Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO YINCES HEVEAtiet?b®d|n Da mes en kinderkleeding No. 3781 WOENSDAG 16 SEPTEMBERS1931 46ste JAARGANG Rechtzaken. if géén ge!3f All® stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te arenden aan de Uitgevers Brieven uit Amerika. Eerst kijken Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. In tere. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent pe regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. DE TROONREDE. Evenals vorige jaren zijn wij in staat de Troonrede reds in dit nummer onzen lezers aan te bieden. Het is te begrijpen, dat deze openingsrede bij het nieuwe parlementaire jaar is uitgesproken onder den geweldigen druk van de economische inzinking. Regeering en volksvertegenwoordiging komen in de aangevangen zittingsperiode voor een zéér moeilijk werk te staan. Onder dezen druk werd de Regeering gedron gen plannen1, die reeds gevormd waren, naar de gegeven omstandigheden te wijzigen. Toch blijft de Troonrede vaag in het aan geven van de voornemens, die de Regeering heeft in verband met de malaise. Er wordt gesproken van „eischen van buiten gewone ingetogenheid en offerzin". Maar bij die algemeène formule laat zij het. Moeten wij hier „offerzin" verbinden aan salarisverlaging Toen de Minister van Financiën hierover ge- intervieuwd werd door een onzer dagbladen, be gon dit vraaggesprek met de opmerking van den Minister, dat Zijne Exc. zich voorbehield op deze vragen geen antwoord te geven. Ongeveer in denzelfden geest is de Troonrede gestemd. We zullen moeten afwachten tot de begroo ting ter tafel komt. Veel nieuws bevat de Troonrede overigens niet. Zij gewaagt dankbaar van goede verstand houding tot andere naties, waarbij wordt op gemerkt, dat de Belgische kwestie nog steeds op oplossing wacht. Een novum is, dat zij aandacht schenkt aan de Volk'enbondspolitiek en de Ontwapenings conferentie. Misschien wel geïnspireerd door het ^^\dagblad-petitionnement. Terwijl tenslotte nog van belang is, dat het departement-mechanisme weer eens een wijziging zal ondergaan. We krijgen, in navolging van het buitenland, een departement voor econo mische zaken, waar het verlangen reeds lang naar uitging en dat in een leemte voorziet. Onze landbouwers zullen hier een van hun verlangens vervuld zien. Ook Indië moet bezuinigen en in de West zal getracht worden er meer uit te halen dan tot heden het geval is door „mechanisatie van het landbouwbedrijf". Inderdaad, de Regeering staat voor een zéér moeilijken winter. Onze Vorstin bidt den zegen Gods af over den' arbeid van oinze regeering en volksver- tegenwoordiging. Moge naast deze Vorstin een biddend volk gevonden worden in Nederland, want 'het gebed eens rechtvaardigen vermag veel. En inderdaad zal er „veel" zegen van den Almachtigen God moeten worden uitgestort om ons volk godsdienstig en stoffelijk, moreel en materieel van groote ellende te vrijwaren. EEN LOOZE MANOEUVRE OF....? Op 't oogenblik leven we nog in onzekerheid aangaande de Flakkeesche team. De vraag wordt opgeworpen of het geopperde plan van den heer Kuiper om de tramdiensten te staken ernst is dan wel een handige ma noeuvre om aan subsidies te komen. J-l. Donderdag ter vergadering werd gezegd door meerdere sprekers, dat zij niet aan den ernst van de plaipnen des heeren Kuiper geloof den, dat heel de/' opgezette beweging niet meer dan een storm in een glas water is". Op t oogenblik weten we nog niet wat de heer Kuiper wil) In ieder geval is de Minister van Waterstaat hier buiten zijn boekje gegaan. Schier ongelooflijk is het, dat Zijne Exc., zonder de locajjiteit te raadplegen, zulke voor de localiteit zo(o hoogst belangrijke beslissing heeft durven neiiien. Het is een raadsel hoe een bewindsman tot jzoo iets komen kan. Indien het indjerdaad slechts een manoeuvre 1S en in dat (geval zal men er aan het Mini sterie van Waterstaat toch wel niet onkundig zijn valtj er ook veel van het ongerijmde "j iet optredeii van dit departement te ver- aren' '^aar djan kan onzerzijds wel worden opgemerkt, dat zij een mislukte manoeuvre is. Flakkee zal tot geen enkelen prijs tot suppleeren genegen zijn. Van de localiteit valt er voor de R. T. M. niets te hopen. Zeer terecht is Don derdag opgemerkt, dat Flakkee al belasting ge noeg betaalt om zich te kunnen verplaatsen. Een reisbiljet of vrachtbrief over een afstand dat hemelsbreed goed 30 K.M. is, wordt op Flakkee al duur genoeg betaald. Als het gaat over het subsidie-vraagstuk, zal hier het Rijk in de eerste plaats moeten in springen. En daarom herhalen we, wat we de vorige week schreven: onze actie moet gericht worden niet tegen de Rosestraat, maar tegen het Bin nenhof. Het is te begrijpen, dat de R. T. M. een lijn, die blijvend geld kost, niet handhaaft. Men moet een lichaam als de R. T. M. louter als een commercieele beweging beschouwen. Maar in dat geval staat Flakkee ook los van de R. T. M. En als dan ook inderdaad deze geste van den heer Kuiper geen looze manoeuvre maar ernst is, en dat zal a.s. Zaterdag wel blijken1, dan is het maar de beste weg, dat Flakkee Ged. Staten met grooten aandrang vraagt aan de R. T. M. geen concessie te ver- leenen, maar aan de localiteit over te laten op welke wijze zij busdiensten in het leven wil roepen. Er bestaat op 't oogenblik nog onzekerheid omtrent hetgeen Flakkee boven het hoofd hangt. Maar aangaande hetgeen Flakkee zelf wil, bestaat er niet de minste onzekerheid, maar groote beslistheid, n.l. le. Geen subsidie uit de localiteit aan de R. T. M. 2e. Moeten er busdiensten komen, dan behoort hier het initiatief aan Flakkee en niet aan de Rosestraat. Beste Vriend In den vroegen morgen op de markt zie ik een welgekleede' dame met een stokje in haar hand, den komkommer wegpikken onder mijn vrachtauto. Vandaar ging zij naar een ijzeren vat, waar de farmers en kooplui hun produc ten in werpen, die voor de consumptie onge schikt zijn. Ik ging naar haar toe en vroeg wat zij aan 't zoeken was. Haar antwoord was for somting to eat (om iets te eten te hebben). Ik zei haar: you will find nothing in there, Lady (gij zult daar niets in vinden). Ik vroeg haar of zij een gezin had. Ja zij had 5 kinderen en een man die nu ruim een jaar zonder werk was en reeds 3 maanden ziek. „Waar woont U en toen het bleek dat zij niet zoo ver van de markt woonde, beloofde ik haar, als ik van de markt afkwam even bij haar te stoppen en wat mede te brengen. Ik had wat sweetcorn, die bijna onverkoop baar was en een buurman had wat no.2 to maten waar geen markt voor was, een ander gaf mij wat aardappelen, zoodoende kreeg ik voor die dame een goed portie eten. Toen ik bij haar aan 'huis kwam, vond ik een prachtig gemeubileerde voor- en achterka mer met een dito keuken. Piano en radio ont braken niet. Zij vertelde mij dat zij haar nood aan den stadsraad had bekend gemaakt, maar dat een inspectie van the City haar had verteld, dat zij eerst maar eens wat van haar overtol lige weelde moest verkoopen, eer zij op hulp kon rekenen van the city. Dit zijn hier dé menschen, die armoede heb ben. Niet de lagere klasse volk, die niets heeft, maar nette menschen, die eerbaar door 't le ven willen, ontbreekt hier 't meest. Zij vertelde mij dat haar man 17 jaar op een meubelfabriek gewerkt had en altijd goed ver diend had, van -40 tot 60 dollar in de week en dat die fabriek nu bijna een jaar gesloten was Ja, was ook zij meer zuinig geweest, dan zouden izij nu zich zelf kunnen helpen, maar dit is nu eenmaal niet zoo. De meeste Amerikanen stellen hooge eischen aan t leven Men ging eigenlijk van de gedachte uitik werk even zooveel uren als mijn baas, waarom zal ik niet hebben wat hij heeft Dit heeft de goede tijden in Amerika bewerkt, men liet den dollar rollen, en heeft er nooit aan ge- dacht, dat wij een tijd zouden krijgen als waar in wij nu 'leven. Er was altijd overvloed van werk. De fabrieksdeuren stonden altijd open voor ieder die werken wilde. Hoe meer arbei derskrachten de fabriek kon "krijgen, hoe meer de fabrikanten verdienden, er scheen'geen grens van 't afzetgebied, er was altijd market voor de fijnste meubelen, meubelen die aan mate riaal en arbeid 10 pond sterling kostten, wer den voor 20 pond sterling verkocht aan de groothandelaars en die verdienden ook weer de helft én zoo ging het met alles. Wie geen „kas- money" had kreeg het op zeer gemakkelijke voorwaarden er was immers geld te over, men wist geen belegging voor het overschot aan geld. Handige reizigers verkochten maar en dit is zoolang goed gegaan, tot dat de overproduc tie zoo groot was, als zij nu is. Want men werkte dag en nacht tot dat alles overvol zat en er geen afzet meer was. De aandeelen van 100 procent overwaarde kwamen aan de markt en bleven 50 procent onder de waarde. Fa1 brieken stopten. De arbeiders kwamen zonder werk. Daardoor hebben zij ook géén geld om de overproductie te helpen verminderen. Zoo doende zitten wij als natie nu in een toestand die donker schijnt, óók nog voor de toekomst. Want de overproductie is zoo groot, dat er genoeg in voorraad is voor een menschenge- slacht, dat nog geboren moet worden. Maar wat nu in dit alles het ergste is, dat wij als rijkste natie der wereld, die vol gestapeld ligt met kapitaal in geld of goed, er menschen zijn, die afval moeten zoeken om hun gezin in 't leven te behouden. En wij zullen als natie hier voor de oordeelen Gods niet ontgaan. Het is niet waar dat God, zooals velen willen be weren ,met zijn oordeel ons bezoekt. Wat wij heden door maken is niet anders dan een ge volg van den mammondienst. De dollar was God in Amerika. Daar werd schier alles voor opgeofferd. God zegent ons als natie van kust tot kust, regen en zonneschijn heeft ons een oogst gegeven, zooals wij in geen jaren gehad hebben. Er is eten gegroeid voor tweemaal zooveel menschen als de Vereen. Staten noo- dig heeft. Neen, ons past dankbaarheid voor de milde en rijke zegeningen, die God van den hemel ons ook in 1931 schonk. De malaise waarin wij leven is onze eigen schuld. Wij heebben dat zelf zoo bewerkt en plukken nu de wrange vruchten van ons eigen doen. En mochten de ©ogen hiervoor nu maar open gaan, dan was de toekomst niet zoo duis ter. Dan zou de stapels van kapitalen voor een deel ten goede komen aan behoeftigen en ar men, maar het schijnt mij toe dat er nog heel wat meer moet doorleeft worden, eer dat wij de toestanden leeren inzien, zooals ze zijn. Blijkbaar zijn ook onze leiders en leeraars in cluis blind voor de werkelijkheid. Ons methodistisch volk ziet natuurlijk in dit alles het naderend einde, Men kan geen weg berijden of men leest op borden en groote stee- nen„Jezus in coming" (Jezus is komende). En dat zou nu voor velen een uitkomst wezen. Maar wie de Schrift kent, weet. dat 'het zoover nog niet is. En dit leidelijke methodisme is mede oorzaak van onzen on-Amerikaanschen toe stand. Ook zij hebben' 6 dagen in de week ge zwoegd voor den dollar en één dag van de zeven hebben ze trachten productief te maken voor een hemelsch bezit. En op die manier heb ben ze den dollar hier :en denken de zaligheid hiernamaals te hebben. En als dat nu samen kon gaan wat zou men dan nog beter wen- schen Wat Amerika nu meer dan ooit noodig heeft is Calvinistische leiding, opdat het roode ge vaar, wat nu welig tiert, gestuit worde. Geve God ons leiders eer het te laat is. Want al is er waarheid in wat! Prof. Hepp geschreven heeft, dat Amerika alleszins godsdienstig is, toch voert die leidelijke godsdienstigheid ons in de armen van het ongeloof. Er gaat geen actie uit van dien Amerikaanschen' godsdienst. Het eenige wat van hen uitgaat is de vraag ,are you saved (is uw ziel gered) en als op die vraag met een „ja" geantwoord wordt, zeggen zal „pdeas die Lord!" (Loof den Heere). En hiermede achten zij hun taak vol bracht. Voor den eisch van de ,ere Gods op elk terrein des levens zijn zij blind. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van Vrijdag 11 September 1931. (Slot). Terecht staat L. W. d. R., die op 9 Juni te Stellendam niet voldoende was uitgeweken bij het inhalen van een fietser, waardoor deze is aangereden en gevallen. Als verdediger treedt op Mr. J. H. Willems te Den Haag. Gehoord wordt getuige Troost te 'Melissant, die verklaard rechts van den weg gereden te hebben, terwijl verd. recht door bleef rijden. Hij had ruimte genoeg. De verdediger vraagt aan getuige of de auto met de voorste of de achterste deelen hem heeft aangereden. Getuige: Ik heb eerst wat gezien toen de auto ophield. Get. J. K., 30 j„ veldarb, te Stellendam, had gezien, dat de auto van de Ruiter get. T. aan reed. De verdediger: Hoe kan dat, je stond beneden aan den dijk Get. K.: Ik stond halverwege een oprei. De verdediger meent, d!at get. niet gezien kan hebben, dat get. T. voldoende rechts reed. Hij stond beneden het oppervlak van den dijk met zijn gezicht, bovendien heeft de dijk daar ter plaatse een hoogen berm. Er was nog 40 cM. vrij rechts van get. T„ zoodat hij meer naar rechts had kunnen uithalen. Bovendien had verd, hem 1 M. ruimte gegeven, wat voldoende is voor een fietser. Maar get. T. heeft zijn hand opgestoken om iemand te groeten, terwijl verd. hem voorbijreed, daardoor kwam hij te vallen. Hij is ook niet aangereden met den bak van de auto, maar met een haak, die terzijde van den auto wat uitstak. Het O. M. zegt, dat vaststaat, dat get. is aan gereden. Waarmee dat gebeurd is doet minder ter zake. Geëischt wordt 15 subs. 5 dagen hechtenis. De verdediger zegt, dat de weg daar ter plaat se 3.40 M. breed is, de auto is 1.90 M., er was voor den fietser 1 M. breedte over om te pas- seeren, daar er aan den anderen kant maar een halve M. meer over was én verder de dijk aan die zijde sterk naar beneden helt. Pleiter geeft den Kantonrechter in overweging verd. vrij te spreken, omdat het feit van aanrijding op zich zelf in strafrechterlijken zin nog niet strafbaar is. De Kantonrechter tot get. T.: Is het waar, dat er nog 40 c.M. breedte rechts van je over was Get.: Ja, dat is zoo. De Kantonrechter acht het wettig en over tuigend bewijs wel geleverd en veroordeelt tot 5 sub, 3 dagen. M. van St. Annaland, 49 j„ caféhouder, Schel penpad, Dirksland, had in zijn woonkamer en toonbanklade sterke drank zonder vergunning te hebben. Volgens het proces-verbaal had hij een klein fleschje achter slot en grendel in de toonbanklade en vulde dat telkens bij uit de groote flesschen, die hij in huis had staan. Verd. zegt, dat hij dat voor eigen gebruik had. In de toonbanklade heeft hij 'n klein fleschje waar hij zelf af en toe een borrel uit neemt. Het O. M. zegt, dat hier een zware straf moet worden opgelegd. Verd. geeft sterken drank aan dronken chauffeurs uit een gelegen heid waar hij geen sterken drank hebben mag. Aan verd. moet een groot deel van de onge lukken, die er gebeurd zijn, worden geweten. ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui DEN HAAG, Alléén „Haagsch Modehuis", Hofweg 6 Geëischt wordt 3 dagen principale hechtenis, met verbeurd verklaring der in beslag genomen flesschen drank. Verdachte vraagt of hij het niet met een boete kan afdoen. Verd. wordt veroordeeld tot 40 boete subs. 10 dagen hechtenis en verbeurd verklaring der flesschen sterken drank. A. J„ 20 j., arbeider te Middelharnis, wegens overtreding der loterijwet, Geëischt 5 subs. 2 dagen1. Veroordeeld tot 3 subs. 2 dagen. J. v. d. L„ 42 j., arbeider te Ouddorp, wegens het rapen van kievietseieren én' van wild1 ge- volgelte. Aangehouden tot 13 November. H. B. en M. T. d. R., wegens het zich be vinden na sluitingsuur in het café van A. Melis sant te Middelharnis. Idem A. M. zelf, die ver klaart maar één deur te hebben, n.l. door het profelokala naar zijn woning. De andere ver dachten waren door zijn vrouw in de woning uitgenoodigd. Uit het proces-verbaal blijkt, dat zij eerst in de woning gevlucht waren toen de politie binnen kwam. Tegen verd. wordt geëischt 3 subs. 1 dag. Veroordeeld de eerste twee tot 1 subs. 1 dag 'en' A. M. 3 subs. 1 dag hechtenis. C. v. d. W„ bakker te Melissant, wegens verkoop van versch brood in verboden tijd, 5 subs. 2 dagen hechtenis. K. v. 't H., 18 j., te Ouddorp, wegens gooien met steenen, 10 subs. 5 dagen hechtenis. J. J. L. en L. S. staan terecht wegens niet ver schijnen bij oproep tot brandblussching te Oude Tonge. Verd, L. S., die verschenen was, merkt op, dat hij eerst de klok niet had hooren luiden. Toen hij merkte, dat er brand was, is hij direct op weg gegaan, ma rakwam toen zijn zwager v.' D. tegen, die zei, dat het niet meer noodig was, daar 'het brandje al bijna gebluscht was. Alleen de brandweerlieden met brandhaken moesten nog blijven. Gehoord wordt get. v. D., die desgevraagd hetzelfde verklaart. Gehoord wordt getuige A. d. H. v. D., pres. van het Oude Tongsche brandweerpiket, 50 j., die zegt, dat volgens den brandraad verd. als leidend figuur bij het brandpiket had behooren aanwezig te zijn en zich niet had moeten storen aan wat iemand als Pulleman over het al of niet komen tegen v. D. gezegd had. Verd. S. merkt op, dat de brandweerorgani satie te Oude Tonge heelemaal niet in orde is. Hij wordt nooit naar de vergaderingen opge roepen, weet ook niet wat zijn taak bij even- tueele brand is en' toont een boekje, dat hij in 1925 gekregen heeft met namen van menschen, die onder zijn ressort hooren, maar waarvan er al verschillende overleden en uit de gemeente vertrokken zijn. Verd. is niet van plan voor niets bij een brand te komen. Geëischt wordt tegen ieder der verd. 2 subs. 1 dag hechtenis. Veroordeeld tot 1 subs. 1 dag hechtenis. C. T. had een huis gebouwd zonder vergun ning, 3 subs. 2 dagen hechtenis. L. v. D., 20 j., veldarbeider te Ooltgensplaat, had woest over het dorp gereden en een kind aangereden, dat bloedend werd opgeraapt. Toen de moeder hem aansprak, had verd. nog ge vloekt en gezegd: ga jij ook maar es liggen, dan zal ik jouw ook over je drijden. Gehoord wordt getuige H. L., 27 moeder van het kind, die een en ander nader verklaart. Gehoord wordt C. K„ 13 j., die het ook ge zien en gehoord heeft. Geëischt wordt 2 geldboeten van 5 en 3 subs. 2 dagen en 1 dag hechtenis. Veroordeeling idem. L. D. had te Melissant zonder vergunning gevent en gevloekt. Veroordeld tot 2 geldboeten van 3 subs, 2X1 dag hechtenis. P. 23 j., koopman, G. K., 18 j„ arbeider, J. A, K., 18 j., arbeider en J. M., 22 j„ arbeider, te Stellendam, hadden gezongen en de nachtrust verstoord De laatste verd. verklaart, dat het 420 M. buiten de kom had plaats gehad en het was een psalm geweest, die ze vierstemmig ge zongen hadden. De Kantonrechter: De menschen buiten de kom hebben ook behoefte aan nachtrust. Het O. M. meent, dat dergelijke liederen zacht en zonder storing van anderen dierien gezongen te worden. Verd. K.: Mogen we geen psalmen of Chr. liederen meer zingen Veroordeeld ieder tot 5 subs. 3 dagen hechtenis. L. v. S„ bij verstek, wegens rijden met auto op den Molendijk te Melissant zonder rijbewijs, 5 subs. 2 dagen hechtenis. H. N„ bij verstek, wegens loopen op de trambaan te Sommelsdijk, 3 subs. 2 dagen hechtenis. T. V., 22 j., schippersknecht te Oude Tonge, had niet op bevel van den havenmeester een schip verlegd, 3 subs. 2 dagen hechtenis. J. d. J. te Oude Tonge, bij verstek, wegens overtreding der arbeidswet, 3 subs. 1 dag hechtenis. F. N., 18 j., bakkersknecht te Sommelsdijk, wegens niet verschijnen op dagvaarding om ten Kantongerecht te getuigen, 8 subs. 4 dagen. H. K., bij verstek, wegens per rijwiel een paard door het dorp begeleiden, 5 subs. 2 dagen hechtenis. E. Z., bij verstek, wegens rijden met auto over het Zandpad zonder rijbewijs, 8 subs. 4 dagen hechtenis. J. J. C„ bij verstek, wegens overtreding der motor- en rijwielwet, 5 subs. 2 dagen hechtenis. J. S„ 35 j., vrachtrijder te Melissant, wegens rijden met auto met aanhangwagen, welke niet voldoende was bevestigd en rijden zonder rij bewijs. Het O. M. acht dit een gevaarlijk bedrijf en herinnert er aan, dat pas in Roterdam door het niet goed bevestigd zijn van den aanhangwagen' iemand is doodgereden en acht een behoorlijke straf hier op haar plaats. Eisch 15 subs. 5 dagen hechtenis. Veroor deeld tot 12 subs. 6 dagen hechtenis. P. N., bij verstek, wegens overtreding arbeids wet, 8 subs.z 4 dagen hechtenis. A. L., bij verstek, wegens niet voldoende uithalen op den Langeweg te Ooltgensplaat bij het voorbij rijden van een wielrijder. Gehoord wordt get. J. d. K., 19 j., monteur te Sommelsdijk, die vertelt, dat verd. met zijn rechter spatbord tegen zijn arm reed. Get. K. V., 19 j., zonder beroep, te Middel harnis, verklaart het feit gezien te hebben en zegt, dat verd. wel meer heel hard rijdt. Get. A. K„ 43 j., te Sommelsdijk, had het geval niet gezien, daar het achter haar was ge beurd. Veroordeeld tot 15 subs. 5 dagen hechtenis. W. C. v. D„ 21 j., chauffeur-monteur te Ooltgensplaat, had' met een auto met één licht op gereden. Verd. zegt het niet te kunnen con- stateeren. Het O. M. wijst op het groote gevaar aan het rijden met één licht verbonden. Anderen meenen in dit geval met een motorfiets te doen te heb-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1