DERDE BLAD
WELF-SCHOENEN
Binnenweg 32, loiierdam. - inlel. 50955
EE1T HOEKTE VOOE TT X3 TT TXT EJ
Zaterdag 31 October 1931.
No. 3794
Gemengd Nieuws.
Marktberichten
Voor de Vrou^v»
Voor de Jeugd.
TN HOC-SI(tN0 wses
Ingezonden Stukken*
HET BEHOUD VAN GOEDE VOETEN
IS EEN DEEL UWER GEZONDHEID.
DRAAGT DAAROM
Speciaalzaak H. ADEMA,
De copie van Ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven— Bulten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
CHRISTENDOM EN OORLOG,
Naar aanleiding van het verslag over de
vergadering van 26 Sept. gehouden, en opge
nomen in uw blad van 30 Sept., moge ik zoo
vrij zijn een ett ander op te merken en te vr^Qe
Voor opname en beantwoording in uw blad,
zeg ik U, mijnheer de Redacteur, en Ds. van
Lummel bij voorbaat gaarne dank.
Ds. v. L. noemt terecht de geboden
„Gij zult niet dooden", „Hebt uwe vijanden
lief en. „Wederstaat den: booze niet maar
is het gebod: „Gij zult Gode meer gehoorzaam
zijn dan de menschen", juist bij oorlog ook niet
beel belangrijk voor den enkeling
Moet niet ieder in zijn hart overwegen of da.
wat de overheid van ons vraagt niet in strijd
is met Gods wet of wil
De overheid erkent toch ook dienstweigering
uit gewetensbezwaren' Zijn die menschen dan
dwalende Christenen
God geef; de overheid uitdrukkelijk bevel om
te dooden, toovenaars enz.
Maar dit mag toch, tenzij het nadrukkelijk
uit den Bijbel blijkt, niet op oorlogvoeren wor
den toegepast
Stelling 13 van Ds, v. L. spreekt over dienst
weigering als in strijd met Rom. 13 1.
„Den machten", „de overheid" zijn dat niet
een groep „rechtschen" of „ldnkschen of „com
munisten", die vanwege een meerderheid, die
zij bezitten, zekeren tijd over ons gesteld zijn?
De linksohen zullen misschien te eeniger tijd
de macht veroveren door b.v. een handige ver
kiezingscampagne, die mag en moet ik dus vol
gens oud gebruik onderdanig zijn. Als echter
de communisten op een of andere wijze die
macht willen gaan uitoefenen, moet ik dit vol
gens de tegenwoordige „macht" met het geweer
in de hand beletten. Maar als zij overwinnen
en de regeering vormen, dan moet ik volgens
Rom. 13 hen gehoorzamen, dus ook tegen
Christelijke naties?
Rom. 13 1 verwijst naar 1 Petr. 2 1317.
(1 Petr. 2 vers 15 naar Tit. 2 8 en Tdt. 3:1).
In Tit. 3 1*3 staat: „Vermaan hen', dat
zij de overheden en machten onderdanig zijn,
dat zij daaraan gehoorzaam zijn, dat zij tot alle
goed werk bereid zijn; dat zij niemand lasteren,
geen rechters zijn maar bescheiden zijn, alle
zachtmoedigheid bewijzende jegens alle men
schen."
Tot alle goed werk bereid zijn Geen vechters
maar bescheiden en zachtmoedigheid bewijzen
jegens alle menschen! Was dit de taak, die
de Duitsche Ghristen in 1914 aan zijn overheid
schuldig was, kon hij met het oog daarop als
goed Christen- de wapens gaan hanteeren
In vers 8 staat: „Dit is een getrouw woord,
en deze dingen wil ik, dat gij ernstiglijk beves
tigd, opdat degenen, die aan God gelooven,
zorg dragen om goede werken voor te staan.
Deze dingen zijn het, die goed en nuttig zijn
den menschen."
De heer Van Bruggen heeft niet aangetoond,
dat de oorlog in den Bijbel verboden is, maar
kan Ds. v. L. mij aantoonen, waar in den Bijbel
staat, dat ik voor het behoud van de macht van
mijn overheid moet gaan oorlogvoeren tegen' een
andere overheid?
Johannes zegt niet: „ontwapenen", maar zegt
Jezus: „steeds paraat zijn, de anderen bijhouden
in !hun bewapening, goed oefenen"
Waar geen wet is, is geen overtreding, dus
mag het even goed nagelaten als gedaan wor
den. En daarom volgens Tit. 3 beter nagelaten
worden.
Een leger is toch vlug gemaakt, een land is
spoedig „gegast", een vloot immers ook
Tegen de Pharizeeërs zegt Jezus: geeft den
Keizer wat des Keizers ds, en Gode wat Gods is.
De Pharizeeërs stellen hier een strikvraag om
Jezus in het verderf te lokken, n.l. om een op
standige aansporing tegen de overheid los te
krijgen. Maar het antwoord is duidelijk: Geef
Gode wat Godes is, d.w.z. volbreng Gods wil.
Ds. v. L. noemt veel ernstiger gevolgen van
de zonde op dan oorlog voeren, b.v. klassestrijd.
Zou hij het niet veel beter en meer Christe
lijk achten, dat alle millioenen guldens, besteed
aan onze oorlogsuitrusting, werden gebruikt tot
beperking van den klassestrijd o.a. door de
maatschappelijke behoeften van alle menschen
meer in overeenstemming met elkaar te brengen.
Deze strijd is een groot kwaad van heden, oor-
logswerk is echter toekomstwerk.
Maken wij ons niet al te bezorgd over die
toekomstverdediging door onze overheid voor
te bereiden of te verrichten
Het eene doen en het andere niet nalaten,
zult ge zeggen, maar werken wij door het eene
wat na te laten het andere niet dubbel in de
hand Wat zeggen de heeren opperofficieren
over de verdediging van de Poolsche corridor,
welk zeggen evenzoo goed op ons land van toe
passing is, n.l. dat beiden in een' toekomstigen
oorlog onverdedigbaar zijn.
Houdt onze overheid daar ook rekening mee
Veel strijd gaf het woord „satanisch", als
aanduiding van den modernen oorlog.
Al wat Ds. v. L. echter niet satanisch durft
noemen, is ook niet satanisch, doch betreft ook
ge'en oorlogen en om getallen gaat het bij de
vraag Christendom en oorlog niet.
Een der genoemde groote verdelgingen door
God geschiedde zelfs niet eens als straf voor de
zonden, maar om zijn wonderen in Egypteland
te vermenigvuldigen. Zie Exodus 11 9.
Dat het menschdom echte satansdaden over
komen en aangedaan worden is m. i. toch nooit
te ontkennen. Men leze er Job 1 11 en 12
en 2 38 maar eens over na
God geeft Job in Satans handen !en Satan
bedenkt en voert de dingen uit, die Job over
komen. Job's leven moest bij sparen, maar het
slaan met booze zweren is Satans meest scherpe
en hartstochtelijke aanval op Job.
Ik noem het uitvinden en gebruiken van aller
lei gassen en strijdmiddelen om de menschen te
kunnen verdelgen, fen daarom het tegenwoordige
oorlog voeren een satanswerk. God wil niet, dat
wij onze naasten kwaad doen. Daarom laat Hij
het wel toe, maar als wij het doen, zondigen
wij verschrikkelijk, want elk mensch is naar
Gods beeld geschapen en dat beeld willen wij
dan vernietigen. God laat echter den Satan zijn
werk verrichten ooi aan Zijn eisch, dat de
zonde gestraft wordt, recht te doen. Als God
ons verlaat, zijn wij toch aan Satans macht
overgeleverd, en ook als Hij zijn hand een wijle
van ons aftrekt? Dan zijn wij toch van nature
opstandig tegen God, evenals Satan altijd op-
satndig is
Ik mag daarom alleen de overheid dienen om
te dooden, wanneer de dood eens verslagenen
gewroken moet worden op den doodslager.
Geen oorlog meer is een verkeerde leuze,
zoo min mogelijk oorlog, en dan als er een
oorlog moet worden gevoerd, een oorlog waar
aan geen één Christen deelneemt, dat moet de
leuze zijn.
Ontwapening is onmogelijk in een wereld, die
in 't booze ligt, zegt Ds. v. L. Uit onze ge
schiedenis, die ook ter tafel kwam, blijkt toch
anders duidelijk, dat nog wel heel wat te be
reiken is. Onze Provinciën n.n, die vroeger zoo
„dapper" onderling vochten, zijn nu toch wel
ontwapend naar ik meen, terwijl zij toch óók
een tijd gekend hebben, waarin dat onmogelijk
genoemd werd.
Men moet de gebreken der Kerk niet breed
uitmeten, volkomen waar, maar toch ook niet
te veel met den mantel der liefde bedekken. Dat
deden de Apostelen in bun tijd ook niet.
Onze vaderen hebben oorlog gevoerd om
godsdienstvrijheid te verkrijgen: maar zij, die
niet vluchten en niet vochten, doch hun leven
op den brandstapel in Gods hand lieten, staan
zij niet veel hooger Vochten de eerste Chris
tengemeenten ook om godsdienstvrijheid? Tot
de 4e eeuw toch in geen geval. Daarna gingen
zij de heidenen bestrijden.
Ds. v. L. gelooft, dat Von Hindenburg uit
Christenplicht den oorlog inging; ik geloof, dat
hij toen even blind was als de Joden, die Chris
tus kruisten en dat hij daarom toen' zijn Chris
tenplicht niet goed vervuld 'heeft.
DE L.
Onderschrift der Redactie.
We zouden wel weer een paar kolom noodig
hebben om al de onjuistheden in dit stukje recht
te zetten. We zullen dat nu niet doen, en mer
ken slechts op, dat de schrijver niet goed on
derscheidt en veel te oppervlakkig over de
zware problemen, die hij hier 'bespreekt, heen
loopt. Hij verwart etische en rechtsfactoren,
terreinen van particuliere en algemeene genade.
Dat hij niet goed' weet te onderscheiden blijkt
b.v. uit hetgeen hij zegt over het „satanische"
van den oorlog. Hij moet hetgeen Ds. v. Lummel
hierover zei lezen in verband met de stellingen
van den heer Van Bruggen.
Wij raden hem aan e'ens grondig studie te
maken van Calvinistische theologen als Kuyper
en Bavinck. RED.
Mijnheer de Redacteur!
Vergun mij s.v.p. een plaatsje in uw blad
voor onderstaand stukje.
Met verbazing heb ik het ingezonden stukje
gelezen van den heer K. A. van Beek. Niet, dat
ik den heer Van Beek kwalijk neem, dat hij
dat schreef, dat het niet den bond zijn schuld
was, dat die relletjes en wegjagen van de Goe-
reeërs veroorzaakt waren. Want zoo de heer
Van Beek schreef, hebben de heer'en bestuurs
leden van den bond hem dat wijs willen maken.
Maar ik zou het bestuur willen vragen: wie
heeft die vergadering belegd toen dien hewusten
avond Zijn dat soms vaste arbeiders geweest
Wie voerde daar in 't begin het woord Toch
geen vaste arbeider Ik had het natuurlijk
fraaier gevonden, als u de waarheid had ge
sproken tegen Van Beek en niet een ander
(die geen lid is van uw bond) de schuld te
geven. Maar zoo is het, wij zijn niet harder
bedrogen dan met menschen. Maar de heer
Van Beek zal ook wel weten en begrijpen, dat
het niet het werk is van een vaste arbeider,
daar zie ik hem wel voor aan. Maar men zou
de menschen op Melissant willen dwingen om
lid te worden van den bond, „anders kom je
niet in aanmerking", zei toen een 'bestuurslid
tegen de niet-leden. Maar als hij zelf werk kan
krijgen door een niet-lid van den bond, dan
zou hij het met dank aannemen. Maar ieder
op zijn tijd. Wij zullen ons niet laten dwingen
om lid te worden van dien bond. Naar ik hoop
zullen de meeste boeren op Melissant, als zij
werk hebben, ook die menschen aan het werk
nemen, die geen lid van den bond zijn, want
die kunnen ook nog wel werken, net zoo goed
als een bondslid.
EEN NIET-BONDSLID.
Melissant, 30 October 1931
Wij zijn het met hetgeen deze inzender schrijft
over zijn standpunt ten aanzien van den Bond
niet eens. De arbeiders zijn geroepen, zoo goed
als ieder ander mensch, om in de allereerste
plaats voor zichzelf te zorgen, dan pas kunnen
zij in tijd van nood met goed recht bij anderen
om hulp aankloppen. Door een klein weke-
lijksch offertje zorgen de georganiseerde ar
beiders voor de eerste dagen van werkloosheid.
Dat is Christenplicht. De Christelijke belijdenis
kan geen zorgelooze en goddelooze menschen
mak'en. Dat geldt ook van ons maatschappelijk
en sociaal leven. Het spreekt vanzelf dat een
Ghristen zich alleen aansluit bij den Chr. Bond.
RED.
DOOR EEN LEEUW VERSLONDEN.
De sprinkhanenplaag in Kenya heeft indirect
een slachtoffer geëischt. Powys, een jonge boe
renarbeider, was er verleden week Zondag in
bet district Kaikipia op uit gegaan om een
weidplaats voor schapen te zoeken, daar ten
gevolge van den inval der sprinkhanen het gras
schaarsch is geworden. Drie uur nadat de jonge
man vertrokken was, keerde zijn paard alleen
terug. Maandag brachten inlanders het 'bericht
van Powys' vermissing naar Rumuruti. Een
zestigtal Afrikaansche boeren ging er te paard
op uit om den vermiste te zoeken en ook een
vliegtuig zocht den omtrek af, doch pas
Woensdag werd Powys' lijk gevonden. Het
was ten deele verslonden door een leeuw.
Klaarblijkelijk heeft Powys' pony den leeuw
geroken en heeft bij zijn poging om te vluchten
zijn meester afgeworpen. Deze is vermoedelijk
door zijn val verdoofd geweest en zoo een prooi
van het roofdier geworden.
LANG ZAL HIJ LEVEN.
Wij lezen het volgende bericht in de „Deli
Ct." omtrent den nieuwen gouverneur-generaal
van Ned. Indië
„Dat de begrooting jhr. de Jonge niet po
pulair zal maken', indien hij drastisch zal moeten
ingrijpen, daarvan is de Landvoogd zich ten
volle bewust; in de verschillende interviews,
welke jhr. De Jonge heeft toegestaan, heeft hij
dat niet onder stoelen en banken gestoken. Ook
aan boord van de „Patria" niet, toen de Land
voogd, toen hem door de eerste-klas passagiers
na het afscheidsdiner een „Lang zal hij leven"
werd toegezongen, tot zijn tafelgenoot opmerk
te: „Ik ben benieuwd, of zij dat na vijf jaar
ook nog zullen zingen
Centrale Veiling te Mlddelharnls.
Uienveillng van Dinsdag 27 Oct.
Grove f 2,30.
Gewone f 2,41.
Drielingen f 2,11,
Piclers f 3,17.
Alles per» en inclucief baal.
Aanvoer 19 250 Kg.
Veiling van Woensdag 28 Oct.
Savooie kool f 4,— tot f 4,10.
Roode kool f 2,70.
Knollen f 1,70.
Andijvie f 1.60 tet f 3,10.
Sla f 0.80. Per 100 stuks.
Stoksnijboonen f 30.—.
Veldsla f 7,—.
Handperen f 14,— tot f 17.60.
Kleiperen f 5,80 tot 12,—.
Gieser Wildemans f 6,— tot f 10,—.
Bergamotten f 6,70.
Goudreinetten f 11,— tot f 17,70.
Bismarck f 5,— tot f 11,—.
Tante Dora f 7,— tot f 13,50.
Bellefleurs f 6,10 tot f 11,—. per 100 Kg.
Tomaten f 5,— tot f 8,60.
Druiven f 9,60 tot f 17,70 per 100 pond,
In het vecvolg groentenveiling op Dinsdag
en Vrijdag.
Veiling van Donderdag 29 Oct.
Kipeieren 46-52 Kg. f 4,10 tot f 5,55.
idem 58-60 Kg f 7.50 tot f 7,75.
idem bruin 60 Kg. f 7,55 tot f 7 95.
Eendeieren f 5,85. per 100 stuks.
Aanvoer 6.500 Kg,
Uienveillng van Donderdag 29 Oct.
Grove f 2,31.
Gewone f 2,44 tot f 2,56.
Drielingen f 2,27.
Picklers f 3,26.
Alles per» en inclucief baal.
Aanvoer 42 500 Kg.
Een poosje geleden zag ik ergens over een
groote ronde tafel een mooi eigengebreid tafel
kleed hangen. Zoo'n groot kleed, net als wij
een pluche of groot wollen kleed over tafel
hebben liggen. Het stond schitterend.
En als ik meer tijd had, dan deed ik het
ook. Maar misschien zijn er wel van onze
lezeressen, die wel veel tijd hebben. Die raad
ik het aan. En heeft men niet zooveel tijd, of
heeft men niet zoo'n groot kleed noodig, dan
kan men het in kleiner formaat breien en ge
bruiken voor een kleinere tafel, die men voor
een gezellig zitje bij het raam heeft geplaatst.
De bedoeling is een effen middenvak en
rondom 'heen strepen zooals de figuur aangeeft.
We gebruiken er voor niet al te fijne wol.
Dat kleed kan men op twee manieren breien,
'k Zal deze week een manier geven 'en vol
gende week de tweede manier. Dan kan ieder
kiezen, welke manier zij het gemakkelijkst vindt.
De eerste manier is dan zoo.
We breien bet kleed in vier eendere deelen,
die er zoo uitzien
Later worden de vier deelen aan den achter
kant precies aan elkaar genaaid en het tafel
kleed is klaar. Wie er dan nog franje aan wil
hebben, kan die er zelf aan maken.
We moeten elk breien op de manier, zooals
ik eenigen tijd geleden het patroon van een
kussen gaf. Maar dat patroon is waarschijnlijk
niet bewaard gebleven. Daarom zal ik het nog
even herhalen hoe we het nu voor dit tafel
kleed moeten doen.
Zet op, op 2 naalden elk 140 steken, samen
dus 280.
Alles moet steeds recht heen en weer gebreid
worden.
We breien de eerste naald recht uit op 2
steken na, dan minderen.
Tweede naald geheel recht, dan 't werk om-
keeren. Eerste naald recht uitbreien op 2 steken
na, dan minderen. Tweede naald geheel recht
uitbreien. Zoo breit men maar steeds door,
't werk krijgt dan vanzelf den boekvorm.
De kleuren moeten het echter doen.
We denken, dat we vier kleuren hebben:
donkerblauw, korenblauw, bleu en zwart.
Brei20 toeren bleu.
4 toeren zwart.
6 toeren bleu.
8 toeren donkerblauw.
6 toeren bleu.
8 toeten korenblauw.
6 toeren 'bleu.
4 toeren zwart.
6 toeren bleu.
8 toeren donkerblauw.
6 toeren bleu.
8 toeren korenblauw.
Alle andere toeren bleu.
De drie andere deelen breit men evenzoo.
Doch draag zorg bij het aan elkaar zetten,
dat de strepen precies bij elkaar aansluiten.
Volgende week hoop ik de tweede manier te
geven.
CORRESPONDENTIE.
Er werd mij deze week gevraagd hoe men
het best witte glacé handschoenen kan reinigen,
k Zal dë vraag maar even in ons hoekje be
antwoorden. Misschien zijn er meer mee ge
holpen.
Het schoonmaken van handschoenen,
Witte glacé-handschoenen kan men gemak-
i sck°onmaken met een stevig stuk gom
elastiek. Trek de handschoeen aan en wrijf
ct „gummetje stevig over de geheele opper-
v ai te. Als het zwart wordt wrijft ge het ste
vig at op een stuk wit papier. Ga met wrijven
°r^' A0t i ^"dschoen geheel schoon is
Lichtgekleurde glacé-handschoenen spreidt
ge voorzichtig uit op 'n schoonen handdoek, ze
daarna zoolang uitrekkende, dat alle kleine
draagbarstjes verdwenen zijn. Stip een stuk
rlanel m een kopje afgeroomde melk en doe
hier tevens een klein beetje gele zeep op.
Wrijf vervolgens de handschoenen van de
polsen af naar beneden, telkens het stukje
flanel uitspoelend als het vuil is.
M'n beste nichtjes en neefjes 1
Nu heb ik al een intending voor onzen wed
strijd ontvangen. Dat is vlug. Jullie moeten maar
goed je best doen om de fouten er uit te halen.
Er zitten geweldig groote fouten in, die je
zoo maar ziet, maar ook wel fouten, die je
echt moet opzoeken.
Doe je best maar.
Jullie dachten van de week zeker wel, dat
het zoo maar in eens schaatsenrijden zou wor
den. Gelukkig maar, dat er verandering gekomen
is. Het is nu nog te vroeg voor zooveel koude.
De prijs is dezen keer gewonnen door
CORNELIA ROBER te Nieuwe Tonge
en
MIEN VAN DER KEMP te Alphen a, d. Rijn.
Allemaal 'heel veel groeten van jullie
TANTE TRUUS.
Joop van den H, te Ooltgensplaat, Het lijkt
me echt gewichtig om mee te gaan jagen. Maar
toch, ik geloof, dat ik van de jacht maar liever
thuis blijf, 't Is weer even vreemd hé, een
nieuwe Juffrouw in school? Maar jullie moeten
maar denken: 't is voor die nieuwe Juffrouw
ook allemaal even vreemd. Daarom moeten
jullie 't met elkaar maar wat pretig maken.
Dan is het voor allen weer gauw gewoon en
prettig.
Cor C. van den H. te Ooltgensplaat, Wat is
dat verdreitig van jullie Meester. Hoe is het er
nu mee Jullie zullen wel erg geschrokken zijn.
Wil je me nog even schrijven over je prijs.
Was dat een handwerkboekje Ik verzend de
prijzen zelf niet, misschien is er gedacht, dat
het voor een meisje was. Als 't een handwerk
boekje is, stuur het dan maar aan mij terug,
dan zal ik het wel ruilen.
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Zusje
groeit dan flink, hoor, als ze elke week zooveel
aankomt. Jij kunt er zeker ook wel al een 'beetje
voor zorgen Jullie hebben al heel wat Aard
rijkskunde geleerd. Welk land vind je 't prettig
ste om te leeren Dank voor je nieuwe raadsel.
Cornelia R,_te Nieuwe Tonge, Wel onver
wacht komt de beurt voor een prijs. Dat is
altijd zoo.
Jo B, te Ooltgensplaat, Ik ben blij, dat je
den prijs zoo mooi vindt. Een heele rust in huis,
hé, als de schoonmaak weer klaar is. Heb je
ook een klein beetje meegeholpen Ja, in die
oplossing was zeker een drukfout. Wat aardig,
dat je die patronen altijd uitknipt en bewaart.
Als ik kousen te breien heb, stuur ik ze naar
jou, want zoo gauw als jij kan ik 'het niet.
Hen W. te Ooltgensplaat. 'k Ben blij, dat
je prijs zoo naar je zin is. Heb je het boek al
uit Heb je al die plaatjes al van dat boek
Het is zeker dat boek van Benito. Vertel me
er maar eens wat van. Ik heb nog wel een paar
van die bonnen. Als je ze noodig hebt kun je
die wel krijgen. Dank voor je nieuwe raadsel.
Bram W. te Stad aan 't Haringvliet. Ja ik
heb ook zoo'n spel. Probeer Moe eens te hel
pen als jullie het spelen. Dan wil Moe vast wel
meedoen. Hebben jullie het Zaterdag nog ge
daan 'k Heb vorige week wel een wedstrijd
uitgeschreven, maar geen teekenwedstrijd. Dat
gebeurt later wel weer eens. Dank voor je raad
sel.
Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Hansje
is al e'en' flink baasje. Geen wonder, dat hij nu
al aardig gaat babbelen. Hoe komt zoo'n Hansje
er aan om zusje beertje te noemen. Vind hij
zusje zoo'n dikkertje. Ét ben ook wel verlan
gend om klein zusje eens te zien. Zoo gauw
als ik tijd heb, kom ik hoor. Dank voor je
raadsel.
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat
wordt je schrijven al keurig. Ik vind Jaap nou
toch wel een heel klein beetje stout, nu hij jou
een stuk 'hout tegen 't hoofd gooide. Of kon
Jaap er niets aan doen Dan is hij natuurlijk
niet stout. Misschien was hij enkel maar een
beetje onvoorzichtig.
To V. te Utrecht, Ik had al gedacht, waar
blijven mijn Utrechtsche brieven toch En ja
wel hoor, nu is To weer present. Je hebt me
anders danig lang in den steek gelaten, 'k Ben
blij, dat je weer in de familie terug bent. Doe
Beppie de groeten maar van mij terug. In mijn
vacantie ben ik nog wel even in Utrecht ge
weest, maar ik kon je adres niet gauw genoeg
vinden. Dank voor je raadsel.
Gerrit P. te Numansdorp. Wat leuk, dat je
witte muisjes hebt. Die maken altijd zulke grap
pige sprongen en 'buitelingen. Daar kun je wel
naar blijven kijken. Ik vind het ook altijd een
leuk gezicht. Je mag ze anders wel goed ver
zorgen en opgesloten houden. Doe je Pa en
Moe de groeten terug.
Riek P. te Numansdorp, Juffrouw had gelijk,
dat ze jullie eerst op een lapje wat knoops
gaten laat maken. Anders zou je mooie kussen
sloop in eens bedorven zijn, want knoopsgaten
maken, dat gaat niet maar zoo in éénen erg
mooi. Broertje kan al best met ons meedoen,
ik heb wel jongere neefjes gehad in onze raad
selfamilie. Je kunt best een mooie sprei maken
voor je zelf, dat vind ik ook. Als je er eiken
avond een uurtje aan werkt, dan kun je ook
nog spelen en toch krijg je éen mooi hand
werk af.
Gretha van der K, te Alphen aan den Rijn.
Ik was echt blij, dat ik van jou weer een langen
brief kreeg. Al temperde mijn blijdschap al gauw
toen ik merkte, dat dit eigenlijk een afscheids
brief was. Maar ik kan wel begrijpen, dat je
nu heel weinig tijd overhoudt. Het huiswerk op
een H. B. S. vraagt nog al wat tijd. En van
zelf: huiswerk is nummer één. Wel zeker, mag
je me nog eens schrijven al ben je geen raadsel
nichtje meer. Je krijgt ook antwoord terug, hoor.
Je cijfers zijn uitstekend. Jammer, dat je nu weer
een andere leerares voor Fransch hebt. Niet
leuk, dat de jongens de nieuwe zoo plagen.
Eigenlijk laf. Zoo'n nieuwe leerares is voor
jullie vreemd, maar voor haar ds 't ook niet
prettig en makkelijk in een vreemde klas, het
werk van anderen te moeten overnemen. Pro-
beeren jullie 't haar liever een 'beetje gezellig
te maken. Fijn dat tochtje naar Leiden op
3 October. Zoo hoor, nu heb jij zoo'n langen
brief. Dat komt, omdat dit nu ook een af
scheidsbrief is. 'k Hoop, dat je heel prettige
jaren zult hebben op de H. B. S.
Mien van der K. te Alphen aan den Rijn.
Je hebt het niet geraden. Van Oma heb ik het
niet gehoord. Van wie dan wel Raadt nog
maar eens. Je hebt het ook nog druk met je
kinderkoor en gymnastiek. Jullie studeeben met
't kinderkoor een mooi stuk in. Dat zou ik best
willen hooren, als je maar niet zoo ver weg
woonde. Voor jou is het ook niet zoo prettig,
dat Gré het zoo druk heeft, want van samen
spelen net als in Andelst zal nu wel niets meer
van komen.
Sibilla N, te Zuidland. Wat zal Moe blij
geweest zijn met de tasch, die jij gemaakt hebt.
Hoe heb je die gemaakt Leuk, dat je zelf de
bollen gepoot hebt. Als die jongens slootje wil
len springen, dan moeten ze het goed doen,
maar niet er in springen.
Nelitje N. te Zuidland. Jij hebt voor Moe ook
een mooie verrassing gemaakt. Moe was er
zeker ook heel blij mee. Nog gefeliciteerd hoor
met dat feest. Aardig, dat de Juffrouw je zoo
geholpen heeft met dat handwerk. Dan weet
je zeker, dat het goed komt.
Nelly K. te Sommelsdijk, Jij bent er dan vlug
bij met je inzending voor onzen wedstrijd. Wat
dacht je „Na gedaan werk is het goed rusten."
't Was een tijd geleden, dat ik wat van een
van jullie gehoord heb.
Onbekend nichtje uit 1 Een nichtje vraagt
me of ze met ons mee mag doen, en ze schrijft
me verder een hele gezelligen brief, maar
ze vergeet haar naam en adres op te geven.
Natuurlijk mag ze meedoen dat onbekende
nichtje.
De oplossingen zijn
I. Baars, schol, bot.
II. In de tweede klasse.
III. Ijsbloemen.
Nieuwe raadsels
I. Ingezonden door Bram W. te Stad aan 't
Haringvliet
Met p is 't een boom.
Met g is 't een juichkreet.
Met z is 't een visch.
Met h groeit 't in 't land.
II. Ingezonden door Hen W. te Ooltgens
plaat
Als gij slaapt blijf ik toch wakker
Als een trouwe kamermakker.
Zonder drank en zonder spijs,
Altijd thuis en nooit op reis.
Zonder mondje kan ik praten.
Wat ik voor geen mensch wil laten.
Zonder voeten kan ik gaan,
Zonder handen kan ik slaan.
Altijd moet ik staan of hangen.
Dagen, maanden, jaren lange,
't Is maar zelden, dat ik stok,
Want ik ben een trouwe
III. Ingezonden door Nellie W. te Stad aan
't Haringvliet
Met j dragen de meisjes het.
Met k zit ik op een flesch.
Met sch is 's ebn slecht mensch.
Met t is t den naam van een inwoner van
Turkije.
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
6 November worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldebode",
SOMMELSDIJK.