Rechtzaken.
DRAlSrjl A-VASN-VALKEriBURGS
e 'A óLEVERTRAATT-
Gemengd Mieuws.
Voor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
TT! -gr 2JT m £3 XSZ X "V O O jES "V O XX X>i X X\i
Volkenbond en Arbeidsorganisatie, diplomatie
en directeuren met al hun staven 'en honderden
beambten en ambtenaren staan thans voor een
taak, die alle menschelijke kracht te boven gaat.
De 404 ratificaties, die bij 't Internationaal
Arbeidsbureau te Genève geboekt staan; de 28
ontwerpverdragen, door de Arbeidsconferentie
aangenomen, krijgen 't in zoo'n crisistijd als we
nu doormaken, wellicht wel wat kwaad. Op
papier zetten is niet zoo gemakkelijk, maar uit
voeren is nog veel moeilijker.
Laten wij nu eens bekijken, hoe 't verder met
zoo'n in het Bureau te Genève gedistilleerd
sociaal ontwerp gaat.
We zeiden reeds, dat 't naar de Arbeids
conferentie ging, naar de 220, waar er 110
Regeeringsadviseurs zitten uit alle landen, plus
55 groote Industrieëelen, plus 55 knappe koppen
der Vakvereenigingen. Daar op die vergadering
wordt 't ontwerp van alle kanten bekeken; ieder
tuurt er op met zijn eigen oogen, tevens in de
gaten houdend zijn eigen landstoestanden; en
ten slotte valt de beslissing.
Dan komt er in onze Tweede Kamer een
Koninklijke boodschap, waarin de Koningin
aanbiedt aan die Kamer de ontwerpen. De eerste
6 ontwerpen bood Zij aan op 21 Juli 1921, n.l.
den 8-urigen werkdag en de 48-urige werkweek;
ook vrouwenarbeid voor en na de bevalling;
ook den leeftijd, waarop kinderen mogen worden
toegelaten tot 't verrichten van arbeid in onder
neming der Nijverheid; ook den nachtarbeid van
vrouwen; ook over de werkloosheid; ook over
den nachtarbeid van jeugdige personen.
Maar ja
Op 29 Oct. 1919 tot 29 Nov. 1919 werd te
Washington de eerste zitting der Conferentie
gehouden; daar waren toen maar 41 landen
vertegenwoordigd; van ons land waren er Dr.
Nolens, lid der Tweede Kamer, en den heer
van Thienen, hoofdinspecteur van den Arbeid;
voor de werkgevers de heer Verkade, onder
voorzitter van de Ned. Vereeniging van werk
gevers; voor de werknemers trad op de heer
J. Oudegeest, lid der Tweede Kamer.
Dan nog technische raadgevers van de Kroon;
dat waren Mevrouw Suze Groeneweg, lid der
Tweede Kamer, en Mej. H. Kuyper.
Dan nog techtnische raadgevers der werk
gevers, dat waren S. ten Bokkel Huinink, J, ter
Haar en H. Blomjous.
Dan nog techtnische raadgevers der werk
nemers; dat waren P. Serrarens, G. Baas en
B. Holtrop.
Dit gezelschap van 12 personen, om daar te
Washington te overleggen over nachtarbeid van
vrouwen, zoowel als over dagarbeid van allen
enz., maakte een rapport of verslag; en dit werd
der Koningin aangeboden. Deze liet 't bestu-
deeren aan 't Departement, en toen een en1 ander
behoorlijk in potten en kruiken was gevloeid,
kwamen de resultaten in de Tweede Kamer, en
kon deze haar aandacht gaan wijden aan wat
te Genève eerste en toen te Washington was
overwogen.
't Slot is geweest, dat in Statasbladen 368,
369, 370, 1922, voorkomt de aanvaarding door
Eerste en Tweede Kamer van de ontwerpver
dragen betreffende den arbeid van vrouwen
gedurende den nacht in de fabrieken, en 't toe
laten van kinderen aldaar; ook van den leeftijd,
waarop jeugdige personen 's nachts in de fabriek
mogen werken.
In 1923 weer wat anders: in Stsbl. 10, datum
13 Jan. 1923, heet 't: „Wet tot goedkeuring van
't Ontwerpverdag van Genua, tot vaststelling
van den minimumleeftijd van toelating van
kinderen tot arbeid op zee.
In Staatsblad 11, ook 13 Jan. 1923, heet 't:
„Wet tot voorbehoud der bevoegdheid tot toe
treding tot 't Ontwerpverdrag van Genua be
treffende schadeloosstelling voor werkeloos
heid ia geval van verlies van 't schip door
schipbreu k."
In Staatsblad 12, ook 13 Jan. 1923, heet 't
„Wet tot voorbehoud der bevoegdheid tot toe
treding tot 't ontwerpverdag van Genua be
treffende plaatsing van zeelieden."
In Staatsblad 329, van 10 Oct. 1927, heet 't:
„Besluit, bepalende de bekendmaking van de
Ontwerpverdragen van Genève betreffende ver
eenvoudiging in de inspectie van emigranten aan
boord van schepen; gelijkheid van behandeling
van vreemde arbeiders en eigen onderdanen
voor de ongevallenverzekering; schadeloosstel
ling voor ongevallen, overkomen in.verband met
de dienstbetrekking."
In Staatsblad 95, van 16 April 1928, luidt 't:
„Besluit van 't Ontwerpverdrag van Genève
betreffende het verplicht geneeskundig
onderzoek van kinderen en jeugdige
personen werkzaam aan 'boord van schepen."
Voor den Landbouw en den Kinderarbeid
staat er iets in Staatsblad 271, 31 Mei 1929
„Wet tot voorbehoud der bevoegdheid tot toe
treding tot 't Ontwerpverdrag betreffende den
leeftijd waarop kinderen mogen worden toege
laten tot arbeid in den landbouw.
Er is dus door de Internationale Arbeidsor
ganisatie arbeid verricht voor grooten en klei
nen, voor mannen, vrouwen en kinderen.
De toekomst zal leeren wat door deze wereld
crisis de Geneefsche Organisatie van den Arbeid
nog zal kunnen presteeren. Ook haar arbeid
staat weer niet los van de aanstaande Ontwa
peningsconferentie. En deze arbeid staat weer
niet los van wat de Scholen den kinderen in
prenten aangaande allerlei Vredesvereenigingen
en Vredesdoeleinden. De School moet de Vre
desgedachte inprenten. Wil men dat niet vlak
voor de Kerstvacantie als 't Vrede op Aarde
ruischen gaat door de wereld van onrust en
wrevel, laat men dan eens per jaar, op 18 Mei,
het nut van den Volkenbond aantoonen; spreken
over 't Protocol van 1924, waarin de veiligheid
der Volken (en dus de rustige sfeer van voort-
werken aan de Arbeidsbeweging geschapen
wordt)waarin de veiligheid langs den weg
van arbitrage, rechtspraak en bemiddeling voort
gang hebben konmaar mislukte
De Jeugd is 't plantsoen van de Maatschappij;
de hoop des Vaderlands; de verwachting der
Kerk.
En Staat en Maatschappij en Kerk kunnen
alleen tieren bij 't Vrede op Aarde, in menschen
een welbehagen.
Dat is niet de Vrede der particuliere genade
't Is de vrede der GemeeneGratie, die er als
fundament zijn moet, zal de particuliere
genade, de waarachtige Vrede na wedergeboorte
rijkelijk bloeien kunnen. In de woestijn tieren
de rozen niet. Op afgebrande boomstronken
slaat de nachtegaal nooit zijn slag. Geen adelaar
bouwt zijn nest waar lijklucht hangt.
Inwerken op de Jeugd met de Vredesidee.
Inwerken op haar hart tot Recht en Gerechtig
heid, tot samenwerking der Volken, tot inter
nationale broederschap.
Opdat doo rden Vrede de Arbeid bloeien kan
over de gebeele linie.
Opdat de Geest en de Bruid zeggen: Indien
U komt om te oordeelen de levenden en de
dooden, zie de vruchten des Vredes in een
sam'enwerking van alle rangen enstanden; die
de ziel des eenvoudigen verhoogde door ge
paste waardeering; en de ziel des leiders ver
kwikte door gepast medegevoel zijner werklieden
met hem en zijn 'bedrijf.
J. VAN DER WAAL.
Middelharnis, 18 December 1931.
(Wordt vervolgd).
(En nu rusten we weer eenige weken).
v. d. W.
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Strafzitting van Dinsdag
15 December 1931.
OP AAR VERZEKERING OF HYPOTHEEK.
De 19-jarige verzekeringsagent K. '1'. uit
Uuadorp neett zich vandaag te verantwoorden
yenad cerzaKe van oplichting. Hem was ten
laste gelegd, dat nij ie op Z(J Juni te Stel
lendam A. Klink heelt bewogen tot algute van
j iy.— door hem opzettelijk valschelijk, bedrie-
yenjk en in strijd met de waarheid mee te aee-
icn dat Klink door het storten bij hem als agent
van de maatschappij Nieuw Eigenhuis te s-ura-
venhage van een hedrag van 48.— als borg
stelling zonder verdere kosten, behoudens dan
j 1.— of j 1.10 voor zegelkosten in de geiegen-
neid zou gesteld worden binnen eenige weKen_
van genoemde maatschappij een hypotheek te
krijgen van 5U0.— tegen 5 rente en jaar-
lijKs f 50.— aflossing. Het storten van de borg
stelling van 48.zou alleen ten doel hebben
te verhinderen, dat Klink bij een andere maat
schappij een hypothecaire leening zou sluiten,
in geen geval zou het door Klink te storten
bedrag bestemd zijn om daarmee een spaarre
kening ten name van genoemde Klink te openen.
Ten 2e werd T. ten laste gelegd, dat hij op
iö April te Sommelsdijk A. Grootenboer op de
zelfde wijze heeft bewogen tot de afgifte van
j 900.door het te doen voorkomen, dat
Grootenboer door de storting van dit bedrag
een hypotheek zou worden verstrekt van 2100
voor den koop van een huis, terwijl in werke
lijkheid de storting moest dienen om bij de
maatschappij Nieuw Eigenhuis ten behoeve van
Grootenboer een spaarrekening te openen.
T., die dn het vooronderzoek had bekend,
wiern nu de schuld van het gebeurde op M.
den Inspecteur van Nieuw Eigenhuis. Hij had
vast en zeker in de overtuiging verkeerd, dat
de in de dagvaarding genoemde Klink een hy
potheek zou krijgen. Verdachte sprak zich in
zijn verklaringen herhaaldelijk tegen. Hij gaf
ten laatste toe, dat het hier een spaarrekening
betrof, maar dat de inspecteur hem had opge
dragen het te doen voorkomen, alsof het hier
om een borgstelling ging.
S A IriW MS*.
- "j T LEEUWARDEN
De president, mr. Van Viersen Trip Ja, we
weten wel, dat deze inspecteur een schavuit
is en de maatschappij een zwendelmaatschappij,
die oneerlijke jongelui in haar dienst neemt, om
haar oneerlijke practijken te doen uitvoeren.
Getuige A. Klink, verklaarde, dat hij nog tot
T. gezegd had Ik sluit geen spaarrekening af.
T. had daarop geantwoord Neen Getuige had
wel enkele malen zijn handteekening moeten
zetten.
De president tot verdachte Uit dezen leu
gen komt u toch nooit meer uit, wat de inspec
teur u ook mag gezegd hebben.
De smid H. K. en de vrouw van Klink be
vestigden de verklaring van getuige Klink.
Klerik zeide nog, pertinent zijn vraag ge
steld te hebben, omdat hij er eens meer was in-
geloopen met zoo'n spaarverzekering.
De president tot verdachte Het zou kunnen
zijn, dat u één keer aan de verzekeringen van
M. geloofd had, maar u hebt wel 20 van die
overeenkomsten gesloten.
De landbouwer A. Grootenboer had 900
gestort. Hem was in uitzicht gesteld, dat dit
geld zou worden gebruikt als afbetaling op een
huis, dat getuige wilde koopen, voor welken
koop hij een hypotheek noodig had. Getuige
heeft het geld gestort en daarvoor een kwitan
tie gekregen. Hij had toen nog geen enkel for
mulier ingevuld, later zijn T. en de inspecteur
M. samen geweest bij getuige en toen is er
een stuk geteekend. Getuige zegt, dat hij geen
spaarbrief heeft willen aanvaarden, men heeft
hem toen ruim 700.— terug willen geven,
maar dat heeft hij niet geaccepteerd, hij wil al
les terug hebben.
De presidentMassa's menschen zijn op de
zelfde manier als u bedrogen. Voor zoo'n zwen
del nemen ze dan zoo'n oneerlijke jongen, zoo'n
praatjesmaker.
De president tot verdachte: Doe je nu nog
zaken
VerdachteNeen, ik ben veldarbeider.
De presidentJuist hou je daar maar bij
spitten en rooien En praat dan maar een beetje
tegen de koeien. Je liegt al, voor je je mond
open doet. Voor die 100.per maand heb
je je tot leelijke streken geleend.
Verdachte Ik heb nooit salaris gehad. Van
den post van Grootenboer heb ik 15.ge
kregen, maar verder heb ik maar heel weinig
ontvangen.
De getuigen J. v. d. Doel en K. Grootenboer
bevestigden de verklaring van Grootenboer. De
laatste verklaarde, dat de zaak zoo was voor
gesteld, dat de 'heele koopsom 3000 bedroeg.
Daarop gaf de maatschappij 2100 hypotheek.
Met de door Grootenboer gestorte 800 zou
de heele koopsom afgedaan zijn. Er was nog
gezegd, dat de spaarbrief alleen als zekerheid
voor Grootenboer gold. Mocht het wat lang
duren, dan zou er rente van de 900 worden
betaald.
Er waren 3 getuigen a décharge gedagvaard,
waaronder de inspecteur M. Deze was echter
niet opgekomen.
Het O. M. zeide in zijn requistitoir, dat in
Den Haag bestaat een maatschappij tot exploi
tatie van onroerende goederen, Nieuw Eigen
huis, die spaarbrieven uitgeeft. Als men twee
jaar betaald had, kan men een geldleening sluiten
bij de maatschappij, maar het bedrag van de
leening is altijd lager dan het gestorte bedrag.
Met die spaarbrieven zijn de eilanden hier over
stroomd. Het eenige mooie van deze spaar
rekeningen is te vinden in den linkeronderhoek,
waar de naam van den commissaris: Van Heec-
keren van Molecaten, staat. Anders is er weinig
moois aan. Deze maatschappij neemt nu yhen-
schen dn haar dienst, die uitblinken door gebrek
aan verantwoordelijkheidsgevoel, of, zooals ver
dachte, door gebrek aan waarheidsliefde. Deze
spaarbrieven zijn bij de eilandenbewoners zoo
langzamerhand berucht geworden. Er zijn tal-
looze klachten ingekomen en daarvan zijn er
twee vervolgd.
Nu wordt er beweerd, dat de inspecteur M.
de ware schuldige zou zijn. Inderdaad zou het
O. M. ook M. vervolgd hebben, als tegen dien
voldoende getuigen waren te vinden geweest.
M. is trouwens een even onontwikkeld man als
deze verdachte. M. was metaalbewerker met 10
kinderen, die men maar inspecteur heeft gemaakt
en agenten liet aanstellen.
De verdediger, mr. A. de Mooy: Maar hij is
geen 19 jaar.
Het O. M.: Neen, dan kon hij ook geen kin
deren hebben. Mr. Reumer acht dezen verdachte
niet in aanmerking te komen voor een voor
waardelijke veroordeeling.
Eisch 1 jaar gevangenisstraf.
De verdediger, mr. A. de Mooy, zeide aan de
eerste verklaringen van verdachte in de instruc
tie afgelegd, niet veel waarde te hechten. Er
zijn zooveel getuigen gehoord en zelfs meer dan
eens gehoord, dat men die verhooren met de
noodige reserve moet aanvaarden. Een fout is
het, dat men niet heeft nagegaan, welke rol de
inspecteur M. heeft gespeeld en het O. M. dezen
niet heeft opgeroepen.
T. komt zoo van het boerenland, hij is veld
arbeider geweest, geen wonder, dat hij zich
nauwkeurig hield aan de instructies van den
inspecteur. Verdachte was er van overtuigd, dat
de spaargelden door de storters altijd weer op
te vorderen zouden zijn, en dat hij den cliënten
een hypotheek in uitzicht kon stellen. Naar
pleiters meening is verdachte de speelbal van
den inspecteur M. geweest, uit zichzelf zou hij
niet tot een dergelijke daad zijn gekomen; Ver-
dachte's belang bij de zaken was heel gering,
van den post-Grootenboer heeft hij niet meer
dan 15 gekregen, op den post-Klink zelf geld
toegelegd. Een samenweefsel van verdichtsels
kan pleiter hier niet ontdekken, één onwaarheid
heeft verdachte slechts gesproken, n.l. dat de
klanten geen spaarrekening sloten, maar een
hypotheek. Pleiter concludeert tot vrijspraak,
subs, een nader onderzoek naar de gedragingen
van M„ meer subs, de alleruiterste clementie,
indien mogelijk een voorwaardelijke straf.
Uitspraak 29 dezer.
In een zaak van M. de B., 24 jaar, vracht
rijder te Den Bommel, appellant van een vonnis
van den Kantonrechter te Sommelsdijk, waarbij
hij wegens overtreding van de Motor- en Rij-
wielwet hij zou op 27 Juli rijdende op een
weg onder Middelharnis niet voldoende zijn uit
geweken voor een aan de rechterzijde van den
weg hem tegemoet rijdenden auto, bestuurd door
Mej. C. Born was veroordeeld tot 15 boete
subs. 5 dagen hechtenis, heeft het O. M. ge-
eischt vernietiging van het vonnis en vrijspraak.
De verdediger, mr. Kwast uit Den Haag, sloot
zich bij het requisitoir aan.
Uitspraken.
In een zaak van H. v. R„ 20 jaar, chauffeur
te Middelbands, appellant van twee vonnissen
van den KantonrecHter te Sommelsdijk, waardij
mj, wegens het besturen van een auto in slaat
van dronkenschap en wegens het in gevaar
brengen van de veiligheid van het verkeer, door
te Melissant, zonder een teeken te geven, plot
seling van richting te veranderen, tengevolge
waarvan een I2-jarig jongetje was aangereden,
was veroordeeld tot twee maai 5 dagen hechte
nis, heett de rechtbank de vonnissen vernietigd
en opnieuw recht doende verdachte veroordeeld'
tot z maal 5 dagen hechtenis.
H. v. R„ 20 jaar, chauffeur te Middelharnis,
wegens het veroorzaken van dood door schuld
verdachte had te Nieuwe 'l'onge een auto
bestuurd, terwijl hij onder den invloed van al
cohol verkeerde en daarmee den veldarbeider
J. v. d. Boom aangereden, die dientengevolge
was overleden tot 9 maanden gevangenis
straf, met ontzegging van het recht een motor
rijtuig te besturen voor den tijd van 1 jaar.
GERECHTSHOF TE 's-GRAVENHAGE.
POGING TOT DIEFSTAL.
De 19-jarige landbouwarbeider M. van den B.
uit Sommelsdijk is door de rechtbank te Koteer-
dam tot één jaar gevangenisstraf veroordeeld
rr lairriMMiMi ïiBiwWitoTiü'i n os
wegens poging tot diefstal. Aanvankelijk had
verdachte halstarrig voor de politie, voor de
rechtbank en zelfs tegenover zijn moeder en
zijn raadsman, ontkend schuldig te zijn. Zelfs
wierp hij de verdenking op andere personen.
Naderhand heeft hij de feiten toegegeven.
De procureur-generaal, die uitstel van deze
zaak had verzocht, om nadere inlichtingen, om
trent verdachte te krijgen, had den ambtenaar
der reclasseering gedagvaard, die het Hof mede
deelde, dat verdachte bij een voorwaardelijke
straf direct aan het werk kan gaan in een an
dere omgeving. Dit was voor den procureur-
generaal aanleiding het Hof voor te stellen
gezien het berouw dat verdachte thans toonde
de hem toegekende straf voorwaardelijk op
te leggen, met drie jaar proeftijd en onder bij
zondere voorwaarden.
De verdediger, mr. W. J. C. A, Nijgh, ver
zocht daarna den jongeman onmiddellijk in vrij
heid te stéllen.
He.t Hof heeft daarna onmiddellijk uitspraak
gedaan en arrest gewezen conform het requisi
toir. Het beval de opheffing van de voorloopige
hechtenis.
OVERVAL MET ROOF OP EEN OUDE
VROUW TÉ ZAANDAM.
Te Zaandam is Dinsdagavond een overval
met root gepleegd op de ajleen wonende 68-
jarige juffrouw Zwart aan het Ventje, wie onder
oeareiging met een revolver een bedrag van
2 a hUÜ gulden is ontroofd.
juffrouw Zwart, die zeer doof is, drijft een
handeltje in thee, koffie en beschuit, dat zij in
een klein wagentje vervoerd. Wanneer zij des
avonds thuis komt zij is altijd laat in de
weer haalt zij haar wagentje leeg en bergt
de handelswaar op. Daar gaat steeds geruimen
tijd mee heen. Dê dieven zijn vermoedelijk hier
mee op de hoogte geweest en hebben dit tijdstip
algewacht. Zij hebben aan de achterzijde een
keukenraam uitgesneden en zijn zoo binnenge
komen. Zonder dat juffrouw Zwart iets had be
merkt, hadden zij al een voorloopig onderzoek
ingesteld.
Toen de vrouw naar bed wilde gaan, werd
zij door een der beide gemaskerden vast ge
grepen, die haar belette om hulp te roepen en
met een revolver op haar voorhoofd eischte, dat
zij de plaats zou aanwijzen, waarzij haar geld
bewaart. Toen de dieven het geld in het bed
onder het hoofdkussen hadden gevonden, hebben
zij zich zoo spoedig mogelijk met den buit uit
de voeten gemaakt. Juffrouw Zwart heeft toen
dadelijk de buren gewaarschuwd, die dadelijk
de politie met de zaak in kennis hebben gesteld.
Het onderzoek heeft echter nog geen resultaat
gehad.
LIEFDESDRAMA IN DE HOOFDSTAD.
Op zijn vroeger meisje geschoten.
Te ongeveer middernacht heett een 20-jarige
jongeman te Amsterdam, die in de Pieter Aertsz-
straat woont, in de van Woustraat op den hoek
van de Lutmastraat uit een klein model revolver
een schot gelost op een in de Jan Lievenstraat
v-oonachtig, ly-jarig meisje, waarna hij het
wapen op zich zelf richtte.
Uoor den opgewonden toestand, waarin de
dader van den aanslag verkeerde, richtte hij de
revolver slecht, waardoor het meisje niet ge-
ironen werd. De jongeman zelf kwam er slech
ter at, aangezien hij zich door een kogel in den
hais vrij ernstig verwondde.- Per auto van den
G. G. D. is hij naar het Wilhelminagasthuis
overgebracht. Zijn toestand moet niet levens
gevaarlijk zijn.
uit het onderzoek van de politie is tot nu toe
komen va^t te staan, dat het drama 'neerkomt
op een wanhoopsdaad. De jongeman is n.l.
vcrlooid geweest met het meisje, welke ver
loving van haar kant is uitgemaakt. Daar hij
het meisje echter niet kon vergeten, had hij haar
s avonds laat in de buurt van haar woning
opgewacht. Beiden hebben toen vermoedelijk in
heitige discussie gewikkeld, naast elkander
voortgeloopen, tot op genoemde plaats de jon
geman tot zijn daad overging.
Het gebeurde verwekte in de buurt uiteraard
groote opschudding.
OUDE VROUW LEVEND VERBRAND.
i'e Steenbergen (N.-iBr.) bekwam een 77-
jange vrouw bij het aanzetten van de kachel
ei nstige brandwonden. 22e is aan de gevolgen
gestorven.
CORRESPONDENTIE.
Lezeres te IJ. Hartelijk dank voor Uw pret-
tigen brief. Vvait ben ik blij, dat uw noed zoo
goed gelukt is. Dat ben ik met U eens hoor,
oat die heerlijke warme eigengewerkte hoeden
of mutsen vrij wat prettiger zijn in t dragen
dan vroeger die groote opgetuigde schuiten van
hoeden. Baten we echter maar niet al te blij
zijn, wie weet wat de mode ons weer gaai
brengen.
Nu wat Uw andere vraag betreft, het is voor
deze week te laat am U te kunnen helpen,
want ik weet nu nog niet wat U bedoelt. Ge
lukkig weet ik wel, waar raad te krijgen is.
Doch dat wordt dan volgende week eer ik het
weet. Mocht het te moeilijk zijn, om in de krant
te zetten, dan stuur ik wei een duidelijk staaltje
aan uw adres op.
Uw brief was heusch niets te lang. Het is
wel prettig om op deze wijze contact te hebben
met elkander.
MANDENWERK EN HET ONDERHOUD
DAARVAN.
Mandenwerk moet dikwijls uitgeborsteld wor
den, daar zichr gauw stot tusschen de naden
vastzet. Wit mandenwerk, dat vuil wordt, moet
met lauw zeepsop of met lauw sterk pekelwater
schoongeboend worden. Daarna met water na
spoelen. Voor het afboenen, moeten we echter
eerst de manden stofvrij maken. Doen we dat
niet, dan wordt dat stof nat en gaan tusschen
het vlechtwerk op plukjes zitten, die moeilijk
ite verwijderen zijn. Is dit witte mandenwerk heel
vuil, dan kan het schoongeboend worden met
bleekwater, verdund met azijn. Gekleurd man
denwerk moet geborsteld worden. Is het gever
nist, borstel het dan goed en spoel na met water.
Gevernist mandewerk kan, 'als het droog is, met
was gewreven worden. Donker mandewerk wrij
ven w dan met ongekookte lijnolie, verdund met
roode of witte terpentijn, al naar de kleur van
het vlechtwerk.
NUTTIGE WENKEN.
Rek kousen in hun vorm, terwijl ze nog
vochtig zijn. Het is veel beter kousen niet te
strijken.
Is er een glas aan splinters gevallen Veeg
de splinters dan op, met een vodhtigen doek.
Doe een beetje ammonia bij de bijenwas
en terpentijn, waarmee de vloer gewreven wordt.
De was lost dan sneller op.
Als men groentenafval in het fornuis ver
brandt, doe dan tegelijkertijd een handje zout
in het vuur. Dat neemt de onaangename geur
weg.
a»
Als de ruiten erg vuil zijn, neem ze dan
eerst at met een vochtige lap. Daarna afnemen
met een iap 'brandspiritus. Nawrijven is niet
noodig.
Als men zijde wascht, is het goed, een
beetje zout in het water te doen, ten einde de
kleuren te bewaren. Tevens blijft de stol er
zacht door.
Gewreven houten vloeren moeten schoon
gewreven worden met een vochtige lap. Als de
vioer daarna opgedroogd is, goed nawrijven
met bijenwas.
Als men knoopen aanzet, die veel te dragen
zullen hebben, is het goed een stukje van een
oude glacé handschoen onder de stof, waaraan
de knoop komt te zitten, te naaien.
Een kom heet water, waarin een paar
druppels lavendelolie, neemt alle onaangename
geur van het koken uit de keuken weg en
maakt de lucht in de keuken frisch en rein.
Om de geur van uien, die aan het mes,
waar ze mee gesneden zijn, blijft hangen, weg
te nemen, moet mes en handvat in koud water
afgewasschen worden. Warm water maakt de
lucht juist harnekkiger.
M'n beste nichtjes en neefjes!
Er vroegen mij nu al weer een paar uit onze
raadselfamilie: „Tante, krijgen we weer een
wedstrijd voor de vacantie
Ja, ja, een wedstrijd, dacht ik, dat is goed en
wel, maar welke
Veel tijd om te kiezen wordt me niet gegeven.
Maar ik dacht, iJc doe het, want t is pas Smt-
tNicolaas geweest, en mijn prijzenhoekje is ook
weer aaroig gevuld. Dat is dus geen bezwaar
meer.
iNu dan, omdat jullie me niet kunnen helpen
om te kiezen, heb ik het maar voor jullie ge
daan.
k Heb er dan twee gekozen, want ik maak
het graag zooveel mogelijk ieder naar den zin.
EEN OPSTELLENWEDSTRIJD
en
EEN TEEKENWEDSTRIJD.
jullie mogen een opstel maken waarover je
maar wilt, en je mag ook teekenen wat je wilt.
jullie zien dus, vrijneid genoeg.
jullie mogen echter maar aan één wedstrijd
tegelijk meedoen.
De opstellen mogen niet langer zijn dan twee
bladzijden uit een gewoon schoolscnrift en het
papier mag maar aan één zijde beschreven zijn.
Dn op elke inzending moet je naam, leeftijd en
adres vermeld zijn.
Denk er nu om, ook die kleinigheden moeten
in orde zijn. Al is je opstel nog zoo goed, maar
ik vind er je naam niet onder of 't papier is
aan twee zijden beschreven, dat maakt je kans
op een prijs kleiner.
O ja, nu ik het toch over de prijzen heb,
zal ik daar eerst maar verder over praten.
k Zal mijn hoekje in de kast maar weer eens
voor jullie plunderen.
'k Geef voor eiken wedstrijd
4 PRIJZEN.
Dat is dus ACHT samen. Nog al heel
wat, hé
Tot VRIJDAG 15 JANUARI geef ik tijd om
jullie werk in te zenden.
Zoo, dat is nu afgepraat 1
'k Heb echt prettige brieven van jullie gehad.
Fijn hoor. Wat hebben jullie een pret gehad,
'k Heb wel gemerkt, dat jullie thuis elkaar er
nog al eens tusschen genomen hebt.
Verbeeld je, als je een pakje krijgt en er zit
een stuk cokes of aardappelschil in.
Neen maar, dat is mooi hoor.
Gelukkig, dat jullie dan heelemaal binnen in
het pakje nog wel wat goeds vonden.
Nu moet ik toch heusch mijn praatje eindigen.
Allemaal heel veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
TINEKE.
XIX.
Maar Moe wist er raad op. Tini zou haar
pop locu wel Krijgen, al was nee aan mei
aauelijK.
i oen i ineke Moe elKen dag zoo dapper hieip
zooiang ivuna nog ziex was, zei Moe op een
Keer: „Hoor nu eens, meisKe, K neo een
mooi plannetje;
„dus HneKe weet wel, dat Moe die mooie
gruoce verjaaraagspop nog in bewaring heen.
nni KinKte venegen van ja. He, wat was
dat toen weer naar geworden, ze had toen zen
aues bedorven.
„Hoor nu eens, als Mina weer heelemaal
beter is, gaan we eike week saampjes een beeien
nnddag en avond naaien, allemaal moois voor
je nieuwe pop. Aim. ra en Moe zijn zoo blij,
dat onze groote meid nu met altijd eersc maar
aan zichzeu denkt.
riet zal nog wel eens moeilijk worden hoor,
maar dan moet je maar ve.cbten tegen jezelf,
noor. Dn je weet, bidden helpt.
Nu gaan we elKe week naaien, en als de pop
geKleea is, mag je er meer spelen. Maar kinaje,
ais Moe een week niet tevreden zou zijn, dan
naaien we niet. We vragen ot Truus bij ons
komt, en dan naaien we voor Truusjes pop ook
een mooie jurk. Ik heb nog wei een mooi lapje
goed, dat Kan dan 'iruus wel gebruiken."
„Fijn, Moeen Tim pakte en knuffelde
Moe, dat het een aard was, en ze dacht al bij
zichzelf over die prettige avondjes, met zijn
drietjes, want 'Truus mocht zeker komen.
Tini ging wel dikwijls naar de De Raedtjes
om met ze te spelen, maar hier met Moe er
blij was toch heerlijker.
Heel stiliekens voor zich heen dacht Tineke,
ze zou wel zorgen, dat ze elke week zouden
naaien, maar het was in 'Tini's hartje toch niet
meer zooais vroger, want ze dacht er bij wat
Moe ook gezegd had; „Bidden heipt."
Wat werden date en feestelijke avonden, als
ze zoo met z'n drietjes zaten te naaien. Truus
voor haar eigen pop en Tini aan haar eigen
poppen-uitzet. Daar was heel wat voor te peu
teren, want die nieuwe was zoo groot en zoo
mooi, dat geen der kleertjes van de andere
poppenkinderen haar pasten.
Het zou wel een poosje duren, eer alles klaar
was. Maar Truus zei: „Niets erg, hoor Tini,
als mijn jurkje af is, ga ik jou meehelpen. Mag
dat, Mevrouw?"
„ja hoor, dat vind ik pretig, als jullie ekaar
iieipen.
„Deg, Tini, als we een beetje opschieten, is
m.sscmen aues met de Kerstvacantie af. Dan
Kunnen we er fijn mee spelen. O ja, dat is
waar ook, we gaan met de vacantie allemaal uit,
naar Grootmoeder toe. Nou ja, maar dan daar
na toen, dan is alles lekker Klaar."
rie, gaan jullie allemaal weg, wat is dat naar,
dan ben ik zoo alleen en de tranen sprongen
m A ini s oogen.
Nou net in de vacantie, dan zou het weer net
zoo wezen als vroeger, toen ze nog geen vrien-
onmetjes in de buurt had.
Net kwam Moe weer binnen.
„Wat kijkt mijn naaistertje verdrietig, liggen
de steekjes niet netjes genoeg?"
„ja Moe, maar ik vind het zoo verdrietig,
dat Truus en allemaal in de Kerstvacantie uit
gaan, dan ben ik heelemaal alleen."
Moe vond het ook heel naar voor haar kleine
meiske, maar ze hielp ze toch om haar te
troosten.
„ja hoor, je blijft héélemaal alleen over,
Pa en Moe gaan ook uit, Tini, dan blijf jij maar
alleen hier in huis.'
Tini lachte al weer een beetje, maar 't ging
nog niet erg van harte,
„Nee, Moe, dat weet ik wel, dat u bij me
blijft, maar u kunt toch niet den heelen dag
met me spelen
Nee, dat moest Moe toch toegeven.
„Kom, Tini, het valt misschien nog wel mee".
Vroeger zou Tini al gauw gemopperd hebben,
dat hij haar nu ook altijd alles tegenloopt,
maar dat zei ze nu niet, al bleef ze wel stiller
dan ze eerst geweest was.
Mevrouw vroeg aan Truus hoe lang ze zou
den gaan en Truus, blij dat ze al haar nieuws
vertellen kon, vertelde, dat ze allemaal al een
week voor Kerstmis zouden gana naar Groot
moe. Pa zou vragen aan den meester of ze zoo
lang vrij mochten van school.
Grootmoe wilde het zoo graag hebben; omdat
er van den zomer niets van gekomen was, toen
was zus door haar ziekte te zwak geweest om
weg te gaan en toen was het ook beter geweset,
dat ze hier -bleef dan bij Grootmoe in de stad.
En Truus raakte niet uitverteld over de heer
lijkheden bij Grootmoe.
Toen Truus weg was, vroeg Tini: „Moe,
kunnen wij ook niet naar de stad gaan naar
Oom Niek. Tante vindt het vast goed, als u
het vraagt. Of vraag, of Oom hier komt, net
als verleden jaar."
Wordt yervolgd),