FEUILLETON HET ZOUTENDE ZOUT Hi De heer VOGELAAR: Regeeren is vooruit zien en met wat de toekomst brengen kan, moet nu rekening gehouden worden. Weth. HOEK: De school is er eenmaal en die gaat niet meer weg, daar behoeft dus niet meer over gesproken te worden. Als Vogelaar een ander stuk grond weet, moet hij dat maar aanwijzen, hoe goedkooper hoe beter. De ge meente moet zorgen, dat er grond komt voor de school, de kerkeraad heeft daar niet voor te zorgen. De heer HOLLEMAN: Waar staat dat Weth. HOEK: In de wet. De heer HOLLEMAN: Zoek dat dan eens op. Weth. HOEK: Dat kan ik zoo maar niet vinden. Maar 't kost de gemeente zoo veel geld. De onkosten, die voor de noodschool gemaakt worden, komen allemaal ten laste van de ge meente. De heer HQLLBMAN: Dan zou je wel lachen Weth. HOEK: Lachen of niet, maar het is zoo. De heer VOGELAAR: Als dat waar is, is het des te erger. Weth. HOEK: Drie jaar geleden zijn we al over de school begonnen. Toen wist nog geen mensch, dat de tijd zoo slecht zou worden. Maar de school is altijd tegengewerkt. De VOORZITTER:. Ik geef den kerkeraad in zeer ernstige overweging zijn plannen voor den bouw voorloopig op te schorten, tot de financieele toestand wat gunstiger is, want de gemeente zal niet weten hoe ze het betalen moet. De kerkeraad zal er de gemeente een grooten dienst mee doen, als hij dezen raad opvolgt. Weth. HOEK: Als we er een lokaal bij moe ten hebben, kost het ook weer extra geld. De VOORZITTER: Toch raad ik aan te wachten, want ik zou niet weten waar de 23000 vandaan gehaald moeten worden. De heer VOGELAAR: Het zou wel een schande zijn als de gemeente 23000 schuld op den hals haalde voor een schoolgebouw en geen geld had voor werkloozen. Weth. HOEK: Als je maar weet, dat de kerkeraad het van zijn rug afgooit. De heer JANSEN: Dat is wel heel erg ge- makkelijk De VOORZITTER: De meerderheid van B. en W. stellen voor om ontheffing van het bouwverbod te geven. Dit wordt in stemming gebracht en verwor pen. Tegen stemden de heeren Vogelaar, Jan sen. Holleman en weth. Roon. De heer HOLLEMAN: Hebben B. en W. nog geen steunregeling getroffen. De VOORZITTER: We moeten eerst zien, dat er geld komt, dat heb ik in de vorige ver gadering al gezegd. De heer HOLLBMAN: We hebben er in het comité ook al over gesproken en ik stel voer de 500 subsidie voor de bewaarschool in te houden en dit 'bedrag voor de steunregeling te voteeren. De VOORZITTER: Dat is toch de vorige keer al behandeld Toen is het verworpen. De heer HOLLEMAN: Ik kan het toch weer in stemming laten brengen De VOORZITTER: Als het ondersteund wordt, zeker. De heer JANSEN: Ik ondersteun dat voorstel. In stemming gebracht blijken de stemmen hierover te staken. Tegen stemden de beide wet houders en den heer Riemens. Weth. HOEK: Ik begrijp dat niet, als je de menschen daar achter je er naar vroeg, zouden ze zeggen, dat ze er niet mee gebaat zouden zijn als de bewaarschool wegging. De heer HOLLEMAN: Als ik er hun naar vroeg, zouden er ook wel bij zijn, die zeggen zouden: ik heb liever iets te eten. Spr. stelt voor ook een steunregeling te heffen voor de visschers, die het noodig hebben. Wanneer on georganiseerden voor steun in aanmerking ko men, kan men de visschers ook wel helpen. IJmuiden en Velzen doen het ook. De VOORZITTER: O ja, wel zeker, we kun nen de geheele gemeente wel aan een steunrege ling helpen. Spr. zal het in overweging nemen. De heer JANSEN: Er is een 'brief van de Generale Dijkagie ingekomen en deze schijnt nooit door B. en W. beantwoord te zijn. De heer HOLLEMAN: Dat was nog onder het oude college van B. én W., al lang geleden. De Dijkagie vroeg om een bijdrage voor het watergemaal. De VOORZITTER: Ja, dat is van 't voor jaar al behandeld. Dan sluiting. VERSLAG van 't verhandelde in de openb. vergadering van den Raad der gemeente HERRINGEN, op Woensdag 23 December 1931, des voorin. 10 uur. Tegenwoordig alle leden. De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent de vergadering met gebed. Daarna wordt eerst punt 3 behandeld: ber eediging van het raadslid J. Kalle. Deze legt in handen van den Voorzitter de bij de wet ver- eischte eeden af. De VOORZITTER feliciteert den heer Kalle met deze beëediging en hoopt, dat hij, evenals de andere leden, met elkaar steeds in aangename harmonie de belangen van de gemeente zal mo gen behartigen. De heer KALLE dankt den Voorzitter voor de gesproken woorden, maar drukt nochtans zijn spijt er over uit, dat hij niet tegelijk met de andere leden had kunnen zi'tting nemen. Meer wenscht spr. hiervan niet te zeggen. De notulen worden gelezen en zonder op- of aanmerking goedgekeurd. Ingekomen stukken. Schrijven van verschillende gemeentebesturen, waarin mededeeling wordt gedaan welke leden benoemd zijn in de stichting Drinkwaterleiding voor Goeree en Overflakkee. Procesverbaal kas gemeente-ontvanger. In kas was 726.70M. Idem van het Algemeen Armbestuur. Saldo 504.6014. Beide werden met de noodige bescheiden in orde bevonden. Schrijven van de vereen, voor schoolonder wijs op Geref. grondslag, waarin wordt verzocht gelden beschikbaar te stellen voor aankoop nieuwe kachel voor het 4e lokaal. B. en W. stellen voor het gevraagde te ver- leenen. De heer VAN KEMPEN. Ik meen, dat de kachel reeds geplaatst is. De heer VAN BCK: Ja, toen het verzoek inkwam, ben ik me direct op de hoogte gaan stellen en heb last gegeven een nieuwe kachel te plaatsen, in afwachting van de nadere be slissing van den Raad. Besloten wordt mét algemeene stemmen de daarvoor benoodigde gelden te voteeren. Van dezelfde vereeniging een schrijven, dat het toegewezen 4e lokaal indertijd in gebruik werd genomen. De VOORZITTER: Wat de strekking van dit schrijven eigenlijk beteekent is me niet r.echt duidelijk. Begrooting keuringsdienst van waren; deze gemeente heeft bij 'te dragen 120.15. Begrooting Vleeschkeuringsbedrijf. Wordt goedgevonden. Balans, winst- en verliesrekening van de N.V. E.IM.G.O. De heer KALLE vraagt of deze niet ter visie van de leden wordt gelegd. De heer VAN ECK: Ik vind, dat de rekening niet voldoende gespecificeerd is. De VOORZITTER: Er is toch een toe lichting bij. Benoeming bestuurslid Drinkwaterleiding, aftr. de heer Van Eek. Bij stemming verkregen van Eek 4 en van Kempen 3 stemmen. De heer Van Eek neem't de 'benoeming aan. Motie van den gemeenteraad van Sommelsdijk betreffende stopzetten der uitvoering van wer ken voor de drinkwatervoorziening. B. en W. stellen voor deze motie voor ken nisgeving aan te nemen. De heer DE GEUS: Zijn er al gelden be schikbaar gesteld Het is toch goed mogelijk om een beteren 'tijd af te wachten. Spr. vindt de imdtie Sommelsdijk nog niet zoo kwaad. De VOORZITTER: Er was reeds een be- qin gemaakt en stopzetten gaat dan niet meer. Verschillende transacties waren gesloten, enz. Ook zijn o.a. de duinen al aangekocht en deze moeten zeer binnenkort betaald worden. De heer DE GEUS zou toch liever de uit voering stopzetten tot betere tijden zijn aan- oebroken. Ook is spr. tegen de verplichte aan- sluiting. 'Het legt zware lasten op de bevolking, speciaal op de werkende klasse. Hij weet niet waar de menschen Zaterdags het geld allemaal vandaan moeten halen. De VOORZITTER: Ik merk wat U wilt: den malaisetijd gebruiken om van de waterlei ding af te komen. De heer VAN ECK: De waterleiding is voor den werkman een groot belang. De heer KALLE: Ik ga volkomen accoord met het gesprokene van De Geus. Maar zijn er al gelden door de provincie beschikbaar ge steld De VOORZITTER: Zeer binnenkort zal de provincie gelden beschikbaar kunnen stellen. Men moet tevens niet uit het oog verliezen, dat men beter in een tijd van depressie zulke wer ken kan uitvoeren, dan in een tijd van hoog conjunctuur. Het verschil met den prijs van de buizen is 'belangrijk. Het scheelt veel en dat komt den verbruiker ten goede. Tevens geeft het weer wat werkverruiming. De heer KALLE: De werkverschaffing daar zie ik weinig van terecht komen. Dat is mis schien maar een paar weken. De VOORZITTER: Me dunkt, enkele hon derden kilometers buis is zoo maar niet in een paar weken gelegd. De heer VAN EGK: Er wordt gerekend op 13 weken graven. Vergunning voor het leggen enz. der buizen wordt gevraagd door voornoemde stichting. Hiertegen bestaat geen bezwaar. De heer KALLE wenscht iets te vragen aan den vertegenwoordiger der stichting, den heer van Eek, betreffende het aandeel in de te leveren manschappen bij de uitvoering van 't werk. De heer VAN ECK: Ieder krijgt zijn aandeel. Subsidieverlening van cent per inwoner voor een schoolartsendienst. B. en W. stellen voor afwijzend te beschik ken. Hiertoe wordt besloten. Kosten bedrag leerlingen O. L. school over 1929. De kosten hebben over dat jaar per leer ling 'bedragen 7.90. De bijzondere school heeft mitsdien nog een klein tegoed, plus een bedrag van 150 voor handwerken. Voorstel B. en W. tot verhuring van een strookje grond, gelegen aan den Molendijk, aan J. W. Bruggeman te Rotterdam Wordt goed gevonden Voorstel B. en W. verhuring land Algemeen Armbestuur voor een tijdvak van 7 jaren aan J. van Eek voor 65 per gemet of totaal 397 perjaar. Hiertoe wordt besloten. Vaststelling wijziging bouwverordening. Art. 64 komt te vervallen, waarvoor een nieuw art. 64 in de plaats komt. Vaststelling verordening heffing ziektegelden. De heer KALLE: Was daar voorheen nog geen regeling voor getroffen De VOORZITTER: Een en ander is gevolg van de ziektewet. De heer VAN EOK vindt de kosten van vervoer 0.35 per K.M. wat hoog. De VOORZITTER: Stelt, dat een patiënt vervoerd moet worden per auto, dan is 0.35 per K.M. heusch niet hoog. Integendeel is het een laag tarief. Wordt goedgevonden. Vaststelling verordening Winkelsluitingswet. De heer KALLE: Van onze zijde was een voorstel ingediend. Ik meen op te merken, dat het niet veel verschilt met het voorstel B. en W. Behalve wat betreft den melkverkoop op Zon dag. Dat is voor de zomermaanden alleen in speciale gevallen toegestaan van 810 uur, in de wintermaanden van 7^9 uur. De heer DE GEUS: Welke tijd is dat De VOORZITTER: Er wordt alleen wette lijke tijd gerekend. Vandaar in den winter van 79 uur en in den zomer met den zomertijd van 810 uur. De heeren DE GEUS en KALLE hopen, dat alleen in zeer speciale gevallen ontheffing wordt verleend. De winkeliers zullen 's Zaterdags 1 uur later sluiten dan in de week. Dat is ook overeen komstig de wet. Voorstel-De Geus om een post op de be grooting te brengen voor werkverschaffing. B. en W. vragen den Raad een blanco crediet voor werkverschaffing. Er zal begonnen worden met het uitdiepen van de Spui. De heer DE GEUS: Ik had in de vorige vergadering gevraagd uitstel van behandeling der begrooting. Ik had gaarne een post er op gehad voor werkverschaffing. De VOORZITTER: We kunnen toch eerst den post onvoorziene aanspreken, en is deze niet voldoende, dan kunnen we toch altijd de begrooting nog wijzigen. De heer KALLE: Ik vind productieve werk verschaffing beter dan steunregeling. De heer VAN ECK: Nog beter ware het als er een organisatie was. De heer KAALE: Zou het geen aanbeveling verdienen een comité in het leven te roepen, door b.v. een paar leden uit den 'Raad en een paar daar buiten in dat comité te benoemen. De beide wethouders komen op jaren, en het zou een heele last van hunne ruggen afwentelen. De VOORZITTER: In verschillende gemeen ten heb je dergelijke commissies wel. Spr. ziet echter voor Herkingen het nut van een derge lijke commissie niet in. Herkingen zit wat dat betreft nog al gemakkelijk met zijn werkloozen tegenover grootere plaatsen. Spr. vraagt of het nu wel noodig is nog zooveel drukte te maken voor zoo'n commissie. De wethouders zijn beiden echte Herkenaars, zij weten toch wel wat er gedaan moet worden. Ze zijn als 't ware met ieder persoonlijk bekend, wat op groote plaatsen niet het geval is. De heer VAN EGK: Ik hoop, dat de men schen het hut van een organisatie nog eens beseffen. Er wordt nu werk van gemaakt om diegenen, die werkelijk behoefte'hebben, aan werk te helpen. Maar er moet werk te vinden zijn. Vorig jaar heb ik alles opgezocht. Nu hebben we dan nog het Spui. De VOORZITTER: Ja, je kunt toch moeilijk het water uit de haven, met emmers in het Spui laten dragen. De heer DE GEUS is er ook voer een co mité te benoemen en daar dan b.v. een paar voormannen in benoemen. De VOORZITTER: Als de wethouders be hoefte aan hulp hebben, zullen ze toch wel zoo verstandig wezen om die hulp te vragen. Zoo lang zij geen behoefte aan bijstand hebben, acht spr. höt onnoodig. De heer VAN EOK: Wat het ongelukkigste is, is dat er om werk komen, die het nu niet bepaald noodig hebben. Ik weet wel, alle men schen hebben graag werk, van den wind kun je eenmaal niet leven, maar er is toch ver schil. Als je b.v. groote gezinnen hebt, daar kunnen ze niet buiten een dag verdiensten. Ech ter maken de eersten het vagk voor de laatsten slecht. De heer VAN DER VELDE: Ja, maar ieder een kan het gebruiken. De heer VAN ECK: Zeker wel, maar er is toch verschil. De VOORZITTER: We zullen dan tevens de noodige stappen doen in Den Haag om een gedeelte van 't Rijk vergoed te krijgen. B. en W. worden met algemeene stemmen gemachtigd de noodige voorbereiding te treffen. Vaststelling ambtenarenreglement. De VOORZITTER zou het zoo maar willen vaststellen. De heer KALLE wil het aanhouden tot een volgende vergadering en eerst bij de leden laten circuleeren. De VOORZITTER: Laten we het nu zoo aannemen, het ds toch al zoo laat in 't jaar; later kan als het noodig is altijd nog een wij ziging plaats hebben. Hiertoe wordt besloten. Dan sluiting. VERSLAG vaa de vergadering van den Raad der gemeente OUDDORP op Vrijdag 18 December, n,m, 2.30 uur. Aanwezig alle leden, met een opkomst van een groot publiek. De VOORZITTER opende de vergadering met gebed, en wilde al direct deze weer doen sluiten, om dan in besloten zitting zich vrijer te kunnen uitdrukken. Doch voordat hiertoe werd besloten, werden de notulen van de vorige ver gadering gelezen. De heeren Joh. HAMEETEMAN en ABR. PADMOS hadden elk eene opmerking. Na opheldering konden de notulen echter on veranderd worden goedgekeurd. Behandeling ingekomen stukken le. Af- en overschrijving van een paar posten op de gemeentebegrooting, dienst 1931. Besloten voor kennisgeving aan te nemen. Een verzoek van de bewoners van den Dirk- doensweg om betere verlichting. De VOORZITTER stelde voor dit ver zoek te renvoyeeren naar B. en W. voor onder zoek en afdoening. Alzoo besloten. Van Ged. Staten de gemeenterekening over het dienstjaar 1929 en 1930 met de goedkeuring daarvoor. Daarna kwam aan de orde punt 2 van de agenda, de benoeming van een hoofd aan de openbare lagere school I. De VOORZITTER deelde mede, dat een voordracht is opgemaakt, doch dat no. 1 daar van intusschen bedankt heeft, ten spijt van B. en W. Alvorens echter verder dit punt te bespreken, sloot de Voorzitter de deuren. Na heropening deelde de VOORZITTER mede, dat het gewenscht was een nieuwe op roeping van sollicitanten te doen plaats hebben, waartoe werd besloten. Na 1 Jan. zal een tijd. hoofd door B. en W. worden benoemd. W erkver schaffing. De VOORZITTER: In de vorige vergadering konden B .en W. nog geen mededeeling doen inzake de plannen voor werkverruiming ten bate van de vele werkloozen. Intusschen hebben B. en W. zich in verbinding gesteld met de eigenaren van de Middelduinen ten einde daar van een stuk te koopen. Inderdaad ds het ge lukt de mogelijkheid te scheppen, dat de eige naren daarvan een stuk z.g. horrel'hoogten wil len verkoopen. Zij hebben een stuk groot 16.63.90 H.A. of ruim 36 gemeten aangeboden. B. en W. hebben daarop behoudens goedkeuring van den Raad een bod gedaan. B. en W. stellen voor dit stuk te koopen en dat te laten ont ginnen, of mijnen, zooals ze dat hier noemen. Wij hebben ons tevens in verbinding gesteld met den Minister ten einde subsidie voor deze werkverschaffing te krijgen. Inderdaad is dat ons gelukt. We zullen voor dit werk een sub sidie genieten van 25 pet. Aan dit werk zullen ongeveer 80 menschen werk kunnen vinden, die voorkomen op de lijst van werkloozen. Wij stellen voor die arbeiders 20 cent per uur te geven en gedurende 7 uren' per dag te laten werken, en de halve premie voor ziekteverze kering te verhalen op het loon. De dekking van deze uitgaaf zal gevonden moeten worden in het aangaan van een geldleening. De heer.T. TANIS: Het laten werken van 7 uür, zou dat niet nadeelig gaan werken voof de particuliere werkgevers. Wanneer zij nu ongeveer hetzelfde kunnen verdienen vanwege de steunverleening in 7 uur als bij een boer in een paar uur meer, dan vrees ik, dat ze den boer zullen gaan verlaten en werk zullen trachten te krijgen) bij de werkverschaffing. De heer HAMEETEMAN: Maar ze moeten toCh eerst stempelen, willen ze bij de werkver schaffing in aanmerking komen De VOORZITTER: Ja natuurlijk, ze moeten eerst stempelen en op de lijst voorkomen. Daar om is het van groot belang, dat ze zich komen melden, hetgeen wij nog deze week hebben ge publiceerd. De correspondent van de arbeids bemiddeling infprmeert bovendien nog wanneer iemand voor het eerst komt aanmelden waar hij het laatste gewerkt heeft 'en dan kan onderzocht worden of die persoon dan werkelijk bij zijn betrokken patroon klaar gekomen is. Is die man uit eigen beweging weggegaan, met b.v. het voornemen bij de werkverschaffing onder gebracht te worden, dan kan zoo iemand niet od de lijst geplaatst worden, waarmede dus die kans voorkomen wordt. De heer A. PADMOS: De werklooze hunkert naar werk, steun trekken doet de arbeider niet graag, doch alleen wanneer er anders geen mogelijkheid is, wordt 'het natuurlijk gaarne ge accepteerd. Denken 'B, en W. echter de ge- organiseerden voor te trekken of gelijk op te behandelen met hen, die niet aan een organisatie verbonden zijn De VOORZITTER: Het is niet gemakkelijk daarop direct een positief antwoord te geven. Dat moet eerst nader worden bezien. Het ware echter wel te wenschen, dat allen een organisatie achter zich hadden. Ik kan echter wel mede- deelen, dat wanneer vanmiddag 'het bod, dat B. en W. voor dat Stuk land gedaan hebben, ■wordt goedgekeurd en door de eigenaren wordt geaccepteerd, het de bedoeling is om 4 Jan. met de werkverschaffing te beginnen. Dan zullen we zien Wie werkloos is en zich heeft laten inschrijven bij den correspondent van de ar beidsbemiddeling. Wij kunnen alleen rekening houden met gemelde werkloozen. Zij, die niet komen melden, weten wij niet en kunnen wij derhalve niet in aanmerking laten komen. Daar wij nu natuurlijk niet weten de verhouding onder de werkloozen, die wel en die niet georganiseerd zijn, kunnen wij nu nog niet zeggen of ze gelijk op te werk gesteld zullen kunnen worden. Daarna werd besloten de eigenaren van dat stuk Middelduinen het bod officieel te doen en te trachten alzoo een flinke werkverruiming te verkrijgen. Rondvraag. De heer HAMEETEMAN: De werkloozen, die komen stempelen en straks van hun Bond steun kunnen krijgen, daaraan betaalt de ge-, meente toch ook haar deel De VOORZITTER: Ja de Bonden keerèn uit. Wanneer de Bond 10 uitkeert overeen komstig haar reglement, dan legt het Rijk er ook 10 bij en in die 10 van het Rijk 'betalen de gemeenten hun deel. De heer HAMEETEMAN: Er zijn er wel, die daarvoor niet in aanmerking komen, omdat ze het grootste deel van het jaar bij zichzelf werken. Hoe gaat het daarmede dan De VOORZITTER: Die hebben ook geen recht op uitkeering, omdat zij hun premie dan niet betaald zullen hebben ook. Om de 4 weken komen echter de uitkeeringsstaten ter controle naar het gemeentebestuur, dus de eventueele fraudes komen eerst na vier weken uit. U be- grpt echter de werkwijze van die steunregeling niet best. De heer A. PADMOS vraagt aan den Voorz. of hij aan zijn mede-Raadslid Hameeteman daar over nog eenige opheldering mag geven, en begint met te zeggen, dat er wel een klein mis verstand is omtrent de opvatting van de woor den „steunverleening en „werkloosheidsverzeke ring". Uwe opmerking betreft werkloosheids verzekering, zegt spr. Deze werkloosheidsver zekering geldt voor al de leden van den hier bestaanden Arbeidersbond. Als voorzitter van dien Bond, mag ik wel zoo vrij zijn om daarover iets te zeggen, zegt spr. Én dan kunrien wij al aanstonds beginnen om te zeggen, dat de uitvoering van die verzeke ring in hoofdzaak 'bij ons als bestuur berust, om dat het onze verzekering is, waarvoor w ij zelf hebben ingelegd. Nu kan daaraan direct worden toegevoegd, dat het Rijk en bijgevolg de gemeenten die verzekeringskassen steunen met subsidie, en zij als zoodanig daarover toe zicht verkrijgt, n.l. bij de uitvoering van even tueele betalingen. Zij heeft dus als het ware een controle daarop, doch dat neemt niet weg, dat door ons het initiatief is genomen en door o n s en van o n s de reglementen zijn, waaraan w ij verplicht zijn ons te houden. De gemeente kan bij wijze van voogdij haar toezicht late' Ot gelden, wat wij ten volle erkennen, en daar mede ook graag ter wille zijn. Wij hebben dan ook! te gelegener tijd, ook natdrukkelijk ver klaard, dat wij georganiseerd overleg op hoo- gen prijs weten te stellen. Doch nimmer mag uit het oog verloren worden, dat de rechten, die uit en van onze organisatie voortspruiten, onze rechten zijn, en dat de uitlegging en de bedoeling van onze reglementen en voorschriften aan ons zijn. Wij geven dan ook hierbij uitdrukkelijk de .[verzekering,.dat-wij als bestuur zeer nauwlettend zullen toezien op onze leden, die trachten om door verkeerde praktijken onze was te he- nadeelen. De VOORZITTER meent, dat hetgeen de heer A. Padmos aangevoerd heeft, maar 'betrek kelijk waar is en dat hij het wel wat te een zijdig heëft voorgesteld. De heer PADMOS: Dat is wel mogelijk, doch laten wij dan in dit geval, dat aanleiding gaf door een ...eenzijdige belichting van andere zijde, de waarheid dan gevoegelijk in het midden te laten. De heer W. MASTENBROEK is het in het geheel niet eens met 'het naar voren gebrachte van den heer Padmos. Hij zegt zoo met nadruk, dat het onze verzekering is en onze reglemente en miskent zoo de macht, die boven ons gestelu is. Het past niet als Christen om zoo minach tend over het gemeentebestuur te spreken en om eene vereeniging, welks doel is om verwarring te stichten, te verdedigen. Hij weet bij onder vinding wat zulke vereenigingen doen bij een werkstaking, die hij eens heeft medegemaakt in Oude Tonge; en 'hoopt, dat de heer Padmos zijn woorden zal terug trekken. De heer PADMOS, het woord vragend, be gint al aanstonds met te zeggen, dat het niet in zijn plan ligt om de woorden, die hij gesproken heeft tot opheldering aan den heer Hameete man, terug te nemen; integendeel grijp ik, zegt spr., deze gelegenheid aan om het eens helder en duidelijk te kunnen zeggen. Ik neem hier allereerst als Christen in acht, dat ik mij zal DOOR H. KINGMANS. 42) Terwijl hij de laatste woorden uitte, had zij het 'hoofd in beide handen verborgen en steunde de ellebogen op de tafel. Met kracht drong zij opkomende tranen terug. Haar houding deed hem de vraag stellen, of hij verder spreken zou. Annie glimlachte flauw. „Spreek door, Albert. O, hoe wilde ik, dat het anders was 'Maar het kan niet, het mag niet." „Ik weet het en zal het kort maken. Maar ik kan je niet laten gaan, zonder dat je precies mijn gevoelens weet. Ik had mij dus den gang van zaken zóó voorgesteld. Maar toen kwam daar die plotselinge mededeeling, dat je ver trekken gaat. Ga je weg om mij Weer ontwoordde Annie niet. „Je behoeft het mij niet te vertellen. Je bent volkomen vrij in je doen en laten. Maar wil je niet openhartig zijn, nu ik het toch ook ben Mag ik je een paar vragen stellen en 'beloof je mij dan, dat je die oprecht zult beantwoorden „Hoe kan ik van te voren weten, of ik de vragen beantwoorden kan vroeg Annie. „Ik stel toch geen onmogelijke vragen Om mijn houding te bepalen, moet ik weten, waarom je zoo plotseling vertrekt. Als wij elkaar nooit ontmoet hadden, was je dan vertrokken Annie had in eenen een beslissing genomen en besloten, hem volledig op de hoogte te brengen. Zij zag de bezwaren daarvan in, maar het was haar niet mogelijk, hem, dien zij liefhad, met een kluitje in het riet te sturen en onvolledige antwoorden te geven of uitvluchten te verzinnen. „Allicht zou ik dan niet gegaan zijn. Er is verleden jaar inderdaad wel eens over ge sproken, maar nooit in ernst." „Dus mijn bang vermoeden is juist, je gaat om mij weg „Dat is de beste oplossing, Albert. Het kost me moeite, maar ik zie geen anderen weg." „Maar dat mag niet", riep hij uit. „Ik wil niet, dat je voor mij vluchtNatuurlijk, we kunnen elkaar niet meer ontmoeten, al kost mij dat ontzaggelijk veel. Ik zal probeeren mijn smart, als een man behoort, te dragen. Je moogt voor mij niet gaan. Neem je sollicitatie terug, neen, ik bedoel: trek je toezegging in en 'blijf. Ik zal met je vader spreken, hem volledig uitleg geven en meedeelen, dat ik hier niet meer komen kan. Beloof mij, dat je niet zult vertrekken. Ik kan de gedachte niet verdragen, dat jij voor mij uit het ouderlijk huis moet. Het resultaat 'blijft ge lijk, of je gaat of blijft, ik kan hier niet als huisvriend vertoeven meer. De idee, dat jij er niet bent, omdat ik kom, is eenvoudig onver- dragelijk. Ik heb het de afgeloopen week niet gemakkelijk gehad. Het schijnt, dat ik voor het noodlot geboren ben en alles mij moet tegen- loopen „Spreek niet zoo, Albert", smeekte Annie. „Zoo is het niet." Zij had aandachtig naar zijn uiteenzettingen geluisterd en was meer en meer versterkt in haar overtuiging, dat hij een man van karakter was. Wat hij zich voorstelde, te doen, vloeide voort uit de omstandigheden. Ook stelde hij het op prijs, dat hij zakelijk sprak en geen enkele poging tot toenadering deed. Hij zat aan de andere zijde van de tafel en sprak, hoewel zij wist, dat zijn liefde in hem brandde, evenals dat bij haar het geval was, op een toon, als gold het een zakengesprek. Maar zijn voornemen: niet meer komen, ook al was zij vertrokken, mocht hij niet uitvoeren. Nu te meer besloot zij, hem alles mede te deelen. „Neen ,ik weet wel, dat jij er niet zoo over denkt. En niemand hier in huis. Ik zelf heb oogenblikken, dat mijn gedachten In een andere richting gaan. Er moet een Goddelijke macht zijn, die het leven der menschen, dus ook het mijne, leidt. Maar ik zie die macht niet, en „Je kunt God leeren kennen, Albert. En daar. om vertrek ik. Ik vlucht niet voor je. Ik ga uit eigen vrijen wil. Voor jouw bestwil." Smartelijke verbazing viel op zijn gelaat te lezen. „Voor mijn bestwil „Ik ga voor jou. Ik zal je dat verklaren. Je behoeft niet met vader te spreken, als je niet wilt. Allen zijn op de hoogte, behalve natuurlijk Marianne. Vader en moeder hebben mij voor gesteld, te vertrekken, hoewel zij mij volkomen vrij hebben gelaten. Ik heb, hun motieven ver nemende, in volle vrijheid mijn besluit genomen." „Maar waarom Hij begreep het op dat moment inderdaad niet. „Begrijp je.dat niet, jongen?" vroeg zij har telijk. „Als ik hier blijf, kun je hier met meer komen. Maar nu ga ik weg en blijft de toestand, zooals die nu is." „Maar ik kom hier niet weer. Ik kan de ge dachte niet verdragen, dat jij om mij vertrokken bent." Zij deed, spontaan iets, wat zij, beredenee- rend, allicht niet gedaan zou hebben. Zij stond op, legde de hand op zijn arm en zag hem smeekend aan. „Wil je mij een genoegen doen, Albert „Een overbodige vraag", merkte hij, smarte lijk glimlachend op. Hij hield haar 'hand in de zijne en zij liet het toe. „Geef dan geen gevolg aan je voornemen en blijf hier komen. Beloof me dat." „Het is toch niet mogelijk, zelfs al wilde ik dat. Je vader en moeder zouden mij beschou wen „Stil. Beschuldig niet ongemotiveerd. Zij heb ben voorgesteld, dat ik gaan zou, om jou de gelegenheid te geven, hier te kunnen blijven komen." „Maar dat is een offer, dat ik niet aanvaarden mag. Dat ben ik niet waard", riep hij uit, toen de beteekenis eindelijk tot hem doordrong. „Van een offer is geen sprake. Vader en moe der meenen, en ik 'ben het er mede eens, dat zij jou niet de deur mogen wijzen. Je bent bij ons op een 'bizondere wijze gekomen. Bij ons allen is de hoop levendig, dat je op weg bent, den God des levens te vinden en Jezus Christus, Zijn Zoon, gestorven voor onze zonden. Als je door ons wordt losgelaten, loop je de kans, geheel terug te zinken in je vroeger ongeloof. Dat willen vader en moeder, als het God be lieft, voorkomen. En daarom hebben zij deze oplossing aan de hand gedaan." „Het is te veel", steunde 'hij. „Neen, dat kan, dat mag niet. Ik mag je niet wegjagen." „Je jaagt mij niet weg, mijn jongen. Geloof dat toch. Ik ga geheel vrijwillig." Als met stomheid geslagen, zag hij haar aan. Zij was weer naar haar plaats teruggekeerd. Het woelde en gistte in hem. Hij zag in volle klaar heid de bedoeling van de familie, in wier schoot hij zoo liefdevol was opgenomen. „Hoe kan ik hier komen, als „Je komt, zooals altijd. Er is geen wanver houding, geen wrok, geen nijd, niets. Je zult het zelf bespeuren, hoeg ewoon alles is." „Behalve, dat jij er niet bent", wierp hij haar tegen. Annie glimlachte smartelijk, maar regaeerde niet op zijn opmerking, zoodat er geruimen tijd stilte ontstond. „Kun je mij niet beloven, dat je zult blijven komen Wil je mij dat genoegen niet doen 7" vroeg zij dan, de stilte verbrekend. „Er is geen sprake van al of niet genoegen doen. Alles in mij komt er tegenop, om „Heb je nu van die ééne maal nog niet vol doende geleerd, Albert Niet vattend de beteekenis van haar vraag zag hij haar aan. „Herinner je je optreden, toen je pas in Noordstad waart en niet Meyenbeek wilde hee- ten Daar zat iets goeds in, Albert, maar voor een deel sproot het voort uit trots, je weet het nog wel. Uit misplaatste trots. Ga nu weer dien kant niet op en geef niet toe aan je gevoel, dat je hier feitelijk geduld wordt en dat het beter is, om niet weer hier te komen." „Ik heb je weggejaagd. En die gedachte vind ik eenvoudig ondragelijk." „Het is niet waar. Maar laten wij er niet verder over spreken. Het vermoeit zoo. Wil je er nog eens over nadenken dan Dat is toch het minste, dat ik van je kan vragen. Spreek er anders met vader of Arie nog eens over. Dan zul je zien, dat je je deerlijk vergist." Zij keek op de klok, welke 'beweging hem niet ontging. „Blijven wij niet lang meer alleen „Ik verwacht elk oogenblik Arie thuis." „Dan ga ik weg. Het liefst wil ik nu niemand ontmoeten. Wanneer vertrek je naar Bosch oord 7" Hij vroeg het, of het voor hem de meest'ge wone zaak ter wereld gold. Maar het deed hém pijn. „Eind volgende week. Ik denk 's Vrijdags, 's Zaterdags is zoo'n lastig komen bij vreemde menschen." „Kun je niet blijven?" smeekte hij. „Neen, dat gaat niet. Allereerst heb ik mijn woord gegeven, dat ik kom. En dan kun jij hier niet meer komen. En dat willen wij allen, ik zeg allen, juist zoo hee] graag." „En als ik nu' niet weer kom, vertrek je 'dan toch „Ik ga in elk geval. En wees nu niet dwaas, jongen. Kom hier geregeld." „En later Smeekend zag hij haar aan. Annie had het moeilijkste oogenblik van den avond. Zij had zich goed kunnen houden, zelfs zakelijk kunnen redeneeren. Maar die vraag stelde haar mid den in de moeilijkheid. „Later vroeg zij vaag. „We kunnen dan altijd nog zien." (Wordt vervolgd). J*V«

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 4