Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden. de Beste! IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON No. 3805 WOENSDAG 9 DECEMBER 1931 46ste JAARGANG PRIJS 25 CENTS Uit de Pers. 41le stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Overal verkrijgbaar HET ZOUTENDE ZOUT MIJNHARDT's Hoofdpijn-Tabletten 60 ct. KleepIJnTabletten60 ct. Laxeer-Tabletten 60 ct. Zenuw-Tabletten 75 ct. Maag-Tabletten 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten Brieven uit Amerika. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. S. G. P. IN BOND MET DE S. D. A. P. Van verschillende zijden wordt er onze aan dacht op gevestigd, dat bij de behandeling der gemeentebegrooting te Oude Tonge de St. Geref. afgevaardigde de heer Jonker met de sociaal- dein. raadsfractie heeft meegestemd voor het voorstel om van gemeentewege schoolpantoffels aan de kinderen te verstrekken. Het feit was ons niet ontgaan. Reeds bij de wethoudersverkiezing in deze gemeente, waarbij de S.G.P.'ers een vreemde rol gespeeld hebben, hebben we opgemerkt, dat er gelegenheid genoeg zou komen op de St. Geref. inconsequenties te wijzen. Dit is al een heel groote afwijking van het beginsel. Overheidsbemoeiing met het huisgezin is een zuiver socialistisch principe. Het ondergraaft het verantwoordelijkheidsbesef der ouders. In een hoofdartikel hebben we daar kort gegeden nog op gewezen. Het staat vierkant tegenover, het Antlrev. be ginsel door Groen van Prinsterer verkondigd. En nu is het zeer opmerkelijk, dat de man, die in dezelfde vergadering bij de algemeene beschouwingen hoog van den toren blies en den eisch stelde, dat ook de gemeentelijke overheid zich hield aan Gods Wet, een oogenblikje later in een zuiver socialistisch bootje stapte en met de S. D. A. P. in bond ging. Beginsel en praktijk bij de S. G. P. "Waar halen die menschen het recht vandaan om tegenover anderen den hoogen rechterszetel te beklimmen REVOLUTIONAIRE KLANKEN. Fivelingo wijst op de Revolutionaire klanken, die een lid van het Soc.-dem. hoofd- j bestuur, de heer Schmidt, in een rede te Bols- ward deed hooren, waar hij zei In het parlement is dus nu voor de arbei dersklasse niets meer te bereiken. Zij moet nu zelf de actie ter hand nemen buiten het parlement. De mogelijkheid tot onderhandeling is niet meer aanwezig. Er moet gedemonstreerd worden. Wanneer de arbeidersklasse er niet in slaagt dezen winter te laten zien, dat men zich niet alles laat aanleunen, dan zullen de burgerlijke partijen nog veel verder gaan. Ik weet, zegt spreker, dat men in Bolsward geen revolutie kan maken, maar wanneer uit de groote steden die beweging komt, dan dient men te weten, dat het platteland gereed staat. Thans moet alles actief aan deze beweging deelnemen. Wanneer de leiding het aanvalssein geeft, moet de groote massa haar taak begrijpen. In het debat werden deze klanken nog ge accentueerd Van de gelegenheid tot -het stellen van vragen werd door enkelen gebruik gemaakt. 0.m. komt de vraag naar voren of het aansturen op revolutie wel is de geest van een groot deel der partij, of dat die weergeeft de persoonlijke gedachte van den spreker. Als antwoord hierop verklaarde spreker nadrukkelijk, dat datgene wat gezegd is voor de volle 100 pCt. door het partijbestuur onder steund wordt. Spreker wil zeer duidelijk zijn. In de groote plaatsen zullen deze winter straatdemonstraties plaats vinden. Indien nu de burgerlijke partijen door een of andere wet ons dit betoogingsrecht zullen ontnemen, daardoor dus stellen een revolutionaire en buiten parlementaire daad, dan zullen we als arbeidersklasse dit beantwoorden met een revolutionaire tegen-actie. Zóó worden de hartstochten door de leiders opgezweept en gespeeld met vuur. Wij vragen ons wel eens af: hoe zou het in ons landje gaan, indien we de preventieve wer king misten van den B. V. L., d'en Bijz. Vrijw. Landstorm, die „als het moet" het geweer in aanslag heeft om ons volk te bewaren voor de ontzettende gevolgen van Revolutie. Een zegen is het in dezen tijd van Revolutie klanken, dat er nog een groot deel onzer ar beiders can des beginsels wille weigert in het Revolutiespoor te treden en zich ook op sociaal terrein gebonden achten aan de ordinantiën Gods en zich organiseeren in Chr. vakbonden. Het is een zegen, die het buitenland niet kent en waar men dan ook al lang het Staatsschip in het Revolutionaire zog gestuurd heeft. Laat ons er dankbaar voor zijn, dat het bij ons anders is. DOOR H. KINGMANS. 38) Daarna was het hoofd der school dankbaar geweest, dat Gretha niet vóór het bezoek haar ernstige mededeeling had gedaan. Hij zou dan niet gezellig hebben zitten praten, maar een gast geweest zijn, die schier voortdurend afwezig was. Terwijl Gretha op den terugweg tusschen vader en moeder liep, met opzet koos zij een omweg, die stil was, had zij in sobere woorden verteld, dat er tusschen Annie en Albert een stil spel aan den gang was, dat feitelijk niet eens meer stil was. Met gebogen hoofd had de heer Kleefstra '°9Pen luisteren, zonder een woord te zeggen. Hij had ook niets behoeven te vragen, want Gretha vertelde alles nauwkeurig, zonder iets te verzwijgen. Dus wisten vader en moeder, hoe ver het tusschen die beiden stond; dat Annie er onder leed, maar toch levendig gevoelde, haar jawoord niet te kunnen en mogen geven'. Ook, dat de beide zusters er met elkaar lang en breed over gesproken hadden en dat Annie er in toe gestemd had, dat Gretha er met vader en moe der over praten zou. "We zijn er heel blij om, dat jullie tot dat besluit gekomen b'ent. Het behoort wel zoo, maar, helaas gebeurt het niet steeds. Moeder en ik kunnen er nu eens rustig met elkaar over praten „en zien, welke beslissing wij moeten nemen. De heer Kleefstra sprak gewoon, althans voor en buitenstaander. Maar Gretha hoorde, of er in den toon, waarop de woorden VOOR HET NATIONAAL CRISISCOMITE. Zullen we het ook op Flakkee niet even aan pakken voor het N, C. C. Wij hoorden reeds, dat hier en daar pogingen worden aangewend om een actie te organiseeren. De R. H. B. S. gaat voor, laten de Ambachts school, Landbouwschool, U. L. O. en Lagere Scholen volgen. Hoofden van scholen, geeft er even Uw aan dacht aan. En ook langs andere wegen is er op Flakkee nog wel iets te halen (al is het ook hier groote malaise I) voor het Nat. Crisiscomité. Flakkee is bekend om haar offervaardigheid als er nood nijpt. Laat ons eiland dan nu niet achterblijven I „De Zeeuw" schrijft REVOLUTIONAIRE ACTIE. In een te Bolsward gehouden vergadering heeft de heer Schmidt, een der bestuurders van de S.D.A.P., blijkens de verslagen in de bladen o.m. gezegd „In het parlement is nu voor de arbeiders klasse niets meer te bereiken. Zij moet nu zelf de actie ter hand nemen buiten het parlement. De mogelijkheid tot on derhandeling is niet meer aanwezig. Er moet gedemostreerd worden. Wannede arbeiders klasse er niet in slaagt dezen winter te laten zien dat men zich niet alles laat aanleunen, dan zullen de burgerlijke partijen nog veel verder gaan. Wanneer de leiding het aanvalssein geeft, moet de groote massa haar taak begrijpen." Op de vraag of de spreker hier zijn per soonlijke meening weergaf of dat dit de opvatting was van het partijbestuur luidde het antwoord „Dat datgene wat gezegd is voor de volle 100 pet. door het partijbestuur ondersteund wordt. Spreker wil zeer duidelijk zijn. In de groote plaatsen zullen deze winter straatdemon straties plaats vinden. Indien nu de burgelijke partijen door e'en of andere wet ons dit betoo gingsrecht zullen ontnemen, daardoor dus stel len een revolutionaire en buiten parlementaire daad, dan zullen we als arbeidersklasse dit be antwoorden met een revolutionaire tegen-actie." Hoewel de brandstof dus opgehoopt ligt, heeft de S.D.A.P. geen bezwaar met vuur te spelen. Wat daarvan de gevolgen moeten zijn, ziet men weer in Twente, waar zoodra er eenige spanning kwam, de leiding uit handen moest worden gegeven. Zoo zal het ook gaan als door de S.D.A.P. een revolutionaire actie mocht worden ontke tend. De Soc.cDemocraten mogen dan bevreesd als ze zijn voor den Communistischen invloed, de brandstichters zijn, de leiding van wat er verder gebeurt zal niet bij hen berusten. Intusschen mogen we dankbaar zijn dat de revolutionaire actie vroegtijdig wordt aange kondigd. Dankbaar ook, dat de revolutiemakers in hunne verwatenheid wel spreken van „wij als arbeidersklasse", maar dat niettemin een zeer groot deel der arbeiders in de allereerste plaats vraagt naar Gods Woord en Wet. Beste Vriend Zooals ik je al eens eerder schreef zijn er hier kerken, die zeven dagen in de week open zijn. En ook zeven dagen dienst hebben. Over 't algemeen zijn die kerkdiensten voor een Geref. m'ensch van niet veel waarde, maar af en toe wil ook uw briefschrijver wel eens weten, wat er in onze Amerikaansche kerkelijke wereld om gaat. Verleden week stond er een groote ad vertentie in ons dagblad, dat ons vertelde, dat een groot prediker uit den Staat New York zou optreden. Zijn onderwerpen waren: „Jezus als kind", „Jezus als jongeling", „Jezus als prediker", „Jezus als zendeling" en den laatsten avond „Jezus als toonbeeld van zelfopofferende liefde". Eén onderwerp heb ik gehoord: „Jezus als zendeling". Wat ik hoorde was iets, dat stof in overvloed gaf om over na te denken. Wat was 't, dat Jezus, overal waar hij optrad, een ge opend oor vond Wat was het, dat de prediking van Jezus aan heiden en Samaritaan zoo gewel dig van invloed was, dat het overal waar hij optrad tot bekeering of tot vijandschap leidde Een van de eerste oorzaken was, dat de Heere Jezus afdaalde tot den mensch. Zichzelf zoo vernederde, dat hij op voet van gelijkheid kwam. Zelfs met de verachte, laagstaande Samaritanen. Neen, onze Heiland liet zich niet in een wagen rondrijden, zooals onze Zendelingen dn China dit doen; onze Heiland woonde ook niet op de berghoogte in een pracht huis met huisknechten en dienstmeiden. Hij at waar het volk at en sliep te midden van zijn volgelingen. Hij ging niet naar de vooraanstaanden en de machtigen om door hun invloed het volk te benaderen, maar Hij ging direct tot de verachte visschers en zeide: „Volk Mij" en daarom vond hij gehoor. Leert Gods Heilig Woord ons niet op schier elke bladzijde, dat God juist in het kleine en het verachte Zijn glorie en heerlijkheid bewerkt? Hij riep: Come down, you hightoned people (Kom naar beneden, jullie hooge menschen) en neemt een voorbeeld aan je Heiland. De spreker vond het geldverkwisten om Zen delingen in China 2000 en 3000 dollar, ja zelfs 4000 dollar per jaar te geven, terwijl zij van 200 dollar in China goed kunnen leven1. „Zendt tien Zendelingen voor 't geld, waar je er nu één van uitzendt. Dan leven ze vanzelf wat lager en bereiken daardoor beter het doel, waar voor ze uitgezonden zijnMaar, zegt de spre ker, misschien komt de vraag in u op: Zouden we dan wel Zendelingen kunnen krijgen als wij zoo weinig betaalden Mijn antwoord is: als de toestand werkelijk zoo is, dat wij onze Zen delingen koopën moeten met geld, laat ze dan maar stil thuis blijven. Als de liefde van Christus hun niet dringt, dan is alle moeite tevergeefs. Zonder den drang van de liefde Christi kan niemand Zendeling zijn. Natuurlijk is dat een Amerikaansche preek. Wij zijn dat zoo als Geref. niet gewend. En wij becritiseeren ook de manier van zulk prediken. Maar laten wij 't dan maar een rede of een speech noemen. De vraag komt in den hoorder op: Is er niet veel waarheid in wat die man zegt Als een Zendeling in China zoo ver reizen moet, zegt de redenaar, dat hij het niet beloopen kan, laat hij dan een kruier nemen. Maar die kruier is ook m'ensch. Laat dan de Zendeling ook eens tegen dien kruier zeggen: ga jij nu maar eens zitten, dan zal ik die krui wagen eens duwen. En met etenstijd moest die Zendeling dien kruier aan zijn tafel nemen en eten hetzelfde wat de Zendeling at. Behandel hem als je broeder en ge zult een geopend hart vinden voor het Evangelie. Een van onze nog in leven zijnde emeritus predikanten stond in 't Westen. Bijna geheel de gemeente lag ziek aan de Spaansche flue. Hij kwam bij een groot gezin, waar alleen een meisje van 10 jaar niet in bed was. Toen de dominee daar kwam, vroeg hij of vooral de moeder van dat groote gezin berusten kon in 's Heeren doen „Neen, dominee, ik lig hier niet gemakkelijk, ik moet zoo noodig wasschen; ik heb geen schoon goed meer voor de kinde ren." Wel, als dit alles is, dan zal ik 'en mijn vrouw je goed wasschen, zegt de predikant. Is er nog meer, dat je in den weg staat om eens- willend met je God te zijn Beschaamd zei de vrouw: „Neen, dominee". „Laat ons dan nu in 't gebed gaan en vragen herstel voor u en uw gezin", zegt de dominee. Na twee dagen bracht dominee de wasch thuis. De oudste zoon, een onverschillige cowboy uit dat gezin, was nu te bearbeiden. Hij vond die daad van den do minee voor zijn zieke moeder een getuigenis van opofferende liefde. Zijn hart werd voor de waarheid geopend en hij is nu een welbewust, meelevend Christen. Weet gij wel, zegt de New Yorksche prediker, dat uw Heiland gezegd heeft: De meeste van U zij uw aller dienaar? En dit geldt ook voor U, die dienstpersoneel hebt. Zitten uwe dienst meisjes in de keuken, omdat gij U zelf te groot vindt om aan één tafel met hen te eten Indien dit zoo is, dan zal er zeker niet veel invloed ten goede van U uitgaan, maar geeft gij zelf voeding aan een klassestrijd, die in Europa al zooveel ellende bewerkt heeft. Weet ge wel, dat de Middelaar Gods en' der menschen van Zijn hoogen zetel kwam, waar hij Koning der koningen was, om niet alleen te verlossen van de banden des eeuwigen doods, maar hij gaf een voorbeeld in de voetwassching van die ge ringe, arme visschersmenschen, U ter navolging. Toont dan in uw Zendingswerk, in uw om geving, in uw arbeid, als werkgever en werk man, dat gij ook in deze de zalving Christi deelachtig zijt. werden uitgesproken, smart klinken. Het door haar meegedeelde had hem aangegrepen. En dat verbaasde haar niet. Want al was haar vader ruimdenkend van 'hart en al oordeelde hij mild jegens anderen, hij was streng op zichzelf en de dienst van God, gehoorzaamheid aan Gods Woord stond bij hem op den voorgrond. Onder de gegeven omstandigheden een verbintenis tus schen Annie en Albert, neen Gretha was er ten diepste van overtuigd vader kon die niet goedkeuren. En moeder evenmin. Aan den anderen kant hielden beid'en dolveel van de steeds vroolijke spring in 't veld en zieltje zon der zorg, die Annie was. Dus moest haar mede deeling vader en moeder veel smart veroorzaken. „Ik heb er ernstig over nagedacht, vóór ik Anme het voorstel deed, met u er over te praten, maar het leek mij de beste weg, dat u op de hoogte waart. Het is heel pijnlijk, ik voel het, maar vindt u het niet beter zoo dan te ver zwijgen „Natuurlijk, kind. Ik zeide het al, dat wij er blij mede zijn, dat jullie dit besluit genomen hebben. We waren het tóch te weten gekomen en dan was het nog veel pijnlijker geweest. Je bericht verrast me intusschen, Gretha. Ik moet eerlijk verklaren, er nooit aan gedacht te heb ben. Maar aan den anderen kant moet ik toe geven, dat het dom is geweest. Want aan de mogelijkheid had ik in elk geval kunrien denken 't Zijn tenslotte ,twee jonge menschen, Annie, het kan niet ontkend, neemt voor zich in en Albert is een charmante persoonlijkheid. Had jij eenig vermoeden, moeder Eu toen deed mevrouw Kleefstra een mede deeling, die vader en dochter verbaasde. „Heelemaal verrassen doet het bericht van Gretha mij_ niet", bekende zij. „Ik had een vermoeden." „Waarom mij dat dan niet verteld?" VToeg de heer Kleefstra op een toon van zacht verwijt. „Omdat mijn vermoeden nog zoo enorm vaag was, zoo zonder eenigen bepaalden grond, dat ik het nog niet durfde zeggen. Het vermoeden da teert pas van eergisteren, Ik had mij voorgeno men, die twee nauwkeurig gade te slaan. Maar gister waren zij den geheelen dag weg en van daag heb ik Albert niet gezien. Ik kon er dus nog niet over spreken. Later, als ik méér zeker heid had gehad, zou ik met Annie gepraat heb ben en ook met jou, vader. Heb ik ooit iets voor je verzwegen „Neen, vrouw, je hebt gelijk. Ik zeide het in een eerst opwelling. Je kon nog niets zeggen, ik begrijp het nu. 't Spijt mij ontzettend, dat het zóó loopt. Het gaat natuurlijk niet tuschen die beiden op het oogenblik. Als hier sprake is van echte liefde en ik wil dat, Gretha hoorend, onmiddellijk aannemen, dan moet Annie veel lijden, daar zij zelf zeer goed inziet, niet te mogen en te kunnen. Nog eens, Greet, ik dank je, dat je het ons ruiterlijk hebt meegedeeld en ben blij, dat Annie dat goed vond. We komen nu bij huis en spreken er niet meer van, waar anderen bij zijn. Eerst moeten moeder en ik be treffende deze zaak in het reine komen en dan moet Annie geholpen worden, 'k Weet nog niet, hoe." Annie, die alléén met Arie thuis was, had gelegenheid Gretha te vragen: „Heb je er over gesproken Gretha knikte en zeide alleen: „Ja, straks." Daarop bestudeerde Annie het gelaat van vader en moeder, maar zij bemerkte alleen, dat moeder haar zoo nu en dan aanzag. De heer Kleefstra las de courant en maakte over het gelezene een enkele opmerking. Even' half elf ging de bel over en verscheen Marianne, gevolgd door Albert. Deze had bij de deur willen vertrekken, omdat het „al zoo laat was", maar Arie, die het tweetal had open gedaan, verklaarde dat voor groote gekheid. Albert wist toch wel, dat de Kleefstra's nooit vóór elf uur naar bed gingen Dus kwam ook hij in het vertrek, dronk thee en nam deel aan het algeméén gesprek, dat op gewekt werd gevoerd. Hij vermeed de richting van Annie uit te zien en vertelde druk druk ker dan gewoonlijk - over het bezoek van Marianne en hem aan de familie Wehrmeijer, dat bij 'beiden zeer in den smaak was gevallen. „Ik ga met een gerust hart uit Noordstad weg", verklaarde Marianne, „en zal het ook moeder zeggen: Albert heeft hier een thuis en zijn werk verricht hij uitstekend, mijnheer Wehr meijer heeft het mij verzekerd." „Wel natuurlijk", meende Arie. „Dat is al gemeen bekend. Albert maakt nog wel promotie. Als de tijd eenmaal komt en die komt vast dat hij zelf met zijn werk verzoend is, dan steekt er in hem e'en goed koopman, daar sta ik je borg voor, Marianne." Albert stond lachend op. „Ik ga heen", zeide hij. „Onder zooveel lof zou ik zoowaar hoogmoedig gaan worden. Jullie moet den afwezige prijzen." Hij drukte allen de hand, na beloofd te heb ben, dat hij den volgenden morgen Arie zou komen halen. „Als je je althans niet verslaapt", plaagde Marianne. „Je vergist je, meisje. Ik was vapmorgen heel vroeg wakker en „Ben toen weer in slaap gevallen." „Ook dat is onjuist, 'k Heb vannacht slecht geslapen. Maar de hospita was met dén tijd in de war, althans dat vermoed ik. Maar 't zal mij morgen niet overkomen." Hij vertrok, niet uitgeleide gedaan door Annie, zooals vaak het geval was. Zij boog zich in tegendeel diep over het handwerkje, waaraan zij bezig was. „Hebben jullie al plannen voor morgen vroeg de heer Kleefstra. Neen, bepaald plannen hadden zij niet. Maar Gretha en Marianne, die den daaropvclgenden dag naar Leiden zouden terugkeeren, hadden nog enkele zaken te regelen en in koopen te doen. „Doen jullie dat dan morgenmiddag. En dan wil Annie misschien wel met mij meegaan. Ik moet naar collega Van Dalen in Zuidwoude. Een mooie wandeling. En terug met de tram. Hoe denk Je er over, Annie Er waren er in het vertrek drie, die den wenk begrepen: vader wilde eens rustig met Annie praten. „Goed, vader", zeide deze op benepen toon. Als tegen een berg zóó zag Annie tegen het onderhoud op. Maar ze begreep, dat er geen ontkomen aan was. Er was nu eenmaal a ge zegd en dus moest b volgen. En diep in haar hart, 't was een wonderlijke tegenstrijdigheid, verlangde zij naar het gesprek met haar vader. In de vaste overtuiging, dat hij een weg zou weten, die goed was. Zij snakte ook naar mééleven van vader en moeder. Weldra had de familie de rust van den nacht opgezocht. Maar het was den heer en mevrouw Kleefstra niet mogelijk, den slaap te vatten. Het door Gretha meegedeeld hield hen bezig. Er moest een oplossing gevonden worden van het probleem, dat gevaarlijk worden kon, indien de niet gewenschte houding voortwoekerde. Daarbij kwam, dat het hoofd der school met zichzelf een strijd te voeren had. Kregen dan toch zij gelijk, die beweerden, dat hij tegenover andersdenkenden te soepel was Omdat hij in practijk wilde brengen het bevel van zijn Hei land, om een zoutend zout te zijp, had hij Albert met liefde ontvangen en was deze huisvriend geworden, hoewel hij uit een heel ander milieu kwam. En het scheen hem toe, dat de overigéns oprechte jongeling, die in den grond een zoeker was, niet onvatbaar was voor de indrukken, die hij in het gezin Kleefstra opdeed. Arie had' tegenover zijn vader de stoute opmerking eens gemaakt, dat het met Albert in orde zou komen, evenals dat met Marianne het geval was. Hij had de geestdrift van Arie wat geremd, maar kon toch niet ontkennen, dat er eenige waarheid in diens woorden school. Er w a s een kentering ten goede: Albert sprak niet meer zoo cynisch als vroeger; hij luisterde meer; er was vaak ook een belangstellend vragen. Een enkele maal was het gebeurd, dat hij met hem éen wandeling maakte en dan waren er gespreken gevoerd, die op hooger peil stonden dan een zouteloos, alle- daagsch praatje, (Wordt vervolgd),

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1