m
LTJE
ECIILE MES
BESPIBlIfi
Antirevolutionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
IN HOC SIGNO VINCES
BOER
ITERS,
FEUILLETON
No. 3751
WOENSDAG 3 JUNI 1931
46STE JAARGANG
K
jUjWML
de Winter
s. Leune,
S stukken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie, franco toe te eenden aan de Uitgevers
Steenhouwerij
ffiHTERDinn
GAREN
aar voor Winkeliers
ïL WEISS"
Brieven uit Amerika.
-FIETSBANDEN
KLATERGOUD
Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f I.— b| vooruitbetaling,
BUITENLAND hS[ vooruitbetaling f 8.50 per jaar.
AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEEFSTER
Fa. W. BOEKHOVEN A ZONEN
SOMMELSDIJK
Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.— per plaatsing,
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die sjj beslaan
Adverteutien worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uur,
6. Telef. No. 11005 en 11946
hei behandelen
WASCH la
ich. en Stookinrichting
ÏININGPALEN,
TT ING SARTIKELEN
Et ZAAIGRANEN
ADHANDEL enx.
Telef. 162,
EN - DIRKSLAND
RES SCHOEN te dragen
p slijtage schoenwerk
p Dokter en Apotheker
tiid droge en warme voeten
Aanbevelend,
ANTEN a Middelharnls
ANTIREVOLUTIONAIR, OOK IN DE
GEMEENTEHUISHOUDING.
Nu nog slechts enkele dacfen ons scheiden van
de gemeenteraadsverkiezingen, willen we er nog
eens op wijzen hoe noodzakelijk het is, dat we
óók in de gemeentehuishouding zorgen een anti-
rev, beleid te voeren.
Maar al te veel wordt er nog gedacht, dat
het beginsel met de gemeentepolitiek niets te
maken heeft.
Dat is een groote dwaling.
Reeds het feit, dat de Gemeenteraad over-
heidscollege is, niet maar een vertegenwoordi
ging bij de Overheid, zooals b.v. de Staten-
G|eneraal, maar naar de Grondwet zegt: aan
het hoofd der gemeente staat de Gemeenteraad,
maakt een rechtstreeksche verhouding tot de
allervoornaamste vraag, n.l. hoe heeft de Over
heid ten aanzien van den almachtigen God te
s taan
te gemeentelijke overheid, d.i. de gemeente-
d, staat even goed rechtstreeks tegenover
God den Heere, als de landsoverheid.
Als we ons dit goed bewust zijn is er bij
ons voor oppervlakkig gepraat geen plaats meer,
dan staat ons helder voor den geest, dat bij de
verkiezing van deze overheid een zware taak
ons op de schouders wordt gelegd.
We zien dan, dat al die z.g. „neutrale" en
„gemeentebelang" en „volksbelang" en „wilde"
lijsten uit zuiver revolutionairen bodem op-
kom'en.
Want al zulke z.g, neutraliteitspolitiek in de
gemeentehuishouding loochent de verhouding, die
er bestaat tusschen de gemeentelijke overheid en
den Souverein van Hemel en aarde. Zij loochent
God en wil van den band aan het Woord van
God niet weten.
Voorts wordt er ook maar al te veel gezegd,
dat de gemeentepolitiek beheerscht wordt door
persoonlijke dingen.
gSJelaas is dat waar, maar dat kan, als we het
^Wtuur der gemeente zien onder het licht als
wij hierboven omschreven, met ons niet het
geval zijn. We zien dan, dat het niet mag gaan
om Jan, Piet of Klaas, maar louter en alleen
om het beginsel, dat zij dragen en' of zij inder
daad dragers van bet beginsel, dat zij belijden,
zijn.
Wie beeft voor het Woord van God en Gods
Souvereiniteit over al het geschapene belijdt,
kan niet anders dan de verkiezing van ge
meenteraadsleden zien onder het licht van het
antirev. principe.
Want het gaat er dan maar niet alleen over
of er een ambtsgebed wordt uitgesproken, of er
Zondagss sluiting zal zijn, of er gelet zal worden
op publieke) eerbaarheid en zedelijkheid enz.,
het gaat om de algeheele gesteldheid van het
Overheidscollege ten aanzien van God, Die zelf
de Overheid met macht bekleed heeft en Die
haar geroepen heeft 'bij Zijn Goddelijke gratie
te regeeren.
Ons dunkt, dat wien dit helder voor den geest
staat, de keuze niet moeilijk is.
EEN VOLKSPARTIJ.
Wie het zuivere beginsel voorop stelt, kan
met gerustheid de toekomst ingaan.
Gieestelijk en stoffelijk.
Want die heeft de beloften Gods,
Wie leeft uit het Woord van God, stelt orde
óók op zijn stoffelijke zaken.
Dat doet de Antirev. partij.
Zij is een volkspartij bij uitnemendheid.
Zij omvat alle klassen, rijk en arm, hoog en
laag, en ziet in al die klassen de volkseenheid
tot openbaring komen, bet historisch, het or
ganisch gegroeide.
Daarom staat zij lijnrecht tegenover de partij
der Revolutie, die het lichaam verscheuren door
den klassenstrijd, die slechts opkomen voor één
klasse van het volk.
Socialisme en communisme wallen in de fout,
dat zij meenen, dat het mogelijk is één volks
groep te bevoordeelen ten koste van de andere.
Dat is een onmogelijkheid. Als één lid lijdt
lijden alle leden. We hebben maar rondom ons
te zien, waar de revolutionaire beginselen in
praktijk worden gebracht.
De arbeiders hebben het daar overal veel
slechter en minder dan hier in Nederland, waar
de nationale eenheid gelukkig gehandhaafd
bleef.
De antirev. partij komt op voor alle klassen.
Dus ook voor de arbeiders, ook voor de
belangen der minder bedeelden.
De sociale wetgeving, die in ons land beter
is dan in één ander land ter wereld, kwam mede
door krachtigen arbeid der A.-R. partij tot stand.
Een Talma mag hier met eere genoemd worden.
En ook voor de gemeentehuishouding, zegt
het A.-R. program, heeft de overheid te waken
voor de belangen der arbeiders.
En daarbij staat de A.-R. partij met beide
voeten op den bodem der werkelijkheid.
Dat kan zij doen, omdat zij niet eenzijdig
georiënteerd is en steeds maar naar de oogen
van één volksgroep te zien heeft.
Zij is nationale partij, volkspartij in den gun-
stigsten zin des woord'S.
En hiermee staat zij ook den grondslag van
het Woord van God.
STEMT ANTIREVOLUTIONAIR!
Is het nog noodig, dat wij dit zeggen
De antirev. partij heeft een historie van meer
dan een halve eeuw.
Door goed gerucht en kwaad gerucht ging
zij haar weg getrouw aan het vaandel, dat eens
de stervende hand van Groen van Prinsterer
ontglipte 'en dat werd overgedragen in de handen
van het stoere driemanschap: Kuyper, Keuche-
nius, Otterloo.
Ook onze vrouwen hebben een roeping in
zake de gemeentehuishouding. Van haar wordt
gevraagd naast den man op te trekken om de
positie der A.-R. partij mede door haar stem
te versterken.
De nood is ook haar opgelegd
Het vrouwenkiesrecht is door ons nooit be
geerd, maar nu geëiscbt wordt, dat er ook door
de vrouw getuigd zal worden, dat ook zij den
strijd op het politieke erf zal voeren, nu blijve
zij niet achter.
Want ten slotte is het een geestelijke worste
ling waarin nóch man nóch vrouw is.
En laat ons niet -toegeven aan de nationale
zonde bij uitnemendheid. Wij bedoelen de twee
dracht, die zoo vaak onze -volkskracht ver-
teerde.
Waar de diepste eenheid bestaat in de erken
ning en 'belijdenis van Gods Souvereiniteit over
al het geschapene, moeien wij niet toegeven aan
geschillen, die gezien' in het licht van de
geweldige worsteling tegen de machten van on
geloof en Revolutie, o zoo gering zijn.
Want het is een zonde, die God komt be
zoeken.
Met alle klem dringen wij er op aan óók bij
de a.s. gemeenteraadsverkiezingen te stemmen
op de antirev. lijst nummer ééh.
Wij vragen het ter wille der geestelijke en
stoffelijke belangen uwer gemeente.
Beste Vriend
„Antirevolutionair óók in uw huisgezin", dit
prachtige werkje van -Dr. Kuyper is natuurlijk
bij de Amerikanen onbekend: En onbekend zijn
ook de beginselen die in dit keurig boekje wor
den behandeld, en toch, hoe nuttig zou 't zijn
als d'ït werkje in -het Engelsch werd vertaald
en met kwistige hand werd verspreid onder het
Amerjkaansche volk. Want de revolutie wordt
gekweekt in de Amerikaansche gezinnen. En
het ergste is men ziet het niet eens en gelooft
dat hetgoed gaat zoo men denkt, -dat men- als
up to date opvoeders, hetveel -beter doet dan
het voorgeslacht. Het is hier in Amerika reeds
zoo ver, dat men het kind van af de eerste le
vensmaanden zijn eigen leven laat leven, „zoo
als zijn aanleg en karakter dat eisch-t". Een van
onze groote, zoogenaamde opvoedkundige, leert
dan ook, dat men het kind wel voorlichten kan
met onze rijkere ervaring, maar het -is beslist
verkeerd het kind te verbieden, en straffen is
geheel -barbaarsch, wat in onzen z.g. verlichten
modernen tijd, geheel niet past. Een kind van
12 jaar -dat zijn vader dood schoot, omdat hij
een twist met zijn moeder had, wordt in onze
dagbladen verontschuldigd, en eigenlijk een kind
genoemd' rnet een „groot moederhart". En d-'enk
nu niet dat dit -goddelooze, echt revolutionair
gedoe, beperkt is tot de wereld. Ook in onze
kringen zijn die .teekenen zichtbaar. Meer en
meer vindt het ingang, dat het kind ni-et behoort
aan banden gelegd te worden.
He kt loop en d
//zersterk
En onze onderwijzers kunnen hierover wel
boekdeelen schrijven. Zelfs heeft een kind van
7 jaar -in de plaats waar ik woon, reeds zijn
derde school, omdat op de twee openbare scho
len men het kind niet handelen kan, is hij nu
in onze Chr. school terecht gekomen. Arm kind
Arme onderwijzersdie het slachtoffer zijn van
de grove nalatigheid der ouders. Ja zulk een
product van onze moderne opvoeding is van
zijn prilste jeugd af aan een onhandelbaar
schepsel, die oud'ers 'en onderwijzers veel werk
en verdriet bezorgt 'en als het ouder wordt door
politie en gevangenis moet geleid worden.
Toen ik een-ige weken geleden bij iemand
ori visite was, moest hun -eenig zoontje van
5 jaar voor ons zin-gen. Eerst wilde het niet,
maar met mooi praten kwam hij tot het -besluit,
zijn ouders ter wille -te zijn. En toen hij klaar
was werd in zijn tegenwoordigheid zijn kundig
heid uitgekraamd en de loftrompet geblazen.
Ook was dit kind op een „babycontest" eenige
jaren geleden, als de „schoonste" en de „best
gevormde" baby uitgekomen. Het geschrijf hier
over in de couranten werd met het portret zorg
vuldig bewaard. En tot vervelens toe aan de
visite medegedeeld.
De vader, die een gegradueerde van Hooge-
school en College en een wel ontwikkeld man
is, had blijkbaar in dit onverstandige gedoe be
hagen. Ik vroeg hem, daar hij lid was van een
Feformed Kerk, toen hij ook mij dat portretje
toonde, of hij ook een idee had, hoe zijn uit
wendig goed gevormd kind, er uitzag als mensch
tegenover een almachtig God, waarvan de
mensch zich moedwillig losgescheurd had, of
hij wel bewust was, dat juist door die zonde,
de mensch, ook ons ki-nd, zoo gewillig een
slaaf der zonde was geworden. Ik vroeg hem
of al die babycontesten, die men tegenwoordig
had .eigenlijk niet 'het bewijs leveren, dat men
zich meer interesseert voor liet uitwendige, dan
wel voor het innerlijke, het eeuwige.
Maar als men daarover begint, schijnt het,
dat men het praten alleen moet -doen
Ja, men heeft den mond vol over alles en
nog wat, wat geen waarde heeft.
Ook die „baby contesten" en schoonheid-s
tentoonstellingen van meisjes op leeftijd zijn
mijns inziens het bederf voor onze kinderen.
En een verstandig vader en moeder moest hier
niet in mee doen.
Deze week kreeg ik ons kerkelijk orgaan „De
Wachter" en daar zag ik, dat onze hoofd
redacteur een -brief overgenomen had ui-t „De
Reformatie" van een 13-jarig meisje, dat in dat
schrijven het oordeel vraagt aan de redactie van
„De Reformatie" over moeders doen. Ik zal het
in zijn geheel maar niet overschrijven, maar
hoe een redactie zulk een schrijven kan plaat
sen, al -is dit ook met medeweten van vader en
moeder, is mij een raadsel, en een tweede raad
sel is voor mij, -dat genoemde redactie het kind
van advies dient in e'en publie-k blad. Mijns
inziens had het de taak geweest, indien „De
Reformatie" dacht ,dat de ouders hier niet goed
deden, dit in een gesloten schrijven hun te laten
weten. Ik kan niet anders zien, dan dat dit
antwoord van -de redactie een verkeerde uit
werking zal hebben op -het 13-jarige kind.
Neen, als vader en grootvader van een talrijk
gezin, vind ik deze methode van „De Refor
matie" niet verstandig. Men moet mijns inziens
zeer voorzichtig zijn, in zulke gevallen. In het
gezin treedt vader en moeder op met autoriteit.
En al is het ook soms onverklaarbaar, wij zi'en
het dagelijks, dat uit de arme en soms domme
arbeiders-huisgezinnen, juweelen van kinderen
gekweekt worden. En daartegenover bij geleerde
menschen, zelfs predikanten en professoren, de
vreeselijkste afwijkingen zijn. Our home is our
Castle, zegt de Amerikaan. Ons gezin is een
koninkrijk op zichzelf met een eigen regeering.
Dit antwoord hadden de ouders van het 13-
jarige meisje zeer zeker van „De Reformatie"
moeten kunn'en -verwachten.
Je AMERIKAANSCHE VRIEND.
N. B.
Het hoogste gebouw van de Wereld geopend.
De Empire State Building 86 verdiepingen
hoog, het hoogste gebouw van de wereld, is d'en
lsten Mei feestelijk geopend. Ver boven de
andere wolkenkrabbers van New York steekt
dit hooge gebouw aan 5 th Avenu en 34 th
street uit.
Staat, City en leiders uit de industrie en on
derwijs waren bij de opening tegenwoordig.
Gouverneur Frank D. Roozeveld, een Hól
lander van afkomst, noemde het gebouw een
pracht stuk werk en ook majoor James J. Wal
ker vond het een sieraad voor de City of New
York.
Het gebouw is 1250 voet hoog en heeft 63
liften of elevators, 6400 vensters en 60.000 ton
staal was noodig voor den bouw. Om kwart
voor twaalf 's morgens drukte Presid'ent Hoover
in Washington D.C. op een electrisch knopje
en zette het geheele gebouw in een vloed van
licht.
Men kan zich moeilijk voorstellen hoe -groot
zulk een gebouw is, als men he-t niet met eigen
oogen gezien heeft. Het bestaat hoofdzakelijk
uit kantoorlokalen en men berekent, dat er
■dagelijks een half m-illioen menschen dit gebouw
in en uit gaan
door
H. KINGMANS,
U?
ten en middagmalen in de
lofterdamsche restaurants
stie van vertrouwen is.
V
lit vertrouwen vindt in
ger«a£faire
URANT P. SIMONS
-erenviachmarkt 12
roote Kerk, Telef. 56341
U?
prima kwaliteit en ook
sit gegeven wordt,
U?
de oudste zaak is van
m en dat u daar net en
tegen matige prijzen kunt
FU!
commentaar overbodig.
33)
Het werd hem steeds duidelijker, dat er nog
een derde uitweg was. 'Hij moest ophouden
met het uithouwen van gebroken bakken; hij
moest niet meer jagen naar het klatergoud; hij
moest naar de zuivere bron, die opborrelen deed
het -water des Levens, dat verkreg'en werd om
niet.
Hij -moest terug tot God, Die hem had ge
leerd, dat Hij zic-h niet straffeloos laat belee-
digerr. Die hem had gestraft. Maar Die i n die
straf hem izeggen wilde: Keer weder tot Mij en
Ik zal u ruste geven.
Nóg waren de roepstemmen niet ten einde.
Enkele dagen na de ontvangst van den brief
van Salomons, was het Saalinck, die hem be
nauwen kwam. -Hij -beweerde in geldverlegen
heid te zitten en daarom wilde hij overeen be
haalden tijd sc-hoone lei maken, 't Was wel
jammer voor hem, huichelde de man, het speet
ook hem geducht, maar -nood brak nu eenmaal
wet. Salomons zou 'hem immers wel uit den
brand help'eri
Heino voelde lust, om den man, die naar hij
nu wel met zekerheid durfde zeggen, een schurk
Was, van zijn ka-mers te jagen. Maar hij be
greep, dat dat hem in geen enkel opzicht baten
zou.
Dat van Salomons was natuurlijk een praatje.
Heino zag klaar in, hoe de vork aan den steel
2at: Saalinck had vernomen, dat hij (Heino)
met Salomons volslagen gebrouilleerd was en
daarom drong hij aan op betaling van zijn
schuld. Op korten termijn. Minstens een week
vóór den termijn, dien Salomons gesteld had.
Zóó gaat het, dacht Heino bitter. Vrienden
in d'en nood, honderd in een lood. Hij was voor
Saalinck alleen goed geweest, toen er wat van
Hem te halen viel. Hij was er van overtuigd,
dat de man bij de speculaties had geknoeid, om
hem zooveel mogelijk te plukken.
Maar hij beheerschte zich met inspanning van
alle krachten, verweet den man niets, zei alleen,
dat het in orde komen -zou.
Doch hoe, hij wist het niet.
HOOFDSTUK XIX.
De boete.
„Kom per trein half elf. Haal mij af. Heino."
Zwijgend reikte Tjaard Heerema het telegram
uit Amsterdam, afgezonden op het Centraal Sta
tion bij het vertrek van den trein naar het
Noorden, aan zijn vrouw over.
.."^an Hieino zei Truus verwonderd, daar
zij in de meening had verkeerd, dat het een
gewoon zakentelegram betrof, zooals Tjaard er
zooveel ontving. „Van Heino! Wat zou die
zoo plotseling moeten hebben?"
„Hij zit natuurlijk in moeilijkheden," ant
woordde hij. „Zooals ik -gister hoorde, naar je
weet, geen relaties meer met Salomons. Hij
komt raad vracjen, vermoed ik."
„Als het maar niet meer dan raad is. N u
weet hij ons wel te vinden meende Truus op
scherpen toon.
Maar oogenblikkelijk had zij spijt van haar
woorden. Te meer, daar Tjaard haar min of
meer verwijtend aanstaarde.
„Zeg maar niets, jongen", zeide zij hartelijk.
„I-k was niet recht. Hij moet natuurlijk hier
logeeren, niet Wij zullen moeder maar niet
lastig vallen."
„Ja, Heino moet hier blijven," besliste hij.
„Moeder moet nog niet weten, dat hij komt.
Ik moet hem eerst eens spreken. Ik vermoed,
dat hij in geduchte moeilijkheden zit."
„Maar jij kunt hem toch ook niet helpen",
metende Truus. „Den'k aan je eigen zaak,
Tjaard,"
Zij k'ende haar man. /Hij -hielp gaarne een
ander. En als het Heino betrof, wiens leven
hem zoo -benauwde en pijnde, dan zou hij dingen
doen, die eigenlijk niet waren verantwoord.
Hij glimlachte.
„Wij zullen toch eerst eens moeten weten,
van -welken aard Heino's moeilijkheden zijn,"
zeide 'hij. „En dan kunnen wij verder zien. Ik
zal heusch mijzelf niet vergeten, Truusje. Alles
heeft zijn grenzen. En ik zal ook niets doen,
zonder dat je volledig op de hoogte Went, dat
weet je wel. Maar als ik Heino op de eert of
andere wijze helpen' kan, dan doe ik het. Wij
moeten hem niet verstooten en hem vriendelijk
behandelen. Wie weet, is hij door de onder
vonden hevige) teleurstellingen veranderd of
werd hij er althans door tot nadenken gebracht.
Moest m-oeder niet erkennen, dat zijn laatste
brief aan baar een heel anderen geest ademde,
een geest van een soort berusting
„Ga hem straks halen, Tjaard", zeide Truus.
„Hij zal hier hartelijk worden ontvangen. Heb
maar ge'en zorg. De logeerkamer wordt in orde
gemaakt en 'k zal zorgen: dat hij een klein
sopeetje vindt na de reis. Je hebt gelijk: ik
sprak niet recht in mijn voortvarendheid."
Hij sloeg den arm om haar schouders en kuste
haar.
„Je bent en blijft toch mijn spontaan vrouw
tje," zei-de hij. ,,-En wat Heino betreft, Iaat ons,
ondanks alles, dankbaar zijn, dat hij naar ons
komt. 't Is toch het klare bewijs, dat hij ons
niet vergeten heeft, en dat hij nog niet geheel
met het verleden heeft gebroken."
Precies op tijd rolde de trein het station
binnen.
Toen -Heino hem, geagiteerd, de hand drukte,
schrok Tjaard van zijn veranderd uiterlijk. In
het licht van de electrisc-he stationslamp zag
hij een door en door vermagerd, onrustig gelaat 1
en doffe oogen.
„Wat zie je er uitwilde hij onwillekeurig
roepen, maar hij dwong zich, om gewoon te
dóen.
„Wij nemen zeker een trammetje vroeg hij.
„Laat ons loopen", zei Heino. „Maar", hij
wees op het hotel vlak bij het station, -op den
Emmasingel, „ik zal eerst in. „Frascati" een
kamer bespreken."
„Ben je dwaas", zei Tjaard. „Truus heeft
de logeerkamer in orde gemaakt. Wat mankeert
je nu
,,'t Is veel te veel. 'k Moet morgen met
den eersten trein weg".
„Moet je dat?"
„Bepaald. In Amsterdam mag het niet opvallen
dat ik weg ben."
Hij sprak op gejaagden toon. Zijn oogen
rolden door zijn hoofd. En hem van terzijde aan
ziende, schrok Tjaard weer van Heino's ver
wilderd uiterlijk.
I-n langen tijd -had hij hem niet ontmoet. Van
het sterven van Gretha hadden zij kennis ge-
kregten door een' rouwbrief, waarop de begrafe
nis niet vermeld was, terwijl hun ook geen uit-
noodiging bereikt had. Dus hadden zij volstaan
met Heino een brief van rouwbeklag te zenden.
„Je gaat niet naar een hotel", besliste hij re
soluut. „Bij ons wacht je kamer en wanneer
je persé met den zeven-uur-trein weg moet, wel,
dan ga je."
Heino berustte blijkbaar in de beslissing.
Want hij liep den Stationsweg op, in de rich
ting van de Heerebrug. Hij liep langzaam en
moeilijk, zonder een woord te spreken. Blijkbaar
was het zijn doel ,alle reizigers te doen pas-
seeren, om dan -alleen -met zijn broer te zijn.
Wat dan ook weldra het geval was.
„Ik moet je spreken", zei hij, met een ge
broken stem. „Ik zal je alles precies vertellen.
Misschien kun je mij raden. Hulp verlang ik
niet, want die kun je niet geven. Maar misschien
is er nog een weg, dien ik in mijn radeloosheid
niet zie. Ik ben moe gedacht, Tjaard. Ik k a n
niet meer."
„Dat zie ik," zeide Tjaard. „Je lijdt ont
zettend."
„Het is alles mijn ei-gen schuld", bekehde
Heino, tot groote blijdschap van den ander.
,,'k Heb niemand iets te -verwijten. Ik ben een
ellendeling geweest. E-n de gevolgen moet ik
dragen. Maar een uitweg zie ik niet. Er is er
slechts één, de dood."
Met een schok stond Tjaard Heerema stil.
„Maar dien- weg zal ik niet zoeken", ver
volgde Heino. „Want dan ben ik voor eeuwig
verloren."
„Heinoriep de ander verrast. „Geloof je
dat
„Dat weet ik zeker. Ik wil je alleen zeggen,
Tjaard, dat ik moeilijke weken achter den rug
heb. Maar ik geloof, dat ik op weg ben, terug
te keeren van het heillooze pad, dat ik geloopen
heb. Meer zeg ik niet. Je moest eens denken,
dat ik veranderd ben, alleen, omdat -ik in finan-
cieele moeilijkheden verkeer, om weer de oude
te worden, wanneer ik er uit ben. Zoo is het
niet. 'k Heb e'en zware les gehad, die ik mijn
leven niet vergeten zal. Nu wil ik alleen maar
hopen, dat er voor mij een genadig God is."
„Heino, jongen," zei Tjaard warm. „Je vertelt
daar het meest verblijdende nieuws. Nu gaat
het weer goed worden Vertrouw op Gods ge
nade. Zou je geen uitweg weten Je bent al
op weg."
„Laat ons er voorloopig niet over spreken,"
zeide Heino. „Je weet nog lang niet alles.
Je weet nog niets. Bedenk je wel, dat je met
een moordenaar spreekt
Weer stond Tjaard stil, vol angst nu. Was
Heino buiten zijn bezinning
„Neen, 'k heb geen moord gedaan", zeide
deze, „in den gewonen zin. Maar 'k heb mijn
vrouw den dood ingejaagd, door haar te ver»
waarloozen. Zij hield van mij en' leed er onder,
dat ik niet van haar hield. Ik heb Gretha alleen
getrouwd, omdat zij geld had. En dat is mij ten
vloek geworden. Aan allen kant wordt ik be
nauwd. Ik zie geen uitweg."
„Vertel alles precies en rustig", beval Tjaard
op zakelijken toon. „Ik kan alleen oordeelen,
wanneer ik alles nauwkeurig weet. Verberg nu
niets, Heino."
Heino, vroeger zoo lichtgeraakt, nam Tjaards
wantrouwen niet kwalijk.
(Wordt vervolgd).