Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Uw Kindje.
FEUILLETON
IN HOC SIGNO VINCES
WOENSDAG 10 JUN11931
46ste JAARGANG
No. 3753
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
A lle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te «enden aan de Uitgevers
Brieven uit Amerika.
Hoe worden de uitslagen
van de verkiezingen
voor den Gemeente
raad vastgesteld?
Purol ein Purolpoeder
KLATERGOUD
lieven, zonde en eeuwig-
left slechts troost in zijn
Iverscheurende gebeden,
■rvolgd blijft door dien
gerechtigheid, verterend
fn waar alleen e'en Gods
Als de prediker, wiens
tchriktooneelen had op-
[ustig nederlag, werd het
ie opgevoed, in nachte
door wat zijn zielsoog
herde in, droomde er van
pndermaal te bidden, dat
kon, zijn arme ziel niet
bl van sulver, die brandt
j". En verder: „Zij, die
jichting opvoeden, laden
Idelijkheid op zich. Het
gebracht, ja veel wordt
■oor altijd geknakt."
fzegd en doorleefd,
verstandige opvoeding
lijd'en, dat „bangheid"
ijzonder voor dat lijden,
doet ontstaan, op een
buis voelt in het „in den
N.
ZOEKENDE.
een stad leeft in ieder
Icingscentra van den hui-
prang des menschen naar
duidelijk aan.
jagén, wat toch wel de
ft zooveel menschen den
te zijn, maar niet weer-
In deze vraag van meer
Dezien.
b. ook een sociale zijde,
iet verlangen naar het
matschappelijk probleem,
|jk o pte lossen, is. Wat
de trek naar de stad
br de vraag, die vanzelf
bschouwt, dat het platte-
yolkt wordt en aldus aan
onttrokken worden, die
ben1 worden.
aan het woordde on-
bwezen, dat zich dat ver
ben echter het volledige
ag niet vinden, wanneer
en enkel van economisch
oorzaken zijn wel op te
pndere oorzaak, die voor-
nderwerp, dat ons bezig
een andere richting uit.
van overtuigd, dat het
ien mensch naar de stad
Sndt in e'en leven buiten
onbevredigd door zoo'n
r andere vervulling haakt
pullen aantreffen in het
gemeenschap met God
puurleven trachten te ver
buiten God derven moet.
Jr, misschien denken, dat
moderne stadsleven wel
'en dat het er toch zoo
eld is, dan moet ik u er
te doen hebben met een
louwd is geworden vanaf
preld tot nu toe.
Kai'n's voorbeeld.
Jaïn in de wereldgeschie-
[treven van den natuurlij-
lad te bouwen,
perwijl Kaïn al zwervend
ving van Eden, blijft het
br de vreeze des Heeren
|Hem gevond'en worden,
vonen en dus als in de
Gods. Aan een stad
jgeen behoefte te hebben
In bouwen daarvan door
Izen we niets,
lekt ver daar vandaan,
elijken vloekmaar ten
toon een stad, waar het
lsterrijk zal gaan tevoor--
pen de Kainieten de stadl
ze verloren, n.l. de ge-
ongekende ontwikkeling
jverheid en kunst. Harp
Iden van zinnelust en
-lensch op zichzelf zich
jrdt uitgevonden en het
dit. Zoo vergeet Kaïns
wat is het gevolg Dat
:r ballingschap al aardig
Om God vraagt men
:ft men nietMen redt
nets dan een herhaling
tot op dezen dag een
aar samenhokking buiten
God, maar daarom ook
spraakverwarring)
i zou men nu kunnen
iets tegén, dat de men-
trekken; wan de brood-
voor duizenden; En het-
tad behoeft toch ook de
niet uit te sluiten
toegeven moet worden,
mderhoud naar de stad:
10e goed we ook weten,
ats kan word'en gediend,
ind zijn voor
van de groote stad.
(Slot volgt).
moeilijk, wanneer men
te verdienen.
tijd om wijsheid op te
ijd om het .toe. te passen.
kent men den man.
menschen, is kortstondig
:rlijke troost, die uit de
zalig en waarachtig.
terug tot hem, die het
Dp de rechte plaats.
■h-
Deze Courant versch|nt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per poat f 1,- b| vooruitbetaling.
BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per Jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN I 1.— per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die si beslaan»
AdvertentiCn worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uun
MISLEIDING.
Deze week zullen drie van de dertien gemeen
ten op Flakkee hun nieuwen Raad verkiezen.
De rest komt volgende week.
Het ziet er wel naar uit, dat het er weer
heftig naar toe zal gaan.
Van alle kanten regent het strooibiljetten.
En daarbij is /wel opmerkelijk, dat zij, die
het minst uit een beginsel leven, zich het hardst
roeren.
De belangenpolitiek speelt bij de Raadsver
kiezingen een groote rol. Bij de partijen van
links schijnt daar alles om te draaien. Wanneer
zij maar het roer in handen hebben, gaan de
belastingen1 wel omlaacj 1
Dat is de inzet bij „liberaal", bij „volksbe
lang", bij „gemeentebelang", bij „neutraal" en
aij „wild".
En in gemeenten als Middelharnis doet vooral
i schoolbouw opgeld.
5e dure schoolbouw wordt de rechtsche partij
Dp den hals geschoven.
Denkt men werkelijk, dat de kiezers zoo
dwaas zijn, dat zij dat slikken
Wat heeft nu een gemeentebestuur met
schoolbouw te maken
Totaal niets.
Of daar nu een rechtsch of een linksch be
wind om de groene tafel zit, doet hier niets
ter zake.
De schoolbouw is vrucht van de Rijkswet,
j vrucht van de Grondwet zelfs, de Gemeente
besturen hebben hun medewerking tot uitvoering
van die wet te verleenen en als zij het niet
doen, worden zij er wel van hooger hand toe
gedwongen.
Zoo staat de zaak.
En al die reclame op strooibiljetten is pure
kuisleiding, volksbedrog, waar vooral de liberale
heeren te hoog voor moesten staan.
jj^^Zijn zij vergeten, dat hun liberale voor-
Dr. Bos bij de Grondwetsherziening van
H 5917 voorzitter der pacificatie-commissie is ge
weest
het beginsel.
Maar van allerlei beloften van stoffelijken
aard houdt de Antirev. partij zich terug.
Ook bij de Gemeenteraadsverkiezingen.
Maar dat wil niet zeggen, dat 'Rechts duur is.
Want het leven uit het beginsel houdt in een
j voorzichtig beleid ook van stoffelijke zaken.
Wie zijn huis niet wel regeert, is erger dan
een ongeloovige, zegt de Schrift.
Beginsel en belang vloeien in elkander.
Zij zijn onafscheidelijk.
En als gij deze stelling toetst aan de praktijk,
blijkt wel, dat ook het stoffelijk belang bij de
Antirev. partij steeds in veilige handen was.
Dan blijkt zelfs, dat Rechts goedkooper ad
ministreert 'en regeert dan links. Dat blijkt niet
slechts in de Provinciale Staten, maar ook in
de Gemeentepolitiek.
Links is duur.
En vooral waar rood de lakens uitdeelt, kan
de burgerij en niet het minst de arbeidersklasse
het hart vast houden.
Wij wijzen maar eens op de geschiedenis in
het roode Zaandam en ook de 60 opcenten in
Rotterdam hebben in dit opzicht wel iets te
vertellen'
De Antirev. partij leeft uit het beginsel, dat
is naar den Woorde Gods en daarom zijn ook
de stoffelijke belangen bij haar in veilige handen.
BEGINSEL EN BELANG,
We zeiden, dat vooral de portemonnaie een
groote rol speelt bij de heeren van Links.
Geen enkel strooibiljet kan men opnemen of
men vindt er beloften in van goedkooper ge-
meentebeheer als zij maar de lakens uit te deelen
krijgen.
Nu is het waar, dat de Antirev. partij bij
verkiezingen altijd voorzichtig is met beloften.
Feitelijk is er maar één ding, dat den kiezers
altijd wordt toegezegd en dat is te teven uit
Maar ook het emigreeren is naar Gods be
stel en als zoodanig is er een berusten. Ons
leven is vanaf onze geboorte uitgestippeld en
langs deze lijn gaat het. Zoo was het pok met
anderen, die reeds lang gestorven zijn, en nooit
de weelde gesmaakt hebben hun familiebetrek
kingen in het oude vaderland eens te zien. Zij
hebben hier veel werk gedaan, bossch'en neer
geveld, huizen gebouwd en toen alles in goede
orde was, droegen de kinderen hun ouders graf
waarts. Zonder ooit een cent over te houden
om een reis naar Nederland te ondernemen. Hun
kinderen, die over 't algemeen er finantieel beter
voor zitten, gevoelen geen behoefte om die reis
te maken, want er is niets meer, dat hun trekt.
Toch zijn er velen van die kinderen 'en kinds
kinderen, die de nagedachtenis van dat voor
geslacht willen bewaren. Verleden week las ik
in een dagblad, dat men bezig is een monument
te ontwerpen voor Dr. Albertus C. van Raalte,
die zooals u wel bekend is, de stichter is van
de Kolonie (Holland. En onder op het voetstuk
van dit monument zullen al de namen ingebeiteld
worden van de eerste settlers, die met Van
Raalte de kolonie begonnen zijn. Voorwaar een
edel pogen. De 'H. Schrift gebiedt ons de dad'en
der vaderen aan onze kinderen en kindskinderen
te vertellen.
Beste Vriend 1
Op bet oogenblik, dat ik mijn brief neerpen
voor de „Maas", is mijn familie feestelijk bijeen,
om met elkander in dank aan God den ver
jaardag van een ouden vader te herdenken. Het
familieleven is een weelde, welke een emigrant
niet ten deel valt. Neen, men overdenkt niet
alles als men inscheept naar de Vereen. Staten
van Amerika. De tol, de zware tol, die men
betaalt, wordt eerst gevoeld als men in zijn
nieuwe land gesettled is. Hoe goed het den
emigrant ook moge gaan, het gemis van het
familieleven wordt bij het jaar sterker gevoeld.
En vreeselijk is het als er sterfgevallen voor
komen, want in vele opzichten zijn de over
leden familiebetrekkingen reeds lang begraven,
eer de rouwkaart zijn bestemming heeft. En op
merkelijk is het, dat vooral op een verjaardag
van een ouden vader die band het meest ge
voeld wordt. Want ja. er is wel dank in de
ziel, dat hij zulk een gezegenden leeftijd van
de zeer sterken mocht bereiken, maar nog veel
meer is er een vreeze daar de leeftijd van de
zeer sterken1 bijna bereikt is, hoe 'lang nog
Zal ik hem ooit weer zien aan deze zijde van
het graf Gélukkig ook voor een emigrant, als
hij weet, dat hij en zijn ouden vader een plante
Christi zijn, dan kan de dood en ook geen
Oceaan ons scheiden, maar zijn wij in Christus
eeuwig een.
Midden in de stad Holland is een prachtig
park, dat om zijn schoonheid en rijke ver
scheidenheid van bloemen door vele toeristen
worden bezocht, vooral in 't voorjaar als de
tulpen bloeien. Het voornemen is in dit park
het Van Raalte monument te plaatsen. Een over
leden settler heeft bij testementaire beschikking
25000 dollar voor dit doel beschreven. Het mo
nument met de namen van al die pinoniers zal
een sieraad zijn voor de City of Holland.
Ook las ik in een weekblad, dat prof. Dr.
A. Eekhof van Leiden (Nederland) informaties
inwint omtrent de stichting der kolonie. Ver
moedelijk krijgt gij straks wel een breedvoerige
beschrijving in een lijvig boek over deze stich
ting. En als dit werk tot stand komt, zal het
wel de moeite waard zijn zulk een werk aan
te schaffen. Veel, onnoemelijk veel is er op
geofferd, meer dan een kind van hun talrijk na
geslacht kan beseffen. En niet alleen hun kin
deren en kindskinderen, maar de geheele natie
van ons groote land heeft veel aan hen te dan
ken. Er is schier géén kolonie, die zooveel
werk verricht heeft als de kolonie van Ds. van
Raalte. Ook de kolonisten in het Westen, in
de staat Jorva, hebben1 hun moeiten gehad onder
leiding van Ds. Scholten ,maar daar was het
al prairie, die behoefden geen bosschen neer te
hakken. Zij bouwden hun huizen van graszoden.
En het land was klaar voor den ploeg. Maar in
Michigan was dit anders. De bosschen waren
zoo dicht bebouwd, dat men eerst een weg moest
hakken, om er met paard 'en wagen door te
komen. Dit alles is nu een welbebouwde plaats
met prachtige wegen en dorpen.
En ofschoon het prairieland onuitputtelijk rijk
is, en bijna nooit bemest behoeft te worden,
omdat het eeuwenoude prairiegras daar jaarlijks
verrot is, en daardoor op sommige plaatsen de
humus 10 en 12 voet dik is, is toah de kolonie
in Michigan, dat veelal zwart zand is, zeer
zeker niet minder dan de Westersche kolonie.
Daar Michigan 2elf goed bevolkt is, en de
groote wereldmarkten als Chicago en Detroit
vlak onder haar bereik liggen, brengen de pro
ducten veel meer op dan in 't Westen. Nu de
prijzen van alles zoo abnormaal laag zijn, krijgt
men in 't Westen bijna niets, want van deze
lage prijzen gaan eerst de treinvrachten af en
die zijn hier hoog, en alles moet per trein ver
voerd worden. Ik las gisteren een brief uit South
Dakota, waar de eieren slechts 5 cent een dozijn
waren. Als de prijs zoo laag is, wat geeft het
dan, al heeft men vet land. En zoo is het ook
met spek en vleesch. In Michigan is het altijd
veel hooger, ook mede omdat het versch aan
de markt komt.
Toch is de emigratie van de laatste jaren veel
het Westen ingegaan, ook al, omdat het land
daar nog zeer gemakkelijk te 'krijg'en is.
Tot de volgende week.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
Nu wij aan den vooravond van de verkie
zingen voor den Gemeenteraad staan, stelt een
ieder er belang in te weten hoe de uitslag van
deze verkiezing wordt vastgesteld. Wij willen
trachten op deze vraag een beknopt en duide
lijk antwoord te geven 'en zetten daartoe eerst
uiteen naar welke maatstaf de zetels over de
verschillende lijsten worden verdeeld, en ver
volgens welke der op die lijsten voorkomende
candidaten gekozen worden verklaard.
I. De verdeeling der zetels.
Nadat de verkiezing heeft plaats gevonden,
begint men met van de diverse lijsten het s t e m-
c ij f e r te bepalen. Hieronder verstaat men het
totaal aantal stemmen, dat op de diverse candi
daten der 'lijst is uitgebracht. Kom'en er bijvoor
beeld op lijst 1 vijf namen voor en heeft A 80
stemmen, B 10, C 46, D 3, en E 1, dan be
draagt het stemcijfer 80 10 46 3
1 140.
Vervolgens berekent men den kiesdeeler.
Men telt daartoe alle stemcijfers bij elkaar en
deelt dit door het aantal te bezetten zetels. Zijn
Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel
zorg geven als U het kindje maar droog
houdt met Furolpoeder en de branderige of
stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit
verzacht dadelijk en geneest spoedig.
zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten
er 5 lijsten ingediend en bedragen de respec
tievelijke stemcijfers 140, 80, 95, 26 en 79, dan
zijn er 420 stemmen uitgebracht. Moeten er
7 raadsled'en worden gekozen, dan bedraagt
de kiesdeeler 420 7 60.
Bij de nu volgende eerste verdeeling
der zetels wordt aan elke lijst toegewezen even
zoovele malen één zetel als de volle kiesdeeler
is begrepen in het stemcijfer der lijst. Lijst 1
van bovenstaand voorbeeld, 140 stemmen tel
lende, krijgt dus 2 zetels toegewezen. De lijsten
2, 3 en 5 krijgen er elk één en lijst 4 komt niet
in aanmerking.
Er schieten thans nog 2 zetels over. Deze
w/orden bij tweede verdeeling toege-
k d aan die lijsten, die de grootste overschot
ten hebbenechter met dien verstande, dat na
toewijzing van e'en eventueelen zetel bij tweede
verdeeling, elke zetel minstens driekwart van
den kiesdeeler moet vertegenwoordigen. In ons
voorbeeld hebben lijst 3 en lijst 4 de grootste
overschotten. Lijst 3 krijgt er nu één zetel bij,
maar "lijst 4 krijgt ook nu geen zetel, omdat er
niet tenminste 45 stemmen (driekwart van den
kiesdeeler) op zijn uitgebracht. Voor de res-
teerende zetel komen nu in aanmerking de lijs
ten 1 en 2, ieder m,et een overschot van 20
stemmen. Maar lijst 2 vervalt weer, omdat deze
voor 2 zetels minstens 2 X 45 90 stemmen
moest tellen. Lijst 1 'krijgt het buitenkansje, want
deze telt meer dan 3 X 45 stemmen.
Het geval kan zicih intusschen voordoen, dat
na de tweede verdeeling nog plaatsen zijn toe
te wijzen. Dan volgt een derde verdee
ling. Dan zijn er geen lijsten die niet in aan
merking zouden kunnen komen1. De overblijven
de plaatsen worden verdeeld in dier voege, dat
aan de lijst die na toekenning van nog een plaats
bij derde deeling en die gemiddeld het grootste
aantal stemm'en per plaats aanwijst, een zetel
wordt toegewezen. Mochten van twee of meer
lijsten de gemiddelden even groot zijn, dan be
slist het lot.
II. De aanwijzing der gekozen candidaten.
Ten einde de gekozen candidaten te kunnen'
aanwijzen, gaat men nu over tot de vaststelling
van den 1 ij st kiesdeeler. Deze vindt men
door het stemcijfer der lijst te deelen door het
aantal aan de lijst toegekende plaatsen. Voor
lijst 1 van ons voorbeeld bedraagt dit dus het
derde deel van 140 462/s.
Vervolgens word'en nu alle stemmen, op
een candidaat uitgebracht boven den Jijstkies-
deeler, overgebracht op de candidaten,
wier stemmenaantal kleiner is dan de lijstkies-
deele,en wel in de volgorde waarin ze op de
lijst voorkomen. Lijst 1 luidt na de stemmen-
overdracht als volgtA 46 a/3, B 43 1/3, C 46,
D 3, E 1. Gekozen is A. Geen der anderen
haalt de lijstkiesdeeler.
Gekozen worden nu verklaard de candidaten,
die meer dan de helft van den kiesdeeler hebben,
en wel in de volgorde van de op hen uitge
brachte stemmen. Zoo wordt eerst C, en daarna
B, gekozen verklaard.
Zouden er daarna nog plaatsen te vervullen
zijn, dan worden deze toegekend aan de in de
volgorde van de lijst 'hoogst geplaatste nog niet
gekozen candidaten, afgezien dus van hun stem
menaantal. S.
door
H. KINGMANS.
34)
„Ik zal niets verbergen, letterlijk niets", zeide
hij.
En toen vertelde hij, terwijl Tjaard met ge
bogen hoofd liep te luisteren, zijn geheele leven
sinds zijn huwelijk. De mislukking van zijn
huwelijk, doordat ihij Gretha verwaarloosde; de
geringe animo van Salomons, om hem te hel
pen; zijn mislukking i# de zaak, doordat hij
het zich te gemakkelijk had voorgesteld; zijn
relatie tot de familie Salomons, een relatie, die
steeds minder werd; zijn speculaties, oin toch
kapitaal te bezitten; zijn kennismaking met Saa-
linck, die hem nog verder van het pad bracht;
het sterven- van Gretha en wat daarna Salo
mons en vervolgens Saalinck van hem ver
langdenHij vertelde alles nauwkeurig. Met
een eentonige stem.
Maar tot stille vreugde van Tjaard (wiens
sterke hart beefde, toen hij dat alles, waarin
veel zonde en ongerechtigheid school, vernam)
spaarde hij zichzelf in geen enkel opzicht. Hij
verweet niemand iets, liet integendeel duidelijk
uitkomen, dat hij alleen de schuldige was. Dat
was het begin van beterschap, oordeelde Tjaard,
zonder dat oordeel uit te spreken.
„En wat wil je nu?" vroeg hij min of meer
gedachteloos, daar de mededeelingen van Heino
hem machtig hadden aangegrep'en.
„Ik weet niet, wat ik wil. Ik ben radeloos.
Ik ben naar jou gekomen in de hoop, dat je mij
raden kunt."
Plotseling stond Tjaard stil. Zij waren vlakbij
huis, maar Tjaard keerde op zijn schreden terug.
„Heb je mij alles verteld, Heino vroeg hij.
„Ik heb alles verteld1; Is mijn schuld niet groot-
genoeg
T'
„Heb je ook andere schulden, behalve die
van de speculatie? Heb jespeelschulden'
„Ik heb niet gespeeld", zei Heino, „wanneer
je tenminste speculeeren geen spelen noemt. Ik
stel dat nu op één lijn, nu ik weet, wat 'het is
en welk een ellende men er zich mee op den
hals haalt."
„En nu nog één vraag. Je neemt mij niet
kwalijk, maar ik moet alles weten. Zijn er ook
vrouWeri in het spel
„Ook dat is niet hef geval, Tjaard. 'k Heb
Gretha schandelijk veronachtzaamd, 't Was ver
keerd. Maar ontrouw in den vollen zin van het
woord ben ik haar niet geweest."
„Ik ben blij, dat te hooren. Want dat zou
de zaken nog erger en ingewikkelder gemaakt
hebben. Je begrijpt wel, dat ik je oogenblikkelijk
niet kan raden, al heb ik wel een idee. Maar
in ieder geval moet ik er eerst met Truus over
spreken."
Heino vatte zijn arm.
„Kun je Truus er niet buiten laten?" vroeg hij.
„Waarom?" was de verbaasde wedervraag, ,,'k
Heb voor Truus geen enkel geheim. Ik laat
haar ook hier niet buiten. Waarom zou ik het
doen
„Truus moet niet al te veel van mij hebben,
k weet het wel. En nu neem ik haar dat niet
kwalijk, want k heb het er naar gemaakt.
Maar ik vrees, dat door haar invloed
Ondanks de moeilijke situatie, waarin Heino
zich ibevond, moest Tjaard lachen.
„Maak je niet bezorgd", zei hij. „Truus is,
zooals je weet, spontaan. Maar zij is niet haat
dragend. Inderdaad was zij er niet best over te
spreken, 'tóen je met Martha zoo schandelijk
hand-eldet. Dat was ik ook niet. En wij hebben
onmiddellijk begrepen, dat je Gretha niet uit
liefde hebt getrouwd, doch dat het alleen om het
geld van Salomons te doen was. Je behoeft even
wel niet bang te zijn, dat Truus je niet behoorlijk
ontvangen zal. Ik zal haar, waar je niet bij bent,
vertellen, wat je mij zooeven hebt meegedeeld.
En verder met haar praten. -Het zou echter beter
zijri, wanneer je morgen in Groningen bleef,
want
„Ik ga morgen weg", zei Heino (beslist. „Het
liefst om zeven uur, «naar negén uur kan ook
nog. Saalinck moet mij in Amsterdam zien, an
ders vermoedt hij, dat ik met de Noorderzon
vertrokken hen en dan begint de ellende."
„Zoo'n vaart loopt dat toch niet 'k Wilde
dan morgenochtend eens met je praten. Boven
dien, je moet toch zeker naar moeder
In de stem van Tjaard klonk een verwijt.
„Ik heb nóg niet de kracht om naar moeder
te gaan", zei Heino met gesmoorde stem. „Er
moet zooveel worden goed gemaakt, dat voel
ik wel, maar het gaat (boven mijn kracht."
„Boven -menschel ij ke kracht", corri
geerde Tjaard hem. „God geeft kracht, Heino."
„Ik bén aan het zoeken, maar de rust komt
niet. Ik vind niet."
„Als je oprecht zoekt, zul je vinden. Ik ben
blij, dat je gekomen bent, want je brengt een
goede tijding mee."
„Ik kan dat niet inzien, al moet ik toegeven,
dat het mij verlucht heeft, je alles verteld te
hebben."
„Hef financieele gedeelte bedoel ik nu niet.
Ik bemerkt, dat mijn broer aan -het terugkeeren
is naar het beproefde pad, naar God. Dat is
van oneindig -méér beteekenis dan al dat andere."
„Maar dat andere kan toch niet verwaarloosd
worden. Het rooft mij mijn slaap. Het maakt
me nerveus. Ik heb -geen leven, Tjaard."
„Dat begrijp ik heel goed, dat je het niet
van je kunt afzetten. En dat verg ik ook niet
van je. Maar verlies den moed niet. Dat komt
nog wel in orde, als j ij wil t", zeide Tjaard,
op zijn laatste woorden den vollen nadruk leg
gend.
„'Hoe bedoel je dat? Natuurlijk wil ik. Ik wil
boete doen voor wat ik heb misdreven. Als
je geen raad weet, hoe ik verder moet gaan of
als je niet iemand weet, die mij helpen kan en
wil, dan laat ik mij failliet verklaren. Maar
liever deed ik dat niet. Ik zou mijn schuld ten
volle willen betalen. Als ik er maar kans toe
zie."
Zijn woorden bevielen Tjaard.
„Wij zullen nog nader zien," zei hij, wikkend
en wegend. „Alleen nog een paar vragen. Is je
huis onbewoond
„Nog wel. Maar 'k heb natuurlijk aan e'en
hypotheek gedacht. Evenwel is die lang niet
voldoende."
„En hoeveel is de zaak waard Ik bedoel
gebouwen, inventaris", verduidelijkte Tjaard.
Want hij begreep wel, dat voor een zaak zonder
omzet -geen cent zou worden betaald.
„Een dikke twintig mille", dacht Heino.
„Mooi, méér höb ik voorloopig niet te weten.
Zet je moeilijkheden nu eens een uurtje aan
kant, Heino. Dat valt niet mee, maar vanavond
praat ik er toch niet meer met je over."
Voor de tweede maal stonden zij nu bij huis.
Tjaard stak den sleutel in het slot en knipte het
licht in de hall op. Meteen verscheen Truus,
die evénwel niet vroeg, waarom zij zoo laat
kwamen, daar zij begreep, dat beide -broers met
elkaar gepraat hadden. Zij schrok trouwens van
het min of meer verwilderde uiterlijk van den
zeer vermagerden Heino. Een groot medelijden
kwam in haar op. Woorden waren niet noodig,
om te verklaren, dat hij door de -gebeurtenissen
der laatste weken geheel van streek was
Met de grootste hartelijkheid verwelkomde zij
hem en liet hem in de gezellige huiskamer, waar
de tafel gedekt stond.
„Je zult wel trek in eten hebben", zeide zij,
„na zoo'n reis. En dan ga je maar vlug slapen,
jongen. Morgen praten .wij wel e'ens. Wij heb
ben uit de verte met je meegeleefd, want je hebt
heel wat doorgemaakt."
„Ja", zei Heino toonloos.
Zijn blik gleed door het vertrek. Op hetzelfde
oogenblik zag Truus, dat zijn oog rusten bleef
ou een groote foto van Martha. Verward wend
de hij het hoofd af. Het speet haar, dat zij er
niet aan gedacht had, de foto weg te nemen
vóór hij binnenkwam. Oude herinneringen moes
ten zeker niet worden opgehaald voorloopig
Heino was niet op dreef. Hij gaf korte, ver
warde antwoorden, als Truus een enkele maal
een vraag deed. Tjaard had -een 'blik van ver
standhouding met haar gewisseld: zij moest
Heino maar laten begaan, dat was het aller
verstandigst.
Het kostte Heino moeite, wat efen naar binnen
te krijgen. Uit beleefdheid at hij, maar liever
had hij het laten staan. Alleen dronk hij veel.
,,'t Was niet gezellig in het vertrek. Er hing
een zware beklemming. En Truus slaakte in
stilte een zucht van verlichting, toen Heino be
sloot naar bed te gaan.
Als naar gewoonte, nam Tjaard den' Bijbel
en las het gedeelte, waarin voorkwamen de
woorden: „Zonder Mij kunt gij niets doen",
welke woorden hij langzaam en met nadruk las.
Dan dankte hij voor ondervonden zegeningen en
smeekte om uitredding van 'hem, die in nood zat.
Heino liet zich bewegen, dien morgen want
het was reeds twaalf uur niet om zev'en, maar
om negen uur te vertrekken, nadat hij pertinent
had geweigerd, nog -langer te blijven. Truus
vond het-heel vreemd, maar zij bedwong haar
nieuwsgierigheid, wel wetend, dat Tjaard haar
op de hoogte zou brengen.
„Ik ben, eerlijk gezegd, blij, dat Heino naar
boven is," zeide zij, „want het was soms be
angstigend. t Was zoo nu en dan precies, of
hij niet wel bij zijn verstand was."
„Heino verkeert in een ontzettenden crisis
toestand. Geweldige moeilijkheden in zijn zaak,
financieele moeilijkheden, die hem in den af
grond hebben gebracht. Maar bov-endi'en ver
keert hij in een geestelijke crisis. Hij ziet in,
Truus, dat hij heeft gegrepen naar het klater
goud der wereld, dat vroeg of laat teleurstelt,
bij hem al heel snel. En nu is hij op den terug
weg, al is het zeer aanvankelijk. Hij noemt zich
zelf een zoeker. Maar wanneer hij oprecht zoekt,
zal hij vinden en1 dan wordt, onder Gods genadig
bestel, uit al deze ellende nog wat goeds ge
boren, willen wij althans hopen en bidden. Maar
vóór dien tijd zal hij nog méér door den smelt
kroes moeten. Wij gaan nu naar de slaap
kamer. Daar zal ik je alles meedeelen, wat hij
mij onderweg heeft verteld, -een lang verhaal.
Daarom -kwamén wij natuurlijk zoo Iaat thuis.
Dat heb je wel begrepen."
(Wordt vervolgd).