JÈHÉ
lui
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
de Bestel
l
Antirevolutionair
Orgaan
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3800
ZATERDAG 21 NOVEMBER 1931
46ste JAARGANG
EERSTE BLAD.
IHELBOTERU
PRIJS 25 CENTS
Op den Uitkijk.
Alle stukken voor de Redactie bestemd. Advertentiën en verd oe Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
Overal verkrijgbaar
Ie Politieke kwestie in
AA iddelharnis.
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
-
II.
Wanneer we ons zetten om enkele
dingen over deze kwestie te schrijven,
willen we voorop stellen, dat het niet
in onze bedoeling ligt in de fout van de
Kersten-menschen te vallen, die uit het
conflict StruijkVroegindeweij munt
trachtten te slaan en eenerzijds de blan
ke onschuld aanwezig achtten en de
partij anderzijds op geraffineerde ma
nier bemodderd hebben.
Het is ons om de' waarheid te
J^loen en dus waar gezondigd is zullen
'I^P/ij geen blad voor den mond nemen.
Voor we de feiten beoorde e-
e u dienen we echter eerst met objec-
iviteit de feiten te constateeren.
We herinneren daarom eerst nog
eens aan hetgeen we in ons vorige ar
tikel uit het Kerstenorgaan hebben
overgenomen, waarin men den heer De
Vries liet zeggen
„Er is beloofd die voorstellen, welke in
deze zittingsperiode door mij ter tafel zullen
-worden gebracht ,te steunen."
Waaraan het blad verder zijn ge
slepen insinuaties vastknoopt.
Nu heeft de heer Vogelaar in de
'laatste raadszitting als Antirev. fractie
lid aan zijn fractiegenoot den heer
Struijk een vraag gesteld. Deze vraag
hebben wij w o o r d e 1 ij k in ons ver
slag overgenomen en was van den vol
genden inhoud
De heer VOGELAAR„Waar na de
laatste wethoudersverkiezing door een ver
klaring van den heer De Vries de aieening is
gevestigd, dat ook door mijn partijgenoot den
heer Struijk beloften zijn gegeven, waardoor
ook 'hij zekere verplichtingen op zich heeft
genomen tegenover de linksche fractie, meer
speciaal tegenover de S.D.A.P., wil ik de
volgende vraag aan den heer Struijk stellen:
Is het waar, dat door hem beloften tegenover
de linksche fractie zijn gedaan en heeft hij
verplichtingen op zich genomen tegenover hen,
in welken vorm dan ook; zulks als tegen
prestatie voor den wethouderszetel; zoo ja,
welke beloften of toezeggingen zijn dit dan
geweest
Direct daarop heeft weth. Struijk
het volgende antwoord gegeven
Weth. STRUIJK: Ik verklaar, dat door mij
geen beloften aan den heer De Vries zijn ge
daan, die in strijd zouden zijn met mijn Anti
rev. principe. De heer De Vries had een een
voudig werkprogram opgesteld, dat ik echter
niet heb willen teekenen'. De heer De Vries
heeft toen gezegd: ik gevoel, dat de 'heer
Struijk dat moeilijk doen kan en laat u verder
buiten beschouwing „Eilandennieuws heeft
•wel van een „monsterverbond" gesproken,
maar dat zal wel losloopen. Ik kan meedeelen,
dat ik in geen enkel geval aan den leiband
van den heer De Vries loop en dat er heusch
wel eens scherpe conflicten 'tusschen 'hem en
mij zullen' komen. En zéker als t over ons
beginsel gaat, dan hoop ik mijn Antirev, be
ginsel nooit te verloochenen. Dat neemt niet
weg, dat hij punten naar voren kan brengen
en reeds voorgesteld heeft, die ik graag wil
steunen, welke ook reeds vroeger door mij
zijn voorgesteld, zooals b.v. een commissie
voor werkverdeeling en werkverschaffing, wat
dat betreft zal ik met den heer De Vries wel
licht beter overweg kunnen dan met men-
schen, die met een verkapte godsdienst te koop
loopen en terwijl op alle manier de zaak be
driegen en de gemeentebelangen in de war
sturen.
We willen hierbij direct al opmerken
dat de heer Struijk de laatste zinsnede
beter had kunnen achterwege houden.
Wij begrijpen dat hij over de leugen
campagne der laatste maanden tot in
de nieren geprikkeld is geworden en de
Spreukendichter zegt dat voortdurende
onderdrukking zelfs den wijze dol zou
maken. Maar dit verschoont zijn fout
niet. In kalmer oogenblikken zal hij dat
zelf toestemmen.
Doch wat overigens zijn antwoord
op de vragen van den heer Vogelaar
betreft, laat dit aan duidelijkheid nie
te wenschen over.
En nog helderder licht wordt er op
dit antwoord geworpen als we hier
onder plaatsen wat de heer De Vries
over deze kwestie gezegd heeft. We
laten dat hier volgen
Spr. heeft een werkprogram opgemaakt
van onderwerpen, die in de neutrale zóne
liggen, en welk program spr. met andere
raadsleden besproken heeft. Tot de punten
hiervan 'behoorde ook de werkverschaffing
en werkverdeeling en krotopruiming. Nu
wordt den heer Struijk wel ten laste gelegd,
dat hij overeenstemming zocht met spr., maar
aan den vooravond van de verkiezing heeft
de heer Vroegindeweij precies hetzelfde ge
daan. Toen hij zag, dat zijn wethouderszetel
gevaar liep, heeft hij ook contact gezocht met
spr., wel niet rechtstreeks, maar hij heeft er
een boodschapper op uitgestuurd. Spr. kan
Vroegindeweij intusschen verzekeren, dat die
boodschapper uitstekend zijn werk gedaan
heeft. Deze kwam spr. thuis vertellen, dat
Vroegindeweij toch ook zoo'n echte demo
craat was, die alleen 'het belang van de ar
beiders op het oog had en dat hij gezorgd
had, dat er een post van 2000 op de 'be
grooting kwam voor de werkloozen. Enz.
Inderdaad deed hij goed zijn boodschap, maar
toen spr. hem uitliet, stonden even verder
twee mannen te wachten, natuurlijk om te zien,
of er iets te hopen viel. Spr. geeft den Raad
de verzekering, dat Vroegindeweij graag spre-
ker's program onderteekend had als hij wet
houder bleef. Hij had nog wel meer punten
onderteekend als spreker maar beloofd had
hem te zullen' stemmen. Eigenaardig was het
hoe „democratisch" men in die dagen was.
Er werd maar raak beloofd. Een werklooze
zei tot spr. in die dagen ik wou maar, dat
de verkiezing nog een paar weken wegbleef,
dan liep ons dagloon tot 6.
Wat nu het program betreft, dat spr. met
andere raadsleden besproken heeft, merkt hij
op, dat het er heel eenvoudig uitzag en dat
het volkomen in de neutrale zone lag. Overi
gens waren de raadsleden volkomen vrij. Spr.
gelooft dan ook, dat hij met den heer Struijk
nog wel eens heel scherp debat zal voeren,
waarbij zij vierkant tegenover elkander zul
len staan. Eén dirig weet spr. hierbij echter
zeker, dat zij steeds eerlijk tegenover elkan
der zullen staan. Overigens verklaart spr.,
dat zij geheel vrij tegenover elkander staan
f.n hoopt, dat deze verklaringen aan duide
lijkheid niets .te wenschen overlaat en dat de
mensohen, die in de gemeente de groote trom
geroerd hebben, zullen begrijpen, dat er van
een „monsterverbond" absoluut geen
sprake is geweest.
Trouwens het zou belachelijk zijn, indien
spr. geen ander program had dan hij met die
heeren besproken heeft. Dan zou het er erg
armoedig voor de S.D.A.P. uitzien
Om bij voorbaat den laster af te snij
den dat dit verslag „verdraaid" is weer
gegeven, willen wij opmerken, dat vóór
het verslag van de rede van den heer
De Vries in ons blad verscheen, deze
zelf inzage van de copy heeft gekregen
en zijn goedkeuring aan hetgeen in het
verslag stond over zijn rede, heeft uit
gesproken.
We hebben hier dus niet met praat
jes te doen, maar met feiten.
Nu willen we over hetgeen de heer
De Vries zeide over het hengelen van
den heer Vroegindeweij naar zijn stem
voor den wethouderszetel het zwijgen
toe doen. Wie den toestand in Mid-
delharnis kent en in het oog vat dat de
•heer Vroegindeweij met g -en enkele
lettergreep tegen hetgeen de heer De
Vries zeide geprotesteerd heeft, denkt
er het zijne van.
Het gaat hier slechts over de woor
den waarmee de heer De Vries ver
klaard heeft, dat wethouder Struijk vol
komen vrij staat tegenover hetgeen de
heer De Vries in den Raad zal brengen.
Nu schreef het Kerstenorgaan
„Er is beloofd, die voorstellen, welke
in deze zittingsperiode door mij (De
Vries) ter tafel zullen worden gebracht
te steunen."
Men ziet dat de feiten met deze ma
nier van verslaggeven in flagranten
tegenspraak zijn.
Van „verdraaide raadsverslagen"
gesproken
Trouwens ieder nuchter denkend
mensch heeft terstond begrepen dat het
onmogelijk waar kon zijn dat wethou
der Struijk zijn wel en wee aan dat van
de a heer De Vries zou hebben verbon
den.
Het is te dwaas om over te praten.
En er zijn al verschillende voorstellen
van den heer De Vries gedaan, waar
de heer Struijk tegen gestemd heeft,
zonder dat de heer De Vries er ook
maar aan dacht, hem aan zijn „belofte"
te herinneren.
Wij hopen met'deze klar f»iten de
gevoerde lastercampagne ontmaskerd
te hebben.
Nu doet zich de vraag voorwat is
er dan eigenlijk gebeurd Er is toch
zooiets als samenspreking met den heer
De Vries geweest.
Inderdaad is dit het geval geweest.
De heer De Vries heeft het volgende
schrijven aan de liberale raads
fractie gezonden let welde
liberale)
Middelharnis, 27 Augustus 1931.
Aan de leden van de
Liberale Raadsfractie.
Geachte Heeren 1
In verband met de aanstaande -wethouders-
verkiezing berichten wij u het volgende
Naar onze meening heeft bij de uitoefening
van het wethoudersambt door den heer J. Vroeg-
deweij het persoonlijk element te sterk gespro
ken. Wij verklaren ons dan ook bereid mede te
werken om tot een andere bezetting van het
wethouderschap te geraken. Hierbij dient even
wel in 't oog gevat te worden, dat het doel
niet alleen mag zijn een verwisseling van per
sonen, maar bovenal een verandering van het
te voeren beleid.
Wij meenen dit het beste te kunnen bereiken
door te trachten tot overeenstemming te komen
omtrent een eenvoudig werkprogram. De punten,
welke ons inziens hierop moeten voorkomen,
geven we hierbij.
We spreken de hoop uit, dat deze punten
door U geschikt worden geacht om den grond
slag te vormen voor verdere besprekingen.
Hoogachtend,
Namens de afd, der S.D.A.P.,
P. DE VRIES.
Middelharnis, 27 Augustus 1931.
Geachte Heeren I
Hiermee brengen wij de volgende wenschen
omtrent het te voeren beleid in de komende
zittingsperiode onder uw aandacht
1. Behoorlijke werkloozenzorg. Steunuitkee-
ring via de vakorganisaties. Werkverschaffing
tegen het normale loon, geldend voor het te
verrichten werk.
2. Voor werkverruiming en werkverdeeling
worde voortdurend overleg gepleegd met een
daarvoor te benoemen commissie uit de vak
bonden.
3. Medewerking bij voorstellen tot krotoprui
ming, waarbij gebruik gemaakt wordt van de
regeeringscurculaire over deze zaak.
4. Reorganisatie van het Burgerlijk Armbe
stuur, waarbij voortaan de voordracht voor
benoeming tot leden van dit college wordt op
gemaakt door B. en W„ terwijl de benoeming
door den raad geschiedt. Medewerking tot het
benoemen van een sociaal-democraat in dit
lichaam.
5. Benoeming van een gemeente-architect als
vol ambtenaar, na vrij sollicitatie op een salaris
van 2500 a 3000.
6. Medewerking tot het benoemen van een
sociaal-democraat in de gascommissie.
Namens de afd. der S.D.A.P.»
P. DE VRIES,
Wij teekenen hierbij aan, dat,
naar de heer De Vries ons persoonlijk
heeft medegedeeld, hij punt 6 en den
laatsten zin uit punt 4 bij deze bespre
king heeft ingetrokken, omdat hij wel
begreep, dat waar zijn fractie slechts
één zetel in den Raad te bezetten kreeg,
hij geen rechten op zitting van een so
ciaal-democraat in de gascommissie en
het Burgerlijk Armbestuur kon laten
gelden.
Het was alweer het Kersten-orgaan
dat van deze punten te vertellen wist,
dat het bestond uit „specifiek socialis
tische eischen", die de gemeente op
„duizenden zou komen te staan". Het
was een „bestuursprogram met de
roode vlag in top". Het zou de „geheele
begrooting in de war sturen", enz.
Welke punten het dan zijn die zoo
veel zouden moeten kosten
In de eerste plaats is er vreeselijk
geschermd met de krotopruiming, dat
zou tienduizenden guldens kosten. Het
slot is geweest, dat het 200.kostte
en dat alle raadsleden (behalve de heer
Doornbos) zelfs de H.H. Vroeginde
weij en Koote er voor gestemd hebben.
Het is met één woord bespotte-
1 ij k.
Punt vijf kost ook geld. Er was al
gezegd en geschreven, er zou een in
genieur benoemd moeten worden die
duizenden guldens kost.
Het gaat echter over de benoeming
(een onpartijdige benoeming van een
gemeente-architect die bekwaam is
voor zijn werk, een man dus die zijn
geld verdient en de gemeente wellicht
duizenden guldens zal kunnen be
sparen.
Zooals het tot nu ging heeft het ge
knoei met allerlei opzichters en „des
kundige adviezen" de gemeente duizen
den gekost. En we verklappen geen
geheim als we mededeelen, dat het de
heer Struijk is geweest, die er het zijne
toe bijgedragen heeft, dat alvast op een
rekening van het technisch bureau
Boom en Biezevelt een 700.aan de
gemeente zijn geschonken. Hij heeft dus
zijn wethouderssalaris reeds voor een
paar jaar reeds in de eerste maand van
zijn actieve functie ruimschoots er uit
gehaald
Het zal dus ook met punt 5 wel los
loopen.
Al die verdachtmakingen smelten in
het heldere licht dezer feiten weg als
sneeuw voor de zon.
De overige punten over de werk
loozenzorg ontmoet in den Raad bij
niemand dan misschien alleen den Ker
stenman Vermaas bezwaar, maar dat
viel te verwachten.
Nu we deze feiten in het licht ge
steld hebben, willen we in een volgend
artikel ons oordeel over een en ander
zeggen.
Van een der twaalf Patriarchen staat opge-
teekend, dat hij ervaren was in het verstand
der tijden, dezen stam nam acht op de acute
gebeurtenissen van den dag en regelde zich naar
den tijd.
Dat is de dure plicht van ieder Christen.
In den brief aan de Romeinen staat ook een
tekst, die door de Statenvertalers eigenlijk niet
goed is overgezet. De Duitsche Bijbels van
Luther hebben naar het oordeel van theologen
den grondtekst 'beter benaderd, toen zij in plaats
van de vertaling „Dient den Heere" er deze
vertaljng van gaven: „Richt U naar den Tijd."
Dat wil natuurlijk niet zeggen: wees slaaf
van uw tijd, of ga met uw tijd mee, maar
versta uw tijd, let op de teekenen van uw
tijd, doorzie uw tijd, ken uw tijd.
Dat woord mocht door vele Christenen van
onze dagen wel eens goed overdacht worden.
Een predikant schreef onlangs over„de
vlucht uit het concrete", waaraan vele Christe
nen zich schuldig maken.
Dit is een juiste typeering van wat wij be
doelen.
Er is bij velen een wegvluchten uit de wer
kelijkheid van het leven. Een praten over de
dingen in het afgetrokkene, buiten de werkelijk
heid van het leven om. Dat is geen Christen
dom.
Christus zelf stond tijdens zijn omwandeling
op aarde met beide voeten in de levenswerke
lijkheid, hij sprak de taal van iederen dag, hield
er geen aparte preektoon op na, verkondigde
geen theoriën, die buiten het leven stonden'.
Niemand zou ooit tot Hem het verwijt hebben
kunnen maken: Gij zegt dat wel, maar als Gij
de macht in handen hadt, zoudt Gij dat nooit
kunnen toepassen. Christus was een gewoon
mensch, als alle andere menschen, uitgenomen
de zonde. Hij stelde geen eischen, die in wer
kelijkheid niet toe te passen waren.
Dat mocht door vele menschen' van onzen tijd
wel eens overdacht worden.
Het is niet goed als wij uit het concrete weg
vluchten. Levensmijding is geen eisch van het
Christelijk geloof, wel levenswijding, wat er
recht tegenover staat.
Dat hebben ook de volgelingen van den Hei
land goed begrepen. De Apostelen gingen de
wereld in. Zij waren ervaren in het verstaan
der tijden. Zij wisten hoe ze de Joden en de
Grieken en de Romeinen moesten aanpakken.
Zij pasten zich bij de .omstandigheden aan en
wisten op die manier aan hun prediking realiteit
te geven. Paulus stond midden op de markt te
prediken, hij leefde gewoon onder het volk.
Kende zijn wereld in zijn dagen, wist van de
heidensche godsdiensten en wijsbegeerte en let
terkunde af, sprak er met de menschen over en
wees hun op hetgeen hen ontbrak.
De Apostelen stonden midden in het concrete
leven van iederen dag.
Zoo hebben ook de geloofshelden van lateren
tijd gedaan. Onze vaderen waren ook op de
hoogte met de stroomingen van den tijd en
richtten zich dus ook naar de behoeften van
hun tijd.
En het Boek der Openbaring van Johannes
spreekt van de lichamen der heiligen, die ge
vonden zullen worden op de straten der stad,
die geestelijk genaamd wordt Egypte, d. w. z.
de wereld, het wereldlijke.
Zij hebben dus in de drukke straten der
groote wereldstad hun werk gedaan en zijn als
martelaren daar gevallen.
Wie zich uit het volle leven terugtrekt, met
een boekje in een hoekje, met den rug naar het
raam, dat op de wereldmarkt uitziet, verstaat
niet wat Christendom is.
Ervaren in het verstaan der tijden.
Bij het Licht van Gods Woord is dat slechts
mogelijk.
Wie dat Licht niet aanvaard, kan nooit tot
de kern der dingen doordringen en kan ook
nooit de vraagstukken des levens van de juiste
rijde benaderen. Want wie buigt voor het gezag
/an het Woord, aanvaardt het conflict der
zonde, die weet: op den bodem aller vragen,
ligt der wereld zondeschuld.
Daar ligt de groote scheidslijn.
Dat verdeelt de menschheid in normalisten
en abnormaiisten, d. w. z. in menschen, die het
leven als normaal en zij die het leven als ab
normaal zien. De Christen staat op het stand
punt der abnormaiisten. Hij belijdt, dat de
wereld, zooals zij zich in het leven van iederen
dag doet kennen, abnormaal is, van haar oor
spronkelijke normen is los geraakt, ontwricht Is.
Maar de verwerper van Gods Woord zegt, dat
de wereld normaal is, is zooals zij behoort te
wezen, geen zondeconflict heeft ooit een breuk
geslagen, wat er aan ellende en verkeerds te
zien is, komt door omstandigheden, die uit den
weg geruimd moeten worden, er moet wel veel
verbeterd worden, maar het wezen van het
leven is normaal, is goed, is voor verbetering
en vervolmaking vatbaar.
Normalisten en abnormaiisten', daartusschen
ligt de groote scheidslijn, de kloof.
Men moet dit altijd goed vasthouden, als men
met menschen van wereldlijke richting spreekt
over principieele vraagstukken, zooals b.v. van
oorlog en vrede, socialisme, evolutie enz. Maar
ook als het gaat over meer practische vraag
stukken, die meer in concreten vorm tot ons
komen, als b.v. het karakter van het strafrecht,
het systeem van het onderwijs, opvatting van
de politiek, staatsrecht én zelfs economie, en
beschouwing der historie en der natuurkunde.
Er zijn vele vraagstukken te noemen en als
we deze zaak op den keper gaan beschouwen,
komen we al gauw tot de conclusie, dat er
eigenlijk indirect geen enkel terrein is waar deze
scheidslijn zich niet gelden laat.
Het is de veel besproken antithese, die er ligt
tusschen hen, die uitgaan van het Goddelijk ge
zag van het Woord en hen, die leven willen
bij het gezag der menschelijke Rede.
De Christen ziet het leven van uit een geheel
anderen gezichtshoek dan de wereldling, die de
schepping uit de schepping, den mensch uit
den mensch, het raadsel uit het raadsel ver
klaren wil.
De wereldling ziet alleen slechts horizontale
lijnen, lijnen die evenredig loopen met den ho
rizont, maar de Christen ziet het wereldleven
gesneden door de verticale lijn, rchtstreeks van
boven naar benedén.
De Christen ziet het gansche leven gegrepen
tusschen Paradijs en wederkomst van Christus,
welk afgesloten tijdperk een verdeeling kent als
den dag van vier en twintig uren: ochtend,
middag en avond. Vóór Christus geboorte leef-
dfe men in 's werelds morgenstond, Christus'
Kruis is twaalf uur op den middag en wat daar-