Draait ze innig VICTORIA-WATER Buitenland* V er koopingen. Marktberichten. Voor de Vrouw. Voor de Jeugd. Sion zal door Recht verlost worden. Binnenweg 32, Rotterdam UIELFSCHOEIIEtl Speciaal zaak H. ADEMA, HEERLIJK EK WELSMAKEND KAIUURLIJH BROKUlAIER een werkloozendrama, EEïfl" XÏOSKjjJE TTiiOOES 0"ü"W E Zaten Dit Humeri TWE uit| De menschen worden door beginselen ge dreven. Dat is de zegen of de vloek van het beginsel. De SD.A.P. noemt zich wel eens de partij der democratie, d.w.z. de partij van den volks wil. Zooals een volksmassa het wil, zoo wil deze partij het. Daarom moest zij niet anders dan een zuiver parlementaire partij zijn. Want in het parlement komt met ons algemeen kies recht de wil van het geheele volk tot uitdruk king. De echte democraat buigt zich dus voor de beslissingen, die in het parlement vallen. Maar nu blijkt uit de daden der S.D.A.P., dat zij een echte revolutionaire partij is, dat zij er niet voor terugdeinst den wil van het volk te vertrapp'en en de dictatuur te vestigen, d.w.z. den wil van een minderheid des volks, die over de meerderheid de lakens uitdeelt. Zij deinst er niet voor terug over te gaan tot daden, die in strijd zijn met de wetten des lands. Zij aan vaardt de revolutie. En nogmaals, dat komt niet omdat die menschen zoo slecht zijn, maar om dat die menschen leven uit een beginsel, dat hen naar de revolutie drijft. Welk dat beginsel is? Het ongeloof. Anders niet. Alle ongeloof moet drijven in de armen der revolutie. Daarom kon Groen zeggen, dat er tegen de revolutie maar één wapen is: het Evangelie. En als Troelstra klaagt zich vergist te heb- b'en, dan is dat geen klacht over zijn daad, maar een1 klacht over de machtsverhouding in ons land, die revolutie onmogelijk maakte. Dat maakt het vierde boek van Troelstra leerzaam. Wanneer men dit boek leest naast het boek van Groen, dan ziet men, dat die ziener der vorige eeuw in zijn profetie van ongeloof en revolutie volkomen waar was. En hoe kon het ook anders. Hij leefde bij het licht van Gods Woord I UITKIJK. ii. De heidenen hadden besef van God en ze kenden Hem voor zoover 't Hem had behaagd zich te openbaren. Heel eenvoudig en natuur lijk dus precies als bij ons allen. Gij hebt uit allerlei gesprekken een besef, indruk van een U onbekend persoon gekregen, en er is dus een mystieke, onzichtbare band gelegd tusschen U en hem. Maar door den loop der historie of omstandigheden staat die persoon in eens voor Uen nu openbaart hij zich in zijn gesprek nu wordt 't besef tot kennis. En de goede indruk, die de tafelgesprekken U van hem of haar hadden gegeven, is verheven tot goe de kennisgij hebt goede kennis met hem gemaaktomdat hij heeft laten zien door zijn openbaring van nette vormen, taal, verstandige opmerkingen en bedenkingen enz., dat hij precies zoo is als men hem U had afgeschilderd. Door openbaring van een persoon geeft dit „vat" uit, wat 't in heeften komt al of niet met den indruk en uw besef, uw wortelidee, overeen. Uit een teerton, zoo is Uw besef, komt geen stroop. En de openbaring, als ge dus de knop losmaakt, brengt U tot de kennis, dat daar een echte, volle teerton staat. Wat bedoelen we met 't bovenstaande Heel eenvoudig dit, dat Multatuli 'en zooveel duizen den met hem, nooit en nimmer mogen en kunnen zeggen: „Ik ken U niet, o God, want Gij zweegt altijd, altijd." Ja, a 1 s God geewegen had; als Hij zich niet geopenbaard haddan zeer zeker, net als in 't voorbeeld, dat we gaven met dien mystiek gekenden man of met dien teerton dan was 't bij Multatuli bloot bij een besef of indruk gebleven; en dat besef had dan nog onder den' invloed der zonde, die alles scheef trekt, een wangestalte kunnen zijn; een „aller zotste" indruk van God. Maar God hééft zich geopenbaard in de Natuur en in de Schriften. Daarom zijn de Heidenen minder schuldig dan mijnheer Douwes Dekker, zooals zijn eigenlijke familienaam luidt; want de Heidenen van Paulus hadden niets dan de Natuur, en enkele „heilige schriften", die echter een zeer verminkt beeld van den Schep per en Schepping geven. Een beeld voor óns, die den Bijbel lezen, onaanvaardbaar. Verge lijking van die heidensche „heilige boeken" met ons „heilig boek of de Schriften", valt niet ten gunste hunner boeken uit; er zit, zeggen kenners van dat Sanskriet, te veel mythe, ver dichting in. Toch is er een besef van een Opperwezen, maar uitgegroeid tot een kennis van een God, die zooals zij Hem meenden te moeten en te mog enzien, voor ons een carricatuur van een' echte Godheid is; in elk geval oneindig ver schilt van den God, zooals Mozes dien zag en verwaardigd werd te zien en te hooren spreken en dicteeren. Wie daarvan meer weten wil, ga naar den boekhandel, 'en bestelle daar de Mythologie of mythengeschiedenis van Grieken, Romeinen, Germanen, Perzen enz. enz. En dan loopt door al die boeken één goddelijke draad; zoo sterk, dat de Brahmanen in Voor-Indië hun alphabet zelfs noemen: het goddelijk A. B. C. Comrie scheef ook „Het goddelijk A.B.C.", maar 't is anders. Hun bijbel heet Veda het door open baring gehoorde. Hun god: Brahma. Hun Schepping: de Aarde uit een ei. Van welke kip is ons niet bekend. Er is dus, door de eeuwen heen, een i n- d r u k geweest van een hoogere macht; en die indruk is kennis geworden doordat die „macht" zich heeft geopenbaard. Brahma heeft met de „wijzen" van Indië gesproken; met de ingewijden, met de priesters over de wijze van aanbidding, de offers, de plechtigheden, het lied des lofs voor Brahma, over de godennatuur, over de menschenziel, enz. enz. En natuurlijk, zooals die „openbaring" van Brahma was, zoo is nu ook het beeld „Gods" in dat Indische volk. Die heidenen hebben dat „gegloofd". Veda is waar. En 't Volksgeloof daar aanvaardt den Brah ma en de schriften. Maar Multatuli zegt: er is geen openbaring geweest. Hij vocht voor Menschelijkheid en Recht, maar trok zich van Natuur en Schriften niets aan; hij zag in de Natuur wel een macht, maar die macht was de ijzeren wet der Noodzakelijk heid; was de Natuurwet, nooit te verbuigen; altijd konsekwent hierin, dat gelijke oorzaken gelijke gevolgen hebben. Doch juist die openbaring der Na tuur had hem toch kunnen en moeten leeren, dat er dan ook in 't geestelijke leven, waartoe 't Recht en de Rechtswetenschappen behooren, een zelfde wet leefde van oorzaak en gevolg; en dat die eeuwige regelmaat van gelijke straf bij gelijke schuld toch een sprekend getuige moet zijn van een Zedelijke wereldorde, die niet zóó maar in de wereld gekomen kan zijn. Er is orde in de Natuur; er is orde in de moraal; er is dus een Macht der Orde. En daar de Natuur ons geen stap verder brengen kan dan hoogstens tot de kennis van een Ordemacht, die Brahma heeten kan, Zeus of Jupiter, Re, Bel of Baal, Ormoezd of Ahri- man enz., daar is ons gegeven de Schrift, die aantoont dat Indië met zijn Brahma foutief gaat; dat Griekenland en Rome met hun Zeus dwa len; dat Egypte met zijn Re mis was, en Babel met zijn Bel, en Perzië met zijn Ormoezd maar dat de Israëlieten en Christenen juist zijn, als ze die Ordemacht noemen: God den Drie- eenige. De H. Schriftuur geeft openbaringen, die de Natuur uit der aard niet kan geven. Wat wou de Natuur li leeren van den Raad des Vredes, van Hemel en hel en velerlei andere toestanden en verhoudingen. Niets, totaal niets. Die H. Schrift geeft een scherper analyse, ontleding, inzicht in die Ordemacht en leert den Chris t-geloovige, maar ook slechts hem alleen, God te kennen; van Godsbesef tot Godskennis op te klimmen; en te leeren kennen 't Recht d.i. de som der duizenden ordinantiën voor het rijke m'enschenleven, voor dieren en planten en zelfs voor de anorganische natuur van stoffen. Maar Multatuli was een ongeloovige. Hij vroeg niet om Christ-geloof als gave Gods; kreeg 't dus ook niet; wilde zelfs niet vragen. Want om te vragen om Geloof, óf om te bidden om versterking en vermeerdering des Geloofs, moet er in 't menschenhart Bijzondere vatbaarheid geboren zijn. En wie die vatbaarheid mist, omdat de Geest des Vaders in hem n i e t is, kan ook de Waar heid der Schrift niet aanvaarden. De wereld kent den Geest der Waarheid niet, die uitgaat van Vader en Zoon; en ként dus evenmin de dingen, die door dien Geest als boodschapper Gods naar 't menschelijk hart, aan dat hart en dat menschelijk verstand worden bekend ge maakt. Paulus zegt 't duidelijk in 1 Cor. 2 vs. 12, en dit is Multatuli's eenige grond waarom hij zei: „Ik ken U niet, o God". Daar staat„Doch wij Christenen hebben niet ontvangen den geest der wereld, maar den Geest die uit God is, opdat we zouden weten de dingen' die ons van God (d.i. Openbaring) gegeven zijn." Opdatexpres voor dat doel gegevenom God te leeren kennen. De fout van M. zat 'm niet in 't nie t- bezit van dat Christ-geloof, want dat heeft een Mënsch uit zijn eigen niet; dat heeft slechts de Christ-geloovige, in wien Gods Geest werkt door de genade die de Christus schenkt om te ku n n e n gelooven; maar de fout van M. zat in 't niet-willen b e- Er is geen God. En voor den Christen, is 't Geloof in God zitten; en dat leidt tot den harden schreeuw: en Schrift een Bewijs van Hem; trouwens ge loof is voor ieder mensch Bewijs; wie gelooft, die bewijst en heeft voor zichzelf zekerheid, 't Staat duidelijk in Hebr. 11 1 't Geloof is een vaste grond der dingen die men hoopt, en een bewijs der zaken die men niet kent, We hebben daar eens over hooren preeken; maar die leeraar was mis. Hij zei, dat Paulus hier 't zaligmakend geloof op 't oog had, waardoor hij wist, dat hij in den hemel zou komen, dien hij nog niet kende. 't Is onjuist. Paulus neemt zes zintuigen aan, die ons leiden tot zekerheid Oog-zien; ooren-hooren; neus-ruiken; tong-smaken; vingers-voelen en een hart om te gelooven. En even sekuur als in mij alle twijfel ouhoudt, en Zekerheid in trdeedt door 't gebruik van oog, oor enz., even sekuur komt er Zekerhei dén Bewijs door 't geloof. OBERIAHNSTEIN De gezondste dagelljkeche tafeldrank die in geen huishouding mag ontbreken, In heele literaschroeffleaschen voor huishoudelijk gebruik, zeer voordeelig en gemakkelijk, inhoudsprijs 32 cent. Ik: Wie is U? Gijvan der Weel. IkIs uw vader en moeder dan die en die GijJa, dat staat voor mij vast. Ik Weet ge dat zeker Hebt ge b e w ij s GijBewijs 1 Bewijs 1 dat is nooit te be wijzen; hoe kan een kind dat nu bewijzen? IkEn ge weet 't toch zeker GijJa, 'k moet 't wel geloovenl En geloov'end heb ik ze lief. IkDus Paulus heeft gelijk Gij Ja. 't Geloof is een vaste grond der dingen, die ik hoop en bewijs der zaken, die ik niet ken en nooit zal leeren kennen. En wie durft te zeggen, dat zij mijn ouders niet zijn, die is een lasteraar. v. d. W. Middelharnis, 20 Juni 1931. (Wordt vervolgd). SPRINKHANENPLAAG IN BESSARABIE. Naar uit Boekarest aan de Uj Nemzedék be richt wordt, hebben de sprinkhanen in het zui delijk gedeelte van Bessarabië tot dusverre 14.U00 H.A. grond kaalgevreten. De sprink hanenplaag begon reeds in Mei en de plaat selijke autoriteiten zonden toen telegram op tele gram aan de regeering, die echter tengevolge van de verkiezingen, die haar geheel in beslag namen, niets deed. De sprinkhanenplaag be dreigt Zuid-Bessarabië met een ramp. De in woners van twintig dorpen zijn dag en nacht in touw, om de sprinkhanen uit te roeien. Bijna de geheele oogst is vernietigd en de streek wordt door eene hongersnood bedreigd. EEN AUTO DOOR EEN WOLF BESPRONGEN, Naar uit Boekarest aan de Uj Nemzedék be richt wordt, had een Roemeensch prefect dezer dagen een onaangenaam avontuur bij gelegen heid van een dienstreis. De auto werd n.l. on derweg onverwachts door een troep wolven aan gevallen, die, hoezeer de chauffeur ook de snel heid vergrootte, niet wilden achterblijven. Een wolf sprong op den koeler en slechts door een plotselmgen draai van den wagen was het mo gelijk hem er weer af te krijgen. De wolf werd daarop door de auto overreden, waarna de an dere wolven zich op het lichaam van hun col lega storten, zoodat de prefect ze op die manier kwijt raakte. EEN DIKKERD GESTORVEN. Op 47-jarigen leeftijd is te Duitburg de dikste man van Duitschland gestorven. Hij heette Ro bert Roggendorf en woog maar eventjes 505 pond. Enkele jaren geleden heeft hij zich in tal van plaatsen laten bewonderen en daarvoor een rondreis door het rijk gedaan. Deze reis had eigenaardige moeilijkheden, want de dikkerd kon niet pe rspoor gaan, omdat hij niet door de coupe-deuren kon. Ook een gewone auto bleek niet bruikbaar. Ten slotte is een bestelauto ver bouwd om het geweldige lichaam van R, te kunnen bevatten. WAARAAN HERKENT MEN EEN MILLIONAIR Voor den politierechter te Oxford stond dezer dagen een meneer terecht, die het vertikt een schuld' van bijna 17 pond aan een garagehouder te hetalen. Op de vraag van rechter Randolph waarom laatst genoemde den man zooveel cre- diet had gegeven, antwoordde eischher: wel, hij bewoont een' eigen flat, gaat goed gekleed, heeft een auto en loopt altijd rond met het air van een millionair. Ja, antwoordde de rechter, dat kan alle maal wel zijn, maar het bewijst niet, dat ge daagde werkelijk middelen heeft. Tegenwoor dig rijden menschen, die geen zeven stuiver bezitten in auto's, rooken dure cigaretten en geven diners aan hun vrienden, maar de wer kelijke millionair gaat door het leven, alsof hij geen dubbeltje per dag te verteren heeft. Te Nicolai waren Woensdag in een schuur bij de stad verscheidene werkloozen. Een van hen had een oud Russisch geweer en tien pa tronen bij zich. Een ander werklooze verlangde nu, dat de bezitter van het geweer op hem zou schieten. Eerst het derde schot trof den man in het hart. De andere schoot zich daarop in het hoofd. De beide andere werkloozen, die in- tusschen weggeloopen waren, riepen de politie, welke de beide lijken heeft gevonden. De oor zaak van dit drama is in de werkloosheid te zoeken. Zaterdag 20 Juni 1931, 's avonds 6 uur (zomertijd) te Ouddorp in het logement Akershoek, van 61 perceelen grasgewas, kant» hooi en naët onder de gemeenten Ouddorp en Goedereede. Notaris VAN DEN BERG. Vrijdag 19 Juni bij inzet en Vrijdag 26 Juni bij afslag, telkens des avonds 7 uur (zomertijd) te Melissant in de herberg van M. van der Werf, van een huis met schilderswerkplaats, erf en grond te Melissant aan de Dorpsstraat, kadaster Sectie A nos. 1137 en 1374, groot 1 are 23 centiaren, bewoond door J. de Reus. Te aanvaarden 1 Augustus 1931. Notaris VAN DEN BERG. Zaterdag 20 Juni bij inzet en Zaterdag 27 Juni bij afslag, telkens des avonds 6 uur (zomer tijd) te Ouddorp in het Logement Akershoek, van: a. Een huis en grond te Ouddorp aan den Pik én Poeweg, kadaster Sectie B no. 1127, groot 19 aren 50 centiaren (1273^2 R. V. M.), eigendom van Jacobus van 't Geloof, en b. Een huis en grond te Ouddorp aan de Middel duinen, kadaster Sectie B no. 976, groot 45 aren 60 centiaren (298 R. V. M.), eigendom van Jacob Klijn Mz. c.s. Te aanvaarden 1 Augustus 1931. Notaris VAN DEN BERG. Op Vrijdagen 19 en 26 Juni 1931, 's avonds 7.30 uur (z.t.) respectievelijk in de zaal Odeon en café Keuvelaar, bij veiling en afslag, van een zeer goed onderhouden huis met schuur, tuin met vruchtboomen en erf, te Dirksland, nabij het dorp, aan den Havendijk, ten verzoeke van Mej. de Wed. G. Nagtegaal. Dadelijk te aan vaarden. Notaris VAN DER SLUYS. Central. Veiling te Middelharnis. Veiling van Woensdag 17 Juni. Bloemkool f 3,60 tot f 18,— per 100 stuks. Sinaasappelen f 4,35 per 100 stuks. Sla f 0,60 tot t 1,80 per 100 krop. Rabarber f 3,80 tot f 4,60 per 100 bos. Peen f 5,60 tot f 12,80 per 100 bos. Sjalotten f 0,80 tot f 1,80 per 100 bos, Postelein f 13,80 tot f 20,— per 100 kg. Spinazie f 13,— per 100 kg. Aardbeien f 21,10 tot f 23,— per 100 pond. Tomaten f 15,— per 100 pond. Vanaf Maandag 22 Juni iederen dag aard» beienveiling des namiddags 1 uur (Zomertijd). Veiling van Donderdag 18 Juni. Kipeieren 49—52 kg. f 3,10 tot f 3,15. 58-59 kg. f 3,70 tot f 3,90. 59-61 kg f 3,95 tot f 4,10. bruin 59-60 kg. f 3,90 tot f 4,15. Eendeieren 66—68 kg. f 3,10 tot f 3,25. Poelpetaateieren f 2,70. Per 100 stuks. Eerstelingen f ld,— per 100 kg. Aanvoer 18.500 eieren. ROTTERDAM, 16 Juni 1931. Op de heden in ons Veilingslokaal, Wai» moezicrstraat 37—39, gehouden Veiling, wet, den de volgende prjjzcn besteed Kipeiéren. 3,15 tot f 4,65 Eendeieren 2,75 tof 3,95 Ganseieren tot Aanvoer 210.000 stuks. DE ROTTERDAMSCHE VEILING In de laatste nummers van ,De Jonge Vrouw" maken de lezeressen van dat blad gretig gebruik van de rubriek onderlinge correspondentie, om elkaar vragen te stellen of inlichtingen te geven over verschillende vacantieoorden. Nu, er schijnt gelegenheid te over om met clubjes er op uit te trekken. Als je pas „De klop op de deur" gelezen hebt, dan komt je toch wel even' in de ge dachte: wat een verschil, vroeger of nu. Vroeger mocht een jong meisje niet eens alleen over straat gaan. Een oudere dame, of 'broer of wie dan ook, moest altijd chaperonneeren. En warén die er niet, nu dan moest er maar een kruier gehuurd, die de jonge dame van huis haalde en haar aan 't bestemde adres afleverde. Ja, werkelijk, je komt er toe om in zoo'n geval afleverde te zeggen alsof 't pakje was, en op het bepaalde uur des avonds was de kruier weer op zijn post om de dame van 't gezellige avondje of wat dan ook af te halen, op straat te begeleiden en aan het ouderlijk huis weer te bezorgen, 't Is bijna ongelooflijk. Dat we n uniet te veel naar 't andere uiterste zijn overgeslagen, dat zal niemand ontkennen. Dat onze jonge meisjes er eens op uit kunnen gaan, om met elkander te genieten, is kostelijk. Het leven is tegenwoordig zoo, dat de meesten door geregelden arbeid in hun eigen onderhoud moeten voorzien. Wat is er dan heerlijker, dan er eens echt met elkander op uit te trekken, want die meisjes, die door zelfstandigen arbeid dn hun eigen onderhoud voorzien, om die dan onder ouderlijke vleugelen weer hun vacantie te doen genieten, dat zou niet altijd veel genot geven, daar de wenschen der ouderen ten' dien opzichte vrij wat verschillen van die der jongeren. Neen, dat ze er eens vrij ou uit kunnen gaan, om in een gezellig clubje of intiem onder onsje van een of twee vriendinnen te genieten, dat is geen bezwaar. Mits men maar weet, waar de meisjes vertoeven zullen. In dat opzicht moet men gerust kunnen wezen, want er dreigen' ge noeg gevaren. Wie op den doortrek voor een enkele nacht of ook wel voor langer logeeren wil in de steden, kan altijd terecht in Chr. Vrouwentehuizen. Dat is voo ronze jonge meisjes een zeer goed onderkomen, 't Is er meestal eenvoudig, maar de kosten zijn zeer gering. Terwijl in ver schillende plaatsen van ons land bij zee en bosch ook vacantiehuizen zijn voor jonge meisjes en dames. Deze tehuizen zijn meestal daar, waar men dichtbij de mooiste plekjes vinden kan. Het is voor de meisjes zelf prettig om in een gezellig eomgeving onbekommerd eenigen tijd te vertoeven' en vader en moeder kunnen da nook onbezorgd zijn, wat anders niet altijd het geval kan zijn, want de gevaren, die onze jonge meisjes 'bedreigen, worden met den dag vermeerderd. Even wil ik nog zeggen, dat in dat opzicht in de groote steden op de stations ook altijd in de z.g. stationdames een goede dienst aan wezig is. Aan deze dames kunnen de meisjes ook altijd alle inlichtingen vragen, welke ze noodig hebben, indien ze in een vreemde stad aankomën of er eenigen tijd zullen vertoeven. Er wordt dus genoeg gedaan, maar ieder weet altijd nog maar niet, dat deze dingen er zijn. M'n beste nichtjes en neefjes 1 'k Zou haast gaan zuchten en zeggen: wat is het toch moeilijk om het alle menschen naar den zin te maken. Maar nee hoor, zoo ernstig, dat ik er van zuchten moet, is het toch ook weer niet. Maar wat is er dan gaande? Dat zal ik' jullie vertellen. Je weet, 'k heb gezegd, volgenden keer een wedstrijd te zullen uitschrijven. Nu schrijft er een: „Tante, 'k hoop, dat het een Aardrijkskundige wedstrijd is, want dat doe ik zoo graag." Een ander vertelde me, dat ze Opstellenwedstrijd zoo leuk vond. En een neef schreef: „Tante, ik wou maar, dat u een teeken wedstrijd gaf, want teekenen is zoo fijn." O zoo, daar zit ik nu met de moeilijkheid. 'k Zal er diep 'en diep over nadenken. Geven jullie me nog raad Als je me maar niet van den wal in de sloot helpt door met nog veel meer wedstrijden aan te komen. Volgende week hoop ik het jullie te zeggen. Dezen keer is de prijs gewonnen door MIEN VAN DER KEMP te Alphen aan den Rijn. Nu, allemaal heel veel groeten van jullie TANTE TRUUS. Hen W. te Ooltgensplaat. Fijn zeg om zoo te kunnen zeilen. Toch moet je altijd maar heel voorzichtig wez'en, hoor, want het blijft toch altijd gevaarlijk. Wat verdrietig, hé, dat Gerrit zielq is en hij een paar weken moet blijven liggen. En vooral nu het zulk mooi weer is. Je schiet al fijn op met Fransch, Welke boekjes gebruik je er voor Gerrit P. te Numansdorp. Riek heeft wel naméns jou geschreven, dat je ziek bent, maar je krijgt toch zelf een brief hoor, want ik vind het toch wel erg naar voor je. Van Hen uit Ooltgensplaat heb je de hartelijke groeten. Hij schreef me ook al, dat hij 't zoo naar voor je vond. Ik wensch je van harte een voorspoedig herstel toe. Als je niets te lezen hebt en je mag wel lezen, laat Riek dan gauw even' e'en kaart sturen, dan leen ik je wel wat boeken voor een paar weken. Is dat nu geen lange brief 't Beste hoor. Riek P. te Numansdorp. 't Is aardig, dat je meteen voor je broer schreef. Houd hem nu maar veel gezelschap, dan valt hem de tijd niet zoo lang. Zoo'n drukte met die markten is altijd wel aardig. Maar als ik jou was, bleef ik maar een beet je uit de buurt, want het lijkt me nog al gevaarlijk met zooveel paarden. To V. te Utrecht. Wel, wat heb jij het fijn gehad op je tocht naar 't vliegkamp van Soes- terberg. Ik denk, dat je wel eens in zoo'n vlieg machine had willen zitten alshet maar niet ging vliegen. Die arme Beppie, nu al ziek, ter wijl ze nog maar zoo kort op school is. 'k Hoop dat ze gauw weer beter is. Doe je ze de groeten terug Jo B. te Ooltgensplaat. 't Is heel goed, hoor, dat je met ons mee wil doen. Wat heb je al dadelijk een gezelligen langen brief geschreven. Je verjaardag komt al gauw aan. Je hebt op school al heel wat gehandwerkt, 'k Wilde wel, dat ik het eens allemaal kon zien. Jij zult Moe wel flink kunnen helpen, want met zoo'n clubje is er heel wat te doen, maar 't is met elkaar toch ook echt prettig, hé Doe maar trouw met ons mee. Bram W. te Stad aan 't Haringvliet, Zoo veel Fransch heb ik gelukkig nog wel ont houden. Hoe vind je 't Fransch Prettiger dan Duitsch Hebben jullie dn de eerste ook al Engelsch Dat is de prettigste taal om te leeren. Dat gaat zoo maar vanzelf. Hoe moeten jullie aan een nieuwen voetbal komen Of heb je er al weer een? 'k Vind het niet leuk, dat ze dat doen en er zijn nog heel wat bekenden van me bij. Arie W. te Stad aan 't Haringvliet. Je zult het wel druk hebben nu je voor die twee ko nijntjes moet zorgen. Zijn ze al groot Wat is het jammer van dat goudvdschje, maar die zijn dikwijls toch zoo moeilijk in leven te houden, 't Raadsel, dat je opgaf, heeft al eens vroeger in ons hoekje gestaan. Nellie W, te Stad aan 'it Haringvliet. Wat aardig, dat je er zoo'n lief nichtje bij hebt. 'k Vind het gewichtig, dat je het nichtje in de kerk mocht brengen. Was je niet bang, dat ze huilen zou Hartelijk gefeliciteerd met je ver jaardag. 'k Had graag weer bij je geweest, maar ik heb er heusch geen tijd voor gehad. Je hebt het portret al aardig nageteekend, tenminste 't paard, van jou is niet veel te zien. Cornelia A, R, te Nieuwe Tonge. Dank voor je nieuwe raadsel. Was er zoo weinig nieuws in Nieuwe Tonge Nu hoor, 'k hoop maar op een' volgënden keer, Jan W. te Stad aan 't Haringvliet, Je prijs is verzonden, hoor. Je hebt die sommen al aardig gemaakt. Je vindt het zeker wel prettig, dat je nu al tot honderd sommetjes kunt maken Dan kunnen ze ook al aardig moeilijk zijn. Anithonie R, te Goedereede. Wel wat heb je 't druk, maar 'k heb toch lekker geen medelijden hoor, want het is wel een prettige drukte, nu ja, behalve jaartallen leeren dan, maar een psalm vers dat is wel prettig om die te leeren. Met dit mooie weer ben je zeker wel dikwijls aan het strand Daar is 't nu heerlijk. Arie W. van der V. te Melissant, Hartelijk gefeliciteerd met je verjaardag. Jij beat gelijk met ons raadselnichtje Nellie jarig. Dat is mak kelijk om te onthouden, 'k Zal 't onthouden voor den wedstrijd. Al heb je vacantie, dan kun je toch nog een massa prettige dingen doen, waar je anders geen tijd voor hebt. Sibillia N. te Zuidland. Jullie krijgen al vroeg zomervacantie. Prettig vooruitzicht, als je weet, dat je mag gaan logeeren. Hoe is 't met dat kleine nichtje, dat gevallen is Je schrok zeker wel toen je het hoorde Je prijs heb je toch zeker al ontvangen Neeltje N. te Zuidland. Ook weer eens pre sent in osn hoekje, 'k Heb je gemist, hoor. Echt fijn, dat je zelf een tuintje aangelegd hebt 't Is wel een heel werkje, maar als de bloemen bloeien is 't ook weer heerlijk. Probeer langs den kant wat lathyrusplantjes te krijgen, daar zul je heel wat plezier van hebben. Gretha van der K. te Alphen aan den Rijn. Dezen keer had je me heel wat te vertellen. Je zult met al die mooie plannen haast tijd te kort komen van den zomer. Maar 'k geloof graag, dat die reis naar Andelst een der pret tigste vooruitzichten is. Die naam „Kwiek" is schitterend gekozen. Wat zal het een feestelijk gezicht zijn zoo'n mooie nieuwe school, 't Kan best gebeuren, dat ik van den zomer eens dien kant uitkom. Als je dan maar thuis bent. Je hebt ook zooveel uitgaansplannen. Mien van der K. te Alphen aan den Rijn. Nog gefeliciteerd met je verjaardag. Het is wel wat laat, maar ja, daar kan ik heusch niets aan dóen. Je hebt mooie cadeuax gehad. Dat postpapier is prachtig. Op deze manier zie ik toch ook iets van je cadeaux. Zoo'n reisje naar Aalsmeer in 't vooruitzicht, nou dat is fijn hoor. Jij gaat dus ook al op „Kwiek". De oplossingen zijnt I. Evert, Barend. II. Zeis Zeist. III. Boterletters. Nieuwe raadsels» I. Ingezonden door Cornelie R. te Nieuwe Tonge Welke kleur wordt een dier, dat erg kan prikken, door alleen maar de letters te ver wisselen II. Ingezonden door Jannetje 'G. te Melissant: Wat bitter is, dat lust gij niet 1 Dat zegt gij wel, maar 'k weet, Dat gij wel allen zeker lust, Iets dat toch bitter heet. Wat is dat? III. Verbogen bloemennamen Ik' zeg maar: „Oost West, thuis best". 'k Heb Piet van je reis niet verteld. Hij was ternauwernood thuis of het begon te stortregenen. De oplossingen kunnen', met vermelding van naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag 26 Juni worden gezonden aan TANTE TRUUS, Bureau „Maas- en Scheldebode", SOMMELSDIJK. i zÈ "bft SCHA Correspondentie zenden aan F. Van problee dreigt 2. De6 Varianten zijj| 1 1. 1. Pc5 Pd7 Voor een bej Probleq E. 2e Pr. Wit: Kh8, pi. d4 en e2. Zwart: Kd! f) Wit geeft Oplossing Men kan toetreden. Ee zet telt voor| oplossing wc (minimum aa delijksche pr punten hebb Heeft men ingezonden, mee te doen. voor den wi Ter besp: termijn op oplossers m tezamen H Wit spel 1. Lc3, en wint. spel om du Kb5; 3. Ll 6. Ld4 enj SCI 1. L. 2. G. J 3. A. 4. D. 5. L. 6. J. v| 7. Ani 8. G. 9. A. 10. D. 11. J. 12. S. 13. W 14. G. 15. H. 16. A. 17. C. De m

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 2