VÊ F HlellschoeBen Priisueriaging flrehshoes No. 3786 mi nummer Desiaal uil Brie Biaaen tweede blad. RGROOTE VAN OS N.V. ROTTERDAM! I O T O'S 20 LIHI-MMMI3! TNWOCSIGNOWSES Zaterdag 3 October 1931. SCHAAKRUBRIEK. DAMMEN. Verslag van de ingebruikneming der nieuwe Ned. Herv. Chr. School aan de Juliana van Stolberglaan, op Donderdag 1 Oct. 1931, 's avonds 7 uur, in het gymnastieklokaal der Openb. U.L.O. School. Rotterdam - Telef. £0995 Ingezonden Stukken Plaatselijk Nieuws. Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15, Eindhoven. No. 216. Probleem voor den wedstrijd. No. 252. G. H. GOETHART. Op de Hoogte 1917. Zwart (10). Wit (10). Wit: Kc5, Db7, Tf8, g8, Lc6, c7, Pe4, h3, pi. c3, d2. Zwart: Kg2, Dhl, Tgl, g6, Lh7, h8, pi. d4, e7, h2, h4. Wit geeft mat in twee (2) zetten. Oplossing inzenden vóór Zaterdag 31 Oct. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- jc* telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve ,ossing wordt een punt in mindering gebracht ^minimum aantal punten is nul)Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet-abonné's zijn welkom. Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Een onoplosbaar probleem vervalt voor den wedstrijd. Ter besparing van porti is de oplossings termijn op circa 4 weken gesteld, zoodat de oplossers meerdere oplossingen eventueel tezamen kunnen opzenden. Oplossing Eindspel no. 324. 1. Th3, Rb3; 2. Tg3, Ka4; 3. Tg4, Ta3; 4. Tg5, b3; 5. Tg2. Eindspel no, 326, H. RINCK. Wit speelt en wint. Oplossing: 1. TH! Pb3 (1Ka6; 2. Tbl, Ka7; 3. Tc4 !en wint); 2. Tbl, Td4f; 3. Ke3, Tb4; 4. Tb2, Ka4 (of a5); 5. Ta2f (of Ta8f), Kb5; 6. Tb8f, Kc4; 7. Tc2f en wint. Eindspel no, 327. A. TEBBEN. De Tijd, September 1931. Wit: Kc6, Lf8, Pc5, pi. d4. Zwart: Ka5, Del. Wit begint en wint. Oplossing: 1. Lh6, dl; 2. Ld2; 3. Pb3. (Correspondentie dezer rubriek aan M. Verbiest, Sommelsdijk). Oplossing probleem no. 71. (Het slaan wordt door twee stipjes aangeduid) De stand was Zwart: 2, 8, 12, 16, 19, 21, 23, 25, 35. Wit: 27, 28, 32, 34, 37, 39, 40, 42, 49. WitZwart 1,. 34—9 35 31 moet 4 stukken slaan. 2. 29 7!! 2 11 3. 37 6. Gewonnen. Oplossing Eindspel no, 72. De stand was Zwart28 Wit: 14, 26, 35. WitZwart 1. 14-10 28-32 2. 10—4 32—37 3. 4-10 37-42 4. 10-37 42 31 5- 26 37. Gewonnen. Oplossing Eindspel no, 73. De stand was Zwart32. Wit: 21, 31, 47. WitZwart 1. 47—41 32—38 2. 41—37 38—43 3. 2116. Gewonnen. Want indien Zwart nog 43—48 of 43—49 wil spelen, dan speelt Wit 31—26 of 31—27, want in beide standen moet de dam slaan en wordt vervolgens gevangen. Probleem no. 74. Zwart: 3, 7, 12, 15, 18, 19, 23, 38. Wit: 21, 25, 30, 31, 37, 39, 41, 49. Wit speelt en wint. Eindspel no. 75. (Op verzoek). Zwart32, 48 dam. Wit26, 42, 44 dam. Wit speelt en wint. Oplossingen in de volgende rubriek. CORRESPONDENTIE. A. G. te Numansdorp. Deze opening is al meermalen voorgeschreven, doch is tevens weer veranderd in 1. 3328, Zw. 1823; 2. 3933 enz. Abonné G. 4 dammen tegen 1 dam is bij oplettendheid direct gewonnen, doch 3 tegen 1 altijd remise. DAMCLUB „SOMMELSDIJK". Aan belanghebbenden wordt medegedeeld, dat op Maandag a.s., des avonds 8 uur, in Hotel Harmonie Langeweg vergaderd zal worden ter inleiding competitie. Zij, die wenschen deel te nemen, kunnen zich op deze vergadering op geven. Personen beneden 20 jaar geen toegang. DAMCLUB „KUNST EN VRIENDSCHAP'. De uitslagen van Donderdagavond luiden als volgt M.v.d. Nieuwendijk—B.v.d. Nieuwendijk 20 M. v, d. NieuwendijkJ. Krijger 20. B. Vis—H. Noordijk 2—0. D. VroegindeweijK. Vroegindeweij 11. D. VroegindeweijA. Wielaard 2—0. M. LangbroekI. Roetman 0—2. I. Roetman—P. Homburg 20. J. Krijger— M. Langbroek 2—0. B, Vis—A. Krijgsman 2—0. H. Vroegindeweij—H. Noordijk 1 1. H. Vroegindeweij—J. Krijgsman 02. Het waren wederom vele spannende partijen; Het zou te ver voeren alle partijen onderling te bespreken, echter voor eenige partijen wil ik een uitzondering maken. De belangrijkste partijen met het oog op de bovenste plaats op de ranglijst waren de wed strijden M. v. d. Nieuwendijk—B. v. d, Nieu wendijk en J. KrijgerM. v. d. Nieuwendijk. Vooral de eerste partij was buitengewoon span- nend, waarin de tegenstanders elkaar weinig of niets toegaven. Ten slotte won M. v. d. Nieuwendijk deze buitengewoon fraaie partij Verder speelde D. Vroegindeweij een goede partij tegen K. Vroegindeweij, welke in remise eindigde. Ook B. Vis won op fraaie wijze van H. Noordijk. Stand op Donderdag 1 October 1931. gesp. gew. gel. verl. pt 1. M. v. d. Nieuwendijk 6 5 1 0 10 2. B. v. d. Nieuwendijk 5 3 11 7 3. J. Krijger5 3 1 1 7 4. A. Wielaard 2 1 1 0 2 5. J. Krijgsman 2 1 1 0 2 6. B. Vis7 4 2 1 9 7. I. Roetman 6 3 2 1 7 8. D. Vroegindeweij ..5 2 2 1 5 9. H. Vroegindeweij ..2011 1 10. K. Vroegindeweij ..4121 3 11. H. Noordijk 4 1 2 1 3 12. P. Homburg 4 1 3 0 2 13. F. Noordijk 1 0 1 0 0 14 M Langbroek 4 0 0 0 0 15. H. den Boer 0 0 0 0 0 16. C. Overweel 0 0 0 0 0 De voorzitter, de heer R. Sterk, opent de vergadering met verzoek te doen zingen Ps. 68 10 en gaat voor in gebed. Hij doet medeeeling van enkele ingekomen gelukwenschen, o.a. van den Inspecteur van het lager onderwijs in de inspectie Brielle, die door ambtsbezigheden verhinderd is de vergadering bij te wonen en hoopt, dat de nieuwe school tot een rijken zegen mag worden gesteld. Daarna roept de Voorzitter de vergadering een hartelijk welkom toe. Op 1 Mei 1931 is de Ned. Herv. School reeds begonnen in het Koor van de Ned. Herv, Kerk, daartoe bereid'- willig afgestaan. Dat was echter slechts een noodmaatregel in verband met het aanvangen van het schooljaar. Misschien wordt er veel over de nieuwe school gesproken, er wordt wel gezegd, dat ze luxieus is. Maar dat is niet juist, er is niets overdadigs aan het gebouw. Centrale verwar ming, een personeelskamer, enz. vindt men haast overal. Er is rekening gehouden met de eischen van den tijd. Den architect der school, den heer Boezeman, komt lof toe voor zijn geleverd werk, maar ook de aannemers van der Welle en Spee. Het is een solied gebouw volgens de deskundigen en de aannemers hebben zich stipt aan hun bestek gehouden. Nimmer was er eenige moeilijkheid met den architect en het bestuur, integendeel, de prettige samenwerking is aan den bouw ten goe de gekomen. Spr, teekent vervolgens de moeilijke taak van het personeel om de jeugd te onderwijzen in Gods Woord en wijst er op, dat er voor dat personeel ook gebed moet zijn, dat ze bekwaamd mogen worden voor hun werk. Vervolgens brengt spr. dank aan het gemeen tebestuur en aan den Inspecteur van het lager onderwijs voor de royale medewerking, bij de stichting der school ondervonden. Hij eindigt met den wensch dat de Heere het aangevangen werk met Zijn gunst moge bekronen. Daarna geeft de Voorzitter het woord aan Ds. Van der W a 1 van Dirksland. Deze leest de vergadering voor den 8sten psalm. Spr. acht de oprichting dezer school een gelukkig verschijnsel, omdat er uit blijkt dat er meer en meer behoefte komt aan Chr. Onder wijs. De voorgelezen psalm is een lofpsalm op de majesteit des Heeren. Zoo op het eerste ge zicht is deze psalm een natuurpsalm. De oud testamentische zangers bleven niet stilstaan bij het innerlijke leven, maar ze lieten hun blik breed wijden over het gansche gebied der schep ping. Ook de dichter van dezen psalm. Het is een nachtpsalm. De dichter slaat met stille ver bazing gade het mysterieuze licht der maan en het wondere tintelen der sterren en hij gevoelt zich klein tegenover de openbaring der heerlijk heid Gods. Maar van die hooge hemelen wordt zijn blik getrokken naar de kinderwereld. Uit den mond der kinderkens en der zuigelingen hebt Gij sterk- te gegrondvest, of, zooals er op een andere plaats te lezen staat, hebt Gij U lof toebereid. Ook het kind is een wereld in het klein. Reeds als scheppingskunstwerk verheerlijkt 'het kind zijn grooten Maker. Maar nog verder gaat de blik van den ziener. Hoe klein en gering die mensch ook geschapen is, hij ziet hem als geschapen1 zijnde om heer schappij te voeren over die groote wereld, want dat is de scheppingsidee, de mensch meester over al het geschapene. De mensch de leider om haar te voeren naar het doel, dat God met Zijn schepping 'heeft. Gij doet hem heerschen over de werken Uwer handen, Qij hebt hem alles onder zijne voeten gezet. Het is helaas niet meer zooals het geweest is. De zonde heeft een breuk gemaakt. Maar toch is er nog een glimp van het oorspronkelijke overgebleven. Door de zonde kan de mensch zijn taak als beheerscher der wereld niet goed meer vervullen. Het is voor hem nu een moeie- lijke strijd en dan nog ziet hij slechts een ge deelte van die schepping onder zich gesteld. Op het breede terrein der wereld is het dat de school haar arbeid verricht. Die wereld doet zich langzamerhand aan het opgroeiende kind voor. En nu moet de school de leidsvrouwe zijn die dat kind met die wereld moet vertrouwd maken. Begrijpt ge nu, vraagt spr., dat her van zoo groote beteekenis is, wie die leidsvrouw is Of dat kind gewezen wordt op de hand der Heeren in die wereld rondom hem. Of God erkend wordt als de Schepper en Onderhouder van die wereld. Want er is een groot verschil tusschen het onderwijs dat de openbare en de christelijke school geeft. Bij het christelijk onderwijs is de allesbeheerschende gedachte: Hoe groot zijn Uwe werken, o Heere, en hij leest er instemmend met den 8sten Psalm: O, Heere, hoe heerlijk is Uw Naam op de gansche aarde. Psalm 8 is niet alleen een natuurspalm. Het is ook een Messiaansche psalm. Er is een glimp van 's menschens heerschappij over de scnepping overgebleven. Jaren van denken, zoeken en worstelen zijn den mensch noodig geweest om de natuurkracht aan zich dienstbaar te maken en dan betreft dit nog slechts enkelen; Hoeveel slachtoffers zijn er niet gevallen in den strijd dien de mensch voert om de stof aan zich dienstbaar te maken Maar met Christus gaat deze psalm in heer lijke vervulling. Hij staat in het centrum van deze wereld en ook naar zijn menschelijke na tuur is Hem gegeven alle macht in hemel en op aarde. In waarheid geldt van Hem, dat alle dingen onder Zijne voeten zijn gezet. En Hij is gekomen om de gebroken harmonie op aarde te herstellen. Dat doet Hij met de zaak in den wortel aan te tasten, in de zonde. Want Hij wordt tot zonde voor ons gemaakt. Deze Christus moet zijn middelpunt van het christelijk onderwijs. Niet alleen het feit der schepping en der zonde, maar ook het feit der herschepping en de verlossing door Jezus Chris tus. Spr. acht het niet genoegzaam dat het kind in den godsdienst wordt onderwezen op zon dagsschool en catechisatie. Heel de opvoeding, heel het onderwijs moet er op gericht zijn om hem op te voeden tot een mensch, voor alle goed werk bekwamelijk toegerust. En daarbij zal gepaard moeten gaan de bede, dat God het in het harte moge leggen. Dan gebruikt Hij die kinderen nog om Zijn sterkte te grond vesten. Moge de Heere ook het nieuwe schoolge bouw nog dienstbaar willen maken aan de uit breiding van Zijn Koninkrijk. Daarna verkrijgt het woord de heer Van Houdt van Herkingen, hoofd der Christe lijke school, aldaar. Het is spr. een genoegen een woord van fe licitatie te mogen spreken dat het is mogen ge lukken om deze school op te richten, zij het dan na veel strijd en moeite. Elke oprichting van een christelijke school stemt tot dankbaarheid en blijdschap. Allereerst omdat het aantal kin deren, dat chr. onderwijs zal ontvangen, weer vermeerdert. Spr. wijst er op, dat de opvoeding bij de oude Hervormden altijd geweest is op de school met den Bijbel met de formulieren van Eenigheid. Zij hebben altijd het belang begrepen van het chr. onderwijs. Die oude Hervormden hebben altijd beter hun roeping verstaan dan wij. Daarom wil spr. er den nadruk op leggen, dat niet eene zoon der reformatie de vrijheid mag nemen om zich verre te houden van deze school. Maar de blijdschap die er in ons hart is bij de opening eener nieuwe chr. school is ook gemengd met droefheid. En wel hierom, dat onze scholen aangeduid moeten worden als bij zondere. Helaas. Door de staatkundige ontwik keling is, wat algemeen moet zijn, afgedaald tot het bijzondere. Dat doet niets te kort aan de eerepositie der chr. school. De toestanden hebben zich zoodanig ontwikkeld dat de openbare sch. de algemeene school is. Voor den Koning der kerk is binnen hare muren geen plaats. En de grootste helft van het Protestantsche Neder land brengt zijn kinderen nog op zulk een school. En dat waar men- toch de gelegenheid heeft om zijn kinderen christelijk onderwijs te doen geven. Is het niet verschrikkelijk. Moge het ons tot ootmoed stemmen. En dat onze oogen maar wijd geopend mogen zijn voor de groote nooden waarin zooveel protestantsche ouders met hunne kinderen verkeeren; Nu zullen zich velen afvragen wat biedt nu de christelijke school boven de openbare. Die vraag te stellen is reeds verkeerd. Er wordt vaak gevraagd wat kunnen mijn kinderen voor mij zijn, het moet juist andersom wezen wat kan ik voor mijn kinderen zijn. En daarbij mo gen wij wel in gedachte houden, dat we niet moeten uitgaan van het nut, maar van onze roeping. En die is niet anders, dan dat wij 9 X 1215 ct. Briefk. form. 20 ct. Nieuwste procédé 13 X 18 cM25 ct. 18 X 24 cM35 ct. HOOGSTRAAT 238 USTHOFSTRA AT 43 onze kinderen moeten opvoeden in de vreeze des Heeren. Dat is de eisch Gods voor ouders en onderwijzers en naar dien eisch zal ons eens rekenschap worden gevraagd. Dat werk is on volmaakt, maar mocht die wetenschap ons uit drijven tot God opdat Hij ons geven moge wat we noodig hebben. Wat kan het chr. onderwijs zijn voor onze kinderen. Allereerst hem bekend maken met het Woord Gods. Maar ook om hen als kin deren des Verbonds te wijzen op de wederge boorte, op de noodzakelijkheid dat ze van God een nieuw hart ontvangen. De onderwijzers moeten de kinderen voor houden, dat ze zonder bekeering niet veilig zijn voor den komenden dag des gerichts. Deze school is te danken aan samenwerking. Aan samenwerking tusschen personen genomen uit de N. H. Kerk en de Geref. Gemeente. Dat valt toe te juichen. Want wie een oog heeft voor den toestand der Nederlandsche christen heid, die beseft dat ondanks de verschillende kerken er toch altijd weer plaats is voor sa menwerking maar we ons stellen op de basis der belijdenis. Daarna voert het woord de heer B o u m a n, godsdienstonderwijzer te Stellendam. Spr. herin nert aan de klacht van Koning David als hij aanschouwt het ontzielde lichaam van zijn kind Absalom, mijn zoon, mijn zoon. Want daar is een nauwe band tusschen vader en kind, een band des bloeds. Maar David gevoelt hier nog meer, want hij is een godvreezende vader. Hij beseft heli zoo diep als hij neerblikt op het doode lichaam van zijn kind, dat dit kind ge schapen is voor een groote eeuwigheid. Wel heeft hij veel verdriet van hem gehad, want hij was een opstandig kind, maar dat gedenkt hij nu niet. Hij gevoelt, dat zijn Absalom is verschenen voor een groot Rechter, zonder dat hij met Dezen in een verzoenende betrekking stond. David is hier een treffend beeld van ieder rechtgeaard ouder, die met dood en eeuwigheid rekening houdt. Er is een natuurlijke liefde maar er is ook een liefde, die naar het gees telijke uitgaat. Onze kinderen zijn met ons in zonde gevallen, ze liggen voor God verdoemelijk we mogen er wel aan denken. Dat zal de be geerte doen ontstaan om het goede voor onze kinderen te zoeken, zoodat ze ook in den dag des eeuwigheids kunnen bestaan. Daarom is het spr. zulk een genoegen om hier zijn gelukwenschen te brengen bij de opening der nieuwe school. Want nu kunnen ouders met den geest van David bezield hun kinderen brengen onder de beademing van Gods Woord. Want door dien geest gedrongen zullen ze alle genademiddelen aangrijpen om hun kinderen aan den troon van Gods genade te brengen. Spr. eindigt met den wensch, dat de nieuwe school gesteld moge worden tot een rijken zegen in deze gemeente. Vervolgens krijgt het woord de heer A. v a n Eek, hoofd der Ned. Herv. School te Stellen dam. Spr. zegt, dat er blijdschap in zijn hart is nu deze nieuwe school geopend wordt, want daar is zoo lang op gewacht. Gemeenten, kleiner dan de onze, hadden reeds lang hun Chr. school. Dit is de derde poging, die aangewend werd om in deze gemeente een Chr. School op te richten. In 1918 werd de eerste poging ge waagd. Door het ontijdig vertrek van Ds. Pop liep dit op niets uit. In 1921 werd de poging herhaald onder Ds. Alers, maar ook thans zonder succes door gebrek aan samenwerking en vertrouwen. Gelukkig, dat we eindelijk een eigen school hebben. Spr. acht deze school van groote beteekenis. Het wordt tijd, dat de liberale alleenheerschappij in onze gemeente op het gebied van het onder wijs eens een einde gaat nemen, het liberale bolwerk is nog veel te machtig. Daarom hoopt hij, dat de school uit moge breiden; Daarop heeft het bestuur ook gerekend met het in erf pacht vragen van den grond. Het ligt aan de inwoners wanneer de school over 10 a 15 jaar niet is uitgegroeid tot een school met een zeven tal lokalen. Dat kan gemakkelijk, als er slechts eensgezind gearbeid wordt. Spr. juicht als oud-burger van Middelharnis, als medle-bestuurslid der vereeniging en als dienaar van het Chr. onderwijs deze nieuwe school van harte toe. Wel zijn we wel eens ongeduldig geweest onder de tegenwerking. Maar dat is misschien goed geweest. Een zaak, die we al te gemakkelijk krijgen, stellen we meestal niet zoo erg op prijs. Spr. wil de aandacht vestigen op den lof- waardigen arbeid van den heer P. Wielhouwer, secretaris van de vereeniging, wien geen moeite te veel is geweest. Hij verdient hulde voor zijn opofferenden arbeid. Aangezien spr.'s taak thans in een andere gemeente ligt, neemt hij bij dezen afscheid van bestuur en vereeniging. Spr, hoopt, dat het bestuur nog met zegen moge arbeiden. De school is genoemd naar een onzer groote voormannen: Groen van Prinsterer. En dat niet alleen om zijn naam te eeren, maar vooral om zijn werk in gedachtenis te houden. Hij is het geweest, die in 1840 den schoolstrijd heeft in geluid, toen hij in zijn bekende Kamerredevoe ring het openbaar onderwijs als onchristelijk brandmerkte. En daarin is sindsdien geen ver betering gekomen. Integendeel: het is nog on- vaderlandsch geworden bovendien, met zijn so cialistische en communistische onderwijzers, die weigeren om de kinderen vaderlandsche liederen te leeren zingen. Spr. hoopt, dat het bestuur op 'het voetspoor van Groen van Prinsterer voort moge gaan. Nadat deh eer Beversluis nog een woord van gelukwensch 'heeft gesproken namens den Kerkeraad der Geref. Gem., wordt het woord gegeven aan den heer Jansen, het hoofd der school. Spr begint met te zeggen, dat hij zijn plannen voor de toekomst reeds ontvouwd heeft bij de opening der school. Hij zal nu niet in herhaling treden. Toen hij hier kwam had hij groote ver wachtingen. Hij was in Rotterdam gewend aan propvolle scholen. Maar hier gaat de groei van het Chr. onderwijs langzaam. Wie zou dat den ken van het streng orthodoxe Flakkee. Wat heeft men toch eigenlijk tegen het Chr. onder wijs Och, men hoort verschillend redeneeren. Men zegt: mijn kinderen ontvangen op de openb. school ook goed onderwijs, daar leeren ze toch ook niet vloeken, godsdienst leeren ze wel bij dominee op catechisatie. Maar men moet be denken, dat het zoo noodig is, dat de kinderen reeds vroeg Bijbelsch onderricht ontvangen. Het gaat er op de Chr. school zoo ongemerkt in. Spr. weet wel, dat we de kinderen niet kunnen bekeeren, maar we moeten hen den weg wijzen. Spr. wijst er op, dat we hedenavond onze nieuwe school inwijden en dat God de gever is van dat alles. Hij dankt ook de ouders, die het onderwijs des Chr. School steunen en tegen aan vallen in bescherming nemen. Maar we zijn nog niet waar we wezen willen. De school moet worden uitgebreid. Daarna voeren nog het woord de heer Boezeman als architect, de heer Van der V e e r e, hoofd der Chr. U.L.O. school, de heer J. Spee namens de aannemers W. van der Welle te Stad aan 't Haringvliet en C. Spee Jz. te Sommelsdijk, de heer Hogeweg, hoofd der Chr. school te Stad aan 't Haringvliet. Een slotwoord spreekt de heer J. Vroeg indeweij. Spr. is verheugd, dat er zoovelen zijn, die de opening der school hebben willen bijwonen. Hij ziet alle kerken vertegenwoordigd. En dat verheugt hem in het bijzonder. Want naast deze school is er in de gemeente nog een Gereformeerde school. Dat deze school er is, heeft moeilijkheden in den weg gelegd bij de oprichting van deze school. Want het is na tuurlijk niet de bedoeling om de Gereformeerde school af te breken. Spr. brengt in herinnering de gelijkstelling tusschen openbaar en bijzonder onderwijs. Dat was vroeger zoo niet. Toen vergde de instand houding eener Chr. school groote offers. Maar ook de ouders moesten zich offers getroosten, want het bezoeken eener Chr. school was duur der dan van een openb. school. Die tijden zijn gelukkig voorbij, elke ouders is nu in staat om zijn kinderen Chr. onderwijs te doen geven. Spr. wekt de ouders op om hunne kinderen naar deze school te zenden. De Voorzitter dankt de sprekers voor hetgeen zij dezen avond hebben gegeven en deelt mede, dat belangstellenden volgende week Woensdag, des middags van 24 uur en des avonds van 6J^7Yt uur in de gelegenheid worden gesteld om het nieuwe schoolgebouw te bezichtigen. Nadat nog gezongen is Ps. 25 4 gaat de heer V r o e g i n d e w e ij voor in dankgebed, waarna de vergadering te ongeveer 11 uur uit eengaat. De cople van ingezonden stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers. Geachte Redactie! Vergun mij s.v.p. een plaatsje in Uw blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Wat mij reeds 2 jaar geleden hier is over komen, maakte ik dezer dagen mede te Bilt- hoven, waar ik gelogeerd was, en wat mij deed besluiten de menschen hier te waarschuwen. Ik kreeg daar bezoek van een juffrouw, voor zien van een tasch met boeken en die mij vroeg of ik iets over had voor de Inwendige Zending. Ik vroeg haar of dat van een of andere kerk uitging en of zij zich kon legitimeeren. Zij gaf mij een kaart en toen zag ik, dat zij uitging voor de Zevende dags Adventisten. En toen ik 'haar wees op het bedriegelijke van haar werken, kreeg ik onder veel moois met een gezicht van een furie ten antwoord, dat ik geen Christen was, maar scheen te behooren tot een kerk, die niet naar Gods gebod leefde ten in plaats van den Sabbath te vieren, den Zondag voor Gods dag hield. Ik heb haar vriendelijk de deur ge wezen. Zulk een vijandigheid overkwam mij ook het vorige jaar hier, en toen ik den man ontmas kerde, zei hij mij, dat ik te zwaar was. In vele Christelijke bladen is tegen die lui gewaarschuwd en achtte ik het ook niet over bodig dit ook in uw blad te doen. Men kan zijn geld wel beter besteden. Hoogachtend, JACOB VAN DEN BLINK. Middelharnis, 30 September 1931. SOMMELSDIJK. De aardappelen worden alhier gekocht voor 2.40, de uien voor 1.60 en 1.70 en de paardepeen voor 1 per H.L. Op de 1.1. Woensdag gehouden weekmarkt waren 41 biggen aangevoerd. In de maand September 1.1. passeerden 23 schepen de Wilhelminabrug dezer gemeente, waaronder niet begrepen de schepen met abon nement en beurtschepen. Door de bakkers D. B. van Erkel en B. van der Linde is bij den Burgemeester dezer gemeente een aanvraag ingediend tot het ver richten van bakkersnachtarbeid. (Zie adverten tie in dit blad. MIDDELHARNIS. Loop der bevolking in de maand September t Vertrokken Iz. Verolme naar Sommelsdijk, N. Driesse naar Sommelsdijk, Jantje Lokker naar Goedereede, N. v. d. Put naar IJmuiden, J. C. Radder naar Rijswijk, H. van Beek naar Rotterdam, W. Dijkers naar Hillegersberg, G. J. A. Bouwer naar 's-Gravenhage. Ingekomen J. Langbroek van Sliedrecht, G. v. d. Tol van Ammerstol, H. M. Romijn van Den Bommel, Joh. van Groningen van Noord- Amerika, H. Dalstra van Achtkarspelen; B. J. Slecht van Amsterdam, P. v. d. Bijl van Alphen aan den Rijn, L. de Vries van Rotterdam, C. van Markenstein van Oude Tonge, H. Tamboer van Haarlem. PostduiVenwedvlucht vanuit Vilvoorde, af stand 95 K.M. le prijs J. Jordaan; 2e, 19e en 24e prijs M. J.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 3