Rechtzaken.
Groote protestvergadering tegen
de plannen der R. T. M.
Kerk en School.
1
Geweldige opkomst in de concert zaal van Hotel Meijer
te Middelharnis Algemeene onsteltenis en veront
waardiging over de toestemming van den Minster van
Waterstaat tot staking der tramdiensten De motie
Een commissie naar den Minister van Waterstaat
en Ged. van Z. Holland.
t hl VI h
CENTRALE FOKVEEDAG TE ROTTERDAM.
IN-GEBRUIKNEMING VAN DE
NIEUWE CHR. GEREF. KERK,
STAANDE AAN DE HOFLAAN
TE MIDDELHARNIS,
RECHTBANK TE ROTTERDAM.
Zitting van Dinsdag 1 Sept.
POGING TOT INBRAAK.
Terecht heeft gestaan de 21-jarige landbouwer
M. v. d. B., te Sommelsdijk, thans gedetineerd,
wien ten laste wordt gelegd, dat hij op 5 Mei
te Middelharnis ter uitvoering van zijn voor
nemen om in het perceel bewoond door de we
duwe A. S. Lokker-Mijs weg te nemen geld of
wat er van zijn gading zou blijken te zijn, met
een breekijzer het keukenraam van dit perceel
heeft losgebroken, zijnde de uitvoering, althans
de verdere uitvoering van zijn voornemen en
zijn misdrijf niet voltooid, alleen ten gevolge
van de van zijn wil onafhankelijke omstandig'
heid, dat hij op heeterdaad is ontdekt en op de
vlucht is gedreven.
Verdachte ontkende. Hij was op 5 Mei wel
's avonds te half 10 te Sommelsdijk in een
winkeltje geweest, en had daar zitten praten met
zekeren P. Breur. Dat hij toen verhit was en
het zweet van zijn voorhoofd heeft gewischt,
is niet juist. Verdachte houdt het er voor, dat
men een kreupelen man heeft zien vluchten en
dien verward heeft met hem, aangezien hij, als
hij hard loopt, ook eenigszins kreupel loopt.
Een breekijzer heeft hij niet in zijn bezit gehad.
De gemeenteveldwachters Dirkx en Nieuwen
huizen hebben een onderzoek ingesteld. Er is
een breekijzer gevonden in de buurt van het
z.g. Kortewegje, dat is gepast in een moet van
het raamkozijn en waarop sporen van verf zijn
aangetroffen, zooals die ook op het kozijn voor
kwam. De plek, waar het ijzer is gevonden, ligt
wel maar men moet er toch een omweg voor
maken tusschen de woning van de weduwe
Lokker en die van verdachte.
Getuige wed. Lokker-Mijs was op 5 Mei van
huis weg geweest met haar bij haar inwonende
dochter naar de bruiloft van haar oudste doch
ter. Zij had toen gedurende eenige dagen be
trekkelijk veel geld in huis, n.l. eenige duizenden
guldens; ze kan niet vermoeden, hoe verdachte
of zekere v, d. M. daarachter gekomen zouden
kunnen zijn.
Getuige M. S. Lokker, de dochter van de
vorige getuige, was 's avonds te kwart over 9
thuis gekomen van de bruiloft, ze ontdekte toen
een man, zittende op den filter van den regen
bak, die zich bevindt onder het keukenraam.
Toen ze naar de deur wilde gaan, zag ze, dat
het keukenraam was uitgelicht, was de man
weggeloopen over den bleek, het hek uit. Ze
dacht dadelijk: Dat is M. v. d. B„ (deze ver
dachte), maar dat kan toch niet. Ze was den
vluchteling achterna gegaan en had geroepen;
Houdt hem, inbrekers Daarop was de vluch
tende man door twee mannen op den weg ge
pakt. Getuige had den vluchteling niet uit het
oog verloren tijdens zijn vlucht.
Mej. A. Klerks, die in gezelschap was geweest
van juffrouw Lokker, verklaarde ongeveer als
deze.
Getuige M. Knape had verdachte op het roe
pen van de -beide dames achtervolgd en vast
gepakt. Toen hij zag, wien hij had vervolgd,
had hij v. d. B, met een uitroep van verbazing
weer losgelaten. Hij had v. d. B. niet van een
dergelijk misdrijf verdacht, hij had trouwens
eerst gedacht, dat verdachte op het erf van de
wed. Lokker was geweest met een of ander
meisje. Verdachte klemde zijn rechterarm tegen
het lichaam, maar een breekijzer heeft getuige
niet gezien, ook niet zien wegwerpen.
Verdachte bleef ook nu nog ontkennen. Merk
waardig was het, dat deze -getuige Knape en de
andere getuige Goudswaard, beide buurjongens,
toevallig daar dn die buurt waren. Herkennen
ze mij niet, zoo vroeg verdachte, om zelf de
verdenking van zich af te werpen of willen ze
niet een ander sparen
De president wees er verdachte op, dat toch
ook mej. Lokker hem heeft herkend.
Getuige L. Goudswaard -twijfelt er evenmin
als Knape aan, dat hij verdachte v. d. B. op
dien avond van 5 Mei heeft herkend.
Getuige C. Vos heeft v. d. B. uit het hek
van het huis van de wed. Lokker zien weg-
loopen en hem duidelijk herkend. Getuige heeft
niet dadelijk een klad op v. d. B.'-s naam willen
werpen.
Verdachte beweerde, dat men op zoo n dorp
elkaar niet spaart. Men ziet dan gaarne iemand
de gevangenis in gaan. Waarom zou hij in
breken Geld had hij niet noodig.
Getuige A, de Gans had in den nacht van
5 Mei tegen den ochtend het breekijzer gevonden
in de buurt van het hek van Stehouwer, op de
plaats ongeveer, waar Knape en Goudswaard
verdachte hadden herkend. Het breekijzer zat
in een stuk trijp.
Getuige G. Breur had verdachte om een uur
of half tien in een winkel zien binnenkomen.
Hij was toen zeer verhit en zag er uit, of hij
veel bier had gedronken.
Verdachte: Het meisje van Knape is huis
houdster bij Breur. Dat is één complot.
De president: Dat oogen-blik van uw binnen
komen klopt weer met de vlucht van den man.
Verdachte: Ik ben onschuldig. Ik vind het wel
erg, dat men een onschuldige in de gevangenis
wil brengen.
Het O. M. heeft tengevolge van de -hard
nekkige ontkenning van verdachte een groot aan
tal getuigen moeten dagvaarden. Toch is het
bewijsmateriaal overstelpend. Het O.M. ging de
getuigenissen nog eens na, betoogende, dat het
niet mogelijk is, dat een ander dan v. d. B.
voor de beide meisjes Lokker en Klerks is ge
vlucht. Daarnaast staan de getuigenissen van
Knape en Goudswaard en mej. Vos.
Het keukenraam was geforceerd, een feit van
belang is het, dat het breekijzer met sporen van
verf als op het raamkozijn gevonden is bij het
huis van Stehouwer. De verklaring van Breur
maakt de schakel vol.
Uit al deze verklaringen en aanwijzingen is
het bewijs voor het ten laste gelegde te putten.
Het eigenaardige is, dat verdachte een zoon is
van welgestelde ouders, die zelf goed bekend
staat, misschien alleen eens een paar niet ter
zake doende overtredingen heeft begaan. Ver
dachte wist, dat het huis van de weduwe Lokker
leeg was, op den avond van 5 Mei, hij kon
vermoeden, dat als hij er eens rond ging neuzen,
wel iets van zijn gading zou zijn te vinden. Hij
moest alles aan zijn vader vragen en geld kan
ten slotte iedereen wel gebruiken. Dat verdachte
zou geweten' hebben, dat er veel geld bij de
weduwe Lokker in huis was, staat niet vast.
Verdachte blijft ontkennen-; het O. M. zou
hem in overweging willen geven alsnog te be
kennen, opdat de rechtbank een voorwaardelijke
veroordeeling zou kunnen overwegen. Thans
acht het O. M. zich daartoe niet gerechtigd.
Eisch 1 jaar en 3 maanden gevangenisstraf met
aftrek van den tijd in voorloopige hechtenis
doorgebracht.
Verdachte, nogmaals voorgeroepen, bit bij
zijn ontkenning.
De verdediger, mr. W. J. C. A. Nijj. be
twistte, dat het bewijs voor verdachte's „ïuld
zou zijn geleverd, zoolang niet vasts tal.dat
verdachte het breekijzer in zijn bezit hettt ge
had. -Met dat verband staat of valt de zaak.
Van academisch belang is het probleem der
herkenning van den verdachte door de getuigen.
Pleiter voert frappante voorbeelden aan van her
kenningen zelfs door familieleden en een echt-
genoote en die later toch te niet werden gedaan.
De dagvaarding besprekende, zeide mr. Nijgh,
dat het arrest van den Hoogen Raad van 13
Juli 1928, Ned. Jurisprudentie pag. 1576 en dat
van 26 October 1925, Ned. Jurisprudentie pag.
1258, zich verzetten tegen de mogelijkheid van
een veroordeeling. Waar is het innerlijk voor
nemen van verdachte bewezen, dat hij iets wilde
wegnemen
Verdachte is iemand van een bijzonder ka
rakter; dat bleek, toen het rapport van de
-politie werd uitgebracht, waarin verdachte werd
aangewezen als de dader van eenige overtre
dingen: het doodschieten van een kat, wegne
men' van kippen e. d. Verdachte ontkende toen
en eerst zijn vader wees een ouderen broer Jan
als den dader aan. Verdachte beweerde toen
niet geroepen te zijn om een ander te beschul
digen. Achter dezen verdachte staat een man
in de schaduw. Mogelijk blijft ook, dat deze man
de medeplichtige was en een ander de dader.
Pleiter vraagt vrijspraak en verdachte's onmid
dellijke invrijheidstelling.
Na re- en dupliek werd de uitspraak bepaald
op 22 September.
Donderdagmiddag werd in de concertzaal van
Hotel Meijer te Middelharnis de protestvergade
ring gehouden tegen de plannen van de R. T. M.
Deze vergadering was belegd op initiatief van
de Vereeniging „Goedereede en Overflakkee s
Belangwaarvan burgemeester Den Hollander
voorzitter en de heer Van Paasschen secreta
ris is.
De groote concertzaal was tot in alle hoekjes
met belangstellenden van 't geheele eiland bezet.
Tegenwoordig waren alle burgemeesters en
schier alle wethouders van Flakkee, de leden1
van de Prov. Staten, de heeren Warnaer en
Van Houdt, notabelen van alle gemeenten op
het ei-land, besturen der diverse landbouworga
nisaties, bestuur en leden der Flakk. Midden-
standsvereeniging, Slagershond, besturen van
Polders, van de vereeniging Landbouwonderwijs,
Ambachtsschool enz. enz.
De voorzitter opende de vergadering met een
woord van welkom en sprak zijn blijdschap uit
over de geweldige opkomst, waaruit blijkt, dat
geheel Flakkee begrijpt, dat hier een vitaal be
lang voor de eilandenbewoners betreft. Spr.
wees er op, dat het besluit van den Minister van
Waterstaat om toestemming tot staking der
tramdiensten te geven, groote ontstemming heeft
verwekt, juist in dezen tijd van groote malaise,
nu het een eerste eisch is, dat het vervoer der
producten en der zakenmenschen zoo best en
goedkoop mogelijk moet worden gemaakt. Spr.
memoreerde het optreden van de dagelijksche
besturen van Flakkee toen vernomen werd wat
de plannen van de R. T. M. waren. Het was
bijna niet te gelooven, dat deze plannen zon
der Flakkee er in te erkennen al in zoo'n
ver gevorderd stadium gekomen waren. Maar
een bezoek aan het Departement van Water
staat bewes, dat -het inderdaad waar was, dat
de R. T. M. de machtiging tot staking der dien
sten reeds bezat.
Spr. wees er op, dat op een vraag van Ged.
Staten al eer gedaan aan de dagelijksch besturen
op Flakkee, betreffende de opheffing der tram-
diensten, het antwoord was geweest, dat dit
voor -dit eiland „funest" zou zijn. Spr. wees op
de onmogelijkheid van autovervoer van de mas
saproducten en wees op het groote aantal scho
lieren voor H.B.S., Ambachtsschool en Land
bouwschool, dat gebruik maakt van de tram.
Het zou in één woord belachelijk zijn als deze
plannen doorgingen en het vervoer met 2 bus
sen en een reserve-bus zou moeten plaats heb
ben. Er is al een busdienst in het Oosten van
het eiland, maar al moest alleen het Westen
met 2 bussen geholpen worden, zou dat al ver
schrikkelijk zijn. Dit ondenkbare is niet in te
denken en er moet van deze vergadering één
groot en krachtig protest bij Ged. Staten tegen
het verleenen der concessie voor busdiensten
uitgaan. Want niet alleen het personenvervoer
zou vastloopen, maar ook het vrachtvervoer, dat
onmogelijk per bus kan plaats hebben.
Spr. wijst er op, dat de drang, die op 't oogen-
blik uitgaat op Den Haag om de tram te be
houden, geenszins inhoudt, dat men met het
behoud der tram al tevreden zal zijn en de
gegronde klachten, die -er zijn ten aanzien van
de tram, -door de localiteit zullen worden in
getrokken. Want wel is veel verbeterd, -b.v. de
inlegging der vroegdiensten, maar we zijn nog
lang niet waar we wezen moeten. Den Haag
moet dus niet denken, dat we al tevreden zullen
zijn als de tram er maar blijft. Flakkee met
zóóveel inwoners, en zoo uitgesterkte landbouw,
heeft recht op -goede verbindingen.
Het is -dan ook dwaasheid hier de finantieele
kwestie in het geding te brengen en te zeggen:
de tram kost geld, dus ruimen wij ze maar op.
De tram is onmogelijk te vervangen door bussen
en dat moet den heeren -aan het verstand ge
bracht worden, door een krachtig en eendrachtig
protest van deze plaats.
Verder is er op 't oogenblik niets te doen.
We zullen hopen, dat Ged. Staten de concessie
niet verleenen en -Den Haag op de een of andere
manier aanleiding zal kunnen vinden om opnieuw
met de R. T. M. -te onderhandelen. Het ligt op
den weg van het Rijk, om te zorgen, dat een
belangrijk eiland als Flakkee niet van goede
communicatiemiddelen verstoken wordt.
Op 19 September worden1 wij opgeroepen om
-bij Ged. Staten bezwaren in te dienen. Spr.
acht het wenschelijk, dat verschillende menschen
uit deze vergadering daar heen gaan. Ook de
Burgemeesters als vertegenwoordigers der ge
meentebesturen zullen daar zijn.
De zaak staat zeer accuut. Dezen morgen
hoorde spr., dat de directie reeds zijn plannen
gereed had om de trambaan op te breken en
maatregelen had getroffen wat betreft het per
soneel en de gebouwen. Spr. kan echter niet
gelooven, dat de zaak al in dit stadium is
gekomen.
Er moet echter met alle kracht geprotesteerd
worden. Spr stelt voor de volgende motie aan
te nemen
De afgevaardigden' van
in vergadering bijeen te Middelharnis op
Donderdag 10 September 1931
kennis genomen hebbende van het voor
nemen der Rotterdamsche Tramwegmaat
schappij om de tramdiensten op het eiland te
staken en het passagiervervoer in den ver
volge te doen geschieden met autobussen
in aanmerking nemende, dat een autobus
dienst speciaal in den winter belang
rijk minder bedrijfszeker en ongetwijfeld ge
vaarlijker is dan een stoomtram; en het stop
zetten' van het goederenvervoer vooral met
het oog op het massavervoer van landbouw
producten -een ramp voor het eiland zou
beteekenen
overwegende bovendien, dat dei door de
R. T. M. voorgestelde regeling van het per
sonenvervoer absoluut onvoldoende zal zijn
overwegende, dat de beoogde verandering
de belangen van het eiland in sterke mate
zal schaden en de streek zal terugvoeren naar
den tijd van vóór 1909
■betreuren, dat -de Minister van Waterstaat
aan de tramwegmaatschappij de verlangde
machtiging tot staking van de tramdiensten
verleende
dringen er bij Heeren Gedeputeerde Staten
van Zuid-Holland met klem op aan de ge
vraagde concessie voor het onderhouden van
een autobusdienst (welke trouwens voor het
Westelijk deel van het eiland overbodig zou
zijn, in verband met de aanwezigheid van
een dergelijk vervoermiddel) te weigeren
besluiten deze motie ter kennis te brengen
van den Minister van Waterstaat, Gedepu
teerde Staten van Zuid-Holland en de pers.
De heer Van Houdt betoogt, dat in deze
zware malaise de opheffing der tramdiensten
voor Flakkee een ramp zou zijn en stelt de
vraag: wat heeft Flakkee noodig en wat zal
er van worden als de plannen der R. T. M.
toch doorgaan Spr. begrijpt niet hoe men het
in het hoofd krijgt om het vervoer met 2 bussen
5 beesten laden. Er gaan er wel 13 tot 17 in.
De Voorzitter: Als men dan maar geen
last krijgt van de politie wegens dierenmishan
deling. (Gelach).
De heer De Wilde van Nieuwe Tonge
wijst er op, dat de R. T. M. alles doet om
concurrenten weg te werken. Daarvoor koopt
zij booten en bussen op. Dat is ook met de
Middelharnissche boot zoo gegaan, al is het
tegen spr.'s zin geweest. Maar in het contract,
waarin de koop bezegeld is, staat, dat de R.
T. M. zou zorgen voor sneldiensten, uitgezon
derd op Zondag, Maandag en Dinsdag, die
binnen 2 uur in Rotterdam zouden zijn en ook
weer terug op Flakkee.
De heer Van den Berg, notaris te Goe
dereede En welke boete staat er op als de
tram het niet doet
De heer De Wilde: Art. 9 zegt: Wanneer
een der beide partijen' opzettelijk het contract
niet nakomt, wordt voor iedere overtreding een
-boete van 50.000 verbeurd aan de andere par
tij. (Applaus en groot gelach).
De heer De Wilde: Als de tramdiensten
worden opgeheven kan de heer Kuiper ook dit
contract niet meer nakomen. Het is 't beste,
dat wij hem dat even laten weten, dan zal hij
wel op een drafje naar den Minister loopen en
vragen: „trek de toestemming als 't u belieft
maar weer gauw in."
De Voorzitter: Staat er ook bij hoe
lang deze verplichting geldt
De heer D e W i 1 d eDe R. T. M. zit
er tot 1943 aan vast.
De Voorzitter: Als het toch doorgaat,
zijn de aandeelhouders goed met die halve ton,
maar daar is Flakkee niet mee geholpen.
De heer A. A. M ij s te Sommelsdijk zegt,
dat het altijd weinig zin heeft gehad can op
de R. T. M. te schelden. Maar we moeten zor
gen, zegt spr., dat deze vergadering niet al te
zoetsappig wordt. Flakkee moet zijn eigen be
lang dienen en voortaan ook in deze kwestie.
Er is in de laatste jaren veel te doen geweest
over de verkeersbelangen van Flakkee. Op al
lerlei vergaderingen is daar over gesproken. En
zoowel in het Departement van Waterstaat, als
in Ged. Staten en in de Staatscommissie Van
Rijckevorse-1 en ook op Flakkee stuitte men op
deze ééne groote kwestie: men zat vast aan de
concessie aan de R. T. M. Op die contracten
stootte men altijd het hoofd. En daarom ge
looft spr., dat het een mystificatie is hoe het
Departement van Waterstaat er nu in eens toe
komt om dat contract te annuleeren, waardoor
plots alle verkeer op Flakkee wordt afgesloten.
Het is spr. onmogelijk te begrijpen hoe de Mi-
Op het voormalige Nenijto-terrein te Rotterdam organiseerde de Prov. Bond van Rundvee-
fokvereenigingen in Zuid-Holland een Centrale Fokveedag van zwartbond veeslag. Onze foto
geeft een overzicht van de schapenkeuring, waarvoor veel belangstelling bestond.
te regelen. En wat moet er met Herkingen
■gebeuren. Van der Klundert houdt de concurren
tie met een lichaam als de R. T. M. nooit vol.
Maar voor deze de doodssnik geeft, kunnen
er al heel wat ongelukken gebeurd zijn, want de
eene chauffeur laat niet graag de ander voor
gaan. Wanneer het particulier initiatief te kort
schiet, wat op een eiland als Flakkee niet
anders kan, moeten het Rijk en Ged. Staten
helpen door subsidie. Dat -gebeurt in Zee-land
ook. Spr. stelt voor de zaak te behandelen met
Kamerleden, -b.v. A.-R., St, Geref., Liberalen
én' Socialisten, gezien de politieke samenstelling
van Flakkee.
Hier wordt de voorzitter plots weggeroepen
wegens ernstige ziekte van zijn broer en neemt
burgemester -Donkersloot van Ooltgens-
plaat de leiding over.
De heer P. vandenHeuvel te Ooltgens-
plaat zegt, dat er van alle kanten veel over
deze zaak geredeneerd kan worden, maar daar
voor zijn wij hier niet bij elkaar. Het gaat er
hierom zaken te doen. Eén punt acht spr. ook
van belang: 's Maandags en Dinsdags moeten
er soms 200 stuks vee met de tram vervoerd
worden. Hoe kan dat met vrachtauto's, die er
maar 4 of 5 tegelijk laden. -Daar zouden 50
vrachtauto's voor noodig zijn. Flakkee kan on
mogelijk de tram missen. Spr. vindt het goed,
dat er burgemeesters naar Den Haag gaan,
maar landbouwers mogen niet achterblijven om
argumenten' bij te brengen aan het landbouw
bedrijf ontleend. Spr stelt voor, dat de land
bouworganisaties zich hierover met elkander
verstaan. Met de finantieele geste van de R.
T. M. heeft Flakkee niets uitstaande. Als er
2 of 3 millioen gulden winst was zou Flakkee
het ook niet te weten komen. De R. T. M. heeft
de concessie en moet nu ook zorgen voor dege
lijk vervoer. Spr, wil ook den Minister van
Waterstaat met een audiëntie lastig vallen. Mis
schien kan Z. Exc. de toestemming nog in
trekken en alzoo een groote ramp van Flakkee
afwenden.
De Voorzitter wijst er op, dat in het
verslag der commissie-v. d. Vegte staat, dat
wanneer de tramdiensten niet rendabel zijn, 50
door het Rijk en 50 door de Provincie be
taald zal worden. De Provincie zal van die
50 wel weer verhalen op de localiteit en de
localiteit kan niets betalen, vooral niet in dezen
tijd van malaise. De Minister heeft reeds toe
stemming tot staking verleend en zal die niet
zoo gemakkelijk intrekken1.
De heer W. B u t h van Ooltgensplaat zegt,
dat de fout bij den wortel moet gezocht werden.
De localiteit steunt de R. T. M. niet genoeg.
Spr. kwam alleen van Ooltgensplaat met de
tram naar deze vergadering. In Oude Tonge
kwamen er nog een paar bij. De tram moest
door het publiek meer gesteund worden. Het
is ook niet waar, dat vrachtauto's maar 4 of
nister daartoe is kunnen komen. Spr. gelooft,
dat de R. T. M. hier haar hoogste troeven
uitspeelt.
De heer Van den Berg: En de gevaar
lijkste
De heer M ij s Zeker, ook de gevaarlijkste.
Laat Flakkee zich nu toch vooral niet in het
hok jagen, maar met alle macht voet bij stuk
houden. Want het gevaar is groot, dat Den
Haag nu denken gaat: het loopt wel los met
die klachten op Flakkee en zij zijn al blijde als
het blijft zooals het is. Tot voor kort was de
lijn FlakkeeRotterdam visa-versa een der beste
bronnen van inkomsten voor de R. T. M. en
omdat het nu een paar slechte jaren oplevert
zou men ineens medelijden met de R. T. M.
moeten hebben. Laat Flakkee vooral haar eigen
belang in het oog houden. Het is een zwaren
tijd voor den landbouw en de nijverheid. Al
het mogelijke wordt overal gedaan om het ver
voer goedkooper en snel te maken en hier zou
met het vervoer stopzetten. Daartegen moet
Flakkee zich met hand en tand verzetten. (Groot
applaus)
De Voorzitter: Het heeft ons gefrap
peerd, dat de Minister de toestemming gaf zon
der voeling te houden met Flakkee. Spr. ge
looft echter, dat het een storm in een glas water
is. De grootste meerderheid in het klein comité
is het €r over eens, Ged. te verzoeken: geeft
geen concessie, en als die toch gegeven wordt,
dan te zeggen: houdt alles maar, Flakkee zal
zich dan zelf wel redden. We zijn dan meteen
van de R. T. M. verlost. De directie speelt met
Flakkee als de kat met de muis en daar moet
een eind aan komen. Ook al heft de R. T. M.
de tramdienst op, zal Flakkee moeten vragen:
verleent de vergunning niet, we zullen ons eigen
dan wel helpen. (Groot applaus),
Spr. wekt de landbouworganisaties op om ook
naar Den Haag te gana en door eendrachtig
optreden den wi] van Flakkee te demonstreeren.
Wij hopen, dat de tramdiensten er blijven, maar
als dat niet gebeurt, heeft Flakkee de bussen
van de R. T. M. niet noodig, doch zal zijn eigen
wasch wel wasschen. Er zijn wel particulieren
op Flakkee, die die ondernemen kunnen en wil
len financieren, daarvoor hebben wij de R. T.
M. niet noodig. Met -de R. T. M. is toch niets
te bereiken voor het locaal belang. Met alles
wat er nu gedaan is de laatste jaren, gaat Flak
kee in plaats van vooruit steeds achteruit.
(Groot algemeen applaus van heel de verga
dering).
Met algemeene stemmen wordt de voorgestelde
motie aangenomen' en besloten te protesteeren
bij 'Ged. Staten en den Minister van Waterstaat
tegen de plannen van de R. T. M.
De heer Sieling te Melissant vraagt of
het niet de bedoeling van den Minister met het
geven der toestemming tot staking der tram
diensten, om van de R. T. M. af te komen, en
zich vrij te maken om Flakkee te helpen.
De Voorzitter ontkent dat ten stelligste.
Er zit bij de R. T. M. geen andere bedoeling
achter dan meer subsidie van Flakkee te krij
gen. Maar daar zal Flakkee zelf voor zorgen!
(Applaus). u-süilJifi
Hierop wordt de vergadering gesloten.
SOMMELSDIJK. De heeren P. Verbiest en
C. van Nimwegen, beiden alhier, slaagden dezer
dagen te Rotterdam voor de Hoofdakte.
MIDDELHARNIS. De heer P. Verbiest, on
derwijzer aan de O. L. School alhier, is ge
slaagd voor de Hoofdakte.
DEN BOMMEL. A.s, Zondag zal in de Ger.
Kerk alhier collecte worden gehouden voor de
pastorie.
OOLTGENSPLAAT. De voordracht voor
hoofd der openbare school No. 1 luidde als
volgt: 1. P. A. Ocké te Zuidzande; 2. H. M.
Meijer te Dirksland. Door den Raad werd be
noemd P. A. Ocké te Zuidzande. De benoemde
heeft zich d-e benoeming niet laten welgevallen.
-- De heer M. R. Groenewege, onderwijzer
aan de O. L. School no. 1, slaagde te Rotter
dam voor de acte Schoonschrijven M. O.
OUDE TONGE. Ds. C. Vlasblom, Ned.
Herv. predikant alhier, die het beroep naar
Wapenveld heeft aangenomen, hoopt Zondag
25 October a.s. zijn afscheid te nemen en Zon
dag 1 November a.s. zijn intrede te doen te
Wapenveld.
De heer A. C. Kruidering, onderwijzer aan
de O. L. School alhier, is in gelijke betrekking
benoemd te Helmond.
DIRKSLAND. Ds. A. de Blois, predikant der
Geref. Gemeente alhier, zal gedurende enkele
maanden op medisch advies niet zijn gemeente
optreden.
OP DONDERDAG 10 SEPTEMBER 1931,
DES 'S AVONDS 7 UUR.
De bijeenkomst werd aangevangen met het
zingen van Ps. 118 11 en 12. Hierna verkreeg
Ds. J. W. van Ree van Barendrecht het woord
en sprak den zegen uit.
Het is, aldus spr., de eerste maal, dat ik in
dit kerkgebouw het Woord Gods mag openen.
Ik hoop, dat dit Woord ten alle tijde alhier
gesproken zal worden naar -de meening des
Geestes en dat het onder Gods zegen tot heil
mag strekken voor menige ziel, opdat Gods
naam daardoor worde verheerlijkt.
Allereerst worden gelezen de twaalf Artikelen! 1
des Geloofs en daarna Ef. 2 13 tot einde.
Als consulent van deze gemeente roept spr.
allen een hartelijk welkom toe. Terecht is bij
den aanvang gezongen: „Dit werk is door Gods
Alvermogen, Door 's Heeren hand alleen ge
schied; Het is een wonder in onz' oogen; Wij
zien het, maar doorgronden 't niet."
12 December de's vorigen jaars mocht spreker
voor het eerst alhier het Woord Gods prediken
en thans na zulk een korten tijd treedt spr. op
in dit lieflijke en schoone kerkgebouw. Hieruit
ziet men wat de liefde vermag. Het schoone ge
bouw is tot stand gekomen tengevolge van de
liefde tot de oude beproefde waarheid. Het kerk
gebouw van buiten bezien -heeft een mooien
stand en is zeker geen ontsiering voor den weg
waar het aan staat. Het heeft niet alleen een
schoone stand, doch is ook ernstig gelegen. In
de onmiddellijke nabijheid toch is gelegen het
kerkhof dezer gemeente, waar reeds vele dooden
begraven zijn. Elke kerkgang wordt U toege
roepen „Memento mori", „Gedenk ,te sterven
Bij het betreden van het gebouw krijgt men
onmiddellijk een gezelligen indruk. Ge moogt
als gemeente trotsch op dit gebouw zijn. Met
dezen zegen, die ge uit 's Heeren hand ont
vangen moogt, feliciteer ik U van harte. Men
mag evenwel niet vergeten, waartoe dit kerk
gebouw is gegeven en beschikt. We mogen niet
in uiterlijkheden blijven hangen. Het kerkgebouw
is er om Gods Woord te hooren verkondigen.
Spr. hoopt, dat voortaan eiken Zondag en ook
wanneer er door de week het Evangelie zal
worden gepredikt, druk gebruik van zal worden
gemaakt. Alvorens verder te spreken wordt
evenwel het aangezicht des Heeren gezocht.
Hierna wordt gezongen Ps. 122 1 en 3.
Als tekst heeft spr. gekozen, mede in verband
met de opening van dit gebouw, Ef. 2 1921:
„Zoo zijt gij dan niet meer vreemdelingen en
bijwoners, maar medeburgers der heiligen en
huisgenooten Gods, gebouwd op het fundament
der Apostelen en Profeten, waarvan Jezus Chris
tus is de uiterste hoeksteen, op welken het
geheele gebouw, bekwamelijk samengevoegd
zijnde, opwast tot eenen heiligen Tempel in
den Heere".
Van uit den kerker te Rome verzendt Paulus
zijn -brieven aan de Gemeenten. Zoo ook aan
die te Efeze. Duidelijk doet hij steeds naar voren
treden het „Uit genade zijt -gij zalig geworden
'Het thema van spr. is voor dezen avond: „De
heerlijkheid van het huis des Heeren verdeeld
in de; volgende punten: 1', De weldaden die
worden genoemd. 2. De grond waarop het be
rust, en 3. De voltooiing die wordt bereikt.
Paulus zegt: „Zoo zijt gij dan niet meer
vreemdelingen en bijwoners, maar medeburgers
der heiligen en huisgenooten Gods. Hij wijst
aan wat zijn hoorders zijn geworden. Allereerst
keert hij evenwel in het verleden terug en zegt
wat zij vroeger waren. Dit mag ook nooit ver
geten worden, want dan worden we hoogmoedig.
Dat is in het natuurlijke zoo, maar ook op gees
telijk gebied. Er kan ook geestelijken hoogmoed
ontstaan, hetgeen door God wordt verboden.
Het woord vreemdelingen komt meermalen in
de H. S. voor. Zoowel in gunstigen als in on-
gunstigen zin. De bijbelheiligen worden genoemd
vreemdelingen en gasten.- Dat is een goede
vreemdelingschap. En deze vreemdelingschap zal
aan deze zijde van het graf moeten1 worden ge
kend. Er is evenwel ook een ongunstige vreem
delingschap. En juist dat bedoelt Paulus hier.
De mensch is goed en naar Gods evenbeeld ge
schapen. Hij is echter vrij- en moedwillig ge
vallen. Hij is gekomen in den staat van ver
vreemdeling: den staat des doods. Hij is vreem
deling van God, vreemdeling van Christus en
vreemdeling van de verbonden der beloften. De
staat van den gevallen mensch is een staat van
verharding. En hoevelen leven er in dien staat
voort. Straks zal door hen worden gehoord:
Gaat weg van mij, gij vervloekten, in het eeu
wige vuur, dat den duivel en zijne engelen is
bereid; Ik heb u nooit gekend. Ze zijn vreem
delingen gebleven. Met bijwoners wordt door
Paulus bedoeld degenen, die tijdelijk bij de
Israëlieten woonden, omdat Israel een bewel-
dadigd volk was. Die bijwoners, zij woonden
9
dicht bij
„een hui!
y Die b
ven. Oo
woners
wandeling
De kerkei
daarmede
hebben
maal. Ze
VerbondS;
men bijv
eeuwig bi
We moeti
heilige11
plaats gri
beneden,
rijk. De
geboorte
den med
Gods. Zc
melsche
den door
het nieuv
zuchters
naar die
Ze gaan
voelen m
ook huisg
derdaan
nog geen
wel huisj
zonen en
gemeen scl
weldaden
is voor
Ze zijn
gaarne sc
ook scher
hem bidd(
genoot z:
alles is hi
hen evenv
Hij weet
zullen zij
het vader
vreemdeli
en erfge
is er ook
op dien
nooten.
Het is
voor U
gedachte
woord be
onszelf
De plaat
was toch
ook op
voeldet
evenwel
beschikt
plaats toe
des .Evan
genoeg,
delingen
burgers
dat is vo
dat voor
reene noo
geboren.
En dat le
den geke:
gebouw
van vre
worden
nooten G
Zijns Wc
In de
grond wa
op het
waarvan
d. w. z.
die naar
eeuwig
fundamen
kerkgebo1
ook is
fundameii
hechte gi
de uiters
dat fund
Hij toch
God en
heeft gev
_volk beta
jedaan.
van Zacl
veeren: F
in Zion
zongen: E
Christu
lijk was
tot de
niet aanc
geworden
des Heil;
wordt all
staande I
ste der
der waar
bouwd o
feten, w
hoeksteer
leer van
die, waa.
„Buiten
zielsverd-
De He
tusschen
den Eer,
Tweeden
moet er
God doe
opwassin
gebouw,
wast tot
leidt tot
wordt be
God i
Ook geh
breekt a
bloot en
strijd. D
door on
echter o
Gods G
benauwc
zien
schap, d
God zijr
in zichzi
moet zal
eigen ve
gaat Go
voegt be
de groot
tus vine
Apostel
bekwam
hemelsd
daarove
zelf. De
die stee
wordt
allen tez
levende
Ook hei
heiligen
aldus s;
doorbrei
f