Antire voluiionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Bezuininen mei uersianfl. DE BESTE!!! IN HOC SIGNO VINCES No. 3794 ZATERDAG 31 OCTOBER 1931 46ste JAARGANG EERSTE BLAD. PRIJS 25 CENTS Op den Uitkijk. Overal verkrijgbaar DRA15 IAvanVALKENBURG'S,-- Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. üll© stttkkeü voor de Redactie foestemd, Advertentiëo en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers I i schijnlijk het werk toch dezen winter niet zal kunnen doorgaan, omdat Ged. Staten, die voor goedkoop kapitaal zou den zorgen, op 't oogenblik niet weten hoe er aan te komen. Wij zullen hopen, dat deze moeilijkheid niet lang zal duren. De debatten in de gemeenteraden over de begrooting van het volgende jaar staan zeer sterk onder den indruk van den crisistijd. In sommige gemeenten zal men dan ook inderdaad een moeilijken tijd tege moet gaan. De inkomsten kunnen schier niet meer verhoogd worden, om dat de belastingschroef tot het uiterste is aangedraaid en de uitgaven zullen hooger zijn dan ooit, want een van de ergste crisisverschijnselen is wel de werkloosheid. Bezuinigigen en versoberen is dan ook wèl het parool. Toch wachte men zich wel om dwa ze dingen te doen. Hieronder rekenen wij de Sommels- dijksche motie om de „waterleiding plannen tot dat betere tijden zullen aangebroken zijn, stop te zetten". Wij kunnen ons moeilijk ontworste len aan den indruk, dat deze motie wat altijd een ongelukkig ding is, voor al als zij van een gemeenteraad uit gaat eigenlijk niet zoo zeer uit be zuinigingsoverwegingen is geboren, als wel dat hier een paar menschen, die feitelijk nooit groote vrienden van de waterleiding geweest zijn, de twijfel achtige eer van het vaderschap hebben. Allerminst begrijpen wij deze geste van den heer Van Es, den secretaris van het Groene Kruis, een man, die dus dient te weten wat de waterleiding juist voor den kleinen man beteekent eniemand, die tegelijk dat hij de waterleidingplannen uit bezuinigings overwegingen wil stop zetten, ijvert voor het instituut van het geneeskundig schooltoezicht, een ding, dat in deze dagen toch wel allereerst onder de weelde-artikelen mag worden gerang schikt. Wij hopen, dat de overige gemeente besturen het verstandig voorbeeld van Ooltgensplaat zullen volgen en deze „motie" zonder eenige discussie voor kennisgeving zullen aannemen. De waterleiding is een prachtig mid del voor productieve werkverschaffing. In andere streken zoekt men met groo te zorg naar eenig werk, dat als werk verschaffing kan worden verricht. Zee land besloot nog pas een zeer groot kapitaal te voteeren om in de werk loosheid te voorzien, door werk te laten verrichten, waarvan nog lang niet zeker is, dat het productief zal zijn. En zullen we dan op Flakkee het schier eenige middel voor productieve werkverschaffing gaan stopzetten Het lijkt ons niet verstandig, juist omdat we in een crisistijd leven. Intusschen vernemen we, dat waar- Maar al moet gewaarschuwd worden tegen bezuiniging van den verkeerden kant, daarom mag tevens wel met groo- ten nadruk gewezen worden op de wenschelijkheid, dat men op verstandi ge wijze op alles bezuinigd, waar slechts op bezuinigd kan worden. Maar hierbij zitten onze gemeente besturen nu voor de groote moeilijk heid, dat de meeste posten van uitgaaf op de gemeentebegrooting van hooger hand worden gedecreteerd. Zoowel het Rijk als de Provincie stellen hun eischen. En die zijn niet ge ring. En zoo de gemeenten zouden wei geren, dan voorziet op heel eenvoudige manier de Gemeentewet er in, door rondweg te gebieden „Wanneer de Raad weigert de door de wet aan de gemeente opgelegde uitgaven op de be grooting van uitgaven te brengen, ge schiedt zulks door Ged. Staten." En als de Gemeenteraad mocht wei geren om te zorgen, dat de uitgaven door voldoende middelen worden ge dekt, dan voorziet de Gemeentewet ook daarin op de eenvoudigste manier, door vast te stellen: „Indien de plaatselijke inkomsten niet toereikende zijn, en de Raad weigert nieuwe middelen tot dek king voor te dragen, worden de overi ge, niet bij de wet aan de gemeente opgelegde uitgaven door Ged. Staten, bij een in het provinciaal blad te plaat sen besluit, in zoodanige reden ver minderd, dat tusschen de plaatselijke uitgaven en inkomsten evenwicht zij." De gemeenteraden hebben dus zoo goed als niets te vertellen, Wanneer zij de uitgaven voor Rijk en Provincie weigeren, dan voorzien Ged. Staten en worden de uitgaven ten bate der ge meente eerst zoodanig verminderd, dat Rijk en Provincie aan hun wettelijk recht komen. Zóó staat de zaak. Feit is dan ook schier altijd, dat wan neer de gemeentelijke begrootingscom- missies rapport uitbrengen in de ver schillende gemeenteraden, men steeds hoort, dat er door de commissie niets gevonden was, waarop nog had kunnen worden bezuinigd. Men ziet op bijna iedere bladzijde der begrooting de on zichtbare hand van Ged. Staten. Nu willen we op deze figuur in ons Staatsrecht geen al te zware critiek uitbrengen. Thorbecke wist in 1851 wel welk vleesch hij in de gemeentelijke kuip kreeg. En zonder toezicht van hooger hand zou men in vele gemeen teraden rare dingen beleefd hebben. Maar daar staat dan ook tegenover, dat de Provinciale besturen dubbele verantwoordelijkheid dragen, en zich te wachten hebben om aan de ge meenten meer lasten op te leggen, dan in dezen tijd te dragen zijn. Het is niet overbodig, dat daar op gewezen wordt. Nog onlangs meldde een onzer dag bladen het geval, dat een Provinciaal bestuur van een gemeenteraad eischte, dat gezorgd werd voor een gymnastiek lokaal, omdat niet langer uitstel werd gegeven voor het onderwijs in vrije en ordeoefeningen, ofschoon de Rijksover heid nog eenige jaren speling geeft. Dat zijn dingen, die niet te verant woorden zijn. Nog een ander voorbeeld. Ged. Staten van Zuid-Holland stel len den eisch, dat de gemeenteraden zorgen voor een inrichting, waar pa tiënten met besmettelijke ziekten kun nen worden afgezonderd. Dit ingevolge de besmettelijke ziek- tenwet. De eischen, die hierbij gesteld wor den, zijn van dien aard, dat als de ge meenten hieraan voldoen, zij hebben te zorgen voor een gebouw, dat minstens een twintigduizend gulden kost, de allerkleinste gemeenten niet uitgezon derd. Nu wordt voor een localiteit als Flakkee toegestaan een gemeenschap pelijke regeling te treffen, waardoor mogelijk wordt een barak voor de ge zamenlijke gemeenten te Dirksland bij het te stichten ziekenhuis te bouwen. Maar ook dat zal heel wat geld kosten en dan heeft Flakkee totaal over nog geen 15 bedden te beschikken Welk practisch nut heeft dat nu Ooltgensplaat heeft een eigen zieken- gebouwtje, dat voor die gemeente er zijn mag. Met geringe kosten zou daar wel een barak van te maken zijn voor dagen van besmettelijke ziekte. Maar het gebouw werd door den provincia len inspecteur van gezondheid af gekeurd. Het lijkt wel, dat als het geen hoopen geld kost, het tegenwoordig niet goed is. Precies zoo staat het met het genees kundig schooltoezicht, waarin de ge meentebesturen tot heden gelukkig zijn vrijgelaten. Maar er zijn menschen, die op 't oogenblik in vuur en vlam voor dit instituut staan, en op geen kosten zien. Op zichzelf zijn dat allemaal heel mooie dingen, maar moet nu alles wat maar mooi en goed en nuttig is in de wereld ook direct maar ingevoerd wor den Gaat dat in ons persoonlijk leven ook zoo We gelooven het niet. Indien het waar is, dat we na een tijd van hoog conjuctuur een tijd van depressie krijgen, dan zullen bij menig een heel wat lievelingswenschen over boord moeten. Dat zal in het privé-leven zoo zijn, maar niet minder ook in dat van den publieken dienst. Dat geldt zoowel voor Rijk en Pro vincie als voor de Gemeenten. DE CATASTROPHE VAN DE ENGELSCHE ARBEIDERSPARTIJ. De crisis-stembusuitslag in Engeland is op een totale catastrophe der Arbeiderspartij uit geloop en. De Conservatieven hebben onbetwistbaar alle macht in handen gekregen. De Arbeiderspartij liep van 265 op ongeveer 50 terug, terwijl de Conservatieven klommen van 263 op minstens 471 zetels. Bij deze verhoudingscijfers bedenke men wel, dat Engeland nog niet het stelsel der Evenredige Vertegenwoordiging kent, zoodat de zetelver houding niet staat in evenredigheid tot den uit slag der verkiezingen. Intusschen neemt dit niet weg, dat deze ver kiezing getoond heeft, .dat Engeland het ver trouwen in de Arbeiderspartij verloren heeft. Een andere vraag is of de overwinning der Conservatieven de wereld helpen zal. Twee elementen komen in dez'en uitslag naar voren. Het nationalistische en het pro tectionistische. Te hopen is, dat de Conservatieven zullen begrijpen, dat het Engelsche volk inderdaad met deze verkiezing een nationaal Kabinet be doeld heeft, en dus geen eenzijdige Conserva tieve politiek wil. De uitslag heeft gunstig gereageerd op de fondsen te Londen, hetgeen begrijpelijk is. Voor het internationale economische leven echter hangt nu veel af van wat de regeering der Conservatieven dóen zal. Zeker is, dat we in Europa met dezen ver kiezingsuitslag economisch zoowel als wat de internationale politiek betreft, voor nieuwe toe standen komen te staan. Zooals ge weet heeft ons A.-R. Kamerlid, de heer Schouten, de bekende Rotterdamsche figuur, zich bij de laatste gemeenteraadsverkiezingen in deze stad niet meer candidaat laten stellen. Een ding, waar onze Rotterdamsche 'broeders zich moeilijk mee hebben kunnen vereenigen. Schouten behoorde nu eenmaal aan Rotterdam, dat leek vanzelfsprekend. Maar ik heb Schouten zelf eens hooren spreken over „Christelijk egoïsme". Hij bedoelde daarmee, dat er plaatsen zijn (hij bedoelde daar Rotterdam niet mee!) waar de Christenen alles voor eigen gemeente over 'hebben, voor eigen kerk, eigen school, eigen vereenigingen enz., maar zich feitelijk om alles wat buiten de gemeentelijke grens ligt e'en bitter beetje be kommeren. Dat noemde hij „Christelijk egoïsme" en dus afkeurenswaardig. Daarmee moeten de Rotterdammers zich maar getroosten. Een figuur als Schouten behoort aan de provincie, behoort aan het gansche land en het is niet geoorloofd, dat een bepaalde stad zoowat heel zoo'n figuur voor zich opeischt. Ik denk, dat het wel onze partijleiding ge weest zal zijn, die dit ook zoo zag en Schouten in die richting een advies gegeven zal hebben maar dat mogen de Rotterdammers natuur lijk niet weten 1 Intusschen hebben we al iets van Schouten's nationale politieke kracht gemerkt in het j.l. Kamerdebat over de werkloosheidsinterpellatie van den socialist dr. J. v. d. Tempel. Mijn lezers zullen dat debat in de dagblad pers wel gelezen hebben. Schouten heeft daar een z.g. crisisrede ge houden. En nu deed het mij goed te lezen, wat heel de pers, behalve natuurlijk de socialistische, daarover gezegd heeft. Het roode Volk kan haar woede haast niet verkroppen en sprak zelfs over het „feest varken der burgerlijke pers is Schouten." Zulke uitlatingen zeggen -genoeg over de stemming van zoo'n man in de socialistische redactie-kolom men. Blijkbaar kan Het Volk de rede van Schouten moeilijk verduwen en bleef ze als een onverteerbare brok in haar ander heusch niet zoo nauw keelgat steken. Dat bleek ook wel over het verslag, dat ze er van gaf, of beter, dat ze er niet van gaf, want van heel de rede van Schouten, ongeveer een pagina druks van een groote krant groot, had ze niet meer overgenomen dan een klein half kolom metje van een kleine V o 1 k-pagina. Zulke dingen zeggen natuurlijk wel wat. De „bewuste" arbeiders, het roode proletariaat, be- hoeVen dan ook niet alles te weten, als ze maar lezen wat de roode heeren zelf zeggen, dat is net zoo wat genoegDat is dan vanwege de .bewustwording" Nochtans evenwel dacht de „achterlijke", „oer-conservatieve" burgerlijke pers er anders over. Tot zelfs de liberale N. Rott. Ct, stak de loftrompet over de rede des heeren Schouten. En het orgaan van het Verbond van Ned. Werkgevers schreef over zijn rede „In de eerste plaats wenschen wij een woord van oprechte waardeering uit te spreken voor de rede van den heer Schouten, die eindelijk eens in de Tweede Kamer het geluid heeft laten hooren, dat daar zoo goed als nooit wordt ge hoord, maar er toch zoo noodig is tegenover de voortdurende eenzijdige propaganda voor de socialistische denkbeelden: een principieele ver dediging van de tegenwoordige economische in richting onzer maatschappij tegenover de so cialistische cri'tiek. De heer Schouten heeft die verdediging op zeer kloeke, zeer beheerschte en uitermate zakelijke wijze geleverd. Wij brengen dezen bekwamen verdediger van onze maat schappelijke orde voor zijn knappe rede gaarne warme hulde." „Ja maar", schreef Het Volk, „dat komt van de zijde der werkgevers We kunnen de roode broeders gerust stellen: de Christelijke werknemers denken er precies zoo over. Ook zij zijn het ten volle met de levensbeschouwing van den heer Schouten eens. Trouwens, dat weten de socialisten zelf ook wel. En dan smaalt Het Volk: „de geheele burgerlijke Kamermeerderheid met de regeering één tegenover de socialistische beweging. Dat is het beeld van het crisisdebat." Gelukkig maar En achterbaks zullen er onder de sodalisten ook wel zijn, die dat uitroepen. Waar moest het naar toe als er eens een Kamermeerderheid was, die met de gekke bokkesprongen der S. D. A. P. accoord ging? Het is een' sodalist in eigen persoon, en niet de eerste de beste, die schreef: „Waar ik alleen voor waarschuw is voor de opvatting, dat er „genoeg gestudeerd en overwogen" zou zijn. Feitelijk is er in onze rijen een tekort aan begrip van het economisch mogelijke". En hij schrijft verder„er moet plaats hebben een diepgaande en toegepaste studie op iedere konkrete situatie, althans indien men aan het verstand, naast de emotie en het instinkt, ook invloed wil toekennen. Niet met frase, maar metterdaad. Hoeveel machtsposities, schijnbaar onaantastbaar, zijn reeds verloren gegaan door miskenning van de economie en haar eischen Kijk, dat zijn zoo van die rare geluiden in bet socialistische koor, die liefst maar met nog wat harder geschreeuw overstemd worden. Maar dergelijke uitlatingen van socialisten, die een eerlijk oogenblik hebben, zeggen toch wel wat. Inderdaad, wanneer naast instinct en emotie 'bij het socialisme óók het verstand nog eens een woordje komt mee te spreken, dan zullen we toch wel wat anders te hooren krijgen dan tot nu toe het geval is geweest. Ook Wibaut kan soms van die lastige dingen zeggen. Op het crisiscongres der S.D.A.P. en N.V.V. waren ook het „instinkt" en de „emotie" voor de volle honderd procent aan het woord ge weest. Maar toen kwam Wibaut met die ste kelige opmerking, dat men wel wat veel over „planmatige productie" sprak, maar dat nog niemand den weg had aangewezen om tot uit voering te -geraken. Daar kwam toen ook het „verstand" even om het hoekje gluren. Maar Oudegeest zorgde er toen wel voor, dat „instinkt en emotie" dat zwakke verstandsgeluidje met „donderend en thousiasme" overschreeuwden. Kijk, daar hebben de roode heeren goed ver stand van, om een groote keel op te zetten. „Verstand, emotie en instinkt". Dat zijn drie dingen. En wat voorop dient te gaan, komt bij de S.D.A.P, meestal als het hin kende paard achteraan, indien 'het nog achter aan komt. Of de socialistische heeren dan geen ver standselement laten gelden? Ik geloof, dat Patrimonium, het blad van ons Ned. Chr. Werkliedenverbond, er niet ver naast was, toen het schreef over de roode demagogie „Het verband tusschen loonen, prijzen en werkloosheid is natuurlijk ook aan de leiders van de S.D.A.P. niet geheel onbekend gebleven, al willen wij hun economische kennis volstrekt niet overschatten. Maar wij mogen toch niet aannemen, dat zij gansch 'en al blind zijn voor de werkelijkheid. Hetgeen in Engeland en Duitscbland gebeurt, zal toch ook hen wel tot nadenken moeten stemmen. Maar zij moeten toch als demagogen optreden. Zij zijn 'bang voor de Communisten. Zij moeten rekening houden met de linksche elementen in eigen kring. Zij kunnen daarom geen juiste en eerlijke voorlichting aan de arbeiders geven. Het woord loonsverlaging durven zij niet uitspreken, ook al weten zij zeer wel, dat daaraan in een aantal gevallen niet zal zijn te ontkomen, tenzij men nog grootere uitbreiding wil van de werkloos- heind en het levenspeil van vele arbeidersgroe pen nog meer verlaagd wil zien. Tegen- waardig kunnen wij, notabene onder de leus van 'bevordering van net arbeidersbelang, één groote misleiding aanschouwen van de arbeiders, vooral van de arbeiders in de on beschutte bedrijven. En dat alles in hoofdzaak uit vrees. Er is op het Congres gezegdwij' willen .medezeggenschap" Men weet, hoezeer wij een ontwikkeling van de sociale verhoudingen, die er 'toe leidt, dat de arbeiders meer als medewerkers wor den erkent, begeeren. Maar bij de S.D.A.P.-sche leiders moet voor die „medezeggenschap" toch wel een zekere angst 'bestaan. Zooals trouwens ook stellig nog meer het geval is voor de „afschaffing van het kapitalisme". „Is er „medezeggenschap", moet men a d- v i e z e n geven, daarvoor de volle verant- woordelijkheid dragen, dan is er vooral in moeilijke tijden een zware taak te vervullen. Men kan dan binnenskamers, in 'het overleg met autoriteiten en werkgevers, niet van eco nomisch inzicht blijk geven, en in het openbaar de arbeiders toespreken op een wijze, die met dat inzicht volstrekt onvereenigbaar is. Maar doet men' dat laatste niet, dan is er toch gevaar, dat de linksche heeren ontevreden worden of dat de Visser en Wijnkoop oogsten, wat de Oudegeesten zaaiden. Indien men w e r k e 1 ij k „medezeggenschap" begeerde, zou men anders 'behooren voor te lichten. Maar het moet kennelijk een leuze blijven. Vóórop gaat de propaganda, om de massa te trekken." Inderdaad, zoo is het. Heel de S.D.A.P. laat zich leiden door de vrees voor het communisme. Het is een voort durend balanceeren op het slappe koord tus schen rechter- en linkervleugel, waarbij echter te voorzien is dat op den duur 'het evenwicht zal verloren gaan naar links, naar communis tische zijde. „Demagogie" dat is het criterium van heel de socialistische politiek. Maar demagogie is een wreed ding, een rietstaf die de hand door-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 3