I predikbeurten allerlei m Prof. Dr. J. SEVERIJN, Dordrecht; L. F. DUYMAER VAN TWIST, Den Haag; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Vaassen No. 3 f a li i r: I ONDER REDACTIE VAN OP ZONDAG 1 NOV. 1931 LUTHER. HERVORMD EN DAAROM ANTIREVOLUTIONAIR. BOEKBESPREKING abonnem| buitenla afzonde! r VOOR DEN ZONDAG r'i ;j H V' K.; BIf i if* 'fi 'f i I I t: NED. HERV. KERK. Sommelsdijk, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur Ds. van Asch. Middelharnis, v.m. 9.30 de heer Overweel van Herkingen en 's av. 6 uur leesdienst. Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9 uur Ds. Polhuijs en n.m. 2 uur leesdienst. Den Bommel, v.m. 9.30 Ds. Polhuijs van Stad (H. A.) en 's av. 6 uur leesdienst. Ooltgensplaat, v,m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur de heer Vetter van Langstraat. Langstraat, v.m, de heer Vetter. Oude Tonge, v.m. 9.30 Ds. Dekker van Nieuwe Tonge en 's av. 6 uur leesdienst. Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 leesdienst en n.m. 2 uur Ds. Dekker. Dirksland, v.m. 9.30 leesdienst en 's av. 6 uur Ds. van Ameide van Ouddorp. Melissant, v.m. de heer Baart. Herkingen, v.m. 9.30 Ds. van Asch van Som melsdijk (Doop en collecte) en 's av. 6 uur de heer Overweel (Lutherherdenking) Stellendam, v.m. en 's av. de heer Bouman. Goedereede, v.m. Ds. van Ameide van Oud dorp (Doop). Ouddorp, v.m. leesdienst en n.m. Ds. v. Ameide (Doop en Voorber.) GEREF. KERK. Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds. Zeilstra. Stad aan t' Haringvliet, v.m. 9.30 en 's av, 5.30 uur Ds. de Graaff. Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma. Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds. de Lange. Melissant, v.m. en 's av. Ds, van Velzen van Doesburg. Stellendam, v.m. en 's av. Ds. v. d. Velden, em. pred, te Rotterdam. Ouddorp, v.m. leesdienst 'en n.m. Ds. v. d. Velden, em. pred. te Rotterdam. CHR. GEREF. KERK. Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst. Maandagavond 6.30 uur Ds. de Bruin van Baarn. GEREF. GEMEENTE. Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst. Dirksland, vm. en 's av. Ds. de Blois. Herkingen, v.m. 9.30, nm. 2 en 's av 6 uur leesdienst. Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst. OUD-GEREF. GEMEENTE. Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur leesdienst. DOOPSGEZINDE KERK. Ouddorp, v.m. Ds. Foppema. DXSCDSCDSCDGCDSCDSC Een vaste Burcht is onze God, Een toevlucht voor de Zijnen! Al drukt het leed, al dreigt het lot, Hij doet Zijn hulp verschijnen De vijand rukt vast aan Met opgestoken vaan Hij draagt zijn rusting nog Van gruwel en bedrog Maar zal als kaf verdwijnen De Hervormingsdag wekt temidden van de groote crisis de Protestantsche Christenheid op, om op den gedenkdag der Hervorming God te danken voor hetgeen Hij in en door Luther, zijn knecht, aan de Kerk aller eeuwen heeft geschon ken en gewrocht. Bij al wat ons verbitterd doet zijn in deze treurige tijden, gaat er van den man, die de wereld zijner dagen door zijn bergenverzettende geloof uit hare voegen 'heeft gelicht en de Kerk op de hechte grondslag van het oude evangelie opnieuw heeft opgebouwd, een aantrekkings kracht uit, nu op dezen Hervormingsdag zijn beeltenis voor onze oogen oprijst. Met eerbiedige bewondering starten we op nieuwe beginsel, dat tot hervorming van het Middeleeuwsche wereldleven leidt, vleesch en bloed is geworden. Al wat de reformatische beweging aan licht en kracht doortrilt, heeft hij niet alleen ontdekt en doorschouwd, maar ook in zijn eigen ziel doorworsteld en veroverd. Luther is de held, die zonder te aarzelen, de geheele wreld den oorlog heeft durven verkla ren in de kracht van zijn geloof die keizer en paus de handschoen heeft durven toewerpen in de zekerheid van zijn gemeenschap met God. Hij was met God en God was met hem. Wij kunnen niet beseffen, welk een daad dat geweest istegenwoordig heeft men geen moed noodig om den Paus te bestrijden of den ko ning den oorlog te verklaren, maar in die tijden' was dat één tegen allen. Dat deed men alleen, als men levensmoe was of zoo'n geloof 'bezittten, als Luther had, die de diepte van blik bezat om het geheim dezer ze kerheid te ontdekken door terug te gaan tot de laatste en diepste wtenschen van het geestelijk bestaan en welbewust te breken met de hem omringende ccjnventidneele kerkejlijkheliid. Hij paarde aan deze diepte van blik de grootheid van karakter om wat als een heilig „moeten" zijn ziel had aangegrepen, tot levensroeping te stellen en het tegen een oppermachtige, door eeuwenoude traditie geheiligde overtuiging van een gansche wereld door te zetten. Hem ken merkt bij deze heilige eerst een groote levens vreugde, die het 'lied van de overwinning uit zijn ziel doet opstijgen te midden van strijd en gevaarde vreugde van het vinden na lang zoeken, de vreugde van de genezing uit een zwaar ziekbed. Luther is de krachtmensch, wiens doortastende natuur, aan heel de beweging, waartoe zijn optreden aan de poort van de Slotkapel te Wittenberg, leidde, gaf een onweerstaanbare gloed hij is de gevoels-mensch met een, wiens dichterlijk gemoed haar schonk, een meesleepend effect. Verschillende hervormers staan om hem ge schaard, van wie de één hem in scherpzinnig heid, de andere in geleerdheid overtreft. Me 1 anch#on, de 'trouwe wapendrager, die de pijlen van den vijand uitbluscht op het schild van zijn geniale bijbelkennis en de wa penen aanreikte uit het arsenaal zijner theolo gische belezenheid, waarmede de groote kam pioen op den vijand lossormt. Z w i n g 1 i, de onvervaarde strijder, wiens waarachtigheid van gemoed tegen de verderfe lijke dwalingen van de waanwijze scholastiek in verzet komt, wiens rechtvaardige ziel tegen de schijnheiligheid van de verbasterde gees telijkheid in toorn losbarst, wiens vrijheidslie vende geest de onteerende boeiten van priester- tirannie stuk rijt. C a 1 v ij n, de fijne denker, die de formule uitvorscht, waarin de reformatische 'beweging voor het wijsgeerig denken van zijn dagen haar klare, theologische uitdrukking 'krijgt en die, om Rome beter te kunnen weerstaan in zijn Insti tutie plaatst systeem tegen systeem. Zij allen hebben hun aandeel in de nieuwe beweging, zij, ieder voor zich, bekleeden een beteekenisvolle plaats in het groote worstelperk tot verovering van een nieuwe levenshouding, zij, elk op zijne wijze, dragen steerien aan tot de herbouw van de geestelijke tempel, bouwen aan de muur van 'het nieuwe Jeruzalem. Zonder ■hunne medewerking zou het werk van Luther zijn volle afronding missen. Maar Luther is de profeet bij Gods genade. Hij sprak het woord uit, dat de reformatie ontketende, hij wees 'het spoor, waarin de stroom van het leven der reformatie zich brui send een bedding groef. Hij zeide „Hier sta ik ik kan niet anders. God helpe mij Amen. En dat meesterwoord werd geslingerd in een zoekende wereid, die in de Middeleeuwen steeds geleid was door de Katholieke Kerk. Deze heeft eeuwenlang de geesten kunnen beheer, schen, de hartstochten regelen en is voor langen tijd geweest het eenige orgaan van het Evan gelie. Maar 'het levensproces staat nooit stil. Nieuwe behoeften ontwaakten, waaraan de Kerk geen bevrediging kon schenken. De men- schelijke geest kwam met haar in botsing. De eeuw der reformatie wordt door een on bedwingbaar verlangen' naar V r ij h e i d bewo gen. De persoonlijkheid eischte in de wereld hare rechten. De individualiteit om het men- schelijk bestaan, komt met het systeem van de Kerk in botsing. De leek vraagt den clerus het recht om zich zelf te zijn, een eigen overtuiging te bezitten en onder eigen verantwoordelijkheid het levens pad te gaan. In Italië ontstaat de nieuwe beweging der Renaissance, waarin de ontwakende geest van Europa langs intellectueel-aesthetischen weg de taak aanvat, om het volle menschenleven te grijpen. Bij gebrek aan een godsdienstig zede lijk ideaal komt de 'Renaissance echter de we reldgeboorte van het wereldleven niet bewer ken. Dit kan alleen als deze beweging in reli- gieuse bedding wordt herleid, anders kan zij niet vruchtbaar zijn voor de algeheele bevrij ding en wijding van den mensch. Dit heeft Luther ingeziten, hij stelt dan ook de vraag „Hoe word ik, zondaar, rechtvaardig voor God". Tot de reformatie was dit alleen mogelijk door middel van de Kerk, die als middelares optrad. Luther verlegt het zwaarte punt uit de Kerk in de persoonlijkheid, uit het getuigenis der Kerk, die absolutie verleent van zonde in den sacramenteelen weg, in 'het getuige nis des Heiligen Geestes, die door bet evangelie van 'het Eeuwige Leven verzekerd is door den weg van het Geloof. Het uitgangspunt der Reformatie is, dat het zwaartepunt van de zaligheid tut het sacrament van de Kerk verlegd is in het individueel geloof. De verantwoordelijkheid rust op den mensch zelf en niet op de Kerk. De geloovige weet dat hij zalig is in Chris tus. Hij is uit genade itot kind aangenomen. „Niet door de werken, maar uit genade, ja slechts uit genade, zijt ge zalig geworden". De katholiek is, wat zijn zaligheid betreft, steeds met vrees en beven1 bevangen. De reformatie-gezinde is |niet Vreesach tig, de slaafsche vrees is omgekeerd dn kinderlijke liefde. Gods kinderen zijn vrijgemaakte kinde ren, vrijgemaakt van het juk der wet, om in vrijheid te levten volgens de norm der wet. Toch is dit geen ongebonden vrijheid, die immer ontaard in menschelijke dwalingen en verkeerd heden, neen men is verantwoordelijk aan God. Men kan nu geen aflaat meer koopen om van een sprekend geweten' bevrijd te worden, men kan geen priester meer laten bidden voor ge dane zonden, men staat nu alleen voor God, Die niet ziet naar geld of goederen, Die ook niet den mensch wil doen naar zijne zonden, hoewel daar geen schepsel iets onbillijks in zal kunnen zien, als God den mensch zou verdoe men Die den zondaar uit Genade wil aanne men in Jezus Christus. Dit 'en dit alleen is de groote beteekenis van de Hervorming. Luther, de profeet Gods, heeft dat mogen volbrengen, doordat hij zelf eerst geworsteld heeft naar uitkomst, naar bevrijding, naar vergeving Met Gods hulp heeft hij overwonnen en een geheel nieuw menschelijk 'bestaan gevormd Kerk, staat, maatschappij, huisgezin, weten schap, kunst, arbeid, levensvreugde, alles, alles wordt op een nieuwen grondslag verlegd. Dit is het, dat we op den Hervormingsdag gedenken, dat God ons door Luther die groote zege heeft gebracht, dat alles nieuw is ge worden. God zij gedankt F. G. N. R VB EEN NIET VOLLEDIGE OPMERKING. In De Banier van 10 October wordt door ds. Kersten in een artikel over „Salarisver- mindering" gewezen op het trekken van ver schillende personen op onderscheidene manieren uit de publieke kassen. „Hoevelen" zoo zegt ds. Kersten „be kleeden twee en meer betrekkingen, uit de be lastingen der burgers betaald. Om bij de leden der Kamer te blijven, denk slechts aan hen, die burgemeester zijn en wethouder in groote ge meenten en bij Raden van Arbeid goed gehono reerde functies bekleeden, enz. En dat, terwijl anderen naar die functies snakken, die nu zonder inkomen zijn, hoewel onder hen personen zijn, wien het aan bekwaamheden niet ontbreekt Tientallen van personen waren te helpen, indien geen dubbele betrekkingen meer gegeven wer den." 'Over deze opmerking van ds. Kersten willen wij iets zeggen. Wij laten daarbij in het midden, of het wel gewenscht is, dat zij, die in een overheidsbe- trekking werkzaam zijn, hetzij bij bet Rijk, of bij de Provincie, of bij de gemeente, bij be noeming tot Kamerlid van hunne betrekking zouden moeten worden ontheven. De beant woording van deze vraag is nog zoo eenvoudig niet. Doch waarop wij willen wijzen, is, dat de beschouwing, welke ds. Kersten hierboven gaf, niet volledig is. Want, 'had hij wèl vol ledig willen zijn, dan had zijne opmerking zich niet moeten bepalen tot die Kamerleden, die uit de overheidskassen voor twee of meer func ties worden betaald, maar had hij de Kamer leden, die ook door andere lichamen meermalen worden gehonoreerd, binnen zijn gezichtskring moeten betrekken. En om daarvan iets meer te leeren kennen, behoeft ds. Kersten niet ver van huis te gaan. Er zijn in zijn onmiddellijke omgeving Kamer leden, die een gemeente hebben te bedienen, die vele avonden in de week uit preeken gaan, die hoofdredacteur of redacteur van een dagblad zijn, die als hoogleeraar studenten hebben op te leiden, enz. enz. Al deze ambten en bedieningen vracjen, wil len zij getrouwelijk worden vervuld, den ge- heelen mensch, zoodat de Kamerwerkzaamheden, wat te begrijpen valt, daaronder ernstig lijden. Wanneer nu bij eigen huis werd begonnen, zouden dan deze Kamerleden niet goed werk verrichten en in den geest van de opmerking van ds. Kersten handelen, wanneer zij hun Kamerlidmaatschap door andere, even bekwame mannen als zij, lieten vervullen. Thans ontvangen deze Kamerleden dubbele tractementen. Door hun aftreden als Kamerlid zouden an deren worden geholpen, althans wanneer het voor een Kamerlid alleen can de schadeloos stelling is te doen en bij hem geen hooger motief voorzat. In eigen tuin valt er bij de Staatkundig Ge reformeerden nog wel wat te wieden. Laat de opmerking van ds. Kersten niet aan doovemansdeuren zijn gezegd. Bij woorden mag het niet blijven; de daden moeten volgen. D. v. T. II. Een staatkundig-gereformeerde broeder, met wien ik dezer dagen een politiek gesprek had, maakte de opmerking, dat God ons wijst op de ster der historie, de ster der kerkgeschiede nis, die ons zegt, d'at met de kerkhervorming een nieuw tijdperk in de kerkgeschiedenis is inge treden. God wijst ons op de ster der historie, die op het eind der middeleeuwen is opgegaan. Volgens den staatkundig-gereformeerde is er op den berg der Kerstiaansche beginselen niets, dat uitzicht op de historische ster belet. Van uit het dal der anti-revolutionaire staatkunde is die ster moeilijk zichtbaar, omdat Rome's hooge bergen, waardoor die partij omgeven is, dikwijls het uitzicht beletten. Onze staatkundig-gereformeerde broeder ver geet, dat zijn politieke bergen omhuld zijn met donkere wolken van heterodoxe staatkundige stellingen. Met toepassing op 'het bovenstaande meende de Staatkundig-Gereformeerde te bewijzen, dat, terwijl het in het dal onzer anti-revolutionaire partij reeds begint te schemeren, den berg zijner staatkundig geref. 'beginselen zich nog in stra- lenglorie baadt. Wij zijn 'en blijven in het dal van de anti revolutionaire staatkunde, dat omsloten is door de eeuwig hooge bergen van het zuivere Woord Gods. De Anti-rev. partij is de staatkundige fractie, die op politiek terrein het meest reke ning houdt met het beginsel, dat Christendom en Staatkunde, de Bijbel en de landswetten niet van elkaar vervreemd mogen worden. Ieder onzer moet begrijpen, dat door het separatisme in allerlei staatkundige groepen het Calvinisme een soepelheid verkrijgt, waarop de materialistische partijen zóó zeer prijs stellen en waardoor het terrein geëffend wordt hun macht te doen opkomen. Bedenkt, dat de revolutionaire partijen met een homerischen lach in onze verdeeldheid ge nieten. Hoe meer wij onderling strijden, des te sneller verliest de rechterzijde haar invloed. Eendracht in de politiek is het eenige en urgente middel, waardoor men ongeloof en revolutie kan bestrijden. Dat de anti-rev. partij geen kerkelijke partij is, staat vanaf de dagen, dat zij ontstond, vast. In haar hebben zich vereenigd leden van allerlei kerkelijke gezindten, die als basis voor het staat kundig leven aanvaarden de belijdenis van Gods Souvereiniteit en zoowel overheid als onder- danten binden aan Gods ordinantiën. Op arond daarvan vragen zij, in navolging van Groen van Prinsterer, vrijheid voor godsdienst en kerk, voor school en wetenschap en sociaal leven. In het geestelijke mag en kan alleen God de Heilige Geest heerschen en harten omzetten; als antipode daartegen woelt de macht van Satan. De historie leert ons, dat iets groots alleen bereikt wordt door eendrachtelijke samenwer king. Dat gij allen gedreven mocht worden door dien heiligen hartstocht om eensgezind te ar beiden in de politiek, niet alleen tot heil van de Hervormde 'Kerk, maar tot het welzijn van geheel ons vaderland. Immers over de kerkmuren kunnen wij, Her vormden, de Gereformeerden met een gerust ge weten de hand reiken. Hervormde mannen van naam gingen en gaan ons voor om met de Gereformeerden in de politiek samen te werken. Mannten, die kerkelijk geen lid waren van een Gereformeerde Kerk, meermalen zelfs theologen, niet eens Gereformeerd, trokken en trekken op staatkundig gebied als trouwe Calvinisten op. Ds. Talma. Prof. H. Visscher, Duymaer van Twist, Dr. Beumer, Ds. Remme, Ds. van Grie ken en Prof. dr. Severijn zijn Hervormde namen, die voor de anti-rev. partij van groote beteeke nis zijn. In de leer kan men staatsrechtelijk vol bloed Calvinist zijn, terwijl men kerkelijk zeer verschilt van opvatting. In de anti-rev. partij is elk hartelijk welkom en wordt aan ieder gegeven de eere en het vertrouwten, die hem toekomt, die staatsrechte lijk en staatkundig Calvinist is, onverschillig welke opvatting hij overigens theologisch-dog- matiseh en kerkelijk-orgauisatorisch huldigt. ■Moet er naar gestreefd worden om de scheids muren tusschen de orthodoxie en het onrecht zinnige element in de Hervormde Kerk op te trekken, op het gebied der anti-revolutionaire staatkunde wordt de kerkelijke muur totaal met den grond gelijk gemaakt. God de muur en de heerlijkheid onzer partij. God een vurige muur God de kracht onzer partij, wat is vaster, wat is schooner dan dit? Wat wilt gij vergaderen of verstrooien Deze vraag moet zeker met ernst gesteld wor den aan ieder, die meent in deze tijden van crisis en benauwing, geroepen te zijn afbreuk te do'en aan de christelijke staatkunde. Zij, die al deze christelijke partijtjes met een anti-roomsch tendenz beschouwen als een olie- vlam op de breede politieke wateren, die op de staatkunde van ons land' geen invloed uit oefenen, vergeten dat zulke partijtjes machtige instrumenten zijn, die de Calvinistische politiek diep wonden, juist wijl hun invloed negatief is. In plaats van de duisternis in de Calvinis tische politiek te do enopklaren, wemelen die partijtjes als vlammekens in de mistige nacht lucht en als glinsterwormen in het bosch, die licht bezitten, maar niet verlichten. Indien gij een onbekende zijt in de politiek leiden zij u op dwaalwegen. Verliest nimmer uit het oog, dat geestver wanten, die, niet met ons naar de ordinantiën van Gods getuigenis op staatkundig erf als één man willen optrekken om tegen ongeloof en revolutie den strijd aan te binden, onze vrien den niet zijn. Eiken tijd heeft een eigen vorm van staat kundig leven. Wie dit nu begrijpt, die steunt 'en sterkt en weet leiding te geven aan het scheepje der Calvinistische staatkunde. Gij moet tusschen tijden en tijden onderscheiden. Er was een tijd van geloofsverdrukking, waarin het zwaard moest gehanteerd worden tegen vreemde dwingelandij, maar er is ook een tijd en deze is nu, waarin de gansche wereld', schijnbaar religieus, in het teeken van het materialisme staat, de kronen der koningen over de straten rollen en men met het Christendom tracht af te rekenen. De revolutionaire beweging werkt ongemerkt ijverig door ten' het is niemand gegeven te profeteeren wat uit haar groeien zal. Er gloort geestdrift, er bloeit sterkte van wilskracht in het revolutionair element, en1 het wenscht in het raderwerk van den staat met plaisir profijt te trekken van de tweedracht der orthodoxe protestanten, die door hun ver deeldheid in menig opzicht de Calvinistisch staatkundige beginselen ondermijnen. Ieder, die het wèl meent met de komst van Gods Koninkrijk en het welzijn van land en volk, vraagt zich ongetwijfeld telkens weer af, hoe de Protestantsche Christenen in Nederland het voor God zullen verantwoorden, dat ze nog maar steeds voortgaan elkaar te mijden en te wantrouwden. Moet dan de versplintering, waarvan bijna elke nieuwe verkiezing een droeviger 'beeld geeft, maar immers toenemen, zoodat ten slotte de kracht der Christelijke groepen totaal ge broken wordt Zal de politieke splijtzwam dermate groeien, dat wij, in machtelooze gedeeldheid, niet meer dan toeschouwers zullen zijn bij het politiek gebeuren; en zal dan uit 'het kwade het goede geboren worden; door verdrukking naar samen werking; door versplintering, noodgedwongen, naar eenheid Is het noodig, dat het zoover komt Wij hopen en bidden, dat het anders moge zijn, en dat het Protestantsch Christelijk volks deel tot politieke 'hereeniging moge komen; het zou onze kracht en den invloed der Christelijke beginselen verviervoudigen. Zij, die de hoop koesteren, dat eens alle democraten, geloovigen en ongeloovigen, zullen samengaan, komen bedrogen uit. Een parlemen taire meerderheid op die basis is onmogelijk en nimmer te aanvaarden voor hem, die naar Gods Woord, ook op staatkundig gebied, vraagt. Doch daaruit volgt dan ook, dat de vier (straks misschien meer) rechts-protestantscbe groepten zich ernstig zullen moeten afvragen, of het mag blijven zooals het nu is. Moge het zijn, dat de broederliefde tusschen de rechtzinnig protestanten ook op staatkundig erf weer spoedig terug keere. In onze saamhoorigheid staan wij met de hulpe Gods moedig en onversaagd den sterk- sten tegenstander. Als enkeling missen wij fier heid en zelfbewustzijn, doch omringd door al onze geloofsgenooten gevoelen wij ons sterk. Op eigen beenen staan tegen de steeds groei ende anti-christelijke macht valt ons zwaar, maar als één man zijn wij des te veerkrachtiger. (Wordt vervolgd). TELEURGESTELD. Het Zendingsbureau te Oegstgeest verzocht ons opname van het volgende De maand October heeft ons dit jaar zeer teleurgesteld. Verleden jaar was de opbrengst 57.000.—, tot heden ds het in de 'bijna af- geloop'en maand nog niet de helft, 28.000.—. En ook bij de beide vorige maanden van dit jaar blijft October zeer ver achter. Heeft men reeds alle krachten zoo voor de Zendingsweek gereserveerd Helaas is daardoor de achter stand zéér vergroot. Hoe gaarne wij dit anders hadden gezien, wij willen toch blijven1 hopen, dat ons in de komende dagen nog vele verrassingen worden bereid. Maar een dringende aanbeveling is bij d'eze teleurstelling meer dan ooit noodig. DE PROTESTANTSCHE ZENDING. 4 November in de Zendingsweek der Samen werkende Zendingscorporaties zal er in Rotter dam, des avonds om 8 uur teen groote Zendings samenkomst worden gehouden, die door de Radio (Huizen) zal worden uitgezonden. Na een- openingswoord door Ds. B. J. C. Rijnders, Zendingsdirector, zullen als sprekers optreden: Professor Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, Oud-Minister van Arbeid, en Mr. H. de Bie, Rechter te Rotterdam. Mevrouw Hekkert-van Eysden, sopraanzan geres, zal enkele liederen ten gehoore brengen en het Dameskoor „Capella" van de Vereeniging tot 'bevordering van de Zendingszaak, zal zingten. De toegang is vrij voor ieder. [INGEZONDEN], DE LAATSTE OPROEP! Nog enkele dagen en de Zendingsweek vangt aan. Het heeft niet ontbroken aan het gebruik van velerhande middelen om er de aandacht op te vestigen. Men zou eer kunnen vragen: is er nog iemand, die het niet weet Toch moge een laatste oproep ons veroorloofd zijn. Om drie dingen gaat het: offer, toewijding, gebed. Want zoo is de climax. En niet omge keerd, zooals het uit de gewoon geworden volg orde schijnt. Het offer is noodig. Naar twee zijden. Aller eerst om het werk. Drie en een 'halve ton gouds zal er, behalve de voor November en December volgens de raming noodige bijdragen, aan extra gavten moeten worden bijeengebracht, zal het bestaande werk in stand gehouden kunnen wor den. Een bedrag om van te huiveren, vooral in dezen tijd. Maar nu zal het dan ook voor de gevers en dat is de keerzijde een offer kunnen zijn in den vollen zin van het woord. Misschien hebben wij tot dusver nog geen offer gebracht. Voor zeer velen geldt dat zonder twijfel. Welnu, bij de moeilijkheden van dezen tijd geeft God nu in deze tiende Zendingsweek er gelegfenheid toe, ja vraagt Hij het. Het zal slechts bijeengebracht kunnen worden door de toewijding van zeer velen. Daarom een laatste oproep tot ieder, die ook maar eenige mogelijkheid heeft om in zijn of haar kring mee te werken. Laat men zich -toch geven tot het uiterste. Maar wij weten te goed, dat dit alles onmo gelijk is en ook zonder blijvende beteekenis voor het Zendingswerk zal zijn, als het gebed zou ontbreken. Alleen waar gebeden wordt, geeft men zichzelf en geeft m'en het zijne. De Öuit- sche Vrouwen Zendingsgebedsbond' vraagt nooit, zet alleen in de gebedssamenkomst een bus op tafel en zij onderhoudt 29 vrouwelijke zendelingen. Wat zou „het offer" beteekenen, als de gees telijke basis van het werk niet versterkt wordt Daarom zouden wij eigenlijk al dat vorige kun nen weglaten en vragen om gebed. Maar dan niet een vormelijk gebed, maar een echt zich gansch steilten voor God, een uit de diepten des levens opwellend smeeken voor Zijn groot werk ook in onze Koloniën. Een diep innerlijk op wellend en vurig geuit verlangen, dat Gods Woord, dat het Evangelie van Jezus Christus in dezen tijd aan 'het hart der Oostersche volken moge worden gebracht. Laat ons zóó Zendingsweek vieren. De Directie der Samenwerkende Zendingscorporaties. NEHEMIA. DE HELD GODS, door Ds. L. Oranje. Uitgave Meinema, Delft. De schrijver van dit boek zegt in een woord vooraf, dat hij tot 'het schrijven van dit boek is gekomen, omdat er niet alleen overeenkomst is tusschen de groote levensvragen van de Kerk des Heeren van toen en thans, maar ook, dat die levensvragen moeten belicht worden door des Heeren Woord. De schrijver plaatst zich onder het woord, en gaat niet van het ongeloofsbegrip uit, dat het geloovig subject staat boven het woord. Ware het laatste het geval, zoo zou de schrijver in eigen oog een God zijn, die de waarheid der schriften fat soeneerde naar eigen bevinding. Zichzelve met zichzelve vergeleek, en dus aanbidding voor zijn persoon opeischte. Nu hij zich plaatst als geloovig object onder de schrift, blijft hij klein 'en laat zich leeren door het Woord des Heeren. Dat „zich-klein-gevoelen" komt uit in den eenvoud, zoodat ieder hem kan begrijpen. Hij laat het licht van Gods Woord op de vraag stukken des levens uit de dagen van Nehemia vallen, maar trekt de lijn door tot op onzen tijd. Hoe kinderlijk eenvoudig, en toch zoo diep van gedachten teekent hij Nehemia in zijn ge loofsvertrouwen op God, waaruit geloofsmoed geboren wordt. Beide had hij noodig in den herbouw van Jeruzalems muren. Want bouwen de, zaten de vijanden niet stil. Ook in de vijand schap tegen God en Zijn Woord is een klimax. In onze kortzichtigheid meenen we, dat bruut geweld het ergste is. Toch is dit niet naar waarheid. Het meest gevaarlijk is de vijand, die zich kleedt in „vroom" gewaad. Met zulke vijanden had Nehemia ook te doen. Een vijand, die zich plaatst boven het Woord' en bij Nehemia komt en hem zijn bevindingen verteld, ja, die zegt van God eene bijzondere openbaring ontvangen te 'hebben'. Hij raadt Nehemia aan te vluchten in den tempel. O, wat vroom! Doch Nehemia legt zijn oor niet te luisteren naar dezen valschen profeet, die het op den onder gang van Gods Kerk heeft gemunt, doch houdt zich aan hetgeen God heeft geopenbaard en hij luistert niet naar Semaja, den valschen pro feet, die in schijn van godzaligheid Satans werk verricht, doch bouwt aan de muren van Jeru zalem gelijk God hem had bevolen. Doch genoeg. We hebben gemeend de aan dacht op dit schoone werk te moeten vestigen. Wie waarlijk buigt voor 's Heeren Woord zal gesterkt worden' in zijn strijd voor de waarheid Gods. Wie de Schrift heeft losgelaten en zich plaatst boven het Woord, zal er uit leeren, dat God niet straffeloos Zijn waarheid laat roovten. Ook niet al treedt men op als een Semaja, die te koop loopt met zijn „bevinding en openbaring van God ontvangen". Het boek is waard gelezen en herlezen te worden. Hillegersberg. C. DDEMER. Niet de mensch met den besten aanleg: wel, die zijn vermogens het best gebruikt, be klimt den hoogsten top. Een spiegel is beter dan een rij familie portretten. Ieder mensch kan dwalen, doch in zijn dwaling volharden, kan alleen een gek. 'Die zich waagt op breede wateren, be denke, dat zijn oog gericht moet blijven op het kompas. Eenvoud is het kenmerk van het ware. Deze Coural Alle De del over de jaar staat] van den In som ook inder moet ga| schier nie dat de bejï is aangecl hooger zil ergste crl werkloos! Bezuini ook wèl f Toch vj ze dingerl Hierom dijksche plannen aangebrol Wij kt* len aan wat altijd! al als zijl gaat 'I zuiniging:! wel dat feitelijk rl waterlei dl achtige e| Allerm I van den van het C dient te I juist vooj eni waterleic overweg™ voor het schoolto' dagen weelde-r schikt. Wijh besturer Ooltgen „motie" kennisgel De w, del voor In andeil te zorg I verschal land bel kapitaal loosheid verrichtq is, dat En zij schier et werkver Het li omdat v, Intussi

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 2