DERDE BEAD BS33iT SOEIZJE VOOE TT3ROTJ"W tv WOC-SKrNO WSES Zaterdag 14 November 1931. No. 3798 En de {Geest en de Bruid zeggen: Kom. I Ingezonden Stukken ¥oor de Vrouw. Voor de Jeugd. DE BANKOVERVAL TE SCHIPLUIDEN, XII. De twee teksten over de filosofie zijn door ons pover en sober 'behandeld, en we moesten dat onderwerp terloops aanzien, omdat we in vorige artikelen gezegd hadden, dat t Christen dom geen Stelsel was. 't Christendom was geen politiek of econo misch stelsel, geen wetenschap, geen wijsbe geerte, geen humaniteit, geen deugendenleer. 't Is ook niet in de wereld gekomen om alles wat er in die voorgaande 4000 jaar was opge bouwd in Israels wereldje en die der Heidenen op alle plaatsen in Azië, Afrika en Europa, at te breken, te veroordeelen, en in den ban te doen, maar juist andersom, om de schatten van wijsheid, cultuur, kennis en wetenschap, die door particuliere en algameene genade burger recht verworven hadden, algemeen eigendom waren gewordenva nde zonde te reinigen, en al den arbeid der 4000 jaar op alle terrein, weer aan eigen natuur en eigen bestemming te doen beantwoorden. Met opzet schreven we in ons vorig artikel over „wijsheid" en bepaalden het zoo: wijsheid was heerlijke deugd; een schitterende eigenschap; een groot vermogen; en door de wijsheid is de mensch en de Menschheid met haar veelsoortig en veelvoudig bezit aan geestelijke, zedelijke en stoffelijke goederen, met volle bewustheid wat zij zijn moet; beantwoordt zij aan haar doel; doet de dingen, die haar zijn "opgelegd en toe vertrouwd, beantwoorden aan de 'hooge bestem ming, waarvoor zij aan de Menschheid geschon ken zijn. Wijsheid heeft niets te maken met intelligen tie: de meest wetenschappelijk geschoolden kun nen toch zoo „dom" doen, zoodat een een voudige arbeider soms zeggen moet: „Hoe komt :zoo'n man toch tot zoon dwaasheid, 't is be lachelijk". Zijn er niet anecdoten van professorale ver strooidheden en dwaasheden Socrates, de Grieksche wijze, die in 399 v. Chr, den gifbeker dronk, was door 't Delphische orakel verklaard als den wijste der toenmalige wijzen. En tot zijne leerlingen zei hij: Weet gij, waarin mijn wijsheid bestaat Ik weet, dat ik niets weet; en daarom was ook de Christen Paulus wijs, die zei wat Socrates zei: Ik weet, dat ik niets weet dan Christus en dien gekruisd. Socrates had een zeer booze, twistzieke vrouw, Xarttippe geheeten, van wier luimen hij veel uit te staan 'had. Intusschen' wist hij zich daarin te schikken; hij liet haar schelden, zweeg geduldig, en als ze te erg oppijpte, ging hij weg. Dit gebeurde ook eens, toen zij weer ontzettend schold. Hij ging bedaard met zijn leerlingen de trap af; maar toen hij juist de huisdeur achter •zich wou toetrekken, goot hem de woedende vrouw van boven uit t venster het waschbekken op zijn hoofd. „Dach ik t niet zei hij, zich afschuddend met de grootste gelatenheid, „dacht ik 't niet, op een onweer volgt immers altijd regen", en wandelde bedaard verder. Tegenover Xantippe handelde Socrates wijs, geen intellectueele, geen bespiegelende rede zou hier te pas gekomen zijn. Hier kon alleen de wijsheid redden als >t rustig bezit en 't bestendig eigendom van een intuïtief begrijpen van 't vrouwelijke gemoedsleven. En eigenaardig: waar de Wetenschap den mensch tot wijsheid, voorzichtige distinctie of onderscheiding van de naakte feiten en 't wezen der dingen leiden kan, was Socrates onhandig. Hij was de schuld van de armoe in zijn gezin, want waar de door hem geminachte Sophisten lesgeld lieten betalen voor hun onderricht aan hun leerlingen, weigerde Socraes een cent te ontvangen. Hij leidde zijn leerlingen in de kunst grepen van politiek en Maatschappijleer gratis op: lesgeld en Wetenschap waren voor hem onverzoenbaar. Dat was niet wijs. Want Xantippe kon van den wind niet leven, en Socrates trok niets „van den Steun" 1 Antisthenes, zijn leerling, kwam dagelijks an derhalf uur loopen naar Athene en stelde er een eer in om zijn uitwendige plunje wat te verwaarloozen, en om in een gescheurden man tel zijn nederigheid te toonen. Mij lieve Antisthenes, zei de Wijze, ik zie je ij delheid door de gaten van je mantel heenkijken. Rehabeam was een dwaze zoofi. van een wij zen Spreukendichter; hij zag van de beangsti gende politieke en sociale kwestie tijdens 's va ders regeering niets; misschien heeft Salomo hem naast zich gezet om wetenschap te dictee- ren, die de groote natuurkundige hem uitspreidde over „het ruime hemelrond", over ,,'t luchtig zwerk" van Ps. 19, of over 't onweer en den bliksem, 's Heeren stem, rollend en klaterend, en over de boomen; van den cederboom aan, die op den Libanon is tot op den hysop, die aan den want uitwast; over het vee en over 't gevogelte en over de kruipende dieren en van de visschen. (1 Kon. 4 33). Maar die geleerde dictatenbundel baatte niets, toen de zoon in 't Parlement moest ver schijnen voor de Volksvertegenwoordiging, en de Oudsten hem 't vuur aan de schoenen leg den toen was de politieke bezonnenheid bij den kroonprins wegtoen was economi sche, finantieele voorzichtigheid zoektoen lokte hij een politieke crisis uit en was o n w ij s in dat: „Mijn vader heeft uw juk zwaar ge maakt, maar ik zal boven uw juk nog daartoe doen; mijn vader heeft u met geeselen gekastijd, maar ik zal u met scorpioenen kastijden" 't eenige wijze oogenblik was nog, dat 'hij niet zei, wat zijn dwaze vrinden hem hadden ingefluisterd: „Mijn kleinste vinger zal dikker zijn dan mijns vaders lendenen." Wijsheid is als lijm: waar 't maar gestreken wordt ,is er houvast, en kleeft 't; en alleen de kunst kan 't los krijgen, maar dan geha vend. Wijsheid is verklanking van prachttonen door een artist uit een kapotte viool: de speler heeft rapport met de schoonheid, die uit den Harpenaar vloeit. Welgelukzalig is de mensch, die wijsheid vindt, en de mensch, die verstandigheid voort brengt, want haar koophandel is beter dan de koophandel van zilver, en hare inkomst dan het uitgegraven goud; ze is kostelijker dan robijnen en al wat u lusten mag, is met haar niet te vergelijken; langheid der dagen is in hare rech terhand', in hare linkerhand rijkdom en eere. Hare wegen zijn wegen der lieflijkheid en al hare paden vrede. Zij is een boom des levens dengenen die ze aangrijpen, en elkeen die ze vasthoudt wordt welgelukzalig. De H. Schrift is vol van aanprijzing der wijsheid. Het Spreukenboek sla men op ën een dorst naar practische wijsheid voelt ge als prikkeling opkomen; en in 't N. Test. is 't in 's Heilands woorden en in de Brieven: de wijsheid; de wijsheid Gods; de wijsheid der wereld; de ware wijsheid; wijze leeraars, wijze maagden, de eeuwige wijsheid, de wijsheid des vleesches, de menschelijke wijsheid, de wijsheid van Christus. En lees eens de Apocryfe boeken. Uit 't Boek der W ij s h e i d, kapittel 6 12 e. v.„Blinkende en onverwelkelijk is de wijsheid en wordt lichtelijk gezien van de genen die haar liefhebben, en gevonden van die haar zoeken; zij voorkomt degenen, die haar begeeren, om te voren gekend te worden; die vroeg des morgens tot haar zal gekomen zijn, zal geen moeite hebben1, want hij zal haar bij zijn poorten vinden zitten; want aan haar te gedenken is de volkomenheid der kloekheid, en die om harentwille waakt, zal haast zonder zorg zijnzelfs de begeerte der wijsheid brengt tot 't koninkrijk." Uit J-esus Sirach, d. i. Het boek Ecclesiasticus, anders genaamd Jezus Sirach of De Wijsheid van Jezus, zoon van Sirach, hoofd stuk 1: „Alle wijsheid is van den Heere, en is met Hem in der eeuwigheid; wie zal 't zand der zee en de droppelen van den regen en de dagen der eeuwen tellen Wie zal de hoogte des hemels en de breedte der aarde, en den afgrond, en de wijsheid naspeuren Het begin der wijs heid is den Heere vreezen; de verzadiging der wijsheid is den Heere vreezen, en zij maakt hen dronken van hare vruchten; de kroon der wijs heid is den Heere vreezen, doende voortspruiten vrede 'en volkomen gezondheid; de wijsheid giet de wetenschap en de kennis van 't verstand uit als een plasregen, en verhoogt de heerlijkheid dergenen die haar vasthouden; de wortel der wijsheid is den Heere vreezen, en hare takken zijn een lang leven". Zoo spraken de Wijzen van Israel na Maleachi, En kent ge het verhaal van Solon, een der zeven Wijzen1 van Griekenland To V. te Utrecht. Ja huiswerk gaat voor, dat spreekt vanzelf. Gelukkig, dat je toch nog wat tijd overhoud om een brief naar mij te sturen, 'k Zal doen wat je vroeg. Wout van Oom B„ de groeten van je Utrechtsche familie. Wat aardig, dat die kleine Bep zulke leuke versjes leert. Doet ze de groeten van mij terug. Abram W. te Stad aan 't Haringvliet, Ge lukkig, dat het verder met Oom nu zoo goed gaat. Wat zullen jullie geschrokken zijn toen je 't hoorde. Oom in Ooltgensplaat, ik moet U de groeten doen van Bram. Écht gezellig thuis hé met zoon eigen clubje. Wat zal Jantje blij zijn geweest met al zijn verjaarscadeaux. Cornelia R. te Nieuwe Tonge. 't Is makkelijk als je neefje je prijs kan halen. Nu heb je hem zeker wel ontvangen Je ziet wel, dat onver wachts toch de prijs nog gekomen is. Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Je in zending voor den wedstrijd ontvangen. Jij vindt het zeker wel gezellig als ze aan het dorschen zijn. Dat is anders nog een heele drukte. Wat groeit die kleine zus al. Dank voor je nieuwe raadsel. Jacob W. te Stad aan 't Haringvliet, Van jou ook weer eens een brief, dat is goed hoor. Ik dacht al: ik krijg niets meer van Jaap. Maar jij moest zeker aldoor maar naar dat kleine zusje kijken. Jan W. te Stad aan 't Haringvliet, Fijn Jan, dat je zooveel leuke cadeaux hebt gehad. Nu kun je 's avonds maar spelen. Zoo'n punten slijper is ook makkelijk. Dan heb je geen mes meer noodig. Doe je Moe de groeten terug. Nellie W. ite Stad aan 't Haringvliet, Je in zending voor den wedstrijd ontvangen. Wat jammer, dat je geen tijd had om nog een 'brief te schrijven. Bram schreef me, dat je zooveel huiswerk had. Dat gaat voor ,maar ik hoop toch, dat je volgenden keer een beetje minder hebt, dan krijg ik tenminste ook weer een beurt. Gerrit P, te Numansdorp. Jij hebt dubbel plezier van de muizen. Eerst is het al prettig om al die rare buitelingen te zien en dan krijg jij je vriendjes nog eens extra bezoek om er naar te kijken. Dat is ook prettig. Dank voor je nieuwe raadsel. Hen, de hartelijke groeten van Gerrit uit Numansdorp. Riek P. te Numansdorp. Jij vindt het zeker niet prettig, dat de tram weggaat, want jullie komen hier nog al eens. De tijd naar je verjaar dag gaat al fijn opschieten. Je bént zeker al nieuwsgierig naar dien dag Johanna B. te Ouddorp. vind het prettig, dat je meedoet, Lientje is zeker een zusje van je Jullie kunnen je brieven wel samen in één couvert verzenden. Dat mag best. Lientje B. te Dirksland. Wat leuk, dat je dat taschje nagemaakt hebt. Vallen de kleuren In Lydië, 540 jaar v. Chr., woonde de schat rijkste man ter wereld, Cresus. Solon werd rondgeleid door alle schatkamers van 't paleis en toen vroeg Cresus: „Gast van Athene, wien houdt ge voor den gelukkigste Solon antwoordde: Tellus van Athene. En wie na hem Cleobis en Biton. Wat, zei Cresus, veracht gij dan mijn rijk dommen, dat ge mij met Tellus en Cleobis en Biton niet wilt gelijk stellen Toen antwoordde Solon: „Ik zie wel, dat U rijk is, maar zal U niet eerder gelukkig prijzen voordat ik gezien heb, dat uw einde ge lukkig is. Niet eer en rijkdom, maar tevredenheid met zijn lot maakt gelukkig." Cresus werd later door Cyrus, koning van Perzië tot den brandstapel veroordeeld en riep: O, Solon, Solon Solon „Wien roept gij vroeg de machtige Cyrus hem Ik roep den wijze van Athene, die mij eertijds wees op de vergankelijkheid van geld en heer schappij. Cyrus werd beangstde brandstapel ge- bluscht; aan Cresus 't leven geschonken. Solons woorden waren wijze woorden, en Cyrus' daad om Cresus los te laten, was een wijze daad. Cyrus voelde intuïtief en distinctief, als geïnspireerd door Solon den ernst des levens en der toekomst aan. Wijsheid is inzicht in de werkelijkheid; en daarom omvat 't de eeuwen met alle omstandig heden, omdat het de tijddingen brengt in 't Rapport, waarin ze moeten staan, n.I. in rapport met den Schepper, in rapport met de herschepping, met 't Doel des levens. 't Christendom breekt niets af dan de onwijs heid, maar bouwt de wijsheid door Christelijke wetenschap, door de onwijsheid te reinigen van den vlek en vloek der zonden. 't Christendom is geen stelsel, geen weten schap, geen filosofie: 't is geboren in Israel; opgegroeid onder Heidensche cultuur; en met mannelijke kracht, afbrekend alle particularisme, met universeel doel op wereldherstel uitgegaan om te winnen voor de Wijsheid. J. v. d. W. Middelharnis, 14 November 1931. (Wordt vervolgd). nog al aardig samen? Als je dan eens naar Sommelsdijk komt, dan kun je het mij wel laten zien. Jacob L, te Den Bommel. Wel neef, wat heb jij een danig lange vacantie gehouden. Ik be klaagde mezelf, dat ik zoolang in het vergeet boekje gezet werd. Heb jij je chrisanten kunnen overhouden. Gelukkig maar, want anders ben je zoo ineens van al je bloemen af. Chrisanten heb ik niet, en laatst stonden mijn dahlia's nog in vollen bloei en er waren nog zooveel knop pen, en in één nacht waren ze door de vorst heelemaal zwart geworden. Jammer, hoor. Wat heeft Gielly een fijn rapport. Waarom heeft ze zelf niet geschreven Cornelis G. te Melissant. Het is 'best hoor, als je met ons meedoet. Jullie hebben een ge zellig clubje zoo met zijn zevenen. Jij bent op school al een aardig eindje op weg als je in de vijfde klas zi't. Die kleine broer zal het wel gauw prettig vinden op de bewaarschool. Er zijn zooveel aardige dingen om mee te spelen. Doe Vader 'en Moeder de groeten terug. Bram P, te Numansdorp. Zoo Bram, het is goed hoor dat je met ons gaat meedoen. Van je broer en zus heb ik al zooveel over je ge hoord, dat ik nu blij ben, dat je zelf aan mij gaat schrijven. Janme v. D. te Beverwijk. Wel, wat krijg ik er nu een verre nicht bij. Het is leuk hoor. Dan kun je me nog eens wat vertellen bij jullie van daan. Hoe lang woon je er al? Je bent zeker Flakkee nog niet vergeten. Kom je nog wel eens hier Hen W. te Ooltgensplaat. Wat aardig van jullie meester om voor een schoolbibliotheek te zorgen. Nu kun je maar lezen. Zooveel te beter als je album al vol is. Sibilla N .te Zuidland. Ja, woonden we maar dichter bij elkaar, dan kon je fijn dat werkje eens voordoen. Dat is niet prettig voor je, dat je niet goed werd. Gelukkig, dat je nu weer beter bent. Is je arm ook weer in orde? Voor zichtig aan maar, hoor. Maria H. N, te Middelharnis. Zoo, nu weet ik wie dat onbekende nichtje is. Neen hoor, toen was er geen lettertje van je naam te zien. Fijn, dat je zoo'n leuk span broertjes en een zusje hebt. Ik vind je zusje ook een lief ding. Ik denk, dat jullie ze met zijn allen wel een beetje zult verwennen, dat gaat haast altijd vanzelf als je zoo'n leuk zusje hebt. Ze ziet er heelemaal niet naar uit hoor, dat ze een kleine katje is. Dat zeggen jullie zeker maar voor de grap. Je hebt al een echten langen brief geschreven, en dat voor den eersten keer. Neeltje N. te Zuidland. Het is bij jou in 't De copie van ingezonden «tukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgever». De heer Slager, Leeraar der Israëlitische ge meente te Middelharnis, doet mededeeling van de volgende correspondentie, welke tusschen hem en den heer Vroegindeweij gevoerd is. Middelharnis, 14 October 1931. „We leven in een Christelijk land en de Zondag is hier de rustdag, dan moeten ook de Israëlieten zich daaraan onderwerpen." Raadsverslag Maas- en Scheldebode van 14-10-31. Den Weled. Achtbr. Heer J. Vroegindeweij, lid van den Raad der Gemeente. M. Bovenstaande woorden zijn door U gebezigd in de vergadering van den gemeenteraad op Vrijdag 9 Oct. 1.. Ik mag deze woorden tot mijn spijt niet „als niet goed verstaan" door den verslaggever aanvaarden, te meer waar het hier verschijnende weekblad „Onze Eilanden" ze nog wat scherper weergeeft. Het verwondert mij in hooge mate, dat U zulk een uitdrukking van verregaande onverdraagzaamheid durft te bezigen. Iemand als g ij, die als leeraar onder Uwé geloofsgenooten wil fungeeren, vertrouwt met elke bladzijde van het Oude en Nieuwe Testa ment, waarvan zoovele liefde spreken tot den evenmensch, dus ook tot andersden kenden, moet zich niet tweemaal, maar steeds beraden voor U een dergelijke meening ver kondigt. Afgescheiden er van, dat gij onze rechten als Nederlandsche staatsburgers te kort doet, krenkt ge ons in hooge mate door ons slechts als on derworpelingen te beschouwen. Van U verwacht ik, dat gij over het uiten van deze woorden in het openbaar en oprecht gemeend Uw spijt zult betuigen en mijn geloofsgenooten nooit meer van de plaats zult'dringen, die htm rechtens toekomt, van de plaats als Nederlanders, waarop zij, als ieder recht geaard Christen trots zijn. Ik wacht voor 20 October e.k. de schriftelijke toezegging, dat gij daartoe geneden zijt. Hoogachtend, D. SLAGER, Leeraar der Nederl. Isr. Gem. Het volgende schrijven ontving ik van den heer J. Vroegindeweij. Ik laat ieder weldenkend mensch het oordeel hierover Datum enz. (niet ingevuld). Postmerk: Wilnis, 19 Oct. 1931, Den Eerw. Heer D. Slager, leeraar der Ned. Isr. Gem. te Middelharnis. M. Het verwondert mij in zeer hooge mate, dat u naar aanleiding van de door u aangehaalde woorden meent te kunnen spreken van onver draagzaamheid jegens uw volk. Is Nederland geen Christelijk land Verkeert u niet als vreem deling in een vreemd land Is uw volk niet om haar zonde als ballingen zwervende over den ganschen aardbodem Dat zijn toch feiten, die u als kenner van het Oude Testament reeds lang weet. Wanneer u nu echter meent, dat hier van onderworpelingen sprake is, dan ver gist ge u. Denk toch eens even na Was de groote Mozes onverdraagzaam toen hij op last van Israëls God 'beval den Sabbat te heiligen U kent toch dat gebod Welnu, wat staat daarin omtrent den vreemdeling Moest die zich niet daaraan onderwerpen Toch zou ik niet graag zeggen, dat dit uit onver draagzaamheid voortkwam; u zeker ook niet 7 Als u niet in Nederland woonde, of als Neder land voor u niet was een vreemd land, zou u moet'en strijden voor handhaving van den Sab bat. U zou dat ook doen .anders mag u den naam van Israëliet niet dragen, maar zou u Zijn een veriater van uw wetWilt u nu van mij •eischen, dat ik de rust en de heiliging van den christelijken dag des Heeren in gevaar moet tuintje al net eender gegaan als bij mij, mijn dahlia's waren ook in eens verdwenen. Niet leuk, dat de meester weggaat. Als je eenmaal aan elkaar gewend bent, is 't niet prettig als er verandering komt. L. T. te Ouddorp, Ik krijg van jou wel een heel dikken 'brief, en een inzending voor onzen wedstrijd, maar je voornaam zag ik niet. Dat is altijd de gewoonte hoor in onze raadselfamilie, al doe je nog zoo lang mee, toch moet altijd ook de voornaam er bij geschreven worden. Mten van der K. te Alphen aan den Rijn. Wat zal 't gezellig worden op den ouderavond. Jullie doen er al flink je best voor. Je hebt ook niet het makkelijkste gekozen om zoo'n lang vers van buiten te leeren. Dezen keer heb je goed geraden, wie mijn berichtgever was. Gretha van der K. te Alphen aan den Rijn. Toch nog een briefje. Fijn hoor 1 Woon je dicht bij de H. B. S. Als dat waar is, moet je zeker doen wat je geraden is om eiken dag een wan delingetje te maken. Je meetkunderepetitie is ge woonweg schitterend. De meesten maken hef met dat vak slecht. Zooveel te prettiger voor jou, dat je t goed had, 'k Reken er maar op, dat je zoo nu en dan nog eens een verloren' hoekje van Mien's brief volschrijft. De oplossingen zijn I. Palm, galm, zalm, halm. II. De klok. III. Jurk, kurk, schurk, Turk. Nieuwe raadsels t I. Ingezonden door Arie W. te Stad aan 't Haringvliet Met B is 't een viervoetig dier. Met M is 't een lichaamsdeel. Met P is 't een gewicht. Met R is 't niet vierkant. II. Ingezonden door To V. te Utrecht Drie zusters dragen elk een heel korten naam. Die drie namen achter elkaar gelezen vormen samen den naam van een deel van Noord- Amerika. III. Verborgen vruchtennamen: Raap eerst die speld op, voor je er in trapt. Jaap, ruim direct je boekenkast op. De bewaker snapte den dief, toen deze in de kamer was. Ik genoot van de muziek. De oplossingen kunnen, met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag 20 November worden gezonden aan: TANTE TRUUS, Bureau „Maas- en Scheldebode", SOMMELSDIJK. VERMAKEN VAN JAPONNEN. Verwerken van twee stoffen. Nog noo 'h heeft de mode ons zooveel ge legenheid ge.hoden om oude japonnen van het vorig jaar ti* veranderen als Itegenwoordigi. Japonnen, die n nieuw-modisch meer zijn, kan men met bijpass, taide stof vermaken. Een effen japon" han men met gebloemde zijde combineeren, lichte" met donkere tinten, doffe stoffen met glanzen d sutijn en ook effen met geruit of gestreepd materiaal. Een hoofdver- eischte is echter, dat men geen willekeurige kleuren samenvoegt, mai.it' dat men' zorgt voor een harmonisch geheeL De rok van een manteljapon wordt in den regel meer gedragen dan de mantel, zoodat het vaak voorkomt, dat de rok al min of meer glimmend of zelfs kaal is en de mantel nog zoo goed als nieuw. We'lnu, we nemen een geruit rokje bij de mantel, waarvoor we niet m£cr noodig hebben dan 2 maal de hoogte plus de zoom en we hebben op deze mattier weer een aardig complet. Heel aardig staat het om b.v. 'de revers en de kraag eveneens geruit te nemen. Een effen zijden blouse maakt het geheel af- Ruiten zullen in allerlei tinten en variaties heel veel gedragen worden in het komende seizoen, dus zijn we met een dergelijk geheel up to date. Verder kunnen wij onze japonnen opknappen, door er een bolero op te dragen, die we in de modeplaten in allerlei vorm vinden, We zien ze tot op de heupen tot de taille of er boven' dragen en met of zonder mouwen. EEN NAMIDDAG-THEEKLEED EN SERVETJES. Heel aardig kunnen we een dergelijk stel zelf maken van wit linnen, waarop wij bloemen van cretonne naaien. Eerst knippen we het kleed op de vereischte grootte, laten wij zeggen 80 c.M. in het vierkant en zoomen het dan met de hand om of maken een open zoom, door het uithalen en omwerken van draden; daarna wor den de servetjes op dezelfde wijze afgewerkt. We zien onze lappendoos eens na en vinden daar mooi gebloemd cretonne, waarvan wij vier groote bloemen uitknippen, liefst dezelfde groot te. De helft van elke bloem wordt nu om ge festonneerd, d. w. z. het deel, dat naar den binnenkant zal wijzen. Zijn de bloemen alle vier voor de helft om gefestonneerd, dan wordt in elke 'hoek even boven den zoom een bloem op- geregen, zóó, dat het afgewerkte deel niet langs den zoom komt en bloem voor bloem wordt nu oo het kleedje gefestonneerd en wel zóó, dat wij de rafelkanten, dus de tweede helft der bloem op het kleed werken. De rijgdraden worden nu uitgehaald en men heeft nu in de vier hoeken een half opgewerkte bloem gekregen met een opening, waarin wij de kleine servetjes zullen steken, die wij in één hoek met één opgewerkte kleine bloem versieren en zóó vouwen, dat zij driehoekig zijn, met de punt; in het zakje steken en' de bloem naar boVen komt. Dit theestel, dat ons zoo goed als niets kost aan materiaal, is een aardig werkje om in de komende winteravonden ter hand1 te nemen, en zal als geschenk zeer zeker wel in den smaak vallen, daar het een zeer origineel geheel is. M'n beste nichtjes en neefjes! De wedstrijd bezorgt me heel wat brieven, k Heb toch al zoo'n stapel inzendingen ont vangen. Daar houd ik van, hoor. We hebben deze week weer een flinke groote familieclub in ons hoekje. Gezellig, hé De prijs is dezen keer gewonnen door ARIE WAGNER te Stad aan 't Haringvliet. Allemaal heel veel groeten van jullie TANTE TRUUS. Piet K, te Rotterdam. Het is 'best hoor, als je met ons mee wil doen. Ik vind het wel leuk als ik ook in Rotterdam e'en deel van mijn raadselfamilie heb. Doe maar gerust mee met den wedstrijd. Je hebt er nog tijd voor. In welk stadsdeel is jullie straat Nelly K. te Sommelsdijk. Natuurlijk mag je weer meedoen, 'k Vind het altijd prettig als mijn oude klantjes weer terugkeeren. Jaantje N .te Dirksland. Ook welkom in onze familie. Bij die werkwoordenlessen is het altijd goed uitkijken, hé want daar zit heel wat aan vast. 't Is prettig, dat jullie op de handwerkles zulke aardige dingen mogen maken. Die jonge poesjes vind ik ook altijd echt leuk, als ze ouder zijn is er dikwijls niet veel aardigs meer aan, dan worden het zulke deftige bedaarde beesten. Dat gedeelte van de Vaderlandsche geschiedenis is fijn om te hooren vertellen. Moe de groeten terug. Pieter T, te Rotterdam. Weer een nieuweling, die ook hartelijk welkom is in onze raadsel familie. Je hebt dan al gauw je inzending voor den wedstrijd1 klaar gemaakt. •De woning van de weduwe Van Adrichem te Schipluiden. Het achterste gedeelte is als kantoor bij de boerenleenbank in gebruik.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1