FEUILLETON
HET ZOUTENDE ZOUT
Hi
De heer VOGELAAR: Regeeren is vooruit
zien en met wat de toekomst brengen kan, moet
nu rekening gehouden worden.
Weth. HOEK: De school is er eenmaal en
die gaat niet meer weg, daar behoeft dus niet
meer over gesproken te worden. Als Vogelaar
een ander stuk grond weet, moet hij dat maar
aanwijzen, hoe goedkooper hoe beter. De ge
meente moet zorgen, dat er grond komt voor de
school, de kerkeraad heeft daar niet voor te
zorgen.
De heer HOLLEMAN: Waar staat dat
Weth. HOEK: In de wet.
De heer HOLLEMAN: Zoek dat dan eens op.
Weth. HOEK: Dat kan ik zoo maar niet
vinden. Maar 't kost de gemeente zoo veel geld.
De onkosten, die voor de noodschool gemaakt
worden, komen allemaal ten laste van de ge
meente.
De heer HQLLBMAN: Dan zou je wel
lachen
Weth. HOEK: Lachen of niet, maar het is
zoo.
De heer VOGELAAR: Als dat waar is, is
het des te erger.
Weth. HOEK: Drie jaar geleden zijn we al
over de school begonnen. Toen wist nog geen
mensch, dat de tijd zoo slecht zou worden.
Maar de school is altijd tegengewerkt.
De VOORZITTER:. Ik geef den kerkeraad
in zeer ernstige overweging zijn plannen voor
den bouw voorloopig op te schorten, tot de
financieele toestand wat gunstiger is, want de
gemeente zal niet weten hoe ze het betalen
moet. De kerkeraad zal er de gemeente een
grooten dienst mee doen, als hij dezen raad
opvolgt.
Weth. HOEK: Als we er een lokaal bij moe
ten hebben, kost het ook weer extra geld.
De VOORZITTER: Toch raad ik aan te
wachten, want ik zou niet weten waar de
23000 vandaan gehaald moeten worden.
De heer VOGELAAR: Het zou wel een
schande zijn als de gemeente 23000 schuld op
den hals haalde voor een schoolgebouw en geen
geld had voor werkloozen.
Weth. HOEK: Als je maar weet, dat de
kerkeraad het van zijn rug afgooit.
De heer JANSEN: Dat is wel heel erg ge-
makkelijk
De VOORZITTER: De meerderheid van
B. en W. stellen voor om ontheffing van het
bouwverbod te geven.
Dit wordt in stemming gebracht en verwor
pen. Tegen stemden de heeren Vogelaar, Jan
sen. Holleman en weth. Roon.
De heer HOLLEMAN: Hebben B. en W. nog
geen steunregeling getroffen.
De VOORZITTER: We moeten eerst zien,
dat er geld komt, dat heb ik in de vorige ver
gadering al gezegd.
De heer HOLLBMAN: We hebben er in het
comité ook al over gesproken en ik stel voer
de 500 subsidie voor de bewaarschool in te
houden en dit 'bedrag voor de steunregeling te
voteeren.
De VOORZITTER: Dat is toch de vorige
keer al behandeld Toen is het verworpen.
De heer HOLLEMAN: Ik kan het toch weer
in stemming laten brengen
De VOORZITTER: Als het ondersteund
wordt, zeker.
De heer JANSEN: Ik ondersteun dat voorstel.
In stemming gebracht blijken de stemmen
hierover te staken. Tegen stemden de beide wet
houders en den heer Riemens.
Weth. HOEK: Ik begrijp dat niet, als je de
menschen daar achter je er naar vroeg, zouden
ze zeggen, dat ze er niet mee gebaat zouden zijn
als de bewaarschool wegging.
De heer HOLLEMAN: Als ik er hun naar
vroeg, zouden er ook wel bij zijn, die zeggen
zouden: ik heb liever iets te eten. Spr. stelt
voor ook een steunregeling te heffen voor de
visschers, die het noodig hebben. Wanneer on
georganiseerden voor steun in aanmerking ko
men, kan men de visschers ook wel helpen.
IJmuiden en Velzen doen het ook.
De VOORZITTER: O ja, wel zeker, we kun
nen de geheele gemeente wel aan een steunrege
ling helpen. Spr. zal het in overweging nemen.
De heer JANSEN: Er is een 'brief van de
Generale Dijkagie ingekomen en deze schijnt
nooit door B. en W. beantwoord te zijn.
De heer HOLLEMAN: Dat was nog onder
het oude college van B. én W., al lang geleden.
De Dijkagie vroeg om een bijdrage voor het
watergemaal.
De VOORZITTER: Ja, dat is van 't voor
jaar al behandeld.
Dan sluiting.
VERSLAG van 't verhandelde in de
openb. vergadering van den Raad der
gemeente HERRINGEN, op Woensdag
23 December 1931, des voorin. 10 uur.
Tegenwoordig alle leden.
De Voorzitter, burgemeester Visscher, opent
de vergadering met gebed.
Daarna wordt eerst punt 3 behandeld: ber
eediging van het raadslid J. Kalle. Deze legt in
handen van den Voorzitter de bij de wet ver-
eischte eeden af.
De VOORZITTER feliciteert den heer Kalle
met deze beëediging en hoopt, dat hij, evenals
de andere leden, met elkaar steeds in aangename
harmonie de belangen van de gemeente zal mo
gen behartigen.
De heer KALLE dankt den Voorzitter voor
de gesproken woorden, maar drukt nochtans zijn
spijt er over uit, dat hij niet tegelijk met de
andere leden had kunnen zi'tting nemen. Meer
wenscht spr. hiervan niet te zeggen.
De notulen worden gelezen en zonder op- of
aanmerking goedgekeurd.
Ingekomen stukken.
Schrijven van verschillende gemeentebesturen,
waarin mededeeling wordt gedaan welke leden
benoemd zijn in de stichting Drinkwaterleiding
voor Goeree en Overflakkee.
Procesverbaal kas gemeente-ontvanger. In kas
was 726.70M.
Idem van het Algemeen Armbestuur. Saldo
504.6014.
Beide werden met de noodige bescheiden in
orde bevonden.
Schrijven van de vereen, voor schoolonder
wijs op Geref. grondslag, waarin wordt verzocht
gelden beschikbaar te stellen voor aankoop
nieuwe kachel voor het 4e lokaal.
B. en W. stellen voor het gevraagde te ver-
leenen.
De heer VAN KEMPEN. Ik meen, dat de
kachel reeds geplaatst is.
De heer VAN BCK: Ja, toen het verzoek
inkwam, ben ik me direct op de hoogte gaan
stellen en heb last gegeven een nieuwe kachel
te plaatsen, in afwachting van de nadere be
slissing van den Raad.
Besloten wordt mét algemeene stemmen de
daarvoor benoodigde gelden te voteeren.
Van dezelfde vereeniging een schrijven, dat
het toegewezen 4e lokaal indertijd in gebruik
werd genomen.
De VOORZITTER: Wat de strekking van
dit schrijven eigenlijk beteekent is me niet r.echt
duidelijk.
Begrooting keuringsdienst van waren; deze
gemeente heeft bij 'te dragen 120.15.
Begrooting Vleeschkeuringsbedrijf. Wordt
goedgevonden.
Balans, winst- en verliesrekening van de
N.V. E.IM.G.O.
De heer KALLE vraagt of deze niet ter visie
van de leden wordt gelegd.
De heer VAN ECK: Ik vind, dat de rekening
niet voldoende gespecificeerd is.
De VOORZITTER: Er is toch een toe
lichting bij.
Benoeming bestuurslid Drinkwaterleiding, aftr.
de heer Van Eek. Bij stemming verkregen van
Eek 4 en van Kempen 3 stemmen. De heer
Van Eek neem't de 'benoeming aan.
Motie van den gemeenteraad van Sommelsdijk
betreffende stopzetten der uitvoering van wer
ken voor de drinkwatervoorziening.
B. en W. stellen voor deze motie voor ken
nisgeving aan te nemen.
De heer DE GEUS: Zijn er al gelden be
schikbaar gesteld Het is toch goed mogelijk
om een beteren 'tijd af te wachten. Spr. vindt
de imdtie Sommelsdijk nog niet zoo kwaad.
De VOORZITTER: Er was reeds een be-
qin gemaakt en stopzetten gaat dan niet meer.
Verschillende transacties waren gesloten, enz.
Ook zijn o.a. de duinen al aangekocht en deze
moeten zeer binnenkort betaald worden.
De heer DE GEUS zou toch liever de uit
voering stopzetten tot betere tijden zijn aan-
oebroken. Ook is spr. tegen de verplichte aan-
sluiting. 'Het legt zware lasten op de bevolking,
speciaal op de werkende klasse. Hij weet niet
waar de menschen Zaterdags het geld allemaal
vandaan moeten halen.
De VOORZITTER: Ik merk wat U wilt:
den malaisetijd gebruiken om van de waterlei
ding af te komen.
De heer VAN ECK: De waterleiding is voor
den werkman een groot belang.
De heer KALLE: Ik ga volkomen accoord
met het gesprokene van De Geus. Maar zijn
er al gelden door de provincie beschikbaar ge
steld
De VOORZITTER: Zeer binnenkort zal de
provincie gelden beschikbaar kunnen stellen.
Men moet tevens niet uit het oog verliezen, dat
men beter in een tijd van depressie zulke wer
ken kan uitvoeren, dan in een tijd van hoog
conjunctuur. Het verschil met den prijs van de
buizen is 'belangrijk. Het scheelt veel en dat
komt den verbruiker ten goede. Tevens geeft
het weer wat werkverruiming.
De heer KALLE: De werkverschaffing daar
zie ik weinig van terecht komen. Dat is mis
schien maar een paar weken.
De VOORZITTER: Me dunkt, enkele hon
derden kilometers buis is zoo maar niet in een
paar weken gelegd.
De heer VAN EGK: Er wordt gerekend op
13 weken graven.
Vergunning voor het leggen enz. der buizen
wordt gevraagd door voornoemde stichting.
Hiertegen bestaat geen bezwaar.
De heer KALLE wenscht iets te vragen aan
den vertegenwoordiger der stichting, den heer
van Eek, betreffende het aandeel in de te leveren
manschappen bij de uitvoering van 't werk.
De heer VAN ECK: Ieder krijgt zijn aandeel.
Subsidieverlening van cent per inwoner
voor een schoolartsendienst.
B. en W. stellen voor afwijzend te beschik
ken. Hiertoe wordt besloten.
Kosten bedrag leerlingen O. L. school over
1929. De kosten hebben over dat jaar per leer
ling 'bedragen 7.90. De bijzondere school heeft
mitsdien nog een klein tegoed, plus een bedrag
van 150 voor handwerken.
Voorstel B. en W. tot verhuring van een
strookje grond, gelegen aan den Molendijk, aan
J. W. Bruggeman te Rotterdam Wordt goed
gevonden
Voorstel B. en W. verhuring land Algemeen
Armbestuur voor een tijdvak van 7 jaren aan
J. van Eek voor 65 per gemet of totaal 397
perjaar. Hiertoe wordt besloten.
Vaststelling wijziging bouwverordening. Art.
64 komt te vervallen, waarvoor een nieuw art.
64 in de plaats komt.
Vaststelling verordening heffing ziektegelden.
De heer KALLE: Was daar voorheen nog
geen regeling voor getroffen
De VOORZITTER: Een en ander is gevolg
van de ziektewet.
De heer VAN EOK vindt de kosten van
vervoer 0.35 per K.M. wat hoog.
De VOORZITTER: Stelt, dat een patiënt
vervoerd moet worden per auto, dan is 0.35
per K.M. heusch niet hoog. Integendeel is het
een laag tarief.
Wordt goedgevonden.
Vaststelling verordening Winkelsluitingswet.
De heer KALLE: Van onze zijde was een
voorstel ingediend. Ik meen op te merken, dat
het niet veel verschilt met het voorstel B. en W.
Behalve wat betreft den melkverkoop op Zon
dag. Dat is voor de zomermaanden alleen in
speciale gevallen toegestaan van 810 uur,
in de wintermaanden van 7^9 uur.
De heer DE GEUS: Welke tijd is dat
De VOORZITTER: Er wordt alleen wette
lijke tijd gerekend. Vandaar in den winter van
79 uur en in den zomer met den zomertijd
van 810 uur.
De heeren DE GEUS en KALLE hopen, dat
alleen in zeer speciale gevallen ontheffing wordt
verleend.
De winkeliers zullen 's Zaterdags 1 uur later
sluiten dan in de week. Dat is ook overeen
komstig de wet.
Voorstel-De Geus om een post op de be
grooting te brengen voor werkverschaffing.
B. en W. vragen den Raad een blanco crediet
voor werkverschaffing. Er zal begonnen worden
met het uitdiepen van de Spui.
De heer DE GEUS: Ik had in de vorige
vergadering gevraagd uitstel van behandeling
der begrooting. Ik had gaarne een post er op
gehad voor werkverschaffing.
De VOORZITTER: We kunnen toch eerst
den post onvoorziene aanspreken, en is deze
niet voldoende, dan kunnen we toch altijd de
begrooting nog wijzigen.
De heer KALLE: Ik vind productieve werk
verschaffing beter dan steunregeling.
De heer VAN ECK: Nog beter ware het
als er een organisatie was.
De heer KAALE: Zou het geen aanbeveling
verdienen een comité in het leven te roepen,
door b.v. een paar leden uit den 'Raad en een
paar daar buiten in dat comité te benoemen. De
beide wethouders komen op jaren, en het zou
een heele last van hunne ruggen afwentelen.
De VOORZITTER: In verschillende gemeen
ten heb je dergelijke commissies wel. Spr. ziet
echter voor Herkingen het nut van een derge
lijke commissie niet in. Herkingen zit wat dat
betreft nog al gemakkelijk met zijn werkloozen
tegenover grootere plaatsen. Spr. vraagt of het
nu wel noodig is nog zooveel drukte te maken
voor zoo'n commissie. De wethouders zijn beiden
echte Herkenaars, zij weten toch wel wat er
gedaan moet worden. Ze zijn als 't ware met
ieder persoonlijk bekend, wat op groote plaatsen
niet het geval is.
De heer VAN EGK: Ik hoop, dat de men
schen het hut van een organisatie nog eens
beseffen. Er wordt nu werk van gemaakt om
diegenen, die werkelijk behoefte'hebben, aan
werk te helpen. Maar er moet werk te vinden
zijn. Vorig jaar heb ik alles opgezocht. Nu
hebben we dan nog het Spui.
De VOORZITTER: Ja, je kunt toch moeilijk
het water uit de haven, met emmers in het Spui
laten dragen.
De heer DE GEUS is er ook voer een co
mité te benoemen en daar dan b.v. een paar
voormannen in benoemen.
De VOORZITTER: Als de wethouders be
hoefte aan hulp hebben, zullen ze toch wel zoo
verstandig wezen om die hulp te vragen. Zoo
lang zij geen behoefte aan bijstand hebben, acht
spr. höt onnoodig.
De heer VAN EOK: Wat het ongelukkigste
is, is dat er om werk komen, die het nu niet
bepaald noodig hebben. Ik weet wel, alle men
schen hebben graag werk, van den wind kun
je eenmaal niet leven, maar er is toch ver
schil. Als je b.v. groote gezinnen hebt, daar
kunnen ze niet buiten een dag verdiensten. Ech
ter maken de eersten het vagk voor de laatsten
slecht.
De heer VAN DER VELDE: Ja, maar ieder
een kan het gebruiken.
De heer VAN ECK: Zeker wel, maar er is
toch verschil.
De VOORZITTER: We zullen dan tevens
de noodige stappen doen in Den Haag om een
gedeelte van 't Rijk vergoed te krijgen.
B. en W. worden met algemeene stemmen
gemachtigd de noodige voorbereiding te treffen.
Vaststelling ambtenarenreglement.
De VOORZITTER zou het zoo maar willen
vaststellen.
De heer KALLE wil het aanhouden tot een
volgende vergadering en eerst bij de leden laten
circuleeren.
De VOORZITTER: Laten we het nu zoo
aannemen, het ds toch al zoo laat in 't jaar;
later kan als het noodig is altijd nog een wij
ziging plaats hebben.
Hiertoe wordt besloten.
Dan sluiting.
VERSLAG vaa de vergadering van den
Raad der gemeente OUDDORP op
Vrijdag 18 December, n,m, 2.30 uur.
Aanwezig alle leden, met een opkomst van
een groot publiek.
De VOORZITTER opende de vergadering
met gebed, en wilde al direct deze weer doen
sluiten, om dan in besloten zitting zich vrijer te
kunnen uitdrukken. Doch voordat hiertoe werd
besloten, werden de notulen van de vorige ver
gadering gelezen.
De heeren Joh. HAMEETEMAN en ABR.
PADMOS hadden elk eene opmerking.
Na opheldering konden de notulen echter on
veranderd worden goedgekeurd.
Behandeling ingekomen stukken
le. Af- en overschrijving van een paar posten
op de gemeentebegrooting, dienst 1931.
Besloten voor kennisgeving aan te nemen.
Een verzoek van de bewoners van den Dirk-
doensweg om betere verlichting.
De VOORZITTER stelde voor dit ver
zoek te renvoyeeren naar B. en W. voor onder
zoek en afdoening. Alzoo besloten.
Van Ged. Staten de gemeenterekening over
het dienstjaar 1929 en 1930 met de goedkeuring
daarvoor.
Daarna kwam aan de orde punt 2 van de
agenda, de benoeming van een hoofd aan de
openbare lagere school I.
De VOORZITTER deelde mede, dat een
voordracht is opgemaakt, doch dat no. 1 daar
van intusschen bedankt heeft, ten spijt van
B. en W. Alvorens echter verder dit punt te
bespreken, sloot de Voorzitter de deuren.
Na heropening deelde de VOORZITTER
mede, dat het gewenscht was een nieuwe op
roeping van sollicitanten te doen plaats hebben,
waartoe werd besloten. Na 1 Jan. zal een tijd.
hoofd door B. en W. worden benoemd.
W erkver schaffing.
De VOORZITTER: In de vorige vergadering
konden B .en W. nog geen mededeeling doen
inzake de plannen voor werkverruiming ten bate
van de vele werkloozen. Intusschen hebben
B. en W. zich in verbinding gesteld met de
eigenaren van de Middelduinen ten einde daar
van een stuk te koopen. Inderdaad ds het ge
lukt de mogelijkheid te scheppen, dat de eige
naren daarvan een stuk z.g. horrel'hoogten wil
len verkoopen. Zij hebben een stuk groot
16.63.90 H.A. of ruim 36 gemeten aangeboden.
B. en W. hebben daarop behoudens goedkeuring
van den Raad een bod gedaan. B. en W. stellen
voor dit stuk te koopen en dat te laten ont
ginnen, of mijnen, zooals ze dat hier noemen.
Wij hebben ons tevens in verbinding gesteld
met den Minister ten einde subsidie voor deze
werkverschaffing te krijgen. Inderdaad is dat
ons gelukt. We zullen voor dit werk een sub
sidie genieten van 25 pet. Aan dit werk zullen
ongeveer 80 menschen werk kunnen vinden, die
voorkomen op de lijst van werkloozen. Wij
stellen voor die arbeiders 20 cent per uur te
geven en gedurende 7 uren' per dag te laten
werken, en de halve premie voor ziekteverze
kering te verhalen op het loon. De dekking van
deze uitgaaf zal gevonden moeten worden in
het aangaan van een geldleening.
De heer.T. TANIS: Het laten werken van
7 uür, zou dat niet nadeelig gaan werken voof
de particuliere werkgevers. Wanneer zij nu
ongeveer hetzelfde kunnen verdienen vanwege
de steunverleening in 7 uur als bij een boer in
een paar uur meer, dan vrees ik, dat ze den boer
zullen gaan verlaten en werk zullen trachten te
krijgen) bij de werkverschaffing.
De heer HAMEETEMAN: Maar ze moeten
toCh eerst stempelen, willen ze bij de werkver
schaffing in aanmerking komen
De VOORZITTER: Ja natuurlijk, ze moeten
eerst stempelen en op de lijst voorkomen. Daar
om is het van groot belang, dat ze zich komen
melden, hetgeen wij nog deze week hebben ge
publiceerd. De correspondent van de arbeids
bemiddeling infprmeert bovendien nog wanneer
iemand voor het eerst komt aanmelden waar hij
het laatste gewerkt heeft 'en dan kan onderzocht
worden of die persoon dan werkelijk bij zijn
betrokken patroon klaar gekomen is. Is die
man uit eigen beweging weggegaan, met b.v.
het voornemen bij de werkverschaffing onder
gebracht te worden, dan kan zoo iemand niet
od de lijst geplaatst worden, waarmede dus die
kans voorkomen wordt.
De heer A. PADMOS: De werklooze hunkert
naar werk, steun trekken doet de arbeider niet
graag, doch alleen wanneer er anders geen
mogelijkheid is, wordt 'het natuurlijk gaarne ge
accepteerd. Denken 'B, en W. echter de ge-
organiseerden voor te trekken of gelijk op te
behandelen met hen, die niet aan een organisatie
verbonden zijn
De VOORZITTER: Het is niet gemakkelijk
daarop direct een positief antwoord te geven.
Dat moet eerst nader worden bezien. Het ware
echter wel te wenschen, dat allen een organisatie
achter zich hadden. Ik kan echter wel mede-
deelen, dat wanneer vanmiddag 'het bod, dat
B. en W. voor dat Stuk land gedaan hebben,
■wordt goedgekeurd en door de eigenaren wordt
geaccepteerd, het de bedoeling is om 4 Jan. met
de werkverschaffing te beginnen. Dan zullen
we zien Wie werkloos is en zich heeft laten
inschrijven bij den correspondent van de ar
beidsbemiddeling. Wij kunnen alleen rekening
houden met gemelde werkloozen. Zij, die niet
komen melden, weten wij niet en kunnen wij
derhalve niet in aanmerking laten komen. Daar
wij nu natuurlijk niet weten de verhouding onder
de werkloozen, die wel en die niet georganiseerd
zijn, kunnen wij nu nog niet zeggen of ze gelijk
op te werk gesteld zullen kunnen worden.
Daarna werd besloten de eigenaren van dat
stuk Middelduinen het bod officieel te doen en
te trachten alzoo een flinke werkverruiming te
verkrijgen.
Rondvraag.
De heer HAMEETEMAN: De werkloozen,
die komen stempelen en straks van hun Bond
steun kunnen krijgen, daaraan betaalt de ge-,
meente toch ook haar deel
De VOORZITTER: Ja de Bonden keerèn
uit. Wanneer de Bond 10 uitkeert overeen
komstig haar reglement, dan legt het Rijk er
ook 10 bij en in die 10 van het Rijk 'betalen
de gemeenten hun deel.
De heer HAMEETEMAN: Er zijn er wel,
die daarvoor niet in aanmerking komen, omdat
ze het grootste deel van het jaar bij zichzelf
werken. Hoe gaat het daarmede dan
De VOORZITTER: Die hebben ook geen
recht op uitkeering, omdat zij hun premie dan
niet betaald zullen hebben ook. Om de 4 weken
komen echter de uitkeeringsstaten ter controle
naar het gemeentebestuur, dus de eventueele
fraudes komen eerst na vier weken uit. U be-
grpt echter de werkwijze van die steunregeling
niet best.
De heer A. PADMOS vraagt aan den Voorz.
of hij aan zijn mede-Raadslid Hameeteman daar
over nog eenige opheldering mag geven, en
begint met te zeggen, dat er wel een klein mis
verstand is omtrent de opvatting van de woor
den „steunverleening en „werkloosheidsverzeke
ring". Uwe opmerking betreft werkloosheids
verzekering, zegt spr. Deze werkloosheidsver
zekering geldt voor al de leden van den hier
bestaanden Arbeidersbond.
Als voorzitter van dien Bond, mag ik wel zoo
vrij zijn om daarover iets te zeggen, zegt spr.
Én dan kunrien wij al aanstonds beginnen om
te zeggen, dat de uitvoering van die verzeke
ring in hoofdzaak 'bij ons als bestuur berust, om
dat het onze verzekering is, waarvoor w ij
zelf hebben ingelegd. Nu kan daaraan direct
worden toegevoegd, dat het Rijk en bijgevolg
de gemeenten die verzekeringskassen steunen
met subsidie, en zij als zoodanig daarover toe
zicht verkrijgt, n.l. bij de uitvoering van even
tueele betalingen. Zij heeft dus als het ware
een controle daarop, doch dat neemt niet weg,
dat door ons het initiatief is genomen en door
o n s en van o n s de reglementen zijn, waaraan
w ij verplicht zijn ons te houden. De gemeente
kan bij wijze van voogdij haar toezicht late' Ot
gelden, wat wij ten volle erkennen, en daar
mede ook graag ter wille zijn. Wij hebben dan
ook! te gelegener tijd, ook natdrukkelijk ver
klaard, dat wij georganiseerd overleg op hoo-
gen prijs weten te stellen. Doch nimmer mag
uit het oog verloren worden, dat de rechten, die
uit en van onze organisatie voortspruiten, onze
rechten zijn, en dat de uitlegging en de bedoeling
van onze reglementen en voorschriften aan ons
zijn. Wij geven dan ook hierbij uitdrukkelijk de
.[verzekering,.dat-wij als bestuur zeer nauwlettend
zullen toezien op onze leden, die trachten om
door verkeerde praktijken onze was te he-
nadeelen.
De VOORZITTER meent, dat hetgeen de
heer A. Padmos aangevoerd heeft, maar 'betrek
kelijk waar is en dat hij het wel wat te een
zijdig heëft voorgesteld.
De heer PADMOS: Dat is wel mogelijk,
doch laten wij dan in dit geval, dat aanleiding
gaf door een ...eenzijdige belichting van andere
zijde, de waarheid dan gevoegelijk in het midden
te laten.
De heer W. MASTENBROEK is het in het
geheel niet eens met 'het naar voren gebrachte
van den heer Padmos. Hij zegt zoo met nadruk,
dat het onze verzekering is en onze reglemente
en miskent zoo de macht, die boven ons gestelu
is. Het past niet als Christen om zoo minach
tend over het gemeentebestuur te spreken en om
eene vereeniging, welks doel is om verwarring
te stichten, te verdedigen. Hij weet bij onder
vinding wat zulke vereenigingen doen bij een
werkstaking, die hij eens heeft medegemaakt in
Oude Tonge; en 'hoopt, dat de heer Padmos
zijn woorden zal terug trekken.
De heer PADMOS, het woord vragend, be
gint al aanstonds met te zeggen, dat het niet in
zijn plan ligt om de woorden, die hij gesproken
heeft tot opheldering aan den heer Hameete
man, terug te nemen; integendeel grijp ik, zegt
spr., deze gelegenheid aan om het eens helder
en duidelijk te kunnen zeggen. Ik neem hier
allereerst als Christen in acht, dat ik mij zal
DOOR
H. KINGMANS.
42)
Terwijl hij de laatste woorden uitte, had zij
het 'hoofd in beide handen verborgen en steunde
de ellebogen op de tafel. Met kracht drong zij
opkomende tranen terug. Haar houding deed
hem de vraag stellen, of hij verder spreken zou.
Annie glimlachte flauw.
„Spreek door, Albert. O, hoe wilde ik, dat
het anders was 'Maar het kan niet, het mag
niet."
„Ik weet het en zal het kort maken. Maar ik
kan je niet laten gaan, zonder dat je precies
mijn gevoelens weet. Ik had mij dus den gang
van zaken zóó voorgesteld. Maar toen kwam
daar die plotselinge mededeeling, dat je ver
trekken gaat. Ga je weg om mij
Weer ontwoordde Annie niet.
„Je behoeft het mij niet te vertellen. Je bent
volkomen vrij in je doen en laten. Maar wil je
niet openhartig zijn, nu ik het toch ook ben
Mag ik je een paar vragen stellen en 'beloof je
mij dan, dat je die oprecht zult beantwoorden
„Hoe kan ik van te voren weten, of ik de
vragen beantwoorden kan vroeg Annie.
„Ik stel toch geen onmogelijke vragen Om
mijn houding te bepalen, moet ik weten, waarom
je zoo plotseling vertrekt. Als wij elkaar nooit
ontmoet hadden, was je dan vertrokken
Annie had in eenen een beslissing genomen en
besloten, hem volledig op de hoogte te brengen.
Zij zag de bezwaren daarvan in, maar het was
haar niet mogelijk, hem, dien zij liefhad, met
een kluitje in het riet te sturen en onvolledige
antwoorden te geven of uitvluchten te verzinnen.
„Allicht zou ik dan niet gegaan zijn. Er is
verleden jaar inderdaad wel eens over ge
sproken, maar nooit in ernst."
„Dus mijn bang vermoeden is juist, je gaat om
mij weg
„Dat is de beste oplossing, Albert. Het kost
me moeite, maar ik zie geen anderen weg."
„Maar dat mag niet", riep hij uit. „Ik wil niet,
dat je voor mij vluchtNatuurlijk, we kunnen
elkaar niet meer ontmoeten, al kost mij dat
ontzaggelijk veel. Ik zal probeeren mijn smart,
als een man behoort, te dragen. Je moogt voor
mij niet gaan. Neem je sollicitatie terug, neen,
ik bedoel: trek je toezegging in en 'blijf. Ik zal
met je vader spreken, hem volledig uitleg geven
en meedeelen, dat ik hier niet meer komen kan.
Beloof mij, dat je niet zult vertrekken. Ik kan
de gedachte niet verdragen, dat jij voor mij uit
het ouderlijk huis moet. Het resultaat 'blijft ge
lijk, of je gaat of blijft, ik kan hier niet als
huisvriend vertoeven meer. De idee, dat jij er
niet bent, omdat ik kom, is eenvoudig onver-
dragelijk. Ik heb het de afgeloopen week niet
gemakkelijk gehad. Het schijnt, dat ik voor het
noodlot geboren ben en alles mij moet tegen-
loopen
„Spreek niet zoo, Albert", smeekte Annie.
„Zoo is het niet."
Zij had aandachtig naar zijn uiteenzettingen
geluisterd en was meer en meer versterkt in
haar overtuiging, dat hij een man van karakter
was. Wat hij zich voorstelde, te doen, vloeide
voort uit de omstandigheden. Ook stelde hij het
op prijs, dat hij zakelijk sprak en geen enkele
poging tot toenadering deed. Hij zat aan de
andere zijde van de tafel en sprak, hoewel zij
wist, dat zijn liefde in hem brandde, evenals
dat bij haar het geval was, op een toon, als
gold het een zakengesprek.
Maar zijn voornemen: niet meer komen, ook
al was zij vertrokken, mocht hij niet uitvoeren.
Nu te meer besloot zij, hem alles mede te deelen.
„Neen ,ik weet wel, dat jij er niet zoo over
denkt. En niemand hier in huis. Ik zelf heb
oogenblikken, dat mijn gedachten In een andere
richting gaan. Er moet een Goddelijke macht
zijn, die het leven der menschen, dus ook het
mijne, leidt. Maar ik zie die macht niet, en
„Je kunt God leeren kennen, Albert. En daar.
om vertrek ik. Ik vlucht niet voor je. Ik ga uit
eigen vrijen wil. Voor jouw bestwil."
Smartelijke verbazing viel op zijn gelaat te
lezen.
„Voor mijn bestwil
„Ik ga voor jou. Ik zal je dat verklaren. Je
behoeft niet met vader te spreken, als je niet
wilt. Allen zijn op de hoogte, behalve natuurlijk
Marianne. Vader en moeder hebben mij voor
gesteld, te vertrekken, hoewel zij mij volkomen
vrij hebben gelaten. Ik heb, hun motieven ver
nemende, in volle vrijheid mijn besluit genomen."
„Maar waarom
Hij begreep het op dat moment inderdaad
niet.
„Begrijp je.dat niet, jongen?" vroeg zij har
telijk. „Als ik hier blijf, kun je hier met meer
komen. Maar nu ga ik weg en blijft de toestand,
zooals die nu is."
„Maar ik kom hier niet weer. Ik kan de ge
dachte niet verdragen, dat jij om mij vertrokken
bent."
Zij deed, spontaan iets, wat zij, beredenee-
rend, allicht niet gedaan zou hebben. Zij stond
op, legde de hand op zijn arm en zag hem
smeekend aan.
„Wil je mij een genoegen doen, Albert
„Een overbodige vraag", merkte hij, smarte
lijk glimlachend op. Hij hield haar 'hand in de
zijne en zij liet het toe.
„Geef dan geen gevolg aan je voornemen en
blijf hier komen. Beloof me dat."
„Het is toch niet mogelijk, zelfs al wilde ik
dat. Je vader en moeder zouden mij beschou
wen
„Stil. Beschuldig niet ongemotiveerd. Zij heb
ben voorgesteld, dat ik gaan zou, om jou de
gelegenheid te geven, hier te kunnen blijven
komen."
„Maar dat is een offer, dat ik niet aanvaarden
mag. Dat ben ik niet waard", riep hij uit, toen
de beteekenis eindelijk tot hem doordrong.
„Van een offer is geen sprake. Vader en moe
der meenen, en ik 'ben het er mede eens, dat zij
jou niet de deur mogen wijzen. Je bent bij ons
op een 'bizondere wijze gekomen. Bij ons allen
is de hoop levendig, dat je op weg bent, den
God des levens te vinden en Jezus Christus,
Zijn Zoon, gestorven voor onze zonden. Als je
door ons wordt losgelaten, loop je de kans,
geheel terug te zinken in je vroeger ongeloof.
Dat willen vader en moeder, als het God be
lieft, voorkomen. En daarom hebben zij deze
oplossing aan de hand gedaan."
„Het is te veel", steunde 'hij. „Neen, dat kan,
dat mag niet. Ik mag je niet wegjagen."
„Je jaagt mij niet weg, mijn jongen. Geloof
dat toch. Ik ga geheel vrijwillig."
Als met stomheid geslagen, zag hij haar aan.
Zij was weer naar haar plaats teruggekeerd. Het
woelde en gistte in hem. Hij zag in volle klaar
heid de bedoeling van de familie, in wier schoot
hij zoo liefdevol was opgenomen.
„Hoe kan ik hier komen, als
„Je komt, zooals altijd. Er is geen wanver
houding, geen wrok, geen nijd, niets. Je zult het
zelf bespeuren, hoeg ewoon alles is."
„Behalve, dat jij er niet bent", wierp hij haar
tegen.
Annie glimlachte smartelijk, maar regaeerde
niet op zijn opmerking, zoodat er geruimen tijd
stilte ontstond.
„Kun je mij niet beloven, dat je zult blijven
komen Wil je mij dat genoegen niet doen 7"
vroeg zij dan, de stilte verbrekend.
„Er is geen sprake van al of niet genoegen
doen. Alles in mij komt er tegenop, om
„Heb je nu van die ééne maal nog niet vol
doende geleerd, Albert
Niet vattend de beteekenis van haar vraag
zag hij haar aan.
„Herinner je je optreden, toen je pas in
Noordstad waart en niet Meyenbeek wilde hee-
ten Daar zat iets goeds in, Albert, maar voor
een deel sproot het voort uit trots, je weet het
nog wel. Uit misplaatste trots. Ga nu weer dien
kant niet op en geef niet toe aan je gevoel, dat
je hier feitelijk geduld wordt en dat het beter
is, om niet weer hier te komen."
„Ik heb je weggejaagd. En die gedachte vind
ik eenvoudig ondragelijk."
„Het is niet waar. Maar laten wij er niet
verder over spreken. Het vermoeit zoo. Wil je
er nog eens over nadenken dan Dat is toch
het minste, dat ik van je kan vragen. Spreek er
anders met vader of Arie nog eens over. Dan
zul je zien, dat je je deerlijk vergist."
Zij keek op de klok, welke 'beweging hem
niet ontging.
„Blijven wij niet lang meer alleen
„Ik verwacht elk oogenblik Arie thuis."
„Dan ga ik weg. Het liefst wil ik nu niemand
ontmoeten. Wanneer vertrek je naar Bosch
oord 7"
Hij vroeg het, of het voor hem de meest'ge
wone zaak ter wereld gold. Maar het deed hém
pijn.
„Eind volgende week. Ik denk 's Vrijdags,
's Zaterdags is zoo'n lastig komen bij vreemde
menschen."
„Kun je niet blijven?" smeekte hij.
„Neen, dat gaat niet. Allereerst heb ik mijn
woord gegeven, dat ik kom. En dan kun jij hier
niet meer komen. En dat willen wij allen, ik
zeg allen, juist zoo hee] graag."
„En als ik nu' niet weer kom, vertrek je 'dan
toch
„Ik ga in elk geval. En wees nu niet dwaas,
jongen. Kom hier geregeld."
„En later
Smeekend zag hij haar aan. Annie had het
moeilijkste oogenblik van den avond. Zij had
zich goed kunnen houden, zelfs zakelijk kunnen
redeneeren. Maar die vraag stelde haar mid
den in de moeilijkheid.
„Later vroeg zij vaag. „We kunnen dan
altijd nog zien."
(Wordt vervolgd).
J*V«