Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. de Beste! IN HOC SIGNO VINCES No. 3808 ZATERDAG 19 DECEMBER 1931 46STE JAARGANG EERSTE BLAD. PRIJS 25 CENTS Op den Uitkijk. Overal verkrijgbaar De Cirkelgang. En de Geest en de Bruid zeggen: Kom. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. bij vooruitbetaling. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTF.NTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. A 22stublrei» *©©r «1© 'Redactie tsestemd, Advertesitiëti ©aa verder® A d «stt aaistrati© fraaocc* «o© te «e«ade» aa© d© Uitgevers In „Het Volksblad" de nieuwe naam voor „Het Volk" staat een artikeltje over een uitgegeven Hon- gaarsch boekje met een zevenhonderd tal foto's, die twintig jaar wereldge schiedenis in beeld geven en waarvan de eerste foto voorstelt de bebloede uniform van Franz Ferdinand, wiens dood de directe aanleiding tot den wereldoorlog was. En toen we na dit artikeltje ge lezen te hebben het blad omsloegen en de laatste pagina van het roode dag blad bekeken de fotopagina dach ten we onwillekeurig: de foto's in dit blad geven óók een geschiedenis, een geschiedenis, die de roode lezers op de andere pagina's van het Volksblad niet zullen lezen. Daar werden enkele foto's gegeven uit het land van Spanje. In de eerste plaats de plechtige installatie van den nieuwen president. Een k o n i n k 1 ij - k e plechtigheid. Voor den ingang van het parlements gebouw is een vorstelijk baldakijn, met het wapen geborduurd, aangebracht en daaronder door betreedt met vorstelijke gratie en geflankeerd door een vorste lijk militaire wacht (de president de trappen van het gebouw. Koetsen met diverse spannen paarden bespannen en gegalonneerde lakeien in stramme hou ding staan voor de trappen. Foto twee toont de eerewacht van den president in zwaar militair uniform. Foto drie vertelt in een onderschrift, dat de jonge Republiek zich al vast op zware tijden schijnt voor te bereiden, en een geweldige observatie-ballon, welke aan „de militaire luchtvaart" werd toegevoegd, wordt getoond. Toen kwam de vraag bij ons op: hoe zien de roode lezers nu dergelijke foto's Want op dezelfde fotopagina wordt ook nog een foto gegeven van een Amerikaansche militaire vliegmachine, met het onderschrift: „Bewapenings waanzin". Waarom datzelfde onder schrift nu ook niet geplaatst onder de Spaansche foto's. Is er principieel verschil Volstrekt niet. De jonge sociaal-democratische re publiek houdt het alles bij het oude. Alleen: voor den koning kwams een president en in plaats van de vriendjes van de monarchale partij krijgen nu de vriendjes van de sociaal-democraten de vette baantjes. Maar het systeem blijft: vorstelijke gratie en eerbetoon, militarisme en be wapening. Zelfs de stierengevechten blijven blijkens een foto op dezelfde pa gina, al zijn ze „officieel" afgeschaft. Hoe is nu de mentaliteit van de lezers der roode dagbladen Slikken die alles, hebben die alle critisch vermogen verloren Zijn het dan geen „bewusten", die weten wat ze willen en wat ze doen Het lijkt een raadsel. In ons goede landje spotten de roode heeren met de uniform. Zelfs in het zelfde nummer van het Volksblad wordt nog met een uniform de draak gestoken. Maar in het buitenland steken de sociaal-democraten zich bij voorkeur graag in de uniform en laten de kop stukken zich heel graag het militair eervertoon welgevallen., Ze zijn even sterk door de „bewapeningswaanzin" aangestoken, om met het Volksdagblad te spreken. En hoe diep grievend de sociaal-democraten in ons landje ook spreken en schrijven over ons Vorsten huis zoo spoedig men in het buiten land een socialistisch president krijgt, staan alle sociaal-democraten klaar om hem met vorstelijke gratie en eerbetoon te omringen. Er wordt in onze „democratische" eeuw wat met de arbeidersklasse ge sold En een groot deel, n.l. „de bewusten" onder de arbeiders, laat heel genoeglijk met zich sollen, om straks, wanneer het lukt door Revolutiegeweld het bestuur in handen der sociaal-democraten te krijgen, te ervaren, dat men in een cirkelgang heeft rondgedraaid. Want de mensch blijft nu eenmaal mensch, in welke omgeving of omstan digheden men hem ook plaatst. Van uit het menschelijk hart zijn de uitgangen des levens. De hartstochten, de neigingen, de begeerten, de wellusten blijven in hem, en daarom kan men den vorm willen veranderen, het wezen blijft. Het is de cirkelgang van het leven, waar de mensch niet uit kan komen. En de massa laat zich telkens weer misleiden. Zij volgt de profeten van haar eeuw. Ook hierin is niets nieuws onder de zon. Het is de droeve, eentonige wentel gang aller eeuwen. Onze eeuw schijnt het hoogtepunt der ideale samenleving nabij .Immers alge meen mannen- en vrouwen- actief- en passief kiesrecht. Ieder spreekt zijn volle stem mee in het koor der publieke opinie. En die publieke opinie is tevens wetgeefster. Maar de sociaal-democraten en com munisten zakken al weer door dit hoog tepunt heen en zinken terug naar oude toestanden van dictatuur der weinigen over velen, om te eindigen in de bruut ste autocratie, de onbeperkte heer schappij van den enkelng, van de heel weinigen, waarvan Rusland ons het veelzeggend voorbeeld geeft. En dan zijn we weer op hetzelfde punt aangekomen, waar we drie, vier eeuwen geleden mee begonnen zijn. De cirkelgang des menschelijken levens. En hoe zou het ook anders kunnen Het Psalmlied der sociaal-democra ten, hun Kerst- en Paasch- en Pinkster- zang is: „Mijn volk wil eigen Heiland zijn". De socialisten willen zich zelf helpen, door eigen hand verlost worden uit het drama, waarin de menschheid gekluis terd ligt. Het is het oude lied, dat reeds op klonk in de tenten van Lamech. En ze zijn als de stomme muis in het cylinderrad, die wel altijd naar boven tippelt, maar altijd naar het diepste punt terugzakt en zichzelf nooit uit den eeuwigen cirkelgang kan verlossen. Want wat geweest is dat is en wat komen zal dat is nu. Dat is de ijzeren wet van het aard- sche leven, al zesduizend jaar lang. De mensch vecht tegen zijn omgeving en zal zich uit de hel van deze wereld lijke smarten verlossen, maar hij ziet niet, dat hij loopt en raast en vliegt in den tredmolen van den eeuwigen cir kelgang. En bij dit alles komt het Kerstfeest weer aanlichten in het donkerst der dagen. En het brengt de prediking, dat de cirkelgang is doorbroken niet door eenig mensch, maar door het Vleesch- geworden Woord En dit feit komt midden in het cen trum der wereld te staan, tot een Rots der behoudenis, en evenzeer tot een Rots der ergernis. Wie de Godsopenbaring aanvaardt zonder voorwaarde, zonder voorbehoud ontworstelt aan den cirkelgang en vindt een opwaartschen levensweg naar het eens verloren Paradijs. Maar wie zich van het Woord van God afkeert en niet den Heiland der wereld aanvaarden wil, zooals H ij ons gegeven wordt, blijft tot in alle eeuwigheid in den cir kelgang gevangen. Hier is de wet voor alle leven. Voor Kerk en Staat, voor maatschappij en sociale leven, voor huisgezin en per soonlijk bestaan. Hoe zult gij het Kerstevangelie ont vangen EEN BEETJE VREEMD. Stellendam hield deze week naar later bleek feitelijk voor niets een spoedeischende raadsvergadering, welke was aangevraagd door een paar raadsleden en de wethouders. Althans, de namen der beide wethouders stonden ook op het verzoek, dat den burgemeester gewerd. Wij vinden dit een wel wat zonderlinge methode, die deze wethouders er op na houden. De Gemeentewet zegt: De Raad vergadert zoo dikwijls de Burgemeester, öf B. 'en W. het noodig oordeelen, of het in gemeenten beneden de 20.000 zielen door 3, in de overige gemeenten door een vijfde der leden schriftelijk, met op gave van redenen, wordt gevraagd. Volgens den Burgemeester hadden de beide wethouders hem vooraf er niet over gesproken. Een wijle legden zij him wethoudersainbt neer en gingen met een paar raadsleden zij aan zij staan. Een zonderlinge opvatting van wat de Ge meentewet wil. De vergaderingen worden persoonlijk door den Burgemeester belegd. Maar óók B. en W. kunnen een vergadering beleggen. De wethou ders hadden het dus in hun hand om -- indien de burgemeester onwillig had mogen blijken, wat we weigeren te gelooven zélf een raads vergadering uit te schrijven. Deze manier van handelen, achter den rug van den burgemeester om, achiten wij niet aan bevelenswaardig. Het is volkomen in strijd met de gemeentewet, die zeer terecht homogeniteit in het college van het dagelijksch Bestuur eischt. Op dergelijke wijze worden er geen ge meentebelangen gediend. We zitten op het eind van het jaar 1931 dan wel aan alle kanten diep in de malaise. Men kan geen raadsverslag lezen of het probleem: hoe de begrooting sluitend te maken, staat in 'het brandpunt der discussie tezamen met de vraag hoe op het allervoordeeligst het moeilijke vraagstuk der werkloosheid kan worden op gelost,. Wie de Kamer-verslagen leest, merkt, dat het daar al precies hetzelfde is. Welk hoofdstuk der begrooting ook aan de orde is, het gaat altijd over „bezuiniging", verlaging van uit gaven en zoo mogelijk verhooging van ont vangsten. Juist vanmorgen las ik in de pers, dat de electrische tram in Rotterdam op een gedeelte van den Ouden Dijk stapvoets moet rijden, om dat de straat daar zoo slecht is en de tramrails vernieuwd moeten worden. Maar er is op 't oogenblik geen geld voor die verbetering, zoo dat de tram maar stapvoets moet rijden tot tijd en wijle het gemeentebestuur weer over geld beschikt. Wel een „crisis-beeld" Geld-schaarschte is er overal. Ook in het zakenleven wordt er' algemeen geklaagd. „Er moet bezuinigd worden" is algemeen het parool. En nochtans desniettegenstaande Op weeldeartikelen en vermaak wordt geen cent bezuinigd. Daarin kent men geen malaise. Een teeken des tijds. Ik heb hier voor mij de cijfers van het aantal bezoekers in de stad Amsterdam van instellingen van vermakelijkheid, zooals schouwburgen, con certen, bioscopen, sport en tentoonstellingen. Het loopt ver over de 11 millioen per jaar alleen voor Amsterdam. Wanneer die menschen voor verfrissching en entree inbegrepen slechts één gulden per keer hebben uitgegeven, heeft de ontspanning alleen aan Amsterdam ruim 11 mil lioen gekost. In andere steden van ons land zal het natuur lijk niet minder zijn. De getallen, die voor het rooken 'en drinken worden uitgegeven, zijn om van te duizelen. In 1931 verrookte ons Nederlandsche volk alleen aan sigaren voor ruim 94 millioen, aan sigaretten ruim 61 millioen en aan tabak bijna 27 millioen, totaal 183 millioen. En ons volk verdronk in dat jaar aan bier bijna 87 millioen, aan wijn ruim 17 millioen en aan gedistilleerd ruim 80 millioen, totaal 184 millioen, zoodat ons volk bijna evenveel ver drinkt als verrookt. Wanneer men dat per hoofd, alles van klein tot groot gaat uitrekenen, blijkt, dat we per hoofd aan rooken 23.22 en aan drinken 32.35 per jaar uitgeven. En dat wordt van jaar tot jaar erger, ook in dezen malaisetijd gaat het getal nog steeds naar boven. Nu hebben we de getallen per hoofd verdeeld, maar natuurlijk is dat niet juist. Kleine kinderen moeten we al direct uitschakelen. Bovendien zijn er tegenwoordig heel wat geheelonthouders, niet alleen van sterke drank, maar evenzeer van het rooken. Ten slotte komt het hier op neer, dat een betrekkelijk gering aantal der bevolking deze geweldig, kapitalen verslinden aan nicotine en alcohol, en niet te vergeten aan publieke vermakelijkheid. Wanneer deze kapitalen konden worden aan gewend voor crisis-uitgaven, b.v. voor werk voorziening, productieve werkverschaffing en steun aan behoeftigen, zou 'het er in ons goede landje heel anders uitzien. Nu weet ik wel, dat deze redeneering geen practisch nut heeft. Geen mensch denkt er over zijn sigaartje neer te leggen en het bedrag, dat h'i aan tabak uitgeeft, af te zonderen voor zijn noordruftigen medemensch. Daar zijn we alle maal veel te egoïstisch voor. En wanneer er dan ook door onze sprekers in publieke vergaderin gen, die voor het een of ander goede doel komen bedelen, gezegd wordt: „slechts één sigaar per week minder en ge hebt het bedrag, dat ik van U vraag", dan weten we allemaal, dat daar niets van komt. Tabak, sigaar en pijp zijn nu eenmaal arti kelen, die we onmisbaar achten. En als het vuur ons al te na aan de schenen wordt gelegd, dan wijzen we op onzen vriend, die bekendheid verwierf door zijn niet-rooken en we stellen de nuchtere vraag: hoe komt het, dat hij geen eigen huis heeft kunnen bouwen van de bedragen, die hij aan niet-rooken heeft uitgespaard En We voelen' ons heel tevreden met dit alles af doend antwoord. Inderdaad, het lijkt alsof al die centen, die we aan rooken uitgeven over gebruik van sterken drank praat ik natuurlijk niet eens anders toch door onze vingers zouden zijn heen- geglipt. En ik moet eerlijk bekenden voor die „niet-rooken" beweging voel ik een heel klein beetje. In mijn jeugdherinneringen hangt het beeld van een oud-oom, die 'bij ons thuis was; een man, die 86 jaar oud geworden is,; een zeer god- vreezend man, die eigenlijk rookende den hemel is ingegaan. Op zijn sterfbed vroeg hij mijn vader nog eens zijn goudsche pijp te stoppen en daar heeft hij nog een paar trekken aan ge daan, voor hij juichende heenging. Ik kan mij dien man niet anders voorstellen dan met groote trekken lurkend aan zijn goudsche pijp, zijn wan gen diep inzuigend en geweldige rookwolken voor zich heen blazend. Én het was altijd een feest als We een nieuwe goudsche pijp bij den „blinde Verolme" mochten halen en die pijp werd ingewijd. Het was altijd het grootste ge not voor ons als hij den brand in zijn pijp had gestoken en hij zich zette om ons zijn fantas tische verhalen, die altijd heel mooi eindigden, met kleur en gebarenspel te vertellen. Ik zou mij dien man niet zonder zijn pijp kunnen voorstellen. Ik geloof, dat het een ge weldige straf voor hem zou geweest zijn als men hem zijn pijp ontnomen had. De pijp was een deel van zijn leven, die pijp bracht de sfeer om hem heen, waarin hij zich gelukkig en te vreden gevoelde. En ik kan mijn lezers ver zekeren, dat die pijp hem noch geestelijk noch lichamelijk hebben geschaad. Neen, ik b'en geen afschaffer van de tabak. Maar toch, als men zulke geweldige getallen ziet, aantallen guldens die jaarlijks door ons rookend volk van Nederland de lucht worden1 ingeblazen, dan denkt men toch wel eens even na. Want we zijn toch ten slotte niet voor ons genot op de wereld en we hebben een roeping ten opzichte van onze medemenschen. En dan denk ik aan wat mij dezer dagen overkwam. Terwijl ik in mijn eentje thuis zat te zuigen aan een heerlijke sigaar en aan mijn werk was, werd er gebeld en stond er toen ik open deed een sjofel uitziende man voor me met een meisje van ongeveer een jaar of vier aan de hand. Die man kwam om een kleinig heidje vragen. Hij liet me zijn klompen zien, die afgesleten waren, een groot gat bij de teenen, zoodat de natte modder aan zijn kousen zat. De man vertelde, dat hij dien dag slechts één keer iets gegeten had. Mijn eerste gedachte was: drink jij niet? en toen: die komen bedelen zijn er niet het kwaadste aan toe. Laat ik er tot mijn verdediging aan toevoegen, dat de bit tere ervaring mij deze gedachten opdrongen. Maar toen ik mijn lekker sigaartje zag en die armoedige verschijning in de deuropening, schaamde ik me en kon den man zoo niet weg sturen. Ik dacht, als-ie me bedriegt, vooruit dan maar. Het is in ieder geval beter, dat ik be drogen word, dan dat ik de wroeging houd, dien man zoo te hebben weggezonden. Want inderdaad, er is groote ellende. Laat ons dat niet vergeten. En nu wordt helaas door socialisme en communisme veel bedorven. Er komt een verkeerden geest onder de menschen, een geest dan opstandigheid, ook een geest van demoralisatie, zoodat zij, die zich bezig houden met de barmhartigheid en zich inspannen om werkloozen aan werk te helpen, maar al te vaak op de meest krenkende manier worden teleur gesteld. En vaak gebeurt het, dat de goeden door de kwaden moeten lijden. Maar toch: er is groote ellende in vele gezinnen en er wordt groote armoe in stilte geleden, soms vlak bij onze deur. En dan denk ik weer aan het nationale crisis- comité, dat onze Prinses heeft ingesteld. Een prachtig idee, dat wortelen moet in de edelste gevoelens van geheel ons volk. En dan praten we maar niet over de mil- lioenen, die ons volk aan weelde en luxe, aan vermakelijkheid en drank en tabak uitgeeft. Dat zal wel zoo blijven, maar het zal tot een natio nale vloek van geheel ons volk worden, wanneer naast deze geweldige bedragen niet anderen tien tallen millioenen komen te staan, die worden geofferd op het altaar der liefdadigheid en der barmhartigheid. Laat ons gerust onze sigaar blijven rooken, maar als dat ten koste gaan moet van onze, roeping, die we hebben ten op zichte van onze armen, dan worden die luxe uitgaven ons tot een vloek en zal God ons voor deze roekeloosheid eenmaal ter verant woording roepen. Op de meeste plaatsen heeft men gehoor ge geven aan den oproep van 'het nationaal crisis- comité om plaatselijke comité's op te richten. Wanneer de menschen uit deze plaatselijke co mité's straks bij u aan de deur komen, open dan uw hart en beurs en komt met geen „maren", doch 'bekent, dat God den blijmoedigen gever lief heeft -En waag het niet met uw sigaar van 8 of 10 cent in den mond te spreken van malaise in eigen bedrijf, want als ons Neder landsche volk zóó tegenover den nood van velen in dezen tijd komt te staan, dan inderdaad zullen de millioenen1 die uitgegeven worden aan tabak, sigaren en sigaretten ,ons tot een nationale schuld worden, tot een volkszonde, die God zal komen bezoeken. UITKIJK. XVII. Volkenbond en Internaionale Arbeidsorgani satie zijn in een gestrengeld door de actie, die van de Arbeidsorganisatie uitgaat. Het sociale en economische leven, en dus ook weer 't finan- tieele, en 't belastingvraagstuk van eiken Staat moet niet alleen door de Arbeidsorganisatie overzien worden, maar door de leden van den Volkenbond ook. Invoer, uitvoer, vrijhandel, protectie, draag kracht der Volken op belastinggebied, bloei en kwijning der Industrieën, landbouw en veeteelt, Crisis't raakt de werkgevers en werk nemers aller landen onderling, maar ook de Regeeringen en dus ook den Volkenbond. De Volkenbond heeft de Internationale Ar beidsorganisatie noodig, omdat daar de econo mische gegevens zijn, en omdat er geen Inter nationale Economische conferentie (1927) kon tot stand komen, tenzij de Arbeidsorganisatie daarbij direct of indirect betrokken wordt, maar de Arbeid heeft ook den Volkenbond noodig, zooals we reeds in ons vorig artikel opmerkten aangaande den 8-urendag: verschillende Staten hebben dien dag nog niet geratificeerd en zullen dat in de eerste tien jaren nóg niet doen: de economische toestanden zijn in de 55 Staten zoo verschillend, dat wel een richtlijn kan gegeven worden, maar een wetsontwerp toch nog niet zoo'n 8 uur dag kan vastleggen. En vooral in een crisistijd als de onze moeten Volkenbond en Arbeid terdege samen overleggen door middel van den Diplomatieken dienst. Loonsverlaging b.v. is nu een onderwerp, dat de Arbeid bijzonder belang inboezemt; stakin gen door heel de wereld zijn aan de orde van den dag; tariefmuren worden al hooger en hoo- ger opgetrokken; een 'tarievenoorlog staat voor de deur; ieder land tracht zichzelf te redden tegen de werkloosheid en de daarmee gepaard gaande steunverieeningen en belastingverhoogin- ■gen met al de nadeelige gevolgen van nog dieper inzinking, radeloosheid der Regeeringen en rede loosheid der hongerende menschen,

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1