PUROL
Vaassen
Herinneringen aan de stich
ting en de geschiedenis van
den Fiakkeeschen
Boerenbond.
Lvin.
Ruwe Huid I
Ruwe Handen t
breedte en diepte
Zending spreekt
dit jaar in alle
:n voorzien is nu
Om dat doel te
laatste energieke
|duizenden circu-
itste poging,
elijk zoo menige
reeds voldoende
hog iets meent te
ïgend beroep. Als
als verleden jaar,
Imogelijkheid van
>EDERS.
ptgeest meldt ons:
eigenlijk is, kan
zijn broeders
vragen (Gen. 37
lat door de Zen-
rdt eerst goed als
elf op uitgaan,
an wel reeds tal
end, wanneer het
|ar de gemeenten
voorbeeld daar-
dagen ontvangen
loos, die tijdelijk
(arneemt. De vol
op Zuid-Oost-
roemde ressort in
■rbergzame streek
is bevolkt door
ti, omdat zij geen
lm het onherberg-
pij tot dusver met
er is nog nooit
lekomen.
et naastbijgelegen
tgetogen om deze
toeken. Drie man-
zelfs zij met hun
|inct konden toch
niet vinden.
Je terugkeeren.
vel niet. Zij vua-
f>ogte dan zij zelf
nder plaatse,
rdocht ontvangen,
slechts verkeerde
[r zooveel belang-
dergelijke tocht
kt nu de weg be-
van zijn, dat dit
■volgd zal worden,
ën toenadering is
jdingsdrang is er
uwe Christenen te
Christenen daarbij
I?
>LDIGING IN
igs een opsomming
34 verbonden aan
hgeloo
:nt van 37 gulden
gelden ad 4 duiten
dorpsrekening één
het torenuurwerk
kerkepaden een
pr kerkelanden een
kraaien en het
heerlijkheid van
e vrachten takke-
open houden van
|1, vijf schellingen,
•en zesthalf.
en der hekken van
|den, een dukaton.
aaanden van elk
een hurf en twee
een turf en twee
oorganger de voor-
pn kerktoren.
en bleekveld, be
loont gaard, wei- en
[aar twee of meer
een schepel rogge
4 stuks, voor elke
ilen aan de hulzen
brood na het ge
lest, wat hem het
schen reikt de na-
de sleutel tot an-
iheid brengt nood.
gemeten naar onze
ïrs.
ondere dingen be-
n we God.
digt zijn niets doen
aan alles meedoen.
luwen beheerschen
nen een schijnbare
>m een goeden in-
Tracht elkaar te
strijd tegen al wat
nders naar het ver-
De gij de toekomst
ts, zoolang ge toor-
niet in zee steken
;t onweer het meest
bouwen treft, treft
en, welke in menig
liet veel. De commissie wil tien post voor de
hee behouden, maar het presentiegeld daaren-
egen verlagen. Als men zoo'n uur of vier a vijf
,i een vergadering zit, is een kop thee geen
tixe.
Het voorstel der commissie komt in stemming
:n wordt met 6 tegen 5 stemmen aangenomen.
De heer SCHUT mist een post op de be-
irooting wegens contributie aan de Vereeniging
/an Nederlandsche Gemeenten en haar provin
ce afdeeling. Spr. wijst op het nut van deze
•ereeniging nu het Rijk de gemeenten op alle
aogelijke wijzen wil gaan beknotten. Hij brengt
n herinnering het sympathieke adres aan de
Tweede Kamer gericht inzake de voorgenomen
corting op de Rijksuitkeeringen. Bovendien is
iet een neutrale vereeniging. De kosten aan het
idmaatschap verbonden zijn gering. Hij stelt
/oor een post van 60 a 70 daarvoor op de
jegrooting te brengen.
De VOORZITTER stemt toe, dat de ver
eniging zeer nuttig werkt. Gelukkig is Middel
harnis lid, zoodat hij als zoodanig de vergade
ringen kan bijwonen en ook op de hoogte komt
van de uitkomende schrifturen.
Weth. DIJKERS merkt op, dat het lidmaat
schap ook verplichtingen met zich brengt. Twee
jaar geleden moest er een eigen gebouw komen
m de kosten' daarvan moeten door de leden
worden opgebracht. Hij wil de zelfstandigheid
der gemeente handhaven.
De VOORZITTER zegt, dat er ook voor
deden aan verbonden zijn. Men krijgt voorlich
ting op verschillend gebied.
Weth. MIJS verklaart, dat hij het voorstel
van den heer Schut niet kan steunen. Er moet
bezuinigd worden en dan moeten we over een
hoop heenstappen. Dan kunnen we niet altijd
Itijken naar wat nuttig zou kunnen zijn.
De heer VAN ES: Maar als de gemeenten
daar nu profijt van hebben.
Weth. MIJS: Daar is zooveel waar we profijt
van kunnen hebben. We zitten in een toestand,
dat we tot eiken prijs belastingverhooging moe
ten zien te voorkomen.
Het voorstel van den heer Sehut wordt alleen
door den heer Van Es ondersteund en komt
niet in stemming.
De post voor vergaderingen wordt met de
stem van den heer Le Comte tegen op 100
gebracht.
Het salaris van den nachtwaker wordt ge
bracht op 800.
Bij de post straatverlichting vraagt de heer
E. VAN DEN DOEL hoe B. en W. hun be
rekening hebben gemaakt. De post is geraamd
op 4000 en de commissie vindt dat hoog
genoeg.
De heer VAN ES zou eenige toelichting ook
niet overbodig achten. Hij heeft eens nagegaan
wat de straatverlichting tot nog toe gekost heeft
en daarnaar gerekend zou de post minstens
5000 moeten zijn.
De VOORZITTER antwoordt, dat men
dezen post niet moet vergelijken met den vroe-
geren post, waaruit de gasverlichting werd be
taald. De prijs, die de gemeente voor het gas
betaalde, was de productieprijs. In Dirkslana
b.v. is de post geraamd op 3600. B. en W.
willen op de straatverlichting bezuinigen, zoo
dat een bedrag van 4000 niet zal worden
^^overschreden. Dat kan door de lantaarns ge-
^^^iurende een kleiner aantal uren te laten branden.
De heer VAN ES: Dan zal er heel wat be
zuinigd dienen te worden.
De VOORZITTER zegt, dat B. en W. in
elk geval ernstig zullen trachten met de ge
raamde som toe te komen.
De heer SCHUT treft bij het hoofdstuk
Volksgezondheid geen post aan wegens subsidie
aan de lighallen. Is het de bedoeling om de
verleende subsidie aan de vereeniging te ont
trekken, dan zal hij voorstellen een bedrag van
f 300 daarvoor op de begrooting te plaatsen.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit geens
zins de bedoeling is. Voor 1931 is subsidie
verleend op voorwaarde, dat de rekening zou
worden overgelegd ten einde te kunnen beoor-
deelen of subsidie ook voor 1932 noodig zal zijn.
De heer SCHUT neemt met deze toezegging
genoegen. Hij stelt vervolgens voor een post
van 200 op de begrooting te brengen voor
krotopruiming, en een post van 25 voor on
derzoek naar de mogeliijkheid van het totstand
komen van een schoolartsendienst op Flakkee.
De heer VAN ES ondersteunt het laatstge-
j noemde voorstel.
Wegens onvoldoende ondersteuning komen
^Vmze niet in stemming.
De heer SCHUT stelt voor de subsidie aan
de vereeniging voor drankbestrijding te ver-
hoogen tot het oude bedrag, t.w. 10. De ver-
g eeniging verricht nuttig werk en heeft de sub
sidie hard noodig.
Dit voorstel wordt aangenomen.
De heer SCHUT zegt bij den post onderhoud
van straten en) pleinen, dat deze post vorig
jaar op 4000 werd begroot en nu op 1000.
Waar zit dat in Zijn B. en W. van plan om
er weinig aan te doen, omdat in verband met
den aanleg van de waterleiding straks toch het
halve dorp moet worden opgebroken
Weth. DIJKERS merkt op, dat de crisis aan
deze verlaagde raming ook niet vreemd is.
De heer LE COMTE maakt bij den post
belooning van de wegers er bezwaar tegen, dat
de belooning van den weger met 100 wordt
verhoogd. De eene ambtenaar gaat men korten
en een ander weer verhoogen, dat klopPniet.
Hij ziet geen reden voor die verhooging.
De VOORZITTER antwoordt, dat de weger
dit jaar een gratificatie heeft gehad en dan zou
bij de begrooting de jaarwedde opnieuw worden
bekeken.
De heer T. VAN DEN DOEL vindt het
goed, dat de jaarwedde wordt verhoogd, mits
we er dan ook af zijn, dan moeten er naderhand
weer geen verzoeken komen wegens belooning
voor overwerk.
De heer SLIS merkt op, dat de weger in den
zomer weken heeft, waarin hij niets te doen
heeft.
Weth. DIJKERS zegt, dat de Raad zich aan
deze verhooging niet kan onttrekken. Overigens
is hij het er mee eens, dat het nu ook uit moet
zijn.
Het voorstel van B. en W. wordt aangenomen
met de stem van den heer Le Comte tegen.
De heer E. VAN DEN DOEL deelt mede
bij den post „Belooning van kweekelingen", dat
de meerderheid der commissie accoord gaat met
de door B. en W. voorgestelde afschaffing van
den kweekeling met akte aan de openbare lagere
school.
De heer VAN ES, die een minderheid in de
commissie was, deelt mede, dat hij den kweeke
ling wil zien gehandhaafd. Hij heeft met ver
bazing kennis genomen van het voorstel van
B. en W. om met 1 Mei 1932 den kweekeling
af te schaffen. Ruim een maand geleden zijn
B. en W. met een voorstel gekomen om Mej.
Knape, die handwerkles aan de school geeft,
voor vast te benoemen op een jaarwedde van
375. B. en W. deden het toen voorkomen
alsof deze benoeming in het belang van het
onderwijs noodzakelijk was. En nu komen B.
en W. zeggen, dat de kweekeling weg moet.
Maar als de kweekeling weg gaat, dan gaat er
tevens een onderwijzeres in de nuttige hand
werken heen. Hij vraagt hoe dit nu in eens
mogelijk geworden is. Spr. zegt, dat het voor
hem een raadsel is, want aan de school heer-
schen nog dezelfde toestanden als een maand
geleden. Het ware beter geweest om deze zaak
eerder te bezien. Dan had de handwerkonder»
wijzeres kunnen zijn ontslagen en de kweeke
ling kunnen worden behouden. Dan had men
voor 400 meer een volle leerkracht gehad.
Spr. heeft informaties ingewonnen. Het is hem
gebleken, dat door de handwerkonderwijzeres
5 a 6 uur minder per week les gegeven zou
kunnen worden. Met het vervallen van de
negenmaandelijksche toelating is er n.l. in een
jaar een dubbele aangifte geweest 'en die klas
is nu verdwenen. Daarmee zou 225 kunnen
worden bespaard als er een paar maanden ge
leden geen vaste benoeming ware geschied. Nu
heeft het bijzonder onderwijs ook recht op een
handwerkonderwijzeres.
De VOORZITTER deelt een rapport mede
van het hoofd der school. Deze heeft ook be
zwaren tegen de wegzending van den kweeke
ling. Hij zou dan de handwerkuren buiten de
gewone schooltijden willen laten vallen.
De heer VAN ES zegt, dat de Inspecteur
van het lager onderwijs daartegen ernstige be
zwaren heeft. Hij stélt voor om den post weer
op 800 uit te trekken.
De heer SCHUT ondersteunt het voorstel
van den heer Van Es. Het is in het belang
van het arbeiderskind, dat geheel op de lagere
school is aangewezen. Goed onderwijs is een
belang ook voor de maatschappij. Het gaat
maar om een bedrag van 800. Hij steunt het
voorstel los van de argumentatie, die de heer
Van Es gegeven heeft.
De VOORZITTER merkt op, dat B. en W.
het ook niet gaarne hebben voorgesteld, maar
het wordt als bezuinigingsmaatregel bedoeld.
De heer LE COMTE vraagt of er wijziging
gekomen is in den toestand aan de openbare
lagere school
De VOORZITTER zegt van niet.
De heer SCHUT heeft er in een vorige ver
gadering reeds op gewezen, dat hij de voorkeur
gaf aan een volle onderwijskracht. Hij zal daar
nu niet verder op ingaan, want voor 1 Mei a.s.
moet die zaak toch weer aan de orde komen.
De VOORZITTER wijst er nog eens op, dat
er verschillende posten zijn waar niet op te
bezuinigen valt. Dit is een van de posten, die
kunnen worden aangesneden.
Weth. MIJS zegt, dat als de handwerkuren
buiten de gewone schooltijden komen te vallen,
ze dan toch betaald moeten worden. Nu kan
men wel zeggen van niet, maar dat gaat toch
niet aan. En als je nu aan den eenen kant gaat
bezuinigen en aan den anderen kant moet je 't
weer uitgeven, dan streef je het doel voorbij.
Hij heeft zelf het voorstel helpen doen, maar
zijn inzicht in deze zaak is gewijzigd. Hij zal
zijn stem geven aan een verhoogde post.
De heer LE COMTE uit den wensch, dat
B. en W. voor 1 Mei 1932 met betere rapporten
komen.
Weth. DIJKERS wijst er op, dat er be
zuinigd moet worden. Er zijn weinig objecten
waarop dit kan. Dit was een van de posten,
die daarvoor in aanmerking kwamen. Er ligt een
wetsontwer pgereed, waarbij de leerlingenschaal
op 45 wordt gebracht. Als de Minister nu op
het standpunt staat, dat dit kan, dan moeten wij
het niet beter willen weten. De Minister is een
deskundige op dit gebied. Bezuinigen valt niet
mee. Als we pensioen gaan verhalen op de
ambtenaren, dan komt er verzet en zoo ook hier.
De gemeentekas moet ten slotte beslissen.
De heer SGHUT: Niet de gemeentekas, maar
het belang van het kind moet beslissen. We
moeten op overtollige uitgaven bekrimpen, maar
hier is geen overdaad. Het hoofd der school
zou zijn toevlucht moeten nemen tot maatrege
len, die de Inspecteur niet zou goedkeuren.
De heer T. VAN DmlN DGcjL zegt, üat de
inkomsten op de begrooting zoo hoog mogelijk
zijn geraamfl, de uitgaven daarentegen zoo Jaag
mogenjk. De meerderheid der commissie meent,
dat met het voorstel van B. en W. accoorci
moet worden gegaan.
Weth. iviijb wijst er op, dat de rapporten niet
volledig zijn. Hij wil zian geenszins binden om
met 1 Mei a.s. den kweekling te handhaven,
maar is erwel voor om den post op j 8üü
te brengen en dan later over de al of met hand
having te beslissen.
Het voorstel van den heer Van Es wordt
aangenomen.
De heer VAN ES informeert bij den post
„Kosten leermiddelen"' of de lagere raming een
gevolg is van bezuiniging.
De VOORZITTER deelt mede, dat deze post
in overleg met het hoofd der school aldus
wordt uitgetrokken.
■De heer SCHUT stelt voor een post op de
begrooting te brengen voor schoolkieeding. Hij
acht het noodzakelijk, dat onder het oog worde
gezien, dat in deze tijden de kleeding van som
mige kinderen van dien aard is, dat het onder
wijs niet met vrucht kan worden gevolgd. De
Leerplichtwet geeft de bevoegdheid om kleeding
te verschaffen en daarvan wil hij gebruik ma
ken. Het staat heelemaal los van principiën.
Ook kinderen van bijzondere scholen profiteeren
daar soms van. In diverse gemeenten is de nood
zakelijkheid van zulk een post 'reeds gevoeld.
In Dordrecht b.v. is deze post zelfs van j 14000
in het vorige jaar gebracht op 16000. Hij
wil 200 voor dit doel uittrekken.
Wegens gemis aan steun komt het voorstel
niet in stemming.
De heer E. VAN DEN DOEL zegt, dat de
commissie den post voor talencursussen, ge
raamd op 300, wil schrappen.
Het voorstel wordt met 7 tegen 4 stemmen
verworpen.
De heer E. VAN DEN DOEL deelt mede,
dat de commissie den post wegens subsidie aan
den landbouwhuishoudcursus wil verminderen.
Weth. MIJS wil er niet veel van zeggen,
maar kan toch niet nalaten er op te wijzen, dat
de Raad een zedelijke verplichting tegenover
den landbouwhuishoudcursus heeft. Het is een
wettige instelling.
De heer SLIS merkt op, dat meisjes uit alle
klassen dezen cursus bezoeken. Er gaan er ook
op, die geen schoolgeld behoeven te betalen.
De commissie trekt het voorstel in.
De heer SCHUT merkt bij den post werk
verschaffing op, dat deze post, geraamd op
2000, te laag is. De werkverschaffing zal heel
wat kosten. (Dok mist hij een post voor steun-
verleening.
De heer E. VAN DEN DOEL antwoordt,
dat de commissie voorstelt om den post werk
verschaffing met 500 te verhoogen en een
post voor steunverleening in te stellen van
1500. Spr. merkt op, dat toen B. en W. de
begrooting aan den Raad aanboden, nog geen
steunregeling bestond, zoodat B. en W. daar
ook geen rekening mee konden houden.
De heer SCHUT vraagt hoe B. en W. zich
deze zaak hadden gedacht.
De VOORZITTER antwoordt, dat het Rijk
vermoedelijk een 60 a 70 in de kosten zal
bijdragen.
Het voorstel der commissie wordt met alge
meene stemmen aangenomen.
De heer SCHUT wil de subsidie voor de
geitenfokvereeniging weer op 25 brengen.
Weth. DIJKERS antwoordt, dat deze ver
eeniging indertijd voor een tekort zat. Hij ver
meent, dat de vereeniging nu zichzelf wel kan
helpen.
De heer ROETMAN zegt, dat de vereeniging
de subsidie nog wel kan gebruiken.
Het voorstel van den heer Schut wordt aan
genomen.
De heer SCHUT informeert hoe het kasgeld
wordt bewaard, voor zoover dat niet direct
noodig is.
De VOORZITTER antwoordt, dat dit geld
uitstaat bij de Rotterdamsche Bankvereeniging.
De gemeente heeft daarvoor onderpand.
De 'heer SCHUT wil weten of B. en W.
reeds voorzieningen hebben getroffen als ze te
eeniger tijd behoefte zouden hebben aan kasgeld.
De VOORZITTER zegt, dat daar voorloopig
nog geen sprake van is.
De heer SCHUT heeft gezien, dat als winst
van de gasfabriek over 1930 is geraamd 29/70
gedeelte van die winst. Hoe kan dat, waar de
gemeenschappelijke regeling slechts toelaat om
2/3 gedeelte van de winst aan de gemeente uit
te keeren. Hier is er dus op gerekend om de
volle winst aan de gemeenten uit te keeren en
zal Sommelsdijk daarvan 29/70 gedeelte krijgen.
De heer JOPPE deelt mede, dat de Commis
sie van Beheer besloten heeft om de volle winst
aan de gemeenten 'uit te keeren.
De heer SCHUT ziet, dat de post keur- en
slachtloonen met 400 verhoogd is uitgetrokken
en geraamd wordt op .2500. De post wegens
aandeel in het batig slot van den keuringsdienst,
welke vorig jaar voor pro memorie werd ge
raamd, staat nu op 500.
De VOORZITTER licht toe, dat beide ver
hoogingen een gevolg zijn van scherpere ra
mingen.
De heer SCHUT vraagt of dit misschien ook
het geval is met den post markt- en weeggelden,
welke nu op 2000 staat
De VOORZITTER stemt dit toe.
De heer SCHUT ziet, dat de post wegens
vergoeding van het Rijk voor gebruik van een
lokaal der Bewaarschool, ten vorigen jare nog
geraamd, thans niet meer op de begrooting
voorkomt.
De VOORZITTER zegt, dat het Rijk eertijds
gebruik maakte van een lokaal der Bewaar
school voor de oefeningen van den bijzonder
vrijwilligen landstorm, maar thans niet meer.
De heer SCHUT maakt de opmerking, dat
de post uitkeering van het Rijk wegens hoofd
som der grondbelasting op de gebouwde eigen
dommen, geraamd op 3300, en de post wegens
80 opcenten op de hoofdsom dier belasting,
geraamd op 3400, niet met elkander kloppen.
Laatstgenoemde post had 120 hooger kunnen
zijn geraamd.
De SECRETARIS antwoordt, dat deze cij
fers gegrond zijn op ramingen van den Inspec
teur der directe belastingen. Het zit in afron
ding van bedragen.
Weth. DIJKERS wil het maar zoo laten.
Weth. MlJS: Het is misschien de eenigste
meevaller in de begrooting.
De heer E. VAN DEN DOEL stelt namens
de commissie voor om het aantal opcenten op
de hoofdsom der gemeentefondsbelasting van
50 te brengen op 65. Dan brengt de post 1500
meer op.
De heer SCHUT wil deze opcenten progres
sief heffen. Het komt hem voor, dat deze zaak
nader onder de oogen moet worden gekeken.
Hij heeft op de Secretarie geïnformeerd of men
hem aan gegevens kon helpen, maar deze zouden
aan den Inspecteur der directe belastingen moe
ten worden gevraagd. Anders had hij met een
uitgewerkt voorstel gekomen. Het komt hem
onjuist voor om alle inkomens maar over een
kam te scheren. Er is nog tot 1 Januari tijd om
deze zaak te bezien. Hij acht het gewenscht,
dat gegevens worden gevraagd, In een vorige
vergadering is hij gekomen met een voorstel tot
wijziging van de verordening op de heffing der
personeele belasting, ten einde te voorkomen,
dat er een wanverhouding zou ontstaan. Het is
een niet geringe sprong, die hier gemaakt wordt
van 15 opcenten op 65. Het verband wordt
totaal verbroken. De belastingen moeten billijk
over de burgers worden verdeeld.
Weth. DIJKERS zegt, dat verleden jaar de
zaak van alle kanten is bekeken.. De Raad heeft
zich toen in principe tegen progressieve heffing
verklaard.
De heer SCHUT zegt, dat de omstandigheden
toch kunnen veranderen.
Weth. DIJiUlKS betoogt, dat de gemeente-
fondsDelasting reeds progressief geheven wordt.
Oaan we de opcenten nu ook nog eens progres
sief heften, dan krijgen we progressie op pro
gressie.
De heer SCHUT zegt, dat de heer Dijkers
hier als belastingspecianst wil optreden. Dat
gaat wel op een vergadering van zijn kiesver-
eeniging, maar hier niet. Op voorstel van B.
en W. is indertijd besloten tot een progressieve
heffing van opcenten op de personeele belasting.
En de personeele belasting zelf wordt ook al
progressief geheven 1 Dus nu moet men niet
zeggen, dat men geen progressie op progressie
wil. Het heffen van M opcenten op de ge-
meentefondsbelasting beteekent reeds een strop
voor de lagere inkomens, en nu zal dat nog niet
genoeg wezen, nu moet men nog tot 65. En alles
komt hierop neer, dat de kleine man verhoogd
wordt en het groote inkomen verlaagd. Spr.
noemt het schrikbarend. Dat is zoo geen be
handeling van zaken. En Jan Boezeroen moet
het gelag betalen, daar draait het op uit 1
Het voorstel van de commissie wordt aan
genomen.
De heer SCHUT merkt op bij den post der
begrooting, waaruit blijkt, dat deze gemeente is
ingedeeld in de 3e klasse voor de gemeente
fondsbelasting, dat dit onbillijk is. De lagere
inkomens worden het meest bezwaard. Hij zal
volstaan met deze opmerking en geen voorstel
indienen om de gemeente in een andere klasse
in te deelen, aangezien dit toch geen effect zal
hebben.
De heer E. VAN DEN DOEL merkt namens
de commissie, belast met het onderzoek der
begrooting op, dat zij een post wil toevoegen
groot 1500 voor eventueele steunverleening.
Deze kosten waren te bestrijden door daar
tegenover te plaatsen een post tot dezelfde som,
zijnde een gedeelte van de vermoedelijke winst
der gasfabriek over 1932.
De heer M. JOPPE merkt op, dat dit toch
niet op gaat. Er zou reeds winst geraamd wor
den van een bedrijf, waarvan nog niet eens vast
staat, dat dit winst zal maken.
De heer SCHUT vraagt waar het een vol
gend jaar heen zal moeten als we nu reeds der
gelijke dingen gaan doen.
Het voorstel van de commissie wordt 7 tegen
4 stemmen aangenomen. Tegen de heeren Joppe,
Korteweg, Schut en Slis.
Hierna wordt de gemeentebegrooting aange
nomen met 10 stemmen tegen 1 stem, t. w. van
den heer Schut.
Vervolgens vraagt de VOORZITTER B. en
W. te machtigen om met Middelharnis tot over
eenstemming te komen ter zake het afgraven
van den Oostdijk, de Oost-Krakeelstraat en
den' Langeweg, zulks in verband met het plan
om in Middelharnis het Zandpad af te graven.
De heer LE COMTE informeert hoeveel de
Langeweg afgegraven zou moeten worden. De
één zegt 60 c.M. en een ander 1.20 M. Wanneer
dit laatste het geval zou zijn, wil spr. er op
wijzen, dat dit onmogelijk is. Bestaat de moge
lijkheid niet, dat de Oostdijk blijft zooals hij
is en dat de afrit komt op grondgebied van
Middelharnis Indien dit niet zou gaan, dan
wordt de afrit van den Oostdijk in deze ge
meente onmogelijk.
De heer MIJS zet uiteen hoe het naar zijn
oordeel zou moeten worden.
De heer LE COMTE vraagt wie de kosten
zal moeten betalen.
De VOORZITTER: De Gasfabriek.
De heer LE COMTE: Dat zou wat jnoois
worden. Een wisselplaats zou niet door de Gas
fabriek worden' betaald. Daar verzet Middel
harnis zich tegen en nu voor de verfraaiing van
Middelharnis, waarmede de gasfabriek niets te
maken heeft, zouden de kosten wel door die
fabriek moeten worden betaald. Dat zal niet
gaan. Daarover zullen we nog wel eens praten.
De heer VAN ES wil B. en W niet mach
tigen deze zaak af te wikkelen. Hierover dient
met den Raad te worden gesproken. We weten
nog geen kosten' en zouden dus, wanneer we
machtiging gaven, een kat in den zak kunnen
koopen. Dat doen we niet.
De VOORZITTER zegt, dat hij een plan
zal laten klaarmaken, overleg met den Raad
zal plegen en trachten deze zaak gemeenschap
pelijk op te lossen.
De heer T. VAN DEN DOEL merkt op, dat
een géheelen middag gezocht wordt naar in-
ikjomsten, waaruit verschillende uitgaven be
streden moeten worden. Nu rijst bij hem de
vraagwaaruit zal dit dan weer bekostigd
worden
De VOORZITTER: Uit een geldleening.
Alsnu stelt de VOORZITTER de rondvraag
aan de orde.
De heer VAN ES vraagt inlichtingen over
een te dempen sloot in den Stoofhoek.
De VOORZITTER deelt mede, dat een ge
heel rioleeringsplan klaar ligt en dat in den
Stoofhoek succesievelijk zal worden gerioleerd.
De heer SCHUT zegt, dat er verschillende
gemeenten zijn, die meenen met de a.s. Kerst
dagen iets bijzonders voor de werkloozen te
moeten doen. Hij wil met Kerstmis een extra
uitkeering doen, bestaande in natura. In verband
hiermede stelt hij het volgende voor
Voor de Kerstgave komen in aanmerking
gezinshoofden en daarmede gelijk te stellen per
sonen, te weten
a. bedeelden door het Burgerlijk Armbestuur;
b. de door de Diaconiën ondersteunden, voor
zoover zij een steun van twee gulden vijftig
cents of meer per week genieten, mits de Dia
coniën dat wenschen en bereid zijn namen van
de h, i. voor die gave in aanmerking komende
personen mede te deelen
c. personen, die uit hun werkloozenkas uit
keering genieten en sinds 1 November 1931 ge
durende ten minste twee weken werkloos zijn
geweest
d. personen, die in bovengemeld tijdvak werk
loos zijn geweest, doch zijn uitgetrokken en als
werkloos bij de Arbeidsbemiddeling zijn inge
schreven.
Voor deze Kerstgave worden bons verstrekt,
waarop verkrijgbaar zijn: 1 K.G, suiker, 1 K.G.
groene erwten, 1 K.G. bloem, 1 K.G. bruine
boonen, 1 pond rijst, 1 pond gele zeep, pond
koffie, 1 pond havermout, 2 halve pondspakken
bak -en braadvet, \Yi pond eerste kwaliteit
rundvleesch, pond rundvet en 2 mud cokes.
Gezinnen van 4 tot en met 6 personen krijgen
bovendien: K.G. bruine boonen, Yi pond
rijst, Vi pond havermout, J/2 pond eerste kwali
teit rundvleesch en 1 ons rundvet.
Gezinnen boven 6 personen krijgen bovendien
het dubbele van hetgeen de gezinnen van 4 tot
en met 6 personen extra krijgen.
Aan de besturen der vakbonden en de Dia
conale colleges wordt een rondschrijven gericht,
waarbij verzocht wordt de noodige gegevens te
verstrekken voor de uitvoering van dit besluit.
Weth. MIJS vraagt naar aanleiding van dit
voorstel of dit eigenlijk niet in flagranten strijd
is met hetgeen de heer Schut in zijn algemeene
beschouwingen gezegd heeft omtrent steunver
leening en armenzorg. Spr. meent, al is het dat
de heer Schut het een uitkeering noemt, zijn
voorstel om verstrekkingen in natura te doen,
dit een reinste vorm van bedeeling is. Er zijn
nog verschillende menschen, die beleedigd zou
den zijn wanneer men hun een soepkaart of iets
dergelijks zou aanbieden. Zoo ook in deze. Hij
acht den heer Schut niet consekwent.
De heer SCHUT zegt, dat zijn voorstel juist
past in het kader van de steunverleening, zooals
we die hier hebben. De menschen behoeven
absoluut niet beleedigd te zijn, want alles wordt
verstrekt onder stipte geheimhouding. Alles
wordt via de Diaconie, armbestuur en vakbon
den' verstrekt. Hij ziet niet de minste tegen
strijdigheid in zijn voorstel en de door hem
gehouden algemeene beschouwingen.
Weth. MIJS blijft bij zijn meening. Indien er
iets extra's zou worden gedaan, alsdan moest
het op de wijze zooals we in Sommelsdijk ge
woon zijn. Of wil de heer Schut het doen zoo
als b.v. in Duitschland, waar alles in natura
wordt versterkt Hierop zal de heer Schut wel
geen antwoord geven. Wat voorsteller wil is
zuivere bedeeling.
De heer SLIS vraagt hoeveel de kosten van
het voorstel zullen zijn. Spr. heeft een zeker
bedrag voor iets dergelijks beschikbaar.
De VOORZITTER merkt op, dat de heer
Slis een bedrag van de verloting op het oog
heeft. Of dit voor dit doel gebruikt mag worden
weet spr. niet. Hierover zou eerst met Den
Haag gesproken moeten worden.
De heer SCHUT zet zijn meening tegenover
den' heer Mijs nader uiteen. Hij zou het droeve
lot van de werkloozen met de Kerstdagen wat
op willen vroolijken. De behoeftigen zullen een
en ander dankbaar accepteeren. Er is van ver
nedering van sommige personen in 't geheel
geen sprake. Verschillende gemeenten hebben
reeds in den zin zooals door hem bedoeld, be
sloten. Alle partijen hebben daartoe medege
werkt. Hij kan het bezwaar van den heer Mijs
dan ook niet deelen. Hij zou deze uitkeering
juist met Kerstfeest willen doen, omdat dat feest
toch altijd nog een beteekenis heeft van licht en
overgang naar een schooner toekomst.
Het voorstel van den heer Schut wordt niet
ondersteund en alzoo niet in stemming gebracht.
De heer LE COMTE heeft gehoord, dat
wanneer er eenig verlet is bij de tewerkstelling
door regen, alsdan het loon niet wordt door
betaald. Spr. zou dit veranderd willen zien.
Met algemeene stemmen wordt besloten ver
let wegens regen door te betalen.
Alsdan gaat de vergadering over in een ge
heime zitting, ter bespreking sollicitanten klok-
opwinder.
Na heropening der deuren wordt als zoodanig
voor den tijd van één jaar met algemeene stem
men benoemd de heer G. van der Sluijs Fz.
Dan sluiting. K.
Naar aanleiding van de jongste regeerings-
besluiten zou een audiëntie worden aangevraagd
bij den Minister van Landbouw. Op dit verzoek
kwam geen antwoord binnen, doch wel van
week tot week nieuwe en al maar scherpere
besluiten.
Het kleine restje vrijheid, dat er nog gelaten
was, verminderde met elk besluit en die volgden
elkander zoo snel op, dat het vrijwel onmogelijk
was ze alle bij te houden en te bestudeeren.
Van alle kanten kwamen er klachten, raadge
vingen en verzoeken, doch óók verwijten over
niets doen of verkeerd doen. Langzamerhand
werd de toestand als in de laatste dagen onder
Van der Koogh's bestuur, en zoo onredelijk als
het toen was, was het nu. Er werd veel gedaan
en hard gewerkt, maar de overmacht was te
sterk, 's lands nood te groot.
Alle afdeelingen en adviseurs te beantwoorden
was onmogelijk, waarom besloten werd een
hoofdbestuursvergadering ie houden, welke werd
bepaald op 18 October 1917.
De jeremiades, welke op deze vergadering te
beluisteren waren, zullen we hier niet omschrij
ven. Ze waren vele en ernstig.
Er werd in overweging gegeven te verzoeken
het drogen van allerlei groenten te verbieden,
in verband met de groote schaarste aan brand
stof, de cichoreifabrieken begonnen moeite te
krijgen om voldoende coces machtig te worden
voor hun bedrijf. Voorstellen om zoo min mo
gelijk tarwe uit te zaaien, werd allerwege af
gekeurd als misdadig.
Deze vergadering had vooral dit zegenrijke
gevolg, dat door het optreden van enkele be
stuursleden de overtuiging begon door te drin
gen, dat de Regeeringsmaatregelen niet werden
genomen1 om de boeren te plagen, doch ten be
hoeve van het geheele volk, met name de
groote steden.
V Doos 30 cent.
Ruwe Lippen Bij Apoth. en Drogist
Intusschen was het aantal crisisbureaux met
één vermeerderd, n.l. de N.V. „Bieta", geves
tigd aan den Visschersdijk te Rotterdam. Deze
instelling was belast met de vordering en de
distributie van mangelwortelen, koolrapen, sui
ker- en paardepeen en aiie andere wortelgewas
sen. In de Staatscourant van 28 September 1917
waren de prijzen vastgesteld: Mangelwortelen
22, Rapen 20, Paardepeen 2t per 1000
K.G. franco boord of station. Alfè handel was
nu verboden, ook zelfs het vervoer van het
eene dorp naar het andere, zonder een door
„Bieta" afgegeven vervoerbewijs. De kring werd
dus al maar nauwer toegehaald en de ontevre
denheid werd van dag tot dag grooter.
Op 23 October 1917 hadden wij op de af
deeling „Crisiszaken" een onderhoud met Mans-
holt, waarmede we niets vorderden, doch waar
we alleen te weten kwamen wat we reeds wisten
of konden weten, n.l. dat de nood steeds hooger
klom en dat alleen een krachtig bestuur, dat de
teugels ferm in de hand hield, ons volk kon
behoeden voor den ondergang.
Ook den afzet der aardappelen gaf ons heel
veel moeite en zorg. Alles beschrijven wat er
gebeurd is, zou onmogelijk zijn in dit bestek,
zoodat wij ook van |de aardappelvordering
slechts het voornaamste zullen vermelden. Met
de distributie werd door de Regeering belast de
„Rotterdamsche Vereeniging van Fruit- en
Groentenexpourteurs". Alle beurtschippers op
Rotterdam en alle gewone aardappelhandelaren
en schippers, die daarvan lid waren of werden,
kregen hun aandeel in de werkzaamheden, an
in de winst, welke niet gering was, en waa^edt
later nog een procedure is ontstaan met v»or
sommigen buitengewoon slechten afloop
In de Staatscourant van 25 September 1917
waren de bepalingen opgenomen inzake de op
gaaf, prijs enz. Daarin werd vermeld, dat een
niet eerlijke opgaat van aanwezige voorraad of
hoeveelheid den landbouwer zou worden aan
gerekend met één jaar gevangenisstraf of
j 10.000 (zegge tienduizend gulden) boete. Als
dat niet hielp, hielp niets 1
Dan kwamen de prijzen: Kleiaardappelen (dus
de Flakkeesche) 6 per 100 K.G. tot 15 Oct.,
daarna tot 1 Februari 1918 6.70, van 1 Fe
bruari tot 15 April 1918 bovendien 0.075
bewaarloon per week, van 15 April tot 15 Mei
0.125 en na dien datum 0.15 per week
bewaarloon.
Door tal van bezadigde en onbevooroordeelde
landbouwers werd gulweg verklaard, dat de prij
zen beter waren dan in den besten vóóroorlog-
schen tijd. Alleen maar bleef het bij sommige
groepen kankeren over de geknotte vrijheid,
eigenlijk over het bloote feit, dat bij vrijen
handel het dubbele zou gemaakt kunnen worden
van wat nu in uitzicht werd gesteld
Verbazing zou het wekken, wanneer volledig
vermeld werd wat het Bondsbestuur met de
aardappelen te doen heeft gehad. Gelukkig was
het, dat de Regeeringscommissaris met den Di
recteur van het Provinciaal Productiekantoor
meerdere malen voor conferenties den Bond uit-
noodigde.
Dezerzijds werd dan regelmatig het geheele
hoofdbestuur opgeroepen ter bijwoning daarvan.
Daar werd dan de geheele vordering met al
den aankleve van dien grondig besproken en
altoos was het resultaat van grooter beteekenis
dan adresseeren.
In October 1917 had het bestuur nog de
enkele schapenhouders op Flakkee in de ge
legenheid gesteld, om hun dieren aan de Pro
vinciale Combinatie voor uitvoer in handen
te geven voor uitvoer naar Engeland. In par
tijen van 7000 stuks of meer werden deze in
convooi met andere schepen de Noordzee over
gezet, doch de belangstelling was te gering, zoo
dat daarvan niet is geprofiteerd.
De dato 22 October 1917 ontvingen wij een
uitnoodiging van den Minister om onze bezwaren
en grieven tegen allerlei dingen persoonlijk te
komen toelichten op de afdeeling „Crisiszaken"
aan den Kneuterdijk te 's-Gravenhage. 't Bestuur
is daar, zij het met eenigen tegenzin, heenge
gaan. 't Stond reeds vast bij dit college, dat
slechts kleinigheden misschien voor rivisie
in aanmerking zouden komen, doch het car-
dinale punt: v r ij h e i d, zeker niet I
Deze verwachting werd inderdaad bewaar
heid.
Evenwel moet tevens worden gezegd, dat tal
van kleinigheden, welke stoornis verwekten bij
de aflevering, de betaling e. d„ werden onder
vangen door betere, zoodat we niet voor niets
naar Den Haag waren gereisd.
Op 2 November 1917 werd er een bestuurs
vergadering gehouden, welke vooral om twee
dingen noodzakelijk was. Eerstens ging het ge
rucht, dat de agent van „Bieta" in Den Bommel,
tevens handel dreef op Duitschland, hetwelk in
lijnrechten strijd was met de betreffende bepalin
gen, Nadien bleek, dat dit gerucht onwaar was,
doch te dier tijde waren de menschen, schier
zonder uitzondering, overgevoelig en de wan
gunst algemeen ten top gestegen. Het ging alleen
maar over geld verdienen. Wanneer
men meende, dat iemand op handige wijze een
buitenkansje had gehad, dan moest het bonds
bestuur dat weten, onderzoeken en verbieden
In de tweede plaats moest door het bestuur
een beslissing worden genomen over het ver
zoek om bij de V. N. A. aan te sluiten. Dit
werd met groote meerderheid van stemmen ver
worpen. Toch legde de minderheid van het be
stuur zich daarbij maar zóó niet neer. Op de
volgende bestuursvergadering van 6 December
kwam de V. N. A. alweer ter sprake en weer
werd met dezelfde stemmenverhouding besloten
niet bij haar aan te sluiten, en als motief daar
voor te berichten, dat de Flakkeesche Boeren
bond zijn zelfstandigheid door aansluiting niet
wenschte prijs te geven.