Bij Pijnen 4 Gemengd Meuws. Rechtzaken. Burgerlijke Stand Marktberichten. Mijnhardt's Poeders. Herinneringen aan de stich ting en de geschiedenis van den Flakkeeschen Boerenbond. dicht bij Gods altera11 dienst, maar zij waren geen huisgenooten Gods. Die bijwoners zijn echter nog niet uitgestor ven. Ook nu nog zijn er zeer velen. Die bij woners waren er ten tijde van Christus om wandeling op aarde, maar ook heden ten dage. De kerken zijn vol. Er wordt gemeend, dat zij daarmede te kunnen volstaan. Zij zijn gedoopt, hebben belijdenis gedaan en gaan ten avond- fflaal. Ze zijn wel opgenomen in den band des Verbonds, maar indien het hierbij blijft, blijft men bijwoner, alsdan zal men straks voor eeuwig buiten de bruiloftszaal worden gesloten. Vde moeten van vreemdelingen medeburgers der heiligen worden. Er moet dus een verandering plaats grijpen. Dat is zoo in een koninkrijk hier beneden, maar dat is ook zoo in Gods Konink rijk. 'De vreemdelingen moeten door de weder geboorte gewerkt door den 'Heiligen Geest wor den medeburgers der heiligen en -erfgenamen Gods. Ze worden burgers gemaakt van het he melsche koninkrijk. De wetten des Hemels wor den door God in hunne harten geschreven. Door het nieuwe leven in hen gewerkt worden zij zuchters en leeren zij klagen, maar ook jagen naar die heiligheid, welke God van hen eischt. Ze gaan, hoewel nog op aarde, zich één ge voelen met de heiligen hierboven. Ze worden ook huisgenooten Gods. Men kan burger en on derdaan van een vorst zijn, doch men is dan nog geen huisgenoot. De Heere maakt hen even wel huisgenoot. Ze worden aangenomen tot zonen en dochteren. Ze mogen in een zoete gemeenschap met hem leven: ze deelen in de weldaden van het eeuwig genadeverbond. God is voor een Vader met moederlijke zorgen. Ze zijn Zijn huisgenooten. Gelijk een vader gaarne schenkt wat een kind wil hebben, al zoo ook schenkt God aan de Zijnen al wat zij van hem bidden en begeeren. Nu is er aan dat huis genoot zijn wel strijd en moeite verbonden, want alles is hier beneden nog slechts ten deele. Hij is hen evenwel in alle moeilijkheden nabij en goed. Hij weet wat zij van noode hebben, en eenmaal zullen zij in volmaaktheid erfgenaam zijn van het vaderhuis met zijn vele woningen. Dan geen vreemdeling of bijwoner meer, maar huisgenoot en erfgenaam met de heiligen. Trap en mate is er ook in de godzaligheid, maar ook de kleinen op dien weg, ze zijn met de grooten: huisge nooten. Het is, aldus spr., voor de eerste maal, dat ik voor U hier het woord mag spreken, en bij de gedachte daaraan werd mijn aandacht bij dit woord bepaald: we hebben toch een weinig tijds onszelf gevoeld als vreemdeling en bijwoner. De plaats waar ge tot dusver vergaderd waart, was -toch niet zoo geschikt, al zal Gods zegen ook op dien arbeid daar -geschied, rusten. Ge voelde-t U een vreemdeling. De Heere heeft U evenwel thans weer een eigen huis des gebeds beschikt en u geschonken in deze meer gewijde plaats toe te luisteren naar het liefelijke Woord des Evangelies. Die voorrechten zijn echter niet genoeg. Hij hoopt, dat er maar vele vreem delingen als door den Apostel bedoeld, mede burgers en huisgenooten Gods mogen worden: dat is voor allen noodig, De Heere schenke LI dat voorrecht. Vervolgens wijst spr. op het C?ene noodige: Tenzij gij niet wordt wederom \eboren, gij kunt het koninkrijk Gods niet zien. En dat leven der wedergeboorte moet hier wor den gekend. God geve, dat dit rijkelijk in dit gebouw mag worden ervaren, en -dat er velen van vreemdelingen en bijwoners v-eranderd worden in medeburgers der heiligen en huisge nooten Gods. Hij sterke U door de bediening Zijns Woord en gebruik der Sacramenten. In de tweede plaats staat spr. stil bij: De grond waarop het -berust. Paulus zegt: gebouwd op het fundament der Apostelen en Profeten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen, d. w. z.: het berust op de leer der waarheid, die naar de godzaligheid is. Die leer is het eeuwig Woord van God. Een hecht en sterk fundament. Ook aan het fundament van dit kerkgebouw is goede aandacht besteed. Zoo ook is het fundament van Gods Woord. Dat fundament is niet uit te meten. Het is een hechte -grond, want Jezus Christus is daarvan de uiterste hoeksteen: Hij de hoofdinhoud van dat fundament, de voornaamste, de hoeksteen. Hij toch is het, die -de klove, welke tusschen God en den mensch was geslagen, wederom heeft gevuld. Hij heeft voor de zonde van Zijn volk betaald en aan Gods gerechtigheid genoeg - jedaan. Christus is de gegraveerde steen, waar van Zacharia zegt: Ik zal Zijn graveersel gra- veeren: Hij is ook de 'beproefde steen door God in Zion gelegd, waarvan we bij den aanvang zongen: De steen -die door de tempelbouwers Christus is de verworpen hoeksteen. Ontzag lijk was en is de Christusverwerping. Hij kwam tot de Zijnen, maar de Zijnen hebben Hem niet aangenomen. Hij is evenwel overwinnaar geworden en heeft getriumfeerd. Het Evangelie des Heils wordt overal verkondigd, In Hem wordt alle blijdschap gevonden. Hij is niettegen staande Hij veracht en beschimpt is, de schoon ste der menschenkinderen. Daarom is de leer der waarheid, -die naar -de godzaligheid is, ge bouwd op het fundament der Apostelen en Pro feten, waarvan Jezus Christus is de uiterste hoeksteen. Spr. wenscht, dat nooit een andere leer van deze plaats zal worden gehoord, dan die, waarin Christus het middelpunt is, want: „Buiten Jezus is geen leven, maar een eeuwig zielsverderf'. De Heere bouwt. Er moet gemeenschap zijn tusschen huis en fundament. Hij is het, die van den Eersten Adam afsnijdt en inlijf,t in den Tweeden, n.l. Christus. Zal het goed zijn, dan moet er steeds worden gebouwd: en dat doet God door de werking Zijns Geestes. Hij geeft opwassing. Paulus zegt: op welken het geheele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, op wast -tot een heiligen Tempel in den Heere. Dit leidt tot het 3e punt, t.w.: de voltooiing die wordt bereikt. God bouwt gansch anders dan den mensch. Ook geheel anders dan wij zouden denken. Hij breekt alles bij den mensch af; hij wordt ont bloot en ontkracht. En -dit geschiedt niet zonder strijd. De mensch worstelt daartegen in. Hier door ontstaat innerlijke zielestrijd. God geeft echter op Zijn tijd en op Zijn wijze uitkomst. Gods Geest werkt mede en werpt licht in de 'benauwde ziel. Bij dat Jicht leert Gods kind zien hoewei hij zich nog niet van dat kind schap, dat burgerschap en mede-huisgenoot van God zijn, bewust is hoe gansch verloren hij in zichzelf is, en dat hij uitsluitend uit genade moet zalig worden. Hij wordt geheel en al van eigen verdienste ontledigd. En op de puinhoopen gaat God nu houwen. Hij bouwt en fundeert en voegt bekwamelijk samen. Zoowel de kleinen als de grooten hooren bij elkaar. Door Jezus Chris tus vindt het Godsgebouw zijn voltooiing. De Apostel zegt, -dat het geheele gebouw op Hem bekwamelijk wordt samengevoefd. En bij dat hemelsche ge-bouw is nu niet te vergelijken, want daarover staat een hemelsche architect, n.l. God zelf. De Bijbel geeft ons vele voorbeelden hoe die steenen worden samengevoegd. Elke steen wordt door God bearbeid. Elk afzonderlijk en allen tezamen. Zal het goed zijn dan moet iedere OwL St6m °Pwassen in de kennisse Gods. y°.. "efc aansche gebouw zal opwassen tot een aid a ^empe' in den Heere. In onzen tijd, sPr., wordt er zoo weinig gehoord van 1 1 »r yuuwiU V OU doorwekende en opwassende genade, en toch..... i God gaat door. De gansche tempel wordt samen- gevoegd. Een enkele maal laat God dat zien. Niet één steentje zal ontbreken. Kleine en groote ze zullen eenmaal volmaakt zijn. Dat zal zijn het heerlijke Zion Gods. Dat zal een tempel zijn niet met handen gemaakthet is dan een tempel opgetrokken van levende steenen. Al daar zal God zijn alles en in alien. Mijne hoorders het is echter de vraag of gij persoonlijk zijt een levende steen. Of gij waar lijk een medeburger der heiligen en een huisge noot van God zijt. De Heere houdt nog vele bemoeienissen met U ge moogt thans weer een kerkgebouw bezitten en het Woord Gods hoo ren. Het zal niet voldoende zijn wanneer de godsdienst U slechts op -de lippen ligt én het hart is er verre van. Alsdan zult ge straks als stellinghout worden verbrand, dat wel bij het gebouw is geweest, maar nochthans niet tot het gebouw behoorde. Het is thans nog de genade tijd. Christus biedt U tot op dezen stonde Zijne genade nog aan. Laat U daarom met God ver zoenen en staat er naar om een inwoner te worden en huisgenoot Gods. Gebruik daartoe de genade middelen, want we hebben te staan daarnaar, dat we persoonlijk weten dat we geen vreemde lingen maar een burger, -geen bijwoner maar een huisgenoot Gods zijn. Ook diegenen die het we ten een levende steen van het Godsgebouw te zijn hebben noodig dat daar is bloei en wasdom in de genade Gods. De hope toch leeft steeds in hunne ziele, dat zij als een levende steen zul len worden -toegevoegd tot den tempel, die door Paulus wordt genoemd den Heiligen Tempel in den Heere, Dan wordt er wel strijd gestreden en moeite doorstaan, maar ge zult ervaren wat we te zamen zingen van Psalm 89 1. Hierna verkrijgt Ds, Groen van Rotterdam het woord om namens de Classis Rotterdam een woord te spreken. (Vervolg in een volgend nummer). S. M. K. roept een gemeentewerkman toe: „jou zie ik nog wei op -den sproeiwagen". Intusschen waren eenige deuren opengehakt en konden de deur waarders, agenten en rijksveldwachters naar binnen gaan. In de huizen waren deuren dicht gespijkerd, de trappen waren met zeep inge smeerd, en in enkeie woningen waren meubeis aan den grond gespijkerd. Zoodra het eerste huisraad op straat kwam, begon men te roepen, dat dit niet op de auto's van de gemeente moest worden geladen, men zou zelf wel zorgen, dat het weg kwam, en inderdaad verschenen er eenige iiandwagens, waar de meubels -op ge laden werden. De ontruiming had Woensdag morgen een rustig verloop, tot incidenten heelt het -tot halfelf niet -geleid. in -de omgeving kwamen in den loop van den ochtend vrij veel belangstel-lenden, die echter door de politie op een eerbiedigen afstand wer den gehouden. In den loop van den ochtend verscheen het communistische raadslid -de heer Reuderink in de Beverstraat; de politie heeft hem verwijderd. Het is Woensdagmorgen in de Beverstraat verder ook rustig gebleven. In den loop van den ochtend hebben eenige deurwaarders-helpers het werk neergelegd; korten tijd daarna zijn daarvoor andere mannen in de plaats gekomen. Omstreeks 1 uur waren vrijwel -alle woningen ontruimd, en inmiddels zijn timmerlieden be gonnen de ramen van de ontruimde woningen -te blindeeren. Omstreeks half twee Woensdagmiddag waren de gezinnen, tegen wie een vonnis van den kan tonrechter was uitgebracht, uit hun woning ge zet. In het blokhuizen tusschen de nummers 74 en 82 blijven nog eenige gezinnen wonen, die geen vonnis hebben gekregen. De politie heeft uit de ontruimde woningen de hoofdgasleidingen laten wegnemen, -teneinde bal dadigheden, zooals die in de Steinwegstraat zijn voorgekomen, te vermijden. Men is Woensdagmiddag voortgegaan met het blindeeren van vensters. In de Beverstraat is het verder rustig geble ven. Een van de uit haar woning gezette vrou wen stond haar waschje voor het huis te spoelen. BEDREIGING. Een 18-jarige juffrouw, wonende te Rijswijk, heeft aangifte gedaan, op den Bezuiden-houtschen weg met een revolver te zijn bedreigd door een 19-jarigen jongeman, met wien zij een paar jaar omgang heeft gehad. EEN BLINDE TUINIER. Een medewerker van de „Morniing Post" -■V- Een aardig gezicht op den afsluitdijk, die weldra Friesland aan- Holland verbindt. Op den achtergrond de Friesche kust, DE HUURDERSSTAKINGEN TE ROTTERDAM. Uitzettingen in de Beverstraat, Woensdagochtend vroeg is een begin gemaakt met -de uitzetting van de ,-huurstakers" in de Beverstraat te Rotterdam. Het gold hier 22 ge zinnen, -die omdat zij weigerachtig zijn hun huur -te voldoen, bij vonnis van den kantonrechter uit hun woningen werden gezet. Omstreeks 3 uur waren -d-e bewoners al uit de veeren, in afwachting van de dingen, die komen zouden. Tegen 7 uur verschenen drie autobussen van de R.E.T. en een autobus van een particuliere onderneming, waarin ongeveer 100 politiemannen werden aangevoerd. Men heeft deze groote politiemacht op de been ge bracht, omdat men meende te mogen verwach ten, gezien de uitlatingen van de bewoners, op verzet te zullen stuiten. Ook heeft men Dins dagavond in de Steinwegstraat, waar Maandag j.l. 2 gezinnen uit hun woning zijn gezet, nog moeilijkheden ondervonden. De ramen van deze woningen waren, omdat de ruiten werden in gegooid, met planken dichtgemaakt. Opgescho ten jongens hebben Dinsdagavond die planken van de kozijnen genomen en ze op straat in brand gestoken. De gasmeters in de woningen zijn vermeld. De politne heeft ruim baan ge maakt en daarbij zijn eenige fiksche klappen uitgedeeld. Van verzet tegen de politie was geen sprake. Zoodra Woensdagochtend -de politiemacht uit de autobussen was gestapt, werd een wijde af zetting rond de Beverstraat geformeerd, en on middellijk gingen de agenten naar -de Beverstraat, waar de „stakers" uit de ramen van hun wonin gen hingen. De panden 74 tot en met 82 waren voorzien van roode doeken en doeken met op schriften. De politie -de hoofdcommissaris, de heer A. H, Sirks, de commissaris van de vijfde afdeeling, de heer T. Albarda, en hoofdinspec teur Klaassen waren aanwezig gelastte de ramen -te sluiten, maar bij de panden, waar gestaakt werd, bleven eenige ramen open. Van daar uit spraken mannen, die, vooral toen tien auto s van gemeentewerken verschenen, de chauffeurs van deze wagens tot solidariteit aan maanden. Met deze auto's toch zou zoo noodig het huisraad worden vervoerd. Den agenten werd toegeroepen, dat zij arbeiders in uniform waren, en dat zij zich solidair moesten verklaren met de stakers. Zoodra de politiemacht verscheen, spijkerden de bewoners de deuren van -de huizen dicht, zoodat de deurwaarders er waren er drie, met ongeveer 15 rijksveldwachters de huizen niet konden binnenkomen. De deuren zijn toen met bijlen ingehakt. Inmiddels bleven de mannen uit de ramen roepen. Een van hen schreeuwde: „buurman, kijk eens goed naar die man, die je deur openhakt, ik kan zijn gezicht niet zien. Onthoud zijn gezicht goed, hoor I" Een ander heeft te Rickmansworth, een stadje in Hert fordshire, een klein droomrijk gevonden. Het is maar een bescheiden houten huisje, omgeven door 'n stukje grond van slechts 2000 vierkante meter, bedekt met welonderhouden grasvelden, vroolijk-e bloemranden, rotstuintjes, een boom gaard en een moestuin. Maar dit vormt de verwezenlijking van den droom van -den eige naar, sinds die twintig jaar geleden het gezicht verloor. „LI wilt toch niet zeggen, dat u al het werk in uw tuin zelf doet", vroeg ik hem. Mijnheer Sutcliffe, d-e eigenaar lachte en zei, dat dit nu juist zijn liefhebberij was en dat hij -het deed in zijn vrijen' tijd waaraan hij toevoegde, dat hij er in geslaagd was dit jaar tien prijzen te behalen -op -de nationale rozententoonstelling. Eens per week alleen heeft hij hulp van iemand, die gras maait en de heggen snoeitvoor de rest' doet hij alles zelf. „Hoe ik het onkruid herken Dat is gemakkelijk genoeg. Ik herken het allemaal op het gevoel en bovendien helpt de reuk mij. Graafwerk doe ik langs een lijntje. Kom eens in mijn 'boomgaard kijken zei hij en leidden mij den tuin door waarbij hij hier een uitverkoren roos aanwees, daar een dub bele kers, een perzik tegen den muur van het huis en een bed lavendel, waar hij juist 24 pond van geoogst en gedroogd had. „Ik wil eens zien of er voor blinden wat te verdienen is met het telen van lavendelzei hij. „Nu, wat zegt u van deze appels zei hij, terwijl hij mij stil hield voor een welbeladen boom, „mijn pruimen zijn dit jaar niet rijp ge worden kijk die boom daar heeft slechts één vrucht". -Die -boomgaard, zoo vernam ik, was vijf jaar -geleden nog een stuk wildernis en is geheel mijnheer Sutcliffe's werk. „Mijn buren werken vlugger dan ik het kan", vertelde hij mij, „maar ik haal hen wel in. LI moest eens hooren wat ze zeggen als het donker wordt, en zij er uit moeten scheiden, terwijl ik kan -doorgaan, Toen ik hier pas was komen wonen, lag ik eens 's avonds in mijn voortuin op handen en voeten te wieden. Het liep -tegen middernacht. Ik hoorde voetstappen den weg afkomen en stilhouden. Er werd een hand op mijn schouder gelegd en een stem zeide „Kom vriendje, wat voer jij daar uit?" „Ik ben aan het wieden", antwoordde ik. „Geen gekheid, wat doe je daar midden in den nacht?" Het kostte -heel wat moeite hem te overtuigen, dat er niets gaande was. Mijnheer Sutcliffe is lid van een vereeniging van blinde -tuiniers, die tracht door onderwijs in het tuinieren en door het aanmoedigen van haar leden tot het houden van tentoonstellingen, die blinden en half-blinden te 'bewegen te -gaan tuinieren uit liefhebberij of om zich een bestaan te verzekeren. „De meeste blinden", zei mijnheer Sutcliffe, .meenen dat zij alleen 'binnenshuis werk en ont spanning kunnen vinden' en voelen zich min of meer opgesloten, maar het tuinieren opent hun weer den weg tot de open lucht en de gezondheid". KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van Vrijdag 11 September 1931. Terecht staat H. v. R, te Stad aan 't Haring vliet, wien ten laste wordt gelegd het rijden met een auto van den wegenbouw langs den Staakweg te Dirksland op zoodanige wijze, dat dit gevaar opleverde voor de veiligheid van het verkeer. Deze zaak wordt aangehouden tot volgende zitting om meer getuigen te hooren. Dezelfde verdachte staat terecht wegens het rijden met dezelfde auto door -de kom der ge meente Dirksland, terwijl hij in staat van dron kenschap verkeerde. Verd. ontkent dronken te zijn geweest. Gehoord wordt get. P. C. H. te Dirksland, die met verd. in een café aan een zelfde tafeltje gezeten had. Get. weet niet of verd. dronken was. De Kantonrechter: Man, tegen de politie heb je verklaard, dat hij teveel alcohol ophad. Je moet de waarheid zeggen, anders laat ik proces verbaal opmaken wegens meineed. Get.: Hij heeft stil aan een tafeltje gezeten. De Kantonrechter: Heeft hij de auto gestuurd? Get.: Dat weet ik niet. De Kantonrechter: je wilt ver- en uitdraaien, man pas op, anders draai je er zelf in. Je hebt gezegd tegen de politie, dat hij niet in staat was behoorlijk te rijden. Get.: Ja, toen op dat -moment niet. Verd.: Ik heb op het drukste punt in -Dirks land gereden zonder eenige hinder te veroor zaken. Get. Poortvliet had ook in het café gezeten en had verd. een beetje in elkaar zien zitten aan een tafeltje, maar heeft niet gezien, dat hij werkelijk dronken was. De Kantonrechter: Bleek niet uit -de houding en de taal, die hij sprak, dat hij werkelijk dron ken was Get.: Neen', daar heb ik niets van gemerkt. De Kantonrechter: Tegen de politie heb je anders verklaard. Gehoord wordt getuige J. Kapper, die met verd, samen had gereden in de auto vanaf Oude Tonge, Hij had 10 glazen bier gedronken en een half fleschje portwijn. Maar die portwijn was niets waard, die was zoo zwart als koffie. Bij St. Annaland hadden :ze wat gebruikt, maar die had geweigerd meer te geven, De Kantonrechter: Hij had zeker genoeg op Get.: Ja. De Kantonrechter: En toen zijn jullie verder gegaan Giet.: Ja, toen zijn wij naar Melissant gegaan. Het O. M.: We zullen maar niet vragen wat jullie daar gedaan hebbben. Wanneer iemand 10 glazen bier op heeft en een halve flesch port wijn en dan nog de moed heeft om achter het stuur van een auto te gaan zitten, is een zware straf op zijn plaats. Geëischt wordt 7 dagen principale hechtenis. De verdediger van verd., Mr. Otto de Jong, wijst er op, dat in „Onze Eilanden" de zaak verscherpt is voorgesteld en de eene zaak aan de andere verbonden is. Maar in Melissant had -de politie gezegd, dat verd. de aanrijding voor 80 cent kon afkoopen. Het is daar dus niet zoo erg geweset. De getuigenverklaringen aan de politie afgelegd, stonden allen meer of minder onder invloed van het gebeurde onder Nieuwe Tonge, waar een man doodgereden is. De voor stelling in Onze Eilanden is hier niet geheel on schuldig aan. Verdediger gelooft, dat het O. M. zelf ook wel een beetje onder dien invloed is geraakt bij het eischen van de straf. Een andere kwestie is nog de formeele zijde van deze zaak. Het is niet wel mogelijk, dat iemand, die sterk onder den invloed van sterken drank verkeert, rijdt wat verd. dien avond gereden heeft. Spr. zelf heeft dien weg ook gereden en heeft be vonden, dat iemand die daar 's avonds over de drukke kade en door de smalle trechter in Dirks land reed zonder ongelukken te maken, niet onder den invloed van sterken drank kan ver- keeren. Op den Staakweg is het precies zoo. Verd. heeft daar gereden vóór dien weg ver breed werd en de auto, die als een 60 a 65000 K.M. gereden heeft, zal daar op een zeer smalle weg wellicht zóó gereden hebben, dat iemand al gauw denkt, dat zij slingert. Bovendien zijn de getuigenverklaringen zeer zwak. Ook de ver klaringen tegenover de politie zijn wel afgelegd onder den indruk wat te Nieuwe Tonge gebeurd was. Mocht de Kantonrechter evenwel meenen, dat een straf hier op haar plaats is, dan geeft spr, in overweging deze zoo licht mogelijk te maken. Verd. is nooit in politiehanden geweest en is er ongemerkt en onwillens ingeloopen. Te Oude Tonge heeft get. Kapper hem bier ge offreerd en toen gevraagd wat met hem rond te rijden. Verd. wordt nu toch al aangezien voor een moordenaar, wanneer hij zware straf krijgt zal dat de publieke opinie niet milder stemmen voor dezen jongen man. Waarom, vraagt spr., verd. geen straf op te leggen, maar voorwaar delijk te veroordeelen, desnoods onder strenge bepalingen, opdat hem nog een kans geboden wordt. Doos 45 ct. Bij Uw Drogist, De Kantonrechter tot getuige Kapper: Stond er veel volk op de Kaai en d-e Trechter te Dirksland toen verd. daar reed Get.: Ja, het was er erg druk. Verd. wordt veroordeeld tot 5 -dagen hech tenis. Dan staat dezelfde verdachte terecht wegens hetzelfde feit, n.l. op 3 Juni j.l. rijden met een vrachtauto van den wegenbouw o-ver den Molen- dijk te Melissant, onder den invloed van sterken drank en het tijdig signaal geven noch teeken geven bij het omrijden van een bocht, waardoor get. Joh. Gootjes, -die aan de rechterzijde van den weg stond, werd aangereden, waarbij deze kwam te vallen. Verd. ontkent onder den invloed van sterken drank te zijn geweest. Get. Joh. Gootjes, 12 jaar, zegt eenige schram men opgeloopen te hebben aan zijn been. Verd. zegt er niets van te weten, dat hij iemand heeft aangereden. Gehoord wordt get. H. W., 31 jaar, veld- arbeider te Melissant, die zegt verd. met de auto in razende vaart te hebben zien aankomen en dat Gootjes aangereden werd. Verd. gaf geen richting aan en slingerde een beetje. Verd. zegt wel richting te hebben aangegeven. Het O, M. merkt op, dat 'het geen haar scheelde, of deze jongen was morsdood gereden. Een zeer ernstige straf is hier op haar plaats. Geëischt wordt 7 dagen hechtenis. De verdediger Mr. de Jong meent, dat een ernstige straf hier zeer zeker niet vereischt wordt. Zelfs al neemt -men aan, dat verd, te Dirksland onder invloed van sterken drahk ver keerde. Hij heeft volgens getuigenverklaringen daar een half uur gezeten en terwijl gegeten, zoo dat hij bij Melissant best nuchter kon zijn. Als die jongen 20 c.M. verder aan den kant had gestaan was er niets gebeurd. Dan is verd. door den veldwachter voorgesteld om de schade aan den trapper van de fiets a 0.80 te betalen, dan zou hij er niets van hooren. Bovendien is eerst veel later het proces-verbaal opgemaakt, wat ook hier sterk den indruk maakt, alsof men onder den invloed van hetgeen te Nieuwe Tonge is gebeurd tegenover verd. heeft gehandeld. De grondoorzaak van al deze processen-verbaal ligt in het vermoeden van hetgeen te Nieuwe Tonge heeft plaats gehad. Spr. vraagt hier dan ook met een lichte straf te volstaan. Verdachte wordt veroordeeld tot 5 dagen hechtenis. (Vervolg in het a.s. Waensdagnummer) XLVII. Flakkee beleefde in die dagen dn zijn Centrale organisatie een heerlijken tijd, te mooier, waar de regeering de capaciteiten van het bestuur op ondubbelzinnige wijze erkende. De voorzitter was dn allerlei commissies én crisisbureaux be noemd; bovendien werd nu de tweede voor- zitter geroepen aan het hoofd van één der be langrijkste gemeenten van Flakkee. Immers bij K. B. van 23 December 1916 werd P. van Schouwen benoemd tot burgemeester van Oude Tonge. Reeds had hij zijn sporen verdiend als commissaris in -de beruchte koekfabriek te Schie dam, hetwelk in geen geringe mate invloed uit geoefend had -op -zijn benoeming tot vice-voor- zitter van den Boerenbond, en hij voorts meer malen was benoemd geworden in allerlei com missies en afgevaardigd bij het K. N. Landbouw- comité. Deze Koninklijke benoeming bevestigde den juisten blik der Flakkeesche boeren. Eerst door het overlijden van J. D. -Mijs was duidelijk geworden van hoe groote beteekenis meermalen h-et bezetten van een bestuursplaats door een burgemeester voor deze organisatie was. Met deze benoeming stond het bestuur bui tengewoon sterk. Met wat op het Departement en in de Provinciale Staten van Zuid-Holland beraamd werd; met de problemen waarvoor de gemeentebesturen werden geplaatst, deed het be stuur zijn winst in het belang van -den Flak keeschen landbouw. Met de Rotterdamsche Tramweg Maatschappij voerden wij correspondentie, in verband met de beperkte dienstregeling. Er werd getracht de middagtreirien -te laten vervallen, doch -de vroe ge en late (posttreinen) te handhaven. De algemeene (winter) vergadering werd door het bestuur bepaald op 17 Januari 1917. Op deze vergadering waren weer alle -bestuurs leden en afdeelingen tegenwoordig, bewijs dat de dn behandeling komende punten van groote beteekenis werden geacht. 't Besluit of liever de afloop der vorige „buitengewone" vergadering mokte -bij sommige volksgroepen nog wat na, doch over het alge meen was men overtuigd geworden, dat in een buifengewonen tijd ook buitengewone maatrege len noodzakelijk waren, om orde in de maat schappij te houden. Daarentegen werd door menigerlei resultaat ook het bestuur gedechar geerd voor zijn beheer. De voorzitter opende de vergadering met' een korten nieuwjaarswensch en hoopte onder in stemming der vergadering, dat dit de laatste bijeenkomst zijn zou in oorlogstijd. Alles te vermelden wat op deze vergadering de revue passeerde, is niet noodzakelijk. Slechts datgene wat van bijzonder belang was in het algemeen en voor den Bond in het bijzonder, vindt hi-er een plaats 'en daaronder behoorde in d-e eerste plaats de verkiezing, wegens perio dieke aftreding van den voorzitter. Zou men afgaan op alles wat op marktplaat sen en scheerwinkels werd verkondigd, dan was er geen twijfel of de dagen des heeren Van der Koogh waren geteld als voorzitter van den Flakkeeschen Bond 1 In -dei propvolle zaal heerschte emotievolle stilte, toen het stembureau, bestaande uit J. Koert Cz. en Mz., mededeelde, dat waren uit gebracht op J. van der Koogh 50, J. Overdorp 7, J. Timmers 3 en 2 stemmen van onwaarde SOMMELSDIJK. Gehuwd Stefanus Karf ens veld, 30 j., te Rotterdam en Cornelia Klazina Bleijenberg, 24 j., alhier. STAD AAN 'T HARINGVLIET. OndertrouwdC. Trommel, 21 j. en J. S. Arensman, 20 j. Getrouwd: J. Holleman, 28 j,, Den Bom» mei en M. Vroegindeweij 28 j, OverledenW. M. de Wachter 69 j., z. v. J. de Wachter en C. in 't VeldA. den Hol» lander, 50 j., echtg. van J. Kardux. DEN BOMMEL, OndertrouwdL. G. L, Lemkes, te Den Bommel en C. N. Wezenaar te Zwijndaecht. Centrale Veiling te Middelharnls Veiling van Woensdag 9 September. Bloemkool f 3,— tot 6,70. Savoye kool f 2— tot f 4,10. Roode kool f 1,70 tot f 4,20, Witte kool f 4,— Pompoenen f 4,— tot f 12,— Komkommers f 2,50 tot f 5,60. Meloenen f 10,- tot f 32,-. Per 100 stuks. Andijvie f 2,— tot f 2,70. Sla f 0,60 tot f 1,80. Per 100 krop. Peen f 8,60 tot f 10,-. Kroten f 2,40 Per 100 bos. Dubbele princessen f 13,— tot f 17,50. Enkele princessen f 16,80 tot f 19.— Snijboonen f 21,— tot f 34,— Augurken 47,— Postelein f 11, Claps Favoriets f 9,30 tot f 10,10. Jutten f 9,40 tot f 10,50 Beuré Merode f 5,10 tot f 10,60. William Duches f 8,10 tot f 11,10 Peren (val) f 1,60 tot f 5,— Zoete appelen f 8,50 tot f 13,50 Zure appelen f 4,50 tot f 8,60 Keswick f 12,-. Per 100 kg. Reine Victoria f 9,40 tot f 12,60 Druiven f 2,7— tot f 29Per 100 pond. Veiling van Donderdag 10 Sept. Kipeieren 42—50 kg. f 3,25 lot f 4,45 58-61 5,25 tot f 5.50 bruin 60 kg. f 5,40 tot f 5.60 Eendeieren 66-68 kg. f 4,40 tot f 4,50 Poelpetaateieren f 3,05 Aanvoer 16,500 stuks.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 5