Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES Zomersproeten ver dwijnen in korten tijd geheel door Sprutol. Bij alle Drogisten. FEUILLETON No. 3767 WOENSDAG 29 JULI 1931 46STE JAARGANG 411e stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiëu en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers Brieven uit Amerika. Ingezonden Stukken Laad" en Tuinbouw. HET ZOUTENDE ZOUT Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.— bij vooruitbetaling. BUITENLAND bij vooruitbetaling f 8 50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGAVEN.V. DRUKKERIJ EN UITGEVERIJ v.h. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zij beslaan. Advertentiën worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur. JICJU DE DRIE-EN-VIJFTIGSTE. In Augustus a.s. wordt de drie-en-vijftigste „Uniecollecte" gehouden. Voor de zooveelste maal wordt ons Christen volk in de gelegenheid gesteld1 een dankoffer te brengen voor het feit, dat ons land en volk de groote zegen van het Christelijk onderwijs ontving. Het is te begrijpen, dat onze collectanten tegenwoordig telken jare weer de vraag te 'hooren krijgen: is de Uniecollecte nu nog wel noodig, nu we toch de gelijkstelling gekregen hebben iDaarop moet geantwoord worden: we kunnen de Uniecollecte niet missen. Allereerst wordt dit geld besteed aan de scholen met den Bijbel (voor voorbereidend lager, lager en uitgebreid lager onderwijs) bin nen de grenzen van elk locaal comité. 'oorts kan een ander deel worden besteed de locale comité's om steun te verleenen aan de noodlijdende scholen in den lande. Want er zijn nog altijd scholen, die worstelen om een bestaan en een bittere kamp te strijden hebben tegteri vijanden van de school met den Bijbel. Ten slotte krijgt de Unie-kas een deel van de opbrengst, welk deel de Unie liefst op minstens vijftig procent van de opbrengst der collecte gesteld' ziet. Dit geld wordt onder goedkeuring der algemeene vergadering o.m. gebruikt voor het verzorgen van de algemeene belangen van ons Christelijk onderwijs: tot steun aan de ge pensioneerde onderwijzers en onderwijzerswedu- wen, die ten gevolge van den schoolstrijd geen of een zeer laag pensioen ontvangen; aan de Bibliotheek ten dienste van 'bet Christelijk on derwijs; aan de vereenigingen, die aan onder wijzers en hun weduwen barmhartigheid bewij zen; aan het doen samenstellen en verspreiden propaganda-lectuur voor de School met den ^Bijbel, enz. Ten slotte overweegt 'het Bestuur plannen om de propaganda krachtiger te voeren dan tot hed'en gedaan is. Vooral aan dit laatste mogen we wel eens onze aandacht geven. Er wordt van links een sterke actie gevoerd tegen de school met den Bijbel en voor de godsdienstlooze school. Wij mogen dat niet lijdelijk blijven aanzien. Er is in dit opzicht veel te doen. Er zijn nog heel wat plaatsen waar met behulp van buiten af gemakkelijk een school met den Bijbel te institueeren is. Maar voor alles is geld noodig. Uit hetgeen we hier hebben opgesomd blijkt, dat het geld van de öniecollecte goed besteed wordt 'en in geen geval gemist kan worden. Daarom bevelen we de drie-en-vijftigste Unie collecte van harte bij onze lezers aan. Beste Vriend 1 Hier in Seattle is het feest. Groote tentoon stelling. Alle hotels zijn bezet. Doch een zeer humaan agent van politie helpt mij aan een onderdak bij een Chinees, Zij spreken slecht Engelsch, bijna onverstaan baar. En het lijkt mij ook niet al te proper toe. Maar het is hier zoo: als het niet kan zoo als het moet, dan moet het maar zooals 't kan. Toen ik den volgenden morgen na een goede rust vroeg, hoeveel of ik schuldig was, zeide de lady met haar kleine voeten „50 cent, sir Nu, daar alle waar naar zijn geld' is, had ik ook niets te zeggen. In een restaurant nam ik mijn ontbijt. Een groot stuk zalm (want hier zijn de groote zalmvisscherijen) met koffie, brood en havermout kostte 25 cent, alles schijnt hier goedkooper dan 'bij ons. Eer ik van hier ga, wil ik even die wereld beroemde zalmvisscherijen zi'en. Daarom moet ik met een boot in de Pacific baai naar een eiland, zoowat 3J^ of 4 uur varen, 's Morgens om 10 en 's middags 4 uur wordt het groote vlot met groote kranen gelicht. En dit is de moeite waard om te zien. In de baai staat een lang ijzeren net, dat schuin uit het midden naar de kant op het vlot uit komt. Dat vlot is 10 voet onder water en is van groote afmeting. De zalm stroomt uit de baai, langs het ijzeren net boven- het vlot. En als dit gelicht wordt, heeft men soms een wagonlading visch van alle soorten. Maar het is om de zalm 'te doen. Vandaar gaat die visch naar de groote zalm- inmakerijen. Ik zag daar vissch'en die ik niet kende en nooit eer gezien had, onder meer ook. een inktvisch. Deze was niet een van de groot ste soort, maar werd toch onmiddellijk dood gemaakt, omdat hij, zooals beweerd werd, ge vaarlijk was. Op de boot toen ik terug voer, werd mij een zalmmaal aangeboden voor 10 cent. Van Seattle ga ik naar Bellingham. Dit is het mooiste spat in de wereld langs de baai zegt m'en. In ieder geval werd mij aangeraden, om dit deel bij dag te reizen, omdat de natuur hier zoo wonderschoon is. De trein loopt aan de kant van de baai, water en eilanden aan de eene kant en bergen en 'bossch'en aan de andere zijde. Vele bergen vertoonen hier wonderlijke fi guren. Een soort van druipsteen in de verte lijkt het veel op zwarte, bevroren ijskegels, zelfs zoo groot, dat zij over den spoorweg heen hangen, en een grot of tunnel vormen over den spoorweg. Ginds rijst mount Baker,, een der hoogste bergen, voor uw oog, aan den voet van dezen berg stopt de 'trein. Voor 25 cent brengt een autobus de reizigers naar de sneeuw- lijn. Wil men naar den 5000 hoogen top, dan moet dit te voet gedaan word'en. Een gids gaat dan mede, want die reis is zeer gevaarlijk, in de sneeuw zijn wijde en diepe kloven, die men over moet met sneeuwloopers van 8 voet lang. In het hotel, dat op dien berg, bij de sneeuw- lijn staat, waarschuwt men niet alleen dien berg te beklimmen, omdat er van deg'enen die dit gedaan hebben, velen nooit terug zijn gekomen. 's Morgens om 10 uur gingen wij met onzen gids naar boven en 's middags om 4 uur waren wij weer in het hotel, hongerig als wolven. Toen wij boven waren zagen wij een onweers bui in de vallei beneden ons. Boven is alles bevroren sneeuw en het is zeer koud, een thermometer toonde 10 graden vorst. Schrikwekkend zijn die kloven, waarvan geen bodem te zien is, geen wonder dat men aan elkander wordt gebonden met een lang touw. Ik gevoelde mij heel wat geruster toen wij weer in het hotel waren dan toen ik boven stond met de gedachte straks moeten wij weer over die kloven en scheurden. Den volgenden morgen vervolgde ik mijn reis naar Bellingham. Nauwelijks was ik in den trein, of ik hoorde achter mij twee Hollanders die druk in 't gesprek waren over de goedkoope kippeneieren. Ja 1 het is toch wonderlijk. Dat kleine Nederland heeft zijn menschen over de geheele wereld. En als zij bij elkander zijn pra ten zij ook altijd Hollandsch. Ik vernam, dat hun reis naar de zelfde plaats was, als waar ik heen ging. Dus had ik gezelschap. Maar zij waren nieuwsgierig naar de toestanden in Mi chigan. Dus gebruikten ze mij als een vraag baak. Dit maakte het eind van mijn reis kort. Nader vernam ik dat wij allen tot hetzelfde kerkverband behoorden. Dus was er stof in overvloed voor verdere conversatie. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. Pot 90 ct., Tube 50 ct. Zeep 60 ct. De copie van Ingezonden stukken, die niet ge plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers. Mijnheer de Redacteur Mag ik s.v.p. een plaatsje in uw veelgelezen blad, waarvoor bij voorbaat mijn dank. Het is naar aanleiding van een schrijven, dat als ingezonden stuk voorkomt in het nummer van j.ï. 'Dinsdag 22 Juli, met onderteekening „Consument". Zijn begin was: „Met verbazing las ik" enz. Nu, als hij met het melkbedrijf op de hoogte was, zou hij niet zoo gauw verbaasd staan. 'Consument's eerste opmerking was: „Goed koop voer als voor den oorlog". Als wij nu letten op den prijs voor den oorlog: 8 cent per liter, of nu 12 of 14 cent, dan is dat e'en heel verschil. Maar laten wij het eens bezichtigen van den anderen kant. Leefden wij toen niet in een tijd, dat ieder deed wat 'hij wilde D. w. z. als u toen vroeg aan Piet of Klaas: „Gij doet er immers geen water bij", dan was het antwoord: „O neen absoluut nietdat kun je begrijpenMaar heeft u de couranten gelezen kort na de con trole Honderden zijn verfoaliseerd. Ten tweede liet ik 4 jaar geleden een huis zetten. Teekening kwam op het gemeentehuis. En„denk om je verkooplokaal voor de melk Accoord bevonden. Maar 3 jaar later komt er een nieuw wetje en het verkooplokaal werd afgekeurd. Bouw weer maar een nieuw verkooplokaal van een paar honderd pop. Wie zal dat betalen, zoete lieve Dan wijst consument op verschil van prijs met industriemelk. „Wanneer de industriemelkers een boterham verdienen", zegt hij. Dit is 't bewijs: 13 jaar geleden ontving ik eiken dag voor N.V. v. d. Berg's fabrieken 4500 liter melk. Van jaar tot jaar ging het achteruit en kwam tot 600 liter per dag. Is dat een bewijs van winst of verlies voor industrie melkers Vul het nu zelf maar in Nu schreef consument van industrieprijs 5 of ten hoogste 6 cent per liter. Dus de zoetboeren of slijters verdienen 8 a 9 cent per liter. Nu, als de ambtenaars der 'belasting uw stuk hebb'en gelezen, dan zullen ze daar rekening mee houden Dan zullen het geen „zoetboeren" zijn, maar „zure" boeren 1 „En vandaar noodig", schreef Consument, „een inkoopvereeniging". Nu, als u waarheid' schreef, dan zou die inkoopvereeniging zoo voor elkaar zijn. Als u mij voor genoemden prijs eiken dag 150 liter melk kunt leveren of aanwijzen waar ik die halen kan, dan verkoop ik vanaf a.s. Maandag voor 9 cent per liter. Dus nu in 't belang van de huismoeders voor den dag komen met uw goedkoope melk. Dan zal het zijn: „hulde aan Consument Maar „zonder melk doen", zooals u schreef, dat schijnen de vrouwen toch niet met u e'ens te zijn, want ik heb er al gehoord, die zeiden: dan moet Consument zelf maar zonder doen. Verder, als u weer schrijft, teeken dan met uw naam. En vooral zorgen voor mijn kwantum goed koope melk. Zoo teeken ik, Uw vriend, Sommelsdijk, G. VAN DER LAAN. Mij gaarne ter Uwer beschikking stellend voor eventueele berichten bij de heropening, blijf ik, inmiddels hoogachtend, J. H. DEIJS. Exposition Coloniale Pavilion de la Hollande Paris XII - Fr. Wij danken den heer Deijs voor dit bericht en feliciteeren hem met dit succes. Gaarne houden wij ons voor eventueele inlichtingen be treffende den herbouw van ons Nederlandsch Paviljoen aanbevolen. RED. FLAKKEESCHE BOERRENBOND. Het bestuur van den Flakkeesch'en Boerenbond meent zich verplicht tegenover zijn leden kennis te geven, dat de Schokkererwten van den ouden oogst geruimd zijn, zoodat in verband met den te verwachten matigen oogst een redelijken prijs mag worden tegemoet gezien; mits de land bouwers hun gewas niet te haastig, of overhaast op de markt werpen. Namens het Bestuur De Secretaris, A. W. KEIJZER. Paris, 26 Juli 1931. Aan den Heer Redacteur der „Maas- en Scheldebode". WelEdele Heer. Wellicht zal het U intereseeren te vernemen, dat aan ondergeteekende, oud-leerling der Am bachtsschool te Middelharnis, de algeheele lei ding is opgedragen van alle aan te brengen decoraties van het nieuwe Hollandsche Paviljoen op de Koloniale Tentoonstelling te Parijs. Het nieuwe Paviljoen belooft weder een der mooiste gebouwen te worden van de geheele Expositie. Bereids ben ik met e'en staf van personeel aan het werk begonnen, om bet geheel tijdig op te leveren. UITVOER VAN UIEN. In verband met het a.s. seioen van uitvoer van pootuien deelt het Uitvoercontrole-bureau voor groenten, fruit en aardappelen het volgende mee Van 28 dezer af zullen pootuien voor uitvoer kunnen worden toegelaten, die voldoen aan de volgende eischenvan Nederlandschen oor sprong, gezond, rijp, droog, behoorlijk afgestaart, behoorlijk vrij van grond, per verpakkingseen heid gelijkkleurig 'en gelijksoortig, vrij van bout en van stijve of dubbele exemplaren, onder de volgende grootte-klassen gerangschikt kunnen worden: a. tot 50 mjM. doorsnede, b. van 5072 m.M., c. van 7092 m.M. en d. 90 m.M. en hooger doorsnede. Voor zoover de zending niet los verladen wordt, moet de zending bestaan uit solide balen of zakken of andere verpakkingsmiddelen, waar van de netto inhoud 25 K.G. of 50 K.G. weegt, of waarop het netto gewicht van den inhoud duidelijk waarneembaar is aangegeven. Aanvragen voor keuring behooren te geschie den bij den betreffenden controleur ter plaatse of bij het U.C.B., Den Haag. Het tarief voor de afgifte van een certificaat voor uitvoer bedraagt 2J^ cent per 50 K.G. DOOR H. KINGMANS. 8) „Een reuzin Maar je ibent toch een forsche figuurZoo zijn er méér in jouw provincie, niet?" „Geheel ontkennen kan ik dat niet. 't Is er een flink slag volk." k Weet 'het van mijn broer. Die is in Noord- stad." „O ja. Dat is ver van huis. Hoe komt 'hij er terecht In een rijksbetrekking soms Of bij het onderwijs?" „Neen, een handelsbetrekking. Overigens kan ik jou hetzelfde opmerken. Je bent ook een behoolijk eind van huis." t Is gauw verklaard, 'k Was negentien, toen ik hier kwam bij een tante, die ziekelijk was. Haar huisdokter beweerde steeds, dat ik ver pleegstersgaven bezat, Na een jaar overleed tante. En daar het Diaconessenhuis gebrek aan verpleegsters had' op dat oogenblik, haalde de t dokter mij, met goedvinden van vader en moe der, over, naar hier te verhuizen. En het bevalt mij hier zoo best, dat ik altijd ben blijven han gen. Soms spreken ze er thuis wel eens over, dat ik zoo ver weg ben, maar het blijft bij pra ten. Natuurlijk kon ik in Noordstad wel terecht, maar och, ik houd niet zoo van dat veranderen, k Hoop nog een paar diploma's te halen en dan ga ik óf in de particuliere verpleging óf als zuster van het „Groene Kruis". Dat laatste 'okt mij nog het meest aan. Ik mag gaarne met alle mogelijke soorten menschen in aanraking komen, En dat doe (e in die functie eens even. Je bemerkt dus, dat er niets bizonders achter zit, dat ik zoover van huis ben. Het is een heel gewone historie." ,,'k Heb er ook niets bizonders achter ge zocht. Heb je precies een kamer als deze „Ongeveer. De mijne is iets grooter. Deze is wel wat klein, hé 't Is een van de kleinste." „Ja, wij kunnen er geen rondedans in doen," lachte Marianne. „Voor een deel is dat eigen schuld, want 't is wél wat volgepropt met aller lei snuisterijen." „Dat maakt een vertrek juist gezellig. Maar k moet toegeven, dat het 'hier extra vol is. Bij mij zal dat niet zoo opvallen. Een boekenkastje bijvoorbeeld heb ik niet. Wel boeken natuur lijk, maar die staan in een muurkast. Lees je graag "X k?n er aItii'd do' °P geweest," antwoord de Marianne. „Maar de laatste maanden is er heel weinig van lezen gekomen." „En daarom ben je nu weer begonnen," zei Gretha, op het geopende boek wijzend, „Mag ik eens? En dan: „O, Eline Vere van Cou perus." „Ken je het „Sinds ver!eden jaar. Toen heeft vader het ons voorgelezen, k Was met vacantie thuis, 'k Mocht het nooit lezen. Maar toen kwam het eens ter sprake en toen las vader het ons voor, met de bedoeling er een zeer critische beoordee ling van te geven." „Mocht je het niet lezen? En waarom een critische beoordeeling? 'k Heb het boek al ver scheidene^ malen gelezen, 'k Vind 't een pracht- schrijver." „Dat is wel mogelijk. Uit een oogpunt van kunst is het boek mooi, maar in wezen is het vader heeft het ons zoo duidelijk mogelijk gemaakt een verderfelijk boek. Dat voelden wij onder het lezen ook wel." „Een verderfelijk boek 'k Heb het nooit anders dan hooren prijzen." „Door menschen, die dezelfde levensbschou- wing als die van den schrijver toegedaan zijn natuurlijk. Maar er zijn ook nog menschen, die er heel anders over denken." „Je bedoelt over zelfmoord, zooals Eline Bij die vraag kleurde Marianne even, om dan onmiddellijk daarop bleek te worden. Zij sloot even de oogen. Een onderwerp als dit had zij nooit willen aanrak'en. Haar vader „Niet alleen de zelfmoord. De geheele geest van het boek is verderfelijk. Couperus is een noodlotsschrijver. En het noodlot bestaat niet." Marianne, luisterend nu weer, ging vaag be grijpen, al was alles haar niet duidelijk. Zij besefte in eenen, dat zij in een Christelijke in richting was. En boeken, als Eline Vere, neen, die waren niet Christelijk; zeker niet, als zij het vergeleek met de boeken in het kastje van zuster Jansen. En het sprak vanzelf, dat de verpleeg sters hier Christelijke waren. Het was haar ei genlijk een raadsel, hoe zij hier gekomen was. De directrice had haar op dit punt niet onder vraagd, kwam dat misschien, omdat dringend verpleegsters noodig wafen „Ik kan je niet volgen," zeide zij. ,,'t Is anders heel eenvoudig. Een noodlot be staat niet. 'Het geheele leven, al ons doen e.i laten; onze voorspoed, maar ook onze tegen spoed ligt in de hand van een Almachtig God. Het staat niet aan ons, een eind aan ons leven te maken. In Eline Vere wordt het feitelijk voorgesteld, alsof de heldin een goede daad deed; alsof dat d e oplossing van haar ellende was. En dat is een verderfelijke voorstelling, lijnrecht in strijd met de werkelijkheid. Het ontwaken na zulk een met bewustheid verrichte daad kan niet anders dan ontzettend, vreeselijk zijn." Het luchtige, vluchtige in het gesprek was in een'en verdwenen. Met den rechterknie over den linker zat Gretha Kleefstra in het lage stoeltje, als het ware doceerend. Volle ernst lag op haar gelaat en Marianne voelde, dat zij in eenen mijlen ver van de spreekster afstond. „Een ontwaken vroeg zij vaag. „Een ont waken na den dood Nu was het de beurt aan Gretha, om vol ver bazing het meisje tegenover haar aan te staren. „Je moet me niet kwalijk nemen", zeide zij ■dan, „maar iets is mij zeer onduidelijk. Je bent in het Diaconessenhuis toch gekomen, als in stemmende met de statuten en andere bepalin gen „Zooiets is mij wel gevraagd. Of ik er mee instemde en zoo. En toen heb ik natuurlijk „ja" gezegd. Bedoeld werd toch zeker, of ik mij wilde onderwerpen aan de regels van het huis en aan de verpleging „Natuurlijk niet. Deze inrichting is een Chris telijke, gegrond op den Bijbel. Me dunkt, dat is toch 'bekend genoeg. Hoe kun je dan hier komen, als je met die beginselen niet instemt „Dat weet ik niet. Ik ben aangenomen. Te goeder trouw heb ik dus „ja" gezegd. Ik meen de heusch, dat met die vraag bedoeld werd, wat ik zooevén zeide. Dus 'hoor ik hier niet Gretha glimlachte. „Je doet mij zoo'n gewetensvraag", zeide zij. „Ik kan dat niet één, twee, drie beoordeelen. Alleen kijk ik wat vreemd op, als ik je hoor spreken. Zóó 'heb ik het onder de zusters hier nog nooit gehoord. Er mag verschil van kerke lijke richting onder haar zijn, maar allen huldigen toch de Christelijke levensopvatting." „En ik dan Een heidensche soms Een strijdvaardige geest kwam, ondanks haar hulpelooze houding, over Marianne. „Ik zal mij wel wachten, nu reeds een positief oordeel uit te spreken," antwoordde de ander. „Alleen, één vraag van je heeft mij diep ge troffen. Je sprak vragend over een ontwaken na den dood, alsof je daaraan twijfelde." „Ik weet daar niets van," bekende Marianne openhartig. „Maar, kind, elk Bijbellezer weet, dat er een ontwaken isriep Gretha uit. „Ik ken den Bijbel niet." Er was een oogénblik van gespannen stilte. „Dan moet ik eerlijk verklaren, niet te be grijpen, hoe je hier komt," zeide Gretha. „Je kent een der hoeksteenen der Christelijke levens beschouwing niet. Me dunkt, dat iemand, die de kerk bezoektof", aarzelend: „Kom je niet in een kerk „Ik ben bij mijn weten nog nooit in een kerk geweest", zeide Marianne. Hoewel dat openhartige antwoord Gretha Kleefstra, na alles, wat zij reeds gehoord had, niet al te zeer meer verbaasde en zij een dergelijk antwoord had verwacht, zag zij toch met eenige verwondering het meisje aan, dat tegenover haar zat. Dat was niet verwondering over het ant woord, maar verbazing over het feit, dat zoo iemand in die inrichting als verpleegster was aangenomen. „Nu ben ik zeker minder in je oogen vroeg Marianne, weer min of meer strijdlustig. Deze vraag bracht Gretha terug tot de wer kelijkheid. „Volstrekt niet", antwoordde zij vlug. „Ik vind het alléén jammer voor je, dat je op het punt van den godsdienst zoo volslagen onwetend bent. Dat is een groot tekort. Je mist nu allen steun in het leven. Nu ga ik ook begrijpen, dat je eeg boek als „Eline Vere" prachtig vindt. En toch kom je er zoo niet, Marianne." „Je kunt wel gelijk hebben", zeide Marianne in eenen droevig en ernstig. „Eerlijk gezegd, ik vind aan het leven niet veel. En als ik eiken dag de ellende hier zie, dan vraag ik mij wel eens af: wat is het leven eig'enlijk „Het leven is een geschenk Gods, dat in Zijn dienst moet worden besteed", antwoordde Gre tha. 't Was voor de ander orakeltaal. Dat zag Gretha dan ook wel, waarom zij er voorloopig niet verder op inging. „Feitelijk behoor ik dus in deze inrichting niet thuis", zeide Marianne, ,,'k Had het wel gedacht. Als je het aan de directrice vertelde, zou ik dan weg moeten ,,'k Weet het niet. Stel je gerust, ik ben niet van plan, het te vertellen, 't Zou anders worden, wanneer je bepaald propaganda voor ongeloofs-

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1