O En I SN ES A ES SN v£9
HOUDBAAR FLESSCHENBIER
Uil nummer hestaai uit drie Bladen
O
UCIMC yc
FEUILLETON
No. 3760
TWEEDE BLAD.
™WOCSI(rN0WSES
Zaterdag 4 Juli 1931.
SCHAAKRUBRIEK.
Plaatselijk Nieuws.
HET ZOUTENDE ZOUT
Correspondentie deze Rubriek betreffende te
zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15,
Eindhoven.
No. 206.
In probleem no. 233 zou Tf6 de matzet kun
nen wezen als g7 niet ongedekt was. De kri
tische zet 1. Lh8 voorkomt dit bezwaar.
Varianten zijn
1Ta6; 2. f5.
1Tf4: 2. Pf4:
1Th5; 2. gh5: enz
Probleem voor den wedstrijd.
No. 239.
S. LEITES.
3e Prijs Skakbladet 1930.
Zwart (10).
Wit (11).
Wit: Kh5, Da4, Tc8, g3, Pc2, e5, Ldl, g7,
pi. b3, d4, e2.
Zwart: Kc3, Ta5, b4, Lc7, Pbl, pi. b2, c5,
^42, f3, g4.
Wit geeft mat in 2 zetten.
Oplossing inzenden vóór Zaterdag 25 Juli.
De prijzen over Mei zijn gewonnen door
W. NIEUWLAND en P. KLEIN.
Oplossing Eindspel no. 312.
1. Lf2, Kh5; 2. g4, Kh6; 3. Kf6, Kh7; 4. g5,
Kh8; 5. Ld4, Kh7; 6. Lc3, Kh8; 7. g6, Lh7 enz.
Eindspel no. 314.
Kling en Horwitz.
(S. L. S. 10).
Wit: Kb8, Df8.
Zwart: Kal, pi. b2, f2.
Wit begint en wint.
Eindspel no. 315.
Kling en Ho rwitz,
(S. L. S. no. 11).
Wit: Kd3, Ld8, pi. e2.
Zwart: Kbl, pi. a2.
Wit begint en wint.
Oplossing:
1. e8D, alD; 2. Del, Ka2; 3 De6, Kbl;
4. Lf6, Da3; 5. Lc3, Da4; 6. Del, Ka2; 7. Dal
Wit wint als volgt
34-29; 39:30; 43—39; 37 8; 1611; 21 :3
en wint.
Oplossing probleem no. 43.
De stand was
Zwart: 8, 12, 17, 18, 19, 23, 24, 25.
Wit: 26, 27, 33, 35, 36, 38, 43, 49.
Zwart speelde 2329, waarop Wit een slag-
zet maakte en als volgt won
Zwart 2329
Wit: 38—32; 26—21; 36—31; 43 14 en wint
hierdoor gemakkelijk.
Probleem no, 44.
Zwart: 4, 9, 10, 11, 12, 13, 22, 27, 28.
Wit: 20, 29, 30, 31, 34, 36, 37, 38, 48.
Uit den wedstrijd om het kampioenschap van
Nederland 1930.
Wit speelde in tijdnood 38.33 en 34 43,
waarna Zwart met 10—15 een schijf won.
Wit overzag echter eene combinatie, waar
door hij zich van de remise had kunnen ver
zekeren.
Wit speelt en wint.
Probleem no. 45.
Zwart: 3, 8, 9, 11, 13, 14, 15, 17, 18, 26, 27.
Wit: 24, 25, 29, 33, 35, 36, 38, 41, 43.
Gespeeld in den wedstrijd om het kampioen
schap van Haarlem en omstreken waarin boven
staande stelling voorkwam. Wit speelde als
laatste zet 30—24, waarop Zwart een damzet
uitvoerde.
Eindspel no. 46.
Zwart: 25, 45 (dam).
Wit: 13 (dam), 16, 23, 36, 48.
Wit speelt en wint.
CORRESPONDENTIE.
J. v. D. te S. Betreffende uw vraag moet ik
U tot mijn spijt mededeelen, dat ik dat niet doen
kan. Misschien vindt U wel een ander.
L. A. H. te M, „Kunst en Vriendschap" hoopt
in September een aanvang te nemen met haar
competitie.
Vragen, die vóór Woensdag niet 'binrien zijn,
kunnen niet beantwoord worden. (J. A.),
(W. v. A.).
SOMMELSDIJK. Tegen een persoon uit
Dirksland is alhier proces-verbaal opgemaakt
wegens verstoring van de nachtrust.
In de maand Juni j.l. vestigden zich al
hier 20 personen, 17 ingezetenen vertrokken 7
kinderen werden geboren 1 ingezetene stierf,
terwijl 2 huwelijken werden voltrokken.
Ter gemeente-secretarie alhier liggen tot
'en met 14 Juli a.s. ter inzage de naamlijsten der
kiezers voor de afdeelingen Groot- en Klein
bedrijf van de Kamers van Koophandel en Fa
brieken voor Dordrecht en Omstreken.
De Wilhelminabrug dezer gemeente werd
in de maand Juni j.l. gepasseerd door 18 sche
pen.
enz.
DAMMEN.
(Correspondentie dezer rubriek aan
M. Verbiest, Sommelsdijk)
Oplossing probleem no, 42.
De stand was
Zwart: 1, 6, 9, 12, 13, 18, 19, 22, 23, 24, 25.
Wit: 16, 21, 26, 33, 34, 35, 37, 38, 39, 41, 43.
(Het slaan wordt door twee stipjes aangeduid)
Damzet, welke uitgevoerd is in een simultaan
seance te Haarlem.
MIDDELHARNIS, In de maand Juni zijn in
deze gemeente ingekomen J. v. Dam uit Oolt-
gensplaat, C. Wesdijk uit Sommelsdijk, A. J.
Weener uit Zalk en Veecaten, C. Hanenberg
uit Sommelsdijk, T. v. d. Ham uit Rotterdam,
A. Wagner uit Sommelsdijk, M. de Bruin uit
Dirksland, L. G. Bot uit Vlaardingen, G. P. v.
Eek uit Oostvoorne, J. Bruggeman uit Dirksland,
J. A. v. Nieuwenhuijze uit Den Bommel, N. M.
Knape uit Sommelsdijk. Vertrokken M. M.
Lokker naar Oostvoorne, F. van Wezel naar
Sommelsdijk, A. v. Eek en M. de Lint naar Stel
lendam, M. Th. de Ruijtere naar Sommelsdijk,
D. den Braber naar 's Gravenhage, D. J. v.
Gent naar Oude Tonge, P. Kieviet naar Melis
sant, B. Slagboom naar Sommelsdijk, J, Koster
naar Noord-Scharwoude, M. A. Kern naar 's
Gravenhage.
In de maanden April, Mei en Juni zijn
door de Schutsluis binnengekomen 276 schepen,
inhoudende 26043 ton en uitgevaren 276 sche
pen inhoudende 26099 ton.
DEN BOMMEL. De collecte ten behoeve van
het fonds voor den gewap'enden dienst heeft in
deze gemeente 7,74 opgebracht.
A.s. Woensdag zullen de schietoefenin
gen van den B.V.L. weder een aanvang nemen.
De Rijkswaterstaat heeft in samenwerking
met het korps torpedisten in het Haringvliet
vóór deze gemeente stroommetingen gedaan.
De militairen zijn in een der lokalen van de
openbare school no. 1 onder dak gebracht. Naar
wij vernemen is vanwege den provincialen wa
terstaat de toestand van de Spuidijk opgenomen.
De weegbrug in deze gemeente is opnieuw
nagezien en voor de aanstaande suikerbieten
campagne goedgekeurd.
—De heer B. C. J. had het ongeluk zoodanig
op den dorschvloer te vallen dat 'hij zich onder
geneeskundige behandeling moest stellen.
Gedurende de afgeloopen maand hebben
zich 4 personen in deze gemeente gevestigd, ter
wijl er 7 zijn vertrokken.
De oefenklasse van den Vrijwilligen Land
storm, instituut der vooroefeningen, in deze ge
meente is opgeheven.
Vervoerd 500 H.L. aardappelen.
De dochter van G. B. van H. is gisteren
door medearbeidsters zoodanig aan de voetzo
len gekieteld, dat zij eenigen tijd bewusteloos is
geweest.
OOLTGENSPLAAT. Uitslag verkooping van
grasgewas. Polder Rietveld de geheele kade en
de weg 351.—. (Vorig jaar 451.Wei
polder de kade en het Buifenveld 401.—. (Vo
rig jaar 1029.
Donderdagmorgen half zeven vertrokken
een zeventig leerlingen der christelijke school on
der leiding van het personeel per motorboot van
A. Waling naar Rotterdam. Aankomst 11 uur
aan het Maasstation. Na een wandeling door de
stad, arriveerden zij ongeveer half twaalf in de
Diergaarde. Hier werd eenigen tijd rust genomen
en ververschingen gebruikt. Ongeveer twee uur
werd een tocht door de verschillende havens
gemaakt, vliegveld Waalhaven bezichtigd, enz.
Te ongeveer 5 uur zette men koers in de rich
ting van Dordrecht en te 9 uur arriveerde men
weder na een plezierige tocht en zeer voldaan
in deze gemeente.
OUDE TONGE. De heer Van der H, uit
Ooltgensplaat 'had het ongeluk alhier met zijn
auto van den dijk te vallen. De auto werd bijna
geheel verbrijzeld. Persoonlijke ongelukken vie
len niet voor.
Op een conferentie van werkgevers en
en -nemers is men nog niet tot overeenstemming
gekomen. De werkgevers stellen een loonsver
laging voor van 0.02 per uur van Augustus
tot November. De overige tijd onveranderd.
Nu men aan het rooien van de aardappe
len is, blijkt het beschot erg tegen te vallen, zoo
dat de per gemet gekochte aardappelen gevoelig
verlies opleveren.
Het kind van A. van M. had het ongeluk
zich zoodanig te branden, dat geneeskundige
hulp noodzakelijk was.
NIEUWE TONGE. Door M. Knops is be
richt ontvangen, dat de onlangs plaats gehad
hebbende aanrijding niet verder zal worden ver
volgd. wegens onvoldoende aanwijzing van de
schuld.
L. d. G. had het ongeluk in de sloot te
rijden aan 't Korteweegje. Met groote moeite
werd zij op het droge gebracht.
De laagste inschrijvers voor het bouwen
van een woning voor rekening van A. Breur
zijn: Metselwerk A. Mans, timmerwerk Van
der Jagt Oude Tonge, Schilderwerk P. J. Kareis
en Smidswerk S. van der Velde.
Alhier is ingevoerd e'en eerste klas fok
stier. Zie verder de advertentie in dit nummer.
-Hier hebben de landbouwers de uien ver
kocht voor 2.per roede.
DIRKSLAND. Verleden week werden van
hier 300 H.L. aardappelen verscheept.
Bij de arbeidsbemiddeling stonden 2 werk
zoekenden ingeschreven.
Dr. P. Boot werd door den commissaris
der Koningin weer voor den tijd van 5 jaar her
benoemd als lid van de Gezondheidscommissie.
Gedurende het eerste halfjaar vestigden
zich alhier 50 personen terwijl er 93 vertrokken.
DOOR
H. KINGMANS.
2)
Het verstandigst leek hem, nu maar door te
loopen, hoewel hij vermoeid begon te worden.
Als hij dan in de buurt van de Markt kwam
nam hij maar een trammetje en was spoedig
thuis.
Met stevigen pas liep hij verder, om op een
'hoek van een zijstraat opeens stil te staan.
eze zijstraat, die aanvankelijk de gewone
straatbreedte had, verwijdde zich in het midden
tot een soort plein, aan één der zijden waarvan
een monumentaal gebouw met hoogen, slanken
to en oprees, welk gebouw werd verlicht door
een groot aantal schijnwerpers.
et ge eel maakte een hizonder effect, waar-
om de eenzame dan ook geboeid staan bleef, om
vervolgens op het bouwwerk toe te loopen.
Toen hg, naderkj gekomen, de breede trappen
zag, die toegang verleenden tot de rood verlichte
ruimte onder de zuilen, drong het eerst tot hem
door, dat dit gebouw de Academie wel eens
kon zijn. Hij herinnerde zich flauw er wel eens
een foto van te hebben gezien.
Alras bespeurde hij, dat zijn vermoeden juist
was. Met groote letters, speciaal belicht, was
daar 'het woord: „Academia".
In gedachten verzonken stond hij vóór het
gebouw, dat zoo nu 'en dan door anderen werd
bewonderd. Het was, naar zijn meening, een van
de meest geslaagde objecten, maar de menschen
dachten er blijkbaar niet zoo over, want de
groote stroom kwam er niet. De file auto's werd
«r trouwens ook niet langs geleid. Zij passeerde
de straat rechts, zoodat de Academie voor de
inzittenden der auto's niet zichtbaar was.
Terloops merkte hij dit evénwel 00. Zijn ge
dachten verwijlden niet bij de verlichting van
de Academie. Hij dacht er aan, hoe hij op het
punt had gestaan, een Academie niet deze,
doch een andere elders binnen te gaan, om
als student de colleges te volgen, die hij gaarne
had willen volgen, de colleges, die hem na
harde studie, zouden hebben bekwaamd tot arts.
In rook waren zijn idealen vervlogen. Inplaats
van te zitten op de collegebanken, zat hij op
een kantoorkruk, was hij een heel klein onder
deeltje van de groote Handelsvennootschap, die
hem opgenomen had, omdat een goede klant van
die vennootschap hem aanbevolen en het gedaan
had weten te krijgen, dat hij een plaats op het
kantoor kreeg.
In plaats van te studeeren, om na een bepaald
aantal jaden zich ergens te kunnen vestigen als
dokter, toog hij eiken morgen half negen naar
het groote kantoor, dat hem binnen haar wanden
opving en urenlang gevangen hield.
En dan zat hij daar gebogen over de boeken,
cijferde, tikte factuursalles even droog en
saai en zielloos. Zielloos, omdat zijn eigen ziel
niet bij het werk was, daar hij het haatte met
een doodelijke haat.
O, het had anders kunnen zijn, als
Hij knarsetandde, de eenzame.
En hij mompelde iets, dat wel een vloek ge
leek
Als was hij door e'en adder gebeten, zóó ijlde
hij weg, verwonderd nagestaard door enkele
beschouwers der verlichte Academie.
Eerst na eenigen tijd kwam hij tot het besef,
dat hij zich dwaas aanstelde. En meteen nam
hij den gewonen wandelpas weer aan. Wat hem
trouwens ook geraden was, daar hij zich weer
liet opnemen in den stroom voetgangers, die
langzaam zich voortbewoog in de richting van
de Markt,
Hij had het liever niet gedaan, maar hij wist
op dat moment heg noch steg, hoewel de plaats,
waar hij liep, hem wel bekend was.
Drie kwartier na de officieele opening der
Lichtweek stond hij weer voor het verlichte
Stadhuis, het aantrekkingspunt voor duizenden.
Maar dan had hij een doel. Hij stevende op de
trammen af, om evenwel tot de ontdekking te
komen, dat het vlugger gezegd dan gedaan was,
n u e'en plaats te verkrijgen
In twee lange rijen, onder toezicht van eenige
agenten en van controleurs der tram, stonden de
menschen geduldig te wachten.
Een voertuig reed voor, maar was in een
minimum van tijd volgeloopen, waarna het uit
den mond van een der controleurs klonk: „Vol!"
De tram suisde weg. Het wachten was op de
volgende.
Albert Leermans bewonderde het geduld der
menschen. Een 'enkele mocht er eens morren,
over het algemeen was er een goede stemming.
Er werden grappen geplaatst. Er werd ge
lachen.
En hij stond daar met bitterheid in zijn
ziel
De klok van den Servaastoren, steeds, doch
nu zeer hel verlicht, wees half tien. Wanneer
hij stevig doorstapte, kon hij in een dik kwartier
thuis zijn, op zijn kamer, ver van de menschen,
die hij feitelijk schuwde. Maar dan bedacht hij,
dat hij alleen den weg wist langs de straten, die
overvol waren met voetgangers, zoodat hij ge-
ruim'en tijd noodig zou hebben, om in de stille
buitenwijk te komen. En hij voelde zich ver
moeid; vermoeid van het loopen, dat hij niet ge
woon was; vermoeid van het gedwarrel om zich
heen.
Dus besloot hij te wachten, tot hij eenmaal
een plaats in de tram veroverd had, wat hem
gelukte, nadat er nog twee trams geweest waren.
Hij herademde, toen hij het middel van ver
voer verlaten kon en na enkele straten te hebben
doorgeloopen, het huis bereikte, waar hij zijn
kamer had.
Op den corridor brandde het licht, waaruit hij
de gevolgtrekking maakte, dat zijn hospita niet
het voorbeeld van haar stadgenooten had ge
volgd en de verlichting verlichting had gelaten.
Hij was nauwelijks op zijn ongezellige kamer,
of er werd op de deur geklopt, waarna de hos
pita de thee bracht. Op het theeblad lag een
brief.
„Goedenavond, mijnheer. Hebt u er al ge
noeg van Ik dacht minstens, dat u tot midder
nacht zou, wegblijven. Tot twaalf uur is de
verlichting. Vond u het mooi
„Er zijn heel aardige verlichtingen bij", ant
woordde Albert Leermans verstrooid. „Maar 't
is mij te vol in de stad."
„Zoo denk ik er ook over. 'k Moet het na
tuurlijk deze week zien, maar wil u wel ge-
looven, dat ik er tegenop zie Ik kan niet tegen
die drukte
„U zult het toch niet op u alleentje kunnen
doen," zei hij, om toch iets te zeggen.
Liever had hij, dat zij vertrok. Zij zou het
wel goed meenen, maar hij hield niet van haar
praatjes. Zij was hem te nieuwsgierig.
Het kwam niet in hem op, te vermoeden, dat
het juist haar goedhartigheid was, die haar
spreken deed; dat zij eenigszins medelijden had
met hem, jongeling van negentien jaar, die een
zaam was in een stad, ver van zijn geboorte
plaats. Hij zag in 'haar optreden ongezonde
nieuwsgierigheid, die hij zoo weinig mogelijk
bevredigde. Zij had niets met zijn zaken te
maken. Wanneer zij hem behoorlijk verzorgde
en hij betaalde haar op tijd, dan behoefde er
verder geen gemeenzaamheid te zijn.
Voor de zooveelste maal bespeurde de hospita,
een vrouw van middelbaren leeftijd, dat haar
kamerhuurder ook thans niet van plan was,
eenige toeschietelijkheid te betoonen en eens een
gesprek te voeren. Hoe was het mogelijk, oor
deelde zij, dat e'en' jongmensch van negentien jaar
zóó door en door gesloten van karakter kon zijn.
Dus verliet zij het vertrek, om bij de deur ge
komen, zich om te wenden en te zeggen: „Dat is
waér ook, mijnheer. Er is een brief gekomen,
maar 'k weet niet voor wie. Straat en huis
nummer zijn goed, doch de naam is hier niet
bekend, 'k Heb niemand onder de commensaals,
die zoo heet."
Onder het spreken was het haar opgevallen,
hoe Leermans zich schielijk had omgewend. Het
kwam haar voor, dat er een blos op zijn somber
gelaat was gekomen, die zij in geen 'enkel opzicht
verklaren kon.
Zij reikte hem den brief over en hij sloeg een
blik op het adres, dat luidde: „Den Hoog Wel
geboren Heer A. Meyenbeek Leeuwenhuis."
„Het is in orde", zeide hij, met moeite spre
kend, „die brief is voor mij."
„Voor u, mijnheer was de verbaasde vraag.
De hospita had alle reden, om verwonderd
te zijn: Meyenbeek Leeuwenhuis was niet be
paald precies hetzelfde als Leermans
„Ja, voor mij," herhaalde hij. ,,'t Is in orde."
„Maar goed, dat ik het u gevraagd heb. 'k
Wilde hem in de brievenbus terugbrengen met
de bemerking: „geadresseerde onbekend". Wie
kan nu ook raden, dat die brief voor u be
stemd is."
Alfred Leermans begreep, dat hij een ver
klaring geven moest. Hij glimlachte flauw en
zeide, nonchalant: „Een grap van een oud
schoolkameraad. Men noemde mij zoo wel eens.
Maar hij moet die grap niet weer uithalen. Want
dat sticht verwarring."
Meteen kleurde een felle blos zijn bleek ge
laat.
,,'t Is niet erg, mijnheer", meende de hos
pita. „Als ik maar weet, dat brieven met dat
adres voor u bestemd zijn."
Zij verliet het vertrek.
Een vreemde historie, dacht zij, de trap af
loopend. Dat van die „grap" is een aardig
..smoesje. Hij kleurde als een kind. Hij jokte er
maar wat op los. Daar zit méér achter. Wat
zou dat toch beteekenen
(Wordt vervolgd).