Antirevolutionair Orgaan r d sende (laarzen, voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. 99 IN HOC SIGNO VINCES DE BESTE11 No. 3788 ZATERDAG 10 OCTOBER 1931 46STE JAARGANG EERSTE BLAD. darts, LH ARMS :ooping PRIJS 25 CENTS Op den Uitkijk. 1 "ill® stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te senden aan de Uitgevers is meestal het erteering, gebrek 9 eintdat zijn alle A liet bloed niet [is „het" middel dat J rosheidgebrek 8 >edingszouten uit :lijk in het bloed loedlichaampjes; en geeft aan uw S :theid dat bij eene V f.-, 12 fl. f 21-. [gisten. TEL. 179 uur EKUREN v.m. |uur n.m. onds op Maandag, ag en Vrijdag, spraak. te OUDE TONGE, ag 9 October voorm. 10 uur. eke van den Heer VATER te Strijen. s kunnen het vee op f ico gratis wei gorzen te Stad aan tot 1 November ris VAN BUUREN. Overal verkrijgbaar De oorlogszucht der roode ontwapenaars. HET LEIDSCHE 3 OCTOBER-FEEST ^■pppiippipHHiH Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. HAAG Hofweg 6 1EGEN ïstraat 7-9 Den Haag i iLSIU Alle werkdagen VAN Niet ongeestig schreef onlangs een onzer bladen VREDELIEVENDE KLANKEN. In e'en verslag van een vergadering ont moetten we de volgende uitdrukkingen „Demonstratie van strijdlust". De redevoeringen waren „uitingen van be reidheid tot het voeren van een krachtigen strijd". Van de vergadering ging „een forsche s .t rijd zin uit". „Frisch schalden de strijdliederen", men zag „bonte vaandels". |i Opgewekt werd „om vereend te staan in den s t r ij d", „al de krachten in te spannen tot machtsvorming". Op zijn minst denkt ge natuurlijk aan een vergadering van „militairen met formidabele knevels en rinkelende sabels" maar dan zijt ge er vèr naast, want het was een vergadering van „roode ontwapenaars" te Amsterdam en het verslag stond in Het Volk. Inderdaad treft men zulke „strijd kreten nog al eens aan in „Het Volk". Toevallig ook weer in het blad, dat ik gisteren ontving. Daar gaat het over de Engelsche verkiezingen en heet het met geweldig groote letters (die zelfs Henri Polak leelijk vindt): „Strijdlust en vertrouwen op overwinning" en in den tekst heet het: „Het congres van de Arbeiderspartij is een ware krijgs raad" en „strijdlust en vertrouwen zijn nimmer sterker geweest dan thans". Aldus de gebruikelijke termen der „geweldloozen". Nu zegge men niet, dat deze strijd kreten een onschuldig, wijl een on bloedig karakter dragen. Achter die strijdkreten woelt de groote haat, de oorlogshaat, de klasse- haat. En van onbloedige strijdkreten naar het bloedig' handgemeen is maar één stap. Daaraan herinnerde de Nieuwe Prov. Gron. Ct„ die het volgende schreef ONZE ONTWAPENAARS. Mag men „Het Volk" gelooven, dan zijn er geen grooter vredesvrienden op de wereld dan de sociaal-democraten. Geen ook, die juister 'begrip hebben om trent hetgeen noodig is voor de vestiging van den wereldvrede. De eenzijdige ontwapening, „het voorbeeld", is daarvoor noodig. En lees nu 't verslag in datzelfde 'blad, van de rede van Otto Bauer op het Intern. Socialistisch Congres te Weenen. „Bauer herinnerde aan het uitrukken van de Schutzbundbataljons temidden van wee- nende vrouwen, aan de bedreiging van fas cistisch overvallen, en stelde vast, dat in den klassenstrijd een tijd kan komen, dat dé be slissing ligt bij geweren, machinegeweren, munitievoorraden1 en handgranaten, (Instem ming). Wie voor zulke beslissingen gestaan heeft, weet, dat het tienduizenden proletarische levens kan kosten om te verhinderen, dat staat en legermacht in handen' vari het fascisme raken (groote bijval)." En „Het Volk" constateert dan, dat het congres deze krijgshaftige conclusie „in diepe bewogenheid stormachtig toejuichte en daar mee tot het parool der internationale sociaal democratie in dezen tijd van de ernstigste gevaren verheven heeft". We hebben een paar dagen „Het Volk" nagespeurd of niet een der lezers tegen deze oorlogszuchtige uitlatingen protesteerde. Maar tevergeefs. 't Is merkwaardig. Wat dan maar vredelievend is Wie van dergelijke uitdrukkingen nota neemt, krijgt onwillekeurig een beetje een vreemden indruk van deze ontwapenaars, die de pacifistische leu ze: „de wapens neer", veranderen in: „de wapens hier Wij gelooven, dat de ontwapenings idee, ook de internationale ontwape ningsidee, niet weinig geleden heeft, doordat de sociaal-democraten zich de leuze van „ontwapening" hebben toege- eigend. Het pacifisme is er mee in een poli tieke sfeer getrokken en is voor het politieke wagentje der sociaal-democra ten gespannen, die er mee willen specu- leeren op de populariteit der goedge- loovige massa. Maar inderdaad is er geen strijd lustiger partij dan die der sociaal-de mocratie. In de veldtent van den oor logsgod Mars heeft haar wieg gestaan en aan zijn ijzeren voeten is zij in den strijd onderwezen. De sociaal-democratie is in haat ont vangen en in haat geboren en in haat opgekweekt. In de harten van duizenden is de strijdleuze ontvonkt en door de zielen van tienduizenden is het oorlogslied gevaren: „wij hebben lang genoeg be mind en willen eindelijk haten". Zeer terecht merkte Ds. van Lummel in zijn debat met den heer van Bruggen op, dat er erger gevolgen van de zonde zijn dan den oorlog en dat hij onder die ergere gevolgen ook rekende: den klassenstrijd. Ware die klassenstrijd gericht op stelsels, op toestanden en omstandigheden, dan was het nog iets anders, maar heel de klasse- strijd splitst zich toe op den naaste, op den medemensch. Het gaat bij de S. D. A. P. niet tegen het kapitalisme, maar tegen den kapi talist. Heel de socialistische literatuur is gedrenkt in den haat tegen de z.g. bezitters. Men kan geen rood dagblad in de hand nemen, of men treft de meest geraffineerde sinuaties tegen de „kapi talisten", die het proletariaat uitbuiten, de „burgerlijken", die de vijanden van het arbeidsvolk zijn. Het gaat in de roode pers altijd tegen de personen der niet-socialisten, die als minderwaardige individuen worden voorgesteld, die feitelijk maar één wel lust hebben, n.l. om het proletariaat te sarren en uit te buiten. Op deze gedachtegang is geheel de roode literatuur, die dag aan dag bij de roode arbeiders in huis gebracht wordt, ingesteld. Er is weinig psychologische kennis voor noodig om te beseffen welk een verwoesting dit haat-systeem in de har ten van de roode massa moet aanrich ten. Men moet het zich maar eens inden ken hoe het bij u zelf zou zijn, als dag in dag uit op geraffineerde manier u wordt bijgebracht, dat er iemand is, die het op uw ondergang en vernietiging gemunt heeft en dat gij daarvan slechts gered kunt worden door volhardende strijd en waakzaamheid. Het zijn sterke zenuwen, die daar kalm bij blijven en den mensch niet een gevaarlijk idee-fixe bijbrengen. De harten zijn door den haat den klassehaat vergiftigd. Een oorlog is niet anders dan de uitbrekende vlam van den haat. Haat is de brandstof voor iederen oorlog. Daarom is ontwapening en sociaal democratie een contradictie. Zij ver staan elkander niet. Zij sluiten elkander uit. Wie de sociaal-democratie wil, sta af van den vrede en gorde zich aan tot den strijd. Oorlog is niet in de eerste plaats de vreeselijke verschijnselen op een slag veld. Kanon en vliegtuig en bajonet is slechts het wapentuig voor den oorlog, een noodwendig gevolg van den oorlog. De oorlog zelf zit in den haat. Wordt de haat geboren en gekoesterd, dan komt de oorlog noodwendig als vrucht gevolg. Leest men ook druiven van doornen Van het socialisme naar den oorlog is maar één stap. De klassehaat schraapt de brandstof bijeen en er is maar één vonkje noodig om het oor logsvuur te doen uitslaan. Dat erkennen socialisten zelf. Otto Bauer zegt zeer terecht: „in den klasse- strijd (kan) een tijd komen, dat de be slissing ligt bij geweren, machinege weren, munitievoorraden en handgra naten". Inderdaad, wie socialist wil zijn, wa- pene zich tot den oorlog, tot den vree- selijksten aller oorlogen, tot den broe- derkrijg In haat ontvangen en geboren, wat kan het anders dan een leven van oor log voortbrengen gelsche betaalmiddel dezen winter niet meer op peil zal komen, dat eer te vreezen staat, dat ■het nog dalen zal, dan kunnen we gerust aan nemen, dat het er voor den komenden winter niet heel mooi voor staat. Opmerkelijk is, dat professor Bruins wat het Nederlandsche betaal middel betreft, nog al optimistisch gestemd was. Onze gulden zal de schok en die er misschien nog mochten volgen, wellicht kunnen doorstaan. Toen prof. 'Bruins gevraagd werd zijn meening te zeggen over de ingediende Rijksbegrooting voor 1932, zei hij, zich geheel te kunnen ver eenigen met wat 'Dr. Golijn hierover de vorige week had gezegd. Het komt dus hierop neer, dat we in Neder land, vergeleken met alle landen rondom, in een bevoorrechte positie leven. Misschien is het bij ons volk nog niet in alle opzichten duidelijk wat eigenlijk „inflatie" zeg gen wil. Dat is te begrijpen. De geldwereld zit zeer gecompliceerd in elkander, en iemand, die er niet mee te maken heeft, staat er als vreem deling tegenover. Maar dat wil niet zegcjen, dat hij er ook buiten staat. Prof. Bruins heeft de opmerking gemaakt, dat het Engelsche volk en ook andere volken van Europa, niet zoo gemakkelijk mede zullen werken om het betaalmiddel weer op peil te brengen. Zij weten eigenlijk niet waar het over gaat. Maar met het Duitsche volk is dat anders. Daar werkt ieder mee en is ieder veel eer tot offeren bereid. Daar kan de .regeering gemakkelijker tot salarisverlaging overgaan, en allerlei financieele maatregelen treffen, die voor het volk pijnlijk zijn. Hoe komt dat Alleen hierdoor, omdat het Duitsche volk aan den lijve ondervonden heeft, wat het zeggen wil onder inflatie te leven. Het is een vloek voor een volk. Het geld waardeloos, wil zeggen, met geld in de hand geen levensmiddelen meer te kunnen koopen. Dat wil zeggen, honger en gebrek te moeten lijden, zóó erg, dat de Duitsche vrouwen en meisjes hun eer verkochten, omdat ze zoo'n honger hadden. Het is een vreeselijke ramp voor een volk, wanneer het betaalmiddel zijn waarde Met opgewektheid werd ook dit jaar in de Sleutelstad het „ontzet" gevierd. De vermaarde optocht, die 's middags door de stad trok, was gewijd aan „Oost en West". Hierboven ziet men de Javaansche bruidsstoet door de straten trekken. De meesten onzer zullen deze week wel in de dagbladpers gelez'en hebben het onderhoud, dat een redacteur van het Nederlandsche Cor- respondentiebureau heeft gehad met professor G. W. J. Bruins, Koninklijk Commissaris der Nederlandsche Bank, die sinds eenige maanden op verzoek van de Bank voor Internationale Betalingen te Bazel, als adviseur der Oosten- rijksche National Bank te Weenen optreedt. Het ging bij dit onderhoud over de crisis, die op 't oogenblik weer veroorzaakt is door de daling van het Engelsche Pond. Nu is professor Bruins ongetwijfeld iemand, die met gezag over deze dingen spreken kan. Als deze dan ook zegt: ongetwijfeld gaan we een zorgelijken winter tegemoet, dan heeft dat meer waarde, d'an dat iemand van de straat zulk een opmerking maakt. De daling* van het En gelsche betaalmiddel is van groot belang voor geheel Europa, zooals dat trouwens reeds op de wereldmarkt gebleken is. Ook ons landje heeft er direct den invloed van ondervonden. Vooral onze landbouwende bevolking, welke veel naar Engeland uitvoert, moest er direct de schadelijke gevolgen van gewaar worden. Daar komt bij, dat het concurreeren'd vermogen van het Engelsche volk door deze crisis wordt ver groot, wat invloed heeft op het bedrijfsleven en ook Nederland zal het in zijn bedrijfsleven ge waar worden, en als professor Bruins er dan nog bij zegt, dat de kans groot is, dat het En- verliest. En natuurlijk zijn het de arbeiders en de lagere volksklassen in het algemeen het eerst, die onder deze ramp te lijden krijgen. Deze waarheid wordt over het algemeen nog veel te weinig begrepen. Oók door ons Neder landsche volk. Dr. Colijn heeft het echter goed ingezien, toen hij Minister van Financiën was, en tegen het geschreeuw van de roode arbeiders in, heeft hij toen bewezen de groote vriend der arbeiders te zijn. Dank zij zijn maatregelen, kunnen finan ciers van naam thans zeggen, dat Nederland het grootste weerstandsvermogen heeft van alle lan den van Europa. Dat is een zegen voor de niet-bezitt'ende klasse. Mac Donald heeft het in Engeland precies zoo ingezien. En het is met hem precies gegaan als met Colijn. De socialistische arbeiders heb ben hem miskend. Zij-begrepen 'hun belangen niet en hebben zich laten opruien door hun leiders, die 'het voorstelden alsof Mac Donald tegen de belangen van de arbeiders in positie nam. Maar Mac Donald heeft begrepen, dat het een eerste levensbelang voor de arbeidende be volking is, dat het waarde heeft voor het geld, dat het verdient. En dat het beter is, dat zij een klein offertje brengen, in den vorm van salarisvermindering en minder werkloozenuit- keering, dan dat zij met 'hun weekloon veertig, vijftig of zestig procent minder kunnen koopen, dan wanneer het betaalmiddel normaal is. De menschen schijnen moeilijk te kunnen lee- ren. Het schijnt noodig, dat men eerst door schade (zooals het Duitsche volk) wijs kan worden. Intusschen dreigt Europa nog een ander ge vaar. Ik bedoel het economisch gevaar, waarmee Rusland de wereld bedreigt. Ik heb wel eens hooren zeggen: de groote wereldcatastrophe zal op economisch terrein worden voltrokken. De strijd tusschen hemel en hel, God en satan, Christus en anti-christ, zoo als die ons in de profetie van Daniël en het boek der Openbaring van Johannes geteekend wordt, zal het economisch terrein als slagveld kiezen. Wie let op de teekenen der tijden, ziet dat het die richting uitgaat. De N. Rott. Ct. is begonnen met een serie artikelen in haar kolommen op te nemen, ge titeld: „De Roode Handel Lokt". Daarin geeft een Amerikaansch publicist gegevens over het gevaar, dat van Russische zijde dreigt voor het economisch wereldleven. Volgens deze econo mist is het buit'eniandsche handelsmonopolie der Sowjet-Unie de machtigste handelsorganisatie op aarde, welke den grootsten geregelden uitver koop drijft welken de geschiedenis kent. De agenten der Sowjet-Unie bieden thans in 52 landen duizenderlei verschillende waren aan te gen zoo lage prijzen, dat de concurrenten er door tot vertwijfeling moeten komen. Hij betoogt en toont met cijfers aan, dat in eën tijd, dat de buitenlandsche handel van niet-Sowjetlanden snel afneemt, de uitvoer van de Sowjetlanden met sprongen snel naar boven gaat. De produc tie, het resultaat van het Marxistisch, met alle hardheid doorgevoerd vijfjarig-plan, waar onder honger en armoede door het absolute staats gezag geproduceerd wordt en de staat kan uit voeren ten koste van de burgers, wordt een druk voor West-Europa, waar men met andere levensstandaard en hooger bestaande eischen niet kan concurreeren op de wereldmarkt. Rusland wordt onder de knoet van de Sowjet- leiders een land van onbegrensde mogelijkheden, meer dan Amerika ooit geweest is. Rusland is een land apart, dat niet gemengd is in de West- Europeesche moeilijkheden, maar een Staat op zichzelf is, welke op zichzelf is aangewezen, zichzelf redden moet. Daar denkt men aan geen ontwapening. Het heeft een geweldige weer macht, waarbij ook de vrouwen een rol spelen, beschikt over de modernste bewapening, heeft een machtige luchtvloot. Het heeft een rijken bodem, welke nog slechts aan het begin staat van ontginning. Heeft hout en steenkool en ertsen, koper en tin. Het heeft technisch be kwame arbeiders uit de geheele wereld gehaald en is aan de productie van artikelen begonnen waar het vroeger nooit aan gedacht heeft. Men heeft wel eens gezegd: al zouden de volken van Europa weer denken aan oorlog voeren, ze zouden niet eens kunnen, want er is geen geld, en niemand zou er aan denken een regeering, die het in haar hoofd kreeg te gaan veohten, crediet te verschaffen. Ik weet niet in hoeverre dit waar ds. Maar in ieder geval is het met Rusland anders gesteld, daar vloeit het -goud eiken dag binnen door de geweldige uit voer naar alle landen van Europa, terwijl er slechts geringe uitgaven tegenover staan. Daar komt bij, dat Europa op 't oogenblik naar het Oosten geheel open ligt, de militaire kracht van Duitschland is verbroken, het Duitsche volk werd door revolutionaire geesten ondermijnd en wanneer Rusland zich sterk genoeg acht om de groote aanval op Europa te wagen, zal het in Duitschland bij een groot gedeelte van het volk een welkom onthaal vinden. Het schijnt, dat men voor het groote Rus sische gevaar de oogen gesloten houdt. Frankrijk staart zich nog altijd blind op een Duitsch gevaar en wapent zich. Op 't oogenblik heeft het een geweldige militaire macht op de been en verdédigt zijn grenzen naar het Zuiden en naar het Noorden met behulp van België. Een oud spreekwoord zegt: wie de goden willen verderven, word'en met blindheid geslagen. Dat schijnt wel toepasselijk op de volken van Europa. Intusschen' ziet de geloovige in dit alles de vervulling der H. Schrift. Daniël spreekt over het vierde dier, dat schrikkelijk en gruwelijk en zeer sterk was en tien hoornen had, waarvan er drie werden uitgerukt. De verklaring, die Daniël er van krijgt is, dat drie koningen ver nederd zullen worden (van Duitschhland, Rus land en Oostenrijk-Hongarije en dat dier zal „woorden spreken teg'en den Allerhoogste", en hij zal de heiligen der hooge plaatsen verstoren en hij zal meenen de wet en de tijden te kunnen veranderen. Wie denkt hier niet aan de Sowjet- Unie Ik geloof, dat we in een vreeselijken tijd leven en donkere tijden tegemoet gaan. Den tijd, dat we overheersching zullen krijgen van den "anti-christ en we weer de kerk onder het kruis worden1. Het economische leven zal daar niet vreemd aan zijn. Wie het beest niet aanbidt, zal geen eten krijgen en economisch geboycot worden. Wie in dien tijd Christen durft te zijn, zal den moed moeten hebben om pariah te worden. Laat ons acht geven op de teekenen der tijden Want God schrijft met eigen vingeren de wereldgeschiedenis, welke het wereldgericht zal zijn. UITKIJK. I

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1