isdilH Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. iaat I erij Zn. IN HOC SIGNO VINCES HEVEA-F'ETSBANDtN MJKERK 'lm No. 3768 ZATERDAG 1 AUGUSTUS 1931 46STE JAARGANG EERSTE BLAD. i Op den Uitkijk. ïfl :ren. dappelen. iversen. De Veerverbitiditigeti en de Prov. Staten. DE HUURDERSSTAKING TE ROTTERDAM. zware varkens ct. per kg. geslachte run- 65 ren. Aanvoer D, middelmarkt ijk. Aanvoer 83 egende 18.675 nerk 38.41 lel matig. lijn. Aanvoer 5, idem kleine 1.20 de 100 st. 1.50 per K.G.; amvoer 75.000 ien waren de gtBrielsche eig'enheimers —5, Westland- :m kleine ƒ5— pitten 4—7, tlijke aanvoer, (Opgaaf van 00 KG. Holl. E >omi)s; van men neger, jiie voor de en berus» _n zij weet :t eind van ie£de«zuster doodenden |d van haar vintig pen' argang der DEELEN, uw boek' lesi tn Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. USe stukken voor de Redactie bestemd, Advertentie*» en verdere Administratie franco toeterenden aan de Uitgevers Het verloop van den gang der zaken in de Provinciale Staten ten aanzien van de plannen der veerverbindingen stemt tot tevredenheid. De verencommissie onder presidium van den heer Jansen, burgemeester van Zwijndrecht, heeft vlak voor de Staten- zitting zich persoonlijk van den toe stand te Ooltgensplaat op de hoogte ge steld en kon zich gelukkig volkomen conformeeren aan de voorstellen der commissie-Van Rijckevorsel, zooals wij jJeze breedvoerig in ons blad hebben •Meegedeeld. Nog even werd in overweging ge nomen de mogelijkheid, het steiger te Ooltgensplaat te verleggen naar de Zuidzijde van dat dorp in de richting van den Weipolderschendijk. Het voor deel zou geweest zijn: een eigen veer los van de R. T. M., minder bezwaar van verzanden en zeer korte verbinding met Dintelsas. Maar de bezwaren, vooral de finantieele bezwaren, waren zoo groot, dat men dit plan weer heeft laten varen. Het staat thans ook wel vast, dat de leidam in het Hellegat niet naar het havenhoofd van Ooltgensplaat zal wor den doorgetrokken, zoodat het eerste plan der commissie-Van Rijckevorsel gehandhaafd blijft. Wij mogen niet nalaten een woord «n hulde te brengen aan den heer A. Mijs, die als lid der commissie- Van Rijckevorsel steeds op de bres stond voor de belangen van Flakkee en op critieke momenten zooveel gewicht in de schaal wist te leggen, dat deze steeds ten gunste van ons eiland door sloeg. Maar ook de heer Warnaer heeft zich in de j.l. gehouden vergadering van de Staten geducht geweerd en de zaak van alle zijden belicht, waarbij hij als goed anti-revolutionair ook den principieelen kant van de zaak heeft laten zien. Want inderdaad was hier ook een principieele kwestie in het geding. Zooals men weet had de commissie- Van Rijckevorsel geen voorstellen ge maakt omtrent beperking der Zondags diensten bij de nieuw in te stellen veren. Bij de behandeling in de gemeente raden op Flakkee is hierover in elf van de dertien dorpen heel wat te doen geweest. Het Antirev. standpunt was: de Zon dagsdiensten moeten zooveel mogelijk beperkt worden. In eerste instantie gingen de Staatk. Geref. raadsleden hiermee accoord. Eerst toen zij er op gewezen werden, dat dit van hun kant een afwijking be- teekende van wat hun partijleider wil, die algeheele stopzetting der spoortrei nen op Zondag eischte, schrokken zij terug en veranderden van houding. Deze frontverandering was wel zoo duidelijk merkbaar, dat een der raads leden te Ooltgensplaat, die reeds in eerste instantie zijn stem vóór het voor- stel gegeven had, in een daarop volgen de vergadering opmerkte, dat de no tulen niet goed waren en op die manier zijn terugtocht wilde dekken. Dat scheen zelfs zijn partijgenoot in dien Raad te bar, want die liet hem bij stem- ffling over de notulen alleen staan En ook in andere gemeenteraden, waar de zaak reeds behandeld was, adden de Staatk. Geref. in eerste in stantie gezwegen en krabbelden zij pas ater terug, toen hun duidelijk was ge maakt, dat hier een Staatk, Geref. be- ginselpunt in 't spel was. Zoo weinig leeft wat Ds. Kersten wil onder zijn eigen menschen. Wel een duidelijke manifestatie van de wijze, waarop deze dingen in die partij mechanisch moeten worden op geschroefd. Intusschen is dezelfde kwestie ook weer in de Prov. Staten aan de orde gesteld. Het was de heer Van Houdt van Herkingen, die daar met het voorstel kwam om de Zondagsdiensten op alle veren stil te leggen. Men kreeg hier een herhaling van wat in de gemeenteraden was afge speeld. De heer Warnaer stelde hem de vraag: Maar wat moet er dan gebeuren als er op Zondag een patiënt vervoerd moet worden om een spoedeischende operatie te ondergaan? Waarop de heer Van Houdt niet anders wist te ant woorden dan: Dan moet er een speciale boot liggen voor het vervoer van zulke patiënten. Later merkte de heer War naer hiertegen op: Wat zouden de fi- nancieele gevolgen wel zijn als er een speciale boot moet gereed liggen om eventueele patiënten te vervoeren. Wanneer de enorme kosten daaraan verbonden door de localiteit moeten worden betaald en daar zou het on getwijfeld op neer komen dan zou dat wellicht uit de kas van de S.B.Z.- vereenigingen moeten komen, tengevol ge waarvan de contributies zouden moeten worden verhoogd en gaan die contributies reeds nu niet schier boven de draagkracht van groote gezinnen met weinig inkomen Men gevoelt, dat de S. G. P. met haar eisch hier onverbiddelijk vast loopt. Daar komt bij ook daar heeft de heer Warnaer zeer terecht op gewezen het ziekenbezoek op Zondag. Op 't oogenblik is de toestand zoo, dat er 's Zondags veel menschen van Flakkee naar Rotterdam reizen om op dien dag hun zieke familieleden in de ziekenhuizen te bezoeken. Een Antirev. raadslid in een van on ze dorpen, wethouder van Nieuwen- huijzen te Melissant, heeft in verband hiermee eens in een raadsdebat opge merkt, dat toen hij zelf op Zondag zijn zoon in het ziekenhuis bezocht, het hem was opgevallen, dat de tram schier uit sluitend gevuld was met menschen, die in dezelfde droeve noodzakelijkheid verkeerden als hij en hun bloedverwan ten in de ziekenhuizen te Rotterdam gingen bezoeken. Dat zijn dan meestal menschen, die in de week geen gelegenheid kunnen vinden om de reis te maken. Wie zou het voor zijn verantwoor ding durven nemen om het die men schen onmogelijk te maken hun bloed verwanten op Zondag op te zoeken De heer Van Houdt bleef hier dan ok het afdoend antwoord op schuldig. Ten slotte is daar ook nog de moge lijkheid en ons zijn gevallen bekend, dat het voorgekomen is dat op Zon dag familieleden dringend werden op geroepen in verband met stervende bloedverwanten. Hoe moeten die menschen zich dan verplaatsen als 'heel Flakee op Zondag rondom afgesloten is Toen in den raad van Melissant de burgemeester deze vraag stelde, ant woordde het Staatk. Geref. raadslid: dan gaan ze maar met een roeibootje Tot zulke dwaze argumenten komen deze heeren als ze niet meer weten wat ze zeggen moeten Alsof bij alle weers gesteldheid de tocht over het Haring vliet per roeiboot te maken zou zijn En dan staan ze in Hellevoetsluis. Maar hoe dan verder Want ook de tram is natuurlijk uit den booze Het is gelukkig, dat de S, G. P. nog niet veel anders dan te critiseeren heeft en niet tot verantwoordelijke functies geroepen wordt. Intusschen zou het niet onaardig zijn eens te zien, wat die hee ren er in de praktijk van zouden te recht brengen. Maar reeds de Heiland zelf had met zulke Sabbathariërs te worstelen, die het Hem kwalijk namen, dat Hij zieken genas en ze met hun beddeke naar huis zond. Hun vee wordt op Zondag ver zorgd en als het in nood verkeert ge red, maar den menschen worden lasten opgelegd, te zwaar om te dragen. En dat heet dan beleving van de Gereformeerde gedachte. Alsof onze vaderen er ook zoo over gedacht zouden hebben Ook van tegenovergestelde zijde 26 Juli j.l. was het precies 350 jaar geleden, dat te 's-Gravenhage Koning Filips II van Spanje door de Staten-Generaal vervallen werd ver klaard van zijn macht over de Nederlanden. Het begin van de Acte van Afzwering luidde aldus „Een iegelijk is kennelijk, dat een vorst van Gode gesteld is tot een 'hoofd zijner on derzaten, om ze te 'bewaren en te beschermen, als een herder tot bewaring zijner schapen. En dat de onderzaten van God niet geschapen zijn ten behoeve van den vorst, om hem in alles, wat hij beveelt, of het godvruchtig of goddeloos, recht of onrecht is, als slaven te dienen, maar om de vorst om den wil der onderdanen, zonder welke hij geen Vorst is, om hen met recht en rede te regeeren, voor te staan, lief te hebben als een vader zijne kinderen, en een herder zijne schapen. Wan- Na Amsterdam kreeg ook Rotterdam zijn „huurdersstaking", die eigenlijk niet anders is dan een communistisch relletje. Helaas, vielen er slachtoffers: één doode en verschillende gewonden. Deze foto werd in de Tuinderstraat genomen, toen de politie tot krachtig optreden moest overgaan. Op den voorgrond: een gewonde wordt naar het Ziekenhuis gebracht. werd in de Statenzitting kritiek op het Antirev. voorstel om de Zondagsdien sten te beperken, uitgebracht. N.l. van socialistische zijde. Hier echter, omdat men meende, dat men 's Zondags even veel diensten moest behouden als in de week. De heer Gardenier ging wel niet zoo ver, dat hij een voorstel indiende, maar hij maakte toëh de opmerking, dat de localiteit (Flakkee) in dit opzicht ei- schen stelt, terwijl zij slechts een zeer gering aandeel in de subsidie bijdraagt. Ook hem heeft de heer Warnaer van antwoord gediend en hem er op ge wezen, dat dit argument er aan alle kanten naast is. In de eerste plaats moeten de wen- schen, vooral principieele wenschen, niet afgemeten worden naar finantieele bijdragen en in de tweede plaats is het niet waar, dat Flakkee zoo heel weinig heeft bijgedragen in de subsidies, voor al als men het neemt over al den tijd, dat Flakkee per R. T. M. verbinding heeft met Rotterdam. De heer Warnaer berekende, dat er totaal uit Flakkee een bijdrage van 50.000 is ingekomen, een bedrag, dat toch niet zoo gering is. Gelukkig stonden Ged. Staten op het standpunt, dat Flakkee in meerderheid heeft ingenomen, en werd dit door de Prov. Staten aanvaard, zoodat we op Zondag beperkte veerdiensten zullen krijgen, waartegen trouwens geen mensch bezwaar kan hebben, want al beziet men de zaak uitsluitend van eco- nomischen kant, dan kan men moeilijk tot een andere conclusie komen. neer de Vorst zulks niet doet, maar zijne onderzaten, inplaats van hen te beschermen, zoekt te verdrukken, wanneer hij hun hunne oude vrijhedten, privilegiën en oude herkom sten benemen wil ,en hen gebieden en ge bruiken als slaven, is hij niet langer voor Vorst, maar voor een dwingeland te houden, en als zoodanig mogen hem de Staten des lands met recht en rede afzetten en een ander in zijne plaats tot beschermer en hoofd kiezen." De socialisten hebben ons meermalen er van beschuldigd, dat al noemen wij ons antirevolu tionairen, onze Calvinistische voorvaderen toch ook revolutie gepleegd hebben, een vergissing, die voortkomt uit het niet voldoende kennen der antirev. beginselen. Anti-revolutionair is iets anders dan contra revolutionair. Wij zijn niet tegen elke revolutie, maar ver klaren ons alleen vierkant tegen iedere revolu tie, die haar beginselen vindt in de omwenteling van 1789, de Fransche Revolutie. Boven de gehoorzaamheid aan de overheden staat de gehoorzaamheid aan God, aan wien ook de overheden gehoorzaamheid verschuldigd zijn. Hier is dus een principieel onderscheid. Maar ook in de manier, waarop onze vaders opge treden zijn komt dat onderscheid uit. Eerst ten einde raad, na veel bidden en smeeken, na veel lijden en dulden, zag men in, dat het niet anders kon dan een Vorst afzweren, die zóó zijn taak verwaarloosde. Bij herdenking van deze voor Nederland zoo gewichtige feiten komt onwillekeurig weer de geniale en edele figuur van Prins Willem van Oranje voor het geestesoog. Aan de afzwering van Filips was heel wat vooraf gegaan. Voor mij ligt het groote historische werk van Emanuel van Meteren, historicus-tijdgenoot van den Prins van Oranje, die in een breed opgezet werk de historie van de laatste helft der zes tiende eeuw beschrijft. Ik heb daarin nog weer eens zitten lezen de beruchte ban van Filips II over Willem van Oranje uitgesproken en het antwoord dat de Prins daarop heeft gegeven in zijn beroemde Apologie. Beide stukken zijn te groot om hier in hun geheel af te drukken, maar het ware toch wel te wenschen dat al mijn lezers deze stukken eens te lezen kregen. Men leert er de karakters van den Koning van Spanje en van den Prins van Oranje uit kennen. Emanuel van Meten zegt o.m. „In den jare 1580 in Juni 'heeft de koning van Spanje doen proclameeren in tweederhands tal'en een publicatie, inhoudende een verban- ninge des Prinsen van Oranje, zijn leven en persoon op geld stellende, te weten, te geven 25 duizend Kroonen die hem conde ombrengen of gevangen leveren. Welke verbanninge no tabel is en tot de historie zeer dienende omdat er een Apologie of verantwoording des Prinses op gevolgd is en dat die beide in verscheidene talen in druk uitgegeVen zijn In deze ban wordt de Prins eerst van on dankbaarheid beschuldigd, omdat hij niet heeft geaprecieerd al hetgeen de koning van Spanje aan hem te koste had gelegd, maar daarentegen de Edelen tegen Spanje had opgezet, waarover de koning van Spanje hem verklaart voor een „rebel, ketter, hypocriet, Kaïn en Judas, de consciëntie verhard hfcbbende, een meineedige, schebn, hoofd van de Nederlandsche beroerten, pest va n't Christenrijk en vijand des mensche- iijke geslachte en daarover hem verbant, ver vloekt, hen tot buit gevende al zijn goederen, lijf ten leven alle die het konden nemen. En opdat het zelfs te beter mocht volbracht wor den en te eer zijn volk van zijn tyrannie te ver lossen, begeerende die deugd en weldaad te beloonen en het kwaad te straffen, belooft hij op zijn koninklijk woord, als dienaar Gods, zoo iemand ware van zoo generieuzen of edelen gemoed, zoo ijverig voor zijn dienst en des ge- meenen welvaarts als te willen executeeren en te werk te stellen, hem verloss'ende van zulk een pest, den Prins hem leverende levend of dood, dat hij al zulken of hun erfgenamen zal doen geven in geld of in gronden van erven, te zijner believe vijf entwintig duizend gouden Kroonen en tevens hem vergevtend al zijn mis daden die hij te voren mocht bedreven hebben en zoo hij geen edelman ware, zoo zal hij hem in 't aanien van dezen vromen daad edel ma ken om zijn groote waarde." Voorts wordt al het goed van den Prins nog verbeurd verklaard en vervallen verklaard van eer en edeldom. Er zijn, al weer onder de socialisten, geschied schrijvers geweest die den Prins van Oranje voorstellen als een eerzuchtig mensch, die het om macht en rijkdom te doen was. Ons dunkt dat deze Ban toch wel iets anders te leeren geeft. Het zou misschien no ganders staan, wanneer de Prins in de Nederlanden zelf die eer en macht en rijkdom had gevonden, maar er is toch niet zoo heel veel historiekennis voor noodig om het tegendeel te weten. Hij had steeds met ge weldige moeilijkheden te worstelen ook onder zijn eigfen volk. Hij is veel miskend. Denkt slechts aan het fanatiek optreden van Petrus Datheen die hem openlijk van den kansel in de Zuidelijke Nederlanden bijna niet minder scherp uitschold als Filips van Spanje het in zijn ban deed. De Prins had zijn tegenstanders onder Room- schen en Gereformeerden. Bovendien was hij straatarm, had al zijn privémiddelen ten dienste van het leger gesteld. Indien het inderdaad den Prins om zijn eig'en persoon te doen geweest was had hij zich beter aan de zijde van Filips kunnen stellen'. Het antwoord dat de Prins in zijn beroemde Apologie gaf op het schandstuk van Filips II is een meesterstuk van verdediging. De Prins toonde eerst aan dat hij zich nim mer had schuldig gemaakt aan ondankbaarheid. Integendeel had Filips hem onrechtmatig ver schillende goederen onthouden, welker schade wel op twee millioen geschat kan worden, het zelfde had hij eertijds ook met andere goederen van den Prins gedaan. En dat hij hem verweet geen acht te slaan op de gouvernementen, eeren en titels die men hem. geschonken had, daarop gaf hij ten1 antwoord, dat deze hem op hooge kosten kwamen te staan, daar hij tot eere en dienste des Konings verteerde niet minder dan vijftien maal honderdduizend gulden zonder eenige tegemoetkomingzelve generaal van 't leger zijnde ontving hij maar 300 gulden per maand, waarmee hij nog niet eens de dienaren kon betalen die de tenten stelden. Op het ver wijt dat hij maar een vreemdeling in Nederland was, gaf 'hij ten antwoord, dat zijn geslacht meer dan 200 jaar 'bezittingen in deze landen had gehad en in het land van Gelre had zijn geslacht reeds meer dan 500 jaar eigendommen gehad. Voorts vertelt hij hierin ook op welke wijze hem naar den mensch gesproken, toeval lig bekend geworden was dat de koning voor- nemtens was de Gereformeerde religie in de Nederlanden uit te roeien en dat zijn vertrek uit 's konings dienst naar Duitschland gevolg was van het feit dat hij niet wilde dat in zijn gouvernementen' de Inquisitie ingesteld zou wor den, Verder zegt hij dat ieder die wil zeggen dat II

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1