Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. Uw Kindje. FEUILLETON IN HOC SIGNO VINCES WOENSDAG 10 JUN11931 46ste JAARGANG No. 3753 Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN A lle stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te «enden aan de Uitgevers Brieven uit Amerika. Hoe worden de uitslagen van de verkiezingen voor den Gemeente raad vastgesteld? Purol ein Purolpoeder KLATERGOUD lieven, zonde en eeuwig- left slechts troost in zijn Iverscheurende gebeden, ■rvolgd blijft door dien gerechtigheid, verterend fn waar alleen e'en Gods Als de prediker, wiens tchriktooneelen had op- [ustig nederlag, werd het ie opgevoed, in nachte door wat zijn zielsoog herde in, droomde er van pndermaal te bidden, dat kon, zijn arme ziel niet bl van sulver, die brandt j". En verder: „Zij, die jichting opvoeden, laden Idelijkheid op zich. Het gebracht, ja veel wordt ■oor altijd geknakt." fzegd en doorleefd, verstandige opvoeding lijd'en, dat „bangheid" ijzonder voor dat lijden, doet ontstaan, op een buis voelt in het „in den N. ZOEKENDE. een stad leeft in ieder Icingscentra van den hui- prang des menschen naar duidelijk aan. jagén, wat toch wel de ft zooveel menschen den te zijn, maar niet weer- In deze vraag van meer Dezien. b. ook een sociale zijde, iet verlangen naar het matschappelijk probleem, |jk o pte lossen, is. Wat de trek naar de stad br de vraag, die vanzelf bschouwt, dat het platte- yolkt wordt en aldus aan onttrokken worden, die ben1 worden. aan het woordde on- bwezen, dat zich dat ver ben echter het volledige ag niet vinden, wanneer en enkel van economisch oorzaken zijn wel op te pndere oorzaak, die voor- nderwerp, dat ons bezig een andere richting uit. van overtuigd, dat het ien mensch naar de stad Sndt in e'en leven buiten onbevredigd door zoo'n r andere vervulling haakt pullen aantreffen in het gemeenschap met God puurleven trachten te ver buiten God derven moet. Jr, misschien denken, dat moderne stadsleven wel 'en dat het er toch zoo eld is, dan moet ik u er te doen hebben met een louwd is geworden vanaf preld tot nu toe. Kai'n's voorbeeld. Jaïn in de wereldgeschie- [treven van den natuurlij- lad te bouwen, perwijl Kaïn al zwervend ving van Eden, blijft het br de vreeze des Heeren |Hem gevond'en worden, vonen en dus als in de Gods. Aan een stad jgeen behoefte te hebben In bouwen daarvan door Izen we niets, lekt ver daar vandaan, elijken vloekmaar ten toon een stad, waar het lsterrijk zal gaan tevoor-- pen de Kainieten de stadl ze verloren, n.l. de ge- ongekende ontwikkeling jverheid en kunst. Harp Iden van zinnelust en -lensch op zichzelf zich jrdt uitgevonden en het dit. Zoo vergeet Kaïns wat is het gevolg Dat :r ballingschap al aardig Om God vraagt men :ft men nietMen redt nets dan een herhaling tot op dezen dag een aar samenhokking buiten God, maar daarom ook spraakverwarring) i zou men nu kunnen iets tegén, dat de men- trekken; wan de brood- voor duizenden; En het- tad behoeft toch ook de niet uit te sluiten toegeven moet worden, mderhoud naar de stad: 10e goed we ook weten, ats kan word'en gediend, ind zijn voor van de groote stad. (Slot volgt). moeilijk, wanneer men te verdienen. tijd om wijsheid op te ijd om het .toe. te passen. kent men den man. menschen, is kortstondig :rlijke troost, die uit de zalig en waarachtig. terug tot hem, die het Dp de rechte plaats. ■h- Deze Courant versch|nt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per poat f 1,- b| vooruitbetaling. BUITENLAND b| vooruitbetaling f 8.50 per Jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEEFSTER SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENST A AN VRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN I 1.— per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die si beslaan» AdvertentiCn worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uun MISLEIDING. Deze week zullen drie van de dertien gemeen ten op Flakkee hun nieuwen Raad verkiezen. De rest komt volgende week. Het ziet er wel naar uit, dat het er weer heftig naar toe zal gaan. Van alle kanten regent het strooibiljetten. En daarbij is /wel opmerkelijk, dat zij, die het minst uit een beginsel leven, zich het hardst roeren. De belangenpolitiek speelt bij de Raadsver kiezingen een groote rol. Bij de partijen van links schijnt daar alles om te draaien. Wanneer zij maar het roer in handen hebben, gaan de belastingen1 wel omlaacj 1 Dat is de inzet bij „liberaal", bij „volksbe lang", bij „gemeentebelang", bij „neutraal" en aij „wild". En in gemeenten als Middelharnis doet vooral i schoolbouw opgeld. 5e dure schoolbouw wordt de rechtsche partij Dp den hals geschoven. Denkt men werkelijk, dat de kiezers zoo dwaas zijn, dat zij dat slikken Wat heeft nu een gemeentebestuur met schoolbouw te maken Totaal niets. Of daar nu een rechtsch of een linksch be wind om de groene tafel zit, doet hier niets ter zake. De schoolbouw is vrucht van de Rijkswet, j vrucht van de Grondwet zelfs, de Gemeente besturen hebben hun medewerking tot uitvoering van die wet te verleenen en als zij het niet doen, worden zij er wel van hooger hand toe gedwongen. Zoo staat de zaak. En al die reclame op strooibiljetten is pure kuisleiding, volksbedrog, waar vooral de liberale heeren te hoog voor moesten staan. jj^^Zijn zij vergeten, dat hun liberale voor- Dr. Bos bij de Grondwetsherziening van H 5917 voorzitter der pacificatie-commissie is ge weest het beginsel. Maar van allerlei beloften van stoffelijken aard houdt de Antirev. partij zich terug. Ook bij de Gemeenteraadsverkiezingen. Maar dat wil niet zeggen, dat 'Rechts duur is. Want het leven uit het beginsel houdt in een j voorzichtig beleid ook van stoffelijke zaken. Wie zijn huis niet wel regeert, is erger dan een ongeloovige, zegt de Schrift. Beginsel en belang vloeien in elkander. Zij zijn onafscheidelijk. En als gij deze stelling toetst aan de praktijk, blijkt wel, dat ook het stoffelijk belang bij de Antirev. partij steeds in veilige handen was. Dan blijkt zelfs, dat Rechts goedkooper ad ministreert 'en regeert dan links. Dat blijkt niet slechts in de Provinciale Staten, maar ook in de Gemeentepolitiek. Links is duur. En vooral waar rood de lakens uitdeelt, kan de burgerij en niet het minst de arbeidersklasse het hart vast houden. Wij wijzen maar eens op de geschiedenis in het roode Zaandam en ook de 60 opcenten in Rotterdam hebben in dit opzicht wel iets te vertellen' De Antirev. partij leeft uit het beginsel, dat is naar den Woorde Gods en daarom zijn ook de stoffelijke belangen bij haar in veilige handen. BEGINSEL EN BELANG, We zeiden, dat vooral de portemonnaie een groote rol speelt bij de heeren van Links. Geen enkel strooibiljet kan men opnemen of men vindt er beloften in van goedkooper ge- meentebeheer als zij maar de lakens uit te deelen krijgen. Nu is het waar, dat de Antirev. partij bij verkiezingen altijd voorzichtig is met beloften. Feitelijk is er maar één ding, dat den kiezers altijd wordt toegezegd en dat is te teven uit Maar ook het emigreeren is naar Gods be stel en als zoodanig is er een berusten. Ons leven is vanaf onze geboorte uitgestippeld en langs deze lijn gaat het. Zoo was het pok met anderen, die reeds lang gestorven zijn, en nooit de weelde gesmaakt hebben hun familiebetrek kingen in het oude vaderland eens te zien. Zij hebben hier veel werk gedaan, bossch'en neer geveld, huizen gebouwd en toen alles in goede orde was, droegen de kinderen hun ouders graf waarts. Zonder ooit een cent over te houden om een reis naar Nederland te ondernemen. Hun kinderen, die over 't algemeen er finantieel beter voor zitten, gevoelen geen behoefte om die reis te maken, want er is niets meer, dat hun trekt. Toch zijn er velen van die kinderen 'en kinds kinderen, die de nagedachtenis van dat voor geslacht willen bewaren. Verleden week las ik in een dagblad, dat men bezig is een monument te ontwerpen voor Dr. Albertus C. van Raalte, die zooals u wel bekend is, de stichter is van de Kolonie (Holland. En onder op het voetstuk van dit monument zullen al de namen ingebeiteld worden van de eerste settlers, die met Van Raalte de kolonie begonnen zijn. Voorwaar een edel pogen. De 'H. Schrift gebiedt ons de dad'en der vaderen aan onze kinderen en kindskinderen te vertellen. Beste Vriend 1 Op bet oogenblik, dat ik mijn brief neerpen voor de „Maas", is mijn familie feestelijk bijeen, om met elkander in dank aan God den ver jaardag van een ouden vader te herdenken. Het familieleven is een weelde, welke een emigrant niet ten deel valt. Neen, men overdenkt niet alles als men inscheept naar de Vereen. Staten van Amerika. De tol, de zware tol, die men betaalt, wordt eerst gevoeld als men in zijn nieuwe land gesettled is. Hoe goed het den emigrant ook moge gaan, het gemis van het familieleven wordt bij het jaar sterker gevoeld. En vreeselijk is het als er sterfgevallen voor komen, want in vele opzichten zijn de over leden familiebetrekkingen reeds lang begraven, eer de rouwkaart zijn bestemming heeft. En op merkelijk is het, dat vooral op een verjaardag van een ouden vader die band het meest ge voeld wordt. Want ja. er is wel dank in de ziel, dat hij zulk een gezegenden leeftijd van de zeer sterken mocht bereiken, maar nog veel meer is er een vreeze daar de leeftijd van de zeer sterken1 bijna bereikt is, hoe 'lang nog Zal ik hem ooit weer zien aan deze zijde van het graf Gélukkig ook voor een emigrant, als hij weet, dat hij en zijn ouden vader een plante Christi zijn, dan kan de dood en ook geen Oceaan ons scheiden, maar zijn wij in Christus eeuwig een. Midden in de stad Holland is een prachtig park, dat om zijn schoonheid en rijke ver scheidenheid van bloemen door vele toeristen worden bezocht, vooral in 't voorjaar als de tulpen bloeien. Het voornemen is in dit park het Van Raalte monument te plaatsen. Een over leden settler heeft bij testementaire beschikking 25000 dollar voor dit doel beschreven. Het mo nument met de namen van al die pinoniers zal een sieraad zijn voor de City of Holland. Ook las ik in een weekblad, dat prof. Dr. A. Eekhof van Leiden (Nederland) informaties inwint omtrent de stichting der kolonie. Ver moedelijk krijgt gij straks wel een breedvoerige beschrijving in een lijvig boek over deze stich ting. En als dit werk tot stand komt, zal het wel de moeite waard zijn zulk een werk aan te schaffen. Veel, onnoemelijk veel is er op geofferd, meer dan een kind van hun talrijk na geslacht kan beseffen. En niet alleen hun kin deren en kindskinderen, maar de geheele natie van ons groote land heeft veel aan hen te dan ken. Er is schier géén kolonie, die zooveel werk verricht heeft als de kolonie van Ds. van Raalte. Ook de kolonisten in het Westen, in de staat Jorva, hebben1 hun moeiten gehad onder leiding van Ds. Scholten ,maar daar was het al prairie, die behoefden geen bosschen neer te hakken. Zij bouwden hun huizen van graszoden. En het land was klaar voor den ploeg. Maar in Michigan was dit anders. De bosschen waren zoo dicht bebouwd, dat men eerst een weg moest hakken, om er met paard 'en wagen door te komen. Dit alles is nu een welbebouwde plaats met prachtige wegen en dorpen. En ofschoon het prairieland onuitputtelijk rijk is, en bijna nooit bemest behoeft te worden, omdat het eeuwenoude prairiegras daar jaarlijks verrot is, en daardoor op sommige plaatsen de humus 10 en 12 voet dik is, is toah de kolonie in Michigan, dat veelal zwart zand is, zeer zeker niet minder dan de Westersche kolonie. Daar Michigan 2elf goed bevolkt is, en de groote wereldmarkten als Chicago en Detroit vlak onder haar bereik liggen, brengen de pro ducten veel meer op dan in 't Westen. Nu de prijzen van alles zoo abnormaal laag zijn, krijgt men in 't Westen bijna niets, want van deze lage prijzen gaan eerst de treinvrachten af en die zijn hier hoog, en alles moet per trein ver voerd worden. Ik las gisteren een brief uit South Dakota, waar de eieren slechts 5 cent een dozijn waren. Als de prijs zoo laag is, wat geeft het dan, al heeft men vet land. En zoo is het ook met spek en vleesch. In Michigan is het altijd veel hooger, ook mede omdat het versch aan de markt komt. Toch is de emigratie van de laatste jaren veel het Westen ingegaan, ook al, omdat het land daar nog zeer gemakkelijk te 'krijg'en is. Tot de volgende week. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. Nu wij aan den vooravond van de verkie zingen voor den Gemeenteraad staan, stelt een ieder er belang in te weten hoe de uitslag van deze verkiezing wordt vastgesteld. Wij willen trachten op deze vraag een beknopt en duide lijk antwoord te geven 'en zetten daartoe eerst uiteen naar welke maatstaf de zetels over de verschillende lijsten worden verdeeld, en ver volgens welke der op die lijsten voorkomende candidaten gekozen worden verklaard. I. De verdeeling der zetels. Nadat de verkiezing heeft plaats gevonden, begint men met van de diverse lijsten het s t e m- c ij f e r te bepalen. Hieronder verstaat men het totaal aantal stemmen, dat op de diverse candi daten der 'lijst is uitgebracht. Kom'en er bijvoor beeld op lijst 1 vijf namen voor en heeft A 80 stemmen, B 10, C 46, D 3, en E 1, dan be draagt het stemcijfer 80 10 46 3 1 140. Vervolgens berekent men den kiesdeeler. Men telt daartoe alle stemcijfers bij elkaar en deelt dit door het aantal te bezetten zetels. Zijn Moeder, Uw kindje zal U niet half zooveel zorg geven als U het kindje maar droog houdt met Furolpoeder en de branderige of stukgaande plekjes behandelt met Purol. Dit verzacht dadelijk en geneest spoedig. zijn verkrijgbaar bij Apoth. en Drogisten er 5 lijsten ingediend en bedragen de respec tievelijke stemcijfers 140, 80, 95, 26 en 79, dan zijn er 420 stemmen uitgebracht. Moeten er 7 raadsled'en worden gekozen, dan bedraagt de kiesdeeler 420 7 60. Bij de nu volgende eerste verdeeling der zetels wordt aan elke lijst toegewezen even zoovele malen één zetel als de volle kiesdeeler is begrepen in het stemcijfer der lijst. Lijst 1 van bovenstaand voorbeeld, 140 stemmen tel lende, krijgt dus 2 zetels toegewezen. De lijsten 2, 3 en 5 krijgen er elk één en lijst 4 komt niet in aanmerking. Er schieten thans nog 2 zetels over. Deze w/orden bij tweede verdeeling toege- k d aan die lijsten, die de grootste overschot ten hebbenechter met dien verstande, dat na toewijzing van e'en eventueelen zetel bij tweede verdeeling, elke zetel minstens driekwart van den kiesdeeler moet vertegenwoordigen. In ons voorbeeld hebben lijst 3 en lijst 4 de grootste overschotten. Lijst 3 krijgt er nu één zetel bij, maar "lijst 4 krijgt ook nu geen zetel, omdat er niet tenminste 45 stemmen (driekwart van den kiesdeeler) op zijn uitgebracht. Voor de res- teerende zetel komen nu in aanmerking de lijs ten 1 en 2, ieder m,et een overschot van 20 stemmen. Maar lijst 2 vervalt weer, omdat deze voor 2 zetels minstens 2 X 45 90 stemmen moest tellen. Lijst 1 'krijgt het buitenkansje, want deze telt meer dan 3 X 45 stemmen. Het geval kan zicih intusschen voordoen, dat na de tweede verdeeling nog plaatsen zijn toe te wijzen. Dan volgt een derde verdee ling. Dan zijn er geen lijsten die niet in aan merking zouden kunnen komen1. De overblijven de plaatsen worden verdeeld in dier voege, dat aan de lijst die na toekenning van nog een plaats bij derde deeling en die gemiddeld het grootste aantal stemm'en per plaats aanwijst, een zetel wordt toegewezen. Mochten van twee of meer lijsten de gemiddelden even groot zijn, dan be slist het lot. II. De aanwijzing der gekozen candidaten. Ten einde de gekozen candidaten te kunnen' aanwijzen, gaat men nu over tot de vaststelling van den 1 ij st kiesdeeler. Deze vindt men door het stemcijfer der lijst te deelen door het aantal aan de lijst toegekende plaatsen. Voor lijst 1 van ons voorbeeld bedraagt dit dus het derde deel van 140 462/s. Vervolgens word'en nu alle stemmen, op een candidaat uitgebracht boven den Jijstkies- deeler, overgebracht op de candidaten, wier stemmenaantal kleiner is dan de lijstkies- deele,en wel in de volgorde waarin ze op de lijst voorkomen. Lijst 1 luidt na de stemmen- overdracht als volgtA 46 a/3, B 43 1/3, C 46, D 3, E 1. Gekozen is A. Geen der anderen haalt de lijstkiesdeeler. Gekozen worden nu verklaard de candidaten, die meer dan de helft van den kiesdeeler hebben, en wel in de volgorde van de op hen uitge brachte stemmen. Zoo wordt eerst C, en daarna B, gekozen verklaard. Zouden er daarna nog plaatsen te vervullen zijn, dan worden deze toegekend aan de in de volgorde van de lijst 'hoogst geplaatste nog niet gekozen candidaten, afgezien dus van hun stem menaantal. S. door H. KINGMANS. 34) „Ik zal niets verbergen, letterlijk niets", zeide hij. En toen vertelde hij, terwijl Tjaard met ge bogen hoofd liep te luisteren, zijn geheele leven sinds zijn huwelijk. De mislukking van zijn huwelijk, doordat ihij Gretha verwaarloosde; de geringe animo van Salomons, om hem te hel pen; zijn mislukking i# de zaak, doordat hij het zich te gemakkelijk had voorgesteld; zijn relatie tot de familie Salomons, een relatie, die steeds minder werd; zijn speculaties, oin toch kapitaal te bezitten; zijn kennismaking met Saa- linck, die hem nog verder van het pad bracht; het sterven- van Gretha en wat daarna Salo mons en vervolgens Saalinck van hem ver langdenHij vertelde alles nauwkeurig. Met een eentonige stem. Maar tot stille vreugde van Tjaard (wiens sterke hart beefde, toen hij dat alles, waarin veel zonde en ongerechtigheid school, vernam) spaarde hij zichzelf in geen enkel opzicht. Hij verweet niemand iets, liet integendeel duidelijk uitkomen, dat hij alleen de schuldige was. Dat was het begin van beterschap, oordeelde Tjaard, zonder dat oordeel uit te spreken. „En wat wil je nu?" vroeg hij min of meer gedachteloos, daar de mededeelingen van Heino hem machtig hadden aangegrep'en. „Ik weet niet, wat ik wil. Ik ben radeloos. Ik ben naar jou gekomen in de hoop, dat je mij raden kunt." Plotseling stond Tjaard stil. Zij waren vlakbij huis, maar Tjaard keerde op zijn schreden terug. „Heb je mij alles verteld, Heino vroeg hij. „Ik heb alles verteld1; Is mijn schuld niet groot- genoeg T' „Heb je ook andere schulden, behalve die van de speculatie? Heb jespeelschulden' „Ik heb niet gespeeld", zei Heino, „wanneer je tenminste speculeeren geen spelen noemt. Ik stel dat nu op één lijn, nu ik weet, wat 'het is en welk een ellende men er zich mee op den hals haalt." „En nu nog één vraag. Je neemt mij niet kwalijk, maar ik moet alles weten. Zijn er ook vrouWeri in het spel „Ook dat is niet hef geval, Tjaard. 'k Heb Gretha schandelijk veronachtzaamd, 't Was ver keerd. Maar ontrouw in den vollen zin van het woord ben ik haar niet geweest." „Ik ben blij, dat te hooren. Want dat zou de zaken nog erger en ingewikkelder gemaakt hebben. Je begrijpt wel, dat ik je oogenblikkelijk niet kan raden, al heb ik wel een idee. Maar in ieder geval moet ik er eerst met Truus over spreken." Heino vatte zijn arm. „Kun je Truus er niet buiten laten?" vroeg hij. „Waarom?" was de verbaasde wedervraag, ,,'k Heb voor Truus geen enkel geheim. Ik laat haar ook hier niet buiten. Waarom zou ik het doen „Truus moet niet al te veel van mij hebben, k weet het wel. En nu neem ik haar dat niet kwalijk, want k heb het er naar gemaakt. Maar ik vrees, dat door haar invloed Ondanks de moeilijke situatie, waarin Heino zich ibevond, moest Tjaard lachen. „Maak je niet bezorgd", zei hij. „Truus is, zooals je weet, spontaan. Maar zij is niet haat dragend. Inderdaad was zij er niet best over te spreken, 'tóen je met Martha zoo schandelijk hand-eldet. Dat was ik ook niet. En wij hebben onmiddellijk begrepen, dat je Gretha niet uit liefde hebt getrouwd, doch dat het alleen om het geld van Salomons te doen was. Je behoeft even wel niet bang te zijn, dat Truus je niet behoorlijk ontvangen zal. Ik zal haar, waar je niet bij bent, vertellen, wat je mij zooeven hebt meegedeeld. En verder met haar praten. -Het zou echter beter zijri, wanneer je morgen in Groningen bleef, want „Ik ga morgen weg", zei Heino (beslist. „Het liefst om zeven uur, «naar negén uur kan ook nog. Saalinck moet mij in Amsterdam zien, an ders vermoedt hij, dat ik met de Noorderzon vertrokken hen en dan begint de ellende." „Zoo'n vaart loopt dat toch niet 'k Wilde dan morgenochtend eens met je praten. Boven dien, je moet toch zeker naar moeder In de stem van Tjaard klonk een verwijt. „Ik heb nóg niet de kracht om naar moeder te gaan", zei Heino met gesmoorde stem. „Er moet zooveel worden goed gemaakt, dat voel ik wel, maar het gaat (boven mijn kracht." „Boven -menschel ij ke kracht", corri geerde Tjaard hem. „God geeft kracht, Heino." „Ik bén aan het zoeken, maar de rust komt niet. Ik vind niet." „Als je oprecht zoekt, zul je vinden. Ik ben blij, dat je gekomen bent, want je brengt een goede tijding mee." „Ik kan dat niet inzien, al moet ik toegeven, dat het mij verlucht heeft, je alles verteld te hebben." „Hef financieele gedeelte bedoel ik nu niet. Ik bemerkt, dat mijn broer aan -het terugkeeren is naar het beproefde pad, naar God. Dat is van oneindig -méér beteekenis dan al dat andere." „Maar dat andere kan toch niet verwaarloosd worden. Het rooft mij mijn slaap. Het maakt me nerveus. Ik heb -geen leven, Tjaard." „Dat begrijp ik heel goed, dat je het niet van je kunt afzetten. En dat verg ik ook niet van je. Maar verlies den moed niet. Dat komt nog wel in orde, als j ij wil t", zeide Tjaard, op zijn laatste woorden den vollen nadruk leg gend. „'Hoe bedoel je dat? Natuurlijk wil ik. Ik wil boete doen voor wat ik heb misdreven. Als je geen raad weet, hoe ik verder moet gaan of als je niet iemand weet, die mij helpen kan en wil, dan laat ik mij failliet verklaren. Maar liever deed ik dat niet. Ik zou mijn schuld ten volle willen betalen. Als ik er maar kans toe zie." Zijn woorden bevielen Tjaard. „Wij zullen nog nader zien," zei hij, wikkend en wegend. „Alleen nog een paar vragen. Is je huis onbewoond „Nog wel. Maar 'k heb natuurlijk aan e'en hypotheek gedacht. Evenwel is die lang niet voldoende." „En hoeveel is de zaak waard Ik bedoel gebouwen, inventaris", verduidelijkte Tjaard. Want hij begreep wel, dat voor een zaak zonder omzet -geen cent zou worden betaald. „Een dikke twintig mille", dacht Heino. „Mooi, méér höb ik voorloopig niet te weten. Zet je moeilijkheden nu eens een uurtje aan kant, Heino. Dat valt niet mee, maar vanavond praat ik er toch niet meer met je over." Voor de tweede maal stonden zij nu bij huis. Tjaard stak den sleutel in het slot en knipte het licht in de hall op. Meteen verscheen Truus, die evénwel niet vroeg, waarom zij zoo laat kwamen, daar zij begreep, dat beide -broers met elkaar gepraat hadden. Zij schrok trouwens van het min of meer verwilderde uiterlijk van den zeer vermagerden Heino. Een groot medelijden kwam in haar op. Woorden waren niet noodig, om te verklaren, dat hij door de -gebeurtenissen der laatste weken geheel van streek was Met de grootste hartelijkheid verwelkomde zij hem en liet hem in de gezellige huiskamer, waar de tafel gedekt stond. „Je zult wel trek in eten hebben", zeide zij, „na zoo'n reis. En dan ga je maar vlug slapen, jongen. Morgen praten .wij wel e'ens. Wij heb ben uit de verte met je meegeleefd, want je hebt heel wat doorgemaakt." „Ja", zei Heino toonloos. Zijn blik gleed door het vertrek. Op hetzelfde oogenblik zag Truus, dat zijn oog rusten bleef ou een groote foto van Martha. Verward wend de hij het hoofd af. Het speet haar, dat zij er niet aan gedacht had, de foto weg te nemen vóór hij binnenkwam. Oude herinneringen moes ten zeker niet worden opgehaald voorloopig Heino was niet op dreef. Hij gaf korte, ver warde antwoorden, als Truus een enkele maal een vraag deed. Tjaard had -een 'blik van ver standhouding met haar gewisseld: zij moest Heino maar laten begaan, dat was het aller verstandigst. Het kostte Heino moeite, wat efen naar binnen te krijgen. Uit beleefdheid at hij, maar liever had hij het laten staan. Alleen dronk hij veel. ,,'t Was niet gezellig in het vertrek. Er hing een zware beklemming. En Truus slaakte in stilte een zucht van verlichting, toen Heino be sloot naar bed te gaan. Als naar gewoonte, nam Tjaard den' Bijbel en las het gedeelte, waarin voorkwamen de woorden: „Zonder Mij kunt gij niets doen", welke woorden hij langzaam en met nadruk las. Dan dankte hij voor ondervonden zegeningen en smeekte om uitredding van 'hem, die in nood zat. Heino liet zich bewegen, dien morgen want het was reeds twaalf uur niet om zev'en, maar om negen uur te vertrekken, nadat hij pertinent had geweigerd, nog -langer te blijven. Truus vond het-heel vreemd, maar zij bedwong haar nieuwsgierigheid, wel wetend, dat Tjaard haar op de hoogte zou brengen. „Ik ben, eerlijk gezegd, blij, dat Heino naar boven is," zeide zij, „want het was soms be angstigend. t Was zoo nu en dan precies, of hij niet wel bij zijn verstand was." „Heino verkeert in een ontzettenden crisis toestand. Geweldige moeilijkheden in zijn zaak, financieele moeilijkheden, die hem in den af grond hebben gebracht. Maar bov-endi'en ver keert hij in een geestelijke crisis. Hij ziet in, Truus, dat hij heeft gegrepen naar het klater goud der wereld, dat vroeg of laat teleurstelt, bij hem al heel snel. En nu is hij op den terug weg, al is het zeer aanvankelijk. Hij noemt zich zelf een zoeker. Maar wanneer hij oprecht zoekt, zal hij vinden en1 dan wordt, onder Gods genadig bestel, uit al deze ellende nog wat goeds ge boren, willen wij althans hopen en bidden. Maar vóór dien tijd zal hij nog méér door den smelt kroes moeten. Wij gaan nu naar de slaap kamer. Daar zal ik je alles meedeelen, wat hij mij onderweg heeft verteld, -een lang verhaal. Daarom -kwamén wij natuurlijk zoo Iaat thuis. Dat heb je wel begrepen." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1