Rechtzaken. Groote protestvergadering tegen de plannen der R. T. M. Kerk en School. 1 Geweldige opkomst in de concert zaal van Hotel Meijer te Middelharnis Algemeene onsteltenis en veront waardiging over de toestemming van den Minster van Waterstaat tot staking der tramdiensten De motie Een commissie naar den Minister van Waterstaat en Ged. van Z. Holland. t hl VI h CENTRALE FOKVEEDAG TE ROTTERDAM. IN-GEBRUIKNEMING VAN DE NIEUWE CHR. GEREF. KERK, STAANDE AAN DE HOFLAAN TE MIDDELHARNIS, RECHTBANK TE ROTTERDAM. Zitting van Dinsdag 1 Sept. POGING TOT INBRAAK. Terecht heeft gestaan de 21-jarige landbouwer M. v. d. B., te Sommelsdijk, thans gedetineerd, wien ten laste wordt gelegd, dat hij op 5 Mei te Middelharnis ter uitvoering van zijn voor nemen om in het perceel bewoond door de we duwe A. S. Lokker-Mijs weg te nemen geld of wat er van zijn gading zou blijken te zijn, met een breekijzer het keukenraam van dit perceel heeft losgebroken, zijnde de uitvoering, althans de verdere uitvoering van zijn voornemen en zijn misdrijf niet voltooid, alleen ten gevolge van de van zijn wil onafhankelijke omstandig' heid, dat hij op heeterdaad is ontdekt en op de vlucht is gedreven. Verdachte ontkende. Hij was op 5 Mei wel 's avonds te half 10 te Sommelsdijk in een winkeltje geweest, en had daar zitten praten met zekeren P. Breur. Dat hij toen verhit was en het zweet van zijn voorhoofd heeft gewischt, is niet juist. Verdachte houdt het er voor, dat men een kreupelen man heeft zien vluchten en dien verward heeft met hem, aangezien hij, als hij hard loopt, ook eenigszins kreupel loopt. Een breekijzer heeft hij niet in zijn bezit gehad. De gemeenteveldwachters Dirkx en Nieuwen huizen hebben een onderzoek ingesteld. Er is een breekijzer gevonden in de buurt van het z.g. Kortewegje, dat is gepast in een moet van het raamkozijn en waarop sporen van verf zijn aangetroffen, zooals die ook op het kozijn voor kwam. De plek, waar het ijzer is gevonden, ligt wel maar men moet er toch een omweg voor maken tusschen de woning van de weduwe Lokker en die van verdachte. Getuige wed. Lokker-Mijs was op 5 Mei van huis weg geweest met haar bij haar inwonende dochter naar de bruiloft van haar oudste doch ter. Zij had toen gedurende eenige dagen be trekkelijk veel geld in huis, n.l. eenige duizenden guldens; ze kan niet vermoeden, hoe verdachte of zekere v, d. M. daarachter gekomen zouden kunnen zijn. Getuige M. S. Lokker, de dochter van de vorige getuige, was 's avonds te kwart over 9 thuis gekomen van de bruiloft, ze ontdekte toen een man, zittende op den filter van den regen bak, die zich bevindt onder het keukenraam. Toen ze naar de deur wilde gaan, zag ze, dat het keukenraam was uitgelicht, was de man weggeloopen over den bleek, het hek uit. Ze dacht dadelijk: Dat is M. v. d. B„ (deze ver dachte), maar dat kan toch niet. Ze was den vluchteling achterna gegaan en had geroepen; Houdt hem, inbrekers Daarop was de vluch tende man door twee mannen op den weg ge pakt. Getuige had den vluchteling niet uit het oog verloren tijdens zijn vlucht. Mej. A. Klerks, die in gezelschap was geweest van juffrouw Lokker, verklaarde ongeveer als deze. Getuige M. Knape had verdachte op het roe pen van de -beide dames achtervolgd en vast gepakt. Toen hij zag, wien hij had vervolgd, had hij v. d. B, met een uitroep van verbazing weer losgelaten. Hij had v. d. B. niet van een dergelijk misdrijf verdacht, hij had trouwens eerst gedacht, dat verdachte op het erf van de wed. Lokker was geweest met een of ander meisje. Verdachte klemde zijn rechterarm tegen het lichaam, maar een breekijzer heeft getuige niet gezien, ook niet zien wegwerpen. Verdachte bleef ook nu nog ontkennen. Merk waardig was het, dat deze -getuige Knape en de andere getuige Goudswaard, beide buurjongens, toevallig daar dn die buurt waren. Herkennen ze mij niet, zoo vroeg verdachte, om zelf de verdenking van zich af te werpen of willen ze niet een ander sparen De president wees er verdachte op, dat toch ook mej. Lokker hem heeft herkend. Getuige L. Goudswaard -twijfelt er evenmin als Knape aan, dat hij verdachte v. d. B. op dien avond van 5 Mei heeft herkend. Getuige C. Vos heeft v. d. B. uit het hek van het huis van de wed. Lokker zien weg- loopen en hem duidelijk herkend. Getuige heeft niet dadelijk een klad op v. d. B.'-s naam willen werpen. Verdachte beweerde, dat men op zoo n dorp elkaar niet spaart. Men ziet dan gaarne iemand de gevangenis in gaan. Waarom zou hij in breken Geld had hij niet noodig. Getuige A, de Gans had in den nacht van 5 Mei tegen den ochtend het breekijzer gevonden in de buurt van het hek van Stehouwer, op de plaats ongeveer, waar Knape en Goudswaard verdachte hadden herkend. Het breekijzer zat in een stuk trijp. Getuige G. Breur had verdachte om een uur of half tien in een winkel zien binnenkomen. Hij was toen zeer verhit en zag er uit, of hij veel bier had gedronken. Verdachte: Het meisje van Knape is huis houdster bij Breur. Dat is één complot. De president: Dat oogen-blik van uw binnen komen klopt weer met de vlucht van den man. Verdachte: Ik ben onschuldig. Ik vind het wel erg, dat men een onschuldige in de gevangenis wil brengen. Het O. M. heeft tengevolge van de -hard nekkige ontkenning van verdachte een groot aan tal getuigen moeten dagvaarden. Toch is het bewijsmateriaal overstelpend. Het O.M. ging de getuigenissen nog eens na, betoogende, dat het niet mogelijk is, dat een ander dan v. d. B. voor de beide meisjes Lokker en Klerks is ge vlucht. Daarnaast staan de getuigenissen van Knape en Goudswaard en mej. Vos. Het keukenraam was geforceerd, een feit van belang is het, dat het breekijzer met sporen van verf als op het raamkozijn gevonden is bij het huis van Stehouwer. De verklaring van Breur maakt de schakel vol. Uit al deze verklaringen en aanwijzingen is het bewijs voor het ten laste gelegde te putten. Het eigenaardige is, dat verdachte een zoon is van welgestelde ouders, die zelf goed bekend staat, misschien alleen eens een paar niet ter zake doende overtredingen heeft begaan. Ver dachte wist, dat het huis van de weduwe Lokker leeg was, op den avond van 5 Mei, hij kon vermoeden, dat als hij er eens rond ging neuzen, wel iets van zijn gading zou zijn te vinden. Hij moest alles aan zijn vader vragen en geld kan ten slotte iedereen wel gebruiken. Dat verdachte zou geweten' hebben, dat er veel geld bij de weduwe Lokker in huis was, staat niet vast. Verdachte blijft ontkennen-; het O. M. zou hem in overweging willen geven alsnog te be kennen, opdat de rechtbank een voorwaardelijke veroordeeling zou kunnen overwegen. Thans acht het O. M. zich daartoe niet gerechtigd. Eisch 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf met aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis doorgebracht. Verdachte, nogmaals voorgeroepen, bit bij zijn ontkenning. De verdediger, mr. W. J. C. A. Nijj. be twistte, dat het bewijs voor verdachte's „ïuld zou zijn geleverd, zoolang niet vasts tal.dat verdachte het breekijzer in zijn bezit hettt ge had. -Met dat verband staat of valt de zaak. Van academisch belang is het probleem der herkenning van den verdachte door de getuigen. Pleiter voert frappante voorbeelden aan van her kenningen zelfs door familieleden en een echt- genoote en die later toch te niet werden gedaan. De dagvaarding besprekende, zeide mr. Nijgh, dat het arrest van den Hoogen Raad van 13 Juli 1928, Ned. Jurisprudentie pag. 1576 en dat van 26 October 1925, Ned. Jurisprudentie pag. 1258, zich verzetten tegen de mogelijkheid van een veroordeeling. Waar is het innerlijk voor nemen van verdachte bewezen, dat hij iets wilde wegnemen Verdachte is iemand van een bijzonder ka rakter; dat bleek, toen het rapport van de -politie werd uitgebracht, waarin verdachte werd aangewezen als de dader van eenige overtre dingen: het doodschieten van een kat, wegne men' van kippen e. d. Verdachte ontkende toen en eerst zijn vader wees een ouderen broer Jan als den dader aan. Verdachte beweerde toen niet geroepen te zijn om een ander te beschul digen. Achter dezen verdachte staat een man in de schaduw. Mogelijk blijft ook, dat deze man de medeplichtige was en een ander de dader. Pleiter vraagt vrijspraak en verdachte's onmid dellijke invrijheidstelling. Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald op 22 September. Donderdagmiddag werd in de concertzaal van Hotel Meijer te Middelharnis de protestvergade ring gehouden tegen de plannen van de R. T. M. Deze vergadering was belegd op initiatief van de Vereeniging „Goedereede en Overflakkee s Belangwaarvan burgemeester Den Hollander voorzitter en de heer Van Paasschen secreta ris is. De groote concertzaal was tot in alle hoekjes met belangstellenden van 't geheele eiland bezet. Tegenwoordig waren alle burgemeesters en schier alle wethouders van Flakkee, de leden1 van de Prov. Staten, de heeren Warnaer en Van Houdt, notabelen van alle gemeenten op het ei-land, besturen der diverse landbouworga nisaties, bestuur en leden der Flakk. Midden- standsvereeniging, Slagershond, besturen van Polders, van de vereeniging Landbouwonderwijs, Ambachtsschool enz. enz. De voorzitter opende de vergadering met een woord van welkom en sprak zijn blijdschap uit over de geweldige opkomst, waaruit blijkt, dat geheel Flakkee begrijpt, dat hier een vitaal be lang voor de eilandenbewoners betreft. Spr. wees er op, dat het besluit van den Minister van Waterstaat om toestemming tot staking der tramdiensten te geven, groote ontstemming heeft verwekt, juist in dezen tijd van groote malaise, nu het een eerste eisch is, dat het vervoer der producten en der zakenmenschen zoo best en goedkoop mogelijk moet worden gemaakt. Spr. memoreerde het optreden van de dagelijksche besturen van Flakkee toen vernomen werd wat de plannen van de R. T. M. waren. Het was bijna niet te gelooven, dat deze plannen zon der Flakkee er in te erkennen al in zoo'n ver gevorderd stadium gekomen waren. Maar een bezoek aan het Departement van Water staat bewes, dat -het inderdaad waar was, dat de R. T. M. de machtiging tot staking der dien sten reeds bezat. Spr. wees er op, dat op een vraag van Ged. Staten al eer gedaan aan de dagelijksch besturen op Flakkee, betreffende de opheffing der tram- diensten, het antwoord was geweest, dat dit voor -dit eiland „funest" zou zijn. Spr. wees op de onmogelijkheid van autovervoer van de mas saproducten en wees op het groote aantal scho lieren voor H.B.S., Ambachtsschool en Land bouwschool, dat gebruik maakt van de tram. Het zou in één woord belachelijk zijn als deze plannen doorgingen en het vervoer met 2 bus sen en een reserve-bus zou moeten plaats heb ben. Er is al een busdienst in het Oosten van het eiland, maar al moest alleen het Westen met 2 bussen geholpen worden, zou dat al ver schrikkelijk zijn. Dit ondenkbare is niet in te denken en er moet van deze vergadering één groot en krachtig protest bij Ged. Staten tegen het verleenen der concessie voor busdiensten uitgaan. Want niet alleen het personenvervoer zou vastloopen, maar ook het vrachtvervoer, dat onmogelijk per bus kan plaats hebben. Spr. wijst er op, dat de drang, die op 't oogen- blik uitgaat op Den Haag om de tram te be houden, geenszins inhoudt, dat men met het behoud der tram al tevreden zal zijn en de gegronde klachten, die -er zijn ten aanzien van de tram, -door de localiteit zullen worden in getrokken. Want wel is veel verbeterd, -b.v. de inlegging der vroegdiensten, maar we zijn nog lang niet waar we wezen moeten. Den Haag moet dus niet denken, dat we al tevreden zullen zijn als de tram er maar blijft. Flakkee met zóóveel inwoners, en zoo uitgesterkte landbouw, heeft recht op -goede verbindingen. Het is -dan ook dwaasheid hier de finantieele kwestie in het geding te brengen en te zeggen: de tram kost geld, dus ruimen wij ze maar op. De tram is onmogelijk te vervangen door bussen en dat moet den heeren -aan het verstand ge bracht worden, door een krachtig en eendrachtig protest van deze plaats. Verder is er op 't oogenblik niets te doen. We zullen hopen, dat Ged. Staten de concessie niet verleenen en -Den Haag op de een of andere manier aanleiding zal kunnen vinden om opnieuw met de R. T. M. -te onderhandelen. Het ligt op den weg van het Rijk, om te zorgen, dat een belangrijk eiland als Flakkee niet van goede communicatiemiddelen verstoken wordt. Op 19 September worden1 wij opgeroepen om -bij Ged. Staten bezwaren in te dienen. Spr. acht het wenschelijk, dat verschillende menschen uit deze vergadering daar heen gaan. Ook de Burgemeesters als vertegenwoordigers der ge meentebesturen zullen daar zijn. De zaak staat zeer accuut. Dezen morgen hoorde spr., dat de directie reeds zijn plannen gereed had om de trambaan op te breken en maatregelen had getroffen wat betreft het per soneel en de gebouwen. Spr. kan echter niet gelooven, dat de zaak al in dit stadium is gekomen. Er moet echter met alle kracht geprotesteerd worden. Spr stelt voor de volgende motie aan te nemen De afgevaardigden' van in vergadering bijeen te Middelharnis op Donderdag 10 September 1931 kennis genomen hebbende van het voor nemen der Rotterdamsche Tramwegmaat schappij om de tramdiensten op het eiland te staken en het passagiervervoer in den ver volge te doen geschieden met autobussen in aanmerking nemende, dat een autobus dienst speciaal in den winter belang rijk minder bedrijfszeker en ongetwijfeld ge vaarlijker is dan een stoomtram; en het stop zetten' van het goederenvervoer vooral met het oog op het massavervoer van landbouw producten -een ramp voor het eiland zou beteekenen overwegende bovendien, dat dei door de R. T. M. voorgestelde regeling van het per sonenvervoer absoluut onvoldoende zal zijn overwegende, dat de beoogde verandering de belangen van het eiland in sterke mate zal schaden en de streek zal terugvoeren naar den tijd van vóór 1909 ■betreuren, dat -de Minister van Waterstaat aan de tramwegmaatschappij de verlangde machtiging tot staking van de tramdiensten verleende dringen er bij Heeren Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland met klem op aan de ge vraagde concessie voor het onderhouden van een autobusdienst (welke trouwens voor het Westelijk deel van het eiland overbodig zou zijn, in verband met de aanwezigheid van een dergelijk vervoermiddel) te weigeren besluiten deze motie ter kennis te brengen van den Minister van Waterstaat, Gedepu teerde Staten van Zuid-Holland en de pers. De heer Van Houdt betoogt, dat in deze zware malaise de opheffing der tramdiensten voor Flakkee een ramp zou zijn en stelt de vraag: wat heeft Flakkee noodig en wat zal er van worden als de plannen der R. T. M. toch doorgaan Spr. begrijpt niet hoe men het in het hoofd krijgt om het vervoer met 2 bussen 5 beesten laden. Er gaan er wel 13 tot 17 in. De Voorzitter: Als men dan maar geen last krijgt van de politie wegens dierenmishan deling. (Gelach). De heer De Wilde van Nieuwe Tonge wijst er op, dat de R. T. M. alles doet om concurrenten weg te werken. Daarvoor koopt zij booten en bussen op. Dat is ook met de Middelharnissche boot zoo gegaan, al is het tegen spr.'s zin geweest. Maar in het contract, waarin de koop bezegeld is, staat, dat de R. T. M. zou zorgen voor sneldiensten, uitgezon derd op Zondag, Maandag en Dinsdag, die binnen 2 uur in Rotterdam zouden zijn en ook weer terug op Flakkee. De heer Van den Berg, notaris te Goe dereede En welke boete staat er op als de tram het niet doet De heer De Wilde: Art. 9 zegt: Wanneer een der beide partijen' opzettelijk het contract niet nakomt, wordt voor iedere overtreding een -boete van 50.000 verbeurd aan de andere par tij. (Applaus en groot gelach). De heer De Wilde: Als de tramdiensten worden opgeheven kan de heer Kuiper ook dit contract niet meer nakomen. Het is 't beste, dat wij hem dat even laten weten, dan zal hij wel op een drafje naar den Minister loopen en vragen: „trek de toestemming als 't u belieft maar weer gauw in." De Voorzitter: Staat er ook bij hoe lang deze verplichting geldt De heer D e W i 1 d eDe R. T. M. zit er tot 1943 aan vast. De Voorzitter: Als het toch doorgaat, zijn de aandeelhouders goed met die halve ton, maar daar is Flakkee niet mee geholpen. De heer A. A. M ij s te Sommelsdijk zegt, dat het altijd weinig zin heeft gehad can op de R. T. M. te schelden. Maar we moeten zor gen, zegt spr., dat deze vergadering niet al te zoetsappig wordt. Flakkee moet zijn eigen be lang dienen en voortaan ook in deze kwestie. Er is in de laatste jaren veel te doen geweest over de verkeersbelangen van Flakkee. Op al lerlei vergaderingen is daar over gesproken. En zoowel in het Departement van Waterstaat, als in Ged. Staten en in de Staatscommissie Van Rijckevorse-1 en ook op Flakkee stuitte men op deze ééne groote kwestie: men zat vast aan de concessie aan de R. T. M. Op die contracten stootte men altijd het hoofd. En daarom ge looft spr., dat het een mystificatie is hoe het Departement van Waterstaat er nu in eens toe komt om dat contract te annuleeren, waardoor plots alle verkeer op Flakkee wordt afgesloten. Het is spr. onmogelijk te begrijpen hoe de Mi- Op het voormalige Nenijto-terrein te Rotterdam organiseerde de Prov. Bond van Rundvee- fokvereenigingen in Zuid-Holland een Centrale Fokveedag van zwartbond veeslag. Onze foto geeft een overzicht van de schapenkeuring, waarvoor veel belangstelling bestond. te regelen. En wat moet er met Herkingen ■gebeuren. Van der Klundert houdt de concurren tie met een lichaam als de R. T. M. nooit vol. Maar voor deze de doodssnik geeft, kunnen er al heel wat ongelukken gebeurd zijn, want de eene chauffeur laat niet graag de ander voor gaan. Wanneer het particulier initiatief te kort schiet, wat op een eiland als Flakkee niet anders kan, moeten het Rijk en Ged. Staten helpen door subsidie. Dat -gebeurt in Zee-land ook. Spr. stelt voor de zaak te behandelen met Kamerleden, -b.v. A.-R., St, Geref., Liberalen én' Socialisten, gezien de politieke samenstelling van Flakkee. Hier wordt de voorzitter plots weggeroepen wegens ernstige ziekte van zijn broer en neemt burgemester -Donkersloot van Ooltgens- plaat de leiding over. De heer P. vandenHeuvel te Ooltgens- plaat zegt, dat er van alle kanten veel over deze zaak geredeneerd kan worden, maar daar voor zijn wij hier niet bij elkaar. Het gaat er hierom zaken te doen. Eén punt acht spr. ook van belang: 's Maandags en Dinsdags moeten er soms 200 stuks vee met de tram vervoerd worden. Hoe kan dat met vrachtauto's, die er maar 4 of 5 tegelijk laden. -Daar zouden 50 vrachtauto's voor noodig zijn. Flakkee kan on mogelijk de tram missen. Spr. vindt het goed, dat er burgemeesters naar Den Haag gaan, maar landbouwers mogen niet achterblijven om argumenten' bij te brengen aan het landbouw bedrijf ontleend. Spr stelt voor, dat de land bouworganisaties zich hierover met elkander verstaan. Met de finantieele geste van de R. T. M. heeft Flakkee niets uitstaande. Als er 2 of 3 millioen gulden winst was zou Flakkee het ook niet te weten komen. De R. T. M. heeft de concessie en moet nu ook zorgen voor dege lijk vervoer. Spr, wil ook den Minister van Waterstaat met een audiëntie lastig vallen. Mis schien kan Z. Exc. de toestemming nog in trekken en alzoo een groote ramp van Flakkee afwenden. De Voorzitter wijst er op, dat in het verslag der commissie-v. d. Vegte staat, dat wanneer de tramdiensten niet rendabel zijn, 50 door het Rijk en 50 door de Provincie be taald zal worden. De Provincie zal van die 50 wel weer verhalen op de localiteit en de localiteit kan niets betalen, vooral niet in dezen tijd van malaise. De Minister heeft reeds toe stemming tot staking verleend en zal die niet zoo gemakkelijk intrekken1. De heer W. B u t h van Ooltgensplaat zegt, dat de fout bij den wortel moet gezocht werden. De localiteit steunt de R. T. M. niet genoeg. Spr. kwam alleen van Ooltgensplaat met de tram naar deze vergadering. In Oude Tonge kwamen er nog een paar bij. De tram moest door het publiek meer gesteund worden. Het is ook niet waar, dat vrachtauto's maar 4 of nister daartoe is kunnen komen. Spr. gelooft, dat de R. T. M. hier haar hoogste troeven uitspeelt. De heer Van den Berg: En de gevaar lijkste De heer M ij s Zeker, ook de gevaarlijkste. Laat Flakkee zich nu toch vooral niet in het hok jagen, maar met alle macht voet bij stuk houden. Want het gevaar is groot, dat Den Haag nu denken gaat: het loopt wel los met die klachten op Flakkee en zij zijn al blijde als het blijft zooals het is. Tot voor kort was de lijn FlakkeeRotterdam visa-versa een der beste bronnen van inkomsten voor de R. T. M. en omdat het nu een paar slechte jaren oplevert zou men ineens medelijden met de R. T. M. moeten hebben. Laat Flakkee vooral haar eigen belang in het oog houden. Het is een zwaren tijd voor den landbouw en de nijverheid. Al het mogelijke wordt overal gedaan om het ver voer goedkooper en snel te maken en hier zou met het vervoer stopzetten. Daartegen moet Flakkee zich met hand en tand verzetten. (Groot applaus) De Voorzitter: Het heeft ons gefrap peerd, dat de Minister de toestemming gaf zon der voeling te houden met Flakkee. Spr. ge looft echter, dat het een storm in een glas water is. De grootste meerderheid in het klein comité is het €r over eens, Ged. te verzoeken: geeft geen concessie, en als die toch gegeven wordt, dan te zeggen: houdt alles maar, Flakkee zal zich dan zelf wel redden. We zijn dan meteen van de R. T. M. verlost. De directie speelt met Flakkee als de kat met de muis en daar moet een eind aan komen. Ook al heft de R. T. M. de tramdienst op, zal Flakkee moeten vragen: verleent de vergunning niet, we zullen ons eigen dan wel helpen. (Groot applaus), Spr. wekt de landbouworganisaties op om ook naar Den Haag te gana en door eendrachtig optreden den wi] van Flakkee te demonstreeren. Wij hopen, dat de tramdiensten er blijven, maar als dat niet gebeurt, heeft Flakkee de bussen van de R. T. M. niet noodig, doch zal zijn eigen wasch wel wasschen. Er zijn wel particulieren op Flakkee, die die ondernemen kunnen en wil len financieren, daarvoor hebben wij de R. T. M. niet noodig. Met -de R. T. M. is toch niets te bereiken voor het locaal belang. Met alles wat er nu gedaan is de laatste jaren, gaat Flak kee in plaats van vooruit steeds achteruit. (Groot algemeen applaus van heel de verga dering). Met algemeene stemmen wordt de voorgestelde motie aangenomen' en besloten te protesteeren bij 'Ged. Staten en den Minister van Waterstaat tegen de plannen van de R. T. M. De heer Sieling te Melissant vraagt of het niet de bedoeling van den Minister met het geven der toestemming tot staking der tram diensten, om van de R. T. M. af te komen, en zich vrij te maken om Flakkee te helpen. De Voorzitter ontkent dat ten stelligste. Er zit bij de R. T. M. geen andere bedoeling achter dan meer subsidie van Flakkee te krij gen. Maar daar zal Flakkee zelf voor zorgen! (Applaus). u-süilJifi Hierop wordt de vergadering gesloten. SOMMELSDIJK. De heeren P. Verbiest en C. van Nimwegen, beiden alhier, slaagden dezer dagen te Rotterdam voor de Hoofdakte. MIDDELHARNIS. De heer P. Verbiest, on derwijzer aan de O. L. School alhier, is ge slaagd voor de Hoofdakte. DEN BOMMEL. A.s, Zondag zal in de Ger. Kerk alhier collecte worden gehouden voor de pastorie. OOLTGENSPLAAT. De voordracht voor hoofd der openbare school No. 1 luidde als volgt: 1. P. A. Ocké te Zuidzande; 2. H. M. Meijer te Dirksland. Door den Raad werd be noemd P. A. Ocké te Zuidzande. De benoemde heeft zich d-e benoeming niet laten welgevallen. -- De heer M. R. Groenewege, onderwijzer aan de O. L. School no. 1, slaagde te Rotter dam voor de acte Schoonschrijven M. O. OUDE TONGE. Ds. C. Vlasblom, Ned. Herv. predikant alhier, die het beroep naar Wapenveld heeft aangenomen, hoopt Zondag 25 October a.s. zijn afscheid te nemen en Zon dag 1 November a.s. zijn intrede te doen te Wapenveld. De heer A. C. Kruidering, onderwijzer aan de O. L. School alhier, is in gelijke betrekking benoemd te Helmond. DIRKSLAND. Ds. A. de Blois, predikant der Geref. Gemeente alhier, zal gedurende enkele maanden op medisch advies niet zijn gemeente optreden. OP DONDERDAG 10 SEPTEMBER 1931, DES 'S AVONDS 7 UUR. De bijeenkomst werd aangevangen met het zingen van Ps. 118 11 en 12. Hierna verkreeg Ds. J. W. van Ree van Barendrecht het woord en sprak den zegen uit. Het is, aldus spr., de eerste maal, dat ik in dit kerkgebouw het Woord Gods mag openen. Ik hoop, dat dit Woord ten alle tijde alhier gesproken zal worden naar -de meening des Geestes en dat het onder Gods zegen tot heil mag strekken voor menige ziel, opdat Gods naam daardoor worde verheerlijkt. Allereerst worden gelezen de twaalf Artikelen! 1 des Geloofs en daarna Ef. 2 13 tot einde. Als consulent van deze gemeente roept spr. allen een hartelijk welkom toe. Terecht is bij den aanvang gezongen: „Dit werk is door Gods Alvermogen, Door 's Heeren hand alleen ge schied; Het is een wonder in onz' oogen; Wij zien het, maar doorgronden 't niet." 12 December de's vorigen jaars mocht spreker voor het eerst alhier het Woord Gods prediken en thans na zulk een korten tijd treedt spr. op in dit lieflijke en schoone kerkgebouw. Hieruit ziet men wat de liefde vermag. Het schoone ge bouw is tot stand gekomen tengevolge van de liefde tot de oude beproefde waarheid. Het kerk gebouw van buiten bezien -heeft een mooien stand en is zeker geen ontsiering voor den weg waar het aan staat. Het heeft niet alleen een schoone stand, doch is ook ernstig gelegen. In de onmiddellijke nabijheid toch is gelegen het kerkhof dezer gemeente, waar reeds vele dooden begraven zijn. Elke kerkgang wordt U toege roepen „Memento mori", „Gedenk ,te sterven Bij het betreden van het gebouw krijgt men onmiddellijk een gezelligen indruk. Ge moogt als gemeente trotsch op dit gebouw zijn. Met dezen zegen, die ge uit 's Heeren hand ont vangen moogt, feliciteer ik U van harte. Men mag evenwel niet vergeten, waartoe dit kerk gebouw is gegeven en beschikt. We mogen niet in uiterlijkheden blijven hangen. Het kerkgebouw is er om Gods Woord te hooren verkondigen. Spr. hoopt, dat voortaan eiken Zondag en ook wanneer er door de week het Evangelie zal worden gepredikt, druk gebruik van zal worden gemaakt. Alvorens verder te spreken wordt evenwel het aangezicht des Heeren gezocht. Hierna wordt gezongen Ps. 122 1 en 3. Als tekst heeft spr. gekozen, mede in verband met de opening van dit gebouw, Ef. 2 1921: „Zoo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods, gebouwd op het fundament der Apostelen en Profeten, waarvan Jezus Chris tus is de uiterste hoeksteen, op welken het geheele gebouw, bekwamelijk samengevoegd zijnde, opwast tot eenen heiligen Tempel in den Heere". Van uit den kerker te Rome verzendt Paulus zijn -brieven aan de Gemeenten. Zoo ook aan die te Efeze. Duidelijk doet hij steeds naar voren treden het „Uit genade zijt -gij zalig geworden 'Het thema van spr. is voor dezen avond: „De heerlijkheid van het huis des Heeren verdeeld in de; volgende punten: 1', De weldaden die worden genoemd. 2. De grond waarop het be rust, en 3. De voltooiing die wordt bereikt. Paulus zegt: „Zoo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers der heiligen en huisgenooten Gods. Hij wijst aan wat zijn hoorders zijn geworden. Allereerst keert hij evenwel in het verleden terug en zegt wat zij vroeger waren. Dit mag ook nooit ver geten worden, want dan worden we hoogmoedig. Dat is in het natuurlijke zoo, maar ook op gees telijk gebied. Er kan ook geestelijken hoogmoed ontstaan, hetgeen door God wordt verboden. Het woord vreemdelingen komt meermalen in de H. S. voor. Zoowel in gunstigen als in on- gunstigen zin. De bijbelheiligen worden genoemd vreemdelingen en gasten.- Dat is een goede vreemdelingschap. En deze vreemdelingschap zal aan deze zijde van het graf moeten1 worden ge kend. Er is evenwel ook een ongunstige vreem delingschap. En juist dat bedoelt Paulus hier. De mensch is goed en naar Gods evenbeeld ge schapen. Hij is echter vrij- en moedwillig ge vallen. Hij is gekomen in den staat van ver vreemdeling: den staat des doods. Hij is vreem deling van God, vreemdeling van Christus en vreemdeling van de verbonden der beloften. De staat van den gevallen mensch is een staat van verharding. En hoevelen leven er in dien staat voort. Straks zal door hen worden gehoord: Gaat weg van mij, gij vervloekten, in het eeu wige vuur, dat den duivel en zijne engelen is bereid; Ik heb u nooit gekend. Ze zijn vreem delingen gebleven. Met bijwoners wordt door Paulus bedoeld degenen, die tijdelijk bij de Israëlieten woonden, omdat Israel een bewel- dadigd volk was. Die bijwoners, zij woonden 9 dicht bij „een hui! y Die b ven. Oo woners wandeling De kerkei daarmede hebben maal. Ze VerbondS; men bijv eeuwig bi We moeti heilige11 plaats gri beneden, rijk. De geboorte den med Gods. Zc melsche den door het nieuv zuchters naar die Ze gaan voelen m ook huisg derdaan nog geen wel huisj zonen en gemeen scl weldaden is voor Ze zijn gaarne sc ook scher hem bidd( genoot z: alles is hi hen evenv Hij weet zullen zij het vader vreemdeli en erfge is er ook op dien nooten. Het is voor U gedachte woord be onszelf De plaat was toch ook op voeldet evenwel beschikt plaats toe des .Evan genoeg, delingen burgers dat is vo dat voor reene noo geboren. En dat le den geke: gebouw van vre worden nooten G Zijns Wc In de grond wa op het waarvan d. w. z. die naar eeuwig fundamen kerkgebo1 ook is fundameii hechte gi de uiters dat fund Hij toch God en heeft gev _volk beta jedaan. van Zacl veeren: F in Zion zongen: E Christu lijk was tot de niet aanc geworden des Heil; wordt all staande I ste der der waar bouwd o feten, w hoeksteer leer van die, waa. „Buiten zielsverd- De He tusschen den Eer, Tweeden moet er God doe opwassin gebouw, wast tot leidt tot wordt be God i Ook geh breekt a bloot en strijd. D door on echter o Gods G benauwc zien schap, d God zijr in zichzi moet zal eigen ve gaat Go voegt be de groot tus vine Apostel bekwam hemelsd daarove zelf. De die stee wordt allen tez levende Ook hei heiligen aldus s; doorbrei f

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 4