Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
Zomersproeten ver
dwijnen in korten tijd geheel door
Sprutol. Bij alle Drogisten.
FEUILLETON
No. 3767
WOENSDAG 29 JULI 1931
46STE JAARGANG
411e stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëu en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers
Brieven uit Amerika.
Ingezonden Stukken
Laad" en Tuinbouw.
HET ZOUTENDE ZOUT
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling.
BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ
v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan.
Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
JICJU
DE DRIE-EN-VIJFTIGSTE.
In Augustus a.s. wordt de drie-en-vijftigste
„Uniecollecte" gehouden.
Voor de zooveelste maal wordt ons Christen
volk in de gelegenheid gesteld1 een dankoffer
te brengen voor het feit, dat ons land en volk
de groote zegen van het Christelijk onderwijs
ontving.
Het is te begrijpen, dat onze collectanten
tegenwoordig telken jare weer de vraag te
'hooren krijgen: is de Uniecollecte nu nog wel
noodig, nu we toch de gelijkstelling gekregen
hebben
iDaarop moet geantwoord worden: we kunnen
de Uniecollecte niet missen.
Allereerst wordt dit geld besteed aan de
scholen met den Bijbel (voor voorbereidend
lager, lager en uitgebreid lager onderwijs) bin
nen de grenzen van elk locaal comité.
'oorts kan een ander deel worden besteed
de locale comité's om steun te verleenen
aan de noodlijdende scholen in den lande. Want
er zijn nog altijd scholen, die worstelen om een
bestaan en een bittere kamp te strijden hebben
tegteri vijanden van de school met den Bijbel.
Ten slotte krijgt de Unie-kas een deel van de
opbrengst, welk deel de Unie liefst op minstens
vijftig procent van de opbrengst der collecte
gesteld' ziet.
Dit geld wordt onder goedkeuring der
algemeene vergadering o.m. gebruikt voor
het verzorgen van de algemeene belangen van
ons Christelijk onderwijs: tot steun aan de ge
pensioneerde onderwijzers en onderwijzerswedu-
wen, die ten gevolge van den schoolstrijd geen
of een zeer laag pensioen ontvangen; aan de
Bibliotheek ten dienste van 'bet Christelijk on
derwijs; aan de vereenigingen, die aan onder
wijzers en hun weduwen barmhartigheid bewij
zen; aan het doen samenstellen en verspreiden
propaganda-lectuur voor de School met den
^Bijbel, enz.
Ten slotte overweegt 'het Bestuur plannen om
de propaganda krachtiger te voeren dan tot
hed'en gedaan is.
Vooral aan dit laatste mogen we wel eens
onze aandacht geven. Er wordt van links een
sterke actie gevoerd tegen de school met den
Bijbel en voor de godsdienstlooze school.
Wij mogen dat niet lijdelijk blijven aanzien.
Er is in dit opzicht veel te doen. Er zijn nog
heel wat plaatsen waar met behulp van buiten
af gemakkelijk een school met den Bijbel te
institueeren is.
Maar voor alles is geld noodig.
Uit hetgeen we hier hebben opgesomd blijkt,
dat het geld van de öniecollecte goed besteed
wordt 'en in geen geval gemist kan worden.
Daarom bevelen we de drie-en-vijftigste Unie
collecte van harte bij onze lezers aan.
Beste Vriend 1
Hier in Seattle is het feest. Groote tentoon
stelling. Alle hotels zijn bezet. Doch een zeer
humaan agent van politie helpt mij aan een
onderdak bij een Chinees,
Zij spreken slecht Engelsch, bijna onverstaan
baar. En het lijkt mij ook niet al te proper
toe. Maar het is hier zoo: als het niet kan zoo
als het moet, dan moet het maar zooals 't kan.
Toen ik den volgenden morgen na een goede
rust vroeg, hoeveel of ik schuldig was, zeide de
lady met haar kleine voeten „50 cent, sir
Nu, daar alle waar naar zijn geld' is, had ik
ook niets te zeggen. In een restaurant nam ik
mijn ontbijt. Een groot stuk zalm (want hier
zijn de groote zalmvisscherijen) met koffie,
brood en havermout kostte 25 cent, alles schijnt
hier goedkooper dan 'bij ons.
Eer ik van hier ga, wil ik even die wereld
beroemde zalmvisscherijen zi'en. Daarom moet
ik met een boot in de Pacific baai naar een
eiland, zoowat 3J^ of 4 uur varen, 's Morgens
om 10 en 's middags 4 uur wordt het groote
vlot met groote kranen gelicht. En dit is de
moeite waard om te zien. In de baai staat een
lang ijzeren net, dat schuin uit het midden naar
de kant op het vlot uit komt. Dat vlot is 10
voet onder water en is van groote afmeting.
De zalm stroomt uit de baai, langs het ijzeren
net boven- het vlot. En als dit gelicht wordt,
heeft men soms een wagonlading visch van
alle soorten. Maar het is om de zalm 'te doen.
Vandaar gaat die visch naar de groote zalm-
inmakerijen. Ik zag daar vissch'en die ik niet
kende en nooit eer gezien had, onder meer ook.
een inktvisch. Deze was niet een van de groot
ste soort, maar werd toch onmiddellijk dood
gemaakt, omdat hij, zooals beweerd werd, ge
vaarlijk was. Op de boot toen ik terug voer,
werd mij een zalmmaal aangeboden voor 10
cent.
Van Seattle ga ik naar Bellingham. Dit is
het mooiste spat in de wereld langs de baai
zegt m'en. In ieder geval werd mij aangeraden, om
dit deel bij dag te reizen, omdat de natuur hier
zoo wonderschoon is. De trein loopt aan de
kant van de baai, water en eilanden aan de
eene kant en bergen en 'bossch'en aan de andere
zijde.
Vele bergen vertoonen hier wonderlijke fi
guren. Een soort van druipsteen in de verte
lijkt het veel op zwarte, bevroren ijskegels,
zelfs zoo groot, dat zij over den spoorweg heen
hangen, en een grot of tunnel vormen over den
spoorweg. Ginds rijst mount Baker,, een der
hoogste bergen, voor uw oog, aan den voet
van dezen berg stopt de 'trein. Voor 25 cent
brengt een autobus de reizigers naar de sneeuw-
lijn. Wil men naar den 5000 hoogen top, dan
moet dit te voet gedaan word'en. Een gids gaat
dan mede, want die reis is zeer gevaarlijk, in
de sneeuw zijn wijde en diepe kloven, die men
over moet met sneeuwloopers van 8 voet lang.
In het hotel, dat op dien berg, bij de sneeuw-
lijn staat, waarschuwt men niet alleen dien berg
te beklimmen, omdat er van deg'enen die dit
gedaan hebben, velen nooit terug zijn gekomen.
's Morgens om 10 uur gingen wij met onzen
gids naar boven en 's middags om 4 uur waren
wij weer in het hotel, hongerig als wolven.
Toen wij boven waren zagen wij een onweers
bui in de vallei beneden ons.
Boven is alles bevroren sneeuw en het is
zeer koud, een thermometer toonde 10 graden
vorst. Schrikwekkend zijn die kloven, waarvan
geen bodem te zien is, geen wonder dat men
aan elkander wordt gebonden met een lang
touw. Ik gevoelde mij heel wat geruster toen
wij weer in het hotel waren dan toen ik boven
stond met de gedachte straks moeten wij weer
over die kloven en scheurden.
Den volgenden morgen vervolgde ik mijn
reis naar Bellingham. Nauwelijks was ik in den
trein, of ik hoorde achter mij twee Hollanders
die druk in 't gesprek waren over de goedkoope
kippeneieren. Ja 1 het is toch wonderlijk. Dat
kleine Nederland heeft zijn menschen over de
geheele wereld. En als zij bij elkander zijn pra
ten zij ook altijd Hollandsch. Ik vernam, dat
hun reis naar de zelfde plaats was, als waar
ik heen ging. Dus had ik gezelschap. Maar zij
waren nieuwsgierig naar de toestanden in Mi
chigan. Dus gebruikten ze mij als een vraag
baak. Dit maakte het eind van mijn reis kort.
Nader vernam ik dat wij allen tot hetzelfde
kerkverband behoorden. Dus was er stof in
overvloed voor verdere conversatie.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
Pot 90 ct., Tube 50 ct. Zeep 60 ct.
De copie van Ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
Mijnheer de Redacteur
Mag ik s.v.p. een plaatsje in uw veelgelezen
blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank.
Het is naar aanleiding van een schrijven, dat
als ingezonden stuk voorkomt in het nummer
van j.ï. 'Dinsdag 22 Juli, met onderteekening
„Consument". Zijn begin was: „Met verbazing
las ik" enz.
Nu, als hij met het melkbedrijf op de hoogte
was, zou hij niet zoo gauw verbaasd staan.
'Consument's eerste opmerking was: „Goed
koop voer als voor den oorlog".
Als wij nu letten op den prijs voor den oorlog:
8 cent per liter, of nu 12 of 14 cent, dan is
dat e'en heel verschil. Maar laten wij het eens
bezichtigen van den anderen kant.
Leefden wij toen niet in een tijd, dat ieder
deed wat 'hij wilde D. w. z. als u toen vroeg
aan Piet of Klaas: „Gij doet er immers geen
water bij", dan was het antwoord: „O neen
absoluut nietdat kun je begrijpenMaar
heeft u de couranten gelezen kort na de con
trole Honderden zijn verfoaliseerd.
Ten tweede liet ik 4 jaar geleden een huis
zetten. Teekening kwam op het gemeentehuis.
En„denk om je verkooplokaal voor de
melk Accoord bevonden. Maar 3 jaar later
komt er een nieuw wetje en het verkooplokaal
werd afgekeurd. Bouw weer maar een nieuw
verkooplokaal van een paar honderd pop.
Wie zal dat betalen, zoete lieve
Dan wijst consument op verschil van prijs
met industriemelk.
„Wanneer de industriemelkers een boterham
verdienen", zegt hij.
Dit is 't bewijs: 13 jaar geleden ontving ik
eiken dag voor N.V. v. d. Berg's fabrieken
4500 liter melk. Van jaar tot jaar ging het
achteruit en kwam tot 600 liter per dag. Is dat
een bewijs van winst of verlies voor industrie
melkers Vul het nu zelf maar in
Nu schreef consument van industrieprijs 5 of
ten hoogste 6 cent per liter. Dus de zoetboeren
of slijters verdienen 8 a 9 cent per liter.
Nu, als de ambtenaars der 'belasting uw stuk
hebb'en gelezen, dan zullen ze daar rekening mee
houden Dan zullen het geen „zoetboeren" zijn,
maar „zure" boeren 1
„En vandaar noodig", schreef Consument,
„een inkoopvereeniging".
Nu, als u waarheid' schreef, dan zou die
inkoopvereeniging zoo voor elkaar zijn.
Als u mij voor genoemden prijs eiken dag
150 liter melk kunt leveren of aanwijzen waar
ik die halen kan, dan verkoop ik vanaf a.s.
Maandag voor 9 cent per liter.
Dus nu in 't belang van de huismoeders voor
den dag komen met uw goedkoope melk. Dan
zal het zijn: „hulde aan Consument
Maar „zonder melk doen", zooals u schreef,
dat schijnen de vrouwen toch niet met u e'ens
te zijn, want ik heb er al gehoord, die zeiden:
dan moet Consument zelf maar zonder doen.
Verder, als u weer schrijft, teeken dan met
uw naam.
En vooral zorgen voor mijn kwantum goed
koope melk.
Zoo teeken ik,
Uw vriend,
Sommelsdijk, G. VAN DER LAAN.
Mij gaarne ter Uwer beschikking stellend voor
eventueele berichten bij de heropening, blijf ik,
inmiddels hoogachtend,
J. H. DEIJS.
Exposition Coloniale
Pavilion de la Hollande
Paris XII - Fr.
Wij danken den heer Deijs voor dit bericht
en feliciteeren hem met dit succes. Gaarne
houden wij ons voor eventueele inlichtingen be
treffende den herbouw van ons Nederlandsch
Paviljoen aanbevolen. RED.
FLAKKEESCHE BOERRENBOND.
Het bestuur van den Flakkeesch'en Boerenbond
meent zich verplicht tegenover zijn leden kennis
te geven, dat de Schokkererwten van den ouden
oogst geruimd zijn, zoodat in verband met den
te verwachten matigen oogst een redelijken prijs
mag worden tegemoet gezien; mits de land
bouwers hun gewas niet te haastig, of overhaast
op de markt werpen.
Namens het Bestuur
De Secretaris,
A. W. KEIJZER.
Paris, 26 Juli 1931.
Aan den Heer Redacteur der
„Maas- en Scheldebode".
WelEdele Heer.
Wellicht zal het U intereseeren te vernemen,
dat aan ondergeteekende, oud-leerling der Am
bachtsschool te Middelharnis, de algeheele lei
ding is opgedragen van alle aan te brengen
decoraties van het nieuwe Hollandsche Paviljoen
op de Koloniale Tentoonstelling te Parijs.
Het nieuwe Paviljoen belooft weder een der
mooiste gebouwen te worden van de geheele
Expositie.
Bereids ben ik met e'en staf van personeel
aan het werk begonnen, om bet geheel tijdig
op te leveren.
UITVOER VAN UIEN.
In verband met het a.s. seioen van uitvoer
van pootuien deelt het Uitvoercontrole-bureau
voor groenten, fruit en aardappelen het volgende
mee
Van 28 dezer af zullen pootuien voor uitvoer
kunnen worden toegelaten, die voldoen aan de
volgende eischenvan Nederlandschen oor
sprong, gezond, rijp, droog, behoorlijk afgestaart,
behoorlijk vrij van grond, per verpakkingseen
heid gelijkkleurig 'en gelijksoortig, vrij van bout
en van stijve of dubbele exemplaren, onder de
volgende grootte-klassen gerangschikt kunnen
worden: a. tot 50 mjM. doorsnede, b. van 5072
m.M., c. van 7092 m.M. en d. 90 m.M. en
hooger doorsnede.
Voor zoover de zending niet los verladen
wordt, moet de zending bestaan uit solide balen
of zakken of andere verpakkingsmiddelen, waar
van de netto inhoud 25 K.G. of 50 K.G. weegt,
of waarop het netto gewicht van den inhoud
duidelijk waarneembaar is aangegeven.
Aanvragen voor keuring behooren te geschie
den bij den betreffenden controleur ter plaatse
of bij het U.C.B., Den Haag.
Het tarief voor de afgifte van een certificaat
voor uitvoer bedraagt 2J^ cent per 50 K.G.
DOOR
H. KINGMANS.
8)
„Een reuzin Maar je ibent toch een forsche
figuurZoo zijn er méér in jouw provincie,
niet?"
„Geheel ontkennen kan ik dat niet. 't Is er
een flink slag volk."
k Weet 'het van mijn broer. Die is in Noord-
stad."
„O ja. Dat is ver van huis. Hoe komt 'hij er
terecht In een rijksbetrekking soms Of bij
het onderwijs?"
„Neen, een handelsbetrekking. Overigens kan
ik jou hetzelfde opmerken. Je bent ook een
behoolijk eind van huis."
t Is gauw verklaard, 'k Was negentien, toen
ik hier kwam bij een tante, die ziekelijk was.
Haar huisdokter beweerde steeds, dat ik ver
pleegstersgaven bezat, Na een jaar overleed
tante. En daar het Diaconessenhuis gebrek aan
verpleegsters had' op dat oogenblik, haalde de
t dokter mij, met goedvinden van vader en moe
der, over, naar hier te verhuizen. En het bevalt
mij hier zoo best, dat ik altijd ben blijven han
gen. Soms spreken ze er thuis wel eens over,
dat ik zoo ver weg ben, maar het blijft bij pra
ten. Natuurlijk kon ik in Noordstad wel terecht,
maar och, ik houd niet zoo van dat veranderen,
k Hoop nog een paar diploma's te halen en
dan ga ik óf in de particuliere verpleging óf
als zuster van het „Groene Kruis". Dat laatste
'okt mij nog het meest aan. Ik mag gaarne met
alle mogelijke soorten menschen in aanraking
komen, En dat doe (e in die functie eens even.
Je bemerkt dus, dat er niets bizonders achter
zit, dat ik zoover van huis ben. Het is een
heel gewone historie."
,,'k Heb er ook niets bizonders achter ge
zocht. Heb je precies een kamer als deze
„Ongeveer. De mijne is iets grooter. Deze
is wel wat klein, hé 't Is een van de kleinste."
„Ja, wij kunnen er geen rondedans in doen,"
lachte Marianne. „Voor een deel is dat eigen
schuld, want 't is wél wat volgepropt met aller
lei snuisterijen."
„Dat maakt een vertrek juist gezellig. Maar
k moet toegeven, dat het 'hier extra vol is. Bij
mij zal dat niet zoo opvallen. Een boekenkastje
bijvoorbeeld heb ik niet. Wel boeken natuur
lijk, maar die staan in een muurkast. Lees je
graag
"X k?n er aItii'd do' °P geweest," antwoord
de Marianne. „Maar de laatste maanden is er
heel weinig van lezen gekomen."
„En daarom ben je nu weer begonnen," zei
Gretha, op het geopende boek wijzend, „Mag
ik eens? En dan: „O, Eline Vere van Cou
perus."
„Ken je het
„Sinds ver!eden jaar. Toen heeft vader het
ons voorgelezen, k Was met vacantie thuis,
'k Mocht het nooit lezen. Maar toen kwam het
eens ter sprake en toen las vader het ons voor,
met de bedoeling er een zeer critische beoordee
ling van te geven."
„Mocht je het niet lezen? En waarom een
critische beoordeeling? 'k Heb het boek al ver
scheidene^ malen gelezen, 'k Vind 't een pracht-
schrijver."
„Dat is wel mogelijk. Uit een oogpunt van
kunst is het boek mooi, maar in wezen is het
vader heeft het ons zoo duidelijk mogelijk
gemaakt een verderfelijk boek. Dat voelden
wij onder het lezen ook wel."
„Een verderfelijk boek 'k Heb het nooit
anders dan hooren prijzen."
„Door menschen, die dezelfde levensbschou-
wing als die van den schrijver toegedaan zijn
natuurlijk. Maar er zijn ook nog menschen, die
er heel anders over denken."
„Je bedoelt over zelfmoord, zooals Eline
Bij die vraag kleurde Marianne even, om dan
onmiddellijk daarop bleek te worden. Zij sloot
even de oogen. Een onderwerp als dit had zij
nooit willen aanrak'en. Haar vader
„Niet alleen de zelfmoord. De geheele geest
van het boek is verderfelijk. Couperus is een
noodlotsschrijver. En het noodlot bestaat niet."
Marianne, luisterend nu weer, ging vaag be
grijpen, al was alles haar niet duidelijk. Zij
besefte in eenen, dat zij in een Christelijke in
richting was. En boeken, als Eline Vere, neen,
die waren niet Christelijk; zeker niet, als zij het
vergeleek met de boeken in het kastje van zuster
Jansen. En het sprak vanzelf, dat de verpleeg
sters hier Christelijke waren. Het was haar ei
genlijk een raadsel, hoe zij hier gekomen was.
De directrice had haar op dit punt niet onder
vraagd, kwam dat misschien, omdat dringend
verpleegsters noodig wafen
„Ik kan je niet volgen," zeide zij.
,,'t Is anders heel eenvoudig. Een noodlot be
staat niet. 'Het geheele leven, al ons doen e.i
laten; onze voorspoed, maar ook onze tegen
spoed ligt in de hand van een Almachtig God.
Het staat niet aan ons, een eind aan ons leven
te maken. In Eline Vere wordt het feitelijk
voorgesteld, alsof de heldin een goede daad
deed; alsof dat d e oplossing van haar ellende
was. En dat is een verderfelijke voorstelling,
lijnrecht in strijd met de werkelijkheid. Het
ontwaken na zulk een met bewustheid verrichte
daad kan niet anders dan ontzettend, vreeselijk
zijn."
Het luchtige, vluchtige in het gesprek was in
een'en verdwenen. Met den rechterknie over den
linker zat Gretha Kleefstra in het lage stoeltje,
als het ware doceerend. Volle ernst lag op haar
gelaat en Marianne voelde, dat zij in eenen
mijlen ver van de spreekster afstond.
„Een ontwaken vroeg zij vaag. „Een ont
waken na den dood
Nu was het de beurt aan Gretha, om vol ver
bazing het meisje tegenover haar aan te staren.
„Je moet me niet kwalijk nemen", zeide zij
■dan, „maar iets is mij zeer onduidelijk. Je bent
in het Diaconessenhuis toch gekomen, als in
stemmende met de statuten en andere bepalin
gen
„Zooiets is mij wel gevraagd. Of ik er mee
instemde en zoo. En toen heb ik natuurlijk „ja"
gezegd. Bedoeld werd toch zeker, of ik mij wilde
onderwerpen aan de regels van het huis en aan
de verpleging
„Natuurlijk niet. Deze inrichting is een Chris
telijke, gegrond op den Bijbel. Me dunkt, dat is
toch 'bekend genoeg. Hoe kun je dan hier komen,
als je met die beginselen niet instemt
„Dat weet ik niet. Ik ben aangenomen. Te
goeder trouw heb ik dus „ja" gezegd. Ik meen
de heusch, dat met die vraag bedoeld werd, wat
ik zooevén zeide. Dus 'hoor ik hier niet
Gretha glimlachte.
„Je doet mij zoo'n gewetensvraag", zeide zij.
„Ik kan dat niet één, twee, drie beoordeelen.
Alleen kijk ik wat vreemd op, als ik je hoor
spreken. Zóó 'heb ik het onder de zusters hier
nog nooit gehoord. Er mag verschil van kerke
lijke richting onder haar zijn, maar allen huldigen
toch de Christelijke levensopvatting."
„En ik dan Een heidensche soms
Een strijdvaardige geest kwam, ondanks haar
hulpelooze houding, over Marianne.
„Ik zal mij wel wachten, nu reeds een positief
oordeel uit te spreken," antwoordde de ander.
„Alleen, één vraag van je heeft mij diep ge
troffen. Je sprak vragend over een ontwaken
na den dood, alsof je daaraan twijfelde."
„Ik weet daar niets van," bekende Marianne
openhartig.
„Maar, kind, elk Bijbellezer weet, dat er
een ontwaken isriep Gretha uit.
„Ik ken den Bijbel niet."
Er was een oogénblik van gespannen stilte.
„Dan moet ik eerlijk verklaren, niet te be
grijpen, hoe je hier komt," zeide Gretha. „Je
kent een der hoeksteenen der Christelijke levens
beschouwing niet. Me dunkt, dat iemand, die de
kerk bezoektof", aarzelend: „Kom je niet
in een kerk
„Ik ben bij mijn weten nog nooit in een kerk
geweest", zeide Marianne.
Hoewel dat openhartige antwoord Gretha
Kleefstra, na alles, wat zij reeds gehoord had,
niet al te zeer meer verbaasde en zij een dergelijk
antwoord had verwacht, zag zij toch met eenige
verwondering het meisje aan, dat tegenover haar
zat. Dat was niet verwondering over het ant
woord, maar verbazing over het feit, dat zoo
iemand in die inrichting als verpleegster was
aangenomen.
„Nu ben ik zeker minder in je oogen vroeg
Marianne, weer min of meer strijdlustig.
Deze vraag bracht Gretha terug tot de wer
kelijkheid.
„Volstrekt niet", antwoordde zij vlug. „Ik
vind het alléén jammer voor je, dat je op het
punt van den godsdienst zoo volslagen onwetend
bent. Dat is een groot tekort. Je mist nu allen
steun in het leven. Nu ga ik ook begrijpen, dat
je eeg boek als „Eline Vere" prachtig vindt. En
toch kom je er zoo niet, Marianne."
„Je kunt wel gelijk hebben", zeide Marianne
in eenen droevig en ernstig. „Eerlijk gezegd, ik
vind aan het leven niet veel. En als ik eiken
dag de ellende hier zie, dan vraag ik mij wel
eens af: wat is het leven eig'enlijk
„Het leven is een geschenk Gods, dat in Zijn
dienst moet worden besteed", antwoordde Gre
tha.
't Was voor de ander orakeltaal. Dat zag
Gretha dan ook wel, waarom zij er voorloopig
niet verder op inging.
„Feitelijk behoor ik dus in deze inrichting
niet thuis", zeide Marianne, ,,'k Had het wel
gedacht. Als je het aan de directrice vertelde,
zou ik dan weg moeten
,,'k Weet het niet. Stel je gerust, ik ben niet
van plan, het te vertellen, 't Zou anders worden,
wanneer je bepaald propaganda voor ongeloofs-