UW zenuwen meeren en worden
Gemeenteraad.
Plaatselijk Nieuws.
Eisch 15 of 5 dagen, met toewijzing der
civiele vordering. Uitspraak 10 of 5 dagen,
met toewijzing der civiele vordering tot 22.05.
J. de J., te Stellendam, had met steenen ge
gooid. Deze zaak was reeds vroeger behandeld.
W. B., godsdienstonderwijzer, en J. T., schip
per, hebben verd. zien gooien.
Get. a decharge H., 20 j., landarbeider, had
verd. op dien tijd in het verbaal genoemd, op
een andere plaats gezien.
Get. B. is niet verschenen.
J. H„ 43 j., caféhouder, zegt dat verd. om
streeks dien tijd in zijn café was.
De Ambt. v. h. O. M.: Hoe lang is dat loo
pen, van uw café naar de woning van den' heer
Bouman
Getuige: Ja, mijnheer, dat ligt er aan hoe hard
of je loopt.
J. T., 41 j., echtgenoote van vorigen getuige,
legt gelijkluidende verklaring af.
v. d. B„ 19 j., bakkersknecht en B., 26 j.,
bakkersknecht, zijn vervolgens met verdachte op
de Kaai geweest gedurende meer dan een uur.
Eisch 5 of 2 dagen. Wordt op verzoek van
verdachte aangehouden om nog een getuige te
hooren.
J. P. M„ beurtschipper te Den Bommel, had
petroleumvaten op de Kaai laten liggen zonder
vergunning. Hij zegt ze er niet te hebben neer
gelegd. Echter heeft hij een vorige maal, toen
voor deze zaak zich een ander had te ver
antwoorden, als getuige gezegd, dat hij de aan
sprakelijke persoon was.
D. B., burgemeester, zegt dat het niet geeft,
wanneer die vaten er maar niet zoo lang liggen.
Verd. beweert, dat de kwestie eigenlijk dieper
zit. 't Mocht al 20 jaar zooals hij deed, en nu
't in eens veranderd is, kreeg hij niet eens een
waarschuwing.
Eisch 2 of 1 dag. Uitspraak 1 of 1 dag.
C. K„ 18 j., landbouwersknecht te Ooltgens-
plaat, heeft op de openbare straat e'en dolkmes
gedragen.
Eich 5 of 2 dagen, met verbeurd verklaring
van het mes. Uitspraak conform.
D. W., te Ooltgensplaat, niet verschenen, had
met motorrijwiel links van den weg gereden,
zoodat een ander in den berm terecht moest
komen.
Eisch 20 of 5 dagen. Uitspraak 4 of 2 d.
v. d. H„ landbouwer te Ooltgensplaat, kon
geen nummer- en rijbewijs toonen op eerste
verzoek.
Eisch 8 of 2 d. Uitspraak 4 of 2 d.
L. W„ te Ooltgensplaat, niet verschenen,
heeft iemand nageschreeuwd.
Eisch 10 of 4 d. Uitspraak idem.
J. K., 37 j., veeverloskundige te Sommelsdijk,
heeft veegeneeskunde uitgeoefend zonder daar
toe gerechtigd te zijn. Hij had varkens ingeënt
tegen vlektyphus.
Verd. zegt niet geweest te zijn bij de per
sonen in het verbaal genoemd, één uitgezonderd.
Hij had ge'en varkens ingeënt, slechts den schijn
aangenomen alsof hij dit deed, omdat hij wist,
dat men op hem loerde, en geen geld ontvangen.
Fl., broodbakker te Goedereede, heeft gezien
dat verdachte met spuitjes werkte.
Evenzoo A. D., visscher, en J. K„ petroleum-
venter, beiden te Goedereede.
Wordt aangehouden om nog een getuige te
hooren.
H. K. (verstek) heeft gehengeld zonder ver
gunning. Eisch 1 of 2 d. Uitspraak f 1 of
1 dag.
U., als voren.
G. te Ooltgensplaat, heeft in Dirksland te
hard gereden en een kruiwagén aangereden.
J K., 10 j., te Dirksland, bevestigt het verbaal.
Verd. zegt: Je had van de kruiwagen moeten
afblijven, dan was er niets gebeurd
L. P., reiziger te Gorkum, zegt, dat de passage
zeer nauw was en dat verd. daarnaar gerekend
te hard reed.
Eisch 15 of 5 d. Uitspraak 10 of 5 d.
J. W, te Middelharnis (verstek), wegens
schoolverzuim van zijn kind.
Eisch 8 of 5 d. Uitspraak 5 of 2 d.
C. v. E., landarbeider te Middelharnis, had
iemand baldadig een klap tegen1 't hoofd ge
geven.
K. v. d. V., 64 j„ landbouwer, zegt, dat verd.
hem de pet van het hoofd sloeg. Hij is met
hevige hoofdpijn thuis gekomen.
A. v. d. V., 21 j., die naast verd. reed, had
niets gezien.
A. v. d. V., 19 j., die eveneens met verd.
uit 't land kwam, had getuige v. d, V. zelfs
niet gezi'en.
Eisch: vrijspraak. Verdachte wordt vrijge
sproken.
J. T., koopman te Sommelsdijk, had door den
Duibbelen Ring gereden zonder licht.
Eisch 5 of 2 d. Veroordeeling conform
den eisch.
J. L., 54 j„ te Ooltgensplaat, had met 2 per
sonen op één rijwiel gereden.
Verdachte erkent dit, doch zegt, dat de plaats
in het verbaal genoemd, niet juist is. Niet in
't dorp heeft hij gereden, doch buiten dorp, op
den Provincialen weg.
Aangehouden om verbalisant te hooren.
H. P. M. (verstek) had te Middelharnis de
maximumsnelheid overschreden.
Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 6 of 3 d.
A. R., 24 j., te Sommelsdijk, heeft een paard
los laten loopen door Middelharnis.
Verd. zegt, dat dit paard hem was achterop
gekom'en uit de wei.
J. v. A., arbeider, had op den hoek achter de
Kaai bijna een ongeluk gehad door dat paard.
Hij was verdachte, die op een ander paard zat,
gepasseerd, doch deze had hem niet gewaar
schuwd, dat er nog een los paard aan kwam.
Evenzoo verklaren 'KI. v. A., arbeidster, en
J. v. S.
De Ambt, v. h. O. M. wijst er verdachte op,
dat daar een groot ongeluk had kunnen ge
beuren.
Verd.: Wel neen, want op dien hoek staat
een verkeersspiegel.
II... -mhi.h.am komen tot rust, kal«
daarbij tevens gesterkt door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth. en Drogisten
De Ambt. v. h. O, M,: Als 't paard daar maar
het rechte gebruik van weet te maken.
Eisch 2 of 1 d. Uitspraak 1 of 1 d.
S. K., timmerman te Sommelsdijk (verstek)
wegens dronkenschap.
Eisch 10 of 5 d. Uitspraak 10 of 4 d.
L. (verstek) had gevischt in verboden water.
Eisch 2 of 1 d., met verbeurdverklaring van
het vischtuig. Uitspraak 1 of 1 d.
H. K. te Sommeisdijk (verstek) had op den
Oostdijk rumoer gemaakt.
Getuige is J. veldwachter.
Eisch en uitspraak 5 of 2 dagen.
H. N., te Nieuwe Tonge (verstek) had op
een hondenkar gezeten zonder nummerbewijs.
Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 4 of 2 d.
J. K., 29 j., koopman te Sommelsdijk, als
voren.
Eisch 10 of 4 d. Uitspraak 4 of 2 d.
A. v. d. S., te Stellendam (verstek) had met
motorrijwiel laten rijden door onbevoegden.
Eisch en uitspraak 5 of 2 d.
P. B. C., koopman te Ooltgensplaat, zou on
der invloed van sterken drank een motorrijwiel
hebben bestuurd.
Verd. ontkent.
Zijn getuigenis wordt bevestigd door H. v. d.
D„ hotelhouder te Dirksland, en K. G„ hotel
houder te Sommelsdijk.
Aangehouden om verbalisant te hooren.
A. B. (verstek) heeft te hard gereden met
motorrijtuig. Wel 40 K.M. binnen de kom der
gemeente Dirksland.
Eisch en uitspraak f 10 of 4 d.
J. d. B„ te Den Bommel (verstek) heeft ge
reden met auto zonder rood achterlicht.
Eisch 10 of 4 d. Uitspraak 8 of 4 d.
A. W. (verstek) had te Oude Tonge zonder
vergunning gevent.
Eisch 3 of 1 d. Uitspraak 1 of 1 d.
E. Z., te Dirksland (verstek) heeft gereden
met motorrijtuig zonder voor- en achterlicht.
Eisch en uitspraak 4 of 4 d.
T. M„ te Sommelsdijk (verstek) had door
iemand beneden den wettelijken leeftijd arbeid
doen verrichten. Eisch 15 of 5 d. Uitspraak
6 of 4 dagen.
P. L., (verstek) gereden met rijwiel zonder
licht.
Eisch en uitspraak 5 of 2 d.
C. V., 50 j., smid te Sommelsdijk, heeft op
den Westdijk te Middelharnis gereden in ver
boden tijd.
Verd. zegt, dat hij slechts e'en paar meter te
vroeg is opgestapt.
Eisch 2 of 1 d. Uitspraak 1' of 1 d.
H. v. d. M., arbeider te Melissant (verstek)
wegens rijden zonder licht.
Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 4 of 2 d.
L. K., te Stellendam, als voren.
Eisch en uitspraak 5 of 2 d.
A. v. d. G., te Dirksland (verstek) heeft
zijn hond laten losloopen.
Eisch 5 of 2 d. Uitspraak 3 of 2 d.
Openbare vergadering van den Raad der
gemeente DEN BOMMEL op Donder
dag 13 Augustus 1931, des namiddags
8 uur.
Afwezig de heer Segers.
Deze vergadering is behoudens onvoorziene
omstandigheden, de laatste welke door den thans
zittenden raad wordt bijgewoond.
De Voorzitter, burgemeester Brouwer, opent
de vergadering op de gebruikelijke wijze, waarna
hij mededeelt, dat de heer Segers heeft ge
weigerd deze vergadering bij te wonen.
Onder de ingekomen stukken is een proces
verbaal van de opneming van kas en boeken
van den gemeente-ontvanger, waaruit blijkt, dat
op 31 Juli j.l. in kas was een bedrag ad
1336.70.
Voorts is ingekomen een door Ged. Staten
goedgekeurd raadsbesluit dd. 17 Juli 1931, tot
het uitgeVeri in erfpacht van een strookje grond
aan C. Bakker, schilder alhier, naast zijn woning.
Beide stukken worden voor kennisgeving aan
genomen.
Door het gemeentebestuur van Oude Tonge
is aan den gemeenteraad ter goedkeuring inge
zonden de rekening van het vleeschkeuringsbe-
drijf over 1930.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
de gemeenterekening goedgekeurd.
Voorts zijn ingekomen een vijftal bezwaar
schriften tegen de hondenbelasting.
Conform het voorstel van B. en W. worden
de volgende beschikkingen genamën'
De honden van J. Melissant en E. J. v. d.
Klundert worden van de eerste klasse naar de
tweede klasse overgebracht, terwijl aan J. Mos
selman, de wed. J. Okker en J. Melissant Mz.
een half jaar afschrijving wordt verleend.
Daarna komt in behandeling de voorloopige
vaststelling van de gemeenterekening en vast
stelling van de rekening van het burgerlijk arm
bestuur, beide over 1930.
Bij monde van den heer W. J. Rosmolen
brengt de commissie van onderzoek, bestaande
uit de hoeren J. Hokke, H. van Gent en W. J.
Rosmolen, verslag uit.
De heer ROSMOLEN zegt, dat de commissie
de rekeningen heeft onderzocht, in orde heeft
bevonden' en tot voorloopige vaststelling van de
gemeenterekening en tot vaststelling van de re
kening van het burgerlijk armbestuur adviseert.
Zij stelt o.m. daarbij de vraag of in de jaar
wedde van de schoonmaakster van 't gemeente
huis niet zijn begrepen de kosten van extra
schoonmaak en die van het aanschaffen van
schoonmaakbenoodigdheden en maakt een op
merking in verband met het gebruik van brand
stoffen voor het gemeentehuis.
De commissie merkt voorts op, dat het haar
is gebleken, dat de burgemeester bij het maken
van reiskosten zeer zuinig is geweest en dat
hij niet alle door hem gemaakte kosten in reke
ning kan hebben gebracht.
De VOORZITTER dankt de commissie voor
haar gedane werkzaamheden en beantwoordt de
gestelde vragen en de gemaakte opmerkingen.
Wat de opmerking aangaande de gemaakte
reiskosten betreft, merkt spr. op, dat hij de
gesproken woorden op prijs stelt.
Uit den aard der zaak heeft spr. natuurlijk
reizen gemaakt, doch spr. heeft de gemeente
niet onnoodig bezwaard.
Daarna wordt de gemeenterekening voorloopig
vastgesteld en de rekening van het burgerlijk
armbestuur vastgesteld.
Voorts zegt de VOORZITTER, dat in ver
band met het in de vorige raadsvergadering ge
nomen besluit tot een vernieuwing van een ge
deelte kaai, van den opzichter van den dijkring
een mondeling verzoek was ingekomen om over
legging van e'en' teekening. Spr. heeft toen ge
meend, dat het verzoek niet officieel door het
bestuur van den dijkring was ingediend en heeft
een teekening met een eenvoudig begeleidend
schrijven aan den heer Smits gezonden. Nu ver
zoekt de dijkgraaf een duidelijker teekening en
behoorlijke omschrijving. Had spr. dat kunnen
voorzien, dan had hij deze zaak officieel be
handeld. Achteraf stelt de' heer Smits nu zulke
eischen, dat daaraan niet kan worden voldaan,
b.v. een opgave van de evéntueele hoeveelheid
palen, welke onder de beschoeiing zit.
B. en W. stellen in verband daarmede voor
de beschoeiing niet te doen vernieuwen.
De heer HOKKE vraagt of het wel op den
weg van het gemeentebestuur ligt om die be
schoeiing te verbeteren. Spr. meent, dat het im
mers zeewering is.
De heer JONGELING zegt, dat het gemeente
bestuur heeft besloten de zaak op te knappen;
au echter zoo'n tegenkanting wordt ondervonden
is het maar beter dat die verbetering blijft
rusten.
Aldus wordt met algemeene stemm'en beslo
ten.
Dan komt in behandeling het voorstel van B.
en W. om het einde der kade te doen vernieu
wen.
Het college van B. en W. is er in zijn geheel
vóór.
Wel heeft de heer Segers, naar sprekers mee
ning, de vergadering moedwillig niet bijgewoond
doch deze heeft gezegd er voor te zijn. Het
is spreker bekend, dat de heer Segers zijn stem
„ertegen" reeds gegeven had.
In de openbare raadsvergadering durft hij
misschien niet voor zijn stem uit te komen.
Het plan voor de verbetering is gemaakt door
den heer C. Esselink te Middelharnis.
Na eenige discussie wordt het werk aan den
heer Esselink gegund, voor een maximum be
drag van 1700.—.
In verband daarmede wordt tevens besloten
een geldle'ening van 1700.— aan te gaan.
De VOORZITTER r(egt daarna da(t dej
schuur bij de dokterswoning in zeer bouwvalli-
gen toestand verkeert.
De dokter, die thans een auto heeft aange
schaft wil, indien de gemeente b.v. een nieuwe
schuur zou bouwen, waarin de auto behoorlijk
kan worden opgeborgen een tegemoetkoming in
de kosten geven door een jaarlijksche huur te
betalen.
B. en W. hebben echter gemeend met geen
voorstel te moeten komën.
Wel, is een raming van de kosten voor een
nieuwe schuur gemaakt. De kosten daarvan
worden geraamd op 2700.—.
Na eenige discussie wordt besloten deze zaak
aan te houden.
Rondvraag.
De heer VAN GENT wijst er op, dat de
herstrating na het leggen der telefoonkabel veel
te wenschen overlaat.
De VOORZITTER antwoordt dat de aanne
mer verplicht is, de bestrating goed op te leve
ren. Na eenigen tijd zal voor rekening van den
aannemer opnieuw gestraat worden.
Vervolgens richt de VOORZITTER e'en af
scheidswoord tot de leden die in de volgende
zjtting^periqde niet; zullen terugkeerenj, Spr.
dankt de heeren voor de buitengewone prettige
samenwerking, welke hij van de heeren mocht
ondervinden.
Hij dankt voorts den heer Jongeling voor de
wijze waarop deze spr. als wethouder heeft bij
gestaan.
Tot sprekers leedwezen kan hij nu deze woor
den niet tot den heer Segers richten, omdat deze
immers moedwillig de vergadering niet heeft
willen bijwonen.
Spr. hoopt dat het den scheidenden leden in
gezondheid en in zaken ieder voor zich voor
spoedig moge gaan en dat zij onder Gods zegen
nog lang ingezetenen der gemeente mogen zijn.
Spr. eindigt met te zeggen dat hij goed meen
de te doen zijn vacantie even te onderbreken
om deze laatste vergadering persoonlijk te lei
den, hoewel hij er niettemin van overtuigd is
dat de heer Jongeling zich zeer zeker uitstekend
van zijn taak zou hebben gekweten.
Daarna dankt de heer ROSMOLEN den
Voorzitter voor de gesproken woorden en
spreekt zijn genoegdoening uit over de bijzon
der prettige samenwerking met den Voorzitter.
De heer VAN GENT sluit zich hierbij aan.
De heer JONGELING hoopt dat de verstand
houding tuschen den Voorzitter en den nieuwen
raad even goed moge zijn als gedurende den
laatsten tijd.
Daarna sluiting der openbare vergadering.
De heer Rotsma maakt nog een foto van den
Raad met zijn Voorzitter.
SOMMELSDIJK, De uitslag van de laatste
twee gehouden schietoefeningen van den B.V.L.
afdeelingen Sommelsdijk en Middelharnis, is als
volgt
Job Kievit 98 punten, A. Groendijk 97, A. de
Gans 95, C. Knape Az. 95 (ingeh. 87), L, Mas
tenbroek 95, H. van der Put 95, J. Bom 94,
J. H, Dijkers 94, H. Fris 94, C. Slui 93, J. Hol
laar 92, T. van den Boogert 91, J. C. van den
Doel 91, G. van Driel 91, C. Hartensveld 91,
D. Kieviet 91, J. Jordaan 90, H. van den Doel
89, G. C. Binneweg 88, W. Vroegindeweij 88,
K. J. van Splunter 87, L. Tanis 87, J. Schol 85,
J. C. Kievit 83. Maximum-aantal te bereiken
punten was 100.
- Mej. W. S. had het ongeluk bij het ramen
wasschen, dat een ruit brak. Hierbij werd zij
zoo bloedig verwond, dat zij zich onder genees
kundige behandeling moest stellen.
Tegen een landbouwer in deze gemeente
is proces-verbaal opgemaakt wecjens het laten
loopen van vee over bebouwden grond van een
ander.
Vorige week stonden bij den correspondent
der arbeidsbemiddeling dezer gemeente 2 werk-
looze landarbeiders ingeschreven.
De bakkers in deze gemeente hebben het
wittebrood met ingang van Maandag 1.1. met 1
cent per 8 ons verhoogd.
MIDDELHARNIS. Dinsdagmorgen terwijl
het zoontje van den heer C. de Man zich in de
schuur van den landbouwer D. Peeman bevond,
kreeg hij van een paard zoodanig een slag, dat
hij met een gebroken arm in de ouderlijke wo
ning werd gebracht. Zijn overbrenging naar 't
Ziekenhuis bleek noodzakelijk.
Aan de kaai zijn de afgeloopen week aan
gebracht en verzonden, 1200 H.L. aardappelen
en 250 balen ajuin.
De zwemwedstrijd van F. Z. C. zijn in
verband met het koude weer een week uitgesteld
en zullen nu gehouden worden Zaterdagmiddag
22 dezer.
Dinsdagmorgen (heden) toen het perso
neel op de stoomboot kwam zagen zij dat er
twee graskalveren, welke d'en vorigen avond
aan boord gebracht waren, zich verworgd had
den.
DEN BOMMEL, Bij den correspondent der
arbeidsbemiddeling staan 6 werkloozen inge
schreven.
Vervoerd zijn: 1500 H.L. aardappelen.
De gemeenteontvanger zal van Donderdag
20 tot en met 25 Augustus afwezig zijn.
OOLTGENSPLAAT, Aan de militieplichti-
gen Wouter Rem us van de lichting 1930 is door
den Minister van Defensie d.d. 5 Augustus voor
goed vrijstelling verleend wegens kostwinner
schap.
Bij B. en W. is een verzoek ingekomen
van J. de Waal Az., winkelier, voor d'en ver
koop van alcoholhoudende dranken andere dan
sterke dranken in perceel B 59 het grootste lo
kaal gelegen aan de Zuidkant.
Uitslag B. V. L.: J. W. Korteweg 97, A.
C. de Bruin 95, J. J. van Ree 93, M. van der
Vliet 91, H. van Kempen 91, A. van den Heu
vel 91, Joh. van den Heuvel 90, H. van Ros-
sum 90, P. Korteweg 90, A. van Dam 89, S.
van der Mast 88, M. van Bensbergen 84, L.
Jordaan S3, J. van Putten 80, C. J. Oostdijk 78,
P. van Kempen 76, J. van den Tol 75, A. van
der Griend 72, Jac. van Ree 72, A. J. de Ruiter
66, T. Crezee 32.
OUDE TONGE. J.l. Zondagmiddag heeft
alhier tijdens een onweerbui een hevige storm,
een soort van hoos, groote schade aan het te
velde staande koren aangericht. De korenschel-
v'en' en erwtenruiters waren meters ver wegge
slingerd. Komende uit het Zuid-Westen is hij
voorbij het dorp in Noord-Westelijke richting
gegaan.
Het zoontje van De V. had het ongeluk
van een wagen te vallen, waardoor geneeskun
dige hulp voor hem noodzakelijk was. Er werd
een lichte hersenschudding geconstateerd.
Het verzoek van P. van Schelven om in
een perceel aan den Molendijk een 30 P.K.
motor te mogen plaatsen, is door B. en W.
toegestaan,
NIEUWE TONGE. Tegen een 4-tal personen
is proces-verbaal opgemaakt wegens het rijden
zonder licht.
Bij d'en' correspondent der arbeidsbemidde
ling stonden gemiddeld 8 werkloozen ingeschre
ven.
Van den heer D. stierf deze week een
varken. Het cadaver is onder politietoezicht
begraven.
Deze week werden van hier vervoerd 2000
H.L. aardappelen en 300 balen peen.
Door B. en W. is aan G. Breur vergun
ning verleend tot het bouwen van een woon
huis aan het Korteweegje.
- Door de vele regens die we de laatsten
tijd hebben is de ziekte onder de aardappelen
uitgebroken. Voor verschillende personen een
belangrijke schadepost
DIRKSLAND. Bij de arbeidsbemiddeling ston
den 3 werkzoekenden ingeschreven.
Tegen een ingezetene werd proces-verbaal
opgemaakt wegens het niet schrappen van de
wielen van een voertuig.
Bij de publieke verkooping is het woonhuis
met pakhuis van P. L. van der Wekke afgemijnd
door den heer H. Oversier op 5000.-—. Het
was ingezet op 3630.—.
De eerste uien van dezen oogst zijn thans
van hier verscheept. De prijs was 2.50 per
H.L*
De Boezem- en Staakweg is thans geheel
geasphalteerd, zoodat de geheele weg van hier
naar Ouddorp gereed is.
De pogingen tot het oprichten van een
leeszaal alhier, nemen thans e'en vasteren vorr-^
aan. Deze week zullen de bestuursleden gekoz^v,
worden.
HERKINGEN. Bij gehouden inschrijving voor
het bouwen van een centrale aardappelbewaar
plaats voor rekening van den landbouwer Lok
ker werd dit werk in massa gegund aan J, G.
Noordijk, timmerman alhier, voor de som van
1009.-.
Een zoontje van den heer R. geraakte bij
het spelen in de volle Spui. Met behulp van
kameraadjes was hij spoedig op den vasten wal.
Zaterdag reed de landbouwer G. per mol^.\
over de Scharloodijk, to'en de hond van dhr.
blaffend op den hond van G. toeschoot Laatst
genoemde kwam daardoor met de motor te val
len. Met eenige. lichte kwetsuren bracht hij het
er af. Zijn op de duo zittend zoontje bekwam
lichte verwondingen, De hond van G. kwam
onder de motor te liggen en was zwaar gewond.
Later in den avond heeft L. zijn hond door de
gemeentepolitie laten afmaken, ter voorkoming
van eventueele meerdere ongevallen. Het liep
wonder boven wonder goed at, daar de weg ter
plaatse erg smal en de dijk vrij steil en hoog
is. Als de heer G. niet naar rechts was geval
len, hadden er zeker meerdere dooden geweest,
daar hij dan voorzeker van den dijk was afge
stort, waar beneden de reeds bejaarde van 't H.
was gezeten.
Uitslag van de door Notaris v. d. Sluys
gehouden verkooping op Vrijdag 14 Augustus:
Perc. 1, een woonhuis voor de erven Bestman
gebeurd is
Albert glimlachte zijns ondanks even om zijn
eigen dwaas denkbeeld.
„Nu, Leermans, wat is er aan de hand
„Ja, mijnheer, ik zal openhartig alles zeggen.
U noemt mij Leermans natuurlijk, maar zoo
héét ik niet."
„Wat
Stom verbaasd staarde het schoolhoofd den
jongeling tegenover zich aan.
„Leermans is de naam van mijn moeder,
mijnheer. Mijn echte naam is Meyenbeek Leeu
wen-huis."
„Meyenbeek Leeuwenhuis Meyen.... Waar
heb ik dien naamO, Gretba schreef dien
naam ook. Een medeverpleegster, die zoo heet.
Ik begrijp niet
„Marianne Meyenbeek Leeuwenhuis is mijn
zuster, mijnheer."
„Je zuster? Waarom heb je dat dan nooit
gezegd Wat ter wereld beweegt je, om je
Leermans te noemen Hoe doe je dat Hoe
kon je dat volhouden Dat moet je toch in een
lastig parket brengen
„Ik zit midden in de moeilijkheden', mijnheer.
Vandaag kwamen ze alle op mij aanstormen,
'k Weet niet, hoe ik er uit moet komen. Van
daar, dat ik u om raad kom vragen."
,,'t Lijkt me alles heel vreemd 'en' wonderlijk.
In ieder geval zul je me alles moeten vertellen,
wil ik geheel op de hoogte zijn. Je hebt gezegd,
dat je vader niet meer leeft. Was dat een
■leugen
„Neen, mijnheer, mijn vader is dood. Hij
sloeg de hand aan eigen leven", hakkelde Albert.
„Jongen, Albert, dat is vreeselijk. Als je er
liever niet over spreekt
„Dat moet ik, mijnheer. Anders kunt u mij
niet raden."
„Nu, vertel dan."
Het was stil in het schoolvertrek. Terwijl
mijnheer Kleefstra onafgebroken tuurde naar een
globe, die op de kast stond, luisterde hij met
deernis naar het droeve verhaal van Albert,
Onder het luisteren herinnerde hij zich het geval.
„Weet u van dat gebeuren niet af?" vroeg
Albert.
„Jawel. Nu je het vertelt, herinner ik mij, het
in de bladen gelezen te hebben. Maar de naam
van den bankier was mij totaal ontgaan. Je hebt
vreeselijk geleden. En ook je moeder en zuster.
Met medelijden vervult, heb ik naar je zitten
luisteren. En nu wil je mijn raad
„Ja, mijnheer. Mijnheer Wehrmeijer staat er
blijkbaar op, dat ik mijn eigen naam ga dragen.
Als ik weiger, 'k weet het nieit, maar dan loop
ik de kans, ontslagen te worden en
„Heeft mijnheer Wehrmeijer dat gezegd
„Neen, dat niet. Maar hij voelt er niet veel
voor, iemand in de zaak te hebben, die zijn
echten naam niet draagt."
„Dat kan ik mij voorstellen.. Het geeft allerlei
moeilijkheden en ook aanleiding tot vermoedens,
die kant noch wal raken. Je ziet het wel aan het
optreden van je hospita. Ik kan het het mensch
niet kwalijk nemen, dat zij achterdochtig is."
„Wat moet ik nu doen, mijnheer
„Als ik je een raad geef, volg je dién dan op
Dat lijkt een gekke vraag, maar
Mijnheer Kleefstra zweeg.. Want de deur werd
geopend en zijn vrouw trad! .in het schoollokaal.
„O, man, ik wist niet, dat je bezoek hadt. Ik
dacht: waar blijft hij nu toch Albert", zij gaf
hem een hand, „hoe kom je hier verzeild Is
is er iets ernstigs vroeg zij dan verschrikt.
Haar man stelde haar gerust.
„Albert zit met een moeilijkheid, waarover hij
met mij alleen wilde praten, 't Was niet noodig
geweest, maar ik begrijp het wel. Nu je er tóch
bent, moet je het weten. Je waart het toch te
weten gekomen, dat spreekt. We gaan naar
huis, Albert, en drinken thee. Annie is met haar
vriendinnen boven, dus zijn wij met z'n drieën.
En dan zal ik mijn vrouw met een paar woorden
op de hoogte brengen. Tenminste als je er
geen bezwaar tegen hebt
Albert schudde het hoofd: allen kwamen het
nu tóch te weten. Bovendien voelde bij zich
verlicht, dat hij het verteld had en, méér nog,
dat mijnheer Kleefstra, ondanks het feit, dat hij
alles wist, even vriendelijk bleef.
In het gastvrije huisvertrek, waar hij zat op
zijn gewone plaats, luisterde hij naar de woorden
van mijnheer Kleefstra, die beknopt weergaf
zijn eigen droef verhaal.
„Albert was precies klaar, toen je binnen-
kwaamt. En nu wil hij mijn raad. Hij weet niet,
hoe hij 'handelen moet. Tenminste, dat beweert
hij. Je weet het natuurlijk wel, Albert."
Deze wilde protesteeren, maar hij kreeg de
gelegenheid er niet toe.
„Zeker, je wéét het heel goed. Je ziet levendig
in, dat je onjuist hebt gehandeld."
„Dus ik moet
„Er is maar één raad, jongen', die voor de
hand ligt. Je gaat morgenochtend naar mijnheer
Wehrmeijer en zegt hem dat je voortaan Meyen
beek Leeuwenhuis heet. De directeur zal dan
wel uitmaken, op welke meest kiesche wijze dat
aan het personeel moet worden medegedeeld.
Ook moet je hospita het weten. Wij weten het
nu. Andere kennissen heb je niet. Alleen enkelen,
die hier wel eens komen, kennen je, maar die
hunnen hoogstens, evenals de leden van het
personeel, even verwonderd zijn. Je trekt je er
niets van aan, dan is het geval in een .minimum
van tijd vergeten. Je gaat verder door het leven
met je eigen naam, zooals dat behoort. Je hebt,
naar mijn meening, niet verstandig- gehandeld,
al is je handelwijze voor een deel verschoon
baar. Vóór je in verdere verwikkelingen komt,
want die kunnen niet uitblijven, raad ik je, door
den zuren appel heen te bijten en even verstan
dig te worden als je zuster, die kalm haar gang
is gegaan. Heeft mijnheer Wehrmeijer niet in
dezen geest met je gepraat
„Zeker, mijnheer. Die heeft nog veel meer
gezegd. Is het waar, dat ik niet zóó, u begrijpt
me wel, over mijn vader mag denken?"
Natuurlijk 'begreep mijnheer Kleefstra hem-.
„Ik begrijp heel goed, want ik ken hem door
en door, wat mijnheer Wehrmeijer heeft opge
merkt en, al heb ik er geen woord van gehoord,
ik kan wel zeggen, dat ik het volkomen met hem
eens ben. Je hebt je, bewust of onbewust, dat
laat ik in het midden, door twee factoren laten
leiden, eigenlijk door drie. In de eerste plaats
door je gevoel van eerlijkheid, van afschuw
tegen het vreeselijke, dat je vader, helaas I heeft
verricht. In de tweede plaats door je gevoel van
haat tegen je vader, welk gevoel niet alleen
misplaatst, maar zéér zondig is. En de derde
factor is je gevoel van 'trots. Je woudt niet
worden aangezien voor den zoon van Meyen
beek Leeuwenhuis. Je eerste reden is prijzens
waardig, maar de beide andere niet. Ik begrijp
heel goed, wat mijnheer Wehrmeijer heeft op
gemerkt en wil dat niet herhalen, te meer,
omdat je het niet zoo kunt gevoelen als wij.
Maar in ieder geval weet je wel, dat een kind
niet tegen zijn vader of moeder mag opstaan
en haatgevoelens tegen zijn vader mag koesteren.
En wat de derde reden aangaat, ik kan mij
voorstellen, al is trots verkeerd, dat je liever
niet de zoon van Meyenbeek Leeuwenhuis wil
zijn, maar, jongen, dat baat immers niet? Je
bent het. Dat wascht al het water van de
Noordzee niet af. Je bent en je 'blijft het. Al zou
je naam het niemand zeggen, voor je eigen ge
voel, neen, voor je eigen, zeker weten ben je
het. Dat is heel droef, natuurlijk, ik betreur het
met je, maar het is niet anders. En het is veel
moediger, het feit te aanvaarden dan het voor
de menschen te verbloemen, afgedacht nog daar
van, dat je in allerlei moeilijkheden komen kunt."
„Ik voel zeer wel, dat ik niet goed heb ge
handeld. Vooral vandaag werd het mij steeds
duidelijker", zeide Albert.
„Wel, mijn jongen, dan is het heel eenvoudig,
om radicaal om te keeren. Doe dat nu", merkte
mijnheer Kleefstra hartelijk op.
„Het zal het beste zijn. Maar ik zie er zoo
tegenop".
„Dat kan ik mij indenken, doch laat je niet
weerhouden van dat goede voornemen. Zooals
ik zeier kan misschien even over gepraat
worden, maar men is het geval ras vergeten
en dan zul je eens zien, van welke onrust je
bevrijd bent".
„Men kijkt -mij niet meer aan", dacht Albert.
„Ik zou niet weten, waarom niet, kerel. Na
tuurlijk, 't is mogelijk, dat een of ander ver
waand persoon met een schuinen blik naar je
kijkt en uit de hoogte op je neerziet omdat je
de zoon van Meyenbeek Leeuw'enhuis bent,
maar zulke menschen zullen er heusch niet veel
zijn. Je laat zulke exemplaren eenvoudig links
liggen".
Deze woorden bemoedigden Albert ten zeer
ste. Want hij vernam er uit, dat hij in de oogen
van de Kleefstra's niet minder geworden was.
Evenwel kon hij dat niet goed begrijpen en hij
wilde volkomen zekerheid.
„U weet nu alles", zeide hij. „Mag ik nu
nog hier komen?"
„Maar, mijn beste, brave jongen, waarom
niet Dacht je dan heusch, dat je er ons min
der om geworden waart Er verandert in onze
verhouding niets, dat kan ik je ten stelligste
verzekeren. Als er wel iets ten kwade veran
dert, na deze mededeelingen, dan ligt dat uit
sluitend aan je zelf".
„Hoe bedoelt u dat?" vroeg Albert verbaasd.
„Wel, het zou kunnen zijn, dat je je in
beeldde, dat onze houding anders geworden was.
Het zou ook kunnen zijn, dat je je trotss niet
kondt overwinn'en. Maar dat alles gaat buiten
ons om. Wij veranderen niet. Voor ons ben
je voortaan Meyenbeek Leeuwenhuis. En over
't verleden spreken wij niet. Doe nu verstandig
en houd er mede op, den naam van je moeder
te voeren. Je komt zoo in alle mogelijke ver
wikkelingen. Je had het niet moeten doen, Al-
bert. In een eerste opwelling kan men aan zoo
iets wel denken, maar zulk een plan volvoeren,
neen, -dat is onzin, 't Is ook, neem me niet kwa
lijk, dat ik het je ronduit zeg, misplaatste trots.
Afgedacht nog van het heei verkeerde, dat je
je hebt laten leiden door haatgevoelens tegen
over je vader", (Wordt vervolgd).