Bij Pijnen 4
Gemengd Meuws.
Rechtzaken.
Burgerlijke Stand
Marktberichten.
Mijnhardt's Poeders.
Herinneringen aan de stich
ting en de geschiedenis van
den Flakkeeschen
Boerenbond.
dicht bij Gods altera11 dienst, maar zij waren
geen huisgenooten Gods.
Die bijwoners zijn echter nog niet uitgestor
ven. Ook nu nog zijn er zeer velen. Die bij
woners waren er ten tijde van Christus om
wandeling op aarde, maar ook heden ten dage.
De kerken zijn vol. Er wordt gemeend, dat zij
daarmede te kunnen volstaan. Zij zijn gedoopt,
hebben belijdenis gedaan en gaan ten avond-
fflaal. Ze zijn wel opgenomen in den band des
Verbonds, maar indien het hierbij blijft, blijft
men bijwoner, alsdan zal men straks voor
eeuwig buiten de bruiloftszaal worden gesloten.
Vde moeten van vreemdelingen medeburgers der
heiligen worden. Er moet dus een verandering
plaats grijpen. Dat is zoo in een koninkrijk hier
beneden, maar dat is ook zoo in Gods Konink
rijk. 'De vreemdelingen moeten door de weder
geboorte gewerkt door den 'Heiligen Geest wor
den medeburgers der heiligen en -erfgenamen
Gods. Ze worden burgers gemaakt van het he
melsche koninkrijk. De wetten des Hemels wor
den door God in hunne harten geschreven. Door
het nieuwe leven in hen gewerkt worden zij
zuchters en leeren zij klagen, maar ook jagen
naar die heiligheid, welke God van hen eischt.
Ze gaan, hoewel nog op aarde, zich één ge
voelen met de heiligen hierboven. Ze worden
ook huisgenooten Gods. Men kan burger en on
derdaan van een vorst zijn, doch men is dan
nog geen huisgenoot. De Heere maakt hen even
wel huisgenoot. Ze worden aangenomen tot
zonen en dochteren. Ze mogen in een zoete
gemeenschap met hem leven: ze deelen in de
weldaden van het eeuwig genadeverbond. God
is voor een Vader met moederlijke zorgen.
Ze zijn Zijn huisgenooten. Gelijk een vader
gaarne schenkt wat een kind wil hebben, al zoo
ook schenkt God aan de Zijnen al wat zij van
hem bidden en begeeren. Nu is er aan dat huis
genoot zijn wel strijd en moeite verbonden, want
alles is hier beneden nog slechts ten deele. Hij is
hen evenwel in alle moeilijkheden nabij en goed.
Hij weet wat zij van noode hebben, en eenmaal
zullen zij in volmaaktheid erfgenaam zijn van
het vaderhuis met zijn vele woningen. Dan geen
vreemdeling of bijwoner meer, maar huisgenoot
en erfgenaam met de heiligen. Trap en mate
is er ook in de godzaligheid, maar ook de kleinen
op dien weg, ze zijn met de grooten: huisge
nooten.
Het is, aldus spr., voor de eerste maal, dat ik
voor U hier het woord mag spreken, en bij de
gedachte daaraan werd mijn aandacht bij dit
woord bepaald: we hebben toch een weinig tijds
onszelf gevoeld als vreemdeling en bijwoner.
De plaats waar ge tot dusver vergaderd waart,
was -toch niet zoo geschikt, al zal Gods zegen
ook op dien arbeid daar -geschied, rusten. Ge
voelde-t U een vreemdeling. De Heere heeft U
evenwel thans weer een eigen huis des gebeds
beschikt en u geschonken in deze meer gewijde
plaats toe te luisteren naar het liefelijke Woord
des Evangelies. Die voorrechten zijn echter niet
genoeg. Hij hoopt, dat er maar vele vreem
delingen als door den Apostel bedoeld, mede
burgers en huisgenooten Gods mogen worden:
dat is voor allen noodig, De Heere schenke LI
dat voorrecht. Vervolgens wijst spr. op het
C?ene noodige: Tenzij gij niet wordt wederom
\eboren, gij kunt het koninkrijk Gods niet zien.
En dat leven der wedergeboorte moet hier wor
den gekend. God geve, dat dit rijkelijk in dit
gebouw mag worden ervaren, en -dat er velen
van vreemdelingen en bijwoners v-eranderd
worden in medeburgers der heiligen en huisge
nooten Gods. Hij sterke U door de bediening
Zijns Woord en gebruik der Sacramenten.
In de tweede plaats staat spr. stil bij: De
grond waarop het -berust. Paulus zegt: gebouwd
op het fundament der Apostelen en Profeten,
waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen,
d. w. z.: het berust op de leer der waarheid,
die naar de godzaligheid is. Die leer is het
eeuwig Woord van God. Een hecht en sterk
fundament. Ook aan het fundament van dit
kerkgebouw is goede aandacht besteed. Zoo
ook is het fundament van Gods Woord. Dat
fundament is niet uit te meten. Het is een
hechte -grond, want Jezus Christus is daarvan
de uiterste hoeksteen: Hij de hoofdinhoud van
dat fundament, de voornaamste, de hoeksteen.
Hij toch is het, die -de klove, welke tusschen
God en den mensch was geslagen, wederom
heeft gevuld. Hij heeft voor de zonde van Zijn
volk betaald en aan Gods gerechtigheid genoeg
- jedaan. Christus is de gegraveerde steen, waar
van Zacharia zegt: Ik zal Zijn graveersel gra-
veeren: Hij is ook de 'beproefde steen door God
in Zion gelegd, waarvan we bij den aanvang
zongen: De steen -die door de tempelbouwers
Christus is de verworpen hoeksteen. Ontzag
lijk was en is de Christusverwerping. Hij kwam
tot de Zijnen, maar de Zijnen hebben Hem
niet aangenomen. Hij is evenwel overwinnaar
geworden en heeft getriumfeerd. Het Evangelie
des Heils wordt overal verkondigd, In Hem
wordt alle blijdschap gevonden. Hij is niettegen
staande Hij veracht en beschimpt is, de schoon
ste der menschenkinderen. Daarom is de leer
der waarheid, -die naar -de godzaligheid is, ge
bouwd op het fundament der Apostelen en Pro
feten, waarvan Jezus Christus is de uiterste
hoeksteen. Spr. wenscht, dat nooit een andere
leer van deze plaats zal worden gehoord, dan
die, waarin Christus het middelpunt is, want:
„Buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig
zielsverderf'.
De Heere bouwt. Er moet gemeenschap zijn
tusschen huis en fundament. Hij is het, die van
den Eersten Adam afsnijdt en inlijf,t in den
Tweeden, n.l. Christus. Zal het goed zijn, dan
moet er steeds worden gebouwd: en dat doet
God door de werking Zijns Geestes. Hij geeft
opwassing. Paulus zegt: op welken het geheele
gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, op
wast -tot een heiligen Tempel in den Heere. Dit
leidt tot het 3e punt, t.w.: de voltooiing die
wordt bereikt.
God bouwt gansch anders dan den mensch.
Ook geheel anders dan wij zouden denken. Hij
breekt alles bij den mensch af; hij wordt ont
bloot en ontkracht. En -dit geschiedt niet zonder
strijd. De mensch worstelt daartegen in. Hier
door ontstaat innerlijke zielestrijd. God geeft
echter op Zijn tijd en op Zijn wijze uitkomst.
Gods Geest werkt mede en werpt licht in de
'benauwde ziel. Bij dat Jicht leert Gods kind
zien hoewei hij zich nog niet van dat kind
schap, dat burgerschap en mede-huisgenoot van
God zijn, bewust is hoe gansch verloren hij
in zichzelf is, en dat hij uitsluitend uit genade
moet zalig worden. Hij wordt geheel en al van
eigen verdienste ontledigd. En op de puinhoopen
gaat God nu houwen. Hij bouwt en fundeert en
voegt bekwamelijk samen. Zoowel de kleinen als
de grooten hooren bij elkaar. Door Jezus Chris
tus vindt het Godsgebouw zijn voltooiing. De
Apostel zegt, -dat het geheele gebouw op Hem
bekwamelijk wordt samengevoefd. En bij dat
hemelsche ge-bouw is nu niet te vergelijken, want
daarover staat een hemelsche architect, n.l. God
zelf. De Bijbel geeft ons vele voorbeelden hoe
die steenen worden samengevoegd. Elke steen
wordt door God bearbeid. Elk afzonderlijk en
allen tezamen. Zal het goed zijn dan moet iedere
OwL St6m °Pwassen in de kennisse Gods.
y°.. "efc aansche gebouw zal opwassen tot een
aid a ^empe' in den Heere. In onzen tijd,
sPr., wordt er zoo weinig gehoord van
1 1 »r yuuwiU V OU
doorwekende en opwassende genade, en toch.....
i God gaat door. De gansche tempel wordt samen-
gevoegd. Een enkele maal laat God dat zien.
Niet één steentje zal ontbreken. Kleine en groote
ze zullen eenmaal volmaakt zijn. Dat zal zijn
het heerlijke Zion Gods. Dat zal een tempel
zijn niet met handen gemaakthet is dan een
tempel opgetrokken van levende steenen. Al
daar zal God zijn alles en in alien.
Mijne hoorders het is echter de vraag of gij
persoonlijk zijt een levende steen. Of gij waar
lijk een medeburger der heiligen en een huisge
noot van God zijt. De Heere houdt nog vele
bemoeienissen met U ge moogt thans weer een
kerkgebouw bezitten en het Woord Gods hoo
ren. Het zal niet voldoende zijn wanneer de
godsdienst U slechts op -de lippen ligt én het
hart is er verre van. Alsdan zult ge straks als
stellinghout worden verbrand, dat wel bij het
gebouw is geweest, maar nochthans niet tot het
gebouw behoorde. Het is thans nog de genade
tijd. Christus biedt U tot op dezen stonde Zijne
genade nog aan. Laat U daarom met God ver
zoenen en staat er naar om een inwoner te worden
en huisgenoot Gods. Gebruik daartoe de genade
middelen, want we hebben te staan daarnaar,
dat we persoonlijk weten dat we geen vreemde
lingen maar een burger, -geen bijwoner maar een
huisgenoot Gods zijn. Ook diegenen die het we
ten een levende steen van het Godsgebouw te
zijn hebben noodig dat daar is bloei en wasdom
in de genade Gods. De hope toch leeft steeds
in hunne ziele, dat zij als een levende steen zul
len worden -toegevoegd tot den tempel, die door
Paulus wordt genoemd den Heiligen Tempel in
den Heere, Dan wordt er wel strijd gestreden
en moeite doorstaan, maar ge zult ervaren wat
we te zamen zingen van Psalm 89 1.
Hierna verkrijgt Ds, Groen van Rotterdam
het woord om namens de Classis Rotterdam een
woord te spreken.
(Vervolg in een volgend nummer).
S. M. K.
roept een gemeentewerkman toe: „jou zie ik nog
wei op -den sproeiwagen". Intusschen waren
eenige deuren opengehakt en konden de deur
waarders, agenten en rijksveldwachters naar
binnen gaan. In de huizen waren deuren dicht
gespijkerd, de trappen waren met zeep inge
smeerd, en in enkeie woningen waren meubeis
aan den grond gespijkerd. Zoodra het eerste
huisraad op straat kwam, begon men te roepen,
dat dit niet op de auto's van de gemeente moest
worden geladen, men zou zelf wel zorgen, dat
het weg kwam, en inderdaad verschenen er
eenige iiandwagens, waar de meubels -op ge
laden werden. De ontruiming had Woensdag
morgen een rustig verloop, tot incidenten heelt
het -tot halfelf niet -geleid.
in -de omgeving kwamen in den loop van den
ochtend vrij veel belangstel-lenden, die echter
door de politie op een eerbiedigen afstand wer
den gehouden.
In den loop van den ochtend verscheen het
communistische raadslid -de heer Reuderink in
de Beverstraat; de politie heeft hem verwijderd.
Het is Woensdagmorgen in de Beverstraat
verder ook rustig gebleven. In den loop van
den ochtend hebben eenige deurwaarders-helpers
het werk neergelegd; korten tijd daarna zijn
daarvoor andere mannen in de plaats gekomen.
Omstreeks 1 uur waren vrijwel -alle woningen
ontruimd, en inmiddels zijn timmerlieden be
gonnen de ramen van de ontruimde woningen
-te blindeeren.
Omstreeks half twee Woensdagmiddag waren
de gezinnen, tegen wie een vonnis van den kan
tonrechter was uitgebracht, uit hun woning ge
zet. In het blokhuizen tusschen de nummers 74
en 82 blijven nog eenige gezinnen wonen, die
geen vonnis hebben gekregen.
De politie heeft uit de ontruimde woningen de
hoofdgasleidingen laten wegnemen, -teneinde bal
dadigheden, zooals die in de Steinwegstraat zijn
voorgekomen, te vermijden.
Men is Woensdagmiddag voortgegaan met
het blindeeren van vensters.
In de Beverstraat is het verder rustig geble
ven. Een van de uit haar woning gezette vrou
wen stond haar waschje voor het huis te spoelen.
BEDREIGING.
Een 18-jarige juffrouw, wonende te Rijswijk,
heeft aangifte gedaan, op den Bezuiden-houtschen
weg met een revolver te zijn bedreigd door een
19-jarigen jongeman, met wien zij een paar jaar
omgang heeft gehad.
EEN BLINDE TUINIER.
Een medewerker van de „Morniing Post"
-■V-
Een aardig gezicht op den afsluitdijk, die weldra Friesland aan- Holland verbindt.
Op den achtergrond de Friesche kust,
DE HUURDERSSTAKINGEN TE
ROTTERDAM.
Uitzettingen in de Beverstraat,
Woensdagochtend vroeg is een begin gemaakt
met -de uitzetting van de ,-huurstakers" in de
Beverstraat te Rotterdam. Het gold hier 22 ge
zinnen, -die omdat zij weigerachtig zijn hun huur
-te voldoen, bij vonnis van den kantonrechter
uit hun woningen werden gezet.
Omstreeks 3 uur waren -d-e bewoners al uit
de veeren, in afwachting van de dingen, die
komen zouden. Tegen 7 uur verschenen drie
autobussen van de R.E.T. en een autobus van
een particuliere onderneming, waarin ongeveer
100 politiemannen werden aangevoerd. Men
heeft deze groote politiemacht op de been ge
bracht, omdat men meende te mogen verwach
ten, gezien de uitlatingen van de bewoners, op
verzet te zullen stuiten. Ook heeft men Dins
dagavond in de Steinwegstraat, waar Maandag
j.l. 2 gezinnen uit hun woning zijn gezet, nog
moeilijkheden ondervonden. De ramen van deze
woningen waren, omdat de ruiten werden in
gegooid, met planken dichtgemaakt. Opgescho
ten jongens hebben Dinsdagavond die planken
van de kozijnen genomen en ze op straat in
brand gestoken. De gasmeters in de woningen
zijn vermeld. De politne heeft ruim baan ge
maakt en daarbij zijn eenige fiksche klappen
uitgedeeld. Van verzet tegen de politie was
geen sprake.
Zoodra Woensdagochtend -de politiemacht uit
de autobussen was gestapt, werd een wijde af
zetting rond de Beverstraat geformeerd, en on
middellijk gingen de agenten naar -de Beverstraat,
waar de „stakers" uit de ramen van hun wonin
gen hingen. De panden 74 tot en met 82 waren
voorzien van roode doeken en doeken met op
schriften. De politie -de hoofdcommissaris, de
heer A. H, Sirks, de commissaris van de vijfde
afdeeling, de heer T. Albarda, en hoofdinspec
teur Klaassen waren aanwezig gelastte de
ramen -te sluiten, maar bij de panden, waar
gestaakt werd, bleven eenige ramen open. Van
daar uit spraken mannen, die, vooral toen tien
auto s van gemeentewerken verschenen, de
chauffeurs van deze wagens tot solidariteit aan
maanden. Met deze auto's toch zou zoo noodig
het huisraad worden vervoerd. Den agenten
werd toegeroepen, dat zij arbeiders in uniform
waren, en dat zij zich solidair moesten verklaren
met de stakers.
Zoodra de politiemacht verscheen, spijkerden
de bewoners de deuren van -de huizen dicht,
zoodat de deurwaarders er waren er drie,
met ongeveer 15 rijksveldwachters de huizen
niet konden binnenkomen. De deuren zijn toen
met bijlen ingehakt. Inmiddels bleven de mannen
uit de ramen roepen. Een van hen schreeuwde:
„buurman, kijk eens goed naar die man, die
je deur openhakt, ik kan zijn gezicht niet zien.
Onthoud zijn gezicht goed, hoor I" Een ander
heeft te Rickmansworth, een stadje in Hert
fordshire, een klein droomrijk gevonden. Het
is maar een bescheiden houten huisje, omgeven
door 'n stukje grond van slechts 2000 vierkante
meter, bedekt met welonderhouden grasvelden,
vroolijk-e bloemranden, rotstuintjes, een boom
gaard en een moestuin. Maar dit vormt de
verwezenlijking van den droom van -den eige
naar, sinds die twintig jaar geleden het gezicht
verloor.
„LI wilt toch niet zeggen, dat u al het werk
in uw tuin zelf doet", vroeg ik hem. Mijnheer
Sutcliffe, d-e eigenaar lachte en zei, dat dit nu
juist zijn liefhebberij was en dat hij -het deed
in zijn vrijen' tijd waaraan hij toevoegde, dat
hij er in geslaagd was dit jaar tien prijzen te
behalen -op -de nationale rozententoonstelling.
Eens per week alleen heeft hij hulp van iemand,
die gras maait en de heggen snoeitvoor de
rest' doet hij alles zelf. „Hoe ik het onkruid
herken Dat is gemakkelijk genoeg. Ik herken
het allemaal op het gevoel en bovendien helpt
de reuk mij. Graafwerk doe ik langs een lijntje.
Kom eens in mijn 'boomgaard kijken zei hij
en leidden mij den tuin door waarbij hij hier
een uitverkoren roos aanwees, daar een dub
bele kers, een perzik tegen den muur van het
huis en een bed lavendel, waar hij juist 24
pond van geoogst en gedroogd had. „Ik wil
eens zien of er voor blinden wat te verdienen
is met het telen van lavendelzei hij.
„Nu, wat zegt u van deze appels zei hij,
terwijl hij mij stil hield voor een welbeladen
boom, „mijn pruimen zijn dit jaar niet rijp ge
worden kijk die boom daar heeft slechts één
vrucht".
-Die -boomgaard, zoo vernam ik, was vijf jaar
-geleden nog een stuk wildernis en is geheel
mijnheer Sutcliffe's werk.
„Mijn buren werken vlugger dan ik het kan",
vertelde hij mij, „maar ik haal hen wel in. LI
moest eens hooren wat ze zeggen als het donker
wordt, en zij er uit moeten scheiden, terwijl ik
kan -doorgaan, Toen ik hier pas was komen
wonen, lag ik eens 's avonds in mijn voortuin
op handen en voeten te wieden. Het liep -tegen
middernacht. Ik hoorde voetstappen den weg
afkomen en stilhouden. Er werd een hand op
mijn schouder gelegd en een stem zeide „Kom
vriendje, wat voer jij daar uit?" „Ik ben aan
het wieden", antwoordde ik. „Geen gekheid,
wat doe je daar midden in den nacht?" Het
kostte -heel wat moeite hem te overtuigen, dat
er niets gaande was.
Mijnheer Sutcliffe is lid van een vereeniging
van blinde -tuiniers, die tracht door onderwijs in
het tuinieren en door het aanmoedigen van haar
leden tot het houden van tentoonstellingen, die
blinden en half-blinden te 'bewegen te -gaan
tuinieren uit liefhebberij of om zich een bestaan
te verzekeren.
„De meeste blinden", zei mijnheer Sutcliffe,
.meenen dat zij alleen 'binnenshuis werk en ont
spanning kunnen vinden' en voelen zich min
of meer opgesloten, maar het tuinieren opent
hun weer den weg tot de open lucht en de
gezondheid".
KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK.
Zitting van Vrijdag 11 September 1931.
Terecht staat H. v. R, te Stad aan 't Haring
vliet, wien ten laste wordt gelegd het rijden
met een auto van den wegenbouw langs den
Staakweg te Dirksland op zoodanige wijze, dat
dit gevaar opleverde voor de veiligheid van het
verkeer.
Deze zaak wordt aangehouden tot volgende
zitting om meer getuigen te hooren.
Dezelfde verdachte staat terecht wegens het
rijden met dezelfde auto door -de kom der ge
meente Dirksland, terwijl hij in staat van dron
kenschap verkeerde.
Verd. ontkent dronken te zijn geweest.
Gehoord wordt get. P. C. H. te Dirksland,
die met verd. in een café aan een zelfde tafeltje
gezeten had. Get. weet niet of verd. dronken
was.
De Kantonrechter: Man, tegen de politie heb
je verklaard, dat hij teveel alcohol ophad. Je
moet de waarheid zeggen, anders laat ik proces
verbaal opmaken wegens meineed.
Get.: Hij heeft stil aan een tafeltje gezeten.
De Kantonrechter: Heeft hij de auto gestuurd?
Get.: Dat weet ik niet.
De Kantonrechter: je wilt ver- en uitdraaien,
man pas op, anders draai je er zelf in. Je hebt
gezegd tegen de politie, dat hij niet in staat
was behoorlijk te rijden.
Get.: Ja, toen op dat -moment niet.
Verd.: Ik heb op het drukste punt in -Dirks
land gereden zonder eenige hinder te veroor
zaken.
Get. Poortvliet had ook in het café gezeten
en had verd. een beetje in elkaar zien zitten
aan een tafeltje, maar heeft niet gezien, dat
hij werkelijk dronken was.
De Kantonrechter: Bleek niet uit -de houding
en de taal, die hij sprak, dat hij werkelijk dron
ken was
Get.: Neen', daar heb ik niets van gemerkt.
De Kantonrechter: Tegen de politie heb je
anders verklaard.
Gehoord wordt getuige J. Kapper, die met
verd, samen had gereden in de auto vanaf Oude
Tonge, Hij had 10 glazen bier gedronken en
een half fleschje portwijn. Maar die portwijn
was niets waard, die was zoo zwart als koffie.
Bij St. Annaland hadden :ze wat gebruikt, maar
die had geweigerd meer te geven,
De Kantonrechter: Hij had zeker genoeg op
Get.: Ja.
De Kantonrechter: En toen zijn jullie verder
gegaan
Giet.: Ja, toen zijn wij naar Melissant gegaan.
Het O. M.: We zullen maar niet vragen wat
jullie daar gedaan hebbben. Wanneer iemand 10
glazen bier op heeft en een halve flesch port
wijn en dan nog de moed heeft om achter het
stuur van een auto te gaan zitten, is een zware
straf op zijn plaats. Geëischt wordt 7 dagen
principale hechtenis.
De verdediger van verd., Mr. Otto de Jong,
wijst er op, dat in „Onze Eilanden" de zaak
verscherpt is voorgesteld en de eene zaak aan
de andere verbonden is. Maar in Melissant had
-de politie gezegd, dat verd. de aanrijding voor
80 cent kon afkoopen. Het is daar dus niet
zoo erg geweset. De getuigenverklaringen aan
de politie afgelegd, stonden allen meer of minder
onder invloed van het gebeurde onder Nieuwe
Tonge, waar een man doodgereden is. De voor
stelling in Onze Eilanden is hier niet geheel on
schuldig aan. Verdediger gelooft, dat het O. M.
zelf ook wel een beetje onder dien invloed is
geraakt bij het eischen van de straf. Een andere
kwestie is nog de formeele zijde van deze zaak.
Het is niet wel mogelijk, dat iemand, die sterk
onder den invloed van sterken drank verkeert,
rijdt wat verd. dien avond gereden heeft. Spr.
zelf heeft dien weg ook gereden en heeft be
vonden, dat iemand die daar 's avonds over de
drukke kade en door de smalle trechter in Dirks
land reed zonder ongelukken te maken, niet
onder den invloed van sterken drank kan ver-
keeren. Op den Staakweg is het precies zoo.
Verd. heeft daar gereden vóór dien weg ver
breed werd en de auto, die als een 60 a 65000
K.M. gereden heeft, zal daar op een zeer smalle
weg wellicht zóó gereden hebben, dat iemand
al gauw denkt, dat zij slingert. Bovendien zijn
de getuigenverklaringen zeer zwak. Ook de ver
klaringen tegenover de politie zijn wel afgelegd
onder den indruk wat te Nieuwe Tonge gebeurd
was. Mocht de Kantonrechter evenwel meenen,
dat een straf hier op haar plaats is, dan geeft
spr, in overweging deze zoo licht mogelijk te
maken. Verd. is nooit in politiehanden geweest
en is er ongemerkt en onwillens ingeloopen. Te
Oude Tonge heeft get. Kapper hem bier ge
offreerd en toen gevraagd wat met hem rond te
rijden. Verd. wordt nu toch al aangezien voor
een moordenaar, wanneer hij zware straf krijgt
zal dat de publieke opinie niet milder stemmen
voor dezen jongen man. Waarom, vraagt spr.,
verd. geen straf op te leggen, maar voorwaar
delijk te veroordeelen, desnoods onder strenge
bepalingen, opdat hem nog een kans geboden
wordt.
Doos 45 ct. Bij Uw Drogist,
De Kantonrechter tot getuige Kapper: Stond
er veel volk op de Kaai en d-e Trechter te
Dirksland toen verd. daar reed
Get.: Ja, het was er erg druk.
Verd. wordt veroordeeld tot 5 -dagen hech
tenis.
Dan staat dezelfde verdachte terecht wegens
hetzelfde feit, n.l. op 3 Juni j.l. rijden met een
vrachtauto van den wegenbouw o-ver den Molen-
dijk te Melissant, onder den invloed van sterken
drank en het tijdig signaal geven noch teeken
geven bij het omrijden van een bocht, waardoor
get. Joh. Gootjes, -die aan de rechterzijde van
den weg stond, werd aangereden, waarbij deze
kwam te vallen.
Verd. ontkent onder den invloed van sterken
drank te zijn geweest.
Get. Joh. Gootjes, 12 jaar, zegt eenige schram
men opgeloopen te hebben aan zijn been.
Verd. zegt er niets van te weten, dat hij
iemand heeft aangereden.
Gehoord wordt get. H. W., 31 jaar, veld-
arbeider te Melissant, die zegt verd. met de auto
in razende vaart te hebben zien aankomen en
dat Gootjes aangereden werd. Verd. gaf geen
richting aan en slingerde een beetje.
Verd. zegt wel richting te hebben aangegeven.
Het O, M. merkt op, dat 'het geen haar
scheelde, of deze jongen was morsdood gereden.
Een zeer ernstige straf is hier op haar plaats.
Geëischt wordt 7 dagen hechtenis.
De verdediger Mr. de Jong meent, dat een
ernstige straf hier zeer zeker niet vereischt
wordt. Zelfs al neemt -men aan, dat verd, te
Dirksland onder invloed van sterken drahk ver
keerde. Hij heeft volgens getuigenverklaringen
daar een half uur gezeten en terwijl gegeten, zoo
dat hij bij Melissant best nuchter kon zijn. Als
die jongen 20 c.M. verder aan den kant had
gestaan was er niets gebeurd. Dan is verd.
door den veldwachter voorgesteld om de schade
aan den trapper van de fiets a 0.80 te betalen,
dan zou hij er niets van hooren. Bovendien is
eerst veel later het proces-verbaal opgemaakt,
wat ook hier sterk den indruk maakt, alsof men
onder den invloed van hetgeen te Nieuwe Tonge
is gebeurd tegenover verd. heeft gehandeld. De
grondoorzaak van al deze processen-verbaal ligt
in het vermoeden van hetgeen te Nieuwe Tonge
heeft plaats gehad. Spr. vraagt hier dan ook
met een lichte straf te volstaan.
Verdachte wordt veroordeeld tot 5 dagen
hechtenis.
(Vervolg in het a.s. Waensdagnummer)
XLVII.
Flakkee beleefde in die dagen dn zijn Centrale
organisatie een heerlijken tijd, te mooier, waar
de regeering de capaciteiten van het bestuur op
ondubbelzinnige wijze erkende. De voorzitter
was dn allerlei commissies én crisisbureaux be
noemd; bovendien werd nu de tweede voor-
zitter geroepen aan het hoofd van één der be
langrijkste gemeenten van Flakkee. Immers bij
K. B. van 23 December 1916 werd P. van
Schouwen benoemd tot burgemeester van Oude
Tonge. Reeds had hij zijn sporen verdiend als
commissaris in -de beruchte koekfabriek te Schie
dam, hetwelk in geen geringe mate invloed uit
geoefend had -op -zijn benoeming tot vice-voor-
zitter van den Boerenbond, en hij voorts meer
malen was benoemd geworden in allerlei com
missies en afgevaardigd bij het K. N. Landbouw-
comité.
Deze Koninklijke benoeming bevestigde den
juisten blik der Flakkeesche boeren.
Eerst door het overlijden van J. D. -Mijs was
duidelijk geworden van hoe groote beteekenis
meermalen h-et bezetten van een bestuursplaats
door een burgemeester voor deze organisatie
was. Met deze benoeming stond het bestuur bui
tengewoon sterk. Met wat op het Departement
en in de Provinciale Staten van Zuid-Holland
beraamd werd; met de problemen waarvoor de
gemeentebesturen werden geplaatst, deed het be
stuur zijn winst in het belang van -den Flak
keeschen landbouw.
Met de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij
voerden wij correspondentie, in verband met de
beperkte dienstregeling. Er werd getracht de
middagtreirien -te laten vervallen, doch -de vroe
ge en late (posttreinen) te handhaven.
De algemeene (winter) vergadering werd
door het bestuur bepaald op 17 Januari 1917.
Op deze vergadering waren weer alle -bestuurs
leden en afdeelingen tegenwoordig, bewijs dat
de dn behandeling komende punten van groote
beteekenis werden geacht.
't Besluit of liever de afloop der vorige
„buitengewone" vergadering mokte -bij sommige
volksgroepen nog wat na, doch over het alge
meen was men overtuigd geworden, dat in een
buifengewonen tijd ook buitengewone maatrege
len noodzakelijk waren, om orde in de maat
schappij te houden. Daarentegen werd door
menigerlei resultaat ook het bestuur gedechar
geerd voor zijn beheer.
De voorzitter opende de vergadering met' een
korten nieuwjaarswensch en hoopte onder in
stemming der vergadering, dat dit de laatste
bijeenkomst zijn zou in oorlogstijd.
Alles te vermelden wat op deze vergadering
de revue passeerde, is niet noodzakelijk. Slechts
datgene wat van bijzonder belang was in het
algemeen en voor den Bond in het bijzonder,
vindt hi-er een plaats 'en daaronder behoorde in
d-e eerste plaats de verkiezing, wegens perio
dieke aftreding van den voorzitter.
Zou men afgaan op alles wat op marktplaat
sen en scheerwinkels werd verkondigd, dan was
er geen twijfel of de dagen des heeren Van der
Koogh waren geteld als voorzitter van den
Flakkeeschen Bond 1
In -dei propvolle zaal heerschte emotievolle
stilte, toen het stembureau, bestaande uit J.
Koert Cz. en Mz., mededeelde, dat waren uit
gebracht op J. van der Koogh 50, J. Overdorp
7, J. Timmers 3 en 2 stemmen van onwaarde
SOMMELSDIJK.
Gehuwd Stefanus Karf ens veld, 30 j., te
Rotterdam en Cornelia Klazina Bleijenberg,
24 j., alhier.
STAD AAN 'T HARINGVLIET.
OndertrouwdC. Trommel, 21 j. en J. S.
Arensman, 20 j.
Getrouwd: J. Holleman, 28 j,, Den Bom»
mei en M. Vroegindeweij 28 j,
OverledenW. M. de Wachter 69 j., z. v.
J. de Wachter en C. in 't VeldA. den Hol»
lander, 50 j., echtg. van J. Kardux.
DEN BOMMEL,
OndertrouwdL. G. L, Lemkes, te Den
Bommel en C. N. Wezenaar te Zwijndaecht.
Centrale Veiling te Middelharnls
Veiling van Woensdag 9 September.
Bloemkool f 3,— tot 6,70.
Savoye kool f 2— tot f 4,10.
Roode kool f 1,70 tot f 4,20,
Witte kool f 4,—
Pompoenen f 4,— tot f 12,—
Komkommers f 2,50 tot f 5,60.
Meloenen f 10,- tot f 32,-. Per 100 stuks.
Andijvie f 2,— tot f 2,70.
Sla f 0,60 tot f 1,80. Per 100 krop.
Peen f 8,60 tot f 10,-.
Kroten f 2,40 Per 100 bos.
Dubbele princessen f 13,— tot f 17,50.
Enkele princessen f 16,80 tot f 19.—
Snijboonen f 21,— tot f 34,—
Augurken 47,—
Postelein f 11,
Claps Favoriets f 9,30 tot f 10,10.
Jutten f 9,40 tot f 10,50
Beuré Merode f 5,10 tot f 10,60.
William Duches f 8,10 tot f 11,10
Peren (val) f 1,60 tot f 5,—
Zoete appelen f 8,50 tot f 13,50
Zure appelen f 4,50 tot f 8,60
Keswick f 12,-. Per 100 kg.
Reine Victoria f 9,40 tot f 12,60
Druiven f 2,7— tot f 29Per 100 pond.
Veiling van Donderdag 10 Sept.
Kipeieren 42—50 kg. f 3,25 lot f 4,45
58-61 5,25 tot f 5.50
bruin 60 kg. f 5,40 tot f 5.60
Eendeieren 66-68 kg. f 4,40 tot f 4,50
Poelpetaateieren f 3,05
Aanvoer 16,500 stuks.