DERDE BEAD
BS33iT SOEIZJE VOOE TT3ROTJ"W
tv WOC-SKrNO WSES
Zaterdag 14 November 1931. No. 3798
En de {Geest en de Bruid
zeggen: Kom.
I
Ingezonden Stukken
¥oor de Vrouw.
Voor de Jeugd.
DE BANKOVERVAL TE SCHIPLUIDEN,
XII.
De twee teksten over de filosofie zijn door
ons pover en sober 'behandeld, en we moesten
dat onderwerp terloops aanzien, omdat we in
vorige artikelen gezegd hadden, dat t Christen
dom geen Stelsel was.
't Christendom was geen politiek of econo
misch stelsel, geen wetenschap, geen wijsbe
geerte, geen humaniteit, geen deugendenleer.
't Is ook niet in de wereld gekomen om alles
wat er in die voorgaande 4000 jaar was opge
bouwd in Israels wereldje en die der Heidenen
op alle plaatsen in Azië, Afrika en Europa, at
te breken, te veroordeelen, en in den ban te
doen, maar juist andersom, om de schatten van
wijsheid, cultuur, kennis en wetenschap, die
door particuliere en algameene genade burger
recht verworven hadden, algemeen eigendom
waren gewordenva nde zonde te reinigen,
en al den arbeid der 4000 jaar op alle terrein,
weer aan eigen natuur en eigen bestemming te
doen beantwoorden.
Met opzet schreven we in ons vorig artikel
over „wijsheid" en bepaalden het zoo: wijsheid
was heerlijke deugd; een schitterende eigenschap;
een groot vermogen; en door de wijsheid is de
mensch en de Menschheid met haar veelsoortig
en veelvoudig bezit aan geestelijke, zedelijke en
stoffelijke goederen, met volle bewustheid wat
zij zijn moet; beantwoordt zij aan haar doel;
doet de dingen, die haar zijn "opgelegd en toe
vertrouwd, beantwoorden aan de 'hooge bestem
ming, waarvoor zij aan de Menschheid geschon
ken zijn.
Wijsheid heeft niets te maken met intelligen
tie: de meest wetenschappelijk geschoolden kun
nen toch zoo „dom" doen, zoodat een een
voudige arbeider soms zeggen moet: „Hoe komt
:zoo'n man toch tot zoon dwaasheid, 't is be
lachelijk".
Zijn er niet anecdoten van professorale ver
strooidheden en dwaasheden
Socrates, de Grieksche wijze, die in 399 v.
Chr, den gifbeker dronk, was door 't Delphische
orakel verklaard als den wijste der toenmalige
wijzen. En tot zijne leerlingen zei hij: Weet gij,
waarin mijn wijsheid bestaat Ik weet, dat
ik niets weet; en daarom was ook de Christen
Paulus wijs, die zei wat Socrates zei: Ik weet,
dat ik niets weet dan Christus en dien gekruisd.
Socrates had een zeer booze, twistzieke
vrouw, Xarttippe geheeten, van wier luimen hij
veel uit te staan 'had. Intusschen' wist hij zich
daarin te schikken; hij liet haar schelden, zweeg
geduldig, en als ze te erg oppijpte, ging hij weg.
Dit gebeurde ook eens, toen zij weer ontzettend
schold. Hij ging bedaard met zijn leerlingen de
trap af; maar toen hij juist de huisdeur achter
•zich wou toetrekken, goot hem de woedende
vrouw van boven uit t venster het waschbekken
op zijn hoofd. „Dach ik t niet zei hij, zich
afschuddend met de grootste gelatenheid, „dacht
ik 't niet, op een onweer volgt immers altijd
regen", en wandelde bedaard verder.
Tegenover Xantippe handelde Socrates wijs,
geen intellectueele, geen bespiegelende rede zou
hier te pas gekomen zijn. Hier kon alleen de
wijsheid redden als >t rustig bezit en 't bestendig
eigendom van een intuïtief begrijpen van 't
vrouwelijke gemoedsleven.
En eigenaardig: waar de Wetenschap den
mensch tot wijsheid, voorzichtige distinctie of
onderscheiding van de naakte feiten en 't wezen
der dingen leiden kan, was Socrates onhandig.
Hij was de schuld van de armoe in zijn gezin,
want waar de door hem geminachte Sophisten
lesgeld lieten betalen voor hun onderricht aan
hun leerlingen, weigerde Socraes een cent te
ontvangen. Hij leidde zijn leerlingen in de kunst
grepen van politiek en Maatschappijleer gratis
op: lesgeld en Wetenschap waren voor hem
onverzoenbaar.
Dat was niet wijs.
Want Xantippe kon van den wind niet leven,
en Socrates trok niets „van den Steun" 1
Antisthenes, zijn leerling, kwam dagelijks an
derhalf uur loopen naar Athene en stelde er
een eer in om zijn uitwendige plunje wat te
verwaarloozen, en om in een gescheurden man
tel zijn nederigheid te toonen.
Mij lieve Antisthenes, zei de Wijze, ik zie
je ij delheid door de gaten van je mantel
heenkijken.
Rehabeam was een dwaze zoofi. van een wij
zen Spreukendichter; hij zag van de beangsti
gende politieke en sociale kwestie tijdens 's va
ders regeering niets; misschien heeft Salomo
hem naast zich gezet om wetenschap te dictee-
ren, die de groote natuurkundige hem uitspreidde
over „het ruime hemelrond", over ,,'t luchtig
zwerk" van Ps. 19, of over 't onweer en den
bliksem, 's Heeren stem, rollend en klaterend,
en over de boomen; van den cederboom aan,
die op den Libanon is tot op den hysop, die
aan den want uitwast; over het vee en over 't
gevogelte en over de kruipende dieren en van
de visschen. (1 Kon. 4 33).
Maar die geleerde dictatenbundel baatte
niets, toen de zoon in 't Parlement moest ver
schijnen voor de Volksvertegenwoordiging, en
de Oudsten hem 't vuur aan de schoenen leg
den toen was de politieke bezonnenheid
bij den kroonprins wegtoen was economi
sche, finantieele voorzichtigheid zoektoen
lokte hij een politieke crisis uit en was o n w ij s
in dat: „Mijn vader heeft uw juk zwaar ge
maakt, maar ik zal boven uw juk nog daartoe
doen; mijn vader heeft u met geeselen gekastijd,
maar ik zal u met scorpioenen kastijden"
't eenige wijze oogenblik was nog,
dat 'hij niet zei, wat zijn dwaze vrinden hem
hadden ingefluisterd: „Mijn kleinste vinger zal
dikker zijn dan mijns vaders lendenen."
Wijsheid is als lijm: waar 't maar gestreken
wordt ,is er houvast, en kleeft 't; en alleen de
kunst kan 't los krijgen, maar dan geha
vend.
Wijsheid is verklanking van prachttonen
door een artist uit een kapotte viool: de
speler heeft rapport met de schoonheid, die
uit den Harpenaar vloeit.
Welgelukzalig is de mensch, die wijsheid
vindt, en de mensch, die verstandigheid voort
brengt, want haar koophandel is beter dan de
koophandel van zilver, en hare inkomst dan het
uitgegraven goud; ze is kostelijker dan robijnen
en al wat u lusten mag, is met haar niet te
vergelijken; langheid der dagen is in hare rech
terhand', in hare linkerhand rijkdom en eere.
Hare wegen zijn wegen der lieflijkheid en al
hare paden vrede. Zij is een boom des levens
dengenen die ze aangrijpen, en elkeen die ze
vasthoudt wordt welgelukzalig.
De H. Schrift is vol van aanprijzing der
wijsheid.
Het Spreukenboek sla men op ën een dorst
naar practische wijsheid voelt ge als prikkeling
opkomen; en in 't N. Test. is 't in 's Heilands
woorden en in de Brieven: de wijsheid;
de wijsheid Gods; de wijsheid der wereld; de
ware wijsheid; wijze leeraars, wijze maagden,
de eeuwige wijsheid, de wijsheid des vleesches,
de menschelijke wijsheid, de wijsheid van
Christus.
En lees eens de Apocryfe boeken.
Uit 't Boek der W ij s h e i d, kapittel
6 12 e. v.„Blinkende en onverwelkelijk is
de wijsheid en wordt lichtelijk gezien van de
genen die haar liefhebben, en gevonden van die
haar zoeken; zij voorkomt degenen, die haar
begeeren, om te voren gekend te worden; die
vroeg des morgens tot haar zal gekomen zijn,
zal geen moeite hebben1, want hij zal haar bij
zijn poorten vinden zitten; want aan haar te
gedenken is de volkomenheid der kloekheid, en
die om harentwille waakt, zal haast zonder zorg
zijnzelfs de begeerte der wijsheid brengt
tot 't koninkrijk."
Uit J-esus Sirach, d. i. Het boek
Ecclesiasticus, anders genaamd Jezus Sirach of
De Wijsheid van Jezus, zoon van Sirach, hoofd
stuk 1: „Alle wijsheid is van den Heere, en is
met Hem in der eeuwigheid; wie zal 't zand der
zee en de droppelen van den regen en de dagen
der eeuwen tellen Wie zal de hoogte des
hemels en de breedte der aarde, en den afgrond,
en de wijsheid naspeuren Het begin der wijs
heid is den Heere vreezen; de verzadiging der
wijsheid is den Heere vreezen, en zij maakt hen
dronken van hare vruchten; de kroon der wijs
heid is den Heere vreezen, doende voortspruiten
vrede 'en volkomen gezondheid; de wijsheid giet
de wetenschap en de kennis van 't verstand uit
als een plasregen, en verhoogt de heerlijkheid
dergenen die haar vasthouden; de wortel der
wijsheid is den Heere vreezen, en hare takken
zijn een lang leven". Zoo spraken de Wijzen
van Israel na Maleachi,
En kent ge het verhaal van Solon, een der
zeven Wijzen1 van Griekenland
To V. te Utrecht. Ja huiswerk gaat voor, dat
spreekt vanzelf. Gelukkig, dat je toch nog wat
tijd overhoud om een brief naar mij te sturen,
'k Zal doen wat je vroeg. Wout van Oom B„
de groeten van je Utrechtsche familie. Wat
aardig, dat die kleine Bep zulke leuke versjes
leert. Doet ze de groeten van mij terug.
Abram W. te Stad aan 't Haringvliet, Ge
lukkig, dat het verder met Oom nu zoo goed
gaat. Wat zullen jullie geschrokken zijn toen je
't hoorde. Oom in Ooltgensplaat, ik moet U
de groeten doen van Bram. Écht gezellig thuis
hé met zoon eigen clubje. Wat zal Jantje blij
zijn geweest met al zijn verjaarscadeaux.
Cornelia R. te Nieuwe Tonge. 't Is makkelijk
als je neefje je prijs kan halen. Nu heb je hem
zeker wel ontvangen Je ziet wel, dat onver
wachts toch de prijs nog gekomen is.
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Je in
zending voor den wedstrijd ontvangen. Jij vindt
het zeker wel gezellig als ze aan het dorschen
zijn. Dat is anders nog een heele drukte. Wat
groeit die kleine zus al. Dank voor je nieuwe
raadsel.
Jacob W. te Stad aan 't Haringvliet, Van
jou ook weer eens een brief, dat is goed hoor.
Ik dacht al: ik krijg niets meer van Jaap. Maar
jij moest zeker aldoor maar naar dat kleine
zusje kijken.
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet, Fijn Jan,
dat je zooveel leuke cadeaux hebt gehad. Nu
kun je 's avonds maar spelen. Zoo'n punten
slijper is ook makkelijk. Dan heb je geen mes
meer noodig. Doe je Moe de groeten terug.
Nellie W. ite Stad aan 't Haringvliet, Je in
zending voor den wedstrijd ontvangen. Wat
jammer, dat je geen tijd had om nog een 'brief
te schrijven. Bram schreef me, dat je zooveel
huiswerk had. Dat gaat voor ,maar ik hoop
toch, dat je volgenden keer een beetje minder
hebt, dan krijg ik tenminste ook weer een beurt.
Gerrit P, te Numansdorp. Jij hebt dubbel
plezier van de muizen. Eerst is het al prettig
om al die rare buitelingen te zien en dan krijg
jij je vriendjes nog eens extra bezoek om er
naar te kijken. Dat is ook prettig. Dank voor
je nieuwe raadsel. Hen, de hartelijke groeten
van Gerrit uit Numansdorp.
Riek P. te Numansdorp. Jij vindt het zeker
niet prettig, dat de tram weggaat, want jullie
komen hier nog al eens. De tijd naar je verjaar
dag gaat al fijn opschieten. Je bént zeker al
nieuwsgierig naar dien dag
Johanna B. te Ouddorp. vind het prettig,
dat je meedoet, Lientje is zeker een zusje van
je Jullie kunnen je brieven wel samen in één
couvert verzenden. Dat mag best.
Lientje B. te Dirksland. Wat leuk, dat je
dat taschje nagemaakt hebt. Vallen de kleuren
In Lydië, 540 jaar v. Chr., woonde de schat
rijkste man ter wereld, Cresus. Solon werd
rondgeleid door alle schatkamers van 't paleis
en toen vroeg Cresus: „Gast van Athene, wien
houdt ge voor den gelukkigste
Solon antwoordde: Tellus van Athene.
En wie na hem
Cleobis en Biton.
Wat, zei Cresus, veracht gij dan mijn rijk
dommen, dat ge mij met Tellus en Cleobis en
Biton niet wilt gelijk stellen
Toen antwoordde Solon: „Ik zie wel, dat U
rijk is, maar zal U niet eerder gelukkig prijzen
voordat ik gezien heb, dat uw einde ge
lukkig is. Niet eer en rijkdom, maar
tevredenheid met zijn lot maakt gelukkig."
Cresus werd later door Cyrus, koning van
Perzië tot den brandstapel veroordeeld en riep:
O, Solon, Solon Solon
„Wien roept gij vroeg de machtige Cyrus
hem
Ik roep den wijze van Athene, die mij eertijds
wees op de vergankelijkheid van geld en heer
schappij.
Cyrus werd beangstde brandstapel ge-
bluscht; aan Cresus 't leven geschonken.
Solons woorden waren wijze woorden, en
Cyrus' daad om Cresus los te laten, was een
wijze daad. Cyrus voelde intuïtief en distinctief,
als geïnspireerd door Solon den ernst des levens
en der toekomst aan.
Wijsheid is inzicht in de werkelijkheid; en
daarom omvat 't de eeuwen met alle omstandig
heden, omdat het de tijddingen brengt in 't
Rapport, waarin ze moeten staan, n.I. in
rapport met den Schepper, in rapport met de
herschepping, met 't Doel des levens.
't Christendom breekt niets af dan de onwijs
heid, maar bouwt de wijsheid door Christelijke
wetenschap, door de onwijsheid te reinigen van
den vlek en vloek der zonden.
't Christendom is geen stelsel, geen weten
schap, geen filosofie: 't is geboren in Israel;
opgegroeid onder Heidensche cultuur; en met
mannelijke kracht, afbrekend alle particularisme,
met universeel doel op wereldherstel uitgegaan
om te winnen voor de Wijsheid.
J. v. d. W.
Middelharnis, 14 November 1931.
(Wordt vervolgd).
nog al aardig samen? Als je dan eens naar
Sommelsdijk komt, dan kun je het mij wel laten
zien.
Jacob L, te Den Bommel. Wel neef, wat heb
jij een danig lange vacantie gehouden. Ik be
klaagde mezelf, dat ik zoolang in het vergeet
boekje gezet werd. Heb jij je chrisanten kunnen
overhouden. Gelukkig maar, want anders ben
je zoo ineens van al je bloemen af. Chrisanten
heb ik niet, en laatst stonden mijn dahlia's nog
in vollen bloei en er waren nog zooveel knop
pen, en in één nacht waren ze door de vorst
heelemaal zwart geworden. Jammer, hoor. Wat
heeft Gielly een fijn rapport. Waarom heeft
ze zelf niet geschreven
Cornelis G. te Melissant. Het is 'best hoor,
als je met ons meedoet. Jullie hebben een ge
zellig clubje zoo met zijn zevenen. Jij bent op
school al een aardig eindje op weg als je in
de vijfde klas zi't. Die kleine broer zal het wel
gauw prettig vinden op de bewaarschool. Er
zijn zooveel aardige dingen om mee te spelen.
Doe Vader 'en Moeder de groeten terug.
Bram P, te Numansdorp. Zoo Bram, het is
goed hoor dat je met ons gaat meedoen. Van
je broer en zus heb ik al zooveel over je ge
hoord, dat ik nu blij ben, dat je zelf aan mij
gaat schrijven.
Janme v. D. te Beverwijk. Wel, wat krijg ik
er nu een verre nicht bij. Het is leuk hoor. Dan
kun je me nog eens wat vertellen bij jullie van
daan. Hoe lang woon je er al? Je bent zeker
Flakkee nog niet vergeten. Kom je nog wel
eens hier
Hen W. te Ooltgensplaat. Wat aardig van
jullie meester om voor een schoolbibliotheek te
zorgen. Nu kun je maar lezen. Zooveel te beter
als je album al vol is.
Sibilla N .te Zuidland. Ja, woonden we maar
dichter bij elkaar, dan kon je fijn dat werkje
eens voordoen. Dat is niet prettig voor je, dat
je niet goed werd. Gelukkig, dat je nu weer
beter bent. Is je arm ook weer in orde? Voor
zichtig aan maar, hoor.
Maria H. N, te Middelharnis. Zoo, nu weet
ik wie dat onbekende nichtje is. Neen hoor, toen
was er geen lettertje van je naam te zien. Fijn,
dat je zoo'n leuk span broertjes en een zusje hebt.
Ik vind je zusje ook een lief ding. Ik denk, dat
jullie ze met zijn allen wel een beetje zult
verwennen, dat gaat haast altijd vanzelf als je
zoo'n leuk zusje hebt. Ze ziet er heelemaal niet
naar uit hoor, dat ze een kleine katje is. Dat
zeggen jullie zeker maar voor de grap. Je hebt
al een echten langen brief geschreven, en dat
voor den eersten keer.
Neeltje N. te Zuidland. Het is bij jou in 't
De copie van ingezonden «tukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgever».
De heer Slager, Leeraar der Israëlitische ge
meente te Middelharnis, doet mededeeling van
de volgende correspondentie, welke tusschen
hem en den heer Vroegindeweij gevoerd is.
Middelharnis, 14 October 1931.
„We leven in een Christelijk land en de
Zondag is hier de rustdag, dan moeten ook
de Israëlieten zich daaraan onderwerpen."
Raadsverslag Maas- en Scheldebode
van 14-10-31.
Den Weled. Achtbr. Heer J. Vroegindeweij,
lid van den Raad der Gemeente.
M.
Bovenstaande woorden zijn door U gebezigd
in de vergadering van den gemeenteraad op
Vrijdag 9 Oct. 1.. Ik mag deze woorden tot
mijn spijt niet „als niet goed verstaan" door den
verslaggever aanvaarden, te meer waar het hier
verschijnende weekblad „Onze Eilanden" ze nog
wat scherper weergeeft.
Het verwondert mij in hooge mate, dat U
zulk een uitdrukking van verregaande
onverdraagzaamheid durft te bezigen.
Iemand als g ij, die als leeraar onder Uwé
geloofsgenooten wil fungeeren, vertrouwt met
elke bladzijde van het Oude en Nieuwe Testa
ment, waarvan zoovele liefde spreken tot den
evenmensch, dus ook tot andersden
kenden, moet zich niet tweemaal, maar steeds
beraden voor U een dergelijke meening ver
kondigt.
Afgescheiden er van, dat gij onze rechten als
Nederlandsche staatsburgers te kort doet, krenkt
ge ons in hooge mate door ons slechts als on
derworpelingen te beschouwen.
Van U verwacht ik, dat gij over het uiten
van deze woorden in het openbaar en
oprecht gemeend Uw spijt zult betuigen
en mijn geloofsgenooten nooit meer van de
plaats zult'dringen, die htm rechtens toekomt,
van de plaats als Nederlanders, waarop zij, als
ieder recht geaard Christen trots zijn.
Ik wacht voor 20 October e.k. de schriftelijke
toezegging, dat gij daartoe geneden zijt.
Hoogachtend,
D. SLAGER,
Leeraar der Nederl. Isr. Gem.
Het volgende schrijven ontving ik van den
heer J. Vroegindeweij. Ik laat ieder weldenkend
mensch het oordeel hierover
Datum enz. (niet ingevuld).
Postmerk: Wilnis, 19 Oct. 1931,
Den Eerw. Heer D. Slager, leeraar
der Ned. Isr. Gem. te Middelharnis.
M.
Het verwondert mij in zeer hooge mate, dat
u naar aanleiding van de door u aangehaalde
woorden meent te kunnen spreken van onver
draagzaamheid jegens uw volk. Is Nederland
geen Christelijk land Verkeert u niet als vreem
deling in een vreemd land Is uw volk niet om
haar zonde als ballingen zwervende over den
ganschen aardbodem Dat zijn toch feiten, die
u als kenner van het Oude Testament reeds
lang weet. Wanneer u nu echter meent, dat
hier van onderworpelingen sprake is, dan ver
gist ge u. Denk toch eens even na
Was de groote Mozes onverdraagzaam toen
hij op last van Israëls God 'beval den Sabbat
te heiligen U kent toch dat gebod Welnu,
wat staat daarin omtrent den vreemdeling
Moest die zich niet daaraan onderwerpen Toch
zou ik niet graag zeggen, dat dit uit onver
draagzaamheid voortkwam; u zeker ook niet 7
Als u niet in Nederland woonde, of als Neder
land voor u niet was een vreemd land, zou u
moet'en strijden voor handhaving van den Sab
bat. U zou dat ook doen .anders mag u den
naam van Israëliet niet dragen, maar zou u Zijn
een veriater van uw wetWilt u nu van mij
•eischen, dat ik de rust en de heiliging van den
christelijken dag des Heeren in gevaar moet
tuintje al net eender gegaan als bij mij, mijn
dahlia's waren ook in eens verdwenen. Niet
leuk, dat de meester weggaat. Als je eenmaal
aan elkaar gewend bent, is 't niet prettig als er
verandering komt.
L. T. te Ouddorp, Ik krijg van jou wel een
heel dikken 'brief, en een inzending voor onzen
wedstrijd, maar je voornaam zag ik niet. Dat is
altijd de gewoonte hoor in onze raadselfamilie,
al doe je nog zoo lang mee, toch moet altijd
ook de voornaam er bij geschreven worden.
Mten van der K. te Alphen aan den Rijn.
Wat zal 't gezellig worden op den ouderavond.
Jullie doen er al flink je best voor. Je hebt ook
niet het makkelijkste gekozen om zoo'n lang
vers van buiten te leeren. Dezen keer heb je
goed geraden, wie mijn berichtgever was.
Gretha van der K. te Alphen aan den Rijn.
Toch nog een briefje. Fijn hoor 1 Woon je dicht
bij de H. B. S. Als dat waar is, moet je zeker
doen wat je geraden is om eiken dag een wan
delingetje te maken. Je meetkunderepetitie is ge
woonweg schitterend. De meesten maken hef met
dat vak slecht. Zooveel te prettiger voor jou,
dat je t goed had, 'k Reken er maar op, dat
je zoo nu en dan nog eens een verloren' hoekje
van Mien's brief volschrijft.
De oplossingen zijn
I. Palm, galm, zalm, halm.
II. De klok.
III. Jurk, kurk, schurk, Turk.
Nieuwe raadsels t
I. Ingezonden door Arie W. te Stad aan
't Haringvliet
Met B is 't een viervoetig dier.
Met M is 't een lichaamsdeel.
Met P is 't een gewicht.
Met R is 't niet vierkant.
II. Ingezonden door To V. te Utrecht
Drie zusters dragen elk een heel korten naam.
Die drie namen achter elkaar gelezen vormen
samen den naam van een deel van Noord-
Amerika.
III. Verborgen vruchtennamen:
Raap eerst die speld op, voor je er in trapt.
Jaap, ruim direct je boekenkast op.
De bewaker snapte den dief, toen deze in
de kamer was.
Ik genoot van de muziek.
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
20 November worden gezonden aan:
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldebode",
SOMMELSDIJK.
VERMAKEN VAN JAPONNEN.
Verwerken van twee stoffen.
Nog noo 'h heeft de mode ons zooveel ge
legenheid ge.hoden om oude japonnen van het
vorig jaar ti* veranderen als Itegenwoordigi.
Japonnen, die n nieuw-modisch meer zijn, kan
men met bijpass, taide stof vermaken.
Een effen japon" han men met gebloemde zijde
combineeren, lichte" met donkere tinten, doffe
stoffen met glanzen d sutijn en ook effen met
geruit of gestreepd materiaal. Een hoofdver-
eischte is echter, dat men geen willekeurige
kleuren samenvoegt, mai.it' dat men' zorgt voor
een harmonisch geheeL
De rok van een manteljapon wordt in den
regel meer gedragen dan de mantel, zoodat
het vaak voorkomt, dat de rok al min of meer
glimmend of zelfs kaal is en de mantel nog zoo
goed als nieuw. We'lnu, we nemen een geruit
rokje bij de mantel, waarvoor we niet m£cr
noodig hebben dan 2 maal de hoogte plus de
zoom en we hebben op deze mattier weer een
aardig complet. Heel aardig staat het om b.v.
'de revers en de kraag eveneens geruit te nemen.
Een effen zijden blouse maakt het geheel af-
Ruiten zullen in allerlei tinten en variaties
heel veel gedragen worden in het komende
seizoen, dus zijn we met een dergelijk geheel
up to date.
Verder kunnen wij onze japonnen opknappen,
door er een bolero op te dragen, die we in de
modeplaten in allerlei vorm vinden, We zien
ze tot op de heupen tot de taille of er boven'
dragen en met of zonder mouwen.
EEN NAMIDDAG-THEEKLEED
EN SERVETJES.
Heel aardig kunnen we een dergelijk stel zelf
maken van wit linnen, waarop wij bloemen van
cretonne naaien. Eerst knippen we het kleed
op de vereischte grootte, laten wij zeggen 80
c.M. in het vierkant en zoomen het dan met
de hand om of maken een open zoom, door het
uithalen en omwerken van draden; daarna wor
den de servetjes op dezelfde wijze afgewerkt.
We zien onze lappendoos eens na en vinden
daar mooi gebloemd cretonne, waarvan wij vier
groote bloemen uitknippen, liefst dezelfde groot
te. De helft van elke bloem wordt nu om ge
festonneerd, d. w. z. het deel, dat naar den
binnenkant zal wijzen. Zijn de bloemen alle vier
voor de helft om gefestonneerd, dan wordt in
elke 'hoek even boven den zoom een bloem op-
geregen, zóó, dat het afgewerkte deel niet langs
den zoom komt en bloem voor bloem wordt nu
oo het kleedje gefestonneerd en wel zóó, dat
wij de rafelkanten, dus de tweede helft der
bloem op het kleed werken.
De rijgdraden worden nu uitgehaald en men
heeft nu in de vier hoeken een half opgewerkte
bloem gekregen met een opening, waarin wij
de kleine servetjes zullen steken, die wij in één
hoek met één opgewerkte kleine bloem versieren
en zóó vouwen, dat zij driehoekig zijn, met de
punt; in het zakje steken en' de bloem naar
boVen komt.
Dit theestel, dat ons zoo goed als niets kost
aan materiaal, is een aardig werkje om in de
komende winteravonden ter hand1 te nemen, en
zal als geschenk zeer zeker wel in den smaak
vallen, daar het een zeer origineel geheel is.
M'n beste nichtjes en neefjes!
De wedstrijd bezorgt me heel wat brieven,
k Heb toch al zoo'n stapel inzendingen ont
vangen. Daar houd ik van, hoor. We hebben
deze week weer een flinke groote familieclub
in ons hoekje. Gezellig, hé
De prijs is dezen keer gewonnen door
ARIE WAGNER te Stad aan 't Haringvliet.
Allemaal heel veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
Piet K, te Rotterdam. Het is 'best hoor, als
je met ons mee wil doen. Ik vind het wel leuk
als ik ook in Rotterdam e'en deel van mijn
raadselfamilie heb. Doe maar gerust mee met
den wedstrijd. Je hebt er nog tijd voor. In welk
stadsdeel is jullie straat
Nelly K. te Sommelsdijk. Natuurlijk mag je
weer meedoen, 'k Vind het altijd prettig als
mijn oude klantjes weer terugkeeren.
Jaantje N .te Dirksland. Ook welkom in onze
familie. Bij die werkwoordenlessen is het altijd
goed uitkijken, hé want daar zit heel wat aan
vast. 't Is prettig, dat jullie op de handwerkles
zulke aardige dingen mogen maken. Die jonge
poesjes vind ik ook altijd echt leuk, als ze ouder
zijn is er dikwijls niet veel aardigs meer aan,
dan worden het zulke deftige bedaarde beesten.
Dat gedeelte van de Vaderlandsche geschiedenis
is fijn om te hooren vertellen. Moe de groeten
terug.
Pieter T, te Rotterdam. Weer een nieuweling,
die ook hartelijk welkom is in onze raadsel
familie. Je hebt dan al gauw je inzending voor
den wedstrijd1 klaar gemaakt.
•De woning van de weduwe Van Adrichem te Schipluiden. Het achterste gedeelte is
als kantoor bij de boerenleenbank in gebruik.