m LTJE ECIILE MES BESPIBlIfi Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden. IN HOC SIGNO VINCES BOER ITERS, FEUILLETON No. 3751 WOENSDAG 3 JUNI 1931 46STE JAARGANG K jUjWML de Winter s. Leune, S stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te eenden aan de Uitgevers Steenhouwerij ffiHTERDinn GAREN aar voor Winkeliers ïL WEISS" Brieven uit Amerika. -FIETSBANDEN KLATERGOUD Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f I.— b| vooruitbetaling, BUITENLAND hS[ vooruitbetaling f 8.50 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEEFSTER Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing, Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sjj beslaan Adverteutien worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uur, 6. Telef. No. 11005 en 11946 hei behandelen WASCH la ich. en Stookinrichting ÏININGPALEN, TT ING SARTIKELEN Et ZAAIGRANEN ADHANDEL enx. Telef. 162, EN - DIRKSLAND RES SCHOEN te dragen p slijtage schoenwerk p Dokter en Apotheker tiid droge en warme voeten Aanbevelend, ANTEN a Middelharnls ANTIREVOLUTIONAIR, OOK IN DE GEMEENTEHUISHOUDING. Nu nog slechts enkele dacfen ons scheiden van de gemeenteraadsverkiezingen, willen we er nog eens op wijzen hoe noodzakelijk het is, dat we óók in de gemeentehuishouding zorgen een anti- rev, beleid te voeren. Maar al te veel wordt er nog gedacht, dat het beginsel met de gemeentepolitiek niets te maken heeft. Dat is een groote dwaling. Reeds het feit, dat de Gemeenteraad over- heidscollege is, niet maar een vertegenwoordi ging bij de Overheid, zooals b.v. de Staten- G|eneraal, maar naar de Grondwet zegt: aan het hoofd der gemeente staat de Gemeenteraad, maakt een rechtstreeksche verhouding tot de allervoornaamste vraag, n.l. hoe heeft de Over heid ten aanzien van den almachtigen God te s taan te gemeentelijke overheid, d.i. de gemeente- d, staat even goed rechtstreeks tegenover God den Heere, als de landsoverheid. Als we ons dit goed bewust zijn is er bij ons voor oppervlakkig gepraat geen plaats meer, dan staat ons helder voor den geest, dat bij de verkiezing van deze overheid een zware taak ons op de schouders wordt gelegd. We zien dan, dat al die z.g. „neutrale" en „gemeentebelang" en „volksbelang" en „wilde" lijsten uit zuiver revolutionairen bodem op- kom'en. Want al zulke z.g, neutraliteitspolitiek in de gemeentehuishouding loochent de verhouding, die er bestaat tusschen de gemeentelijke overheid en den Souverein van Hemel en aarde. Zij loochent God en wil van den band aan het Woord van God niet weten. Voorts wordt er ook maar al te veel gezegd, dat de gemeentepolitiek beheerscht wordt door persoonlijke dingen. gSJelaas is dat waar, maar dat kan, als we het ^Wtuur der gemeente zien onder het licht als wij hierboven omschreven, met ons niet het geval zijn. We zien dan, dat het niet mag gaan om Jan, Piet of Klaas, maar louter en alleen om het beginsel, dat zij dragen en' of zij inder daad dragers van bet beginsel, dat zij belijden, zijn. Wie beeft voor het Woord van God en Gods Souvereiniteit over al het geschapene belijdt, kan niet anders dan de verkiezing van ge meenteraadsleden zien onder het licht van het antirev. principe. Want het gaat er dan maar niet alleen over of er een ambtsgebed wordt uitgesproken, of er Zondagss sluiting zal zijn, of er gelet zal worden op publieke) eerbaarheid en zedelijkheid enz., het gaat om de algeheele gesteldheid van het Overheidscollege ten aanzien van God, Die zelf de Overheid met macht bekleed heeft en Die haar geroepen heeft 'bij Zijn Goddelijke gratie te regeeren. Ons dunkt, dat wien dit helder voor den geest staat, de keuze niet moeilijk is. EEN VOLKSPARTIJ. Wie het zuivere beginsel voorop stelt, kan met gerustheid de toekomst ingaan. Gieestelijk en stoffelijk. Want die heeft de beloften Gods, Wie leeft uit het Woord van God, stelt orde óók op zijn stoffelijke zaken. Dat doet de Antirev. partij. Zij is een volkspartij bij uitnemendheid. Zij omvat alle klassen, rijk en arm, hoog en laag, en ziet in al die klassen de volkseenheid tot openbaring komen, bet historisch, het or ganisch gegroeide. Daarom staat zij lijnrecht tegenover de partij der Revolutie, die het lichaam verscheuren door den klassenstrijd, die slechts opkomen voor één klasse van het volk. Socialisme en communisme wallen in de fout, dat zij meenen, dat het mogelijk is één volks groep te bevoordeelen ten koste van de andere. Dat is een onmogelijkheid. Als één lid lijdt lijden alle leden. We hebben maar rondom ons te zien, waar de revolutionaire beginselen in praktijk worden gebracht. De arbeiders hebben het daar overal veel slechter en minder dan hier in Nederland, waar de nationale eenheid gelukkig gehandhaafd bleef. De antirev. partij komt op voor alle klassen. Dus ook voor de arbeiders, ook voor de belangen der minder bedeelden. De sociale wetgeving, die in ons land beter is dan in één ander land ter wereld, kwam mede door krachtigen arbeid der A.-R. partij tot stand. Een Talma mag hier met eere genoemd worden. En ook voor de gemeentehuishouding, zegt het A.-R. program, heeft de overheid te waken voor de belangen der arbeiders. En daarbij staat de A.-R. partij met beide voeten op den bodem der werkelijkheid. Dat kan zij doen, omdat zij niet eenzijdig georiënteerd is en steeds maar naar de oogen van één volksgroep te zien heeft. Zij is nationale partij, volkspartij in den gun- stigsten zin des woord'S. En hiermee staat zij ook den grondslag van het Woord van God. STEMT ANTIREVOLUTIONAIR! Is het nog noodig, dat wij dit zeggen De antirev. partij heeft een historie van meer dan een halve eeuw. Door goed gerucht en kwaad gerucht ging zij haar weg getrouw aan het vaandel, dat eens de stervende hand van Groen van Prinsterer ontglipte 'en dat werd overgedragen in de handen van het stoere driemanschap: Kuyper, Keuche- nius, Otterloo. Ook onze vrouwen hebben een roeping in zake de gemeentehuishouding. Van haar wordt gevraagd naast den man op te trekken om de positie der A.-R. partij mede door haar stem te versterken. De nood is ook haar opgelegd Het vrouwenkiesrecht is door ons nooit be geerd, maar nu geëiscbt wordt, dat er ook door de vrouw getuigd zal worden, dat ook zij den strijd op het politieke erf zal voeren, nu blijve zij niet achter. Want ten slotte is het een geestelijke worste ling waarin nóch man nóch vrouw is. En laat ons niet -toegeven aan de nationale zonde bij uitnemendheid. Wij bedoelen de twee dracht, die zoo vaak onze -volkskracht ver- teerde. Waar de diepste eenheid bestaat in de erken ning en 'belijdenis van Gods Souvereiniteit over al het geschapene, moeien wij niet toegeven aan geschillen, die gezien' in het licht van de geweldige worsteling tegen de machten van on geloof en Revolutie, o zoo gering zijn. Want het is een zonde, die God komt be zoeken. Met alle klem dringen wij er op aan óók bij de a.s. gemeenteraadsverkiezingen te stemmen op de antirev. lijst nummer ééh. Wij vragen het ter wille der geestelijke en stoffelijke belangen uwer gemeente. Beste Vriend „Antirevolutionair óók in uw huisgezin", dit prachtige werkje van -Dr. Kuyper is natuurlijk bij de Amerikanen onbekend: En onbekend zijn ook de beginselen die in dit keurig boekje wor den behandeld, en toch, hoe nuttig zou 't zijn als d'ït werkje in -het Engelsch werd vertaald en met kwistige hand werd verspreid onder het Amerjkaansche volk. Want de revolutie wordt gekweekt in de Amerikaansche gezinnen. En het ergste is men ziet het niet eens en gelooft dat hetgoed gaat zoo men denkt, -dat men- als up to date opvoeders, hetveel -beter doet dan het voorgeslacht. Het is hier in Amerika reeds zoo ver, dat men het kind van af de eerste le vensmaanden zijn eigen leven laat leven, „zoo als zijn aanleg en karakter dat eisch-t". Een van onze groote, zoogenaamde opvoedkundige, leert dan ook, dat men het kind wel voorlichten kan met onze rijkere ervaring, maar het -is beslist verkeerd het kind te verbieden, en straffen is geheel -barbaarsch, wat in onzen z.g. verlichten modernen tijd, geheel niet past. Een kind van 12 jaar -dat zijn vader dood schoot, omdat hij een twist met zijn moeder had, wordt in onze dagbladen verontschuldigd, en eigenlijk een kind genoemd' rnet een „groot moederhart". En d-'enk nu niet dat dit -goddelooze, echt revolutionair gedoe, beperkt is tot de wereld. Ook in onze kringen zijn die .teekenen zichtbaar. Meer en meer vindt het ingang, dat het kind ni-et behoort aan banden gelegd te worden. He kt loop en d //zersterk En onze onderwijzers kunnen hierover wel boekdeelen schrijven. Zelfs heeft een kind van 7 jaar -in de plaats waar ik woon, reeds zijn derde school, omdat op de twee openbare scho len men het kind niet handelen kan, is hij nu in onze Chr. school terecht gekomen. Arm kind Arme onderwijzersdie het slachtoffer zijn van de grove nalatigheid der ouders. Ja zulk een product van onze moderne opvoeding is van zijn prilste jeugd af aan een onhandelbaar schepsel, die oud'ers 'en onderwijzers veel werk en verdriet bezorgt 'en als het ouder wordt door politie en gevangenis moet geleid worden. Toen ik een-ige weken geleden bij iemand ori visite was, moest hun -eenig zoontje van 5 jaar voor ons zin-gen. Eerst wilde het niet, maar met mooi praten kwam hij tot het -besluit, zijn ouders ter wille -te zijn. En toen hij klaar was werd in zijn tegenwoordigheid zijn kundig heid uitgekraamd en de loftrompet geblazen. Ook was dit kind op een „babycontest" eenige jaren geleden, als de „schoonste" en de „best gevormde" baby uitgekomen. Het geschrijf hier over in de couranten werd met het portret zorg vuldig bewaard. En tot vervelens toe aan de visite medegedeeld. De vader, die een gegradueerde van Hooge- school en College en een wel ontwikkeld man is, had blijkbaar in dit onverstandige gedoe be hagen. Ik vroeg hem, daar hij lid was van een Feformed Kerk, toen hij ook mij dat portretje toonde, of hij ook een idee had, hoe zijn uit wendig goed gevormd kind, er uitzag als mensch tegenover een almachtig God, waarvan de mensch zich moedwillig losgescheurd had, of hij wel bewust was, dat juist door die zonde, de mensch, ook ons ki-nd, zoo gewillig een slaaf der zonde was geworden. Ik vroeg hem of al die babycontesten, die men tegenwoordig had .eigenlijk niet 'het bewijs leveren, dat men zich meer interesseert voor liet uitwendige, dan wel voor het innerlijke, het eeuwige. Maar als men daarover begint, schijnt het, dat men het praten alleen moet -doen Ja, men heeft den mond vol over alles en nog wat, wat geen waarde heeft. Ook die „baby contesten" en schoonheid-s tentoonstellingen van meisjes op leeftijd zijn mijns inziens het bederf voor onze kinderen. En een verstandig vader en moeder moest hier niet in mee doen. Deze week kreeg ik ons kerkelijk orgaan „De Wachter" en daar zag ik, dat onze hoofd redacteur een -brief overgenomen had ui-t „De Reformatie" van een 13-jarig meisje, dat in dat schrijven het oordeel vraagt aan de redactie van „De Reformatie" over moeders doen. Ik zal het in zijn geheel maar niet overschrijven, maar hoe een redactie zulk een schrijven kan plaat sen, al -is dit ook met medeweten van vader en moeder, is mij een raadsel, en een tweede raad sel is voor mij, -dat genoemde redactie het kind van advies dient in e'en publie-k blad. Mijns inziens had het de taak geweest, indien „De Reformatie" dacht ,dat de ouders hier niet goed deden, dit in een gesloten schrijven hun te laten weten. Ik kan niet anders zien, dan dat dit antwoord van -de redactie een verkeerde uit werking zal hebben op -het 13-jarige kind. Neen, als vader en grootvader van een talrijk gezin, vind ik deze methode van „De Refor matie" niet verstandig. Men moet mijns inziens zeer voorzichtig zijn, in zulke gevallen. In het gezin treedt vader en moeder op met autoriteit. En al is het ook soms onverklaarbaar, wij zi'en het dagelijks, dat uit de arme en soms domme arbeiders-huisgezinnen, juweelen van kinderen gekweekt worden. En daartegenover bij geleerde menschen, zelfs predikanten en professoren, de vreeselijkste afwijkingen zijn. Our home is our Castle, zegt de Amerikaan. Ons gezin is een koninkrijk op zichzelf met een eigen regeering. Dit antwoord hadden de ouders van het 13- jarige meisje zeer zeker van „De Reformatie" moeten kunn'en -verwachten. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. N. B. Het hoogste gebouw van de Wereld geopend. De Empire State Building 86 verdiepingen hoog, het hoogste gebouw van de wereld, is d'en lsten Mei feestelijk geopend. Ver boven de andere wolkenkrabbers van New York steekt dit hooge gebouw aan 5 th Avenu en 34 th street uit. Staat, City en leiders uit de industrie en on derwijs waren bij de opening tegenwoordig. Gouverneur Frank D. Roozeveld, een Hól lander van afkomst, noemde het gebouw een pracht stuk werk en ook majoor James J. Wal ker vond het een sieraad voor de City of New York. Het gebouw is 1250 voet hoog en heeft 63 liften of elevators, 6400 vensters en 60.000 ton staal was noodig voor den bouw. Om kwart voor twaalf 's morgens drukte Presid'ent Hoover in Washington D.C. op een electrisch knopje en zette het geheele gebouw in een vloed van licht. Men kan zich moeilijk voorstellen hoe -groot zulk een gebouw is, als men he-t niet met eigen oogen gezien heeft. Het bestaat hoofdzakelijk uit kantoorlokalen en men berekent, dat er ■dagelijks een half m-illioen menschen dit gebouw in en uit gaan door H. KINGMANS, U? ten en middagmalen in de lofterdamsche restaurants stie van vertrouwen is. V lit vertrouwen vindt in ger«a£faire URANT P. SIMONS -erenviachmarkt 12 roote Kerk, Telef. 56341 U? prima kwaliteit en ook sit gegeven wordt, U? de oudste zaak is van m en dat u daar net en tegen matige prijzen kunt FU! commentaar overbodig. 33) Het werd hem steeds duidelijker, dat er nog een derde uitweg was. 'Hij moest ophouden met het uithouwen van gebroken bakken; hij moest niet meer jagen naar het klatergoud; hij moest naar de zuivere bron, die opborrelen deed het -water des Levens, dat verkreg'en werd om niet. Hij -moest terug tot God, Die hem had ge leerd, dat Hij zic-h niet straffeloos laat belee- digerr. Die hem had gestraft. Maar Die i n die straf hem izeggen wilde: Keer weder tot Mij en Ik zal u ruste geven. Nóg waren de roepstemmen niet ten einde. Enkele dagen na de ontvangst van den brief van Salomons, was het Saalinck, die hem be nauwen kwam. -Hij -beweerde in geldverlegen heid te zitten en daarom wilde hij overeen be haalden tijd sc-hoone lei maken, 't Was wel jammer voor hem, huichelde de man, het speet ook hem geducht, maar -nood brak nu eenmaal wet. Salomons zou 'hem immers wel uit den brand help'eri Heino voelde lust, om den man, die naar hij nu wel met zekerheid durfde zeggen, een schurk Was, van zijn ka-mers te jagen. Maar hij be greep, dat dat hem in geen enkel opzicht baten zou. Dat van Salomons was natuurlijk een praatje. Heino zag klaar in, hoe de vork aan den steel 2at: Saalinck had vernomen, dat hij (Heino) met Salomons volslagen gebrouilleerd was en daarom drong hij aan op betaling van zijn schuld. Op korten termijn. Minstens een week vóór den termijn, dien Salomons gesteld had. Zóó gaat het, dacht Heino bitter. Vrienden in d'en nood, honderd in een lood. Hij was voor Saalinck alleen goed geweest, toen er wat van Hem te halen viel. Hij was er van overtuigd, dat de man bij de speculaties had geknoeid, om hem zooveel mogelijk te plukken. Maar hij beheerschte zich met inspanning van alle krachten, verweet den man niets, zei alleen, dat het in orde komen -zou. Doch hoe, hij wist het niet. HOOFDSTUK XIX. De boete. „Kom per trein half elf. Haal mij af. Heino." Zwijgend reikte Tjaard Heerema het telegram uit Amsterdam, afgezonden op het Centraal Sta tion bij het vertrek van den trein naar het Noorden, aan zijn vrouw over. .."^an Hieino zei Truus verwonderd, daar zij in de meening had verkeerd, dat het een gewoon zakentelegram betrof, zooals Tjaard er zooveel ontving. „Van Heino! Wat zou die zoo plotseling moeten hebben?" „Hij zit natuurlijk in moeilijkheden," ant woordde hij. „Zooals ik -gister hoorde, naar je weet, geen relaties meer met Salomons. Hij komt raad vracjen, vermoed ik." „Als het maar niet meer dan raad is. N u weet hij ons wel te vinden meende Truus op scherpen toon. Maar oogenblikkelijk had zij spijt van haar woorden. Te meer, daar Tjaard haar min of meer verwijtend aanstaarde. „Zeg maar niets, jongen", zeide zij hartelijk. „I-k was niet recht. Hij moet natuurlijk hier logeeren, niet Wij zullen moeder maar niet lastig vallen." „Ja, Heino moet hier blijven," besliste hij. „Moeder moet nog niet weten, dat hij komt. Ik moet hem eerst eens spreken. Ik vermoed, dat hij in geduchte moeilijkheden zit." „Maar jij kunt hem toch ook niet helpen", metende Truus. „Den'k aan je eigen zaak, Tjaard," Zij k'ende haar man. /Hij -hielp gaarne een ander. En als het Heino betrof, wiens leven hem zoo -benauwde en pijnde, dan zou hij dingen doen, die eigenlijk niet waren verantwoord. Hij glimlachte. „Wij zullen toch eerst eens moeten weten, van -welken aard Heino's moeilijkheden zijn," zeide 'hij. „En dan kunnen wij verder zien. Ik zal heusch mijzelf niet vergeten, Truusje. Alles heeft zijn grenzen. En ik zal ook niets doen, zonder dat je volledig op de hoogte Went, dat weet je wel. Maar als ik Heino op de eert of andere wijze helpen' kan, dan doe ik het. Wij moeten hem niet verstooten en hem vriendelijk behandelen. Wie weet, is hij door de onder vonden hevige) teleurstellingen veranderd of werd hij er althans door tot nadenken gebracht. Moest m-oeder niet erkennen, dat zijn laatste brief aan baar een heel anderen geest ademde, een geest van een soort berusting „Ga hem straks halen, Tjaard", zeide Truus. „Hij zal hier hartelijk worden ontvangen. Heb maar ge'en zorg. De logeerkamer wordt in orde gemaakt en 'k zal zorgen: dat hij een klein sopeetje vindt na de reis. Je hebt gelijk: ik sprak niet recht in mijn voortvarendheid." Hij sloeg den arm om haar schouders en kuste haar. „Je bent en blijft toch mijn spontaan vrouw tje," zei-de hij. ,,-En wat Heino betreft, Iaat ons, ondanks alles, dankbaar zijn, dat hij naar ons komt. 't Is toch het klare bewijs, dat hij ons niet vergeten heeft, en dat hij nog niet geheel met het verleden heeft gebroken." Precies op tijd rolde de trein het station binnen. Toen -Heino hem, geagiteerd, de hand drukte, schrok Tjaard van zijn veranderd uiterlijk. In het licht van de electrisc-he stationslamp zag hij een door en door vermagerd, onrustig gelaat 1 en doffe oogen. „Wat zie je er uitwilde hij onwillekeurig roepen, maar hij dwong zich, om gewoon te dóen. „Wij nemen zeker een trammetje vroeg hij. „Laat ons loopen", zei Heino. „Maar", hij wees op het hotel vlak bij het station, -op den Emmasingel, „ik zal eerst in. „Frascati" een kamer bespreken." „Ben je dwaas", zei Tjaard. „Truus heeft de logeerkamer in orde gemaakt. Wat mankeert je nu ,,'t Is veel te veel. 'k Moet morgen met den eersten trein weg". „Moet je dat?" „Bepaald. In Amsterdam mag het niet opvallen dat ik weg ben." Hij sprak op gejaagden toon. Zijn oogen rolden door zijn hoofd. En hem van terzijde aan ziende, schrok Tjaard weer van Heino's ver wilderd uiterlijk. I-n langen tijd -had hij hem niet ontmoet. Van het sterven van Gretha hadden zij kennis ge- kregten door een' rouwbrief, waarop de begrafe nis niet vermeld was, terwijl hun ook geen uit- noodiging bereikt had. Dus hadden zij volstaan met Heino een brief van rouwbeklag te zenden. „Je gaat niet naar een hotel", besliste hij re soluut. „Bij ons wacht je kamer en wanneer je persé met den zeven-uur-trein weg moet, wel, dan ga je." Heino berustte blijkbaar in de beslissing. Want hij liep den Stationsweg op, in de rich ting van de Heerebrug. Hij liep langzaam en moeilijk, zonder een woord te spreken. Blijkbaar was het zijn doel ,alle reizigers te doen pas- seeren, om dan -alleen -met zijn broer te zijn. Wat dan ook weldra het geval was. „Ik moet je spreken", zei hij, met een ge broken stem. „Ik zal je alles precies vertellen. Misschien kun je mij raden. Hulp verlang ik niet, want die kun je niet geven. Maar misschien is er nog een weg, dien ik in mijn radeloosheid niet zie. Ik ben moe gedacht, Tjaard. Ik k a n niet meer." „Dat zie ik," zeide Tjaard. „Je lijdt ont zettend." „Het is alles mijn ei-gen schuld", bekehde Heino, tot groote blijdschap van den ander. ,,'k Heb niemand iets te -verwijten. Ik ben een ellendeling geweest. E-n de gevolgen moet ik dragen. Maar een uitweg zie ik niet. Er is er slechts één, de dood." Met een schok stond Tjaard Heerema stil. „Maar dien- weg zal ik niet zoeken", ver volgde Heino. „Want dan ben ik voor eeuwig verloren." „Heinoriep de ander verrast. „Geloof je dat „Dat weet ik zeker. Ik wil je alleen zeggen, Tjaard, dat ik moeilijke weken achter den rug heb. Maar ik geloof, dat ik op weg ben, terug te keeren van het heillooze pad, dat ik geloopen heb. Meer zeg ik niet. Je moest eens denken, dat ik veranderd ben, alleen, omdat -ik in finan- cieele moeilijkheden verkeer, om weer de oude te worden, wanneer ik er uit ben. Zoo is het niet. 'k Heb e'en zware les gehad, die ik mijn leven niet vergeten zal. Nu wil ik alleen maar hopen, dat er voor mij een genadig God is." „Heino, jongen," zei Tjaard warm. „Je vertelt daar het meest verblijdende nieuws. Nu gaat het weer goed worden Vertrouw op Gods ge nade. Zou je geen uitweg weten Je bent al op weg." „Laat ons er voorloopig niet over spreken," zeide Heino. „Je weet nog lang niet alles. Je weet nog niets. Bedenk je wel, dat je met een moordenaar spreekt Weer stond Tjaard stil, vol angst nu. Was Heino buiten zijn bezinning „Neen, 'k heb geen moord gedaan", zeide deze, „in den gewonen zin. Maar 'k heb mijn vrouw den dood ingejaagd, door haar te ver» waarloozen. Zij hield van mij en' leed er onder, dat ik niet van haar hield. Ik heb Gretha alleen getrouwd, omdat zij geld had. En dat is mij ten vloek geworden. Aan allen kant wordt ik be nauwd. Ik zie geen uitweg." „Vertel alles precies en rustig", beval Tjaard op zakelijken toon. „Ik kan alleen oordeelen, wanneer ik alles nauwkeurig weet. Verberg nu niets, Heino." Heino, vroeger zoo lichtgeraakt, nam Tjaards wantrouwen niet kwalijk. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1