kan niet verstaan worden door er iets over te schrijven. Daarvoor moet men hier wo nen. Alles, leterlijk alles, is gecirculeerd rondom het bankwezen. Vele farmers hebben een che queboek en chequeacount. Anderen brengen in den zomer wat weg, opdat zij in den winter belasting en interest kunnen betalen. Zelfs de penningmeester van ons Christelijk schoolbe stuur brengt de ontvangsten op de bank, en be taalt met cheques. Zoo ook de houder van de kerkelijke kas. Al die cheques nu, die in de laatste dagen zijn uitgegeven, komen terug en vragen weer betaling. Een buurman heeft pas een nieuwe schuur" gebouwd, en de dakbelegging, dat in de honderden loopt, moet nog eens betaald worden. Een ander verkocht twee koeien, waar van de cheque terug kwam. De koeien zijn ge slacht en 't geld' is er niet. Een derde, benzine- 'handelaar, had een wagonlading benzine aan het station staan, maar hij kon er niet aan ko men, omdat de spoorwegmaatschappij zijn che que niet aannam en al zijn geld in de gesloten bank zit. Kleine renteniertjes, die van de interest van hun opgespaarde geld leven, gaan een bangen tijd tegemoet, want de Bank keert zeker in de eerste 6 maanden niet uit. Zoo iets treft ons dus gevoelig. Allen hebben er den mond vol van. En velen het hart nog voller. Terwijl wij hierover staan te praten, roept mijn dochter: „Pa, telefoon". Halionyes, o neen, ik heb het niet zoo druk. Ja, ik kom even over met koffietijd, en breng mijn vrouw mede. Hij, die mij vroeg te komen, is een bejaarde Groninger, die ziek te bed ligt en behoefte heeft mij zoo spoedig mogelijk te spreken. Ook hij lag daar niet zoo gemakkelijk meer, want ge heel zijn hebben en houden werd door de Bank beheerd. Toen wij bij hem kwamen, vroeg ik zijn vrouw hoe het met den zieke was. O, hij is erg ziek, maar d'e dokter zegt: zoo moet het komen, dit is het karakter van deze ziekte. Hij voelt zich eiken dag zieker, maar eiken dag zegt de dokter: wij gaan vooruit. Ga maar even naar boven. Hij is u wachtende. Toen ik boven kwam, begon hij dadelijk over die gesloten Bank. Het was om medelijden met hem te krijgen. Ja, vroeger toen hij nog gezond en sterk was, zoo zei hij, gaf dit niets, maar nu hij geheel behoeftig is en nu van dit kapitaaltje en de Bank afhankelijk is, was het zoo erg als 't maar kon. Hij had de ramp gisterenavond ge hoord en kon den geheelen nacht geen moment slapen. Ik maakte hem duidelijk, dat er geen grond was om je slaap daarvoor op te offeren, daar de Band gesloten was door het gouvernement, juist om zijn kapitaal te beschermen. De State- inspecteur heeft in de boeken gezien, dat het reservekapitaal te klein is tegenover de inleg gers en dat deze waarborg voor hun geld moe ten hebben; dat onder deze omstandigheden de Bank volgens de Staatswetten geen zaken mag doen. Denk je dan niet, dat dé Bankdirecteur on recht gepleegd heeft met ons geld en door „spe culatie dit verloren heeft vroeg hij. Neen, beslist niet, daar kan ik dien man te goed voor. En bovendien zou hij, als dit het geval was, in de gevangenis komen, maar de Staatsinspecteur heeft van veel beleggingen de waarde zoo veel lager getaxeerd, dat de bank geen voldoende overwaarde overhield. Als waar borg voor het ingegeven kapitaal. Ook uw huis en uw farm heeft de waarde niet meer van 5 jaar geleden. Zoo is het met alles. Als nu de aandeelhouders van de Bank geld bijgestort hadden, had de Bank niet behoeven te sluiten, maar om welke reden dan ook, is dit niet ge daan. Zij zijn het, die kapitalen verliezen, maar uw geld komt wel terecht. Slaap maar gerust, 't mag wat moeilijk zijn voor een half jaar, maar alles komt terecht. Ik kon aan het gezicht van den zieke zien, dat ons onderhoud hem goed gedaan had. Het was op zijn ziek gelaat te zien, dat ik hem uit vele zwarigheden verlost had. Het is Zondagmorgen. De disch der verbonds staat aangericht. Jubelend zong de gemeente „Looft God, looft Zijn naam alom". Na een roerend gebed, gaf de leeraar op te zingen: Ps. 23: „De God des heils wil mij ten herder wezen, 'k heb geen gebrek, 'k heb geen gevaar te vreezen." Na een korte predikatie over de leiding van den grooten Herder met zijn schapen, klonk het van den Avondmaalsdisch: „Komt, want alle dingen zijn gereed, doe dit tot mijne gedachte nis". Van de tafel ging het vermanend woord van den leeraar uit, dat dit H. Avondmaal niet alleen een gedachtenismaaltijd was, maar dat wij hier voedsel genoten tot versterking, opdat wij in het geloof onze taak mogen volbrengen, die God ons opgelegd heeft. Ook de vrouw van bovengenoemden zieken man was in de kerk. En toen de kerk uitging, moest zij ons even de hand drukken en zei „De bank des hemels is nog niet dicht, is 't wel?" In deze zelfde week was er gemeente-verga- deringen tot het verkiezen van ouderlingen en diakenen. Met één 'keer stemmen was voor bei den de keuze der gemeente beslist. Nu had de leeraar nog iets namens den' kerkeraad voor de gemeente te brengen, wat hij niet graag deed. Hij moest mededeelen, dat er nog 800 dollar tekort was, om volgens onze begrooting aan de bijzondere kassen recht te doen. En dit was onze gemeente niet gewend. De leeraar vroeg: wat zullen wij doen Geen antwoord. Nog eens werd die vraag herhaald, maar de gemeente zweeg. „Kan ik geen voorstel krijgen om een lijst door de vergadering te laten gaan en elk die kan daar voor een zeker bedrag op teekent Geen antwoord. „Please, see some thing I" „Wel", zegt er een, „als li wil, dat er over deze mededeeling iets gezegd wordt, wil ik wel zeggen, wat ik hier over denk. De grootste schuld' hebben wij! aan Calvin College, is 't niet „Yes". „Nu, zijn wij nu gehouden ons geld op te brengen voor een inrichting van onderwijs, waar de meeste, verreweg de meeste studenten op geleid worden voor openbaar schoolonderwijs en advocaten 'en dokters? Als het alleen ging over de Seminairi, waar alleen predikanten op geleid worden, zou ik er niets over zeggen, maar zooals het met dit College staat, denk ik, dat wij als ouders eerst zorgen moeten voor het Chr. lager onderwijs in onze eigen gemeente." Een tweede was het met het gesprokene har telijk eens. Een derde stelde voor een bijzon dere collecte te houden, dan kon ieder doen naar vermogen. Dit werd aangenomen. Toen ik naar huis ging dacht ik: Het is niet meer het Amerika van vroeger. Wat gaf vroe ger een beetje tekort Ieder een dollar of wat en dan was het weer in orde. Economisch gaan we hier een anderen tijd tegemoet. Je AMERIAANKSCHE VRIEND. De copie van ingezonden stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Bulten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgever». Mijnheer de Redacteur Neemt U s.v.p. het volgende op. Met verbazing las ik de woorden van den heer P, van Dijk in den gemeenteraad van Melissant. Ik voel me gedrongen daarover een paar opmerkingen te maken. De heer Van Dijk heeft sociale opvattingen en gaat nu met de Schrift de juistheid dier opvattingen aantoonen. Ik zal nu al zijn opvattingen niet bestrijden. Dat laat ik over aan iemand, die goed thuis is in de Christelijke arbeidersorganisaties. Ik zal ook niet gaan vitten op enkele onjuiste en zelfs on-Gereformeerde uitdrukkingen, die ik van een St. Gereformeerde niet verwacht had. Nog minder wil ik den heer Van Dijk nu persoonlijk aanvallen, al heeft hij zich door zijn optreden daarvoor zeer bloot gegeven.. 'k Raad hem voortaan over z'n huishouding te zwijgen. 't Gaat mij hier slechts om de e e r e van het Woord Gods. Onze tegenstanders moe ten niet meenen, dat de heer Van Dijk hier het

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1932 | | pagina 1