BH nummer Dcsiaai uil iimbb Biaflen 1932 FEUILLETON O SCHAAIOttJBRIEK. Nieuws. Zaterdag 19 December 1931» No. 3808 TWEEDE BLAD. Gemeenteraad» ™woo$TGNOWSES Zooals andere jaren zullen wij ook dit jaar in ons blad wederom NIEUW- JAARSWENSCHEN opnemen. De prijs van zulke wenschen is van 1—5 regels 50 cent, elke regel meer 10 cent. We raden hen, die op deze meer en meer gebruikelijke wijze hunne wen schen kenbaar willen maken, dit zoo spoedig mogelijk op te geven aan ons bureau of bij de agenten. DE ADMISTRATIE. Wegens de KERST DAGEN zal ons a.s. Woensdagnnmmer NIET Terschijnen en het nummer Tan Zaterdag op DONDER DAG 24 DEC. Agenten en Correspon denten gelieven hiermede rekening te houden. DAMMEN. HET ZOUTENDE ZOUT Aanvankelijk had e politie, voor de t zijn moeder en ildig te zijn. Zelfs andere personen, en toegegeven. uitstel van deze e inlichtingen, om- ad den ambtenaar die het Hof mede- :n voorwaardelijke n gaan in een an- or den procureur- voor te stellen ichte thans toonde voorwaardelijk op ïftijd en onder bij- C. A. Nijgh, ver- >nmidd'ellijk in vrij- niddellijk uitspraak jnform het requisi- van de voorloopige OP EEN OUDE ANDAM. ivond een overval Jleen wonende 68- t Ventje, wie onder :r een bedrag van doof is, drijft een beschuit, dat zij in 1. \Vanneer zij des s altijd laat in de entje leeg en bergt lat steeds geruimen t vermoedelijk hier- hebben dit tijdstip de achterzijde een zijn zoo binnenge- Zwart iets had be- orloopig onderzoek wilde gaan, werd laskerden vast ge- hulp te roepen en orhoofd eischte, dat waarzij haar geld iet geld in het bed :n gevonden, hebben ik met den buit uit v Zwart heeft toen huwd, die dadelijk nnis hebben gesteld, nog geen resultaat HOOFDSTAD. >je geschoten. heeft een 20-jarige in de Heter Aertsz- istraat op den hoek dein model revolver de Jan Lie venstraat e, waarna hij het oestand, waarin de eerde, richtte hij de het meisje niet ge- telf kwam er siech- or een kogel in den Per auto van den Wilhelmina gasthuis moet niet levens- politie is tot nu toe iet drama 'neerkomt e jongeman is n.l. meisje, welke ver- tgemaakt. Daar hij rgeten, had hij haar van haar woning oen vermoedelijk in d, naast elkander :mde plaats de jon- ng. i de buurt uiteraard MD VERBRAND. bekwam een 77- tten van de kachel is aan de gevolgen T; dg, ais jullie elkaar jeetje opschieten, is rstvacanue at. Dan >elen. U ja, dat is acantie allemaal uit, ja, maar dan daar- r klaar." leg, wait is dat naar, de tranen sprongen an zou het weer net i ze nog geen vrien- ïnen. tje verdrietig, liggen >eg het zoo verdrietig, ie Kerstvacantie uit- 1 alleen." aar voor haar Heine toch om haar te lemaal alleen over. ini, dan blijf jij maar beetje, maar 't ging wel, dat u bij me niet den heelen dag ch toegeven. >chien nog wel mee", v gemopperd hebben, ijd alles tegenloopt, 1 bleef ze wel stiller ius hoe lang ze zou- it ze al haar nieuws ze allemaal al een n gana naar Groot- in meester of ze zoo ioI. graag hebben, omdat gekomen was, toen te zwak geweest om et ook beter geweset, ïrootmoe in de stad. verteld over de heer- vroeg Tini: „Moe, de stad gaan naar iet vast goed, als u Oom hier komt, net Wordt vervolgd), Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15, Eindhoven. No. 227. De sleutelzet van probleem no. 258 is 1. Lgl met meervoudige dreiging. Het aardige is ech ter, dat er geen enkele dual optreedt. De toren geeft 8 maal aftrekmat. Een task is dit niet, dan zou de toren 14 maal aftrekmat moeten geven. Dat is reeds meer dan eens vertoond. Een voorbeeld hiervan is No. 264. F. W. NANNING. De Maasbode 1928. Tweezet 1. La2. Het aardige is hier, dat voor en na de sleutel- zet alle stukken op de 4 randen staan, behalve natuurlijk de held van 't drama, de witte toren. Probleem voor den wedstrijd. No. 265. J. P. COPPENS - Amsterdam. Eerste plaatsing. Zwart (5). Wit (6). Wit: Kc2, Tg5, h6, La5, Pc8, pi. e3. Zwart: Kc4, pi. a7, e7, g6, h5. Wit geeft mat in 2 zetten. Oplossing inzenden vóór Zaterdag 16 Jan. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul)Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet-abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen1. Een onoplosbaar probleem vervalt voor den wedstrijd. Ter besparing van portiis de oplossings termijn op circa 4 weken gesteld, zoodat de oplossers meerdere oplossingen eventueel tezamen kunnen opzenden. Stand van den ladderwedstrijd na probleem no. 258. 257 258 Totaal. D. Kareis 55 3 2 60 B. Duvergé 49 2 51 P. Klein 23 3 2 28 J. P. Goppens 21 3 2 26 C. Hofland 22 - 2 24 F. C. Laas 13 3 2 18 L. Weeda 15 - 2 17 „Udï" 62 prijs 2 2 Daar de volgende week geen rubriek zal verschijnen, geeft de stand na probleem 265 den winnaar over December. CORRESPONDENTIE. F. C. L. Betreffende Eindspel no. 341; U heeft gelijk. Op 3. Rh6 volgt niet 3Kf6, maar g4. Wit behoort dus tot de 3e zet te nemen a3. Eindspel no. 346. Wit: Kfl, Dd2, Tc2, cl, pi. c5, d4, c3, e3, g3, a2, h2. Zwart: Kg8, Da3, Tc8, c7, pi. a7, f7, g7, e6, h6, b5, d5. In een partij, gespeeld in den winterwedstrijd 1930—1931 van de 's-Hertogenbossche Schaak- vereeniging, kwam het tot bovenstaanden stand. Zooals men ziet behoeft zwart slechts door 'n opmarsch met zijn a- en b-pion 'n doorbraak te forceeren, om gemakkelijk te winnen. Zwart won echter door de volgende fraaie combinatie: 1b5—b4 Wit moet wel nemen. 2. c3Xb4 Da3Xclfü 3. Dd2Xcl. Op Tel: verliest wit direct de dame. 3Tc7Xc2 4. Del—a3. Op elke andere damezet volgt Tel met damewinst. 4Tc8—c3ü De pointe der combinatie. De dame moet de bewaking van cl opgeven. 5. Da3—a4. 'n Andere damezet heeft ook dezelfde uitwerking. 5Tc2Xh2 Nu dreigt Tel' mat. 6. Kfl—gl Th2-d2! Wit gaf op. Het dreigende mat op cl is slechts te coupeeren door 7. De8f, Kh7; 8. Df7: Tclf; 9. Dfl, waarna zwart 'n volle toren voor is. Een fraai slot. (Eindh. Dagblad). (Correspondentie dezer rubriek aan M. Verbiest, Sommelsdijk) Oplossing probleem no. 94. De stand was Zwart: 6, 8, 9, 12, 17, 19, 23, 28, 29, 35, 36. Wit: 16, 20, 21, 26, 32, 37, 38, 39, 45, 48. Het slaan wordt door twee stipjes aangeduid. WitZwart 1. 16-11 17—22 (gedw.) 2. 39-33 28 :39 (gedw.) 3. 21-17 12 21 4. 26 28 6 17 5. 45-40!! 35 :44 6. 37-31 36 27 7. 32 14 23 43 8. 14 34 39 30 9. 48 50 Gewonnen. Dit is een interessante studie, waarin iedere schijf een rol vervult. Zoo maakt de schijf op 20, die oogenschijnlijk slechts als figurant dient, 5. 45—40 noodzakelijk. Bijv. 1. 1611, 17.22; 2. 39-33, 28:39; 3. 21—17, 12:21; 4. 26:28, 6 17; 5. 37-31 36 27; 6. 32 14, 23 43; 7. 14:34, 39:30; 8. 48:39, 30—34!! en Wit verliest. Oplossing probleem no. 95. De stand was Zwart: 4, 9, 12, 13, 14, 16, 17, 19, 20, 22, 24, 35. Wit: 21, 25, 26, 28, 29, 31, 33, 37, 38, 47, 48, 50. WitZwart 1. 48-42! 16:36 2. 37—31 36 27 3. 38-32 27 38 4. 28—23 19 39 5. 42 44 24 33 6. 26-21 17 26 7. 44-40 35 44 8. 50 10 4 15 9. 25 3Gewonnen. Een combinatie, die in de partij kan voorkomen Oplossing Eindspel no. 96. Ingezonden door A. J. v. d. H. De stand was Zwart: 15 dam, 26, 35, 42. Wit: 16, 27, 36, 39, 41, 45. WitZwart 1. 27-21 26 17 2. 39-33 15 38 3. 41-37 42 31 4. 36 27 38 21 5. 16 27. Gewonnen. Probleem no, 97. Zwart: 6, 7, 11, 13, 14, 16, 17, 19, 20, 23. Wit: 27, 28, 32, 33, 35, 38, 43, 47, 48, 50. Wit begint en wint. Probleem no. 98. Ingezonden door J. W. te Middelharnis. Zwart: 46 dam, 8, 9, 10, 13, 14, 20, 21. Wit: 22, 23, 25, 30, 35, 40, 43, 44, 45. Wit begint en wint. Oplossingen in de volgende rubriek. CORRESPONDENTIE. J. S. te H. Problemen zijn niet geschikt, doch probeer het eens zonder dammen. M. J. ite A. Wit is verloren, want wie aan zet is en opgesloten is, verliest. J. W. v. A. te N. Het adres van den admini strateur van den Nederlandschen Dambond is J. W. van Dartelen, Raadhuisstraat 1, Heem stede, waar U tevens alle inlichtingen kunt be komen. Verder deel ik mede, dat ik problemen zonder duidelijke onderteekening niet plaats. Ik mag toch wel weten met wie Niet-abonné's zijn even goed welkom Spoedeischende vergadering van den Raad der gemeente STELLENDAM op Donderdag 17 Dec., des nam. half 3. Wegens ziekte is de heer Van Oostenbrugge afwezig. De Voorzitter, burgemeester C'harbon, opent de vergadering met gebed, waarna hij mededeelt, dat het lezen der notulen zal worden aangehou den tot de volgende vergadering, die volgende week zal worden gehouden. Spr. deelt mede, dat deze vergadering is aangevraagd door 3 raads leden en 2 wethouders. Spr. weet niet wat de heener op het hart hebben en geeft daarom gaarne het woord aan den eersten onderteeke naar, den heer Holleman. De heer HOLLEMAN zegt, dat het gaat over de aanbesteden sloot. De heeren onderteekenaars waren bevreesd, dat dit een strop zou worden voor de gemeente, op een voordeeltje voor den landeigenaar zou uitloopen en ten slotte niet aan haar doel werkverschaffing zou beant woorden en dat de manier waarop het werk werd uitgevoerd, streng zou zijn af te keuren. Het werk was bedoeld als werkverschaffing en is 't nu overgegaan in handen der gemeente. Spr. stelt nu de vraag wat B. en W. hebben gedaan om tot oprichting van een werkloozencommissie te komen, waar een vorige vergadering over ge sproken is. Het Rijk geeft aan andere gemeen ten subsidie tot 75 toe. Dat zou in deze gemeente misschien ook kunnen. Daarom stelt spr. voor de 500, die voor de bewaarschool gegeven worden, in te houden en deze te vo- teeren voor de werkverschaffing. Daar zal de gemeente meer mee gebaat zijn. Maar daar is de gemeente nog niet mee klaar. Er loopen tal van visschers, die ook groote armoe lijden. Ook hiervoor is deze samenkomst belegd. De VOORZITTER antwoordt, dat nu wel blijkt, dat deze vergadering overijld is aange vraagd, want het werk wordt uitstekend uit gevoerd. Er moeten geen overhaaste besluiten genomen worden. Het zou veel verstandiger geweest zijn, wanneer de wethouders eerst eens met spr. gesproken hadden. Dat was tenminste de gebruikelijke weg geweest. De heer Holleman doet op 't oogenblik een voorstel, dat ongemoti veerd is. Wat de heer Holleman nu voorstelt, is reeds in de vorige vergadering in beginsel besloten, maar er kunnen geen daden gedaan worden vóór en aleer er geld is. Dat is finan cieel niet te verantwoorden. De heer HOLLEMAN: Is er door B. en W. al getracht een' werkloozencommissie met 2 ar beiders te benoemen De VOORZITTER: Ik herhaal nog eens, dat vóór we stappen doen in die richting, eerst gezorgd moet worden, dat er geld is. Wat 'heb ben we er aan plannen te maken zoo lang we geen geld hebben De heer HOLLEMAN: Vindt u het goed, dat verschillende arbeiders die in eerste instantie aan het werk gesteld worden, de tweede keer worden uitgesloten, omdat eerst hoofden van gezinnen en kostwinners aan de beurt komen Er zijn toch ook anderen, die geen inkomsten ■hebben De VOORZITTER: Er zijn 42 georganiseer- den. Het gaat moeilijk die allemaal aan het werk te zetten. Wat uw vraag betreft over het den tweeden keer uitsluiten, kan ik geen ant woord geven. Dat zult u aan den opzichter moeten vragen. De heer HOLLEMAN: Wordt er voor de te werk gestelden ook zegels geplakt? De VOORZITTER: Dat zal natuurlijk wel. Spr. vraagt of nog iemand anders het woord verlangt .anders zal spr. de vergadering sluiten. Weth. HOEK tegen den heer Riemens: Jij had toch nog wat De heer RIEMENS: Ja, over de school kwestie. De VOORZITTER: Dat wordt volgende week behandeld, dan hebben we weer vergade ring. Weth. HOEK tot den heer Riemens: Je hadt toch nog iets? De heer RIEMENS: Ja, over de werkver schaffing. De VOORZITTER: Straks kunnen we in gesloten zitting dit nog eens bespreken, en dan kan het de volc/ende week behandeld worden. De heer HOLLEMAN: Wordt er nog een steunregeling gemaakt De VOORZITTER: Eerst moet dat in B. en W. behandeld worden. We kunnen geen overijlde stappen doen. Dan wordt de vergadering gesloten. Er was heel wat publiek. Openbare vergadering van den Raad der gemeente DEN BOMMEL op Woens dag 16 December 1931, des namiddags 2.30 uur. Aanwezig alle leden. De Voorzitter, burgemeester Brouwer, opent de vergadering met gebed, waarna dé notulen der vorige vergadering worden goedgekeurd. Ingekomen is een schrijven van het gemeente bestuur van Oude Tonge, houdende mededee- ling, dat voor die gemeente tot bestuursleden der drinkwaterleiding zijn benoemd de heeren Prince en De Wit. Voor kennisgeving aan genomen. Conform het voorstel van B. en W. wordt aan A. J. de Weerd en W. C. Luijendijk af schrijving wegens hondenbelasting verleend. Voorts wordt besloten aan W. C. Luijendijk één bedrag van 50 toe te kennen, ter tege moetkoming van reiskosten voor zijn kind, dat te Middelharnis een school bezoekt. Conform het voorstel van B. en W. wordt afwijzend beschikt op een verzoek van den modernen Landarbeidersbond te Oude Tonge om de in de gemeente Den Bommel wonende leden eenzelfde gemeentelijke toeslag te geven als de te Oude Tonge wonende leden van dien Bond. Dan deelt de VOORZITTER mede dat van Ged. Staten bericht is ontvangen dat zij het in de vorige vergadering genomen besluit tot wij ziging der algemeene politieverordening, het be waren van benzine, enz. (waarvoor een termijn werd gesteld van 2 maal 24 uur) aan Hare Ma jesteit de Koningin ter vernietiging hebben voor gedragen wegens strijd met het algemeen belang. De VOORZITTER stelt voor dit stuk voor kennisgeving aan te nemen. De heer JONGELING kan zich daarmede vereenigeri. De heer JONGELING zegt dat de raad met 6 tegen 1 stem de wijziging heeft besloten. De raad was er dus van overtuigd dat het niet in het algemeene belang was dat de toestand werd bestendigd. Hij meent dus dat de raad tegen de maat regel van Ged. Staten moet protesteeren. Spr. begrijpt wel dat de geopperde bezwaren van Den Bommel komen. De VOORZITTER zegt dat hij het raadsbe sluit in strijd achtte met het algemeen belang en dat er toch geen bezwaar in moet worden gezien, dat hij zijn zienswijze ter kennis van de hoogere autoriteiten brengt. De heer JONGELING stelt voor om dan buiten' den raad om maatregelen te nemen. De VOORZITTER ontraadt dit ten sterkste. Het ligt meer in den juisten lijn als de raad een beslissing neemt. Daarop stelt de heer JONGELING voor om een adres tot de Kroon te richten om te voor komen dat hetraadsbesluit wordt vernietigd. Hij zegt dat de raad zich niet in een hoek moet laten duwen. Wij worden democratisch gere geerd en dit is toch geen bewijs ervan. De wij ziging is juist aangebracht in het algemeen be lang om vrede te brengen en' nu komt er juist herrie van. De VOORZITTER zegt zijn standpunt te handhaven. Hij acht de aangevoerde benzine zeer gevaarlijk voor de nabijliggende schepen, huizen en bewoners. De heer JONGELING zegt dat verder naar achter op de kade gelost zou kunnen worden. Dan is er in 't geheel niets tegen. Voorts zegt hij dat als de verordening zonder meer aan Ged. Staten was medegedeeld er niets over ge hoord zou zijn. De heer BUTH meent ook dat men achter aan de kade zou kunnen lossen, doch is voor streng toezicht. Daarna wordt het voorstel van den heer Jongeling om aan de Kroon te schrijven aan genomen met 6 tegen1 1 stem. Tegen stemde de heer Hokke. Voorts wordt besloten tot vaststelling van een schoolgeld-verordening en een verordening op de besmettelijke ziektegelden en een veror dening tot heffing van 80 opcenten op de hoofdsom der gemeent-efonsbelasting. Ingekomen zijn de geloofsbrieven van den heer J. P. Mast. Zij worden goedgekeurd en itot toelating wordt besloten. Daarna doet de heer Hokke een voorstel om een steunregeling vast te stellen voor de werk- loozen. Besloten wordt binnen zeer korten tijd weder een vergadering te houden en eerst dit voorstel nader te overwegén. Tenslotte richt de VOORZITTER een kort woord van afscheid tot den heer De Bakker, die ontslag als lid van den raad heeft genomen. Daarna sluiting der openbare vergadering. Vergadering van den Raad der gemeente OOLTGENSPLAAT op Dinsdag 15 December, nam. 4 uur. Present alle leden. De Voorzitter, burgemeester Donkersloot, opent de vergadering met gebed. Daarna spreekt 'hij een woord van welkom, ook tot het nieuwe hoofd der school, den heer Meijer, en hoopt, dat deze in Ooltgensplaat zal mogen vinden wat hij zoekt en dat de jeugd dezer gemeente in goede banen geleid mag worden. Na .mededeeling, dat 14 sollicitanten voor onderwijzer zich hebben aangemeld, waarvan 3 heden proefles hebben gegeven, gaat de ver gadering in geheime zitting. Na heropening blijkt, dat door B. en W. in overleg met het hoofd der school de volgende voordracht is gemaakt: No 1 J. B. Bos te Bar- gercompanie, no. 2 Ch. J. Hennekei ite Groede, no. 3 L. Kleiberg te Tholen. Bij stemming wordt J. B. Bos met 11 stemmen' benoemd tot onderwijzer aan school no. 1. De VOORZITTER dankt den heer Meijer voor de medewerking en hoopt, dat de benoemde met hem zal kunnen samenwerken. Hierna worden de notulen geleien, welke on veranderd worden vastgesteld. De heer HOBBEL wil eerst de avondcursus- DOOR H. KINGMANS, 41) Hij moest blijven bij zijn besluit, dat hij reeds genomen had en dat hij als éen plicht gevoelde: hij moest met Annie spreken en haar meening vernemen. Dat was de rechte weg. En daarna kon hij, indien nog noodig, met mijnheer Kleef stra praten. Indien nog noodigHij vreesde van niet. Want Annie kon niet „ja" zeggen Och, was hij maar zoover, als moeder, of in elk geval, als Marianne, die geheel veranderd was onder leiding van Greüha Hij ging meer en meer beseffen-, dat hij een anderen weg moest inslaan, maar hij tastte in het duister. Toen de beide heeren vertrokken waren, greep Annie naar de courant, die zoo juist uit de bus was gehaald. Zij doorliep vlug de adverten tiekolommen 'en haar oog viel op de volgende annonce „In de pastorie Geref. Kerk te Boschoord (prov. LItrecht) wordt gevraagd een beschaafde juffrouw voor gezelschap, lichte huishoudelijke bezigheden en voor de kinderen. Leeftijd niet boven de 25 jaar." Zij liet, toen Gretha en Marianne naar boven waren gegaan, om voorloopig den laatsten' nacht den Resedaweg door te brengen, het blad aan vader en moeder zien. "Zou ik op deze advertentie eens schrijden roeg zij, met een stokkende stem. Het genomen j,® haar onnoemelijk zwaar. Hoe dichter haar viel uitvoerin9 kwam, hoe moeilijker het „Maar, kind, zou je nu al zóó spoedig moeder", viel mijnheer Kleefstra zijn vrouw in de rede. „Waarom zou Annie wach ten Deze 'annonce is in elk geval niet kwaad. Je kunt er eens op schrijven." „Ik doe het direct", besliste Annie, het ver trek uitloopend. Geruimen tijd later, in de keuken had zij even geschreid, keerde zij terug met postpapier. Mevrouw Kleefstra zag haar betraande oogen. „Kind, als het je zóó zwaar valt, moet je het niet doen", merkte zij op, niet gevoelend, hoe beminnelijk inconsequent zij was, daar zij den vorigen avond zich tegenover haar man heel anders had uitgelaten. „Ja, ja, ik doe het, moeder. Ik doe het voor Albert", snikte Annie. En verwoed begon zij te schrijven, om onmid dellijk daarop den brief te gaan posten. In de buurt was een bus. Mevrouw Kleefstra oogde haar na tot de deur van het vertrek, om dan met een stommen blik haar man aan te zien. „Laat Annie nu begaan, moeder. Het besluit is genomen. Je hebt het zelf voorgesteld. Het lijkt ons goed toe. We willen hopen, dat het eelfG'0 besluit is en' God er zijn zegen op voordeur botste Annie tegen Arie op. -Wat ga je doen Brief posten Ik ga mee." k Heb op een advertentie geschreven", hak kelde Annie. 'k Vermoedde het zoo half 'en half. Je hebt gelijk, dat je direct doorzet." "Heeft Albert er nog over gesproken „Dat spreekt wel vanzelf. Daarom moest ik mee. Hij verbaast zich natuurlijk over je besluit, 'k Wed, dat hij vermoedens heeft. Maar hij 'heeft ze niet geuit. Die jongen heeft het niet gemakkelijk, de laatste dagen, 'k Wilde, dat hij mij in vertrouwen nam. Maar hij deed het niet." „Ik kan niet anders handelen", zei Annie, berustend. „Natuurlijk niet. Kind, jij brengt het grootste offer. Als Albert er achter komt, zal hij het grootelijks waardeeren, dat staat vast." „Al-bert mag het niet weten. Je zult het hem nooit zeggen, Arie?" „Dat ligt niet in mijn bedoeling. Maar als hij het mij eens ronduit vragen zou, want hij ver moedt naar alle waarschijnlijkheid iets, dan moet ik hem toch de waarheid wel zegcjen. Enfin, ik zal zien. Mogelijk kan ik mij er uit redden, want ik begrijp, dat je het niet aangenaam zoudt vinden." Twee dagen, nadat de beide meisjes naar Leiden vertrokken waren Albert had zich nadien- enkele malen vertoond, maar Annie ont week hem, er was tusschen hen een ietwat ge dwongen verhouding, die geen van beiden wenschte kwam er een brief uit Boschoord, waarin om nadere kennismaking werd gevraagd. En enkele dagen later reisde Annie er heen, om des avonds terug te keeren met de mede deeling, dat de kennismaking zeer goed bevallen was en zij na enkele weken naar Boschoord zou vertrekken. HOOFDSTUK XIV. In de huiskamer zat Annie te lezen, althans zij deed, alsof zij las. In werkelijkheid zag zij geen letters. Mijnheer en mevrouw Kleefstra waren op bezoek en op haar verzoek had zich Arie verwijderd. Albert had dringend gesmeekt, haar alleen te ontmoeten. Zij had niet willen weigeren. En het ook niet gekund. Op straat of in het park wilde zij hem niet spreken met het oog op praatjes van mensch'en, die hen mochten zien. Zoodat deze gelegenheid haar als de beste was voorgekomen. Het was haar niet mogelijk, haar gedachten -bij het boek te houden. Niet lang werd zij even wel in onrust gehouden. Nog vóór half negen belde Albert en liet zij hem binnen. Hij was al even nerveus als zij. „Vader en moeder zijn vanavond op bezoek," verklaarde Annie, „en Arie is, op mijn verzoek, even weggegaan. Om negen uur is hij terug. Je wenscht mij alleen te spreken Zij sprak op zakelijk'en, haast koelen toon, die hem even in de war bracht, zoodat hij zich de vraag stelde, of hij zich ook vergist had. Van verbouwereerdheid zeide hij niets. Er hing een pijnlijke stilte. ,,'k Heb thee gezet. Wil je een kop thee." „Graag." Hij volgde haar bewegingen, zag, hoe haar hand beefde en haar mondhoeken verraderlijk trilden. „We doen net, of we vreemden voor elkaar zijn. Dat is toch niet waar, Annie O, zóó moest hij niet beginnen. Annie voelde haar geestkracht zinken en meende, dat het beter was geweest, het pijnlijke onderhoud te vermijden. Toch had zij nog de kracht, om te glim lachen. „Vreemden Me dunkt van niet." „Het spijt mij zoo vreeselijk, dat je weggaat. Ik kan die gedachte niet verdragen. Waarom doe je dat toch „Dat is toch gezegd. Er is wel eens meer over gesproken, je hebt het gehoord. Het lijkt me daar in Boschoord heel aardig toe." „Heb je niet een bepaalde reden, om te ver trekken Zij gaf geen antwoord, wist geen uitvlucht en wenschte geen onwaarheid te spreken. Alleen zag zij hem snel aan. En die blik zei hem ge noeg. Zij liet toe, dat hij haar hand vatte. „Vertrek je om mij vroeg hij heesch en in groote spanning. „Laat ons er niet verder over spreken, Al- bert", smeekte zij. „Het heeft geen zin. De be slissing is genomen." „lik wil een eerlijk, oprecht antwoord op mijn vraag, Annie," zeide hij op vasten- toon. „Ik vermoed, dat je vertrekt na het voorgevallene tusschen ons beiden, ginds in den doolhof. Ik heb toen verkeerd gehandeld en vraag je er vergeving voor. Ik verraste je." „Je hebt to'en ook al excuus gevraagd. Maar er valt niets te vergeven. Alleen 't is beter, dat we elkaar niet meer ontmoeten. Wat wij beiden graag willen, kan niet." Haar woorden klonken als een snik. „Wij beiden vroeg hij op teederen toon. „Wij beiden, Albert. Ik schaam mij volstrekt niet, om te zeggen, dat ik jou liefheb. Omdat ik weet sinds dien dag, dat het omgekeerde ook het geval is. Maar het kan niet. Dat weet je, nietwaar Moet ik je daarvan een' ver klaring geven Ondanks het tragische van den toestand klon ken haar woorden hem als muziek in de ooren. Z?s wond er geen doekjes om, maar legde haar gevoelens oprecht voor hem bloot, zonder eenige terughouding of gemaaktheid. Maar meteen sneed zij alle verdere toenade ring op de meest besliste wijze af. „Ik weet het'zeide hij dof. „Een verloving tusschen ons beiden is onder de gegeven om standigheden niet mogelijk. Het lag niet in mijn bedoeling, je mijn gevoelens te laten blijken. Ik vergat me op dat oogenblik. Het was een fout, waarvoor ik je vergeving vraag En tóch ben ik blij, dat ik mij vergat Het zou onmogelijk geweest zijn, geregeld je te ontmoeten en gé- woon te doen Ik heb je lief En die liefde had zich getoond. Bovendien ben ik blij, dat het tusschen ons zoover gekomen is, omdat ik nu pertinent weet, dat ik op wederliefde hopen mag. Van dien avond af, ik verzeker het je op mijn woord van eer, heb ik mij voorgenomen, met je te spreken. Alleen de gelegenheid deed zich niet voor. Maar toen ik, tot mijn smart, hoorde, dat je vertrekt, heb ik je een gelegenheid gevraagd. Niet, om je te vragen, de mijne te worden. Je antwoord wist ik vooruit. Het kan niet. Er gaapt tusschen ons een klove. Ik ben er mij vol komen van bewust. Zelfs, wanneer jij wat ik niet verwachtte wilde, dan had ik nog je vader en moeder tegen mij gehad. En dat zou verklaarbaar zijn. Ik voelde, dat ik dan een wig zou drijven. Dat zou ondankbaar zijn jegens jullie allen, die mij en ook Marianne, zoo on eindig veel vriendschap hebben geschonken. Ik heb alleen gevraagd je te spreken, omdat er klaarheid moet zijn. Ik stelde mij voor, open hartig met jou te praten, om daarna van het tooneel hier te verdwijnen, hoeveel mij dat ook kosten zou en hoe zeer ik er tegen- op zie Moet ik niet verder gaan, Annie (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 3