PUROL Vaassen Herinneringen aan de stich ting en de geschiedenis van den Fiakkeeschen Boerenbond. Lvin. Ruwe Huid I Ruwe Handen t breedte en diepte Zending spreekt dit jaar in alle :n voorzien is nu Om dat doel te laatste energieke |duizenden circu- itste poging, elijk zoo menige reeds voldoende hog iets meent te ïgend beroep. Als als verleden jaar, Imogelijkheid van >EDERS. ptgeest meldt ons: eigenlijk is, kan zijn broeders vragen (Gen. 37 lat door de Zen- rdt eerst goed als elf op uitgaan, an wel reeds tal end, wanneer het |ar de gemeenten voorbeeld daar- dagen ontvangen loos, die tijdelijk (arneemt. De vol op Zuid-Oost- roemde ressort in ■rbergzame streek is bevolkt door ti, omdat zij geen lm het onherberg- pij tot dusver met er is nog nooit lekomen. et naastbijgelegen tgetogen om deze toeken. Drie man- zelfs zij met hun |inct konden toch niet vinden. Je terugkeeren. vel niet. Zij vua- f>ogte dan zij zelf nder plaatse, rdocht ontvangen, slechts verkeerde [r zooveel belang- dergelijke tocht kt nu de weg be- van zijn, dat dit ■volgd zal worden, ën toenadering is jdingsdrang is er uwe Christenen te Christenen daarbij I? >LDIGING IN igs een opsomming 34 verbonden aan hgeloo :nt van 37 gulden gelden ad 4 duiten dorpsrekening één het torenuurwerk kerkepaden een pr kerkelanden een kraaien en het heerlijkheid van e vrachten takke- open houden van |1, vijf schellingen, •en zesthalf. en der hekken van |den, een dukaton. aaanden van elk een hurf en twee een turf en twee oorganger de voor- pn kerktoren. en bleekveld, be loont gaard, wei- en [aar twee of meer een schepel rogge 4 stuks, voor elke ilen aan de hulzen brood na het ge lest, wat hem het schen reikt de na- de sleutel tot an- iheid brengt nood. gemeten naar onze ïrs. ondere dingen be- n we God. digt zijn niets doen aan alles meedoen. luwen beheerschen nen een schijnbare >m een goeden in- Tracht elkaar te strijd tegen al wat nders naar het ver- De gij de toekomst ts, zoolang ge toor- niet in zee steken ;t onweer het meest bouwen treft, treft en, welke in menig liet veel. De commissie wil tien post voor de hee behouden, maar het presentiegeld daaren- egen verlagen. Als men zoo'n uur of vier a vijf ,i een vergadering zit, is een kop thee geen tixe. Het voorstel der commissie komt in stemming :n wordt met 6 tegen 5 stemmen aangenomen. De heer SCHUT mist een post op de be- irooting wegens contributie aan de Vereeniging /an Nederlandsche Gemeenten en haar provin ce afdeeling. Spr. wijst op het nut van deze •ereeniging nu het Rijk de gemeenten op alle aogelijke wijzen wil gaan beknotten. Hij brengt n herinnering het sympathieke adres aan de Tweede Kamer gericht inzake de voorgenomen corting op de Rijksuitkeeringen. Bovendien is iet een neutrale vereeniging. De kosten aan het idmaatschap verbonden zijn gering. Hij stelt /oor een post van 60 a 70 daarvoor op de jegrooting te brengen. De VOORZITTER stemt toe, dat de ver eniging zeer nuttig werkt. Gelukkig is Middel harnis lid, zoodat hij als zoodanig de vergade ringen kan bijwonen en ook op de hoogte komt van de uitkomende schrifturen. Weth. DIJKERS merkt op, dat het lidmaat schap ook verplichtingen met zich brengt. Twee jaar geleden moest er een eigen gebouw komen m de kosten' daarvan moeten door de leden worden opgebracht. Hij wil de zelfstandigheid der gemeente handhaven. De VOORZITTER zegt, dat er ook voor deden aan verbonden zijn. Men krijgt voorlich ting op verschillend gebied. Weth. MIJS verklaart, dat hij het voorstel van den heer Schut niet kan steunen. Er moet bezuinigd worden en dan moeten we over een hoop heenstappen. Dan kunnen we niet altijd Itijken naar wat nuttig zou kunnen zijn. De heer VAN ES: Maar als de gemeenten daar nu profijt van hebben. Weth. MIJS: Daar is zooveel waar we profijt van kunnen hebben. We zitten in een toestand, dat we tot eiken prijs belastingverhooging moe ten zien te voorkomen. Het voorstel van den heer Sehut wordt alleen door den heer Van Es ondersteund en komt niet in stemming. De post voor vergaderingen wordt met de stem van den heer Le Comte tegen op 100 gebracht. Het salaris van den nachtwaker wordt ge bracht op 800. Bij de post straatverlichting vraagt de heer E. VAN DEN DOEL hoe B. en W. hun be rekening hebben gemaakt. De post is geraamd op 4000 en de commissie vindt dat hoog genoeg. De heer VAN ES zou eenige toelichting ook niet overbodig achten. Hij heeft eens nagegaan wat de straatverlichting tot nog toe gekost heeft en daarnaar gerekend zou de post minstens 5000 moeten zijn. De VOORZITTER antwoordt, dat men dezen post niet moet vergelijken met den vroe- geren post, waaruit de gasverlichting werd be taald. De prijs, die de gemeente voor het gas betaalde, was de productieprijs. In Dirkslana b.v. is de post geraamd op 3600. B. en W. willen op de straatverlichting bezuinigen, zoo dat een bedrag van 4000 niet zal worden ^^overschreden. Dat kan door de lantaarns ge- ^^^iurende een kleiner aantal uren te laten branden. De heer VAN ES: Dan zal er heel wat be zuinigd dienen te worden. De VOORZITTER zegt, dat B. en W. in elk geval ernstig zullen trachten met de ge raamde som toe te komen. De heer SCHUT treft bij het hoofdstuk Volksgezondheid geen post aan wegens subsidie aan de lighallen. Is het de bedoeling om de verleende subsidie aan de vereeniging te ont trekken, dan zal hij voorstellen een bedrag van f 300 daarvoor op de begrooting te plaatsen. De VOORZITTER antwoordt, dat dit geens zins de bedoeling is. Voor 1931 is subsidie verleend op voorwaarde, dat de rekening zou worden overgelegd ten einde te kunnen beoor- deelen of subsidie ook voor 1932 noodig zal zijn. De heer SCHUT neemt met deze toezegging genoegen. Hij stelt vervolgens voor een post van 200 op de begrooting te brengen voor krotopruiming, en een post van 25 voor on derzoek naar de mogeliijkheid van het totstand komen van een schoolartsendienst op Flakkee. De heer VAN ES ondersteunt het laatstge- j noemde voorstel. Wegens onvoldoende ondersteuning komen ^Vmze niet in stemming. De heer SCHUT stelt voor de subsidie aan de vereeniging voor drankbestrijding te ver- hoogen tot het oude bedrag, t.w. 10. De ver- g eeniging verricht nuttig werk en heeft de sub sidie hard noodig. Dit voorstel wordt aangenomen. De heer SCHUT zegt bij den post onderhoud van straten en) pleinen, dat deze post vorig jaar op 4000 werd begroot en nu op 1000. Waar zit dat in Zijn B. en W. van plan om er weinig aan te doen, omdat in verband met den aanleg van de waterleiding straks toch het halve dorp moet worden opgebroken Weth. DIJKERS merkt op, dat de crisis aan deze verlaagde raming ook niet vreemd is. De heer LE COMTE maakt bij den post belooning van de wegers er bezwaar tegen, dat de belooning van den weger met 100 wordt verhoogd. De eene ambtenaar gaat men korten en een ander weer verhoogen, dat klopPniet. Hij ziet geen reden voor die verhooging. De VOORZITTER antwoordt, dat de weger dit jaar een gratificatie heeft gehad en dan zou bij de begrooting de jaarwedde opnieuw worden bekeken. De heer T. VAN DEN DOEL vindt het goed, dat de jaarwedde wordt verhoogd, mits we er dan ook af zijn, dan moeten er naderhand weer geen verzoeken komen wegens belooning voor overwerk. De heer SLIS merkt op, dat de weger in den zomer weken heeft, waarin hij niets te doen heeft. Weth. DIJKERS zegt, dat de Raad zich aan deze verhooging niet kan onttrekken. Overigens is hij het er mee eens, dat het nu ook uit moet zijn. Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen met de stem van den heer Le Comte tegen. De heer E. VAN DEN DOEL deelt mede bij den post „Belooning van kweekelingen", dat de meerderheid der commissie accoord gaat met de door B. en W. voorgestelde afschaffing van den kweekeling met akte aan de openbare lagere school. De heer VAN ES, die een minderheid in de commissie was, deelt mede, dat hij den kweeke ling wil zien gehandhaafd. Hij heeft met ver bazing kennis genomen van het voorstel van B. en W. om met 1 Mei 1932 den kweekeling af te schaffen. Ruim een maand geleden zijn B. en W. met een voorstel gekomen om Mej. Knape, die handwerkles aan de school geeft, voor vast te benoemen op een jaarwedde van 375. B. en W. deden het toen voorkomen alsof deze benoeming in het belang van het onderwijs noodzakelijk was. En nu komen B. en W. zeggen, dat de kweekeling weg moet. Maar als de kweekeling weg gaat, dan gaat er tevens een onderwijzeres in de nuttige hand werken heen. Hij vraagt hoe dit nu in eens mogelijk geworden is. Spr. zegt, dat het voor hem een raadsel is, want aan de school heer- schen nog dezelfde toestanden als een maand geleden. Het ware beter geweest om deze zaak eerder te bezien. Dan had de handwerkonder» wijzeres kunnen zijn ontslagen en de kweeke ling kunnen worden behouden. Dan had men voor 400 meer een volle leerkracht gehad. Spr. heeft informaties ingewonnen. Het is hem gebleken, dat door de handwerkonderwijzeres 5 a 6 uur minder per week les gegeven zou kunnen worden. Met het vervallen van de negenmaandelijksche toelating is er n.l. in een jaar een dubbele aangifte geweest 'en die klas is nu verdwenen. Daarmee zou 225 kunnen worden bespaard als er een paar maanden ge leden geen vaste benoeming ware geschied. Nu heeft het bijzonder onderwijs ook recht op een handwerkonderwijzeres. De VOORZITTER deelt een rapport mede van het hoofd der school. Deze heeft ook be zwaren tegen de wegzending van den kweeke ling. Hij zou dan de handwerkuren buiten de gewone schooltijden willen laten vallen. De heer VAN ES zegt, dat de Inspecteur van het lager onderwijs daartegen ernstige be zwaren heeft. Hij stélt voor om den post weer op 800 uit te trekken. De heer SCHUT ondersteunt het voorstel van den heer Van Es. Het is in het belang van het arbeiderskind, dat geheel op de lagere school is aangewezen. Goed onderwijs is een belang ook voor de maatschappij. Het gaat maar om een bedrag van 800. Hij steunt het voorstel los van de argumentatie, die de heer Van Es gegeven heeft. De VOORZITTER merkt op, dat B. en W. het ook niet gaarne hebben voorgesteld, maar het wordt als bezuinigingsmaatregel bedoeld. De heer LE COMTE vraagt of er wijziging gekomen is in den toestand aan de openbare lagere school De VOORZITTER zegt van niet. De heer SCHUT heeft er in een vorige ver gadering reeds op gewezen, dat hij de voorkeur gaf aan een volle onderwijskracht. Hij zal daar nu niet verder op ingaan, want voor 1 Mei a.s. moet die zaak toch weer aan de orde komen. De VOORZITTER wijst er nog eens op, dat er verschillende posten zijn waar niet op te bezuinigen valt. Dit is een van de posten, die kunnen worden aangesneden. Weth. MIJS zegt, dat als de handwerkuren buiten de gewone schooltijden komen te vallen, ze dan toch betaald moeten worden. Nu kan men wel zeggen van niet, maar dat gaat toch niet aan. En als je nu aan den eenen kant gaat bezuinigen en aan den anderen kant moet je 't weer uitgeven, dan streef je het doel voorbij. Hij heeft zelf het voorstel helpen doen, maar zijn inzicht in deze zaak is gewijzigd. Hij zal zijn stem geven aan een verhoogde post. De heer LE COMTE uit den wensch, dat B. en W. voor 1 Mei 1932 met betere rapporten komen. Weth. DIJKERS wijst er op, dat er be zuinigd moet worden. Er zijn weinig objecten waarop dit kan. Dit was een van de posten, die daarvoor in aanmerking kwamen. Er ligt een wetsontwer pgereed, waarbij de leerlingenschaal op 45 wordt gebracht. Als de Minister nu op het standpunt staat, dat dit kan, dan moeten wij het niet beter willen weten. De Minister is een deskundige op dit gebied. Bezuinigen valt niet mee. Als we pensioen gaan verhalen op de ambtenaren, dan komt er verzet en zoo ook hier. De gemeentekas moet ten slotte beslissen. De heer SGHUT: Niet de gemeentekas, maar het belang van het kind moet beslissen. We moeten op overtollige uitgaven bekrimpen, maar hier is geen overdaad. Het hoofd der school zou zijn toevlucht moeten nemen tot maatrege len, die de Inspecteur niet zou goedkeuren. De heer T. VAN DmlN DGcjL zegt, üat de inkomsten op de begrooting zoo hoog mogelijk zijn geraamfl, de uitgaven daarentegen zoo Jaag mogenjk. De meerderheid der commissie meent, dat met het voorstel van B. en W. accoorci moet worden gegaan. Weth. iviijb wijst er op, dat de rapporten niet volledig zijn. Hij wil zian geenszins binden om met 1 Mei a.s. den kweekling te handhaven, maar is erwel voor om den post op j 8üü te brengen en dan later over de al of met hand having te beslissen. Het voorstel van den heer Van Es wordt aangenomen. De heer VAN ES informeert bij den post „Kosten leermiddelen"' of de lagere raming een gevolg is van bezuiniging. De VOORZITTER deelt mede, dat deze post in overleg met het hoofd der school aldus wordt uitgetrokken. ■De heer SCHUT stelt voor een post op de begrooting te brengen voor schoolkieeding. Hij acht het noodzakelijk, dat onder het oog worde gezien, dat in deze tijden de kleeding van som mige kinderen van dien aard is, dat het onder wijs niet met vrucht kan worden gevolgd. De Leerplichtwet geeft de bevoegdheid om kleeding te verschaffen en daarvan wil hij gebruik ma ken. Het staat heelemaal los van principiën. Ook kinderen van bijzondere scholen profiteeren daar soms van. In diverse gemeenten is de nood zakelijkheid van zulk een post 'reeds gevoeld. In Dordrecht b.v. is deze post zelfs van j 14000 in het vorige jaar gebracht op 16000. Hij wil 200 voor dit doel uittrekken. Wegens gemis aan steun komt het voorstel niet in stemming. De heer E. VAN DEN DOEL zegt, dat de commissie den post voor talencursussen, ge raamd op 300, wil schrappen. Het voorstel wordt met 7 tegen 4 stemmen verworpen. De heer E. VAN DEN DOEL deelt mede, dat de commissie den post wegens subsidie aan den landbouwhuishoudcursus wil verminderen. Weth. MIJS wil er niet veel van zeggen, maar kan toch niet nalaten er op te wijzen, dat de Raad een zedelijke verplichting tegenover den landbouwhuishoudcursus heeft. Het is een wettige instelling. De heer SLIS merkt op, dat meisjes uit alle klassen dezen cursus bezoeken. Er gaan er ook op, die geen schoolgeld behoeven te betalen. De commissie trekt het voorstel in. De heer SCHUT merkt bij den post werk verschaffing op, dat deze post, geraamd op 2000, te laag is. De werkverschaffing zal heel wat kosten. (Dok mist hij een post voor steun- verleening. De heer E. VAN DEN DOEL antwoordt, dat de commissie voorstelt om den post werk verschaffing met 500 te verhoogen en een post voor steunverleening in te stellen van 1500. Spr. merkt op, dat toen B. en W. de begrooting aan den Raad aanboden, nog geen steunregeling bestond, zoodat B. en W. daar ook geen rekening mee konden houden. De heer SCHUT vraagt hoe B. en W. zich deze zaak hadden gedacht. De VOORZITTER antwoordt, dat het Rijk vermoedelijk een 60 a 70 in de kosten zal bijdragen. Het voorstel der commissie wordt met alge meene stemmen aangenomen. De heer SCHUT wil de subsidie voor de geitenfokvereeniging weer op 25 brengen. Weth. DIJKERS antwoordt, dat deze ver eeniging indertijd voor een tekort zat. Hij ver meent, dat de vereeniging nu zichzelf wel kan helpen. De heer ROETMAN zegt, dat de vereeniging de subsidie nog wel kan gebruiken. Het voorstel van den heer Schut wordt aan genomen. De heer SCHUT informeert hoe het kasgeld wordt bewaard, voor zoover dat niet direct noodig is. De VOORZITTER antwoordt, dat dit geld uitstaat bij de Rotterdamsche Bankvereeniging. De gemeente heeft daarvoor onderpand. De 'heer SCHUT wil weten of B. en W. reeds voorzieningen hebben getroffen als ze te eeniger tijd behoefte zouden hebben aan kasgeld. De VOORZITTER zegt, dat daar voorloopig nog geen sprake van is. De heer SCHUT heeft gezien, dat als winst van de gasfabriek over 1930 is geraamd 29/70 gedeelte van die winst. Hoe kan dat, waar de gemeenschappelijke regeling slechts toelaat om 2/3 gedeelte van de winst aan de gemeente uit te keeren. Hier is er dus op gerekend om de volle winst aan de gemeenten uit te keeren en zal Sommelsdijk daarvan 29/70 gedeelte krijgen. De heer JOPPE deelt mede, dat de Commis sie van Beheer besloten heeft om de volle winst aan de gemeenten 'uit te keeren. De heer SCHUT ziet, dat de post keur- en slachtloonen met 400 verhoogd is uitgetrokken en geraamd wordt op .2500. De post wegens aandeel in het batig slot van den keuringsdienst, welke vorig jaar voor pro memorie werd ge raamd, staat nu op 500. De VOORZITTER licht toe, dat beide ver hoogingen een gevolg zijn van scherpere ra mingen. De heer SCHUT vraagt of dit misschien ook het geval is met den post markt- en weeggelden, welke nu op 2000 staat De VOORZITTER stemt dit toe. De heer SCHUT ziet, dat de post wegens vergoeding van het Rijk voor gebruik van een lokaal der Bewaarschool, ten vorigen jare nog geraamd, thans niet meer op de begrooting voorkomt. De VOORZITTER zegt, dat het Rijk eertijds gebruik maakte van een lokaal der Bewaar school voor de oefeningen van den bijzonder vrijwilligen landstorm, maar thans niet meer. De heer SCHUT maakt de opmerking, dat de post uitkeering van het Rijk wegens hoofd som der grondbelasting op de gebouwde eigen dommen, geraamd op 3300, en de post wegens 80 opcenten op de hoofdsom dier belasting, geraamd op 3400, niet met elkander kloppen. Laatstgenoemde post had 120 hooger kunnen zijn geraamd. De SECRETARIS antwoordt, dat deze cij fers gegrond zijn op ramingen van den Inspec teur der directe belastingen. Het zit in afron ding van bedragen. Weth. DIJKERS wil het maar zoo laten. Weth. MlJS: Het is misschien de eenigste meevaller in de begrooting. De heer E. VAN DEN DOEL stelt namens de commissie voor om het aantal opcenten op de hoofdsom der gemeentefondsbelasting van 50 te brengen op 65. Dan brengt de post 1500 meer op. De heer SCHUT wil deze opcenten progres sief heffen. Het komt hem voor, dat deze zaak nader onder de oogen moet worden gekeken. Hij heeft op de Secretarie geïnformeerd of men hem aan gegevens kon helpen, maar deze zouden aan den Inspecteur der directe belastingen moe ten worden gevraagd. Anders had hij met een uitgewerkt voorstel gekomen. Het komt hem onjuist voor om alle inkomens maar over een kam te scheren. Er is nog tot 1 Januari tijd om deze zaak te bezien. Hij acht het gewenscht, dat gegevens worden gevraagd, In een vorige vergadering is hij gekomen met een voorstel tot wijziging van de verordening op de heffing der personeele belasting, ten einde te voorkomen, dat er een wanverhouding zou ontstaan. Het is een niet geringe sprong, die hier gemaakt wordt van 15 opcenten op 65. Het verband wordt totaal verbroken. De belastingen moeten billijk over de burgers worden verdeeld. Weth. DIJKERS zegt, dat verleden jaar de zaak van alle kanten is bekeken.. De Raad heeft zich toen in principe tegen progressieve heffing verklaard. De heer SCHUT zegt, dat de omstandigheden toch kunnen veranderen. Weth. DIJiUlKS betoogt, dat de gemeente- fondsDelasting reeds progressief geheven wordt. Oaan we de opcenten nu ook nog eens progres sief heften, dan krijgen we progressie op pro gressie. De heer SCHUT zegt, dat de heer Dijkers hier als belastingspecianst wil optreden. Dat gaat wel op een vergadering van zijn kiesver- eeniging, maar hier niet. Op voorstel van B. en W. is indertijd besloten tot een progressieve heffing van opcenten op de personeele belasting. En de personeele belasting zelf wordt ook al progressief geheven 1 Dus nu moet men niet zeggen, dat men geen progressie op progressie wil. Het heffen van M opcenten op de ge- meentefondsbelasting beteekent reeds een strop voor de lagere inkomens, en nu zal dat nog niet genoeg wezen, nu moet men nog tot 65. En alles komt hierop neer, dat de kleine man verhoogd wordt en het groote inkomen verlaagd. Spr. noemt het schrikbarend. Dat is zoo geen be handeling van zaken. En Jan Boezeroen moet het gelag betalen, daar draait het op uit 1 Het voorstel van de commissie wordt aan genomen. De heer SCHUT merkt op bij den post der begrooting, waaruit blijkt, dat deze gemeente is ingedeeld in de 3e klasse voor de gemeente fondsbelasting, dat dit onbillijk is. De lagere inkomens worden het meest bezwaard. Hij zal volstaan met deze opmerking en geen voorstel indienen om de gemeente in een andere klasse in te deelen, aangezien dit toch geen effect zal hebben. De heer E. VAN DEN DOEL merkt namens de commissie, belast met het onderzoek der begrooting op, dat zij een post wil toevoegen groot 1500 voor eventueele steunverleening. Deze kosten waren te bestrijden door daar tegenover te plaatsen een post tot dezelfde som, zijnde een gedeelte van de vermoedelijke winst der gasfabriek over 1932. De heer M. JOPPE merkt op, dat dit toch niet op gaat. Er zou reeds winst geraamd wor den van een bedrijf, waarvan nog niet eens vast staat, dat dit winst zal maken. De heer SCHUT vraagt waar het een vol gend jaar heen zal moeten als we nu reeds der gelijke dingen gaan doen. Het voorstel van de commissie wordt 7 tegen 4 stemmen aangenomen. Tegen de heeren Joppe, Korteweg, Schut en Slis. Hierna wordt de gemeentebegrooting aange nomen met 10 stemmen tegen 1 stem, t. w. van den heer Schut. Vervolgens vraagt de VOORZITTER B. en W. te machtigen om met Middelharnis tot over eenstemming te komen ter zake het afgraven van den Oostdijk, de Oost-Krakeelstraat en den' Langeweg, zulks in verband met het plan om in Middelharnis het Zandpad af te graven. De heer LE COMTE informeert hoeveel de Langeweg afgegraven zou moeten worden. De één zegt 60 c.M. en een ander 1.20 M. Wanneer dit laatste het geval zou zijn, wil spr. er op wijzen, dat dit onmogelijk is. Bestaat de moge lijkheid niet, dat de Oostdijk blijft zooals hij is en dat de afrit komt op grondgebied van Middelharnis Indien dit niet zou gaan, dan wordt de afrit van den Oostdijk in deze ge meente onmogelijk. De heer MIJS zet uiteen hoe het naar zijn oordeel zou moeten worden. De heer LE COMTE vraagt wie de kosten zal moeten betalen. De VOORZITTER: De Gasfabriek. De heer LE COMTE: Dat zou wat jnoois worden. Een wisselplaats zou niet door de Gas fabriek worden' betaald. Daar verzet Middel harnis zich tegen en nu voor de verfraaiing van Middelharnis, waarmede de gasfabriek niets te maken heeft, zouden de kosten wel door die fabriek moeten worden betaald. Dat zal niet gaan. Daarover zullen we nog wel eens praten. De heer VAN ES wil B. en W niet mach tigen deze zaak af te wikkelen. Hierover dient met den Raad te worden gesproken. We weten nog geen kosten' en zouden dus, wanneer we machtiging gaven, een kat in den zak kunnen koopen. Dat doen we niet. De VOORZITTER zegt, dat hij een plan zal laten klaarmaken, overleg met den Raad zal plegen en trachten deze zaak gemeenschap pelijk op te lossen. De heer T. VAN DEN DOEL merkt op, dat een géheelen middag gezocht wordt naar in- ikjomsten, waaruit verschillende uitgaven be streden moeten worden. Nu rijst bij hem de vraagwaaruit zal dit dan weer bekostigd worden De VOORZITTER: Uit een geldleening. Alsnu stelt de VOORZITTER de rondvraag aan de orde. De heer VAN ES vraagt inlichtingen over een te dempen sloot in den Stoofhoek. De VOORZITTER deelt mede, dat een ge heel rioleeringsplan klaar ligt en dat in den Stoofhoek succesievelijk zal worden gerioleerd. De heer SCHUT zegt, dat er verschillende gemeenten zijn, die meenen met de a.s. Kerst dagen iets bijzonders voor de werkloozen te moeten doen. Hij wil met Kerstmis een extra uitkeering doen, bestaande in natura. In verband hiermede stelt hij het volgende voor Voor de Kerstgave komen in aanmerking gezinshoofden en daarmede gelijk te stellen per sonen, te weten a. bedeelden door het Burgerlijk Armbestuur; b. de door de Diaconiën ondersteunden, voor zoover zij een steun van twee gulden vijftig cents of meer per week genieten, mits de Dia coniën dat wenschen en bereid zijn namen van de h, i. voor die gave in aanmerking komende personen mede te deelen c. personen, die uit hun werkloozenkas uit keering genieten en sinds 1 November 1931 ge durende ten minste twee weken werkloos zijn geweest d. personen, die in bovengemeld tijdvak werk loos zijn geweest, doch zijn uitgetrokken en als werkloos bij de Arbeidsbemiddeling zijn inge schreven. Voor deze Kerstgave worden bons verstrekt, waarop verkrijgbaar zijn: 1 K.G, suiker, 1 K.G. groene erwten, 1 K.G. bloem, 1 K.G. bruine boonen, 1 pond rijst, 1 pond gele zeep, pond koffie, 1 pond havermout, 2 halve pondspakken bak -en braadvet, \Yi pond eerste kwaliteit rundvleesch, pond rundvet en 2 mud cokes. Gezinnen van 4 tot en met 6 personen krijgen bovendien: K.G. bruine boonen, Yi pond rijst, Vi pond havermout, J/2 pond eerste kwali teit rundvleesch en 1 ons rundvet. Gezinnen boven 6 personen krijgen bovendien het dubbele van hetgeen de gezinnen van 4 tot en met 6 personen extra krijgen. Aan de besturen der vakbonden en de Dia conale colleges wordt een rondschrijven gericht, waarbij verzocht wordt de noodige gegevens te verstrekken voor de uitvoering van dit besluit. Weth. MIJS vraagt naar aanleiding van dit voorstel of dit eigenlijk niet in flagranten strijd is met hetgeen de heer Schut in zijn algemeene beschouwingen gezegd heeft omtrent steunver leening en armenzorg. Spr. meent, al is het dat de heer Schut het een uitkeering noemt, zijn voorstel om verstrekkingen in natura te doen, dit een reinste vorm van bedeeling is. Er zijn nog verschillende menschen, die beleedigd zou den zijn wanneer men hun een soepkaart of iets dergelijks zou aanbieden. Zoo ook in deze. Hij acht den heer Schut niet consekwent. De heer SCHUT zegt, dat zijn voorstel juist past in het kader van de steunverleening, zooals we die hier hebben. De menschen behoeven absoluut niet beleedigd te zijn, want alles wordt verstrekt onder stipte geheimhouding. Alles wordt via de Diaconie, armbestuur en vakbon den' verstrekt. Hij ziet niet de minste tegen strijdigheid in zijn voorstel en de door hem gehouden algemeene beschouwingen. Weth. MIJS blijft bij zijn meening. Indien er iets extra's zou worden gedaan, alsdan moest het op de wijze zooals we in Sommelsdijk ge woon zijn. Of wil de heer Schut het doen zoo als b.v. in Duitschland, waar alles in natura wordt versterkt Hierop zal de heer Schut wel geen antwoord geven. Wat voorsteller wil is zuivere bedeeling. De heer SLIS vraagt hoeveel de kosten van het voorstel zullen zijn. Spr. heeft een zeker bedrag voor iets dergelijks beschikbaar. De VOORZITTER merkt op, dat de heer Slis een bedrag van de verloting op het oog heeft. Of dit voor dit doel gebruikt mag worden weet spr. niet. Hierover zou eerst met Den Haag gesproken moeten worden. De heer SCHUT zet zijn meening tegenover den' heer Mijs nader uiteen. Hij zou het droeve lot van de werkloozen met de Kerstdagen wat op willen vroolijken. De behoeftigen zullen een en ander dankbaar accepteeren. Er is van ver nedering van sommige personen in 't geheel geen sprake. Verschillende gemeenten hebben reeds in den zin zooals door hem bedoeld, be sloten. Alle partijen hebben daartoe medege werkt. Hij kan het bezwaar van den heer Mijs dan ook niet deelen. Hij zou deze uitkeering juist met Kerstfeest willen doen, omdat dat feest toch altijd nog een beteekenis heeft van licht en overgang naar een schooner toekomst. Het voorstel van den heer Schut wordt niet ondersteund en alzoo niet in stemming gebracht. De heer LE COMTE heeft gehoord, dat wanneer er eenig verlet is bij de tewerkstelling door regen, alsdan het loon niet wordt door betaald. Spr. zou dit veranderd willen zien. Met algemeene stemmen wordt besloten ver let wegens regen door te betalen. Alsdan gaat de vergadering over in een ge heime zitting, ter bespreking sollicitanten klok- opwinder. Na heropening der deuren wordt als zoodanig voor den tijd van één jaar met algemeene stem men benoemd de heer G. van der Sluijs Fz. Dan sluiting. K. Naar aanleiding van de jongste regeerings- besluiten zou een audiëntie worden aangevraagd bij den Minister van Landbouw. Op dit verzoek kwam geen antwoord binnen, doch wel van week tot week nieuwe en al maar scherpere besluiten. Het kleine restje vrijheid, dat er nog gelaten was, verminderde met elk besluit en die volgden elkander zoo snel op, dat het vrijwel onmogelijk was ze alle bij te houden en te bestudeeren. Van alle kanten kwamen er klachten, raadge vingen en verzoeken, doch óók verwijten over niets doen of verkeerd doen. Langzamerhand werd de toestand als in de laatste dagen onder Van der Koogh's bestuur, en zoo onredelijk als het toen was, was het nu. Er werd veel gedaan en hard gewerkt, maar de overmacht was te sterk, 's lands nood te groot. Alle afdeelingen en adviseurs te beantwoorden was onmogelijk, waarom besloten werd een hoofdbestuursvergadering ie houden, welke werd bepaald op 18 October 1917. De jeremiades, welke op deze vergadering te beluisteren waren, zullen we hier niet omschrij ven. Ze waren vele en ernstig. Er werd in overweging gegeven te verzoeken het drogen van allerlei groenten te verbieden, in verband met de groote schaarste aan brand stof, de cichoreifabrieken begonnen moeite te krijgen om voldoende coces machtig te worden voor hun bedrijf. Voorstellen om zoo min mo gelijk tarwe uit te zaaien, werd allerwege af gekeurd als misdadig. Deze vergadering had vooral dit zegenrijke gevolg, dat door het optreden van enkele be stuursleden de overtuiging begon door te drin gen, dat de Regeeringsmaatregelen niet werden genomen1 om de boeren te plagen, doch ten be hoeve van het geheele volk, met name de groote steden. V Doos 30 cent. Ruwe Lippen Bij Apoth. en Drogist Intusschen was het aantal crisisbureaux met één vermeerderd, n.l. de N.V. „Bieta", geves tigd aan den Visschersdijk te Rotterdam. Deze instelling was belast met de vordering en de distributie van mangelwortelen, koolrapen, sui ker- en paardepeen en aiie andere wortelgewas sen. In de Staatscourant van 28 September 1917 waren de prijzen vastgesteld: Mangelwortelen 22, Rapen 20, Paardepeen 2t per 1000 K.G. franco boord of station. Alfè handel was nu verboden, ook zelfs het vervoer van het eene dorp naar het andere, zonder een door „Bieta" afgegeven vervoerbewijs. De kring werd dus al maar nauwer toegehaald en de ontevre denheid werd van dag tot dag grooter. Op 23 October 1917 hadden wij op de af deeling „Crisiszaken" een onderhoud met Mans- holt, waarmede we niets vorderden, doch waar we alleen te weten kwamen wat we reeds wisten of konden weten, n.l. dat de nood steeds hooger klom en dat alleen een krachtig bestuur, dat de teugels ferm in de hand hield, ons volk kon behoeden voor den ondergang. Ook den afzet der aardappelen gaf ons heel veel moeite en zorg. Alles beschrijven wat er gebeurd is, zou onmogelijk zijn in dit bestek, zoodat wij ook van |de aardappelvordering slechts het voornaamste zullen vermelden. Met de distributie werd door de Regeering belast de „Rotterdamsche Vereeniging van Fruit- en Groentenexpourteurs". Alle beurtschippers op Rotterdam en alle gewone aardappelhandelaren en schippers, die daarvan lid waren of werden, kregen hun aandeel in de werkzaamheden, an in de winst, welke niet gering was, en waa^edt later nog een procedure is ontstaan met v»or sommigen buitengewoon slechten afloop In de Staatscourant van 25 September 1917 waren de bepalingen opgenomen inzake de op gaaf, prijs enz. Daarin werd vermeld, dat een niet eerlijke opgaat van aanwezige voorraad of hoeveelheid den landbouwer zou worden aan gerekend met één jaar gevangenisstraf of j 10.000 (zegge tienduizend gulden) boete. Als dat niet hielp, hielp niets 1 Dan kwamen de prijzen: Kleiaardappelen (dus de Flakkeesche) 6 per 100 K.G. tot 15 Oct., daarna tot 1 Februari 1918 6.70, van 1 Fe bruari tot 15 April 1918 bovendien 0.075 bewaarloon per week, van 15 April tot 15 Mei 0.125 en na dien datum 0.15 per week bewaarloon. Door tal van bezadigde en onbevooroordeelde landbouwers werd gulweg verklaard, dat de prij zen beter waren dan in den besten vóóroorlog- schen tijd. Alleen maar bleef het bij sommige groepen kankeren over de geknotte vrijheid, eigenlijk over het bloote feit, dat bij vrijen handel het dubbele zou gemaakt kunnen worden van wat nu in uitzicht werd gesteld Verbazing zou het wekken, wanneer volledig vermeld werd wat het Bondsbestuur met de aardappelen te doen heeft gehad. Gelukkig was het, dat de Regeeringscommissaris met den Di recteur van het Provinciaal Productiekantoor meerdere malen voor conferenties den Bond uit- noodigde. Dezerzijds werd dan regelmatig het geheele hoofdbestuur opgeroepen ter bijwoning daarvan. Daar werd dan de geheele vordering met al den aankleve van dien grondig besproken en altoos was het resultaat van grooter beteekenis dan adresseeren. In October 1917 had het bestuur nog de enkele schapenhouders op Flakkee in de ge legenheid gesteld, om hun dieren aan de Pro vinciale Combinatie voor uitvoer in handen te geven voor uitvoer naar Engeland. In par tijen van 7000 stuks of meer werden deze in convooi met andere schepen de Noordzee over gezet, doch de belangstelling was te gering, zoo dat daarvan niet is geprofiteerd. De dato 22 October 1917 ontvingen wij een uitnoodiging van den Minister om onze bezwaren en grieven tegen allerlei dingen persoonlijk te komen toelichten op de afdeeling „Crisiszaken" aan den Kneuterdijk te 's-Gravenhage. 't Bestuur is daar, zij het met eenigen tegenzin, heenge gaan. 't Stond reeds vast bij dit college, dat slechts kleinigheden misschien voor rivisie in aanmerking zouden komen, doch het car- dinale punt: v r ij h e i d, zeker niet I Deze verwachting werd inderdaad bewaar heid. Evenwel moet tevens worden gezegd, dat tal van kleinigheden, welke stoornis verwekten bij de aflevering, de betaling e. d„ werden onder vangen door betere, zoodat we niet voor niets naar Den Haag waren gereisd. Op 2 November 1917 werd er een bestuurs vergadering gehouden, welke vooral om twee dingen noodzakelijk was. Eerstens ging het ge rucht, dat de agent van „Bieta" in Den Bommel, tevens handel dreef op Duitschland, hetwelk in lijnrechten strijd was met de betreffende bepalin gen, Nadien bleek, dat dit gerucht onwaar was, doch te dier tijde waren de menschen, schier zonder uitzondering, overgevoelig en de wan gunst algemeen ten top gestegen. Het ging alleen maar over geld verdienen. Wanneer men meende, dat iemand op handige wijze een buitenkansje had gehad, dan moest het bonds bestuur dat weten, onderzoeken en verbieden In de tweede plaats moest door het bestuur een beslissing worden genomen over het ver zoek om bij de V. N. A. aan te sluiten. Dit werd met groote meerderheid van stemmen ver worpen. Toch legde de minderheid van het be stuur zich daarbij maar zóó niet neer. Op de volgende bestuursvergadering van 6 December kwam de V. N. A. alweer ter sprake en weer werd met dezelfde stemmenverhouding besloten niet bij haar aan te sluiten, en als motief daar voor te berichten, dat de Flakkeesche Boeren bond zijn zelfstandigheid door aansluiting niet wenschte prijs te geven.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 9