I
predikbeurten
allerlei
m
Prof. Dr. J. SEVERIJN, Dordrecht; L. F. DUYMAER VAN TWIST, Den Haag; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Vaassen
No. 3
f a
li
i
r:
I
ONDER REDACTIE VAN
OP ZONDAG 1 NOV. 1931
LUTHER.
HERVORMD EN DAAROM
ANTIREVOLUTIONAIR.
BOEKBESPREKING
abonnem|
buitenla
afzonde!
r VOOR DEN ZONDAG
r'i ;j
H V'
K.;
BIf i
if* 'fi 'f
i I I
t:
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur
Ds. van Asch.
Middelharnis, v.m. 9.30 de heer Overweel van
Herkingen en 's av. 6 uur leesdienst.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9 uur Ds. Polhuijs
en n.m. 2 uur leesdienst.
Den Bommel, v.m. 9.30 Ds. Polhuijs van Stad
(H. A.) en 's av. 6 uur leesdienst.
Ooltgensplaat, v,m. 9.30 leesdienst en 's av.
6 uur de heer Vetter van Langstraat.
Langstraat, v.m, de heer Vetter.
Oude Tonge, v.m. 9.30 Ds. Dekker van Nieuwe
Tonge en 's av. 6 uur leesdienst.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 leesdienst en n.m.
2 uur Ds. Dekker.
Dirksland, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur
Ds. van Ameide van Ouddorp.
Melissant, v.m. de heer Baart.
Herkingen, v.m. 9.30 Ds. van Asch van Som
melsdijk (Doop en collecte) en 's av. 6 uur
de heer Overweel (Lutherherdenking)
Stellendam, v.m. en 's av. de heer Bouman.
Goedereede, v.m. Ds. van Ameide van Oud
dorp (Doop).
Ouddorp, v.m. leesdienst en n.m. Ds. v. Ameide
(Doop en Voorber.)
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
Zeilstra.
Stad aan t' Haringvliet, v.m. 9.30 en 's av, 5.30
uur Ds. de Graaff.
Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
de Lange.
Melissant, v.m. en 's av. Ds, van Velzen van
Doesburg.
Stellendam, v.m. en 's av. Ds. v. d. Velden,
em. pred, te Rotterdam.
Ouddorp, v.m. leesdienst 'en n.m. Ds. v. d.
Velden, em. pred. te Rotterdam.
CHR. GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst.
Maandagavond 6.30 uur Ds. de Bruin van
Baarn.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst.
Dirksland, vm. en 's av. Ds. de Blois.
Herkingen, v.m. 9.30, nm. 2 en 's av 6 uur
leesdienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
OUD-GEREF. GEMEENTE.
Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur leesdienst.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, v.m. Ds. Foppema.
DXSCDSCDSCDGCDSCDSC
Een vaste Burcht is onze God,
Een toevlucht voor de Zijnen!
Al drukt het leed, al dreigt het lot,
Hij doet Zijn hulp verschijnen
De vijand rukt vast aan
Met opgestoken vaan
Hij draagt zijn rusting nog
Van gruwel en bedrog
Maar zal als kaf verdwijnen
De Hervormingsdag wekt temidden van de
groote crisis de Protestantsche Christenheid op,
om op den gedenkdag der Hervorming God te
danken voor hetgeen Hij in en door Luther, zijn
knecht, aan de Kerk aller eeuwen heeft geschon
ken en gewrocht.
Bij al wat ons verbitterd doet zijn in deze
treurige tijden, gaat er van den man, die de
wereld zijner dagen door zijn bergenverzettende
geloof uit hare voegen 'heeft gelicht en de Kerk
op de hechte grondslag van het oude evangelie
opnieuw heeft opgebouwd, een aantrekkings
kracht uit, nu op dezen Hervormingsdag zijn
beeltenis voor onze oogen oprijst.
Met eerbiedige bewondering starten we op
nieuwe beginsel, dat tot hervorming van het
Middeleeuwsche wereldleven leidt, vleesch en
bloed is geworden. Al wat de reformatische
beweging aan licht en kracht doortrilt, heeft
hij niet alleen ontdekt en doorschouwd, maar
ook in zijn eigen ziel doorworsteld en veroverd.
Luther is de held, die zonder te aarzelen, de
geheele wreld den oorlog heeft durven verkla
ren in de kracht van zijn geloof die keizer en
paus de handschoen heeft durven toewerpen
in de zekerheid van zijn gemeenschap met God.
Hij was met God en God was met hem.
Wij kunnen niet beseffen, welk een daad dat
geweest istegenwoordig heeft men geen moed
noodig om den Paus te bestrijden of den ko
ning den oorlog te verklaren, maar in die tijden'
was dat één tegen allen.
Dat deed men alleen, als men levensmoe was
of zoo'n geloof 'bezittten, als Luther had, die de
diepte van blik bezat om het geheim dezer ze
kerheid te ontdekken door terug te gaan tot de
laatste en diepste wtenschen van het geestelijk
bestaan en welbewust te breken met de hem
omringende ccjnventidneele kerkejlijkheliid. Hij
paarde aan deze diepte van blik de grootheid
van karakter om wat als een heilig „moeten"
zijn ziel had aangegrepen, tot levensroeping te
stellen en het tegen een oppermachtige, door
eeuwenoude traditie geheiligde overtuiging van
een gansche wereld door te zetten. Hem ken
merkt bij deze heilige eerst een groote levens
vreugde, die het 'lied van de overwinning uit
zijn ziel doet opstijgen te midden van strijd en
gevaarde vreugde van het vinden na lang
zoeken, de vreugde van de genezing uit een
zwaar ziekbed.
Luther is de krachtmensch, wiens doortastende
natuur, aan heel de beweging, waartoe zijn
optreden aan de poort van de Slotkapel te
Wittenberg, leidde, gaf een onweerstaanbare
gloed hij is de gevoels-mensch met een, wiens
dichterlijk gemoed haar schonk, een meesleepend
effect.
Verschillende hervormers staan om hem ge
schaard, van wie de één hem in scherpzinnig
heid, de andere in geleerdheid overtreft.
Me 1 anch#on, de 'trouwe wapendrager,
die de pijlen van den vijand uitbluscht op het
schild van zijn geniale bijbelkennis en de wa
penen aanreikte uit het arsenaal zijner theolo
gische belezenheid, waarmede de groote kam
pioen op den vijand lossormt.
Z w i n g 1 i, de onvervaarde strijder, wiens
waarachtigheid van gemoed tegen de verderfe
lijke dwalingen van de waanwijze scholastiek
in verzet komt, wiens rechtvaardige ziel tegen
de schijnheiligheid van de verbasterde gees
telijkheid in toorn losbarst, wiens vrijheidslie
vende geest de onteerende boeiten van priester-
tirannie stuk rijt.
C a 1 v ij n, de fijne denker, die de formule
uitvorscht, waarin de reformatische 'beweging
voor het wijsgeerig denken van zijn dagen haar
klare, theologische uitdrukking 'krijgt en die, om
Rome beter te kunnen weerstaan in zijn Insti
tutie plaatst systeem tegen systeem.
Zij allen hebben hun aandeel in de nieuwe
beweging, zij, ieder voor zich, bekleeden een
beteekenisvolle plaats in het groote worstelperk
tot verovering van een nieuwe levenshouding,
zij, elk op zijne wijze, dragen steerien aan tot
de herbouw van de geestelijke tempel, bouwen
aan de muur van 'het nieuwe Jeruzalem. Zonder
■hunne medewerking zou het werk van Luther
zijn volle afronding missen. Maar Luther is de
profeet bij Gods genade.
Hij sprak het woord uit, dat de reformatie
ontketende, hij wees 'het spoor, waarin de
stroom van het leven der reformatie zich brui
send een bedding groef. Hij zeide „Hier sta ik
ik kan niet anders. God helpe mij Amen.
En dat meesterwoord werd geslingerd in een
zoekende wereid, die in de Middeleeuwen steeds
geleid was door de Katholieke Kerk. Deze
heeft eeuwenlang de geesten kunnen beheer,
schen, de hartstochten regelen en is voor langen
tijd geweest het eenige orgaan van het Evan
gelie.
Maar 'het levensproces staat nooit stil.
Nieuwe behoeften ontwaakten, waaraan de
Kerk geen bevrediging kon schenken. De men-
schelijke geest kwam met haar in botsing.
De eeuw der reformatie wordt door een on
bedwingbaar verlangen' naar V r ij h e i d bewo
gen. De persoonlijkheid eischte in de wereld
hare rechten. De individualiteit om het men-
schelijk bestaan, komt met het systeem van de
Kerk in botsing.
De leek vraagt den clerus het recht om zich
zelf te zijn, een eigen overtuiging te bezitten
en onder eigen verantwoordelijkheid het levens
pad te gaan.
In Italië ontstaat de nieuwe beweging der
Renaissance, waarin de ontwakende geest van
Europa langs intellectueel-aesthetischen weg de
taak aanvat, om het volle menschenleven te
grijpen. Bij gebrek aan een godsdienstig zede
lijk ideaal komt de 'Renaissance echter de we
reldgeboorte van het wereldleven niet bewer
ken. Dit kan alleen als deze beweging in reli-
gieuse bedding wordt herleid, anders kan zij
niet vruchtbaar zijn voor de algeheele bevrij
ding en wijding van den mensch.
Dit heeft Luther ingeziten, hij stelt dan ook
de vraag „Hoe word ik, zondaar, rechtvaardig
voor God". Tot de reformatie was dit alleen
mogelijk door middel van de Kerk, die als
middelares optrad. Luther verlegt het zwaarte
punt uit de Kerk in de persoonlijkheid, uit het
getuigenis der Kerk, die absolutie verleent van
zonde in den sacramenteelen weg, in 'het getuige
nis des Heiligen Geestes, die door bet evangelie
van 'het Eeuwige Leven verzekerd is door den
weg van het Geloof.
Het uitgangspunt der Reformatie is, dat het
zwaartepunt van de zaligheid tut het sacrament
van de Kerk verlegd is in het individueel geloof.
De verantwoordelijkheid rust op den mensch
zelf en niet op de Kerk.
De geloovige weet dat hij zalig is in Chris
tus. Hij is uit genade itot kind aangenomen.
„Niet door de werken, maar uit genade, ja
slechts uit genade, zijt ge zalig geworden".
De katholiek is, wat zijn zaligheid betreft,
steeds met vrees en beven1 bevangen.
De reformatie-gezinde is |niet Vreesach tig,
de slaafsche vrees is omgekeerd dn kinderlijke
liefde. Gods kinderen zijn vrijgemaakte kinde
ren, vrijgemaakt van het juk der wet, om in
vrijheid te levten volgens de norm der wet. Toch
is dit geen ongebonden vrijheid, die immer
ontaard in menschelijke dwalingen en verkeerd
heden, neen men is verantwoordelijk aan God.
Men kan nu geen aflaat meer koopen om van
een sprekend geweten' bevrijd te worden, men
kan geen priester meer laten bidden voor ge
dane zonden, men staat nu alleen voor God,
Die niet ziet naar geld of goederen, Die ook
niet den mensch wil doen naar zijne zonden,
hoewel daar geen schepsel iets onbillijks in zal
kunnen zien, als God den mensch zou verdoe
men Die den zondaar uit Genade wil aanne
men in Jezus Christus.
Dit 'en dit alleen is de groote beteekenis van
de Hervorming. Luther, de profeet Gods, heeft
dat mogen volbrengen, doordat hij zelf eerst
geworsteld heeft naar uitkomst, naar bevrijding,
naar vergeving
Met Gods hulp heeft hij overwonnen en een
geheel nieuw menschelijk 'bestaan gevormd
Kerk, staat, maatschappij, huisgezin, weten
schap, kunst, arbeid, levensvreugde, alles, alles
wordt op een nieuwen grondslag verlegd.
Dit is het, dat we op den Hervormingsdag
gedenken, dat God ons door Luther die groote
zege heeft gebracht, dat alles nieuw is ge
worden. God zij gedankt
F. G. N.
R
VB
EEN NIET VOLLEDIGE OPMERKING.
In De Banier van 10 October wordt door
ds. Kersten in een artikel over „Salarisver-
mindering" gewezen op het trekken van ver
schillende personen op onderscheidene manieren
uit de publieke kassen.
„Hoevelen" zoo zegt ds. Kersten „be
kleeden twee en meer betrekkingen, uit de be
lastingen der burgers betaald. Om bij de leden
der Kamer te blijven, denk slechts aan hen, die
burgemeester zijn en wethouder in groote ge
meenten en bij Raden van Arbeid goed gehono
reerde functies bekleeden, enz. En dat, terwijl
anderen naar die functies snakken, die nu zonder
inkomen zijn, hoewel onder hen personen zijn,
wien het aan bekwaamheden niet ontbreekt
Tientallen van personen waren te helpen, indien
geen dubbele betrekkingen meer gegeven wer
den."
'Over deze opmerking van ds. Kersten willen
wij iets zeggen.
Wij laten daarbij in het midden, of het wel
gewenscht is, dat zij, die in een overheidsbe-
trekking werkzaam zijn, hetzij bij bet Rijk, of
bij de Provincie, of bij de gemeente, bij be
noeming tot Kamerlid van hunne betrekking
zouden moeten worden ontheven. De beant
woording van deze vraag is nog zoo eenvoudig
niet.
Doch waarop wij willen wijzen, is, dat de
beschouwing, welke ds. Kersten hierboven gaf,
niet volledig is. Want, 'had hij wèl vol
ledig willen zijn, dan had zijne opmerking zich
niet moeten bepalen tot die Kamerleden, die
uit de overheidskassen voor twee of meer func
ties worden betaald, maar had hij de Kamer
leden, die ook door andere lichamen meermalen
worden gehonoreerd, binnen zijn gezichtskring
moeten betrekken.
En om daarvan iets meer te leeren kennen,
behoeft ds. Kersten niet ver van huis te gaan.
Er zijn in zijn onmiddellijke omgeving Kamer
leden, die een gemeente hebben te bedienen, die
vele avonden in de week uit preeken gaan,
die hoofdredacteur of redacteur van een dagblad
zijn, die als hoogleeraar studenten hebben op
te leiden, enz. enz.
Al deze ambten en bedieningen vracjen, wil
len zij getrouwelijk worden vervuld, den ge-
heelen mensch, zoodat de Kamerwerkzaamheden,
wat te begrijpen valt, daaronder ernstig lijden.
Wanneer nu bij eigen huis werd begonnen,
zouden dan deze Kamerleden niet goed werk
verrichten en in den geest van de opmerking
van ds. Kersten handelen, wanneer zij hun
Kamerlidmaatschap door andere, even bekwame
mannen als zij, lieten vervullen.
Thans ontvangen deze Kamerleden dubbele
tractementen.
Door hun aftreden als Kamerlid zouden an
deren worden geholpen, althans wanneer het
voor een Kamerlid alleen can de schadeloos
stelling is te doen en bij hem geen hooger motief
voorzat.
In eigen tuin valt er bij de Staatkundig Ge
reformeerden nog wel wat te wieden.
Laat de opmerking van ds. Kersten niet aan
doovemansdeuren zijn gezegd.
Bij woorden mag het niet blijven; de daden
moeten volgen. D. v. T.
II.
Een staatkundig-gereformeerde broeder, met
wien ik dezer dagen een politiek gesprek had,
maakte de opmerking, dat God ons wijst op
de ster der historie, de ster der kerkgeschiede
nis, die ons zegt, d'at met de kerkhervorming een
nieuw tijdperk in de kerkgeschiedenis is inge
treden. God wijst ons op de ster der historie,
die op het eind der middeleeuwen is opgegaan.
Volgens den staatkundig-gereformeerde is er
op den berg der Kerstiaansche beginselen niets,
dat uitzicht op de historische ster belet. Van
uit het dal der anti-revolutionaire staatkunde is
die ster moeilijk zichtbaar, omdat Rome's hooge
bergen, waardoor die partij omgeven is, dikwijls
het uitzicht beletten.
Onze staatkundig-gereformeerde broeder ver
geet, dat zijn politieke bergen omhuld zijn met
donkere wolken van heterodoxe staatkundige
stellingen.
Met toepassing op 'het bovenstaande meende
de Staatkundig-Gereformeerde te bewijzen, dat,
terwijl het in het dal onzer anti-revolutionaire
partij reeds begint te schemeren, den berg zijner
staatkundig geref. 'beginselen zich nog in stra-
lenglorie baadt.
Wij zijn 'en blijven in het dal van de anti
revolutionaire staatkunde, dat omsloten is door
de eeuwig hooge bergen van het zuivere Woord
Gods. De Anti-rev. partij is de staatkundige
fractie, die op politiek terrein het meest reke
ning houdt met het beginsel, dat Christendom
en Staatkunde, de Bijbel en de landswetten niet
van elkaar vervreemd mogen worden.
Ieder onzer moet begrijpen, dat door het
separatisme in allerlei staatkundige groepen het
Calvinisme een soepelheid verkrijgt, waarop de
materialistische partijen zóó zeer prijs stellen
en waardoor het terrein geëffend wordt hun
macht te doen opkomen.
Bedenkt, dat de revolutionaire partijen met
een homerischen lach in onze verdeeldheid ge
nieten. Hoe meer wij onderling strijden, des te
sneller verliest de rechterzijde haar invloed.
Eendracht in de politiek is het eenige en urgente
middel, waardoor men ongeloof en revolutie kan
bestrijden.
Dat de anti-rev. partij geen kerkelijke partij
is, staat vanaf de dagen, dat zij ontstond, vast.
In haar hebben zich vereenigd leden van allerlei
kerkelijke gezindten, die als basis voor het staat
kundig leven aanvaarden de belijdenis van Gods
Souvereiniteit en zoowel overheid als onder-
danten binden aan Gods ordinantiën. Op arond
daarvan vragen zij, in navolging van Groen
van Prinsterer, vrijheid voor godsdienst en kerk,
voor school en wetenschap en sociaal leven.
In het geestelijke mag en kan alleen God de
Heilige Geest heerschen en harten omzetten;
als antipode daartegen woelt de macht van
Satan.
De historie leert ons, dat iets groots alleen
bereikt wordt door eendrachtelijke samenwer
king. Dat gij allen gedreven mocht worden door
dien heiligen hartstocht om eensgezind te ar
beiden in de politiek, niet alleen tot heil van
de Hervormde 'Kerk, maar tot het welzijn van
geheel ons vaderland.
Immers over de kerkmuren kunnen wij, Her
vormden, de Gereformeerden met een gerust ge
weten de hand reiken. Hervormde mannen van
naam gingen en gaan ons voor om met de
Gereformeerden in de politiek samen te werken.
Mannten, die kerkelijk geen lid waren van een
Gereformeerde Kerk, meermalen zelfs theologen,
niet eens Gereformeerd, trokken en trekken op
staatkundig gebied als trouwe Calvinisten op.
Ds. Talma. Prof. H. Visscher, Duymaer van
Twist, Dr. Beumer, Ds. Remme, Ds. van Grie
ken en Prof. dr. Severijn zijn Hervormde namen,
die voor de anti-rev. partij van groote beteeke
nis zijn. In de leer kan men staatsrechtelijk vol
bloed Calvinist zijn, terwijl men kerkelijk zeer
verschilt van opvatting.
In de anti-rev. partij is elk hartelijk welkom
en wordt aan ieder gegeven de eere en het
vertrouwten, die hem toekomt, die staatsrechte
lijk en staatkundig Calvinist is, onverschillig
welke opvatting hij overigens theologisch-dog-
matiseh en kerkelijk-orgauisatorisch huldigt.
■Moet er naar gestreefd worden om de scheids
muren tusschen de orthodoxie en het onrecht
zinnige element in de Hervormde Kerk op te
trekken, op het gebied der anti-revolutionaire
staatkunde wordt de kerkelijke muur totaal met
den grond gelijk gemaakt. God de muur en de
heerlijkheid onzer partij. God een vurige muur
God de kracht onzer partij, wat is vaster, wat
is schooner dan dit?
Wat wilt gij vergaderen of verstrooien
Deze vraag moet zeker met ernst gesteld wor
den aan ieder, die meent in deze tijden van
crisis en benauwing, geroepen te zijn afbreuk
te do'en aan de christelijke staatkunde.
Zij, die al deze christelijke partijtjes met een
anti-roomsch tendenz beschouwen als een olie-
vlam op de breede politieke wateren, die op
de staatkunde van ons land' geen invloed uit
oefenen, vergeten dat zulke partijtjes machtige
instrumenten zijn, die de Calvinistische politiek
diep wonden, juist wijl hun invloed negatief is.
In plaats van de duisternis in de Calvinis
tische politiek te do enopklaren, wemelen die
partijtjes als vlammekens in de mistige nacht
lucht en als glinsterwormen in het bosch, die
licht bezitten, maar niet verlichten.
Indien gij een onbekende zijt in de politiek
leiden zij u op dwaalwegen.
Verliest nimmer uit het oog, dat geestver
wanten, die, niet met ons naar de ordinantiën
van Gods getuigenis op staatkundig erf als één
man willen optrekken om tegen ongeloof en
revolutie den strijd aan te binden, onze vrien
den niet zijn.
Eiken tijd heeft een eigen vorm van staat
kundig leven. Wie dit nu begrijpt, die steunt
'en sterkt en weet leiding te geven aan het
scheepje der Calvinistische staatkunde. Gij moet
tusschen tijden en tijden onderscheiden. Er was
een tijd van geloofsverdrukking, waarin het
zwaard moest gehanteerd worden tegen vreemde
dwingelandij, maar er is ook een tijd en deze
is nu, waarin de gansche wereld', schijnbaar
religieus, in het teeken van het materialisme
staat, de kronen der koningen over de straten
rollen en men met het Christendom tracht af
te rekenen.
De revolutionaire beweging werkt ongemerkt
ijverig door ten' het is niemand gegeven te
profeteeren wat uit haar groeien zal.
Er gloort geestdrift, er bloeit sterkte van
wilskracht in het revolutionair element, en1 het
wenscht in het raderwerk van den staat met
plaisir profijt te trekken van de tweedracht
der orthodoxe protestanten, die door hun ver
deeldheid in menig opzicht de Calvinistisch
staatkundige beginselen ondermijnen.
Ieder, die het wèl meent met de komst van
Gods Koninkrijk en het welzijn van land en
volk, vraagt zich ongetwijfeld telkens weer af,
hoe de Protestantsche Christenen in Nederland
het voor God zullen verantwoorden, dat ze nog
maar steeds voortgaan elkaar te mijden en te
wantrouwden.
Moet dan de versplintering, waarvan bijna
elke nieuwe verkiezing een droeviger 'beeld
geeft, maar immers toenemen, zoodat ten slotte
de kracht der Christelijke groepen totaal ge
broken wordt
Zal de politieke splijtzwam dermate groeien,
dat wij, in machtelooze gedeeldheid, niet meer
dan toeschouwers zullen zijn bij het politiek
gebeuren; en zal dan uit 'het kwade het goede
geboren worden; door verdrukking naar samen
werking; door versplintering, noodgedwongen,
naar eenheid
Is het noodig, dat het zoover komt
Wij hopen en bidden, dat het anders moge
zijn, en dat het Protestantsch Christelijk volks
deel tot politieke 'hereeniging moge komen; het
zou onze kracht en den invloed der Christelijke
beginselen verviervoudigen.
Zij, die de hoop koesteren, dat eens alle
democraten, geloovigen en ongeloovigen, zullen
samengaan, komen bedrogen uit. Een parlemen
taire meerderheid op die basis is onmogelijk en
nimmer te aanvaarden voor hem, die naar Gods
Woord, ook op staatkundig gebied, vraagt.
Doch daaruit volgt dan ook, dat de vier
(straks misschien meer) rechts-protestantscbe
groepten zich ernstig zullen moeten afvragen, of
het mag blijven zooals het nu is.
Moge het zijn, dat de broederliefde tusschen
de rechtzinnig protestanten ook op staatkundig
erf weer spoedig terug keere.
In onze saamhoorigheid staan wij met de
hulpe Gods moedig en onversaagd den sterk-
sten tegenstander. Als enkeling missen wij fier
heid en zelfbewustzijn, doch omringd door al
onze geloofsgenooten gevoelen wij ons sterk.
Op eigen beenen staan tegen de steeds groei
ende anti-christelijke macht valt ons zwaar,
maar als één man zijn wij des te veerkrachtiger.
(Wordt vervolgd).
TELEURGESTELD.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest verzocht
ons opname van het volgende
De maand October heeft ons dit jaar zeer
teleurgesteld. Verleden jaar was de opbrengst
57.000.—, tot heden ds het in de 'bijna af-
geloop'en maand nog niet de helft, 28.000.—.
En ook bij de beide vorige maanden van dit
jaar blijft October zeer ver achter. Heeft men
reeds alle krachten zoo voor de Zendingsweek
gereserveerd Helaas is daardoor de achter
stand zéér vergroot.
Hoe gaarne wij dit anders hadden gezien,
wij willen toch blijven1 hopen, dat ons in de
komende dagen nog vele verrassingen worden
bereid. Maar een dringende aanbeveling is bij
d'eze teleurstelling meer dan ooit noodig.
DE PROTESTANTSCHE ZENDING.
4 November in de Zendingsweek der Samen
werkende Zendingscorporaties zal er in Rotter
dam, des avonds om 8 uur teen groote Zendings
samenkomst worden gehouden, die door de
Radio (Huizen) zal worden uitgezonden.
Na een- openingswoord door Ds. B. J. C.
Rijnders, Zendingsdirector, zullen als sprekers
optreden: Professor Dr. J. R. Slotemaker de
Bruine, Oud-Minister van Arbeid, en Mr. H.
de Bie, Rechter te Rotterdam.
Mevrouw Hekkert-van Eysden, sopraanzan
geres, zal enkele liederen ten gehoore brengen en
het Dameskoor „Capella" van de Vereeniging
tot 'bevordering van de Zendingszaak, zal
zingten.
De toegang is vrij voor ieder.
[INGEZONDEN],
DE LAATSTE OPROEP!
Nog enkele dagen en de Zendingsweek vangt
aan. Het heeft niet ontbroken aan het gebruik
van velerhande middelen om er de aandacht op
te vestigen. Men zou eer kunnen vragen: is er
nog iemand, die het niet weet Toch moge een
laatste oproep ons veroorloofd zijn.
Om drie dingen gaat het: offer, toewijding,
gebed. Want zoo is de climax. En niet omge
keerd, zooals het uit de gewoon geworden volg
orde schijnt.
Het offer is noodig. Naar twee zijden. Aller
eerst om het werk. Drie en een 'halve ton gouds
zal er, behalve de voor November en December
volgens de raming noodige bijdragen, aan extra
gavten moeten worden bijeengebracht, zal het
bestaande werk in stand gehouden kunnen wor
den. Een bedrag om van te huiveren, vooral in
dezen tijd.
Maar nu zal het dan ook voor de gevers
en dat is de keerzijde een offer kunnen zijn
in den vollen zin van het woord. Misschien
hebben wij tot dusver nog geen offer gebracht.
Voor zeer velen geldt dat zonder twijfel. Welnu,
bij de moeilijkheden van dezen tijd geeft God
nu in deze tiende Zendingsweek er gelegfenheid
toe, ja vraagt Hij het.
Het zal slechts bijeengebracht kunnen worden
door de toewijding van zeer velen. Daarom een
laatste oproep tot ieder, die ook maar eenige
mogelijkheid heeft om in zijn of haar kring mee
te werken. Laat men zich -toch geven tot het
uiterste.
Maar wij weten te goed, dat dit alles onmo
gelijk is en ook zonder blijvende beteekenis voor
het Zendingswerk zal zijn, als het gebed zou
ontbreken. Alleen waar gebeden wordt, geeft
men zichzelf en geeft m'en het zijne. De Öuit-
sche Vrouwen Zendingsgebedsbond' vraagt
nooit, zet alleen in de gebedssamenkomst een
bus op tafel en zij onderhoudt 29 vrouwelijke
zendelingen.
Wat zou „het offer" beteekenen, als de gees
telijke basis van het werk niet versterkt wordt
Daarom zouden wij eigenlijk al dat vorige kun
nen weglaten en vragen om gebed. Maar dan
niet een vormelijk gebed, maar een echt zich
gansch steilten voor God, een uit de diepten des
levens opwellend smeeken voor Zijn groot werk
ook in onze Koloniën. Een diep innerlijk op
wellend en vurig geuit verlangen, dat Gods
Woord, dat het Evangelie van Jezus Christus
in dezen tijd aan 'het hart der Oostersche volken
moge worden gebracht.
Laat ons zóó Zendingsweek vieren.
De Directie der Samenwerkende
Zendingscorporaties.
NEHEMIA. DE HELD GODS, door Ds.
L. Oranje.
Uitgave Meinema, Delft.
De schrijver van dit boek zegt in een woord
vooraf, dat hij tot 'het schrijven van dit boek
is gekomen, omdat er niet alleen overeenkomst
is tusschen de groote levensvragen van de Kerk
des Heeren van toen en thans, maar ook, dat
die levensvragen moeten belicht worden door
des Heeren Woord. De schrijver plaatst zich
onder het woord, en gaat niet van het
ongeloofsbegrip uit, dat het geloovig subject
staat boven het woord. Ware het laatste
het geval, zoo zou de schrijver in eigen oog
een God zijn, die de waarheid der schriften fat
soeneerde naar eigen bevinding. Zichzelve met
zichzelve vergeleek, en dus aanbidding voor
zijn persoon opeischte. Nu hij zich plaatst als
geloovig object onder de schrift, blijft hij
klein 'en laat zich leeren door het Woord des
Heeren.
Dat „zich-klein-gevoelen" komt uit in den
eenvoud, zoodat ieder hem kan begrijpen. Hij
laat het licht van Gods Woord op de vraag
stukken des levens uit de dagen van Nehemia
vallen, maar trekt de lijn door tot op onzen
tijd. Hoe kinderlijk eenvoudig, en toch zoo diep
van gedachten teekent hij Nehemia in zijn ge
loofsvertrouwen op God, waaruit geloofsmoed
geboren wordt. Beide had hij noodig in den
herbouw van Jeruzalems muren. Want bouwen
de, zaten de vijanden niet stil. Ook in de vijand
schap tegen God en Zijn Woord is een klimax.
In onze kortzichtigheid meenen we, dat bruut
geweld het ergste is. Toch is dit niet naar
waarheid. Het meest gevaarlijk is de vijand,
die zich kleedt in „vroom" gewaad. Met zulke
vijanden had Nehemia ook te doen. Een vijand,
die zich plaatst boven het Woord' en bij
Nehemia komt en hem zijn bevindingen verteld,
ja, die zegt van God eene bijzondere openbaring
ontvangen te 'hebben'. Hij raadt Nehemia aan
te vluchten in den tempel. O, wat vroom! Doch
Nehemia legt zijn oor niet te luisteren naar
dezen valschen profeet, die het op den onder
gang van Gods Kerk heeft gemunt, doch houdt
zich aan hetgeen God heeft geopenbaard en
hij luistert niet naar Semaja, den valschen pro
feet, die in schijn van godzaligheid Satans werk
verricht, doch bouwt aan de muren van Jeru
zalem gelijk God hem had bevolen.
Doch genoeg. We hebben gemeend de aan
dacht op dit schoone werk te moeten vestigen.
Wie waarlijk buigt voor 's Heeren Woord zal
gesterkt worden' in zijn strijd voor de waarheid
Gods. Wie de Schrift heeft losgelaten en zich
plaatst boven het Woord, zal er uit leeren,
dat God niet straffeloos Zijn waarheid laat
roovten. Ook niet al treedt men op als een
Semaja, die te koop loopt met zijn „bevinding
en openbaring van God ontvangen". Het boek
is waard gelezen en herlezen te worden.
Hillegersberg.
C. DDEMER.
Niet de mensch met den besten aanleg:
wel, die zijn vermogens het best gebruikt, be
klimt den hoogsten top.
Een spiegel is beter dan een rij familie
portretten.
Ieder mensch kan dwalen, doch in zijn
dwaling volharden, kan alleen een gek.
'Die zich waagt op breede wateren, be
denke, dat zijn oog gericht moet blijven op het
kompas.
Eenvoud is het kenmerk van het ware.
Deze Coural
Alle
De del
over de
jaar staat]
van den
In som
ook inder
moet ga|
schier nie
dat de bejï
is aangecl
hooger zil
ergste crl
werkloos!
Bezuini
ook wèl f
Toch vj
ze dingerl
Hierom
dijksche
plannen
aangebrol
Wij kt*
len aan
wat altijd!
al als zijl
gaat 'I
zuiniging:!
wel dat
feitelijk rl
waterlei dl
achtige e|
Allerm
I van den
van het C
dient te I
juist vooj
eni
waterleic
overweg™
voor het
schoolto'
dagen
weelde-r
schikt.
Wijh
besturer
Ooltgen
„motie"
kennisgel
De w,
del voor
In andeil
te zorg I
verschal
land bel
kapitaal
loosheid
verrichtq
is, dat
En zij
schier et
werkver
Het li
omdat v,
Intussi