w Hierop letten WtH Plaatselijk Nieuws. Hebt ge ook de Advertenties gelezen Land- en Tuinbouw. gevol of r- Mm ■v' ii :;f onbepaalden tijd. Mocht de toestand van den gemeente-secretaris van dien aard zijn, dat ver dere maatregelen noodig zijn, dan kunnen die later nog worden genomen. Met algemeene stemmen wordt conform het voorstel-B. en W. besloten. Dan deelt de VOORZITTER mede, dat in verband met de gehouden besprekingen in een vorige vergadering B. en W. voorstellen tot wijziging van de politieverordening over te gaan en de volgende bepalingen toe te voegen Verordening tot aanvulling van de politie verordening der gemeente Middelharnis, dd. 24 November 1925. Na art. 65 der verordening wordt het vol gende ingevoegd Art. 65a. Op straffe eener geldboete van ten hoogste 25 moeten heggen op of langs openbare straten en wegen der gemeente staande, op aanwijzing van Burgemeester en Wethouders binnen een door hen te bepalen termijn door den eigenaar of beheerder worden opgesnoeid tot op een hoogte en een breedte als door hen zal worden bepaald, wanneer zulks voor de veiligheid van het verkeer over de openbare straat of weg wordt noodig geoordeeld. Vastgesteld door den Raad der gemeente Mid delharnis in zijn openbare vergadering van 7 September 1931. De VOORZITTER neemt aan, dat heggen niet onder „schuttingen" van art. 690 Burg. Wetb. begrepen zijn en dus deze verordening niet in strijd zal komen met de Rijkswet. De heer DOORNBOS gelooft, dat het moei lijkheden mede zal brengen. Spr. valt er zelf ook onder en zoo zijn er meer plaatsen, waar het erf, waar de heg op staat, lager is dan den openbaren weg. Wanneer nu het erf als basis genomen wordt, dan wordt de heg lager dan voor den weg noodig is. Het beste is den weg als meetbasis aan te nemen. De VOORZITTER: We nemen alles ter hoogte van den weg. De heer VOGELAAR: Het zal voor B. en W. niet gemakkelijker worden als ze alles persoon lijk moeten beoordeelen. De VOORZITTER De belanghebbenden zullen wel medewerken. De heer KOOTE: Kan er geen vaste maatstaf worden aangenomen De VOORZITTER: Elk geval moet op zich zelf beoordeeld worden. De heer VROEGINDEWEIJ: Het beste is, dat B. en W. het zelf maar beoordeelen. De heer DOORNBOS: Het gaat toch alleen maar over gevaarlijke hoeken Met de stem van den heer v. d. Meide tegen wordt de verordening aangenomen. Na afloop der vergadering stelde de Burge meester de raadsleden in de gelegenheid de nieuwe vleugel van het gemeentehuis te be zichtigen. Dit gebouw, dat thans gereed gekomen is, ■mag een aanwinst voor de gemeente genoemd worden. Beneden bevindt zich het arrestantenlokaal, met centrale verwarming, electrisch licht, af gesloten W.C. en ruim vertrek. Voorts een kamertje voor event, administratie en waar een gearresteerde, ingevolge de nieuwe bepalingen der wet zijn raadsman spreken kan. Hier be vindt zich ook een brandvrije kluis. Boven heeft men het vergaderlokaal. Een ruime zaal met so bere en doelmatige meubileering. Aan den wand hangt een ets, voorstellende de Middelharnissche visschersvloot in de haven, geschenk van den vroegeren burgemeester U. Mijs. Het gebouw is practisch ingericht. De voor gevel past zich bij de stijl van het gemeente huis aan, zonder in de fout te vervallen een „namaak" historisch geveltje te zijn geworden. SOMMELSDIJK, L.l. Zaterdag stonden bij den dorrespondent der arbeidsbemiddleling 4 werkzoekenden ingeschreven. Door den heer S. F. Kootte is een woon huis onderhands aangekocht in de Van Aers- senstraat. In de maand Augustus 1.1. zijn door den Burgemeester 4 vergunningen afgegeven voor het schieten van schadelijk gevogelte. Vorige week zijn uit deze gemeente ver scheept 2440 H.L. aardappelen en 885 H.L. MIDDELHARNIS. Alhier is door de politie aangehouden een ijondreizend koopman, die in het Politieblad gesignaleerd stond tot het ondergaan van eenige dagen hechtenis en op zending naar de Rijkswerkinrichting. Op de gehouden vergadering van de Gas- commissie is benoemd' tot haar voorzitter wet houder J. Struik. Door 't college van Burgemeester en Wet houders is aangewezen tot waarnemend burge meester wethouder J. Struik. Loop der bevolking over de maand Aug. Ingekomen St. Looij van Nieuwerkerk a. d. IJsel, M. Visbeen van Melissant, P. C. van Melle van Oude Tonge, M. J. Klein van Oud dorp, A. P. Koote van Overschie. VertrokkenG. Onderdelinden, M. Looij, J. Deurloo, L. Lucia, allen naar Sommelsdijk; G. P. Stolk naar Raamsdonkveer, J. v. d. Valk naar Rotterdam, Adr. N. van Oudgaarden naar Arnhem. STAD AAN 'T HARINGVLIET. Zaterdag a.s. zal de Rijksontvanger in deze gemeente zit ting houden ten gemeentehuize van 10—12 uur. Ingevolge art. 84 der Gemeentewet is tot plaatsvervangend burgemeester aangewezen wet houder L. Braber J.Lz. Van den landbouwer A. C. v. L. ging de vorige wek een span paarden in de Voorstraat alhier aan den haal. De knecht V. sprong, toen hij bemerkte de paarden niet tot stilstand te kunnen brengen, van den wagen. De paarden werden in hun vaart gestuit door het ijzeren hek aan het eind van de straat. Het hek is voor een groot deel vernield. OUDE TONGE. De handel in veldvruchten is op het oogenblik slap: voor de aardappelen besteedt men 2.45 'en uien geen prijs. A. V. had het ongeluk met de fiets in de sloot te rijden, zoodat zij druipnat thuis kwam. De huisvrouw van A. de Vos geraakte onder een span paarden van de Wed. H. de Leeuw, dat zonder geleider op hol was. Zij werd in de woning van J. Fase binnengedragen en door Dr. Parree verbonden en later naar huis vervoerd. Haar toestand is nog al ernstig. Door J. Pulleman is aan B. en W. een verzoek gericht voor het plaatsen van een zuur stofapparaat in zijn autogarage bij zijn woning alhier. H. ten H. kreeg door een beet van een insect een wondje op zijn arm wat later tot bloedvergiftiging overging zoodat geneeskundige hulp noodzakelijk was, NIEUWE TONGE. Bij de op 4 September j.l. gehouden aanbesteding voor de centrale ver warming in de Ned. Herv. Kerk alhier, waren de volgende inschrijvers Visser en van der Giezen, IJselmonde, voor 3280; Fa. de Mooij, Sommelsdijk, voor 3189; A. van der Ben, IJselmonde, voor 3080; Tech nisch Bureau Jb. Klaasse, Haarlem, voor 3790; F. H. en G. Stevens, Beverwijk, voor 3649; Ingenieurs Bureau Centra, Den Haag, voor 4840; Fa. D. H. G. Langeren Zonen, Hil- ïegöm, voor 3250. Door B. en W. is aan C. Vreeswijk ver gunning verleend tot het bouwen van een aard appelbewaarplaats. Tegen S. v. d. V. is proces-verbaal op gemaakt wegens het laten liggen van materialen op den openbaren weg. Deze week werden van hier vervoerd 4000 balen uien, 500 balen peen en 100 H.L. aard appelen. A.s. Donderdag zal de Rijksontvanger zit ting houden op de gewone uren. Bij den heer Johs. T. ontstond door on bekende oorzaak een begin van brand. Gelukkig dat dit spoedig werd bemerkt, zoodat erger werd voorkomen. DIRKSLAND.* Wij lezen in de „Wieringer Courant" omtrent een vroegeren dorpsgenoot het volgende Afscheid Brigadier-majoor Witvliet. Op recht hartelijke wijze heeft de burgerij van Wieringen Donderdagavond in Hotel De Haan afscheid genomen van den brigadier-majoor C. Witvliet, welke, zooals men weet, 2 September is over geplaatst naar Dokkum. Op recht hartelijke wijze, schrijven wij; dit was het dan ook inderdaad, 't Zal niet veel voorkomen, dat een ambtenaar der politie op een dergelijke wijze wordt gehuldigd door men schen, welke eigenlijk min of meer wel eens niet voordeelig uitwaren als zij met hem te maken hadden. Er had zich dan ook inderhaast een Comité gevormd, om den heer Witvliet te huldigen en van alle zijden had men sympathie met het idée. Zoo was dan ook een tamelijk groot gezel schap bijeen in Hotel De Haan. De Mandoline club O.K.K., onder leiding van den heer P. Jongkind, was onmiddellijk bereid hare mede werking in muzikalen vorm te verleenen, en onder de aanwezigen zagen wij o.m. burgemees ter L. C. Kolff, wethouder J. Bosker, Dr. J. Beeker, Notaris v. d. Speek Óbreen, terwijl de tijdelijke burgerij vertegenwoordigd werd door de heeren Ir. Vetter, onderdir. M.U.Z. en de hoofduitvoerders der M.U.Z., J. P. v. d Plas en De Neef met hunne resp. dames. Nadat het Mandolinekoor eenige nummers had doen hooren, werd de heer Witvliet met zijn echtgenoote en kinderen door den voorzitter van het comité verwelkomd en naar hunne plaatsen geleid, waarna de heer C, J. Bosker ongeveer sprak als volgt Mijnheer en Mevr. Witvliet, Dames en Hee ren. Het is wel een bijzondere gebeurtenis, die er hedenavond plaats heeft; voor zoover ik mij herinneren kan heeft een huldiging door de burgerij van een brigadier der Rijksveldwacht hier nimmer plaats gehad; hiertoe moet dus nu wel bijzondere aanleiding geweest zijn; en dat is het ook. De heer Witvliet was voor ons een recht schapen politiedienaar, die geen onderscheid des persoons maakte, 'n man met vele tact en vast beradenheid. Zeker, er zijn er hier onder ons, die wel eens een proces-verbaal van hem hebben opgeloopen, maar steeds moest worden erkend, dat het rechtvaardig was. Een bijzonder zware taak had hier de briga dier. De bevolking was hier immers verdubbeld met menschen uit schier alle deelen van het land, uit alle lagen der maatschappij en angstig hebben we ons afgevraagd, hoe hier met die kleine politiemacht de orde zou zijn te hand haven. Edoch, nimmer is hier iets voorgevallen, dank zij het tactvolle beleid der politie, in het bijzonder van den heer Witvliet, die wij kunnen wel zeggen, bijna dag en nacht op het pad was om voor onze veiligheid te waken. Dat de burgerij uw werk waardeert blijkt thans bij deze spontane huldiging, waardoor wij in staat zijn u een mooi Radiotoestel aan te bieden, waartoe ieder het zijne gul heeft bij gedragen. Wilt u, mijn heer Witvliet, dit ge schenk aanvaarden als een herinnering, dat de Wieringer burgerij uw arbeid en ijver wist te waardeeren. Ook u, mevrouw Witvliet, deelt in deze hul diging. Ook gij hebt in alles hier meegeleefd, u gegeven voor vele maatschappelijke zaken. Wilt u deze mand met bloemen aanvaarden als 'n erkenning van de Wieringer burgerij van uwe verdiensten. Spr. uitte ten slotte den wensch, dat het t gezin Witvliet in Dokkum wel mocht gaan. Burgemeester Kolff verkreeg nu 't woord en memoreerde hoe eenige maanden geleden de heer Witvliet er hem over sprak om te solliciteeren. Spr. had toen gezegd: als ik voor mijn persoon en de burgerij moest spreken, dan zou ik zeggen: doe het niet; doch wara hier 'n promotie voor u op het spel staat, moet ik zeggen: doe het wel. 't Getuigt, dat u in alles goed staat aange schreven, dat u op nog jeugdigen leeftijd is bevorderd tot brigadier-majoor en ik feliciteer u van harte, al betreur ik het, dat wij hier een bekwaam politie-ambtenaar moeten missen, want uw opvolger zal moeite hebben uw voetspoor te volgen. Het verheugt spr., dat de burgerij zoo spon taan hedenavond blijk geeft, dat zij uw werk op prijs heeft gesteld, en spr. verwacht wel, dat de heer Witvliet een aangename herinne ring aan zijn omgang met de bevolking van Wieringen zal bijblijven. In opdracht van den Raad overhandigt spr. den heer Witvliet een enveloppe met inhoud. Op de rede van beide sprekers klonk telkens een hartelijk applaus en toen iedere aanwezige een glas wijn werd aangeboden en burgemeester Kolff 'n dronk instelde op het welzijn der fa milie Witvliet, klonk 'n gul: Lang zullen ze leven 1 De heer Witvliet dankte ontroerd voor deze hulde. Zijn taak was hier zwaar geweest, maar het verheugt hem de plicht te hebben kunnen volbrengen, zooals hij zich die voor oogen had gesteld. De vijf jaren op iWeringen zijn mij goed geweest en de sympathieke bevolking zal mij steeds in herinnering blijven. Ook mevrouw Witvliet betuigt haar dank voor de hulde. Eerst had het haar moeite ge kost hier te wennen en nu zag zij er tegen op van Wieringen te scheiden. Zij verzekert, dat ieder Wieringer, die in Dokkum komt, bij haar hartelijk welkom zal zijn. Ook nu 'n warm applaus en de muziek zette een marsch in. 't Was een uiterst gezellige avond. Nadat de voorzitter woorden van dank had gericht tot de aanwezigen en aan de Mandoline- vereeniging voor hare bereidwilligheid, nam ieder nog eens persoonlijk afscheid van de familie Witvliet en daarmede was deze mooie huldigingsavond ten einde. MELISSANT. Door de landbouwvereeniging „Ons Belang" is een schip aangekocht, metende 320 ton. Het schip wordt aan de Dirkslandsche haven bij de zoogenaamde Stelvaat op den wal geplaatst en ingericht voor opslagplaats van graan. HERRINGEN. Het vroegere woonhuis, annex 'klompenmakerij van wijlen den heer A. Mans, is in eigendom overgegaan aan A. Witvliet. Bij de plechtige vaandeluitreiking in de maand September aan het verband Monden der Maas van den B. V. L„ zullen uit deze gemeente daaraan deelnemen 1 onderofficier en 2 man schappen, n.l. R. Witvliet en Jac. v. d. Velde en C. Melissant. Er worden hier momenteel weer verschei dene arbeidskrachten uit Ouddorp te werk ge steld in het landbouwbedrijf, GOEDEREEDE. De bouwknecht Th. R. had een puistje op zijn arm, dat open ging. De arm begon op te zwellen en de geneesheer con stateerde bloedvergiftiging. De garnalenvisschers vingen de vorige week van 50 tot 60 kilo per dag en per vaar tuig. -- De 4-jarige F. van Heest liep Zaterdag van den Kinderdijk pardoes de sloot in. Ge lukkig was zijn oom D. in de nabijheid, die hem spoedig op het droge haalde. Van het vaartuig van schipper A. Roos brak 2 weken geleden een zwaard en de vorige week verloor hij een geheel vischtuig, een waar de van plm. 200. De 13-jarige J. v. T. zou Maandag eens met de fiets van den Hoofddijk rijden. Maar o weede sloot was de eindrit. Het liep met een nat pak af. OUDDORP. In de vorige maand zijn in deze gemeente drie jachtakten uitgereikt. De timmergezel Job Tanis Dz„ werkzaam te Lisse, kwam bij zijn werk van 3 M. hoogte te vallen op een betonnen vloer. Nadat hij een dag bewusteloos was, is de toestand nu beter geworden. De heer KI. Voogd heeft zijn woonhuis, staande in de Boompjes, ondershands verkocht aan Mej. Wed. B. Goedegebuure. De visschers vingen in de vorige week, per dag en per vaartuig, van 40 tot 60 kilo garnalen; geen zalmen. Poeders en Tabletten zijn alléén acht, als de verpakking voorzien is van den naam Mijnhardt. Let bij het koopen daar speciaal op, want dit alleen garandeert U de echtheid. UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD. (Nadruk verboden). Verkeerde bezuiniging. (Slot). Allerwegen' zoo schrijft dan de heer Lan- genhorst in „Het Kringblad" van den Kring Hulst v. d. N. C. B. zijn kenteekenen te zien van meer of minder sterk kaligebrek. Ook op perceelen, die eenige jaren geleden nog goed van kali zijn voorzien. Heele oppervlakten aard appelen moesten bij de veldkeuring worden af gekeurd, omdat het sterke kaligebrek een juiste beoordeeling uitslootDe honderden guldens, die bespaard zijn in Oost-Zeeuwsch-Vlaanderen op de kalibemesting, doen voor duizenden gul dens schade. En men meene niet dat van geen schade sprake kan zijn, als het gewas niet dui delijke ziekteverschijnselen optreden, is de kans op schade groot. Schade door onvoldoende ont- wikeling, minder opbrengst slechter kwaliteit, grooter besmetingskansen voor verschilende ziek ten, In niet weinige gevallen dat een of ander gewas niet vooruit wil, zooals de landbouwer zegt, geen schik heeft, zegt weer een ander, heb ik voor mij zelf de overtuiging gekregen en ook geuit, dat kaligebrek de oorzaak was. Men heeft langen tijd gedacht, dat twee bemestingsfouten op kleigrond ongestraft konden gepleegd wor den. Ik bedoel deze twee 1. het voortdurend bemesten met groote hoeveelheden zwavelzure ammoniek, 2. het weglaten der kaldbemesting. Beide fouten beginnen zich meer en meer te wreken Tot zoover de heer Langenhorst. De land bouwkundige medewerker van de „Leeuwarder Courant", beschrijft in het blad van 18 Juli de afwijkende verschijnselen op het Centrale Kali proefveld te Finkum (Fr.) bij verschillende cul- tuurgewasen, als gevolg van kaligebrek. Zoo bijv. bij enkele aard. soortenop het perceel Eerstelingen zonder kali waren de plan ten op 11 Juli bijna dood, terwijl ze tevoren erg bronskleurig waren. Bij Wilhelmina-t a r w e kwam het perceel zonder kali sterk achteraan. Bij tuinboonen vertoonde het kaligebrek zich het allersterkst. Op 't perceel zonder kali kregen de bladen zwarte randen, zij krulden om en stierven af. Uien bleken ook, evenals 't vorige jaar, uiterst gevoelig voor kaligebrek, en eveneens kwam dit gebrek bij erwten zeer duidelijk uitop 't perceel zonder kali bleef het gewas laag en leken de planten wel ineenge krompen. Deze mededeelingen kunnen als waarschuwingen gelden, dat men, zelfs op de kleigronden de kali niet zoo maar klakkeloos, d.w.z. zonder grondonderzoek, kan weglaten. Dit zou zich leelijk kunnen wreken. Proefnemingen in de Fruitteelt. De Proeftuin der Ned. Pomologische Vereeniging te Utrecht 1 is omgezet in een fruitteelt-proefbedrijf, waar voor nu de Rijkssubsidie met 2500.— per jaar werd verhoogd. Door deze Rijkssteun is het nu mogelijk; geworden de proeven verder uit te werken. Uit het onlangs verschenen verslag over 1930 stippen we het volgende aan Aardbeienmatjes „Magna". Van een gelijk aantal planten werden geoogstmet matjes 165 ponden, zonder matjes 123 ponden. Door de nachtvorst van 8 op 9 Mei werden bij de planten met matjes meer bloemen vernietigd dan bij die zonder matjes. Niettemin was toch de oogst nog grooter. Tegen de blad luis werden de pruimen in Juni bespoten met Nicol 2 met zeer goede resultaten. L ij m- banden: nogmaals werd een onderzoek in gesteld naar de kleefkracht van verschillende soorten rupsenlijm. Beproefd werden Arbocol, Asepta, Parim en Tanglefoot. De laatste con trole geschiedde op 14 Februari 1931. Wat kleefkracht van verschillende soorten rupsenlijm. Beproefd werden Arbocol, Asepta, Parim en Tanglefoot. De laatste controle geschiedde op 14 Februari 1931. Wat kleefkracht op dit mo ment betrof, bleken Tanglefoot, Arbocol en Pa mir nog voldoende 'kleelkrachtig. Asepta bezat slechts weinig kleefkracht. Tegen den appel- moessnuiterkever j In Mei werden wederom jutebanden aangelegd tot het vangen der ke vertjes. In de 2e helft van Januari '31 werden de banden gecontroleerd. Bij 6 banden van struiken werden gevangen 2, 13, 7, 3, 0 en 6 kevertjes. Bij 6 banden van stamboomen werden gevangen 4, 12, 10, 18 en 2 kevertjes. Gemiddeld over deze 12 banden 7 kevertjes per band. Reeds meerdere jaren achtereen worden alle appels in den proeftuin van banden voorzien. Ernstig is de plaag der kevertjes niet, doch regelmatig worden er in den winter op deze wijze wegge vangen.— Tegen aardvlooien s de koolzaaibed- den werden ten deele bespoten met 1 pCt. kalk plus 0.3 pCt. loodarsenaat, ten deele onbespo ten gelaten. De bespoten deelen waren aanzien lijk beter dan de onbespoten deelen, zoodat loodarsenaat een goed bestrijdingsmiddel blijkt te zijn. Tegen ratten s ter bestrijding van de woelratten werd wederom gebruik gemaakt van Ratin en Ratinin. Deze middelen geven zeer goede resultaten en doodden vele ratten. Af doend zijn echter dez emiddelen alleen wanneer zij algemeen in de omgeving worden toegepast. Tegen hazenschadeter voorkoming van ha- hazenschade werden appeldoornen gedeeltelijl ingesmeerd met paardevet, gedeelteijlk met Hy- loservin, Boomen met deze middelen behandeld werden niet door hazen aangevreten wel enkele niet behandelde boomen. Rendabele fruitcultuur. In de „Fruitteelt" le zen we Wij wetendat zonder een oordeel kundige bestrijding van ziekten en schadelijke insecten geen goed fruit geoogst kan worden dat alleen het goede fruit tegen loonende prijzen kan worden verhandelddat voor goed fruit ook in ons land nog een ruim afzetgebied be staat. Ondanks deze feiten zijn er nog tallooze telers, die geen ziektebestrijding, en die als ge volg daarvan geen rendabele cultuur hebben. Meerdere samenwerking blijft daarom noodzake lijk. Stikstofmeststoffen. Er is nu gelegenheid om zwavelzuren ammoniak te koopen tegen uiterst lage prijzen eenige guldens per 100 kilo lager dan een jaar geleden. Er is overproductie van dat artikel, omdat in bijna alle landen van Eu ropa tijdens en na den oorlog fabrieken tot het bereiden van zw. ammoniak zijn gebouwd, 't Vorige jaar werd een prijsval voorkomen doc i de belanghebbende trust, wijl zij toen prijze >r afgesproken maakten. Dit is thans weer gepro beerd, maar men is niet tot een vergelijking ge komen. Wij willen hopen, dat dit ook vooreerst niet gebeuren zal. De boer kan geen hooge prij zen betalen. Hij voorzie zich dus nu van zw. amoniak in plaats van andere duurdere stikstof meststoffen. „Maar de kalktoestand laat dat mis schien niet toe", zegt wellicht iemand „omdat de zw. ammoniak een zure meststof is." Welnu dat onderzoeke men d.w.z. men strooie niet klakkeloos op z'n akker zw. a. uit, doch zende 'n grondmonster naar Groningen. Blijkt de grond inderdaad zuur te zijn, dan kan men eerst den juisten kalktoestand bewerken door mergel aan te wenden, en dan kan men zonder bezwaar, en dus met belangrijke besparing, zw. ammoniak gebruiken. Bij tuinwerkWilt gij bij uw tuinwerk schoo- ne handen houden, doe dan als volgtvóór ge begint de handen wasschen als gewoonlijk, licht afdroger zijn, tot wat gly tegen let el zijn „Ik vermoed van niet, want 'k heb nooit ook maar de minste zinspeling op die gebeurtenis gehoord, als over jou werd gesproken. Niemand weet het vermoedelijk. Het behoeft ook niet verbreid te worden. Het is tijd genoeg, wanneer ■het op de een of andere wijze uitlekt. Dat is natuurlijk mogelijk. Maar dat behoeft je niet te bezwaren, want zulk een praatje is wel in de kiem te smoren of het praatje is spoedig uit." Peinzend vertrok Gretha, nog vervuld van het gehoorde, dat haar met medelijden vervulde. Zij kon zich levendig indenken, dat mevrouw Meyenbeek Leeuwenhuis en haar beide kinderen ontzettend moesten hebben geleden. Het meest frappeerde haar de houding van Marianne's moeder, zooals deze die had uiteengezet. Zij was er, al kon Marianne dat niet, althans nóg niet vatten, van overtuigd, dat mevrouw Meyenbeek Leeuwenhuis, geleerd door smartelijke levens ervaring, bezig was, om terug te keeren tot God, van Wien zij van kindsaf zeer goed op de hoogte was. Daarom tem eer verlangde zij er naar kennis te maken met Marianne's moeder. Dien avond werd Gretha nog meer verbaasd. Zij ontving een, als steeds, leuke, opgewekte brief van Annie, die alle mogelijke Noord- stadsche nieuwtjes bevatte. En opeens las zij, vol verbazing „En nu heb ik je iets huiselijks mede te deelen. Je weet, dat Albert Leermans, de collega van Arie, zeer vaak bij ons komt. Eigenlijk is hij huisvriend, hoewel hij, dat heb ik je al ge schreven, geloof ik, onze levensbeschouwing niet deelt. Hij vertelde mij gister eerlijk, dat hij nooit in een kerk was geweest. Het deed mij pijn, want hij is een aardige, goede jongen, eigenlijk iemand, om een beetje medelijden mee te hebben. Want maar neen, dat verhaal doe ik je niet. Vader heeft gezegd, dat we je dat wel eens zullen vertellen, als je hier bent. Dus ter zake. Albert dan heeft vader een mededeeling gedaan, waaruit bleek, dat hij niet Leermans heet. Dat is de naam van zijn moeder, dien hij heeft aan genomen. Maar hij zag in, dat hem dat in groote moeilijkheden brengen kon en nu draagt hij zijn eigen naam. Die is Albert Meyenbeek Leeuwenhuis. Die Marianne bij jou, over wie je ons geregeld in je brieven schrijft, is zijn zuster. Vind je dat niet merkwaardig Hij is onze huisvriend 'en jij dik bevriend met Marianne 't Is wel een wonderlijke samenloop van om standigheden. Hij is er volkomen van op de hoogte en juicht het zeer toe, dat jullie beiden eens naar Noordstad komen, waarvan al zoo half en half sprake was. Als jullie nu beiden maar tegelijk vacantie kunnen krijgen. Zie, dat je dat klaar speelt. Je kunt nog al een potje breken bij de „dikketriese", zooals onze melk boer de directrice van de Huishoudschool noemt. Ik stel mij er heel wat van voor, van jullie hoog bezoek. Naar de brieven te oordeelen is Ma rianne een aardig meisje. En ik kan je ver zekeren, dat Albert e'en charmant jongmensch is (ja zusje, ik zie je' het hoofd afkeurend schudden, maar het is de volle waarheid). Hij spreekt altijd vol lof over Marianne. Maar nu iets anders. Want, eerlijk gezegd, ik geloof, dat ik al veel te veel heb geschreven. Een kwaaltje van me. Dat weet je. Ik ben nu eenmaal zoo'n flapuit. Je hebt meer het bedacht zame van vader. Nog vaak moet ik hooren, al ben je dan uit óns gezicht: doe nu eens als Gretha. Och, kindje ik ben nu eenmaal niet anders en men moet mij nemen, zooals ik ben. Waar had ik het nu eigenlijk over O ja, 'k weet al. Zie eens, je moet nog niets aan Marianne zeggen, dat Albert geregeld bij ons komt en' dat hij thans zijn eigen naam draagt. Daar zit een droeve familiehistorie aan vast, zie je, die ik je van Vader nog niet vertellen mag. Je bent zeer zeker niet op de hoogte en dan zou je mededeeling Marianne rauwelings op het dak vallen. Albert heeft verteld ik bedoel mijnheer Meyenbeek Leeuwenhuis, maar hij wordt hier in huis bij zijn voornaam genoem4 dat hij zijn moeder zou schrijven over de zaak en dat Marianne het dan vanzelf te weten kwam. Zwijg er dus over, tot Marianne op de een of andere wijze er over spreekt. Ik geloof, dat dit een verwarde brief is, die je misschien wel nieuwsgierig maakt, 'k Heb al veel te veel gezegd. Je moet maar denken, dat de helft niet geschreven is. In ieder geval weet je nu en dat mag je wel weten dat Marianne's broer heel vaak bij ons komt en een zeer geziene gast is. Moge lijk kun je er op de een of andere wijs je voor deel mee doen, als Marianne zich soms uitlaat. Nu geloof ik, dat ik weer zoo wat ben uit gepraat. Je schrijft spoedig terug, hé Alsjeblieft geen bloederige brief, hoor. Van operaties en zoo." Gretha glimlachte. Annie was natuurlijk weer aan het doordraven. Zij had het hart op de tong; was precies het tegenovergestelde van haar, die steeds de bedachtzame was genoemd. 't Was toch wel merkwaardig, dat zij nu juist dezen avond Annie's inderdaad wat verwarde brief kreeg. Als Marianne haar niet eigener be weging op de hoogte had gebracht, zou zij het schrijven voor de helft niet hebben begrepen. Doch nu was alles haar volkomen helder: Marianne's broer had zijn eigen naam niet willen dragen, natuurlijk om het gebeuren van vroeger. Hij was er van teruggekomen. Dus was dat in orde. Wel, er was nu geen enkele reden, om Ma rianne niet op de hoogte te brengen „Zeg", zeide zij, toen deze op het punt stond, den nachtdienst in te gaan, ,ik heb je nieuws te vertellen. Je broer in Noordstad heet Albert, hé „Hoe weet je dat Zijn naam heb ik, geloof ik tenminste, nog nooit genoemd." „Schrijft hij wel eens, dat hij vaak bij een familie komt?" „Ja, bij het hoofd van een school, van een Christelijke school." „Dat klopt precies. Dat schoolhoofd heet Kleefstra", lachte Gretha. „Bij jou thuis 1" riep Marianne verbaasd uit. Maar dan werd zij bloedrood. Gretha merkte het onmiddellijk op en begréép. „Ja, Albert Leermans komt vaak bij ons thuis. Maar thuis heet hij Albert Meyenbeek Leeuwen- huis, dat wist je zeker nog niet Col verrassing in eenen zag de ander op. „Dat wist ik nog niet", zeide zij. „Het is heel verstandig van Albert. Moeder en ik vonden het verkeerd van hem, om vaders naam niet te willen dragen, maar hij wilde persé niet anders en toen hebben wij er maar in berust. Dus, hij is van meening veranderd. Maar bij jullie thuis weten zij nu alles?" „Ja, dat kan niet anders. De naamsverandering moest toch verklaard worden. Overigens schrijft Annie er zoo goed als niets over, feitelijk niets. Zij is zoo onvolledig als wat en als jij mij niet op de hoogte had gebracht vanmiddag, dan had ik er niets van begrepen. Vader oordeelde, dat het beter was, het mij te vertellen, als ik eens in Noordstad kom. Ik begrijp het natuurlijk wel. Je kunt niet alles aan het papier toevertrouwen en vele dingen beter vertellen dan schrijven. Maar dat is niet meer noodig nu, want ik ben op de hoogte." „Het zal Albert heelt wat gekost hebben", peinsde Marianne harop. „Nog veel meer dan ik was hij gekwetst door het gebeurde. Dat ver klaart zijn houding betreffende den naam, dien hij droeg. Vond jij het verstandig van hem „Neen, 't was niet goed", dacht ook Gretha. ,Dat blijkt trouwens wel, want hij moest er van terugkomen." „Maar 't is wel verklaarbaar, wat hij deed," verdeigde Marianne haar broer dan. „Misschien wel." „Je bent het niet geheel met me eens. Dat hoor ik aan den toon van je stem. Alsals, neen, laati k die veronderstelling niet zeggen. Kcan, ik ga aan mij werk." „Neen, neen, nog even. Wat wilde je ver onderstellen Zeg het gerust." „Nu, als jouw vader nu eens gedaan had, wat mijn vaderneen, Ik praat er niet verder „Je zoudt willen weten, hoe ik er dan tegen over zou staan „Zooiets. Maar 't is een beleediging, dat te veronderstellen. „O, volstrekt niet niet", haastte Gretha zich te zeggen. „Heelemaal geen beleediging. Je va der was niet minder dan andere menschen." Marianne weerde af met de slanke, steeds goed verzorgde hand. „Neen, Gretha, je behoeft mijn vader niet te veredigen. Dat doe ik ook niet." „Maar ik doe het wel. Hier botsen weer onze levensbeschouwingen. Ik denk over dat geval heel anders dan jij. Wat je vader misdreef, daartoe kunnen alle menschen komen. Dat wij er niet toe komen, is zuiver en alleen Gods genadige bewaring." „Ik begrijp het weer niet", klaagde Marianne. „Dat kan ik mij wel eenigszins voorstellen." „Zou het je niet aangrijpen, als jouw vader alweer, vergeef me de onderstelling het zelfde had gedaan als mijn vader?" „Wel, kind, natuurlijk riep Gretha uit. „Je moet mij geen ongevoeligheid toeschrijvenIk zou niet weten, waar ik mij bergen moest. En in een eerst opwelling zou ik misschien mijn vader haten. Maar dan zou ik mij, vroeg of laat, ongetwijfeld herinneren, wat mijn bijbel mij leert: mijn ouders lief te hebben, ook al hebben zij vele gebreken en ook al vallen zij in groote zonden." „Ik bemerk het were al: je zoudt er heel 1 anders tegenover gestaan hebben. Dan kun je Alberts gedrag ook niet billijken." „Dat heb ik niet beweerd. Verklaarbaar is het wel, maar dat beteekent niet, dat ik het verdedig. Ik ben er van overtuigd, dat vader het hem ook zóó gezegd heeft. Maar komaan, wij kunnen daarover later nog wel eens praten. Je moet nu heusch aan je werk, hoor." (Wordt vervolgd). het scherpe en kan dergelijk beschutt Bijenv er, nade terpentij In. „f I Hulst v; horst, L ressant tikel is uit bezi| weinig in het 1 heid eerl wij den gehoud( eveneen bemestil Om J zonk ba der all meer of ceelen kali wa| appels gekeurdI beoorde| van on selen v< kei prot De verl fout. M ven al rekenint gedaan de gron ken laa Precii ver dez< flakkee. aan den ziekte t, duidelijl voorbee hond" i Juni, oj aan de zeer kle Maar te" in f zomer hond' gevolge *xx_waar d \an de c zeer gre Wij Ir. Hud inhoud gen he ■categori wijze d te moet of zoo heer H der wel voorlid tenscha; zou kur te wem seerd vJ bepaald! aan deil heid, dl niet geil niet eerl ren ruil onderzol zeer gel staan al reden gl den buil Wij Late de mesting ledige ten hemi In ja met dei stelling goede a voldoen de vroe Deze vroeg Een bijzonde zen zon meer on onzer product ker G, Het kweekt vader. I overeen wit en Eigenht) zijn vaé leri kon rond, d met de lichtgee tamelij Dit ja: Het z monst 435, 4i Thorb Het appelzi' is een goede Juli en best va ziekte; De kne ze gem ontwikl loofgev al lijdt, grondsc voor la zoo go Als vervan Waa nummei veld v< 1929 o. voorjaa hopen, aan eet staat, z| l

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 2