UW zenuwen meeren en worden Gemeenteraad. Plaatselijk Nieuws. Eisch 15 of 5 dagen, met toewijzing der civiele vordering. Uitspraak 10 of 5 dagen, met toewijzing der civiele vordering tot 22.05. J. de J., te Stellendam, had met steenen ge gooid. Deze zaak was reeds vroeger behandeld. W. B., godsdienstonderwijzer, en J. T., schip per, hebben verd. zien gooien. Get. a decharge H., 20 j., landarbeider, had verd. op dien tijd in het verbaal genoemd, op een andere plaats gezien. Get. B. is niet verschenen. J. H„ 43 j., caféhouder, zegt dat verd. om streeks dien tijd in zijn café was. De Ambt. v. h. O. M.: Hoe lang is dat loo pen, van uw café naar de woning van den' heer Bouman Getuige: Ja, mijnheer, dat ligt er aan hoe hard of je loopt. J. T., 41 j., echtgenoote van vorigen getuige, legt gelijkluidende verklaring af. v. d. B„ 19 j., bakkersknecht en B., 26 j., bakkersknecht, zijn vervolgens met verdachte op de Kaai geweest gedurende meer dan een uur. Eisch 5 of 2 dagen. Wordt op verzoek van verdachte aangehouden om nog een getuige te hooren. J. P. M„ beurtschipper te Den Bommel, had petroleumvaten op de Kaai laten liggen zonder vergunning. Hij zegt ze er niet te hebben neer gelegd. Echter heeft hij een vorige maal, toen voor deze zaak zich een ander had te ver antwoorden, als getuige gezegd, dat hij de aan sprakelijke persoon was. D. B., burgemeester, zegt dat het niet geeft, wanneer die vaten er maar niet zoo lang liggen. Verd. beweert, dat de kwestie eigenlijk dieper zit. 't Mocht al 20 jaar zooals hij deed, en nu 't in eens veranderd is, kreeg hij niet eens een waarschuwing. Eisch 2 of 1 dag. Uitspraak 1 of 1 dag. C. K„ 18 j., landbouwersknecht te Ooltgens- plaat, heeft op de openbare straat e'en dolkmes gedragen. Eich 5 of 2 dagen, met verbeurd verklaring van het mes. Uitspraak conform. D. W., te Ooltgensplaat, niet verschenen, had met motorrijwiel links van den weg gereden, zoodat een ander in den berm terecht moest komen. Eisch 20 of 5 dagen. Uitspraak 4 of 2 d. v. d. H„ landbouwer te Ooltgensplaat, kon geen nummer- en rijbewijs toonen op eerste verzoek. Eisch 8 of 2 d. Uitspraak 4 of 2 d. L. W„ te Ooltgensplaat, niet verschenen, heeft iemand nageschreeuwd. Eisch 10 of 4 d. Uitspraak idem. J. K., 37 j., veeverloskundige te Sommelsdijk, heeft veegeneeskunde uitgeoefend zonder daar toe gerechtigd te zijn. Hij had varkens ingeënt tegen vlektyphus. Verd. zegt niet geweest te zijn bij de per sonen in het verbaal genoemd, één uitgezonderd. Hij had ge'en varkens ingeënt, slechts den schijn aangenomen alsof hij dit deed, omdat hij wist, dat men op hem loerde, en geen geld ontvangen. Fl., broodbakker te Goedereede, heeft gezien dat verdachte met spuitjes werkte. Evenzoo A. D., visscher, en J. K„ petroleum- venter, beiden te Goedereede. Wordt aangehouden om nog een getuige te hooren. H. K. (verstek) heeft gehengeld zonder ver gunning. Eisch 1 of 2 d. Uitspraak f 1 of 1 dag. U., als voren. G. te Ooltgensplaat, heeft in Dirksland te hard gereden en een kruiwagén aangereden. J K., 10 j., te Dirksland, bevestigt het verbaal. Verd. zegt: Je had van de kruiwagen moeten afblijven, dan was er niets gebeurd L. P., reiziger te Gorkum, zegt, dat de passage zeer nauw was en dat verd. daarnaar gerekend te hard reed. Eisch 15 of 5 d. Uitspraak 10 of 5 d. J. W, te Middelharnis (verstek), wegens schoolverzuim van zijn kind. Eisch 8 of 5 d. Uitspraak 5 of 2 d. C. v. E., landarbeider te Middelharnis, had iemand baldadig een klap tegen1 't hoofd ge geven. K. v. d. V., 64 j„ landbouwer, zegt, dat verd. hem de pet van het hoofd sloeg. Hij is met hevige hoofdpijn thuis gekomen. A. v. d. V., 21 j., die naast verd. reed, had niets gezien. A. v. d. V., 19 j., die eveneens met verd. uit 't land kwam, had getuige v. d, V. zelfs niet gezi'en. Eisch: vrijspraak. Verdachte wordt vrijge sproken. J. T., koopman te Sommelsdijk, had door den Duibbelen Ring gereden zonder licht. Eisch 5 of 2 d. Veroordeeling conform den eisch. J. L., 54 j„ te Ooltgensplaat, had met 2 per sonen op één rijwiel gereden. Verdachte erkent dit, doch zegt, dat de plaats in het verbaal genoemd, niet juist is. Niet in 't dorp heeft hij gereden, doch buiten dorp, op den Provincialen weg. Aangehouden om verbalisant te hooren. H. P. M. (verstek) had te Middelharnis de maximumsnelheid overschreden. Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 6 of 3 d. A. R., 24 j., te Sommelsdijk, heeft een paard los laten loopen door Middelharnis. Verd. zegt, dat dit paard hem was achterop gekom'en uit de wei. J. v. A., arbeider, had op den hoek achter de Kaai bijna een ongeluk gehad door dat paard. Hij was verdachte, die op een ander paard zat, gepasseerd, doch deze had hem niet gewaar schuwd, dat er nog een los paard aan kwam. Evenzoo verklaren 'KI. v. A., arbeidster, en J. v. S. De Ambt, v. h. O. M. wijst er verdachte op, dat daar een groot ongeluk had kunnen ge beuren. Verd.: Wel neen, want op dien hoek staat een verkeersspiegel. II... -mhi.h.am komen tot rust, kal« daarbij tevens gesterkt door het gebruik van Mijnhardt's Zenuwtabletten Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten De Ambt. v. h. O, M,: Als 't paard daar maar het rechte gebruik van weet te maken. Eisch 2 of 1 d. Uitspraak 1 of 1 d. S. K., timmerman te Sommelsdijk (verstek) wegens dronkenschap. Eisch 10 of 5 d. Uitspraak 10 of 4 d. L. (verstek) had gevischt in verboden water. Eisch 2 of 1 d., met verbeurdverklaring van het vischtuig. Uitspraak 1 of 1 d. H. K. te Sommeisdijk (verstek) had op den Oostdijk rumoer gemaakt. Getuige is J. veldwachter. Eisch en uitspraak 5 of 2 dagen. H. N., te Nieuwe Tonge (verstek) had op een hondenkar gezeten zonder nummerbewijs. Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 4 of 2 d. J. K., 29 j., koopman te Sommelsdijk, als voren. Eisch 10 of 4 d. Uitspraak 4 of 2 d. A. v. d. S., te Stellendam (verstek) had met motorrijwiel laten rijden door onbevoegden. Eisch en uitspraak 5 of 2 d. P. B. C., koopman te Ooltgensplaat, zou on der invloed van sterken drank een motorrijwiel hebben bestuurd. Verd. ontkent. Zijn getuigenis wordt bevestigd door H. v. d. D„ hotelhouder te Dirksland, en K. G„ hotel houder te Sommelsdijk. Aangehouden om verbalisant te hooren. A. B. (verstek) heeft te hard gereden met motorrijtuig. Wel 40 K.M. binnen de kom der gemeente Dirksland. Eisch en uitspraak f 10 of 4 d. J. d. B„ te Den Bommel (verstek) heeft ge reden met auto zonder rood achterlicht. Eisch 10 of 4 d. Uitspraak 8 of 4 d. A. W. (verstek) had te Oude Tonge zonder vergunning gevent. Eisch 3 of 1 d. Uitspraak 1 of 1 d. E. Z., te Dirksland (verstek) heeft gereden met motorrijtuig zonder voor- en achterlicht. Eisch en uitspraak 4 of 4 d. T. M„ te Sommelsdijk (verstek) had door iemand beneden den wettelijken leeftijd arbeid doen verrichten. Eisch 15 of 5 d. Uitspraak 6 of 4 dagen. P. L., (verstek) gereden met rijwiel zonder licht. Eisch en uitspraak 5 of 2 d. C. V., 50 j., smid te Sommelsdijk, heeft op den Westdijk te Middelharnis gereden in ver boden tijd. Verd. zegt, dat hij slechts e'en paar meter te vroeg is opgestapt. Eisch 2 of 1 d. Uitspraak 1' of 1 d. H. v. d. M., arbeider te Melissant (verstek) wegens rijden zonder licht. Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 4 of 2 d. L. K., te Stellendam, als voren. Eisch en uitspraak 5 of 2 d. A. v. d. G., te Dirksland (verstek) heeft zijn hond laten losloopen. Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 3 of 2 d. Openbare vergadering van den Raad der gemeente DEN BOMMEL op Donder dag 13 Augustus 1931, des namiddags 8 uur. Afwezig de heer Segers. Deze vergadering is behoudens onvoorziene omstandigheden, de laatste welke door den thans zittenden raad wordt bijgewoond. De Voorzitter, burgemeester Brouwer, opent de vergadering op de gebruikelijke wijze, waarna hij mededeelt, dat de heer Segers heeft ge weigerd deze vergadering bij te wonen. Onder de ingekomen stukken is een proces verbaal van de opneming van kas en boeken van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat op 31 Juli j.l. in kas was een bedrag ad 1336.70. Voorts is ingekomen een door Ged. Staten goedgekeurd raadsbesluit dd. 17 Juli 1931, tot het uitgeVeri in erfpacht van een strookje grond aan C. Bakker, schilder alhier, naast zijn woning. Beide stukken worden voor kennisgeving aan genomen. Door het gemeentebestuur van Oude Tonge is aan den gemeenteraad ter goedkeuring inge zonden de rekening van het vleeschkeuringsbe- drijf over 1930. Conform het voorstel van B. en W. wordt de gemeenterekening goedgekeurd. Voorts zijn ingekomen een vijftal bezwaar schriften tegen de hondenbelasting. Conform het voorstel van B. en W. worden de volgende beschikkingen genamën' De honden van J. Melissant en E. J. v. d. Klundert worden van de eerste klasse naar de tweede klasse overgebracht, terwijl aan J. Mos selman, de wed. J. Okker en J. Melissant Mz. een half jaar afschrijving wordt verleend. Daarna komt in behandeling de voorloopige vaststelling van de gemeenterekening en vast stelling van de rekening van het burgerlijk arm bestuur, beide over 1930. Bij monde van den heer W. J. Rosmolen brengt de commissie van onderzoek, bestaande uit de hoeren J. Hokke, H. van Gent en W. J. Rosmolen, verslag uit. De heer ROSMOLEN zegt, dat de commissie de rekeningen heeft onderzocht, in orde heeft bevonden' en tot voorloopige vaststelling van de gemeenterekening en tot vaststelling van de re kening van het burgerlijk armbestuur adviseert. Zij stelt o.m. daarbij de vraag of in de jaar wedde van de schoonmaakster van 't gemeente huis niet zijn begrepen de kosten van extra schoonmaak en die van het aanschaffen van schoonmaakbenoodigdheden en maakt een op merking in verband met het gebruik van brand stoffen voor het gemeentehuis. De commissie merkt voorts op, dat het haar is gebleken, dat de burgemeester bij het maken van reiskosten zeer zuinig is geweest en dat hij niet alle door hem gemaakte kosten in reke ning kan hebben gebracht. De VOORZITTER dankt de commissie voor haar gedane werkzaamheden en beantwoordt de gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen. Wat de opmerking aangaande de gemaakte reiskosten betreft, merkt spr. op, dat hij de gesproken woorden op prijs stelt. Uit den aard der zaak heeft spr. natuurlijk reizen gemaakt, doch spr. heeft de gemeente niet onnoodig bezwaard. Daarna wordt de gemeenterekening voorloopig vastgesteld en de rekening van het burgerlijk armbestuur vastgesteld. Voorts zegt de VOORZITTER, dat in ver band met het in de vorige raadsvergadering ge nomen besluit tot een vernieuwing van een ge deelte kaai, van den opzichter van den dijkring een mondeling verzoek was ingekomen om over legging van e'en' teekening. Spr. heeft toen ge meend, dat het verzoek niet officieel door het bestuur van den dijkring was ingediend en heeft een teekening met een eenvoudig begeleidend schrijven aan den heer Smits gezonden. Nu ver zoekt de dijkgraaf een duidelijker teekening en behoorlijke omschrijving. Had spr. dat kunnen voorzien, dan had hij deze zaak officieel be handeld. Achteraf stelt de' heer Smits nu zulke eischen, dat daaraan niet kan worden voldaan, b.v. een opgave van de evéntueele hoeveelheid palen, welke onder de beschoeiing zit. B. en W. stellen in verband daarmede voor de beschoeiing niet te doen vernieuwen. De heer HOKKE vraagt of het wel op den weg van het gemeentebestuur ligt om die be schoeiing te verbeteren. Spr. meent, dat het im mers zeewering is. De heer JONGELING zegt, dat het gemeente bestuur heeft besloten de zaak op te knappen; au echter zoo'n tegenkanting wordt ondervonden is het maar beter dat die verbetering blijft rusten. Aldus wordt met algemeene stemm'en beslo ten. Dan komt in behandeling het voorstel van B. en W. om het einde der kade te doen vernieu wen. Het college van B. en W. is er in zijn geheel vóór. Wel heeft de heer Segers, naar sprekers mee ning, de vergadering moedwillig niet bijgewoond doch deze heeft gezegd er voor te zijn. Het is spreker bekend, dat de heer Segers zijn stem „ertegen" reeds gegeven had. In de openbare raadsvergadering durft hij misschien niet voor zijn stem uit te komen. Het plan voor de verbetering is gemaakt door den heer C. Esselink te Middelharnis. Na eenige discussie wordt het werk aan den heer Esselink gegund, voor een maximum be drag van 1700.—. In verband daarmede wordt tevens besloten een geldle'ening van 1700.— aan te gaan. De VOORZITTER r(egt daarna da(t dej schuur bij de dokterswoning in zeer bouwvalli- gen toestand verkeert. De dokter, die thans een auto heeft aange schaft wil, indien de gemeente b.v. een nieuwe schuur zou bouwen, waarin de auto behoorlijk kan worden opgeborgen een tegemoetkoming in de kosten geven door een jaarlijksche huur te betalen. B. en W. hebben echter gemeend met geen voorstel te moeten komën. Wel, is een raming van de kosten voor een nieuwe schuur gemaakt. De kosten daarvan worden geraamd op 2700.—. Na eenige discussie wordt besloten deze zaak aan te houden. Rondvraag. De heer VAN GENT wijst er op, dat de herstrating na het leggen der telefoonkabel veel te wenschen overlaat. De VOORZITTER antwoordt dat de aanne mer verplicht is, de bestrating goed op te leve ren. Na eenigen tijd zal voor rekening van den aannemer opnieuw gestraat worden. Vervolgens richt de VOORZITTER e'en af scheidswoord tot de leden die in de volgende zjtting^periqde niet; zullen terugkeerenj, Spr. dankt de heeren voor de buitengewone prettige samenwerking, welke hij van de heeren mocht ondervinden. Hij dankt voorts den heer Jongeling voor de wijze waarop deze spr. als wethouder heeft bij gestaan. Tot sprekers leedwezen kan hij nu deze woor den niet tot den heer Segers richten, omdat deze immers moedwillig de vergadering niet heeft willen bijwonen. Spr. hoopt dat het den scheidenden leden in gezondheid en in zaken ieder voor zich voor spoedig moge gaan en dat zij onder Gods zegen nog lang ingezetenen der gemeente mogen zijn. Spr. eindigt met te zeggen dat hij goed meen de te doen zijn vacantie even te onderbreken om deze laatste vergadering persoonlijk te lei den, hoewel hij er niettemin van overtuigd is dat de heer Jongeling zich zeer zeker uitstekend van zijn taak zou hebben gekweten. Daarna dankt de heer ROSMOLEN den Voorzitter voor de gesproken woorden en spreekt zijn genoegdoening uit over de bijzon der prettige samenwerking met den Voorzitter. De heer VAN GENT sluit zich hierbij aan. De heer JONGELING hoopt dat de verstand houding tuschen den Voorzitter en den nieuwen raad even goed moge zijn als gedurende den laatsten tijd. Daarna sluiting der openbare vergadering. De heer Rotsma maakt nog een foto van den Raad met zijn Voorzitter. SOMMELSDIJK, De uitslag van de laatste twee gehouden schietoefeningen van den B.V.L. afdeelingen Sommelsdijk en Middelharnis, is als volgt Job Kievit 98 punten, A. Groendijk 97, A. de Gans 95, C. Knape Az. 95 (ingeh. 87), L, Mas tenbroek 95, H. van der Put 95, J. Bom 94, J. H, Dijkers 94, H. Fris 94, C. Slui 93, J. Hol laar 92, T. van den Boogert 91, J. C. van den Doel 91, G. van Driel 91, C. Hartensveld 91, D. Kieviet 91, J. Jordaan 90, H. van den Doel 89, G. C. Binneweg 88, W. Vroegindeweij 88, K. J. van Splunter 87, L. Tanis 87, J. Schol 85, J. C. Kievit 83. Maximum-aantal te bereiken punten was 100. - Mej. W. S. had het ongeluk bij het ramen wasschen, dat een ruit brak. Hierbij werd zij zoo bloedig verwond, dat zij zich onder genees kundige behandeling moest stellen. Tegen een landbouwer in deze gemeente is proces-verbaal opgemaakt wecjens het laten loopen van vee over bebouwden grond van een ander. Vorige week stonden bij den correspondent der arbeidsbemiddeling dezer gemeente 2 werk- looze landarbeiders ingeschreven. De bakkers in deze gemeente hebben het wittebrood met ingang van Maandag 1.1. met 1 cent per 8 ons verhoogd. MIDDELHARNIS. Dinsdagmorgen terwijl het zoontje van den heer C. de Man zich in de schuur van den landbouwer D. Peeman bevond, kreeg hij van een paard zoodanig een slag, dat hij met een gebroken arm in de ouderlijke wo ning werd gebracht. Zijn overbrenging naar 't Ziekenhuis bleek noodzakelijk. Aan de kaai zijn de afgeloopen week aan gebracht en verzonden, 1200 H.L. aardappelen en 250 balen ajuin. De zwemwedstrijd van F. Z. C. zijn in verband met het koude weer een week uitgesteld en zullen nu gehouden worden Zaterdagmiddag 22 dezer. Dinsdagmorgen (heden) toen het perso neel op de stoomboot kwam zagen zij dat er twee graskalveren, welke d'en vorigen avond aan boord gebracht waren, zich verworgd had den. DEN BOMMEL, Bij den correspondent der arbeidsbemiddeling staan 6 werkloozen inge schreven. Vervoerd zijn: 1500 H.L. aardappelen. De gemeenteontvanger zal van Donderdag 20 tot en met 25 Augustus afwezig zijn. OOLTGENSPLAAT, Aan de militieplichti- gen Wouter Rem us van de lichting 1930 is door den Minister van Defensie d.d. 5 Augustus voor goed vrijstelling verleend wegens kostwinner schap. Bij B. en W. is een verzoek ingekomen van J. de Waal Az., winkelier, voor d'en ver koop van alcoholhoudende dranken andere dan sterke dranken in perceel B 59 het grootste lo kaal gelegen aan de Zuidkant. Uitslag B. V. L.: J. W. Korteweg 97, A. C. de Bruin 95, J. J. van Ree 93, M. van der Vliet 91, H. van Kempen 91, A. van den Heu vel 91, Joh. van den Heuvel 90, H. van Ros- sum 90, P. Korteweg 90, A. van Dam 89, S. van der Mast 88, M. van Bensbergen 84, L. Jordaan S3, J. van Putten 80, C. J. Oostdijk 78, P. van Kempen 76, J. van den Tol 75, A. van der Griend 72, Jac. van Ree 72, A. J. de Ruiter 66, T. Crezee 32. OUDE TONGE. J.l. Zondagmiddag heeft alhier tijdens een onweerbui een hevige storm, een soort van hoos, groote schade aan het te velde staande koren aangericht. De korenschel- v'en' en erwtenruiters waren meters ver wegge slingerd. Komende uit het Zuid-Westen is hij voorbij het dorp in Noord-Westelijke richting gegaan. Het zoontje van De V. had het ongeluk van een wagen te vallen, waardoor geneeskun dige hulp voor hem noodzakelijk was. Er werd een lichte hersenschudding geconstateerd. Het verzoek van P. van Schelven om in een perceel aan den Molendijk een 30 P.K. motor te mogen plaatsen, is door B. en W. toegestaan, NIEUWE TONGE. Tegen een 4-tal personen is proces-verbaal opgemaakt wegens het rijden zonder licht. Bij d'en' correspondent der arbeidsbemidde ling stonden gemiddeld 8 werkloozen ingeschre ven. Van den heer D. stierf deze week een varken. Het cadaver is onder politietoezicht begraven. Deze week werden van hier vervoerd 2000 H.L. aardappelen en 300 balen peen. Door B. en W. is aan G. Breur vergun ning verleend tot het bouwen van een woon huis aan het Korteweegje. - Door de vele regens die we de laatsten tijd hebben is de ziekte onder de aardappelen uitgebroken. Voor verschillende personen een belangrijke schadepost DIRKSLAND. Bij de arbeidsbemiddeling ston den 3 werkzoekenden ingeschreven. Tegen een ingezetene werd proces-verbaal opgemaakt wegens het niet schrappen van de wielen van een voertuig. Bij de publieke verkooping is het woonhuis met pakhuis van P. L. van der Wekke afgemijnd door den heer H. Oversier op 5000.-—. Het was ingezet op 3630.—. De eerste uien van dezen oogst zijn thans van hier verscheept. De prijs was 2.50 per H.L* De Boezem- en Staakweg is thans geheel geasphalteerd, zoodat de geheele weg van hier naar Ouddorp gereed is. De pogingen tot het oprichten van een leeszaal alhier, nemen thans e'en vasteren vorr-^ aan. Deze week zullen de bestuursleden gekoz^v, worden. HERKINGEN. Bij gehouden inschrijving voor het bouwen van een centrale aardappelbewaar plaats voor rekening van den landbouwer Lok ker werd dit werk in massa gegund aan J, G. Noordijk, timmerman alhier, voor de som van 1009.-. Een zoontje van den heer R. geraakte bij het spelen in de volle Spui. Met behulp van kameraadjes was hij spoedig op den vasten wal. Zaterdag reed de landbouwer G. per mol^.\ over de Scharloodijk, to'en de hond van dhr. blaffend op den hond van G. toeschoot Laatst genoemde kwam daardoor met de motor te val len. Met eenige. lichte kwetsuren bracht hij het er af. Zijn op de duo zittend zoontje bekwam lichte verwondingen, De hond van G. kwam onder de motor te liggen en was zwaar gewond. Later in den avond heeft L. zijn hond door de gemeentepolitie laten afmaken, ter voorkoming van eventueele meerdere ongevallen. Het liep wonder boven wonder goed at, daar de weg ter plaatse erg smal en de dijk vrij steil en hoog is. Als de heer G. niet naar rechts was geval len, hadden er zeker meerdere dooden geweest, daar hij dan voorzeker van den dijk was afge stort, waar beneden de reeds bejaarde van 't H. was gezeten. Uitslag van de door Notaris v. d. Sluys gehouden verkooping op Vrijdag 14 Augustus: Perc. 1, een woonhuis voor de erven Bestman gebeurd is Albert glimlachte zijns ondanks even om zijn eigen dwaas denkbeeld. „Nu, Leermans, wat is er aan de hand „Ja, mijnheer, ik zal openhartig alles zeggen. U noemt mij Leermans natuurlijk, maar zoo héét ik niet." „Wat Stom verbaasd staarde het schoolhoofd den jongeling tegenover zich aan. „Leermans is de naam van mijn moeder, mijnheer. Mijn echte naam is Meyenbeek Leeu wen-huis." „Meyenbeek Leeuwenhuis Meyen.... Waar heb ik dien naamO, Gretba schreef dien naam ook. Een medeverpleegster, die zoo heet. Ik begrijp niet „Marianne Meyenbeek Leeuwenhuis is mijn zuster, mijnheer." „Je zuster? Waarom heb je dat dan nooit gezegd Wat ter wereld beweegt je, om je Leermans te noemen Hoe doe je dat Hoe kon je dat volhouden Dat moet je toch in een lastig parket brengen „Ik zit midden in de moeilijkheden', mijnheer. Vandaag kwamen ze alle op mij aanstormen, 'k Weet niet, hoe ik er uit moet komen. Van daar, dat ik u om raad kom vragen." ,,'t Lijkt me alles heel vreemd 'en' wonderlijk. In ieder geval zul je me alles moeten vertellen, wil ik geheel op de hoogte zijn. Je hebt gezegd, dat je vader niet meer leeft. Was dat een ■leugen „Neen, mijnheer, mijn vader is dood. Hij sloeg de hand aan eigen leven", hakkelde Albert. „Jongen, Albert, dat is vreeselijk. Als je er liever niet over spreekt „Dat moet ik, mijnheer. Anders kunt u mij niet raden." „Nu, vertel dan." Het was stil in het schoolvertrek. Terwijl mijnheer Kleefstra onafgebroken tuurde naar een globe, die op de kast stond, luisterde hij met deernis naar het droeve verhaal van Albert, Onder het luisteren herinnerde hij zich het geval. „Weet u van dat gebeuren niet af?" vroeg Albert. „Jawel. Nu je het vertelt, herinner ik mij, het in de bladen gelezen te hebben. Maar de naam van den bankier was mij totaal ontgaan. Je hebt vreeselijk geleden. En ook je moeder en zuster. Met medelijden vervult, heb ik naar je zitten luisteren. En nu wil je mijn raad „Ja, mijnheer. Mijnheer Wehrmeijer staat er blijkbaar op, dat ik mijn eigen naam ga dragen. Als ik weiger, 'k weet het nieit, maar dan loop ik de kans, ontslagen te worden en „Heeft mijnheer Wehrmeijer dat gezegd „Neen, dat niet. Maar hij voelt er niet veel voor, iemand in de zaak te hebben, die zijn echten naam niet draagt." „Dat kan ik mij voorstellen.. Het geeft allerlei moeilijkheden en ook aanleiding tot vermoedens, die kant noch wal raken. Je ziet het wel aan het optreden van je hospita. Ik kan het het mensch niet kwalijk nemen, dat zij achterdochtig is." „Wat moet ik nu doen, mijnheer „Als ik je een raad geef, volg je dién dan op Dat lijkt een gekke vraag, maar Mijnheer Kleefstra zweeg.. Want de deur werd geopend en zijn vrouw trad! .in het schoollokaal. „O, man, ik wist niet, dat je bezoek hadt. Ik dacht: waar blijft hij nu toch Albert", zij gaf hem een hand, „hoe kom je hier verzeild Is is er iets ernstigs vroeg zij dan verschrikt. Haar man stelde haar gerust. „Albert zit met een moeilijkheid, waarover hij met mij alleen wilde praten, 't Was niet noodig geweest, maar ik begrijp het wel. Nu je er tóch bent, moet je het weten. Je waart het toch te weten gekomen, dat spreekt. We gaan naar huis, Albert, en drinken thee. Annie is met haar vriendinnen boven, dus zijn wij met z'n drieën. En dan zal ik mijn vrouw met een paar woorden op de hoogte brengen. Tenminste als je er geen bezwaar tegen hebt Albert schudde het hoofd: allen kwamen het nu tóch te weten. Bovendien voelde bij zich verlicht, dat hij het verteld had en, méér nog, dat mijnheer Kleefstra, ondanks het feit, dat hij alles wist, even vriendelijk bleef. In het gastvrije huisvertrek, waar hij zat op zijn gewone plaats, luisterde hij naar de woorden van mijnheer Kleefstra, die beknopt weergaf zijn eigen droef verhaal. „Albert was precies klaar, toen je binnen- kwaamt. En nu wil hij mijn raad. Hij weet niet, hoe hij 'handelen moet. Tenminste, dat beweert hij. Je weet het natuurlijk wel, Albert." Deze wilde protesteeren, maar hij kreeg de gelegenheid er niet toe. „Zeker, je wéét het heel goed. Je ziet levendig in, dat je onjuist hebt gehandeld." „Dus ik moet „Er is maar één raad, jongen', die voor de hand ligt. Je gaat morgenochtend naar mijnheer Wehrmeijer en zegt hem dat je voortaan Meyen beek Leeuwenhuis heet. De directeur zal dan wel uitmaken, op welke meest kiesche wijze dat aan het personeel moet worden medegedeeld. Ook moet je hospita het weten. Wij weten het nu. Andere kennissen heb je niet. Alleen enkelen, die hier wel eens komen, kennen je, maar die hunnen hoogstens, evenals de leden van het personeel, even verwonderd zijn. Je trekt je er niets van aan, dan is het geval in een .minimum van tijd vergeten. Je gaat verder door het leven met je eigen naam, zooals dat behoort. Je hebt, naar mijn meening, niet verstandig- gehandeld, al is je handelwijze voor een deel verschoon baar. Vóór je in verdere verwikkelingen komt, want die kunnen niet uitblijven, raad ik je, door den zuren appel heen te bijten en even verstan dig te worden als je zuster, die kalm haar gang is gegaan. Heeft mijnheer Wehrmeijer niet in dezen geest met je gepraat „Zeker, mijnheer. Die heeft nog veel meer gezegd. Is het waar, dat ik niet zóó, u begrijpt me wel, over mijn vader mag denken?" Natuurlijk 'begreep mijnheer Kleefstra hem-. „Ik begrijp heel goed, want ik ken hem door en door, wat mijnheer Wehrmeijer heeft opge merkt en, al heb ik er geen woord van gehoord, ik kan wel zeggen, dat ik het volkomen met hem eens ben. Je hebt je, bewust of onbewust, dat laat ik in het midden, door twee factoren laten leiden, eigenlijk door drie. In de eerste plaats door je gevoel van eerlijkheid, van afschuw tegen het vreeselijke, dat je vader, helaas I heeft verricht. In de tweede plaats door je gevoel van haat tegen je vader, welk gevoel niet alleen misplaatst, maar zéér zondig is. En de derde factor is je gevoel van 'trots. Je woudt niet worden aangezien voor den zoon van Meyen beek Leeuwenhuis. Je eerste reden is prijzens waardig, maar de beide andere niet. Ik begrijp heel goed, wat mijnheer Wehrmeijer heeft op gemerkt en wil dat niet herhalen, te meer, omdat je het niet zoo kunt gevoelen als wij. Maar in ieder geval weet je wel, dat een kind niet tegen zijn vader of moeder mag opstaan en haatgevoelens tegen zijn vader mag koesteren. En wat de derde reden aangaat, ik kan mij voorstellen, al is trots verkeerd, dat je liever niet de zoon van Meyenbeek Leeuwenhuis wil zijn, maar, jongen, dat baat immers niet? Je bent het. Dat wascht al het water van de Noordzee niet af. Je bent en je 'blijft het. Al zou je naam het niemand zeggen, voor je eigen ge voel, neen, voor je eigen, zeker weten ben je het. Dat is heel droef, natuurlijk, ik betreur het met je, maar het is niet anders. En het is veel moediger, het feit te aanvaarden dan het voor de menschen te verbloemen, afgedacht nog daar van, dat je in allerlei moeilijkheden komen kunt." „Ik voel zeer wel, dat ik niet goed heb ge handeld. Vooral vandaag werd het mij steeds duidelijker", zeide Albert. „Wel, mijn jongen, dan is het heel eenvoudig, om radicaal om te keeren. Doe dat nu", merkte mijnheer Kleefstra hartelijk op. „Het zal het beste zijn. Maar ik zie er zoo tegenop". „Dat kan ik mij indenken, doch laat je niet weerhouden van dat goede voornemen. Zooals ik zeier kan misschien even over gepraat worden, maar men is het geval ras vergeten en dan zul je eens zien, van welke onrust je bevrijd bent". „Men kijkt -mij niet meer aan", dacht Albert. „Ik zou niet weten, waarom niet, kerel. Na tuurlijk, 't is mogelijk, dat een of ander ver waand persoon met een schuinen blik naar je kijkt en uit de hoogte op je neerziet omdat je de zoon van Meyenbeek Leeuw'enhuis bent, maar zulke menschen zullen er heusch niet veel zijn. Je laat zulke exemplaren eenvoudig links liggen". Deze woorden bemoedigden Albert ten zeer ste. Want hij vernam er uit, dat hij in de oogen van de Kleefstra's niet minder geworden was. Evenwel kon hij dat niet goed begrijpen en hij wilde volkomen zekerheid. „U weet nu alles", zeide hij. „Mag ik nu nog hier komen?" „Maar, mijn beste, brave jongen, waarom niet Dacht je dan heusch, dat je er ons min der om geworden waart Er verandert in onze verhouding niets, dat kan ik je ten stelligste verzekeren. Als er wel iets ten kwade veran dert, na deze mededeelingen, dan ligt dat uit sluitend aan je zelf". „Hoe bedoelt u dat?" vroeg Albert verbaasd. „Wel, het zou kunnen zijn, dat je je in beeldde, dat onze houding anders geworden was. Het zou ook kunnen zijn, dat je je trotss niet kondt overwinn'en. Maar dat alles gaat buiten ons om. Wij veranderen niet. Voor ons ben je voortaan Meyenbeek Leeuwenhuis. En over 't verleden spreken wij niet. Doe nu verstandig en houd er mede op, den naam van je moeder te voeren. Je komt zoo in alle mogelijke ver wikkelingen. Je had het niet moeten doen, Al- bert. In een eerste opwelling kan men aan zoo iets wel denken, maar zulk een plan volvoeren, neen, -dat is onzin, 't Is ook, neem me niet kwa lijk, dat ik het je ronduit zeg, misplaatste trots. Afgedacht nog van het heei verkeerde, dat je je hebt laten leiden door haatgevoelens tegen over je vader", (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 2