Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
m
HEVEA
IN HOC SIGNO VINCES
FEUILLETON
No. 3775
WOENSDAG 26 AUGUSTUS 1931
46ste JAARGANG
Gemeenteraad.
411® stukken voor de Redactie bestemd, Advertentlën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Brieven uit Amerika.
-FIETSBANDEN
HET ZOUTENDE ZOUT
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent pe regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
DE WETHOUDERSVERKIEZING TE
HERRINGEN.
In sommige gemeenten tobt men een beetje
met de wethoudersverkiezing.
Hetgeen begrijpelijk is. Men heeft op de ééne
plaats met bestaande toestanden te doen en het
valt niet mee iemand, die jaren lang wethouder
was, dit baantje af te nemen.
Op andere plaatsen krijgt men een geheel
andere samenstelling van den Raad en heeft men
weer met andere moeilijkheden te kampen.
Van de broeders uit Herkingen kregen wij
onderstaand schrijven
Met bijzondere belangstelling hebben wij als
lezers van Uw blad, Uw verschillende arti
kelen gevolgd over de a.s. Wethoudersbe
noeming. Wij zijn het hierover geheel met U
eens. Gaarne hadden wij nu eenige verdere
uiteenzetting in Uw blad hoe wij in Herkingen
Is A.-R. nu tegen de S. G. P. moeten han
delen. We hebben hier gelukig gekregen een
jonge A.-R. K.V., en staan de liberalen thans
afzonderlijk. Onze afgevaardigden C. v. d.
Velde en B. v. d. Linde zijn natuurlijk beiden
lid der A.-R. K.V. Zijn we nu volgens het
beginsel verplicht de S. G. P. een Wethou
derszetel te geven, of moeten we den liberalen
heer Van Eek stemmen De stemmen waren
126 A.R., 156 S.G.P, en 95 liberalen. Dus
2 A.R. zetels van de A.-R. K.V, 3 S.G.P.
zetels en 2 liberale zetels.
In Herkingen was het een eenigszins bijzonder
geval. De heer Den Boer, diej eigenlijk van
Antirev. huize is, was wethouder met d'en libe
ralen heer Van Eek. Nu de heer Den Boer
wegens hoogen ouderdom niet meer op de A.-R.
kiezerslijst voorkwam, heeft hij zich helaas laten
bepraten, candidaat te warden op de lijst van
den heer Van Eek. Misschien heeft dat nog
eenigen invloed gehad op het stemmenaantal,
dat op de liberale lijst werd uitgebracht.
Nu moet men bij de wethouderskeuze zooveel
^Mjielijk het beginsel der evenredige vertegen
woordiging aanvaarden.
Wij hebben er op gewezen, dat blijkens arti
kelen in het St. Geref. weekblad, dat hier
verschijnt, ook de St. Geref. op Flakkee er zoo
over denken.
Nu moge dit in strijd zijn met wat Ds. Kersten
telkens zijn menschen voorhoudt, wij mogen er
ons over verblijden, dat de S. G. P. op Flakkee
in dit opzicht wat ruimer standpunt inneemt en
niet te veel over art. 36 tobt.
Trouwens, dat zij wat ruimer denken dan
hun opvatting van art. 36 toelaat, is wel bij de
wethoudersverkiezing in 1927 gebleken, toen
St. Geref. zelfs Vrijheidsbonders wethouder
hebben helpen maken
We hebben dus goede hoop, dat zij ditmaal
in ieder geval met. de Antirev. zull'en willen
samenwerken, te meer als dit tot gevolg zal
hebben, dat ze zelf ook een wethouderszetel
veroveren.
Dit nu is in Herkingen het geval.
De S. G. P. en de' A. R. partij zijn daar de
groepen, die de meeste stemmen behaalden, dus
hebben deze partijen elk recht op een wethou
derszetel.
Het ligt op den weg der Antirev. van Herkin
gen, die minder stemmen hadden dan de S.G.P.,
zich tot het bestuur der S.G.P. Kiesvereeniging
te wenden en met hen de zaak te bespreken.
Wij 'twijfelen er niet aan of de S. G. P. te
Herkingen zal er mee accoord gaan, dat de
■beide wethouderszetels tusschen de A. R. en de
St. Geref. worden verdeeld.
En dat is volkomen naar recht en billijkheid.
De kiezers en kiezeressen van Herkingen heb
ben blijkens den stembusuitslag het aldus ge
wild.
En bovendien lijkt het ons beter samen te
werken met de St.. Geref. dan met de liberalen.
Beste Vriend
In „De Reformatie" zag ik een tweetal vragen
gericht aan het adres van Ds. Fernhout, die in
genoemd blad zijn geestelijke adviezen schrijft.
De vrager vroeg of het geoorloofd' is Zondags
met de auto ter kerk te gaan, of familiebezoeken
af te leggen met dit vervoermiddel, en ook of
een predikant Zondags uit prediken mocht gaan
met een auto, die hij zelf bestuurt. Ik dacht bij
het lezen van die vragen: uit zoo'n paar vragen
is wel af te leiden, dat er groot verschil is
in deii volksaard van Amerikanen en Neder
landers, Niemand denkt er aan bij ons, vooral
niet in 't buitenleven, om 's Zondags zijn auto
niet te gebruiken voor wat doel dan ook. En
het verwekt bij niemand ergernis. Het zou ook
niet anders kunnen. Men kan in de plaats waar
ik woon niet loopen langs den weg, daar men
zich hierdoor beslist in levensgevaar zou be
geven. Maar ook kwam de vraag in mij op
was dit in het oude Vaderland anders toen ik
kind was Elke boer, die paarden had, of al
had hij er maar één, maakte hier 's Zondags
gebruik van. En ik kan mij ook niet herinneren,
dat er toen vragen verschenen in de bladen, of
dit geoorloofd was. Men was daar aan gewoon,
zooals bij ons het gebruik van auto's zeer al
gemeen en gewoon is. Maar wat mij in Amerika
tot dank stemt, is het feit, dat wij hier allen
rijden, rijk en arm. De man, die voor mij werkt,
heeft een mooiere auto dan ik zelf heb. En ik
gun het hem van harte. Dat was in mijn kinder
jaren in Nederland anders. Menige kromgebogen
arbeider moest een langen kerkgang te voet
afleggen, terwijl zijn baas met een glazen wagen
hem voorbijreed, en er niet over dacht om zijn
arbeider, ook al had hij ruimte, te vragen om
mee te rijden.
Ds. Fernhout sprak in zijn antwoord van
„ergernis geven", maar als er iets is, dat erger
nis geeft, is het dit wel.
In Grand Rapids Michigan is een inrichting
voor ouden van dagen. Men noemt dit het
„Holland Home". Vele oudjes koopen zich daar
in of worden door de diaconie daar besteed.
Elk lid van de gemeente krijgt zijn beurt om
die oude broeders of zusters 's Zondags naar
het huis des gebeds te rijden. Als de jongen
rijden mogen de ouden niet loopen.
Dat is Amerikaansch,
En ik geloof, dat is ook naar Gods heiligen
wil.
De vraag is maar: wat doet men met zijn
auto op Zondag Doch die vraag kan ook ge
daan worden als men loopt. Als kind kon ik al
niet verstaan, dat een ouderling, die rijk was,
wel naar de kerk mocht rijden met zijn dikke
paard, en ik geen gebruik mocht maken voor
dit doel van mijn schaatsen.
Ik geloof, dat mijn vrome vader 'bang was,
dat dit „ergernis" zou verwekken. Er was blijk
baar geen' gevaar voor ergernis door den ouder
ling met zijn gerij, maar wel bij een arme jongen
on schaatsen.
Men is gelukkig in Amerika niet zoo gauw
geërgerd
In mijn onmiddellijke nabijheid woont een
weduwe. Zij tracht haar bestaan te vinden op
een 40 acre farm. Met haar kinderen is zij
ongelukkig. Van de vijf is er eigenlijk niet één,
die bekwaam is dit boerderijtje productief te
maken. Zij krijgt daarom maandelijksche onder
steuning van de country. Maar niemand „ergert"
zich er aan, dat die ondersteuning maandelijks
met de auto bij onzen country-penningmeester
wordt afgehaald. Ook die arme weduwe rijdt
met haar auto naar de kerk, en geniet ook van
het Michigan strand, zoo goed als elkeen
En aan „ergernis nem'en" denkt niemand
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
gezien en geen aanleiding te hebben gevonden
voor op- of aanmerkingen.
Met alg. st. wordt de gemeenterekening voor-
loopig vastgesteld.
De heer KORT zegt dat het feit, dat een lid
der commissie niet aanwezig kan zijn zich kan
herhalen en wil hierin voorzien door plaatsver
vangende leden aan te wijzen.
De VOORZITTER heeft hiertegen geen be
zwaar. Voortaan kan een paar leden in de com
missie worden aangewezen en de rest der raads
leden kunnen als plaatsvervangende leden dienst
doen, dan heeft men ze maar voor 't grijpen.
De geme'enterekening sluit gewonen dienst in
Ontvangsten 65447.73®, Uitgaven 56093.90,
Batig saldo ƒ9353.835. Kapitaadienst ontvan-
sten 4120.28, Uitgaven 3613.58, Batig saldo
506.70.
De schilder v. d. Heijden is niet tevreden
over de behandeling die hem door B. en W. is
ten deel gevalllen en wil het geval openlijk in
den Raad behandeld hebben, opdat een on
partijdige deskundige zijn oordeel over het ge
val geven kan.
licktloopend
yzerster/f
Vergadering van den Gemeenteraad van
MELISSANT op Vrijdag 21 Aug. des
nam. om half vier uur.
De VOORZITTER, burgemeester Visscher,
opent de vergadering met gebed, waarna de
notulen der twee vorige vergadering'en "'worden
gelezen en onveranderd worden vastgesteld.
Van den Minister van Binn. Zaken en Land
bouw is bericht ontvangen dat door het Rijk
66.39 zal worden bijgedragen in den steun
voor werkloosheid.
Het jaarverslag van het Elektriciteitsbedrijf
te Dordrecht ligt ter inzage voor de raadsleden.
De gemeenterekening 1930 moet voorloopig
worden goedgekeurd.
De heer v. d. SPAAN zegt dat hij als lid
der commissie belast met het nazien dezer re
kening de vergadering niet kon bijwonen.
De SECRETARIS U moet zeggen dat U
twee vergaderingen afwezig was.
De heer v. d. SPAAN ja een andere keer
kon U niet omdat U visitie had en later had
U weer een andere vergadering.
De heer JOPPE zegt samen met den gemeente
secretaris de gemeenterekening te hebben na
De VOORZITER licht toe, dat v. d. Heij
den dit jaar het gemeentewerk heeft. Maar daar
het werk nogal groot was, het liep over de wo
ningen van den dokter, van den heer Vis en
het gemeentehuis, meenden B. en W. prijsop
gaaf te moeten vragen ook aan den anderen
schilder Baart. Toen bleek dat het verschil bijna
400.bedroeg, dat Baart goedkooper was.
Om die reden meenden B. en W. niet op de
prijsopgave van v. d. Heijde te mogen ingaan.
Nu komt v. d. Heijde achteraf met een nadere
beschrijving van de kosten. Maar dat is te laat.
Men mag aannemen dat ook Baart te goeder
trouw is en vakkundig zoodat er geen reden
bestond hem het werk, dat toch veel goedkoo
per was, niet te gunnen.
Weth. VAN NIEUWENHUIJZEN zegt, dat
v. d. Heijde bij hem geweest is en zegt dat hij
niet voldoende was ingelicht.
De heer VOGELAAR zegt dat hij dat tegen
hem ook gezegd heeft.
De heer STRUIJK zegt dat er verschil kan
zijn in schilderwerk. Een huis kan voor 100.
opgeknapt worden maar er kan ook 250.—
aan besteed worden. Spr. zou nog eens willen
onderzoeken hoe het eigenlijk in elkaar zit.
De VOORZITTER merkt op dat Baart ook
geen nadere toelichting heeft gehad. Men mag
aannemen dat het vakmenschen zijn, die zelf
weten wat er gedaan moet worden.
De heer STRUIJK zou nog willen nagaan of
volgens de laatste opgave het cijfer niet te
hoog is.
De heer KORT zegt zijn volle goedkeuring
aan het optreden van B. en W. te kunnen geven.
Deze hebben een pluimpje verdiend. Zij zagen
als leeken, dat de prijsopgave veel te hoog was
en hebben toen ook een ander laten inschrijven.
Spr. is er voor de discussie hierover te sluiten.
De heer STRUIJK wil het beleid van B. en
W. niet afkeuren maar de zaak nader onder
zoeken.
De VOORZITTER vraagt of Baart een
goed vakman is en de boel niet verknoeien zal
De heer STRUIJK Baart is een uitstekend
vakman en voor de volle honderd procent te
vertrouwen.
De VOORZITTER juist, dat dacht ik ook
en als Baart dan voor bijna 400..lager in
schrijft hebben wij geen vrijmoedigheid de
hoogste inschrijving te gunnen.
De heer VOGELAAR was het wel noodig
dat alles gelijk gebeurde
De VOORZITTER het was hard noodig.
Niet alleen de woning van den heer Vis, maar
ook het gemeentehuis. Het huis van den dokter
had verleden jaar al moeten gebeuren maar is
toen door omstandigheden blijven zitten.
De heer KORT op een perceel scheelt de
prijs bijna 100 procent. Dat is nogal sterk. De
gemeenteraad zit hier niet voor particuliere be
langen, maar om de zaken zoo voordeelig mo
gelijk uit te zoeken.
De VOORZITTER deelt mede, dat alléén
voor het huis van detr heer Vis Baart slechts
145.—, maar v. d. Heijde niet minder dan
240 gerekend had. Per perceel scheelt het
ongeveer 100.—
Besloten wordt het schrijven voor kennis
geving aan te nemen.
De VOORZITTER deelt mede dat de ge
meenteveldwachter Zandee per 15 Augustus j.l.
zijn ontslag heeft gekregen, zoodat de gemeente
momenteel zonder veldwachter zit. Spr. stelt
voor om Gootjes den dienst te laten waarnemen
tot de nieuwe veldwachter zijn functie aan
vaard. Het zal hem dan mogelijk gemaakt wor
den om den dienst waar te nemen en hij krijgt
daarvoor het minimum-salaris van den veld
wachter. Voorts heeft spr. er ook bezwaar te
gen om Zandee langer gemeentebode te laten
'blijven. Het is niet in orde dat hij met de sleu
tels van het gemeentehuis in den zak loopt en
officieele stukken bezorgt. Dat kan niet langer
getolerered worden, daarom stelt spr. voor
Zandee te verzoeken voor deze functie ontslag
te vragen.
De heer v. d. SPAAN zal er iemand te vin
den zijn die de functie van gemeentebode wil
waarnemen
De VOORZITTER jawel, wij zijn dan wel
iets duurder uit maar wij zijn dan ook over
tuigd dat het goed gebeurd.
De heer v. d. SPAAN is Gootjes wel be
kwaam om politiediensten te verrichten'. Kan
hij proces-verbaal opmaken
De VOORZITTER van zijn vak is hij geen
politieman, maar als er iets bizonders gebeurd
zal ik of de Rijksveldwachter hem wel helpen.
De hoofdzaak is dat we iemand hebben die
vertrouwbaar is.
De heer v. d. SPAAN vindt het tijdvak eer
de nieuwe funtionaris in dienst treedt wel wat
lang om zich met Gootjes te behelpen.
De VOORZITTER ik ben niet van plan
mij in de keuze te overhaasten
De heer v. d. SPAAN daar hebt U gelijk
aan. 't Is beter er om verlegen dan er mee ver
legen.
De heer VOGELAAR als Zandee als ge
meentebode niet wil bedanken, wat dan?
De VOORZITTER dat zullen we afwach
ten. In ieder geval kan niet worden toegestaan
DOOR
H. KINGMANS.
16)
„Dat antwoord kan onze volle goedkeuring
wegdragen", zeide Annie plechtig. „Het pleit
voor u, dat wij ten hoogste verbaasd waren over
uw vraag. Intusschen ga ik nu ook begrijpen,
waarom hij vanmiddag als een verstrooide pro
fessor door de stad, in een heel verkeerde rich
ting, liep."
„Hij was vandaag absoluut in de war", merkte
Arie op. „Hij. zal het er niet gemakkelijk onder
gehad hebben. Nu ga ik ook wel meer begrijpen.
Hij heeft mij wel eens verteld, dat het zijn be
doeling was, dokter te worden, maar dat om
standigheden hem dat verhinderd hebben. Geen
wonder, na die debacle. En nu moest hij werk
verrichten, waar zijn hart niet bij is."
„Ik meende, dat het beter werd. Heb je dat
niet eens gezegd vroeg Annie, blijk gevend,
Albert weer te willen verdedigen.
Zij bemerkte niet, dat haar moeder scherp
%°P haar lette.
„Inderdaad, het werd beter", bevestigde Arie.
„Dan zal hij wel zoo verstandig worden, om
zich in de omstandigheden te schikken. In elk
geval weten jullie nu de historie. 'Leermans
ivf ,u":9ec'i'end. Wij hebben voortaan met
Meyenbeek te doen. Wij spreken er met hem
niet meer over, als hij er niet zelf over begint.
11 wat onze kennissen betreft, die hij hier wel
eens ontmoet heeft, zij moeten, indien noodig,
op de hoogte gebracht worden, maar wij moeten
daarvoer een vorm zoeken, die voor den jongen
Zoo min mogelijk kwetsend is. Ik kan mij voor
stellen, dat het verleden hem drukt, te meer,
daar de arme jongen niet den weg kent, waarin
rust is te vinden."
„W ij zullen niet kwetsen" .verzekerde Annie.
„Hoe zou het op het kantoor gaan, Arie?'
Arie haalde de schouders op.
„Mijnheer Wehrmeijer zal het op de een of
andere wijze bekend maken, maar 'k weet niet,
hoe het zal worden opgevat. Men zal verbaasd
zijn. Maar dat gaat wel over. 't Is alleen ver
velend, dat de mogelijkheid bestaat, dat de een
of ander zich het geval herinnert. Laarman bij
voorbeeld mag met graagte dergelijke stukken in
de bladen lezen. Hij beweert steeds, dat hij
alleen op de „Telegraaf" en ,Het Leven" is
geabonneerd, omdat daarin de zaken en voor
vallen uitgeplozen worden, 't Is hem alleen om
het sensationeele te doen. Als d i e zich de
historie van Alberts vader herinnert, dan wordt
het op het kantoor bekend. Want hij zwijgt
niet, daar hij alle fijn gevoel ten' eenenmale
mist. En dan laat hij Albert ook voelen, dat
hij op de hoogte ds."
„Zou dat niet te voorkomen zijn, Arie?"
k Zou niet weten, hoe, vader."
„Als mijnheer Wehrmeijer dien Laarman eens
polste, of 'hij op de hoogte is en zoo ja, hem
verbood, er over te spreken
Arie trok een bedenkelijk gezicht.
„Daar zit ook een gevaarlijke kant aan, va
der," meende hij.
„Ja. dat weet ik wel, jongen. Er kunnen
slapende honden mede wakker gemaakt worden.
Ik merkte het alleen op, om Albert voor smaad
te sparen, maar misschien1 is het het 'beste, om
alles zijn beloop te laten. Weet niemand 'het,
dan is de zaak in orde. En is Laarman of een
ander wel op de hoogte, dan moet Meyenbeek
maar door den zuren appel heenbijten.'
„Ik geloof, dat dat het beste is, vader. Na
tuurlijk zal ik Laarman in de gaten houden. En
als mij blijkt, dat hij zich iets herinnert en
verkeerd wil, dan weet ik mogelijk een weg,
hem van dat voornemen terug te houden."
„Je ziet maar eens, jongen."
„En morgjen vroeg ga ik Albert ophalen.
Kunnen we niet wat vroeger eten', moeder
„Wel natuurlijk, Arie. Je wilt met hem praten,
vóór je op het kantoor bent
„Dat is mijn bedoeling. Hij moet weten, dat
ik ook niet anders over hem denk
„En ik ook niet", viel Annie hem ih de rede.
„Ook dat zal ik hem zeggen, zus. Maar op
het kantoor gaat dat niet, zoodat het 'beter is,
dat ik even bij hem aanbel en wij samen naar
de zaak loopen."
„Als het bed dat goede voornemen maar niet
gehoord heeft", plaagde Annie.
,,'t Is algemeen 'bekend, wie van ons beiden
het vlugst en 'het vroegst kan opstaan", kaatste
Arie den bal te'rug. „'Heb maar geen zorg in mij,
zusje. Reken er op, dat morgen niet op je
gewacht wordt. We ontbijten twintig i^inuten
vroeger. Met wie er niet is wordt niet gerekend."
„Ik sta er bepaald perplex van, waarde broe
der, dat jij zoo durft optreden tegen je lieve
zuster." Én toen in eenen, ernstig: „Zou Gre-
tha dat alles nu ook weten, of zou die Marianne
haar niets hébben verteld?"
„Als er geen aanleiding toe is, zal dat meisje
het wel niet vertellen. Waarin zij volkomen
gelijk zou hebben."
„Qretha heeft er niets van geschreven", dus
Annie.
„Dat zegt niets, zus. Als Gretha gevraagd is,
te zwijgen, dan doet zij het ook."
„Het geeft ook niets, of zij op de hoogte is.
We zullen 'het 'haar wel eens vertellen, als zij
hier is. Er moet maar niet over geschreven
worden. Niets forceeren. Vanzelf komt dat alles
wel in orde."
En 'hiermede was het gesprek over Albert
afgeloopen, hoewel Annie zoo nu en dan er
weer over beginnen wilde, wat meestal niet
gelukte.
■Den volgenden morgen volvoerde Arie zijn
voornemen en haalde Albert, die ten zeerste
verwonderd was, op, waarnai zij gezamenlijk
naar het kantoor liepen en Kleefstra zijn houding
verklaarde, welke houding door Albert ten
zeerste werd geapprecieerd.
„Ik b'eri heel blij, dat er in de ontstane ver
houding geen verandering komt. Je vader en
moeder hebben mij dat al verzekerd, maar ik
was van jouw meening en van die van Annie
natuurlijk nog onkundig."
Annie denkt er precies zoo over, als vader
en moeder en ik. Er is geen enkele reden om
van houding te veranderen. Je staat nu alleen
nog voor de moeilijkheid op het kantoor, maar
mijnheer Wehrmeijer zal die zaak wel kiesch
behandelen en vermoedelijk is er niemand, die
zich het droeve geval herinnert."
Opzettelijk sprak Arie niet van Laarman.
Toen zij het kantoor betraden arriveerde juist,
vroeger dan gewoonlijk, ook de directeur. Albert
vond het het verstandigst, hem maar onmiddel
lijk aan te klampen en verdween met hem in het
privé-kantoor, waar hij zijn besluit meedeelde.
In den loop van den morgen legde een be
diende op alle lessenaars en schrijftafels een
stuk papier, waarop met de cyclostyle geschre
ven stond: „Tengevolge omstandigheden, die niet
ter zake doen, heeft de heer Leermans hier
enkele maanden onder den naam zijner moeder
in de zaak gewerkt. Thans kan worden mede
gedeeld, dat zijn naam is Meyenbeek Leeuwen
huis, onder welken naam hij hier voortaan be
kend zal staan. De directeur (w. g.) Wehr
meijer."
Albert boog het hoofd, toen het briefje op
zijn afdeeling kwam. Vervolgens verwijderde hij
zich even.
„Weer wat nieuws", mompelde Laarman. En
dan: „Meyenbeek Leeuw'enhuis Hij streek de
hand over het voorhoofd en begon opeens te
fluiten.
Arie wist, dat zijn vermoeden 'bevestigd
werd: die Laarman had steeds, en zeker in dit
soort zaken, een stalen geheugen.
Opeens nam hij een besluit.
„'Laarman, hoor eens even."
En hij wenkte hem in den corridor.
„Wat heb je Wat is dat voor geheimzinnig
heid
„Waarom floot je daareven
„Dat gaat je toch niets aan
„In dit geval wel. Heusch, ik meen het
ernstig. Ook in je eigen belang."
„In mijn eigen' belang Laat naar je kijken
„Inderdaad, kerel. Ik vermoed
„Vermoed Dacht je soms, dat i k wat met
Meyenbeek Leeuwenhuis heb uit te staan Laat
hij alsjeblieft naar zijn vader kijken, die
„Stil. Ik vermoedde, dat je je 'het geval met
dien bankier herinnerde. Die arme jongen kan
er niets aan doen, dat zijn vader zich misging.
Hij heeft er genoeg onder geleden. Dat blijkt
alleen reeds uit het feit, dat hij zijns vaders
naam niet wilde dragen. Daarom verzoek ik je,
er met niemand op het kantoor of elders over
te spreken. Maak hem het leven nu niet lastig."
„Zeg, laat naar je kijken. Ik zal weten, wat
ik doe. Als hij geen last wil hebben, dan had
hij zich Leermans moeten blijven laten noemen."
„Hij is door omstandigheden gedwongen, zijn
echten naam weer te gaan dragen. De directeur
is van alles op de hoogte. En ik verzeker je,
dat je mijnheer Wehrmeijer ten zeerste zult
ontstemmen, als je op het kantoor uitbazuint,
wie Meyenbeek is. Die ontstemming zou wel
eens gevolgen kunnen hebben."
„Hoe bedoel je dat
Laarman ging nu, tot groote verlichting van
Arie, die voelde, dat hij hoog spel speelde, een
toontje lager zingen.
„Ik bedoel het zóó", zeide hij, „als je op de
een of andere wijze hier op het kantoor of daar
buiten over deze zaak spreekt en Meyenbeek,
ten onrechte overigens, in een ongunstig daglicht
stelt, dan gevoel ik mij verplicht, aan mijnheer
Wehrmeijer mede te deelen, dat jij de zegsman
bent. En dan verzeker ik je, dat het gevolgen
hebben zal. Het kon je betrekking hier wel
eens kosten, man."
Arie wist later zelf niet, waar hij de stoutheid