i
I
Antirevoluiionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden
PUROL
De Veerverbindingen.
DE VEERVERBINDINGEN.
No. 3760
ZATERDAG 4 JULI 1931
46STE JAARGANG
ii
IN HOG SIGNO VINCES
EERSTE BLAD.
SITUATIE.
VLraütitsnö *HKCT MLLLEMT.
pen
bij
dijk
W. BOEKHOVEN ZONEN
Alle stukken voor «Ie Redactie bestemd, Advertentlën esa verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
liet vervolg-verslag der Staatscommissie van Rijcke
vorssel. Twee mogelijkheden. Vastgehouden
aanj de verbinding met Dinteloord. De
kosten en bijdragen der localiteit.
Df>os30"60Jube SO cfc.Bij Apotfien Drogisten.
J van
r hen
r ook
rijand
eft de
en en
PP af-
I: hun
Irink-
In ze
Is, de
haten
den
L He-
si- hun
L met
L lok-
bkken
k 9e"
t aan
at de
Ingel-
poed.
p, die
I mee-
pehad
want
ange-
ooals
dan
voor-
sheid
9
Deze Courait verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f I.- b$ vooruitbetaling,
BUITENLAND b? vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
SOMMELSDIJK
Telef. Intern. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING lOcent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zi| beslaan.
Advertentiên worden ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
Wij hebben onze lezers in ons blad
van Woensdag j.l. een breedvoerig his
torisch overzicht gegeven van de plan
nen en voorstellen betreffende de veer-
verbeteringen van ons eiland op Helle-
voetsluis, Numansdorp en Dintelsas,
Wij hebben dit gedaan, omdat we
deze plannen van groot gewicht achten
voor ons eiland, daar als zij eenmaal
gerealiseerd zullen zijn, Flakkee voor
een zeer groot deel uit zijn isolement
zal zijn verlost, en het dus gewenscht
is, dat al onze lezers zich in den stand
van zaken kunnen oriënteeren.
Temeer daar er reeds algemeene te-
^gèirstelling begon te komen, waar het
gerucht de ronde deed, dat de te leggen
strekdam door alle plannen een streep
had gehaald.
Gelukkig bleek dat onjuist. De ver
binding aan de Oostzijde van ons eiland
zal tot stand komen en wellicht dank zij
het diligent optreden der commissie-
Van Rijckevorssel, reeds binnen afzien-
baren tijd.&
Wel zijn er veranderingen in de oor
spronkelijke plannen aangebracht ten
gevolge van den strekdam in het Helle
gat, maar deze veranderingen zullen
geen beletsel zijn voor het algemeen
aangenomen beginsel, dat aan deze
plannen ten grondslag was gelegd.
Wij zijn in staat onze lezers in dit
blad in kennis te stellen met het offi-
cieele tweede rapport (vervolg verslag)
,^Ut de commissie-van Rijckevorssel ten-
(Jg;volge van den gewijzigden toestand
heeft opgesteld, We waren tevens zoo
gelukkig een cliché te kunnen opnemen
van den toestand in het Hellegat met
den geprojecteerden strekdam.
Uit dit vervolg verslag blijkt, dat de
commissie de voorkeur heeft gegeven
aan geval I (het leggen van een steiger
aan den kant van Ooltgensplaat) en
dus vast heeft gehouden aan de verbin
ding met Dinteloord.
Ook Ged. Staten hebben zich op dit
standpunt geplaatst (zoowel van Noord-
Brabant als van Zuid-Holland), zoodat
wel mag worden aangenomen, dat ze
ker binnen een jaar1 of vier de ver
binding op Dintelsas-Numansdorp zal
zijn tot stand gebracht.
Wellicht zijn er, die ons wat optimis
tisch gestemd vinden, maar we hebben
gegronde motieven voor ons optimisme.
Trouwens is 4 jaar al weer niet lang
genoeg Hoe lang is men nu al wel
bezig met deze plannen
Welke onze motieven zijn
In de eerste plaats het ingenomen
standpunt van Ged. Staten van Zuid-
Holland. Zij toch zeggen in hun voor
stellen aan de Prov. Staten
„Nu heeft de commissie in haar vervolg
verslag geconcludeerd, dat onder alle
omstandigheden de verbinding van het
eiland met Dintelsas moet tot stand kom'en.
Wanneer nu, naar schijnt te mogen
worden vertrouwd, de Minister
van Waterstaat, met deze con
clusie accoord za'l gaan, mag wor
den aangenomen, dat aan die voorwaarde van
de localiteit voldaan zal zijn."
Wij hebben hier de woorden, waar
het op aankomt gespatieerd. Voor dat
vertrouwen in het accoord gaan van
den Minister van Waterstaat moeten
Ged. Staten grond hebben, anders had-
den zij dat zoo niet gepubliceerd.
Wanneer nu èn Noord-Brabant èn
Zuid-Holland èn de localiteit èn Wa
terstaat het over deze hoofdzaak
eens zijn, dan putten we hier moed uit
aan te nemen, dat men ook spoedig
eensgezind aan de realiseering van dat
plan zal beginnen.
Daar komt bij, dat van geval II (een
steiger aan het eind van den strekdam)
niets komen kan.
Een aanlegplaats meer dan een uur
van Ooltgensplaat is te dwaas om over
te praten, afgezien nog van de kosten.
Men moet maar eens gedwongen wor
den, zooals werklieden dat overkomen
zal, in den barren winter dat eind af
te fietsen
Trouwens over geheel geval II be
hoeft niet meer gepraat te worden, daar
ook Waterstaat hiervan reeds schijnt
teruggekomen te zijn. Want het is in
onze streken al bekend, dat de strekdam
niet de hoogte verkrijgt, welke eerst
was aangenomen, maar niet hooger
wordt dan den hoogsten waterstand,
m. a. w. ongeschikt voor het verkeer.
Ten slotte blijft zelfs de vraag over
of de dam wel ooit tot Ooltgensplaat
zal worden doorgetrokken.
Wij voor ons gelooven het nog niet.
De dam zal wel niet langer gemaakt
wprden dan hoog noodig is. De be
langen der oestervisschers spelen ook
nog wel een rol.
Het slot zal wel zijn, dat het oude
verslag der commissie gehandhaafd zal
worden, waarheen zij in haar conclusie
(zie aldaar) ook verwijst, waar zij zegt:
Wanneer evenwel de dam niet of niet-
watervrij met Flakkee wordt verbonden, of
niet genoegzaam komt vast te staan, dat bin
nen een redelijken termijn van zeggen 4 jaren
de veerverbinding volgens geval I zal zijn
tot stand gebracht, dan meent de Commissie,
dat de voorstellen van haar verslag ten op
zichte van het veer Ooltgensplaat-Dintelsas
(en ook van het veer Numansdorp-Willem-
stad) zullen zijn te volgen.
Wij gelooven niet ,dat binnen „een
redelijken termijn" de strekdam aan
Flakkee vastgekoppeld zal worden.
En als dat werkelijk zoo is, dan kan
met spoed voortgang gemaakt worden
met de oude plannen, waarover overi
gens, zooals we reeds eer opmerkten,
in de betrokken bestuurscolleges groote
eenstemmigheid heerscht.
Het woord is nu aan de Staten der
Provincies. Ook over dat woord maken
we ons niet ongerust.
Geen mensch, ook niet ter linker
zijde, kan er bezwaar tegen hebben, dat
de Zondagsdiensten tot een minimum
beperkt worden. Dat kan niet anders
dan de exploitatie ten goede komen.
Het zal onzen afgevaardigde, den
heer Warnaer, dan ook gemakkelijk
gemaakt worden.
Nog deze week in de vergadering
van „Flakkeesch Belang" heeft hij ge
zien, dat Flakkee unaniem achter hem
staat, alle dertien gemeenten hebben
hun toezegging in de deelname ge
geven, zoodat het niet twijfelachtig is
in welke richting thans gewerkt moet
worden.
Flakkee een welvarend eiland met
schier 35000 zielen uit haar isole
ment, het is toch wel een zeer redelijken
wensch anno 1931
Het staat intusschen nog niet vast of het
tweede gedeelte tegen den vasten wal zal aan
sluiten.
Door uitvoering van deze werken is het noo
dig de aanleggelegenheid te Ooltgensplaat nader
te bezien, daar de bestaande steiger vermoedelijk
zal moeten vervallen.
Wanneer de dam tot aan den vasten wal
wordt doorgetrokken, ontstaat gelegenheid daar
langs een aanlegplaats te verkrijgen aan een
diepen vaargeul. Voor de plaats daarvan komt
in aanmerking het worteleinde van den dam of
het noordoostelijk einde.
Wij geven hieronder het officieele vervolg
verslag der Staatscommissie-Van Rijckevorssel,
dat deze commissie heeft samengesteld ten ge
volge van den leidam in het Hellegat.
Na bespreking van de twee mogelijkheden
(genoemd geval I en geval II) geeft de com
missie haar conclusie, waarbij zij aan geval I
vasthoudt (verbinding met Dinteloord), waarna
beide mogelijkheden in twee bijlagen breedvoe
riger worden besproken en de kosten worden
gepubliceerd.
Voor onze beschouwingen over een en ander
verwijzen wij naar ons hoofdartikel.
INLEIDING.
Door den Minister van Waterstaat is bij
schrijven van 2 September 1930 Nr. 385 Di
rectie van den Waterstaat en 20 Januari 1931
La O. Directie van d'en Waterstaat verzocht te
mogen vernemen welke wijzigingen in het ver
slag behooren te worden gebracht wegens de
uitvoering van werken tot verbetering van het
vaarwater in het Hellegat.
Deze Commissie bracht op 7 Maart 1931
nader onderzoek, dat aanvankelijk is opgedragen
aan de Commissie van drie.
Dez eCommissie bracht op 7 Maart 1931
haar rapport uit in den vorm van een ontwerp-
vervolgverslag, hetwelk werd besproken in eene
vergadering van 2 April 1931 van de Commissie
van drie met enkele leden van de Sub-com
missie, waarna het ontwerp werd aangevuld.
Dit aangevulde ontwerp werd daarna be
handeld in eene bijeenkomst van de Sub-com
missie op 18 April 1931, waarna het verslag
werd vastgesteld in de vergadering van de
Commissie van 2 Mei 1931.
Werken in het Hellegat.
De uit te voeren werken zijn aangegeven op
bijgevoegde teekening en bestaan in een 1 M.
boven den hoogsten stormvloed reikenden (4.50
M. N.A.P.) 4 Km. langen dam van Oolt
gensplaat tot aan de splitsing van het vaarwater
tegenover Numansdorp. De dam is zoo breed,
dat daarop plaats is voor aanleg van een tram
baan en van een weg voor gewoon verkeer.
Aan de Zuidoostzijde wordt een 150 M. breede
vaargeul diep 4.50 M. onder de M.E. (middel-
,re ,Lgemaakt- ^en gedeelte van den dam
i0i worden gemaakten wel het noorde
lijke deel; het tweede gedeelte zal vermoedelijk
in 1932 of 1933 tot uitvoering komen.
Deze situatleteekening spreekt Voor zich zelf. De gesloten lijn in het Hellegat is het gedeelte van den lei
dam waaraan men op 't oogenblik bezig is; de stippellijn daarbij aansluitend, het gedeelte dat waarschijnlijk later
er bij komt. Waar men in het bijgaand vervolg verslag leest van geval I en geval II, wordt hiermede bedoeld,
geval I waar wij het cijfer I gezet hebben bij de zandplaat voor Ooltgensplaat (aan de stippellijn), en geval II
waar het cijfer 2 staat aan het einde van den leidam in het midden van het Haringvliet, (Cliché N. R Ct.)
Geval I.
Een steiger aan het landeinde zal meer rivier-
waarts komen' dan de tegenwoordige, mede om
dat deze zal moeten reiken buiten de aan aan-
zanding onderhevige zóne. Aangezien in dit ge
val de gelegenheid ontstaat onder alle om
standigheden met diepgaande veerbooten deze
aanlegplaats te bereiken, vervalt alsdan de
noodzakelijkheid voor de veerverbindingen met
Ooltgensplaat eene bijzondere veerboot met
weinig diepgang te bouwen.
De bestaande weg en de tramlijn zullen even
wel tot aan dien steiger ver
lengd moeten worden.
Wat de kosten betreft
zal kunnen worden aan
genomen, dat de kosten van
het werk veroorzaakt door
den aanleg van den dam
voor rekening van het Rijk
behooren te worden ge
nomen.
In Bijlage B is voor
zoover de beschikbare ge
gevens zulks toelaten na
gegaan, welke werken voor
deze oplossing zouden moe
ten gemaakt en welke voor
zieningen daarbij moeten
worden getroffen, alsmede
welke kosten daaraan zou
den zijn verbonden.
Geval II.
Een steiger aan het
noordoostelijk einde van
den dam opent geheel
nieuwe gezichtspunten. In
dit geval is een combinatie
van veerdiensten mogelijk,
waarbij het veer van Oolt
gensplaat niet meer op
Numansdorp en op Dintel
sas zou varen, doch op
Numansdorp en op Wil
lemstad.
Ook hier zou het bouwen
van een afzonderlijke kost
bare veerboot met weinig
diepgang (als in het ver
slag voorgesteld) dan niet
noodig zijn. De exploitatie
dezer veren kan in dat ge
val vereenvoudigd worden,
omdat zij binnen zekere
grenzen met hetzelfde ma
teriaal 'en door hetzelfde
personeel kan worden be
dreven als zou worden ge
bezigd op de verbinding
Numansdorp-Willemstad.
De verbinding tusschen
Ooltgensplaat en Numans
dorp, welke thans veel te
wenschen overlaat, zou dan
zeer verbeterd worden en
die met den Brabantschen
wal zou verkregen worden
te Willemstad.
In de hierbijgaande bij
lage C worden vermeld de
resultaten van een onder
zoek omtrent de gevolgen,
welke eene regeling in vo-
renstaanden zin heeft met
betrekking tot de veerboo
ten, aanlegplaatsen, c.a.,
dienstregeling, tarieven, sub
sidies, kostenverdeeling, uit
voering van werken en
aansluitende wegen wan
neer wordt aangenomen, dat
het aantal diensten op de
hierbedoelde verbindingen
tenminste hetzelfde is als
daarvoor in het verslag is
aangehouden.
Beschouwing van de
Gevallen I en II.
Voor vergelijking van de