Bij Pijnen -S" DERDE BLAD Zaterdag 30 Mei 1931» No. 3750 Rechtzaken. Gemengd Nieuws. VARIA. Land- en Tuinbouw. Mijnhardt's Poeders to woc-SIG-NO WSES BESTRIJD DE AARDAPPELZIEKTE Dat vroege zoowel als late aardappelen voor een groot aantal ziekten vatbaar zijn, is tegen woordig bij de telers wel algemeen bekend. Som mige dier ziekten kunnen bestreden worden, of, juister gezegd, een bepaalde partij kan er in meer of mindere mate van worden bevrijd, door een nauwkeurige selectie, waarbij dan bij het winnen van poters van geheel gezonde planten wordt uitgegaan. Er zijn echter ook ziekten, waartegen de meest nauwkeurige slectie niet baat, wat o.a. het geval is met ziekten, veroorzaakt door zwammen, waarvan de voortplantingsorganen, de s p o r e n door de lucht worden verspreid. Tot deze ziek ten behoort de 'kwaal, welke bij den aardappel langer dan alle andere kwalen bekend is en die daarom wel DE aardappelziekte genoemd wordt. Spreekt men van ,,de aardappelziekte zonder eenige nadere aanduiding, dan bedoelt men geen bladrol, ge'en topbont, geen Crinkle, geen ring- vuur, geen Rhizoctonia, geen wratziekte, of hoe al die ziekten ook heeten mogen, maar dan be doelt men uitsluitend de oude ziekte, welke zoo wel de bladeren als de knollen „ziek" maakt en welke door een zwam, een wierzwam: „Phy- tophthora infestans" veroorzaakt wordt. Doordat de hierdoor aangetaste aardappel knollen voor het gebruik ongeschikt zijn en de eene knol de andere ziek maakt, is de schade dikwijls heel groot, terwijl er jaren zijn, waarin de ziekte bepaald erbarmelijk kan huis houden. Of dit al of niet het geval is, hangt -grootfen- deels af van de weersomstandigheden tijdens den groei van het aardappelgewas. Warmte en vocht zijn voor de ontwikkeling van alle zwammen gunstige factoren. En het is dan ook een be kend feit, dat bij z.g. „broeïïg" weer, als de atmosfeer vochtig en de lucht warm is, DE AARDAPPELZIEKTE zich meest altijd spoe dig vertoont en snel uitbreidt. Daarentegen heeft men er in droge en in koele zomers weinig last van. Daarom is het te verklaren, dat er naast zomers met veel ziekte ook jaren voorkomen, waarin de ziekte zoo goed als niet wordt waar genomen. Voor VROEGE aardappelen is, in het alge meen gesproken, het gevaar voor aantasting minder groot dan voor de late of winteraard appelen. Gewoonlijk treedt de ziekte n.l. niet ■voor het einde van Juni op, soms zelfs later. Het kan dus zijn, dat een groot deel der vroege aardappelen gerooid is, voordat de kwaal zich vertoont. De laatste jaren hebben echter schit terend bewezen, dat de telers al 'heel verkeerd zouden doen om hierop te vertrouwen, want zoowel in 1929 als in 1930 (trouwens ook in verscheidene jaren daarvóór) is de schade, welke „de aardappelziekte" in vroege aardap pelen heeft teweeg gebracht, buitengewoon groot geweest. Daarom doen alle verbouwers verstandig om alle jaren bijtijds de noodige maatregelen tegen bestrijding der ziekte te nemen. De maatregelen zelf zijn wel bekend, doch zekerheidshalve laten wii ze hier nog even volgen. Men bestrijdt de ziekte n.l door BORDEAUXSCHE PAP of door BOURGONDISCHE PAP. Wil men van de eerstgenoemde 100 liter ge reed maken, dan 'heeft men noodig 1 K.G. o n- gebluschte kalk en 1 Yi K.G. koper vitriool. De kalk wordt in een emmer of vat met een weinig water eerstf „geblusclit", d.w.z, in een toestand gebracht, waarin de kluiten tot een poedervormige massa uiteenval len. 'Dan doet men er zooveel water bij, dat een zeer dunne pap, z.g. „kalkmelk" ontstaat, en deze giet men door een zeef van paklinnen in het houten vat, waarin de pap gemaakt wordt. Het kopervitriool wordt in een houten emmer door middel van warm water opgelost en daarna met een grootere hoeveelheid koud water verdund. Vervolgens giet men deze ver dunde oplossing met een dunne straal onder gelijktijdig roeren bij de kalkmelk en voegt er zooveel water bij, dat de vereischte 100 liter verkregen is. Dan is de Bordeauxsche gereed voor het gebruik. Een blank staafje ijzer of staal, b.v. een zakmes, mag, in de vloeistof ge stoken en daarna aan de lucht blootgesteld, geen bruinen aanslag vertoorien. Doet het dit wel, dan moet nog eenige kalkmelk bijgevoegd wor den. Zooals men ziet, is de bereiding eenigszins omslachtig. Daarom geeft men vaak de voor keur aan Bourgondische pap, die gemaakt wordt van kopersulfaat en sodex. Beide stoffen wor den tegenwoordig veel -met elkander vermengd en dan onder den naam van NORMAAL PAPPOEDER in den handel gebracht. Lost men daarvan 2J4 K.G. per 100 liter water op in een houten vat, dan is direct het te gebruiken mengsel klaar. Bourgondische pap is dus gemakkelijker te bereiden dan Bordeauxsche, maar^e eenigszins gevaarlijk. Kopervitriool en sodex moeten n.l. in een bepaalde verhou ding gemengd worden. Iets te veel vitriool kan schadelijk werken, iets te veel sodex even eens. Daarom moet het pappoeder uitsluitend van betrouwbare adressen worden gekocht, on der voorwaarde dat het voldoet aan de eischen door de Rijkslandbouwproefstations vastgesteld. Heeft men nu besloten met welke pap men sproeien wil, dan komt nog de vraag: WAN NEER de eerste besproeiing zal worden uitge voerd. Om hiervoor den juisten tijd te bepalen worden de telers tegenwoordig prachtig gehol pen door het Meteorologisch Instituut te De Bilt. Zooals wel bekend is, verzamelt men daar zeer nauwkeurig de gegevens, die betrekking hebben op de weersgesteldheid. En daar wordt ook nauwkeurig nagegaan of de atmosferische om standigheden van dien aard zijn, dat zij gunstig werken op het ontstaan van „de aardappel ziekte". Is dat zoo, dan wordt het onmiddellijk door de Radio en door de dagbladpers ge publiceerd. Hierop in de maanden Juni en Juli te letten kan dus niet dringend genoeg worden aanbe volen. En dan moet onmiddellijk van de waar schuwing partij worden getrokken door zonder verwijl de aardappelen te besproeien. Zelfs is het aan te bevelen om hierop met de eerste besproeiing niet te wachten, omdat het wel gebeurt, dat de eerste ziekteverschijnselen zich al voordoen t e g e 1 ij k met de waarschu wing van De Bilt. En de aardappelen moeten liefst besproeid worden vóór de eerste ver schijnselen. Uit een en ander volgt, dat de telers van vroege aardappelen n u reeds alles moeten aanschaffen en gereed maken wat voor de be sproeiing noodig is. Nu reeds moeten dus de houten vaten en de pulverisators gereed en schoon gemaakt worden; nu reeds inoefen de stoffen, hetzij kalk en kopersulfaat, hetzij nor maal pappoeder, worden aangekocht. En, als De Bilt niet eerder waarschuwt, moet omstreeks half Juni tóch voor het eerst worden gesproeid en bij de eerste waarschuwing voor de tweede maal. Verder is het ten zeerste aan te raden nog een derde maal te sproeien, b.v. een week na de tweede keer. Maar vóór alles bevelen we aan toch vooral t ij d i g alle materiaal gereed te maken. Om doel te treffen moet bij de bestrijding van „de aardappelziekte" snel gehandeld worden. Wacht men met de voorbereidingen totdat de ziekte er is, dan is er geen redden meer aan. Dan komt m'en TE LAAT DE MAANDELIJKSCHE GROEI VAN DE L. O. EN DE T. O. Op 1 Maart 1931 trad per provincie het hieronder vermelde aantal landbouwers als lid der L. O. toe Provincie. Friesland Groningen Drenthe Overijssel Gelderland Utrecht Noord-Holland Zuid-Holland Zeeland Aant. leden. 9 6 12 9 5 5 7 9 17 Totaal 79 Loon. 11.048. 4.898.— 5.005.- 5.895- 3.196. 2.416. 9.898.— 11.206.- 18.976. 72.538.— Per 1 Maart 1931 trad'en als lid der T. O. toe 53 werkgevers, uitbetalende aan loon 64.878.-. Sedert 1 November 1930 vermeerderde het aantal leden bij de Landbouw-Onderlinge met 501, uitbetalende 833.173.— loon. Tuinbouw-Onderlinge met 185, uitbetalende 229.493.— loon. Voor den Secretaris, D. KEIJZER. Herkingen, Mei 1931. UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD. (Nadruk verboden). In Kunstmest verbouwde Groenten, In ons laatste artikel hebben wij betoogd, dat kunstmest een gewenschte, en in vele gevallen noodzake lijke aanvulling is van den natuurlijken mest. En we weten nu al bij ondervinding, dat 't gebruik van kunstmest ook in d'en tuinbouw den oogst belangrijk en met voordeel verhoogen kan. Maar wat we nog wel eens als bedenking kunnen hooren, is: dat de kwaliteit van in kunstmest verbouwde groenten slechter zou zijn dan die, geteeld .in stalmest, beer of com post. Hetzelfde beweerde men een kwarteeuw geleden vrij algemeen en kon men ook vernemen van de zijde der conservenfabrikanten, die zich met de nieuwe wijze van bemesting verre van ingenomen toonden. Anderen, die al eenige er varingen hadden, 'bestreden ten zeerste die be weringen, en zoo stonden de mèeningen tegen over elkander, en bleven velen nog aan dat vooroordeel en die vrees vasthouden, 't Ging hiermee als met de vroeger gehoorde bewering in den landbouw, dat kunstmest wel meer hooi gaf, maar ook lichter hooi. En aan dat praatje werd eerst voor goed het zwijgen opgelegd, na dat de heer S. Koenen, Rijkslan'dbouwleeraar voor Overijsel, in vereeniging met 'het Proef station te Wageningen, het bewijs had ge- levrd, op grond van cijfers, dat die meening, door vele landbouwers verkondigd, beslist o n- juist was. Ook hier moest hetzelfde geschie den. Toen de stemmen tegen kunstmestgebruik in den tuinbouw in Duitschland opgingen, be sloten verschillende belanghebbenden en belang stellenden een groote proefneming op touw te zetten, om aan te toonen, dat groenten in kunst mest geteeld, voor de inmakerij even geschikt zijn als die in natuurmest verbouwd. Er zou een z.g. „Dauerwaarenprüfung", dat is: een onder zoek van de verduurzaamde groent'en plaats heb ben. Verschillende onderzoekingen hadden plaats in de jaren 19061909, en wel te Brunswijk. Voor ons ligt het verslag van het derde onder zoek in de „Conserven-Zeitung", No. 4 van 22 Januari 1909. Het heeft nu nog zijn volle beteekenis, en 't kan daarom ook nu nog zijn nut hebben er onzen lezers den hoofdinhoud van mee 'te deelen. 't Onderzoek ging aldus toe. In den loop van 'het jaar werden onder nauwkeurig toezicht een partij groenten of vruchten geoogst van de verschillende bemeste perceelen der proefvelden. Deze werden dan door eerste des kundigen in bussen of flesschen ingemaakt en later kwamen de juryleden bijeen, om een nauw keurig onderzoek naar de kwaliteit van het geconserveerde in te stellen. (Slot volgt). Levenskracht van Onkruidzaden. Onkruid zaden, in voedermeel voorkomende, kunnen een taai leven 'hebb'en, en zelfs nog kiemkrachtig zijn, als ze het darmkanaal van 't vee gepasseerd zijn. Maar hoe staat het met onkruidzaden' in den stalmest? Hieromtrent heeft men in de jaren 1917—'21 aan het Deensche proefstation voor zaadcontrole een onderzoek in gesteld, door 100 zaden van 34 verschillende onkruiden in doosjes van koper draad in stalmest te 'bewaren, 't Resullaat was, dat de kiemkracht 'zeer verminderde door de warmte en vochtigheid en de scheikundige sa menstelling van het vocht. Anders dus, dan vaak is beweerd, dat ook na verblijf in de mestvaalt de onkruidzaden zeer kiemkrachtig zouden blij ven. Echter toonden n paar monsters, die bov'en in de vaalt betrekkelijk droog hadden gelegen, nog vrij wat kiemkrac'ht. Daarom werden de proeven in de jaren 1923—'27 herhaald, en daarbij bleek, dat van zaden op een halven meter diepte slechts één op de 100 na 2 maanden nog kiemde. De zaden boven in de vaalt vertoonden na een paar weken zelfs nog een ietwat hoogere kiemkracht, maar die was na een paar maanden voor 80 procent •verdwenen. Hieruit volgt, dat men afval, waar- j in onkruidzaden zitten, niet boven op den mesthoop moet gooien en laten liggen. De Vergelingsziekte. Men hoorde de laatste jaren van de Zeeuwsche ziekte bij bieten, zoo geheeten, omdat ze bijna alleen in Zeeland voor kwam. Zij openbaarde zich in g e e 1 k 1 e u ring, welke echter verschillend karakter ver toonde, n.l. geringe geelkleuring, effen geel wor den van het blad, marmering der bladeren, of groote, -gele vlekken. Typisch is, dat tusschen de groote, gele plekken bladmoes groene stroo- ken bleven. De „Vergelingsziekte" is niet alleen schadelijk door vermindering van loof- en -bieten- opbrengst, maar ook het suikergehalte der bie ten wordt er sterk door gedrukt. Bij onderzoek te Groningen bleek een gezond gewas 6600 K.G. suiker op te leveren, een ziek gewas slechts 4400 K.G., dus maar twee derden. Men tracht de ziekteoorzaak of -oorzaken op te sporen, en is thans geneigd de beschreven ziekte der voe derbieten te rekenen tot den kring der „ont- ginningsziekten". Waarschijnlijk is de Verge lingsziekte ook te bestrijden met koper sulfaat. Kippenhokken. Bij het mak-en van een kippen hok geeft men in 't algemeen zooveel mogelijk den voorkant de richting naar het Zuiden. Na tal van proeven genomen te hebben, schijnt een Amerikaansche fokker beter ervaring te hebben opgedaan met -een hok, dat van 't Noord-en naar 't Zuiden loopt, en waarvan de vensters naar 't Oosten en Westen opengaan. Als een der voornaamste voordeelen daarvan wijst hij er op, dat hennen en kuikens in de vrdegte en 's avonds de zon krijgen, terwijl zij 's middags, wat voor het warme jaargetijde van belang is, in de schaduw zitten. Ook beweert hij, dat de tem peratuur over 't geheel meer gelijkmatig is, en 's nachts niet zoo aanmerkelijk daalt, zooals in de vroeger gebruikte hokken, wat dikwijls aan leiding gaf tot ziekten. Het strooisel blijft voorts gelijkmatiger op den grond uitgespreid liggf'en, en wordt niet, gelijk anders het geval is, naar den Noordwand opgehoopt. Ook kan het langer gebruikt worden. Bij 't scharrelen en krabben heeft de hen meer den kop naar het licht toe gewend en werpt het stroo naar alle richtingen rond, zoodat het gelijkmatig overal heen ver deeld blijft en daardoor ook het korrelvoeder beter gestrooid kan worden, zonder dat de kip pen den kalen grond openkrabben en dé aarde over het stroo heen werpen. en vele ongesteldheden, zullen U de hier genoemde genezende en pijnstillende spoedig helpenMijnhardt's Hoofdpijnpoeders Kiespijnpoeders Verkoudheidspoeders. Hoestpoeders. Rheumatiekpoeders. Maagpoeders. Pijnstillende poeders. Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt. Let bij het koopen hierop 1 Prijs per poeder 8 ct. en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist. De Koningin van den Nacht. „Koningin van den Nacht" noemt men den grootbloemigen Kaarscactus (Cerens grandiflorus Mill.), een bijna onbeduidende soort, die zich evenwel door wonderschoone bloemen van 15—20 c.M. 'breed kenmerkt. De naam hangt samen met de eigen aardigheid der bloem 's nachts te bloeïen. Hoe wel de bloemknoppen reeds weken te voren aan wezig zijn, komt de snelle ontwikkeling van de bloem eerst einde Juli tot Augustus, zoodat de knoppen zienderoogen groeien. Des avonds laat opent zich de heerlijk geurende bloem .terwijl ze een fijnen, doordringenden vanille-geur uit stroomt, om 's ochtends te verwelken. Deze eigenaardigheid van 's nachts te bloeien, treft men ook bij ander-e Cerens-soorfen aan, bijv. bij de Cerens nycticallus L. Deze soort wordt wel eens verkeerdelijk als „Koningin van den Nacht" beschouwd; den heerlijken geur echter mist zij. Blauwe Hortensia's. Hortensia's met blauwe bloemen verkrijgt men' door ze te planten in veel ijzerhoudende aarde. Deze maakt men door 't vermengen van zeer vetten veengrond met vooraf geprepareerd ijzervijlsel. Het ijzervijlsel ■moet eenige dagen vooraf met azijn of regen water bevochtigd worden, zoodat het sterk roest en zacht wordt. Voor het met d-e aarde ver mengd wordt, stampt men 't fijn, omdat door de fijne verdeeling spoediger werking verkregen wordt. Als de planten in dit aardmen-gsel 'n jaar op de -gewone wijze gekweekt zijn, worden de bloemen in 't volgend jaar blauw in plaats van rosekleuri-g. B—r. HOOGE RAAD. VERBODEN VERVOER VAN VEE. De Hooge Raad behandelde Woensdag het cassatieberoep van K. P. R. te Ooltgensplaat, die herkauw'ende dieren van het eiland Goeree- Overflakkee -had vervoerd naar een -ander ge deelte van het land, niettegenstaande zulks door den minister van binnenlandsche zaken en land bouw ter voorkoming van besmetting was ver boden. De ambtenaar van het O. M. eischte deswege tegen hem wegens overtreding van de Veewet een geldboete van 2000, doch de kantonrechter te Sommelsdijk veroordeelde verdachte tot 80 boete. In hooger beroep legde de rechtbank te Rot terdam een geldboete van 400 op. Na-dat mr. -De Jong uit Rotterdam -het cassatie beroep had toegelicht, werd de conclusie van het O. M. bepaald op 8 Juni. ERNSTIG MOTORFIETSONGELUK IN DEN BOSCH, Twee dooden. De 32-jarige gehuwde metselaar H. van Ant werpen uit Amsterdam zou de Pinksterdagen doorbrengen bij z-ijn ouders te Vught. Zondag avond zou hij nog een motorfietstochtje maken over St. Michielsgestel en Den Bosch, waarop z-ijn -zuster, die eveneens te Amsterdam in be trekking was, hem op de duo vergezelde. Om streeks ha-lf-twaalf passeerde hij op den terug weg naar Vught de Vughte-rbru-g te 's-Hertogen- bosch uit de richting Vught naderde toen een auto. Plotseling kwam achter den auto een an dere motorfiets vandaan, de 30-jarige ongetrouw de reiziger Jac. van Berkel uit Hintham, die klaarblijkelijk getracht heeft den auto voorbij te komen en met groote vaart reed. Beide motor fietsen botsten tegen elkaar. Het meisje op de duo, dat het ongeluk zag aankomen, was er tij dig afgesprongen en kwam met -eenige 'ichte kneuzingen en den schrik vrij. D-e beide motor- fietsers -wa^en er echter ernstig aan toe. Van Berkel was een eind weggeslingerd en bleef daar l met een gapende hoofdwonde, een beenbreuk en andere ernstige verwondingen liggen. Door de botsing was de benzinetank van de motorfiets van v. Antwerpen gescheurd, de uitstroomende benzine geraakte in brand en daardoor ook de klecren van v. Antwerpen, die onder -de motor fiets lag. Hoewel voorbijkomende personen da delijk 'hulp ver-le-enden, konden zij niet voorko men, dat v. A. over het geheele bovenlichaam zware brandwonden kreeg. Beide slachtoffers werden naar het nabijgelegen Protestantsche ziekenhuis vervoerd, waar geneeskundige en geestelijke hulp werd verleend. Van Berkel is nog -denzelfden avond overle den, Van Antwerpen heeft nog geleefd tot Maandagmorgen half-zes. ERNSTIG MOTORFIETSONGELUK OP DEN MUIDBRSTRAATWEG. Een doode. Zondagmiddag omstreeks kwart over 4 is op den Muiderstraatweg tusschen het Merwede kanaal en Muiden een ernstig motorfietsongeluk gebeurd. Benige Duitsche motorfietsrijders, die een bezoek aan Nederland brachten, reden in de richting Naarden. Een van hen wilde, toen er een hevige wind kwam opsteken', die veel stof omhoog deed dwarrelen, dn een café gaan schuilen en sloeg opeens links af de tramrails over. Op hetzelfde oogenblik naderde de Gooi- sche tram, komende uit de richting Amsterdam Deze kon niet tijdig meer tot stilstand worden gebracht, waardoor de motorfiets in de flank werd gegrepen en geheel in elkaar gedrukt. De bestuurder, de 27-jarige F. Lindberg uit Elber- feld, kwam er goed af hij liep slechts etenige lichte schaafwonden aan de beenen op. De in den zijspanwagen gezeten' 22-jarige Martha Buelhoff uit Barmen werd deerlijk verminkt. Per ziekenauto uit Weesp zijn beiden naar het Bur- gerziekenhuis te Amsterdam overgebracht. Kort na aankomst aldaar is het meisje overleden. De oorzaak van het ongeluk is toe te schrij ven aan het feit, dat dé motorfietsrijder niet met den weg bekend was en daardoor geen acht sloeg op de tramrails. De bestuurder van de tram verklaarde, nog signalen te hebben gege ven, welke waarschijnlijk door d'en plotseling opgestoken harden wind niet wrden gehoord. AUTO-ONGELUK BIJ SNEEK. Twee dooden en twee licht gewonden. Maandagmiddag reden twee autobussen van Sneek in de richting Lemmer. Een luxe-auto kwam hen met groote snelheid acherop rijden en wou hen -met een vaart van ongeveer 80 K.M. i-n het uur passeeren. De chauffeur van den achtersten bus heeft geen signaal gehoord. Bij het -passeeren heeft de luxe-auto het spatbord van den achtersten bus geraakt, sloeg daarna tegen een boom en kwam vervolgens met een hevigen slag tegen den bus terecht, waardoor de auto een halven slag omdraaide. De beide personen die aan den linkerkant in den auto gezeten waren, werden op slag gedood. Van de drie overige inzittenden werden twee naar het ziekenhuis te Sneek vervoerd; een van hen kon, na verbonden te zijn, naar huis gaan, en de toestand van den ander, P. St-i'lma, was van morgen bevredigend. De politie van Sneek was spoedig ter plaatse en stelde een onderzoek in. De autobus werd vrijgegeven, daar vrijwel vast staat, dat den chauffeur daarvan geen schuld treft. De luxe auto, die totaal vernield was, werd in -beslag genomen. De slachtoffers zijn de 24-jarige Tj. 'Boersma, sedert -drie maanden gehuwd, en de 21-jarige ongehuwde Th. Bergstra. ONBEWAAKTE OVERWEGEN. Auto door een trein gegrepen. DE AUTOBESTUURDER GEDOOD. Dinsdagmiddag kwam op den Langen Ame rika, in de nabijheid van de Zwan'enspreng, de 19-jarige H. Barmentlo, bestuurder van een vrachtauto van de eierexpeditie van de firma Otten uit Apeldoorn, op den spoorwegovergang van de lijn ApeldoornDieren in botsing met den lokaaltrein, die op dit oogenblik den on- beweekten overweg passeerde. De auto werd door de locomotief gegrepen en ongeveer 240 M'e-ter meegesleurd, voor de trein tot stilstand kon worden gebracht. De botsing was zoo krach tig, dat B. uit zijn auto werd geslingerd en in een langs den weg loopende sloot werd ge vonden. B. bleek bij aankomst van de politie reeds te zijn overleden. De auto is totaal ver brijzeld. Het uitzicht op de spoorbaan ter plaat se is behoorlijk vrij. DE VROUW ALS NOTARIS. Welke moeilijkheden haar te wachten staan. Zooeven vond ik op -mijn schrijftafel -het ont werp van mevrouw Bakker-Nort c.s., dat tot strekking heeft de benoeming van de vrouw tot notaris mogelijk te maken. En daar ik juist thuis gekomen ben van een door mij gehouden boelhuis (ik ben namelijk dorpsnotaris) en ik kletsnat en onzegbaar vies en vuil ben, met voeten waaruit alle gevoel is verdwenen ten gevolge van het ongewone uren lang staan en rondscharrelen op klompen in modder en minder geurige zelfstandigheden, heb ik nu de rechte stemming over dat wetsontwerp te keuvelen. Moge lezeres en lezer willen vergeven, als het onderwerp eenigszins plat mocht schijnen. De vrouw als notaris. Ik weet het niet, of de boegen 'bij mevrouw de notaris willen komen om haar op te dragen boelhuis te houden. Och, er zijn oolijkerds onder de boeren en misschien zal zoo'n oolijkerd de grap wel eens willen hebben. Mevrouw, zal hij dan zeggen, neemt U uit voorzichtigheid Uw klompen mede 'en trekt Uwe oudste spulletjes aan. Want de ver-kooping beweegt zich over al rond op de plaats; in de stallen waar hooi en stroo en van alles wat U -erg vies vindt in dikke lagen aanwezig is. In de varkens- en schapenhokken; op het erf, waar U misschien naar Uw zin wat erg diep in de modder zakt. En als U dan zoo'n heelen dag in het gedrang hebt gestaan tusschen mannen met hun dikke knuppels, -en koeien en paarden en andere beesten, die zich soms heel onfat soenlijk gedragen, nu U begrijpt w-el, dat de kleed-eren va-n de aanwezigen soms heel wat mede krijgen. De vrouwen blijven dan ook altijd uit het gedrang. Wees gerust, gedronken wordt er niet. Nu ja, als er een café dicht in de buurt is, dan in de pauze soms een -paar borrels, vooral als bet koud is. Anders toch niet zoo erg. Maar een beetje luidruchtig. U vindt een beetje ruw, gaat het wel toe. Vooral als er ruzie ontstaat over kwesties van ibieden en mijnen. Maar dan flink zijn, want de notaris beslist. Uw stem maar goed uitzetten. En bij een ruwe gra-p niet kwaad worden. Het best is ook een beetje ruw antwoorden, dan hebt U de lachers op Uw hand. En -die te lastig is, er maar uit. Zoo ongeveer zal onze boer mevrouw de notarisse toespreken. En als zij dat nu maar goed ter harte neemt en haar zenuwen in be dwang houdt, vooral na afloop als de heele drom eenigszins verhitte boeren om haar tafel staat bij de betaling, nu dan zal het ook verder w-el goed afloopen. Als mevrouw nu maar niet overkomt wat mij wel eens gebeurd is, dat ik op de glibberige voorgenoemde zelfstandigheid uitgleed en lang uit in die zelfstandigheid kwam te vallen; want dat lijkt mij voor een dame toch een beetje machtig. Als mevrouw een veiling van landerijen heeft, als zij vooraf met de verkoopers de situatie der perceelen gaan opnemen, en voor den verkoop geschikt maken, U begrijpt wel, dat de beste opbrengst veelal niet te verwachten is bij ver koop volgens de kadastrale indeeling. De notaris (esse) -gaat -dus al vroeg in den morgen (het is winter ten dus nogal koud en nat en winderig) het veld in met den flinksten zoon van -den boer, want vader is al wat oud-er en moeder de vrouw waagt er vader in dit weder liever niet aan. Over alle landstukken' gaat het heen, over hekken en slooten (via planken of met 'polsstok) en nu wordt, naar gelang het verwachte belang van mogelijke koopers medebrengt, hiervan een stuk afgenomen en daar een stuk bijgevoegd en dan alles opgemeten. Een beetje nauwkeurig als U blieft. Want als achteraf zou blijken, dat er belangrijke ver schillen in de grootte der aangeboden perceelen zouden zijn, zou mevrouw de notaris onder de boeren erg raar besproken worden. Nu, meten is een erg gezond werk, heel goed voor de ruggespieren dat al maar door bukken; en bij de tegenwoordige kleeding der dames kan het ook beter dan vroeger. Een boterham uit 't handje ergens in een diepe sloot of onder een brug bij wijze van lunch smaakt dan heel goed. En als m'en' dan 's avonds doodop thuis komt, slaapt de notaresse ai op een tijd, -dat ze er anders over zou gaan denken thee te zetten. Maar zoo'n heelen dag in een feilen wind met dikwijls regen of hagel en sneeuwWil me vrouw om haar tint denken Wat vettige cr-eme was mogelijk niet kwaad De veiling zelf is voor mevrouw ook heel plezierig. Ja wij veilen altijd in een café. 's Avonds om een uur of acht beginnen we. En we zitten dan gezellig met de verkoopers op een tooneel of andere verhooging, zoodat we de zaal goed overzien kunnen. Wat e'en opgepakte menschendrom en wat een rook Om te snijden Je kleeren ruiken er na een week nog heelemaal naar. U begint nu met voor de zaal de condities voor te lezen, allerlei toelichting te geven en de voorkomende vragen te beantwoorden. Daar na komt de afslager aan de beurt en gaat per ceel na perceel. Denkt U er om, want nu komt h-et er op aan Dien bieder moet U weigeren, hij probeert het wel ook mede te bieden, maar hij is een zwakke -broeder, als het op betalen aankomt. Weigert H flinkweg zijn bod. Ja hij is kwaad en zijn vrienden, ook al zwakke broe ders, vallen hem bij. Toch volhouden, want U draagt -de verant woordelijkheid. Poeiert U -hem liefst maar zóó af, dat hij de zaal uit gaat en de orde niet verder verstoren kan, dan is het tumult weer uit. Dan zullen de boeren zeggen, dat is een manskerel. Zij doet het bijna net zoo goed als een echte notaris. Eindelijk is het afgeloopen. Nu nog een half uurtje. Uw procesverbaal afmaken en d-e koopers en hun borgen laten teekenen. En als dit nu ook zonder verdere geschillen, die daarbij zoo licht kunrien ont staan, afloopt, dan gaat U naar huis. Nu is het ook al nacht, bijna 'twaalf uur. Nu alleen nog een goed uurtje rijden langs aller lei stikdonkere wegen voor U weer thuis is. Gelukkig dat mevrouw een flinken candidaat of klerk naast zich heeft zitten, want anders is het wel een beetje eng, als je misschien veel geld hebt ontvangen. Staat mevrouw dit niet erg aan? Wel hoe, wil ze dan liever notaris in een stad zijn In een groote stad Ja dan zit je zoo maar gezellig op je bureau en de menschen komen wat met je keuvelen net als bij den advocaat. Hé, een -boodschap of mevrouw van middag daar en daar wil komen om over een testament te spreken. Wat een enge straatEnfin er naar toe, het is je vak en -dus je plicht. Maar het valt toch tegen. Maar dat hooge stille huis in zoo'n ach terbuurt. Kom, gaat U maar binnen. Hu, dal is me ook een onguur type, die U zegt met hem mede te gaan. Heel wat gangen en portalen door, en trap op trap af. Eindelijk een deur. Nu, de rest kan mevrouw zich voorstellen zooals zij wil. Vindt mevrouw het eng Moet er e'en po- Htie-agent mee Maar mevrouw, U weet toch, testamenten, dat is geheim En als U met poli-tie-agenten begint, dan zal men gauw een 'heel eigenaar- digen indruk 'van mevrouw de notaris krijgen. Het eenvoudige volk zal het kantoor van mevrouw dan maar liever vermijden. Mevrouw de notarisse zal spoedig ervaren, dat in heel vele opzichten het notariaat ook in de stad een beetje minder prettig is voor een vrouw. Had zij vooraf maar eens geïnformeerd bij de honderden dames, die op notaris-kantoren werkzaam zijn, dan zou zij ontdekt hebb'en, dat alleen het mannelijke personeel er met den no taris op uit gaat en de dames nooit meegaan. Misschien zou haar dat te denken gegeven heb ben. (Maasbode). VOOR DE HUISVROUW. Zandkoekjes, (Eerste recept). Een heerlijk koekje voor weinig geld krijgt u op de volgende wiizeLI neemt een ons boekweitenmeel, en een gelijk gewicht boter en suiker. Kneed het flink dooreen, maak er kleine balletjes van en druk ze met een natte vork een weinig plat op het bakblik. Laat vooral de oven niet te -heet worden, en bak ze lichtbruin (plusm. 15 min.) Even -laten bekoelen en mete en mes van 't blik nemen. (Tweede recept). 3 ons boter en 125 gram poedersuiker. 'Door elkaar kneden. Bestuif eten plank of tafel met meel en rol het deeg met een met meel bestoven deegrol uit tot Yi c.M. dikte. Steek er met een glas of kopje koekjes uit. Leg ze op een met -boter besmeerd bakblik (niet te gen elkaar aan) er! -bak ze in een matig warme oven lichtbruin, (plusm. 15 min.) Neem ze da delijk van 't bakblik en laat ze hierna afkoelen. VOOR DE HUISVROUW. Om uw schoenzolen sterk -te maken, smeert ti ze eens of meermalen per week in met lijn olie. Ze gaan dan minstens twee- of driemaal zoo lang mee. Vooral voor moeders met school gaande kindeiten een groote 'bezuiniging. Lijn olie kunt u ook gebruiken voor uw aanrecht, althans granieten. Liefst als het nog nieuw is, met lijnolie inwrijven en verder zoo voor en na eens, als het goed droog is. Het blijft dan veel mooier en donkerder van kleur, terwijl het min der gauw vlekken opneemt.

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 9