Huiduitslag.
BI
n
Gemeenteraad
,i i
If"
Brieven uit Amerika.
Ingezonden Stukken
Plaatselflk Nieuws.
Jl
3
Attl
Opc
ter!
AUtO
150 li
SI
si
■f i
M
Engelsche katoenen stoffen. En 't resultaat van
deze metaalveranderingen is voor Engeland ver
schrikkelijk.
In 19091913 voerde Engeland naar Ghina
uit gemiddeld 580 millioen meter stof, in 1929
slech'ts 200 millioen in 1930 slechts ruim 60
millioen.
Alleen Japan kon door lage loonen, kinder
en vrouwenarbeid en nachtarbeid nog afzet vin
den tegen zeer lage prijzen.
In Britsch-Indië had men tot voor eenige jaren
de zilveren standaard, die nu in gouden is om
gezet. Dit is een voordeel voor Br. Indië. Maar
de Indiërs bespaarden vroeger hun geld in zil
ver, dat weggestopt werd, banken vertrouwde
men niet. Deze opgespaarde bedragen die bij
een bevolking van 300 millioen in de milldarden
loopt hebben meer dan de helft in waarde ver
loren. Hierdoor is de koopkracht verminderd.
Voeg daarbij de lagere prijzen voor exportpro
ducten en de; politieke bocot van Engelsche
stoffen en't resultaat is voor Engeland geweldig.
De productie van geweven goederen daalde van
8 milliard meter in 1912 tot 4 milliard in 1930.
En hierbij komt, door de toenemende beteekenis
van motoren, olie en electriciteit uit waterkracht,
een stuk afgenomen gebruik van steenkool, dat
toch reeds was afgenomen door de stilligende
fabrieken.
Wasch de aangedane plaatsen met warm water
en Purolzeep, droog daarna voorzichtig af,
doe er dan wat Purol op en strooi daar over.
heen nog wat Purolpoeder. Herhaal dit eiken
dag, zoolang het noodig is.
Amerika heeft zijn beste klanten in Europa
en Zuid-Amerika. Europa kan niet koopen en
Zuid-Amerika evenmin, omdat Europa weer de
beste afnemer van Zuid-Amerika is.
Al deze omstandigheden ,die slechts voor een
deel samenhangen met den oorlog, maken, dat
in de industrie en handel een geweldige werk
loosheid heerscht, die weer milldarden verslindt
aan ondersteuning.
We moeten niiet te veel met onzen blik binnen
onze grenzen blijven, want de Nederl. Industrie
en Handel verkeeren in een betrekkelijk gunstige
positie.
Waar. thans in 't buitenland pas een aanvang
wordt gemaakt met de moderndseering van de
fabrieken ter verlaging van den kostprijs is dit
in ons land reeds lang gebeurd. Hierdoor staat
onze nijverheid veel sterker in de concurrentie
en is de werkloosheid minder groot.
Rotterdam en omgeving zijn als havengebied
beter uitgerust dan Antwerpen of Hamburg en
daardoor is de scheepvaartbeweging er minder
sterk afgenomen.
Dit alles maakt dat in ons land 't vraagstuk
der werkloosheid niet zoodringend is als in an
dere landen, al lijden wij er natuurlijk ook on
der.
Tenslotte is de vraag te stellen, nu wij zien
dat alle drie wegen op het oogenblik versperd
zijn en voorloopig wellicht versperd blijven, is
er nog eenig perspectief
Het is moeilijk daar eenig antwoord op te
geven. Alle beantwoordingen die over de toe
komst gehouden worden zijn uit den aard der
zaak speculatief.
Toch zou het een flinke stap in de goede
richting zijn als er iets op te vinden was, om die
werkloosheid op te heffen.
Invloeden der oorlogstoestanden.
Het komt ons voor, dat niet voldoende aan
dacht geschonken ds aan den invloed van de
veranderingen in de samenstelling der bevol
king, die tengevolge van den oorlog in de oor
logvoerende landen heeft plaats gevonden. Er
is wel genoeg over gepubliceerd, zoodat de
cijfers nauwkeurig bekend zijn en eveneens zijn
er voldoende theoretische beschouwingen over
gehouden. Maar een toepassing op de proble
men, die ons thans bezighouden, hebben ze naar
ons weten' nog niet gevonden.
Het zal niet noodig zijn een uitvoerige, uit
eenzetting te geven. De gevolgen van den oor
log op de samenstelling der bevolking zijn twee
erlei geweest voor zoover die gevolgen hier
voor ons van belang zijn nd. de vernietiging
van een groot aantal levens, die nog in de meest
productieve periode verkeerden, en de sterke
vermindering van het geboortecijfer. Deze fac
toren doen zich natuurlijk niet alleen gevoelen
in Duitschland, maar evenzeer in België en En
geland en in Frankrijk misschien het meest.
De eerste invloed n.l. die van de directe ver
liezen aan menschen, heeft tot gevolg gehad,
dat thans minder arbeiders beschikbaar zijn
dan er geweest zouden zijn zonder oorlog. Dit
aantal loopt in de vele millioenen. En dat niet
temin er thans toch nog een millioenensc'hare
van werkloozen rondloopt.
De daling van 't geboortecijfer .in de vroege
re oorlogslanden zet in in 1915, en neemt
achtereenvolgens toe tot en met 1918. Een pe
riode van vier jaar gedurende welke er zeer
vele minder kinderen geboren zijn, dan 't geval
zou zijn geweest zonder oorlog. Nemen we nu
aan, dat een jonge man op 18-jarigen leeftijd
begint mee te tellen als product. Het arbeiders-
leger in ieder land heeft zijn constante jaarlijk-
sche verliezen door sterfte, invaliditeit en ou
derdom, maar wordt van onderaf weer aange
vuld met de 18-jarigen. Welnu in 1933 blijft
die aanvulling voor een groot deel uit, in 1934
geschiedt dit in nog sterker mate, en zoo vier
jaren achtereen. Het kan dus niet anders of het
arbeidsleger moet in de jaren 1933 tot en met
1937 sterk in aantal verminderen.
Allereerst zal dit een einde maken aan het
probleem der werkloosheid. Maar aangezien het
aantal werkloozen kleiner is dan het aantal
kinderen, dat te weinig geboren is en vol
wassen geworden is blijft het daar niet bij,
maar dreigt tegen het laatst der periode een
arbeidstekort, dat vele jaren duren zal. Nu is
't mogelijk hierin te voorzien door oudere ar
beiders langer in dienst te houden ,maar men
moet niet vergeten, dat dit slechts korten tijd
mogelijk is en dat men te doen heeft met niet
volwaardige arbeidskrac'hen.
Natuurlijk is in deze korte beschouwing uit
gegaan van de gedachte ,dat geen nieuwe con
flicten zich voordoen en dat het productieproces
op den tegenwoordigen voet wordt voortgezet.
Op dien grond is te verwachten dat er bin
nen enkele jaren een opleving komt. Wanneer
daar nog bij komt dat de landen elkander vinden
en dat Frankrijk te overreden zal zijn, zal mis
schien een tijd val welvaart weer aanbreken.
Mochten deze verwachtingen juist zijn, dan
zal over eenige jaren voor Nederland een goede
kans mogelijk zijn, in een verdere ontwikkeling
van de tuinbouwrichting. Van graanbouw en
zuivelbereiding zuil enin lange jaren voor Ne
derland niets te verwachten zijn, maar wel van
de tuin'bouwcultuur.
Op deze met stille aandacht gevolgde rede
volgde groot applaus.
De VOORZITTER dankt den heer Smits
voor dit interressant, leerzaam betoog. Wel was
het geluid dat hij lied 'hooren eenigszins pessimis
tisch, maar spr, heeft het volle vertrouwen dat
de heer Smits zijn leerlingen tot bekwame land
bouwers zal opleiden om aan donkere tijden het
hoofd te kunnen bieden.
Spr. dankt nogmaals de H.H. Kakebeeke en
burgemeester Visscher voor hun aanwezigheid
en sluit hierop de vergadering.
Beste Vriend 1
Zooals ik U de vorige week schreef, had ik
nog 36 uren eer ik aan het eind van mijn trein
reis was, of eigenlijk aan het eind van deze
treinreis, want ik moet van daar het noorden
in tot aan de Canadeesche grens.
Hedenmorgen hebben wij onze locomotief ver
wisseld voor electrische kracht, want wij gaan
nu de bergen op. De locomotief heeft voor eerst
niet zooveel kracht, als de electrische motor en
ten tweede past ook de rook niet in de korte
en lange tunnels die wij door moeten. Een spoor
boekje dat voor niets aan reizigers wordt gege
ven, vertelt ons hoe hoog de verschillende sta
tions boven de zeespiegel ligggen, die wij voor
bijrijden. Wij klimmen steeds dit is ook af te
leiden uit den trein zelf. Hij gaat niet zoo vlug
meer als gewoonlijk. Eerst hebben wij voor een
langen tijd langs de bedding van een snel stroo-
mende rivier gereden. En met die rivier draaiden
en slingerden wij rond tusschen de verschillende
bergen door. Maar nu blijken wij recht omhoog
te gaan. Aan beide kanten van den trein, zien
wij niets dan boomen, die, zoo hoog als wij zien
kunnen de bergen dekken met hun grooene naal
den. Van deze boomen, die van 100—200 voet
hoog zijn, worden de telegraaf- en telefoonpalen
vervaardigd.
De lichten van onzen trein vertellen ons dat
wij een tunnel inrijden. Het geluid van de wielen
zegt dit eveneens, want men kan geen gesprek
meer voeren van het ratelen. Het daglicht breekt
door en wij zijn van den eenen berg op den
andere gereden. Steeds klimmend gaan wij hoo-
iger. Toch kunnen wij geen einde zien van de
hooge bergen, hoe- scherp wij ook aan beide
kanten van den trein het raam uit zien. De
korte bocht die onze trein in eens neemt is ge
volg van het feit dat wij een bergtop omrijden.
Daardoor zien wij uit de achterste wagons, dat
de locomotief reeds op een spanbrug is, die den
eenen berg met den andere verbindt. Een pro
duct van kunst, maar o wat een afgrijselijke
diepte Als die brug ons eens niet meer droeg.
Die gedachte moet niet gevoed worden, dat
doet je voortdurend in angst reizen. Want voor
ons is er een nog grooter gevaar. Waar onze
trein langs een berghelling rijdt van 4000 voet
boven den zeespiegel, is een overkapping ge
bouwd, waar wij onder door rijden. Van deze
overkappingen zijn er vele. Dit is voor de rol
lende sneeuw, die vooral in den zomer het reizen
gevaarlijk maakt, ofschoon er de laatste jaren
geen ongelukken van dien aard meer voorkomen.
Zoo je wel weet zijn die hooge bergen altijd
bedekt met een dikke laag sneeuw, Als die in
den zomer wat ontdooit, dan begint het naar
beneden te rollen1. En al rollende wordt die bal
grooter en grooter. Het is vroeger gebeurd, dat
zulk een bal een gedeelte van een spoorweg
mede nam naar de diepte. En daardoor ook den
eerstvolgenden trein met alle reizigers in den
afgrond wierp. Deze overkappingen nu zijn om
de rollende sneeuw over den trein heen te doen
rollen. En dat heeft het sneeuwgevaar heel wat
verminderd
Weer draaien wij kort. Het schijnt dat wij
niets doen dan in de rondte rijden wij cirkelen
onophoudelijk. De reiziger denkthoe kom ik
ooit aan het eind op die manier Maar met nog
wat geduld, zien wij, dat wij al rijdende een
groote 8 gereden hebben, die ons, op het hoogste
punt van de Cascade Mountens gebracht heeft.
Nu zien wij de bergen op hun toppen. De zon
schijnt op de bevroren sneeuw en hindert de
oogen.
Ik ben juist uit bed.
O groote Schepper aller dingen
„Ginds juicht een Tabor, hier een Hermon in
Uw naam 1"
Wat is de mensch nietig, die geen oog heeft
voor het majestueuze werk onzes Gods
De sneeuw die over dag om dezen tijd van
't jaar wat ontdooit, wordt 's nachts in ijs her-
schapen. Hef is hier koud. Ieder gaat voor een
oogenblik naar de electrische verwarming, wij
zijn aan dit vriezende klimaat niet gewend,
want in de wereld beneden ons, sterven hon
derden menschen van de hitte.
Wij hebben het hoogste punt bereikt en gaan
van nu aan naar beneden. De trein stopt en
de remmen van alle wagons worden nagezien.
Dit is een wettelijk voorschrift.
Wij stappen allen even uit. Een roodhuid die
vannacht blijkbaar in den trein is gekomen (ik
had hem tenminste niet eerder opgemerkt) zegt
in gebroken Engelsch tegen mij „Hoe dichter
bij de zon, hoe kouder." Ik vertelde hem dat
hier wel een andere verklaring voor was, maar
dat de hoofdzaak voor ons was te weten, dat
de Schepper van de zon en van deze bergen,
ook onze Schepper was. En dat die groote
Schepper van ons blijft edschen Hem te dienen.
En dit kunnen wij niet, tenzij wij herschapen
worden. Het zijn geen berggeesten en ook geen
zongeesten die ons gelukig kunnen maken, het
is alleen door Christus Jezus, onzen Heere, dat
wij weer hersteld kunnen worden als mensch.
„Hebt u daar kennis aan
Hij keert zijn rug naar mij toe, en toont geen
oog of oor te hebben voor het absolute. Maar
hij is niet de eenige. Hoe velen onder al die
reizigers zullen er zijn die hier op die berg
hoogte, met hun bewondering eindigen in Hem,
die dit alles schiep, en nog als met Zijn Vader
hand onderhoudt
Wij kunnen gewaar worden, dat het nu naar
beneden gaat. Af en toe houdt de Westinghouse
rem ons tegen, dat wij bijna het evenwicht in
den trein verliezen. In den namiddag waren wij
in de groote appelen en perenboomgaarden van
Amerika. Hier hoog in de bergen regent het
bijna nooit. En het land wordt gedrenkt met het
sneeuwwater van de bergen. Van hier worden
de vruchten over de geheele wereld verscheept.
Ik heb die vaten en kisten appelen wel in
Nederland gezien. De berglucht heeft den men
schen een hoog roode kleur op 't gelaat ge
schilderd. Men beweert dat hier het gezondste
klimaat in Amerika is. Teringlijders zijn bier
onbekend.
Al rollende komen wij weer beneden. Hoe
grooter de stroomende rivier wordt, hoe lager
wij komen. Want de verschillende stroompjes
hebben zich nu tot een groote rivier ontwikkeld.
Een groote electrische Centrale waar de kracht
ontwikkeld wordt voor onze bergreis, zegt ons
dat wij weer beneden1 zijn. En de electrische
motor wordt weer verwisseld met stoomkracht.
Nog eenige uren, dan zijn wij in Seattle Was
hington, het einde van onze spoorbaan.
Dankbaar en voldaan voor de bewarende
hand onzes Gods, verlaat ik den trein waar ik
4 dagen en 4 nachten onafgebroken mijn reis
mee gemaakt had.
Hier is 4 uur tijds verschil met waar ik woon
en 11 lur tijd verschil met U in Nederland. Dus
hier ben ik precies op den anderen kant van de
wereld. Als ik hier mijn middagmaal gebruik,
dan liggen de meesten uwer rustig in bed.
De stad Seattle is een prachtige stad, gelegen
aan de Pacific Oceaan. Hier is met recht sprake
van een „up town" en „down town", want de
helft van de stad ligt op een stijlen berg en de
andere helft in de vallei. Als men naar up town
wil gaat men in een tram die met een haak naar
boven wordt getrokken.
Hier zijn veel Chineezen en Japanners, een
mengelmoes van alles. Men zegt dat de Japan
ners de beste tuinders zijn in de wereld. Op
de groentenmarkt, die een lange wijde straat is,
hebben zij hun artikelen uitgestald. Alles schoon
en goed gesorteerd, veel mooier dan bij ons in
Michigan. Maar ik merk wel het is hier ook
een loven en bieden Zij overvragen veel om
zoodoende het begeerde te krijgen.
Nu wacht mij nog een 90 mijl treinreis langs de
Pacific kust tot aan de grens van Canada.
Hierover een volgende week.
Je AMERIKAANSGHE VRIEND,
OPENBARE VERGADERING van den
Raad der gemeente DEN BOMMEL,
op Vrijdag 17 Juli 1931, des nam. 8 uur.
Voorzitter de Burgemeester.
Afwezig de heer van Gent.
Nadat de Voorzitter de vergadering met gebed
heeft geopend, worden de notulen des vorige
vergadering gelezen en vastgesteld.
Ingekomen stukken
Van Ged. Staten een tweetal goedgekeurde
raadsbesluiten, d.d. 4 Juni 1931.
Van Ged. Staten een goedgekeurd raadsbesluit
dd. 4 Juni 1931, ingevolge art. 123 der Gemeen
tewet, betreffende de inning van haven- en
kaaigelden door andere dan de gemeente-ont
vanger.
Van Ged. Staten een goedgekeurd raadsbesluit
dd. 4 Juni 1931, tot verhuur van de gemeentewo
ning, .plaatselijk gemerkt A 230, aan den heer
L. G. L. Lemkes, ambtenaar ter secretarie dezer
gemeente.
Van Ged. Staten een bericht van ontvangst
van het raadsbesluit dd. 4 Juni 1933, tot wijzi
ging der algemeene politieverordening, betref
fende het in voorraad hebben, voorhanden heb
ben en laten liggen van benzine en andere brand
bare stoffen.
Voorts doen B. en W. mededeeling van een
proces-verbaal van de opneming van kas en
boeken van den gemeente-ontvanger, waaruit
blijkt dat op 24 Juni j.l. dn kas was een bedrag
ad 2096,16.
Al deze stukken worden voor kennisgeving
aangenomen.
In verband met een aan het gemeentebestuur
gezonden afdruk van het adres, door meerdere
kamers van koophandel en fabrieken aan den
raad van ministers, inzake overbruggen van het
Hollandsch Diep bij Moerdijk steun aan genoemd
adres te verleenen.
De VOORZITTER zegt dat B. en W. den
raad voorstellen niet op dat verzoek in te gaan,
dn/ de eerste plaats omdat de gemeente Den
Bommel geen belang heeft bij de overbrugging
van het Hollandsch Diep en in de tweede plaats,
omdat men toch aan al die adhaesiebetuigingen
geen waarde moet hechten.
Aldus wordt besloten.
Conform het voorstel van B. en W. wordt aan
A. Lokker een tegemoetkoming van 50 verleend
in de reiskosten ten behoeve van zijn zoontje dat
de Chr. U.L.O.-school te Middelharnis bezoekt,
Conform het voorstel van B. en W. wordt
aan J. Holleman, een half jaar afschrijving we
gens zijn aanslag in de hondenbelasting verleend.
Op een dergelijk verzoek van Th. J. Segers en
J. Stoop wordt afwijzend beschikt.
Ged. Staten verzoeken den raad, dat hij zich
uitspreekt of het gemeenteverslag jaarlijks of
vijfjaarlijks zal worden uitgebracht.
Conform het voorstel van B. en W. wordt
besloten genoegen te nemen met een vijfjaar-
lijksch gemeenteverslag.
Voorts is ingekomen een schrijven van het
college van kerkvoogden en notabelen der Ned.
Herv. Gemeente, alhier, houdende verzoek het
gangpad naar het kerkhof en de scheiding van
de eigendommen der familie Luijendijk door een
landmeter te doen opmeten voor gezamenlijke
rekening van de burgerlijke en kerkelijke ge
meente en de familie Luijendijk.
Aldus wordt met algemeene stemmen besloten.
Afwijzend wordt beschikt op een verzoek van
de vereeniging van ambtenaren der gemeente-
financiën, gemeentebedrijven1 en gemeentediensten
om toe te treden als buitengewoon lid der ver
eeniging, subsidiair aan de vereeniging een
jaarlijksche bijdrage toe te kennen.
Tevens wordt afwijzend beschikt op een ver
zoek van B. en W. van Bergen op Zoom, in
zake de overbrugging van het Hollandsch Diep
nabij Willemstad.
Daarna worden de geloofsbrieven van de
nieuwbenoemde leden van den Raad onderzocht
en wordt tot toelating van de heeren J .de Bak
ker, J. Buth, A. L. Houthuizen1, J. Hokke, B.
Jongeling, W. A. Lokker en P. Troost besloten.
Na eenige discussie wordt met ingang van
16 Augustis 1931 tot hulp bij het handwerkon-
derwijzeres in de O. L. School benoemd Mej. L.
Jongeling, alhier, tegen een belooning van 100
r>er jaar.
Tot gemeentewerkman in vasten dienst wurdt
benoemd de thans in los verband zijnden werk
man F. van der. Maden en wel tegen een jaar
wedde van 780
Voorts wordt besloten een1 gedeelte der kaai
muur te doen vernieuwen.
Rondvraag.
De heer HOKKE vraagt voor wiens rekening
een eventueelé herbestrating tengevolge van het
leggen der ondergrondsche telefoonkabel zal
komen.
De VOORZITTER Voor rekening van den
aannemer.
De heer HOUTHUIZEN wijst er op dat er
in de Achthuizen nog een paar menschen werk
loos zijn. Spr. vraagt in verband daarmede of
het uitdiepen der dijk- en wegslooten bij wijze
van werkverschaffing geëindigd is.
De VOORZITTER zegt dat de machtiging
van den minister is afgeloopen1, doch dat deze
zaak nader besproken zal worden.
en te verbeteren op dezelfde wijze als den weg
van Melissant naar Stellendam verbreed en ver
hard is, waardoor de weg stofvrij wordt, wat
een groote verbetering beteekent voor de bewo
ners van den Nieuwen weg, die noodt hun ramen
kunnen openzetten en geen pleizier hadden van
hun voortuintjes. Wat de verharding betreft, zal
de weg verhard worden met een sterke fundee
ring van steenpuin en keislag van 21 c.M. en
deklaag 4 c.M.
Binnen 3 weken zal er met den aanleg worden
begonnen.
Verder niets te behandelen zijnde, sluit de
Voorzitter de vergadering.
De copie van ingezonden stukken, die niet ge
plaatst zijn, wordt niet teruggegeven. Buiten
verantwoordelijkheid van Redactie en Uitgevers.
SPOEDEISCHENDE VERGADERING
van den Gemeenteraad van MELIS
SANT, op Maandag 20 Juni, des nam.
om 7,30 uur.
Afwezig met kennisgeving de heer C. A. A.
Kort.
De Voorzitter, burgemeester Visscher opent
de vergadering met gebed, waarna de notulen
worden voorgelezen en onveranderd worden
vastgesteld.
Besloten wordt, in afwijking van de gewoonte,
voortaan om de vijf jaar een beredeneerd ver
slag uit te brengen over den toestand der ge
meente.
Op zijn verzoek krijgt het musschengilde over
1931 weer een subsidie van 25.—.
Doel der samenkomst van den Raad in deze
spoedeischende zitting was het voorstel tot ver
betering van den' nieuwen weg over te gaan.
Na breedvoerige discussie werd met alge
meene stemmen besloten den weg te verbreeden
Mijnheer de Redacteur' 1
Naar aanleiding van het ingezonden stuk van
den heer J. Breen te Ouddorp, als antwoord op
mijn schrijven, voorkomend in het nummer van
Zaterdag 18 Juli,- eenige letteren ter plaatsing.
In de eerste plaats schrijft de heer J. Breen,
dat door mij aanvallen op den landbouw ge
pleegd zijn, in niets ontziende tartende houding.
Er is op den landbouw geen enkele aanval
gepleegd. Integendeel, het waarachtig belang van
den landbouw deed mij naar de pen grijpen, in
den strijd tegen het U. C, B. om met de han
delaren geen strijd te krijgen ten koste van de
uientelers en den prijs voor het produkt in
den strijd om een merk. Mij dunkt, dat is geen
aanval, maar zuiver het dienen van het alge
meen belang.
Immers het C. B. v. V. is feitelijk door de re
geering de zaak opgedrongen en daarna door hen
in handen genomen, wat tot uiting kwam in
het U. C. B„ dat er zich al'jaren mede bemoeide
en met de handelaren overleg pleegde.
Is het nu billijk en recht, na één proefjaar in
den tijd van malaise, het uit de handen 'te wrin
gen en te zeggen, wij zullen het zelf beter en
goedkooper doen Dat kwam wel tot uiting op
de vergadering van den Flakkeeschen Boeren
bond, als een lid daar zeide „de controleurs zul
len straks nog de boeren opeten."
Ook is mij voldoende bekend, de wet op de
landbouw-uitvoerwet en haar totstandkoming.
Maar waarom toen de zaak dan als landbouwor
ganisaties niet aangepakt 'k Hoop niet dat U
het tartend vindt als die vraag door mij gedaan
wordt. Waarom komt men van achter er mede
Ons produkt was waardeloos geworden op de
wereldmarkt. Een Engelschman in Rotterdam
vertelde mij dat de boodschap aan het dienst
personeel medegegeven werd „geen Hollandsche
uien, maar Spaansche hoor."
Dat zat niet in den smaak, maar in de
aflevering. Het zag er te onooglijk uit.
En om nu goed ingelicht te worden, vraag ik
U beleefd (dus niet tartend) „Wat mankeerde
er aan de controle, waarom de bekende actie
door den landbouw gevoerd wordt Schenk nu
eens klare wijn, dan weten wij waar het hapert.
Welke zijn de tekortkomingen, die in het afge
loopen jaar naar voren zijn gekomen, en hoe
kunnen zij worden opgeheven Wijs ons allen
den weg. Vertel eens iets van die haperende
staaltjes dan kunt u het algemeen belang daar
mede dienen in den strijd tegen het U. C. B
Niemand beter dan U kunt dit als bestuurder
openbaar maken. En ik geef u de volle verze
kering, als het een rechtstrijd is, gij mij dan aan
uw .zijde zult vinden."
Om echter daartoe te geraken, schreef u, is
voor alles noodig, eensgezinde, algeheele sa
menwerking, van kleinen en grooten. Noodig,
dringend, schrijft u, en dan zijn wij het eens.
Maar dan hadden ook alle organisaties er bij
betrokken moeten zijn, en de uienproducenten als
kleine boeren en deeltelers niet voorbij moeten
gaan. Want op mijn vraag, een vergadering van
alle uientelers, gaat u absoluut niet in. Die
moeten maar gerust wezen. Hun belangen zullen
wel behartigd worden. In 'het laatst echter als u
schrijft over medezeggenschap en overwicht, ver-
wardt u de zaak. Ook wij willen medezeggen
schap d.w.z. zoo vat ik het op, medespre-
k e n, mede de belangen helpen behartigen. Dat
kan nooit als die voorbijgegaan worden in het
bestuur al breidde men het uit tot nog zoovelen.
Dan is er overwicht van de groote landbouw
organisaties maar niet erkenning van de produ
centen.
Dat bleek duidelijk uit het woord, gesproken
door den -heer J. Vroegindeweij van Middelhar
nis, die zelfs geen ui produceert en geen land
bouwer meer is. Die slechts lid is, omdat hij
vroeger boer geweest is, en nu het allerongerust.
Weet gij, mijnheer Breen, waar de allergroot
ste fout zit Er is niet gezorgd op Flakkee voor
een flinke Coöperatieve veiling, aangesloten bij
het C. B. v. V. De oorlogsveiling van Middel
harnis is absoluut een mislukking. Groot en klein
durft er zijn producten niet te brengen. Het
wordt er alleen gebracht als het afwijkend is.
Bovendien uit het gesprokene van den directeur
der C. V. van Flakkee, blijkt duidelijk dat het
sorteeren in twee soorten toen bedorven is. In
de BJbalen zaten altoos geen blanke uien. Men
heeft het dus zelf bedorven. Een reden
te meer om zoo maar niet toe te geven door de
regeering en te zeggen hier 'hebt u het zelf in
handen. Plak het Rijksmerk maar op uw balen,
lste of 2de soort, plak maar op. Zij slikken het
wel voor den handel dn buitenland.
Zoo ging het en men bedierf alles. Zoo zal
het absoluut niet meer gaan. Dat was enkel
schade.
En nu is, mijnheer Breen, de bedoeling van
de Landbouwuitvoerwet, dat besturen parathe-
tisch zullen zijn samengesteld. Evenveel landbou
wers en handelaren, zoowel grooten als kleinen,
van beide belanghebbende partijen. Dat wil dus
zeggen, voor Flakkee evengoed de kleine boe
ren als dë deeltelers een vertegenwoordiger.
Zooals het is in de bedrijfsvereenigingen en Ra
den van Arbeid.
U schrijft ook „van vreemde smetten vrij."
Wat bedoelt u daarmede Als lid van het U.
C.B. kunt gij dit wel verklaren. Dan word ik
wat wijzer. Want mijnheer Breen1, ik geef u de
verzekering, dat door mij met het U.C.B. of één
der anderen niet de minste relaties bestaan. Lette
ik op de behandeling mij aangedaan, dn het voor
bijgaan mijner sol'licitaite, dan was juist het om
gekeerde gebeurd en stond ik aan uw zijde.
Want op de Rott. verg. heb ik zelf de belangen
voor Flakkee bepleit van een eerlijke, goede con
trole. Maar het alg. belang deed mij aldus schrij
ven. Doch dat mag blijkbaar nietwant dan
wordt op de vergadering van den Flakkeeschen
Boerenbond gezegd„de kleine man wordt er
voorgespannen", die moet maar medeloopen en
niets in het midden brengen."
Echter, één ding verblijdt mij, de vraag door
mij gedaan, kan er een afzetgebied gevonden
worden voor 2e soort kwam ook daar naar vo
ren. En mij dunkt, die vraag kan in het U.C.B.
behandeld en afgedaan worden.
Er zal door mij uitgezien worden naar de
rechtmatige definitieve klachten, die door u
gepubliceerd zullen worden in antwoord op mijn
schrijven, in het belang uwer actie tegen het
U.C.B.
Een ding echter is mijn vurige wensch, dat al
deze dingen niet afbrekend zullen zijn voor ons
product en de gelegenheid oiq. te verhandelen.
Omdat ook ik en vele anderen er zoo nauw bij
betrokken zijn, interesseert mij de zaak
Uit al het negatieve is mij nog niet duidelijk
geworden, waarom het niet in veilige handen is
van het U.C.B. Misschien dat dit nog komt.
Over het éénzijn van Land- en Tuinbouw zwijg
ik nu maar, omdat dit onderwerp thans te uit
gebreid is. Het kweeken van de uien geeft voor
mij de grens absoluut niet aan. De overige cij
fers geven een geheel ander beeld die u zeker
bekend zijn.
Hartelijk dank voor de plaatsing, mijnheer de
Redacteur.
Zet uw blad open voor alle klachten, zoo tee-
ken ik
A. KRIJGSMAN Pz.
Alg. Best. N. C. L. B.
Middelharnis, Juli 1931.
Mijnheer de Redacteur
Vergun mij s.v.p. een plaatsje in uw blad, bij
voorbaat dank.
Met 'verbazing las ik in de bladen dat de
melk op sommige plaatsen van het eiland veer
lied cent per liter is. M.i. onnoodige prijsopdrij
ving, bij de lage voederprijzen van thans. Het
gras is er dezen zomer in zoo'n overvloed, dat
het hooi ook een ongekend lagen prijs heeft, en
het krachtvoeder staat op voor-oorlogsche prij
zen, dus daarvoor geen prijsverhooging noodig.
Dan is de prijs hier op het eiland abnormaal
hoog naar de andere streken. Men behoeft
slechts even met de
hoort overal wordt
huis bezorgd. Ook
boot over te gaan en men
de melk voor 10 cent aan
iet prijsverschil met de in-
dustriemelk is hier erg in het oog loopend. Aan
de meeste fabrieker wordt toch niet meer be
taald aan producen:) dan 5 of ten hoogste 6
cent iper liter. Dat s een verschil van 8 tot 9
cent per liter.
Wanneer de indusriemelkers nu nog een bo
terham verdienen, dal zit er toch zeker voor de
zoetboeren wel meer op dan een zoet winstje.
Want men hoort tochialom beweren, bij de hui
dige boter- en kaasptjzen, dat 5 cent per liter
goed betaald is, daai de nevenproducten van
melk, voorzoover ze rijet voor consumptie kun
nen gebruikt worden, ioo goed als waardeloos
zijn, bij de tegenwoodige lage varkensprijzen.
Ik zou zoo zeggen,de R„ wanneer het
prijsverschil van indutrie- en consumptiemelk
eens 5 cent per liter ras, dat er toch nog wel
een goed loon mee te erdienen is voor het thuis
bezorgen. Hier zou ok een mooie gelegenheid
zich voordoen om eeninkoopvereeniging op te
richten, voor groote piatsen bijv. Middelharnis
en Sommelsdijk. Voorl wanneer de verbinding
met Brabant tot stand comt, zou men zich vroeg
's morgens van versce melk kunnen voorzien,
daar de melk ook voc' zachter prijs te koop is.
Ik zou de huismoéprs aanraden geen melk
van 14 cent te koopeiDoet dan maar eens een,
paar dagen zonder mee en ze. wordt weer twa 1
cent per liter.
Nogmaals dank vor de plaatsing.
EEN CONSUMENT.
'j
SOMMELSDIJK, Jrige week stonden bij
den Correspondent derArbeidsbemiddeling dezer
gemeente 2 havenarbiders ingeschreven.
Het woonhuis, Verwoond door den heer
H. J. A. Meijer aan der Binnenweg alhier is bij
publieke verkooping d.gezet door den heer P.
Mast op 3360.
De dochter var den landarbeider E, K.
had het ongeluk te vabn en haar arm zoodanig
te verwonden, dat geneskundige hulp noodza
kelijk was.
De uitslag vande door den B.V.L., af-
deelingen' Sommelsdijk en Middelharnis, gehou
den 2 vrije schietoefeiingen is als volgt
'D. Kieviet 96 punt.n H. Fris 95 A. Groe
nendijk 95 Job Kie-.t 95 J. Bom 94 J. Jor-
daan 94 A. de Gars 93 L. Mastenbroek 93
G. van Driel 92 AA. F. J. Guérand 92
v .d. Put 92 K. J. ran Splunter 92 J. Tie.
man 92 J. Hollaar 91 J. C. Kievit 91 J.
Bienefelt 90 L. T;nis 89 J. Vogelaar 89 J.
Grootenboer 88 I. Hollaar 88 T. van den
Boogert 85 C. Hatensveld 85 C. Knape Az.
85 W. Vroegindeweij 85 J .H. Dijkers 84 J.
Schol 84 J .Kamtfling 81 H. van den Doel
79 A. vtan der Stad 76.
Vorige wedt' werden uit deze gemeente
verscheept 2000 HiL. aardappelen.
MIDDELHARNIS. Dat de Lighallen zich ook
in belangstelling en waardeering mogen verheu
gen buiten Middflharnis en Sommelsdijk, blijkt
wel uit het feit, dat wederom door een milde
bezoekster aan de zuster, behalve een versna
pering voor de patiënten, een som van 20
ter hand gesteld irerd voor melk en eieren.
Uitslag Postduivenwedvlucht van de P.V.
„Seinpost" uit Carbeil. Afstand 391 K.M. Los
gelaten v.m. 6 6uur. N. C. But lste, 22ste, 26ste
prijsJ. J. Napdus 2e, 7e, 8e, 9e 17e, 19e en 221e
prijsC. Vroegindeweij 3e A. Schuurman 4e,
1 le en 14e prijs, L. Bund-Zaaijer 5e en 18e prijs
J. Jordaan 6e en 24e prijs D. Kardux 10e en 16e
prijs F. Radauer 13e prijs M. J. Koert 15e
prijs H. Blok 23e prijs A. Bouwer 25e prijs.
Aankomst lste duif 11.56.6 uur. Laatste duif
12.54.42 uur.
Op het te Dordrecht gehouden Zangers
concours, behaalde het Dameskoor „Sursum
Corda" alhier den lsten prijs in de 3e afdeeling.
Op de Zaterdag gehouden Zwemwedstrijd
te Hellevoetsluis behaalde de heer Boomsma de
lste, 2e en 1 lste prijs, resp. op 100, 50 en 900
M. De heer Tiemens de lste prijs voor jongens,
Holleman de 2c prijs voor jongens, M. M. v. d.
Valk de lste prijs voor meisjes op 50 M.
STAD AAN 'T HARINGVLIET. C. Koppen
aal Mzn., slaagde Zaterdag j.l. voor het toe
latingsexamen aan de 'Kweekschool te Helle
voetsluis.
Om het bezoek aan den Landdag van de
Jongel. en Meisjesvereen. te Ouddorp vanuit
deze gemeente aan te moedigen heeft de J.V.
alhier een autobus afgehuurd van v. d. Klundert
te Melissant, die 29 Juli a.s. n.m. 1 uur (o.t.)
vanuit deze gemeente te vertrekt.
DEN BOMMEL. Vorige week werden van
deze haven vervoerd 2670 H.L. aardappelen,
OOI
J-
P van|
A. C.
Ree 741
H. vanl
C. J. ol
66, J.
Crezeel
•hoogstd
motors')
schoolr
leden
aan dei
Met eel
en verl
naar dl
OUI
erwten!
ten enf
werded
Bijzone]
een re
er op
dat vel
er al
soorteil
had h^
haar
hulp n|
NI
kens
een bi
B. De[
ven.'
groote I
die mT
belang!
gezang
1600
hier p|
ding
beurs
zangvl
dag dl
concoil
HEJ
reeds
hopen)
'tent
ter bej
den rd
benoel
no. 4]
Lindei
dureni
zullen I
Herv. J
anderl
Zeela!
gen d|
en pel
Ol
kunne!
onbes|
der KI
PutteiT
een hl
van d|
Het
gezet
a.s.
ETI
Ml.
ZIE
enkej
ner
perc|
de
vanl
kokèf
en
wor|
der F
o.;m
en
avo|
E>e
uur
L.
vo
Kerl
I