Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. de Beste! N 3810 IN HOC SIGNO VINCES DONDERDAG 24 DECEMBER 1931 46ste JAARGANG EERSTE BLAD. PRIJS 25 CENTS Universeel en Individueel. Op den Uitkijk. Overal verkrijgbaar KERSTOFFER Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.- bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. Alle stalrlcesi voor de Redactie bestemd* Adv er tentiëa en verdere Administratie franco toe te %end®n aan de Uitgevers „Om te verschijnen dengenen, die gezeten zijn in duisternis en schaduw des doods." Luc. 1 79. Van het werk van onzen grootsten Nederlandschen schilder heeft iemand eens gezegd: „Echt Rembrandtiek is, dat uit de zwarte nachtschaduw des levens het heimwee naar het licht en harmonie wordt geboren." Slechts het „clair-obscure", het licht- duister, van een Rembrandt kunstwerk, kan de Waarheid van Bethlehem's stal benaderen. Alle licht moet hier alleen vallen op het Kindeke in de kribbe. Iedere andere figuur moét hier in het 'schemerduister terug treden, zoowel een Jozef als een Maria, zoowel de herders als de Wijzen uit het Oosten. Het is het reformatorische werk van den grooten Hervormer van Genève geweest, dat het Kerstfeest weer het karakter herkreeg, welke het hebben moét. Hoeveel begrijpen wij in onze „ver lichte" twintigste eeuw, „verlicht" óók om onze uitgegroeide en verdiepte Ge reformeerde dogmatiek, nog van de centrale plaats, die het Vleeschgewor- den Woord innemen moet We moeten de lichteffecten van een Rembrandt hebben bij onze Kerstmedi tatie, één groote, machtige stralenbun del rechtstreeks van God uit den Hemel moet vallen alléén op dat Kindeke. Al het andere staat in den donkeren nevel, nauw te onderscheiden. Zóó moet het zijn. Maar daar zijn we nog niet mee klaar We willen aan dat Rembrandt-stuk in dien stal nog wel aan. Als wij het niet al te diep behoeven uit te pluizen, kan het ons nog wel ontroeren door zijn schoonheid en romantiek en religie. Maar de Hervormer van Genève, die de Paulinische lijn, over Augustinus heen getrokken en in den nacht der middeleeuwen doodgeloopen, met kras se halen weer doortrok, precies midden door alle dogmatiek en ethiek en religie, heeft ons ook geleerd, dat we met dat aesthetisch interieur, daar in dien stal niet klaar zijn, ook al vermag het onze ziel tot aanbidding te brengen. Dat stuk waarachtige Rembrandtiek moet naar buiten gebracht worden, midden in de wereld worden gezet, en óók daar moet het scherp, hemelsch '^effect, als een verticalen stralen- undel s werelds duisteren nacht met nellen gloed doorboren en alle Licht deke" VaUen °P dat Weine Kin~ En zie, daar wil de wereld niet aan, aar wil ook menig mensch niet aan, ie toch gaarne „Christen" heeten wil. Want, moet dan alles op deze we reld overigens in het donker, in de nevelen van een nacht Die tempel op den berg in Jeruzalem? Heel die Priesterschaar, en dat Jood- sche leven, en ook het machtige Ro- meinsche leven met zijn wereldpracht, culmineerend in dien goddelijken kei zer, óók dat grootsche, schoone cultuur leven van Grieksche kunt en weten schap Alles in het donker Voor dat kleine Kindeke Wie als Calvinist Kerstfeest wil vie ren, zal geen oogenblik de universeele beteekenis van de Vleeschwording des Woords uit het oog mogen verliezen. Het gaat hier in eerste instantie niet om het behoud van een menschenziel, maar om het behoud van de schepping. Daarom is hier krijg rondom die wieg. Men make van het Kerstfeest toch onder geen voorwaarde een „vredes- idylle". Dat „vrede op aarde" klinkt zoo aardig. Maar losgescheurd uit den Engelenzang is het een vloek, wijl anti- goddelijk. Het zag er in de luchten rondom die kribbe heusch niet vreedzaam uit. Daar was krijg, een strijd op leven en dood tusschen titanische legermachten. Openbaringen 12 beschrijft ons er iets van: De groote roode draak stond ge reed om het Kindeke te verslinden, zoo gauw de vrouw het maar gebaard zou hebben. En in Handelingen 4 lezen we het „eendrachtelijk gebed" van de Kerke Christi, die uitroept: „Want in waar heid zijn vergaderd tegen uw heilig Kind Jezus, welken Gij gezalfd hebt, beide Herodes en Pontius Pilatus, met de heidenen en de volken Israels." En straks zullen de vrouwen van Bethlehem weigeren getroost te wor den, omdat haar kinderen zijn ver moord, en vluchten Jozef en Maria met het Kind Jezus naar Egypte. Het ziet er volstrekt niet vreedzaam uit rondom die kribbe. Het heeft meer weg van bloed, vuur en rookdamp. Het is een volledig slachtveld overal rondom. Want al de geestelijke boosheden in de lucht heb ben zicht opgemaakt om dat Kind te vernietigen. Het is dus wel terdege een diep stuk Rembrandtiek. Alles donker rondom. En Christus moet in deze duistere wereld de centrale plaats hebben. We reldmacht der Romeinen en cultuurrijp heid der Grieken en Religiezin der Joden treden hier in het diepe duister en ze zijn als een donkere macht hand in hand vereend, tegen dat heilige Kind Jezus, dat door God gezalfd was. Alles schikte zich om Jezus. Het moest tot die rijpheid en volheid des tijds komen eer de Heiland, de Za ligmaker der wereld verschijnen kon. Het ging alles om Hem. Legermacht en vorstengrootheid, wetenschap en kunst, godsdienst en religie, alle deze dingen moesten zoo geschieden, zooals zij zich bij Jezus' geboorte in de wereld hebben geopenbaard. Alle licht moest alléén op het Kindeke in de kribbe vallen, al les wat verder op deze aarde bestond schikt zich in neveldonker daaromheen. Wie zóó Kerstfeest viert benadert de Calvinistische gedachte. Mits hij deze gedachte ook conse- qquent doortrekt door alle eeuwen en alle tijden heen. Christus de centrale plaats in al het wereldgebeuren. En we moeten weer tot een nieuwe rijpheid en volheid des tijds komen. Door Christus' geboorte kreeg de afge leefde en afgesloofde wereld nieuwe le venskansen. Maar na twintig eeuwen zinkt ze weer in omdat zij Hem den rug toekeerde, weigerde Hem de cen trale plaats te laten. En al wat we in onze dagen door leven, wereldoorlog en crisiswee, dege neratie en demoralisatie, het wijst er alles op, dat al hoewel de waanwijze mensch weigert Christus de centrale plaats in het wereldgebeuren te laten, Hij tóch die centrale plaats behouden heeft en dat al wie weigert het aange zicht naar die ééne groote Lichtbron dezer wereld te wenden, met het aange zicht in een stikdonkeren nacht heen staart. Maar als de waarachtige Christen de geboorte van den Heiland in de allereerste plaats universeel ziet, ziet als herschepper der gansche aarde en haar volheid en daardoor een rustpunt heeft gekregen voor zijn denken, dan keert hij tot zich zelf en aanbidt dat Kindeke en prevelt„ook voor mij Want wij allen zijn werelden afzon derlijk. Gevallen werelden, waarin het één groote chaos werd, één groote vloek van ongerechtigheid. Ook in ons persoonlijk moet het her scheppend genadewonder plaats grij pen, zullen we niet omdolen in den don keren nacht tot in alle eeuwigheid. Genade is daarom uitgestort op een ieder, die geleerd heeft universeel en individueel de geweldige beteekenis van het Kerstfeest niet te begrijpen maar te gelooven. Zijn ziel is gered geweest Hij jubelt mee Daar is in 's werelds duistre wolken Een Licht der lichten opgegaan. Komt tot Zijn schijnsel alle volkren, En gij mijn ziele bid het aan D. P, D. FABIUS. f De necrologie, die telken male aan het eind des jaars in onze bladen een breede plaats inneemt, zal ditmaal ook den naam bevatter van Prof. Mr. D. P. D. Fabius. In Juli van dit jaar vierde hij zijn tachtigsten verjaardag, en merkte toen in een feestelijk samenzijn op, dat God Hem groote voorrechten had geschonken. Hij liet hem zijn vrouw en deed hem den leeftijd der zeer sterken be reiken en liet hem ook een goede gezondheid. Maar sindsdien ging het achteruit. De bladen meldden eerst, dat hij wegens ongesteldheid tot zijn groot leedwezen niet in staat was de heel vele bewijzen van belangstelling bij zijn tach tigsten verjaardag te beantwoorden. En sinds werden de berichten al ongunstiger en thans nam God hem op in Zijn eeuwige heerlijkheid, een volhardend strijder des geloofs. Toen hij op nog geen 30-jarigen leeftijd tot het professoraat aan de Vrije Universiteit ge roepen werd, sprak hij in zijn onaugureele rede over„Het goddelijk karakter van het r e >c h t". Dit was tevens zijn levensprogram. In dat teeken heeft heel zijn moeizaam strij den en worstelen gestaan. En hij wist van geen wankelen. Wie hem niet kennen noemen hem oud-libe raal (hij, de groote bestrijder van het libera lisme en conservatief. Maar waarheid is, dat hij, leerling van Groen, beter dan iemand anders de voosheid van menige z.g. „democratische" leuze heeft doorvoeld en menigmaal heeft de uitkomst hem in 't gelijk gesteld. Fabius was geen vijand van de zuivere de mocratie, hij zocht het waarachtig welzijn van het volk, al stond hij wat de practische vraag stukken betreft menigmaal op ander standpunt dan de A.-R. partijleiding. God nam hem van ons. Maar zijn werk bleef en zal mèt zijn na gedachtenis ons volk ten zegen zijn. Ik heb hier voor mij liggen het weekblad De Bezem. Misschien, dat niet al mijn lezers precies B I 't Kerstkindje ligt in de kribbe neer, en Moeder Maria lacht er zoo teer. De Wijzen brengen geschenken en goud, omdat men het Kind voor een Koning houdt. 't Kerstkindje ligt in de kribbe neer, en kerstboompjes branden met lichtjes teer. Men brengt er het Kindje geschitter en goud, omdat men het Wicht voor zoo liefjes houdt. Men offre dien Koning geen glinsterend glas, geen prullen van goud en geen kaarsjes van was Daar is maar één Offer, dat Jezus behaagt Uw zondaarshart is het waar Jezus om vraagt. JAN K. isaosasii weten wat dit blad beteekent. En vragen on willekeurig „de bezeim, wat doe je er mee", met het bekende refrein uit het oude liedje, dat we ons uit onze jeugd herinneren „je veegt er mee de vloer". Inderdaad, dit blad wil ook de vloer vegen, de vloer van ons landje, dat bemorst werd met socialistisch en communistisch vuil, naar het heet. Het is het orgaan van den Nederlandschen Fascisten Bond, en stelt zich ten doel het Fas cisme onder ons volk te propageeren. Men denke dus niet, dat het, omdat het vecht tegen het communisme, bevriend staat ten aan zien van rechtsche partijen in ons land. Met groote letters staat onder in een hoekje van het blad, dat voor mij ligt: „Rechts en Links be strijden elkander slechts in schijn. In waarheid bestrijden zij samen U". Uit zulke uitlatingen weet men dus zoo ongeveer hoe de Nederland- sche Fascisten over ons denken. Een goed Nederlander moet evenmin iets van de Fascisten hebben als van de communisten, want tenslotte ontnemen beiden ons de vrijheid als burgers, al moeten we toegeven, dat naar het schijnt op 't oogenblik beter wonen is in Italië dan in Rusland. Maar al zijn de Fascisten onze vrienden niet, in hun strijd tegen het revolutionair gedoe in Nederland verrichten zij wel iets goeds. Dat is onlangs gebleken, toen zij beslag wisten te leg gen op een communistisch archief en thans tot publiciteit van dat archief zullen overgaan. Er schijnen ook op het platteland onder de boerenbevolking zoo hier en daar nog al aan hangers van het Fascisme te wonen. En langs dien weg kregen we dezer dagen een exemplaar van De Bezem in handen En daarin trof ik verschillende cliché's van bewijzen van lidmaatschap der communistische partij. Deze cliché's, naar ik meen in'' totaal meer dan honderd, zullen straks in het boek, dat de Fascisten zullen uitgeven, verschijnen. Daar kan de Communistische partij heel wat plezier van beleven. Want er zullen er wel bij zijn, die vreemd zullen opzien als ze ontmaskerd worden. Zoo werd b.v. de Communistische cel „B- KERN No. 201" onthuld. Zij worden met van en naam, beroep enz. gepubliceerd. Er zijn er bij, die werkzaam zijn aan de Hembrug, 's Rijks Artillerie-inrichting, waar ze natuurlijk tot doel hebben de boel te vergiftigen en te ondermijnen. In een volgend nummer worden andere particu lieren ontmaskerd, zooals b.v. een broodbezor ger, een kellner in een deftig restaurant, een wagenbestuurder van de Amsterdamsche electri- sdhe tram, een telefoon-beambte, een kantoor klerk, een Amsterdamsche arts, een verpleegster, een onderwijzeres, een metaalslijper, een be lastingambtenaar en ten slotte eenhuis houdster. Ach, zal men zeggen, waarom ook geen huis houdsters, als er toch ook artsen en1 verpleeg sters en onderwijzeressen communist zijn Dat is wel zoo, maar ik vind wat vreemds aan dat formulier van lidmaatschap. Deze huis houdster heet Elisa Frattini, is dus een com muniste met een Fascistischen naam. Dat gaat echter ook nog. Maar, heet het verder op het aanmeldingsformulierwerkzaam bij A. B. Kleerekoper, geboren 1903, lid geworden van de Communistische partij op 7 Mei 1928. Is dat de bekende Oproerige Krabbelaar in Het Volk, die Kleerekoper? Ik weet het niet, maar de naam en voorletters kloppen precies Zou Kleerekoper weten, dat 'hij een adder aan zijn boezem vertroetelt Natuurlijk figuurlijk gesproken. Of hebben we hier met een listig gesmeed plan te doen van de Sovjets in Rusland en moet die huishoudster Kleerekoper's corre spondentie napluizen als hij afwezig is? In dat geval mag ook de S. D. A. P. haar financieele bijdrage wel geven aan de Bezem- menschen, want de dienst, die zij haar hiermee bewijst, is eigenlijk onbetaalbaar. Intussohen: we weten nog niet zeker of dat Sovjet-meisje met fascistischen naam bij den zelfden Kleerekoper is terecht gekomen, die door zijn Oproerige Krabbels landelijke vermaardheid verwierf. We zullen dus voorzichtig zijn in ons oordeel. Maar als het werkelijk zoo is, dan ja dan onderzoeke een degelijk S.D.A.P.'er zeer nauw zijn eigen huis en huisgenooten, want dan is het gevaar grooter dan men ooit ver moeden dorst Ten slotte moeten we nog opmerken, dat De Bezem nog maar een klein tipje van haar publicaties heeft gegeven. Het is nog maar een proefje. In het blad, dat hier voor mij ligt, wordt beloofd, dat er binnenkort een boek zal verschijnen, waarin al de gegevens, waarover deze partij, dank zij het communistisch archief, beschikt, zullen worden gepubliceerd. Wil toen het boek compleet hebben met de cliché's van de bewijzen van lidmaatschap er in, dus eigen handteekeningen enz., dan betaalt men onder rembours 25.„Onder rembours" natuurlijk, want D e Bezem weet, dat er bij de ver schijning van het werk direct heel wat commu nisten zullen probeeren looze bestellingen te doen. Bovendien moeten de bestellingen aan de post-box geadresseerd worden, want De Be zem vertrouwt de postbestellers ook niet. Wie het boek zonder de cliché's wil, komt er met 7.50 af. Voor welke verrassingen zullen we straks komen te staan Wie weet of de dokter, die ons recepten schrijft en de verpleegster, die ons het drankje geeft, niet geheim lid zijn van de Communistische partij En de man, die ons brood bakt, de knecht met wien we dagelijks moeten omgaan, zijn ze geen geheime agenten van de Sovjet-republièk Ja, die Bezem-actie is onbetaalbaar Intusschen, we steken er een beetje de gek mee, maar feitelijk is de zaak er te ernstig voor. Is het niet diep treurig, dat er menschen in ons land zijn, die niets liever willen dan ons land verkoopen aan de Russen en stelselmatig bezig zijn om het gezag te ondermijnen, in leger en vloot hun cellen bouwen, en dat menschen, die verantwoordelijkheid moeten bezitten, zooals onderwijzers, verpleegsters en zelfs artsen, ge heim lid van die bende zijn We weten nu, dat De Tribune jaarlijks met een slordige honderduizend gulden van uit Rusland gesteund wordt en hierdoor in staat gesteld wordt wekelijks het geestelijk vergif bij ons volk in te druppelen. Het frappeerde mij, dat bij schier al die for mulieren1 van lidmaatschap, die De Bezem publiceerde, te lezen stond, dat ze voor ze zich aanmelden bij die partij, twee, drie of vier jaar lezer van De Tribune waren. En godsdienst hebben die menschen niet. Natuurlijk is 'het getal percentsgewijze in ons landje nog niet groot. Maar hierbij moet worden opgemerkt, dat wie het zijn, het ook actief zijn. Wie lid van de Communistische partij is, men kan er vast van op aan, is er propagandist voor en met alle middelen van leugen en bedrog en laster gaan ze te werk om nieuwe leden1 te winnen. En vergeten we hierbij ook niet het feit, dat

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1