Jaaruergadering Groene Kruis PUIM Bij Ruwe Gesprongen Handen Gemeenteraad. En de Geest en de Bruid zeggen: Mom. x. boort van wie er op leunt, een demon, die eens opgeroepen, zich niet meer bezweren laat, maar heerscbt over wie door hem heerschen wilde. UITKIJK. Wat zegt de Kantteekenaar in onzen Staten bijbel Over Colossenzen 2 vers 8, dat luidt Ziet toe, dat niemand u als een roof .vervoere door de filosofie en ij dele verleiding, naar de over levering der menschen, naar de eerste beginselen der wereld, en niet naar Christus. De Kantteekenaar zegt ter verklaring het vol gende „Hier begint de Apostel het ver haal der dwaüngen, waar hij hen tegen waar schuwt, namelijk Philosophic (wijsbegeerte), menschelijke inzettingen, en vermengingen van de wet der ceremoniën (plegtigheden), die hij, de een voor, de ander na, wederspreekt. „Beroove, tot een roof wegvoere, namelijk van Ghristus en zijne waarheid t o t andere leeringen of middelen ter zaligheid buiten Christus; eene gelijkenis, genomen van roovers, die niet alleen deg oederen, maar ook de men schen zeiven tot een roof wegvoerden, om hen tot slaven voor hen of voor anderen te maken. Zie een exempel (voorbeeld) 1 Samuel 30. „Hierdoor wordt niet verstaan de rechte Philosophie, die een gave Gods is, en zelfs een instru ment of middel is, dienstig om Gods Woord beter te verstaan en te verklaren. „Maar Paulus bedoelt de sophisterij of bedrieglijke schijnwijsheid van eenige hei- densche Philosofen, gelijk de volgende woorden: „ijdele verleiding" verklaren, en gelijk Paulus hiervan spreekt in Romeinen 1 verzen 21 en 22; welke heidensche Philosofen in deze hunne schijnwijsheid eenige dingen van God en van den weg tot het opperste goed hadden voor gesteld, die deze leeraars met 't Evangelie wil den vermengen, enz. „Naar de overlevering der men schen": dit is de tweede dwaling, die deze bij het Evangelie van Christus wilden voegen, om naar hunne meening aan de eenvoudigheid des Evangelies een meerderen luister bij de menschen te geven, gelijk eertijds de Pharizeeën deden Matth. 15 vs. 3. „Naar de eerste beginselen der wereld": dat is: de ceremoniën der Wet, omdat het God beliefd heeft in de verdeeling der tijden de Israëlieten, en vervolgens in hen de rest der wereld, die zalig worden, door dit middel tot Christus te leiden, gelijk een kind door 't leeren van het A B C tot het lezen wordt bereid, en als door een schoolmeester tot meerdere wijsheid gebracht. Zie hiervan bree- dere verklaring Galaten 3 vs. 24; en 4, verzen 3, 9 enz. ,En niet naar Ghristus": dat is: naar de leer, of instelling van Christus, die alleen in de gemeente van Christus moet gelden; Galaten 1 vers 6, 8, 9." Tot zoover gaat de uitweiding van den Kant teekenaar, wiens uitlegging we slechts noodig hebben aangaande het woord „philosophie"; en 't blijkt dan dat Paulus de philosophie bedoelt, die niet „recht" is, die „ijdel" is, die „misleidt". In een Bijbelverklaring lazen we: (Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de philosophie)„Er is een wijsbegeerte, die de edele oefening van onze verstandelijke ver mogens en zeer dienstig voor den godsdienst is. Zij is de bestudeering van de werken Gods en bevestigt het geloof in Hem. „Maar er is ook een wijsbegeerte, die ijdel en verleidend is, die tegen den godsdienst be vooroordeeld is en de wijsheid der menschen tegenover de wijsheid Gods stelt, en het geloof vernietigt door de inbeelding der menschen te behagen. Zij is schoone bespiegeling en nieuws gierige bespiegeling over dingen, die ons te hoog zijn, die voor ons geen nut bebbën, of ons niet aangaan, en een keur van woorden en uit drukkingen, welke alleen een ledigen en dikwijls bedrieglijken schijn van wijsheid en kennis hebben." In een andere Bijbelverklaring lazen we: (Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de philosophie)„Wat bedoelt de Apostel hier door de Philosophie? Zeker niet die wetenschap welke wij gewoon ziin de Wijsbegeerte te noemen; 'hij verklaart zijn meening nader wanneer hij er bijvoegt de ij d e 1 e verleiding. De samenvoeging de zer 'beide uitdrukkingen zegt zooveel als: d i e zoogenaamde W ij s b e g e e r t e welke inderdaad niets anders is, dan een ijdele ver leiding, en die de menschen verleidt tot leerin gen, welke onnut en zelfs schadelijk zijn. Som migen denken aan de leerstellingen der 'heiden sche wijsgeeren, welke veelal bestonden in val- sche redekavelingen en bedrieglijke spitsvondig heden." Deze Bijbelverklaring verschilt echter met de eerstgenoemde, want waar de eerstgenoemde de philosophie afzonderlijk noemt, zegt de tweede BijbelverklaringDe door Paulus bedoelde philosophie be staat in de in den tekst verder opgenomen over leveringen der menschen, de eer ste beginselen der wereld' en dan gelooft de verklaarder, dat Paulus bedoelt de „Philosophie der Jopdsche ijveraars, verkleefd aan de grondbeginselen der Farizeeën". En over die Joodsohe ijveraars gaat de verklaarder dan verder uitweiden in verband met den Brief aan de Galaten, waar in hoofdstuk 4 vs. 3 ook gesproken wordt van de „eerste beginselen der wereld". Galatiërs en Colossers liepen hetzelfde gevaar, n.l. door de Joodsche philosophie inge palmd te worden, d.i. dat Heiden-Christenen eerst moesten besneden worden; ja zelfs de buurtgemeenten van Colosse, n.l. Laodicea en Hierapolis liepen ook gevaar om door Judeesche overstrengheid te worden losgemaakt van 't aanvaarde Christendom. De Heiden-Christenen van Laodicea hadden uit eigen beweging al een brief naar Rome ge zonden, waar Paulus in de gevangenis zat; Hierapolis of priesterstad had dit goedgekeurd; en zoo kreeg Paulus twee verzoeken: één van den stichter der Chr. kerk te Colosse, Epafras, die persoonlijk uit Colosse naar Rome was ge- topen; plus den brief uit Laodicea, daar in de buurt van Colosse. Toen heeft Paulus natuurlijk met Epafras, den Colosser Christen alles bepraat, hem een brief meegegeven, die Epafras aan zijn mede broederen kon voorlezen; en daarna moest de brief naar Laodicea en Hierapolis, waar de Joodsche Philosophie overWet en Ceremoniën en Besnijdenis kwaadaardig begon door te werken. de Colessenzén dit, dat men de leer van den waren godsdienst niet moet halen van de men schen, dewijl de Heere ons getrouwelijk en ten volle onderwezen heeft hoe Hij moet gediend worden. En om dit te bewijzen, zegt hij in het eerste hoofdstuk, dat in het Evangelie begrepen' is alle wijsheid waardoor de mensch Gods in Christus volmaakt kan worden. In het begin van het tweede hoofdstuk zegt hij dat in Christus al de schatten der wijsheid en der kennis verborgen zijn, waaruit h ij voorts het gevolg trekt, dat de geloovigen moeten toezien, dat zij door een ij de le filosofie naar de inzettingen van menschen niet worden afgeleid van de kudde van Christus. Calvijn plaatst dus 't woord „ijdel" niet achter 't woord „philosophie", zooals 't in den Briefaan de Coll. staat, maar er voor; en dus leest hij: Ziet toe, dat niemand u als een roof vervoere door de ijdele philosophie, die u verleidt én wegvoert naar de overleveringen en ook wegvoert naar de eerste beginselen der wereld. Wijlen Prof. Biesterveld, hoog leeraar aan de Vrije Universiteit, wordt aange haald, geciteerd, in een leerboekje over de Wijs begeerte, dat heel dit vers bekijkt uit 't oogpunt van Paulus' bedoeling. Er staat „Beteekent dit eén waarschuwing tegen alle wijsbegeerte is zij alt ij d ijdele ver leiding Meer dan eens is gezegd, dat wij hier aan een algemeene apostolische vermaning 'heb- ben te denken. Op zichzelf genomen zou dit niet zoo heel vreemd zijn. Indien beoefening van wijsbegeerte iets verkeerds in zich sloot, indien het zonde was zich met haar in te laten wijl God haar verbiedt, dan zou zulk een ver maan op zijn plaats zijn. Het raadplegen van toovenaars en waarzeggers wordt ook in de Schrift verboden; sterker nog, opk 't doorzoeken en onderzoeken van den sterrenhemel voor ge heimzinnige doeleinden, de zoogenaamde astro logie (sterrenkunde) en eveneens het vragen van dooden of duivelskunstenaars. Deuteron. 18 verzen 10 tot 12. Welnu, indien een dergelijk verbod ook werd toegepast op de wijsbegeerte, dan zouden we ons daaraan hebben te houden, en van alle philosophie moeten afzien. Doch zoo staat 't hier niet. Wijsbegeerte heeft, op zichzelf, niets te maken met het curieuselijk onderzoeken van wat een Ghristen niet behoort te doen. Integendeel: God heeft in 's menschen zïfel een drang ingeschapen naar wijsheid en weten schap, die onuitroeibaar is. Het is de godde lijke vonk, die den mensch aanzet -tot het onder zoek van al wat gemaakt is. Hij moet het werk Gods nadenken. Het geloof zoekt wetenschap. De H. Schrift keurt daarom ook nooit weten schap of wijsbegeerte af. Zij schuwt niet 't licht, gelijk zoodikwijls reeds gezegd is; eer omgekeerd, zij spoort ons aan om van het werk Gods kennis te nemén en daarop acht te slaan. Heft uwe oogen op omhoog, aldus Jesaja 41 vers 26, en ziet wie deze dingen geschapen heeft. Het is moeilijk en ook ondoenlijk om van alle Apostelen na te gaan in hoeverre ze zich met de wetenschap dier dagen hebben bezig ge houden van de meesten hunner zal wel ge tuigd moeten worden wat er van Petrus en Johannes staat in Handel. 4 vers 13: en vernemende, dat zij ongeleerde en eenvoudige menschen waren"doch voor den Apostel Paulus mogen we hier een uitzondering maken. In 2 Car. 11 vers 6 zegt hij: „en indien ik ook onbedreven ben in woorden, nochtans ben ik 't niet in wetenschap". Iemand, die dit, in alle bescheidenheid van zichzelf getuigt, kan ook de wijsbegeerte als algemeen menscbelijk ver schijnsel, ook uit een cultureel oogpunt, niet afkeuren. Dit doet de Apostel dan ook niet in Coll. 2 vers 8. Hij veroordeelt de wijsbegeerte daar niet; hij toornt alleen tegen de valsche, tegen de ijdele verleiding, zooals er verklarend aan wordt toegevoegd. En Prof. Briesterveld zegt in zijn commen taar „De brief van Paulus aan de Colossen zen" op dit vers 8 van hoofdstuk 2Door 't ontbreken van het lidwoord (niet van d e ijdele verleiding, doch ij d e 1 e verleiding) is de tweede uitdrukking een nadere karakte riseering van de eerste uitdrukking; en 't voeg woord „kai" d.w.z. „en" explicatief verkla rend, te nemen, dus: Als een roof vervoere door de philosophie, die is ijdele misleiding." We lieten nu over dat woord Philosophie spreken de drie Bijbelverklaarders, ook Calvijn, ook Prof. Biesterveld, ook een leerboekje. Nergens is er bij die zes knappe mannén sprake van verzet tegen de Philosophie, en daar om klinkt 't ons ook zoo raar in de ooren, wat ds. Fraanje moet gezegd hebben. In Tholen is in de Vrije Geref. Gemeente bevestigd een zekere ds. Baaij; en die zei na afloop van zijn predikatie„Niet door den mensch of van den mensch is hij geroepen, doch door God' zelf; toen hij voor 2 jaren in grooten strijd was, heeft ds. Fraanje hem ge zegd: de hand aan den ploeg te houden, niet achterwaarts te zién, doch zich uit te strekken tot hetgeen voor hem was, goed de Schriften te onderzoekenen toch nooit zich te laten opleiden op een schoo 1." Omdat daar in Tholen volgens ds. Baaij een „zware tijd" aanstaande is en „hem spot en smaad niet zal worden onthouden", schijnen daar bijzondere raadgevingen noodig te wezen; en we zouden ongevraagd dién nieuwen Thool- schen prediker wel willen raden: Ziet toch de vruchten te plukken van wat de Scholen do teren. J. v. d. W. Middelharnis, 31 October 1931. (Wordt vervolgd). Calvijn in zijn Institutie zegt 'het volgende: „Paulus beweert dus in den Brief aan AFD. MIDDELHARNIS— SOMMELSDIJK. Op Vrijadg 23 October werd in hotel Meijer te Middelharnis de algemeene vergadering ge houden van de afd. Middelharnis—Sommelsdijk der Prov. Vereendging Het Groene Kruis. Aanwezig waren een 36-tal leden. De voorzitter, de heer Slis, deelde mede, dat door familieomstandigheden burgemeester Den Hollander niet aanwezig kon zijn. Na opening door den voorzitter, werden1 de notulen der laatste vergadering gelezen en on veranderd vastgesteld. Daarna deed de Secretaris voorlezing van het volgënde jaarverslag Jaarverslag van het Groene Kruis en Wijkverpleging, aldeeling Middelharnis Sommelsdijk, over het jaar 1930. Door het bedanken als bestuurslid van Het Groene Kruis van dr. S. Knöps is in zijn plaats gekozen dr. J. Koenraad, verder is er geen ver andering in het bestuur gekomen. Er werden gehouden: 1 'buitengewone leden vergadering, 1 ledenvergadering en 5 bestuurs vergaderingen. Het ledental van Het Groene Kruis bedroeg op 31 December 1284. Er zijn 102 nieuwe leden bijgekomen; bedankt, vertrokken of overleden 38, dus een toename van 64 leden. Er werd een eerste herhalingscursus gehouden in Eerste Hulp bij Ongelukken, deelname: 9 mannelijke en 8 vrouwelijke personen, totaal 17, die allen tot het einde den. cursus gevolgd hebben. De cursus werd gratis geleid door dokter Arends in een der lokalen der R. H. B. School te Middelharnis, die door den Minister van Onderwijs, Kunsten en' Wetenschappen, met volle medewerking van den directeur, den heer C. v. d. Pol, afgestaan werd aan het 'bestuur der vereeniging Het Groene Kruis, waarvoor wij vorengenoemde heeren zeer erkentelijk zijn. Van den Zieken'transportdienst der Zuid- Hollandsche vereeniging Het Groene Kruis werd 2 maal gebruik! gemaakt, eveneens van den Ontsmettingsdienst 2 maal. Van de Sommelsdijksche verloting is een be drag ingekomen van 270.24, waarvoor wij den heer burgemeester van Middelharnis en Sommelsdijk en de verlotingscommissie zeer dankbaar zijn. De Emmabloemcollecte is wederom als vorige jaren gehouden in beide gemeenten, met een bruto opbrengst van 145.22J^. De jonge da mes, die gecollecteerd hebben, zeggen wij har telijk dank. Wat de stand -der financiën betreft is zoowel van het Groene Kruis als van de Wijkver pleging gunstig te noemen, wat u straks bij de rekeningen en verantwoording van de penning meesters zult vernemen. Toch willen wij in het verslag nog melding maken van de genoten sub sidie voor de tuberculosebestrijding van Rijk en Provincie, gespecificeerd als volgt: Rijks subsidie voor huisbezoek 480.—, voor pro- phylax en verpleging 173.—. Van het Prov. Bestuur van Zuid-Holland voor onderhoud van lig-tenten 108.54; van de Provinciale Zuid- Hollandsche vereeniging tot bestrijding der T.B.C. wegens 31 onder toezicht staande ge zinnen 118.—; wegens verpleging van 2 be dreigde kinderen 22.44. Totaal 927.72. Er werden1 3 patiënten door de vereeniging uitge zonden en wel 1 in het sanatorium Sonnevanck voor rekening van den R. v. A., 1 in Hoog- Blaricum en 1 in Julianaoord voor rekening van het Groene Kruis en familie der patiënten. Eén gezin kreeg huurtoeslag en 3 gezinnen versterkende middelen, 2 patiënten hebben reis geld gehad voor onderzoek naar het consul tatiebureau te Rotterdam. Bij 4 gezinnen zijn de woningen verbeterd en bij 1 patiënt, die dag 'en nacht in een ligtent plm. 200 M. van huis verpleegd werd, is een electrische bel aan gelegd om de huisgenooten' te kunnen waar schuwen. In de ldgtenten werden 9 patiënten verpleegd. Op 1 Januari waren 29 gezinnen met 37 pa tiënten onder toezicht der vereeniging; nieuw ingeschreven 9 gezinnen met 14 patiënten, af gevoerd 1 gezin en 6 patiënten. Onder toezicht op 31 December 37 gezinnen met 45 patiënten. Verplegingsartikelen werd'en uitgeleend 505 stuks, terug ontvangen 480; bij de leden' in ge bruik op 31 December die uitgeleend zijn in 1927 en vroeger en nog niet terug bezorgd 48 stuks, in 1928 38, in 1929 34, in 1930 120. Totaal 240 stuks. Aangeschaft werden 53 stuks verplegingsartikelen. Van de Wijkverpleging werden gehouden 1 ledenvergadering en 2 bestuursvergaderingen. Het ledental van de wijkverpleging bedroeg op 31 December 1088. Er zijn 95 nieuwe leden bijgekomen; bedankt, vertrokken of overleden 70, een toename van 25 leden. In den vacantietijd van zuster Brinkman is de Wijk waargenomen' door zuster Mol, zuster Hamerpacht en zuster v. d. Gevel. Door de Zuster werden de volgende zieken bezoeken afgelegd: in -de maand Januari 559, Februari 421, 'Maart 539, April 325, Mei 291, Juni 282, Juli 508, Augustus 212, September 436, October 381, November 365, December 374. Totaal 4695 ziekenbezoeken. Voor de Tuberculosebestrijding in de maand Januari 55, Februari 65, Maart 54, April 65, Mei 41, Juni 50, Juli 100, Augustus 59, Sep tember 147, October 143, November 106, De cember 98. Totaal 983 bezoeken. In de volgende huisbezoeken zijn de 983 ziektebezoeken der T.B.C. verwerkt. Huisbezoeken: In de maand Januari werden 19 gezinnen bezocht, tevens verpleging 26, uit sluitend huisbezoek 29; Februari 22 gezinnën bezocht, tevens verpleging 41, uitsluitend huis bezoek 24, niemand thuis 1, voor maatschappe lijk bezoek 1; Maart 21 gezinnen' bezocht, tevens verpleging 31, uitsluitend huisbezoek 23,- nie mand thuis 1; April 19 gezinnen bezocht, tevens verpleging 39, uitsluitend huisbezoek 26, nie mand thuis 1; Mei 19 gezinnen bezocht, tevens verpleging 26, uitsluitend huisbezoek 15, patiënt niet thuis 3; Juni 18 gezinnen bezocht, tevens verpleging 26, uitsluitend huisbezoek 24, maat schappelijk bezoek 1; Juli 20 gezinnen bezocht, tevens verpleging 76, uitsluitend huisbezoek 24; Augustus 18 gezinnen bezocht, teVens verpleging 37, uitsluitend huisbezoek 22, niemand thuis 1; September 15 gezinnen bezocht, tevens ver pleging 129, uitsluitend huisbezoek 78; October 20 -gezinnen' bezocht, tevens verpleging 120, uitsluitend huisbezoek 23; November 21 ge zinnen bezocht, tevens verpleging 76, uitsluitend huisbezoek 30; December 19 gezinnen bezocht, tevens verpleging 72, uitsluitend huisbezoek 26, maatschappelijk bezoek 2. Twee patiënten zijn door de zuster naar Rotterdam gebracht. Dit verslag mag niet eindigen alvorens zuster Brinkman hartelijk dank te zeggen voor haar opoffering en toewijding, om de -patiënten zoo veel mogelijk hun leed te verzachten. De heer Van Heest vraagt of, gezien het enorme aantal bezoeken, dat de Zuster aflegt, zij nog tijd heeft om te slapen. Spr. meent, dat de Zuster het in twee van die groote gemeenten te druk heeft, rwanneer men ziet, dat de Zuster van Goedereede en Stellendam het al druk ge noeg heeft, en dat zijn nu maar kleine ge meenten. Dokter Koenraad antwoordt, dat zij het inderdaad druk heeft, doch dat een groot aan tal bezoeken alleen wordt afgelegd om tempe ratuur -op te nemen en dat schiet nog al op. De heer Van den Ni-euwendijk vraagt waarom er artikelen van het Groene Kruis drie en meer jaren soms bij de patiënten blijven. Dokter Arends antwoordt, dat dit meest ledikanten zijn, die nog niet gemist kunnen worden. Wel zal er wel eens een kleinigheid wat te lang bij de leden blijven, doch dit be hoort toch tot de uitzonderingen. Daarna werd overgegaan tot üet verkiezen van een .bestuurslid in ae vacature dr. Arends wegens periodieke aftreding. Dokter Arends werd met 34 van de 36 stem men herbenoemd, en liet zich deze herbenoeming welgevallen, onder dank voor het in hem ge stelde vertrouwen. De beer Jbaar-t had één stem en één stem was blanco. Uit de vergadering waren stemmen opgegaan om dokter Arends bij acclamatie te herbenoemen, maar de heer G. van Eek had hier princi- pieeie bezwaren tegen, omdat hij wel eens had meegemaakt, dat een bestuur op -die manier een wankelenden zetel wilde redden. Nu heeft dokter Arends wel spr.'s volle vertrouwen, maar hij zal ook zelf liever met schriftelijke stemming dat vertrouwen van de vergadering weer willen aanvaarden. Vaststelling rekening 1929 van het Groene Kruis en T.13.C. bestrijding. De heeren K. Joppe en G. van Eek hadden deze rekeningen nagezien en adviseerden tot goedkeuring over te gaan. De rekening van het Groene Kruis sloot met een voordeeli-g saldo over 1929 van 705.20, het beschikbare kassaldo bedroeg 1299.15 De inkomsten waren als volgt: contributies 1291.25, subsidies f 347.50, nieuwe leden 103.75, rente 55.70, diversen (huishuur zuster) 204, schenkingén 500, saldo vorig jaar J 593.95. Totaal J 308.15. iUtgaven als volgtaankoop nieuwe artikelen 126.34, reparaties 42.45, Bodeloon, schrijf loon enz. 259.66, giro, porti enz. 110.02, lidmaatschap aan vereen, bijdrage Z. Holl, ver eeniging 142.52, drukwerk, advertenties enz. 10527, obligaties 773.27, T.B.C.-bestrijdin-g 323.24. Totaal 1784. Batig saldo 1299.15. De heer Van Eek adviseert wanneer er weer een groot kassaldo is, zooals per Januari, toen dat 3800 bedroeg, dit rentegevend te beleggen, inplaats van op de postgiro te houden staan. De Pen nin-g meester antwoordt, dat dit saldo dikwijls erg schommelt, doch dat er natuurlijk geen bezwaar ds, wanneer er te veel kasgeld is, dit bij de postspaarbank of anders zins te beleggen. De heer Van Eek dringt ook aan om de rekening vrij vlug na nieuwjaar na te zien en daarmede niet te wachten tot October, zooals dat gebruikelijk is, daar dan het aanwezige kassaldo niet zoo gemakkelijk gecontroleerd meer kan worden. De heer Van der Meer stelt voor de Wijkzuster vrij huur te geven, nu de finantiën er goed voor staan. Daarmede kan de vereeni ging dan steeds over een -goed huis blijven beschikken en loopen- we niet het risico, dat een opvolgende Zuster niet in het huis van de tegenwoordige Zuster wil wonen, omdat het eventueel te hooge 'huur zou vragen. De Voorzitter deelt mede, dat de Zuster reeds huur-restitutie ontvangt en dat boven dien de Zuster 'betaald wordt door de Wijk verpleging en niet door het Groene Kruis. De finantiën van de Wijkverpleging sluiten maar net. De oude heer V a n E s zegt, dat de Secre taris en Penningmeester buitengewoon veel werk hebben aan deze vereeniging, dat bijna elke vereeniging deze f-unctnes honoreert en stelt voor een kleine vergoeding te geven voor het vele werk, dat ten nutte van het algemeen wordt verricht door genoemde heeren. De secretaris V a n E s deelt -mede, dat deze vereenigingen liefdadigheidsinstellingen zijn, dat het werk, daaraan verbonden, ook uit liefdadig heid dient te geschieden. Beter ware het dan van die -gelden een' wijkge'bouw te stichten. De heer Baart acht een kleine vergoeding ook wel -gewenscht, want het werk van deze functionarissen ds geen kleinigheid. Dokter Arends merkt op zich geheel bij de woorden van den heer Van Es aan te sluiten. Bovendien acht spr. het gevaarlijk deze functies te gaan -bezoldigen, daar men -dan de liefhebbers uit winstbejag op deze betrekkingen dn de hand gaat werken. -Daarna werd de rekening van de T.B.C. met een ontvang! en uitgaaf van 2062.59 vast gesteld. De beschrijvingsbrief voor de algemeene ver gadering gaf geen aanleiding -tot besprekingen. Tot afgevaardigde werd bij acclamatie benoemd de secretaris H. van Es. De heer Van 'Eek vraagt of de afgevaar digde niet kan aandringen bij het Hoofdbestuur om weer iemand van Flakkee daarin benoemd te krijgen. Dit zou voor verschillende zaken zeer gewenscht zijn. De Voorzitter zegt, dat dokter Van Gelder bedankt heeft als zoodanig, doch dat deze dn voldoende contact blijft met het hoofd bestuur om de zaken toch goed te behartigen. Echter staat wel Burgemeester Van Andel van Zuidl-and op de candidatenlijst van het Hoofdbestuur, zoodat we toch iemand ter zake kundig uit de omgeving waarschijnlijk in het Hoofdbestuur zullen krijgen. Besloten werd nog een spreker te laten komen. Stemmen gingen in de vergadering op een spreker uit te noodi-gen, die over het Genees kundig schooltoezicht kon spreken. Een1 andere strooming was van oordeel, dat het niet in de eerste plaats op den weg van Het Groene Kruis ligt om hiervoor propaganda te maken. Bovendien heeft de Centrale Ouder raad zich er al voorgespannen. Terwijl opge merkt werd, dat het voor een neutrale ver eeniging als het Groene Kruis gevaarlijk terrein is, daar -er een principieelen kant aan is, en er menschen zijn, die uit 'beginsel er niets van weten willen. Dokter Arends merkt op, dat op de lijst van sprekers ook iemand voorkomt, die wil spreken over het onderwerp hoe men met elec- tridteit moet omgaan. Tenslotte werd -besloten bet bestuur te laten uitmaken- welke spreker zal worden uitgenoo- digd. Tot leden van de commissie voor het nazien der volgende rekening werden 'benoemd de heeren Van Eek, Joppe én Van Donge. De heer Van der Veer vraagt hoe het komt, dat meerdere leden 'twee kwitanties 'heb ben betaald voor 'het Groene Kruis, welke bo vendien met verschillend handschrift waren be schreven. De Voorzitter zegt, dat deze zaak de volle aandacht van het bestuur heeft gehad, en dat zulks niet meer zal voorkomen, daarbij den wensch uitsprekende hierover niet verder te discussieeren, waaraan werd voldaan. Daarna werd vastgesteld de rekening van 4 Wijkverpleging, waarna de vergadering werd gesloten. Verslag van de vergadering van dé Raad der gemeente MELISSANT o; Maandag 26 Oct., n.m. 2 uur. (Vervolg). Behandeling begrooting. In zijn algemeene 'beschouwing zegt de hee. TOL, dat er verschillende posten niet op di begrooting staan, die de S.D.A.P. daarop nood zakelijk achten. Spr. begint met de volkshuis vesting. Vele woningen voldoen in geen enke. opzicht meer, terwijl ook de drinkwatervoor ziening veel te wenschen overlaat. Dan mist spr. een post voor kleeding en schoeisel voor kin deren van behoeftige ouders. Ook zag spr. gaarne e'en bedrag voor steunregeling voor werkloozen, buiten hetb edrag om, dat voor werkverschaffing op de begrooting voorkomt. De post Schoolgeld -begint met een te laag in komen'. T. z. t. zal spr. met voorstellen dien aangaande komen. Verder wil spr. een com missie voor werkverschaffing, werkverruiming en werkverdeeling. Het belastingstelsel is naar spr.'s meening ook niet geregeld naar de draag kracht van Melissant. T, z. t. zal spr. ook daarvoor met een voorstel komen. Op de ver mogensbelasting wil spr. hier 50 opcenten gaan heffen. Spjr. komt tot de conclusie, dat het ge meentebestuur zijn taak niet 'begrijpt. Ten slotte zegt spr. ook lid van de begrootingscommissie te zijn -geweest. Het is hem gebleken, dat een der leden veel gepraat heeft in hef publiek. Spr. geeft daar wel niet om, want voor zijn part zijn die commissievergaderingen ook pu bliek, maar nu dit niet het geval is, vindt spr. het niet op zijn plaats, dat -er in het publiel van gepraat wordt. Spr. had ook verwacht, dat de commissie een rapport aan B. en W. over handigd zou hebben, met de verschillende voor stellen, waardoor zij hun houding tegenover di< voorstellen vooraf hadden kunnen bepalen. De heer VOGELAAR, als lid van de com missie, belast met het nazien der begrooting ■het woord verkrijgend, dankt B. en V?. en voor. al den secretaris voor een begrooting, die klop pend gmeaakt is zonder belastingverhooging Wat de opmerkingen van den heer Tol betreft, stelt de commissie voor, deze punt voor punt te behandelen. De commissie vraagt de con sumptie, die voorheen geleverd werd door Zan- dee, thans te betrekken van Van der Werf. De VOORZITTER zegt, dat dit reeds ge beurt en in het vervolg kan blijVen geschieden. Dan wordt de begrooting hoofdstuksgewijze behandeld. Bij hoofdstuk 2 der uitgaven maakt de 'heer TOL de opmerking, dat hij gaarne het presentie geld der raadsleden van 12.50 per jaar, ge bracht zag op 2.50 per zitting. Men moet ei geen schade van hebben. De heer VAN NIEUWEN'HUIZEN zegb dat men er ook iets voor over moet 'hebben, 't b een eerepost. -De heer KORT kan de redeneering van heer Tol wel beamen én als de tijden zoo goed waren dan ze nu slecht zijn, zou spr. er voor zijn. Nu moet er zooveel mogelijk bezuinigd worden. Het ligt dan op den weg van de groep of partij, waarvan men afgevaardigd is, om hun afgevaardigden te steunen. De heer VAN DIJKE is het wel met den heer Tol eens, doch nu er bezuinigd moet wor den, is spr. er niet voor zijn eigen salaris op te voeren. Het voorstel van den heer Tol wordt daarna verworpen. Vóór stemden de heeren Van i Hoff en Tol. Hoofdstuk 9. Ondersteuning behoeftigen en werkloozen. De heer TOL voorziet een groote werkoosl- heid en- wil buiten den post van 1500.voor werkverschaffing nog 1000.op de begroo ting brengen voor steun als de werkverschaffing af-geloopen zal zijn. De VOORZITTER zegt, dat B. ën W. be zig zijn een werk van omvang te zoeken en hoopt dat 1500.voldoende zal zijn. De heer TOL meent dat alles in het werk ge steld zal moeten worden om de menschen hoorlijk te helpen. N-u is er reeds groote wélpi loosheid. De VOORZITTER zegt, dat wanneer het werk afgeloopen is, men altijd nog zien -kan hoe men zal steunen. De heer TOL wil evenwel een afzonderlijke post voor steun en kindertoeslag. Aan de ge- organiseerdén kan dan zooveel bij hun steun uit de werkloozenkas worden bijgepast dat zij een 'bedrag ontvangen -gelijk aan hetgeen anders met werken verdiend wordt. De heer STRUIJK meent dat de georganiseer- den dan voorgetrokken worden. De heer TOL zegt dat dat wel mag ook. De heer STRUIJK zegt den heer Tol dat er Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap in zijn vaandel staat. Dit is dan niet in orde. Men dwingt de ongeorganiseerden tot organisatie, zoodat er dus van vrijheid -geen sprake kan zijn. Ook komt dat niet overeen1 met de gelijkheid. De heer TOL zegt de ongeorganiseerden niet uit te sluiten, -doch voor te trekken. Zij betalen steeds hun contributie, dus hebben ook recht op een grooter uitkeering. De VOORZITER is ook voor organisatie De menschen moesten beter begrijpen, dat ze door organisatie zichzelf dienen. De heer STRUIJK wil niemand dwingen te organiseeren. De heer VOGELAAR wil de eventueel te verleenen steun uit de reserve nemen indien dit noodig mocht zijn. De VOORZITTER zegt dat het nut van het voorstel van dén heer Tol hierin zit, dat de menschen aangepord worden tot organisatie. Het zou niet goed zijn als een ongeorganiseerde evenveel ontving als een georganiseerde. De georganiseerde heeft gespaard, de ongeorgani seerde niet. Indien ze evenveel ontvangen zou dit onbillijk zijn. De georganiseerd-en zouden dan met hun sparen niets opschieten. Ze zouden gaan zeggenWij sparen ook niet meer. De heer TOL vindt dat hij geen aanleiding gegeven heeft, dat Struijk dat gezegde bezigde over Vrijheid, Gelijkheid ën Broederschap. De heer STRUIJK zegt dat niet zoo kwaad bedoeld te hebben, maar het is toch logisch, dat, wanneer men iemand wil dwingen- zich te organiseeren, men niet meer van vrijheid spreken kan. De heer VAN DIJKE zegt dat hij in geen twee jaar iets verdiend' 'heeft. Spr. -gaat met zijn nooden naar God- toe en niet naar 'het ge-f meentehuis. Gelukkig leeft d'at er nog. Spr. noemt de organisatie de kiem van de revolutie. Spr. vraagt of er voor die 1500..- ook pro ductief werk verricht zal worden. De VOORZITER antwoordt bevestigend, doch wil nog niet zeggen wat er gedaan zal worden. De heer VOGELAAR vindt het jammer dat de heer Tol met zijn voorstel gekomen is. De heer Tol vindt zich niet verantwoord, als die post niet op de begrooting komt.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 4