Bij Pijnen -S"
DERDE BLAD
Zaterdag 30 Mei 1931»
No. 3750
Rechtzaken.
Gemengd Nieuws.
VARIA.
Land- en Tuinbouw.
Mijnhardt's Poeders
to woc-SIG-NO WSES
BESTRIJD DE AARDAPPELZIEKTE
Dat vroege zoowel als late aardappelen voor
een groot aantal ziekten vatbaar zijn, is tegen
woordig bij de telers wel algemeen bekend. Som
mige dier ziekten kunnen bestreden worden, of,
juister gezegd, een bepaalde partij kan er in
meer of mindere mate van worden bevrijd, door
een nauwkeurige selectie, waarbij dan bij
het winnen van poters van geheel gezonde
planten wordt uitgegaan.
Er zijn echter ook ziekten, waartegen de meest
nauwkeurige slectie niet baat, wat o.a. het geval
is met ziekten, veroorzaakt door zwammen,
waarvan de voortplantingsorganen, de s p o r e n
door de lucht worden verspreid. Tot deze ziek
ten behoort de 'kwaal, welke bij den aardappel
langer dan alle andere kwalen bekend is en die
daarom wel DE aardappelziekte genoemd wordt.
Spreekt men van ,,de aardappelziekte zonder
eenige nadere aanduiding, dan bedoelt men geen
bladrol, ge'en topbont, geen Crinkle, geen ring-
vuur, geen Rhizoctonia, geen wratziekte, of hoe
al die ziekten ook heeten mogen, maar dan be
doelt men uitsluitend de oude ziekte, welke zoo
wel de bladeren als de knollen „ziek" maakt en
welke door een zwam, een wierzwam: „Phy-
tophthora infestans" veroorzaakt wordt.
Doordat de hierdoor aangetaste aardappel
knollen voor het gebruik ongeschikt zijn en de
eene knol de andere ziek maakt, is de schade
dikwijls heel groot, terwijl er jaren zijn, waarin
de ziekte bepaald erbarmelijk kan huis houden.
Of dit al of niet het geval is, hangt -grootfen-
deels af van de weersomstandigheden tijdens den
groei van het aardappelgewas. Warmte en vocht
zijn voor de ontwikkeling van alle zwammen
gunstige factoren. En het is dan ook een be
kend feit, dat bij z.g. „broeïïg" weer, als de
atmosfeer vochtig en de lucht warm is, DE
AARDAPPELZIEKTE zich meest altijd spoe
dig vertoont en snel uitbreidt. Daarentegen heeft
men er in droge en in koele zomers weinig last
van. Daarom is het te verklaren, dat er naast
zomers met veel ziekte ook jaren voorkomen,
waarin de ziekte zoo goed als niet wordt waar
genomen.
Voor VROEGE aardappelen is, in het alge
meen gesproken, het gevaar voor aantasting
minder groot dan voor de late of winteraard
appelen. Gewoonlijk treedt de ziekte n.l. niet
■voor het einde van Juni op, soms zelfs later.
Het kan dus zijn, dat een groot deel der vroege
aardappelen gerooid is, voordat de kwaal zich
vertoont. De laatste jaren hebben echter schit
terend bewezen, dat de telers al 'heel verkeerd
zouden doen om hierop te vertrouwen, want
zoowel in 1929 als in 1930 (trouwens ook in
verscheidene jaren daarvóór) is de schade,
welke „de aardappelziekte" in vroege aardap
pelen heeft teweeg gebracht, buitengewoon groot
geweest.
Daarom doen alle verbouwers verstandig om
alle jaren bijtijds de noodige maatregelen tegen
bestrijding der ziekte te nemen. De maatregelen
zelf zijn wel bekend, doch zekerheidshalve laten
wii ze hier nog even volgen. Men bestrijdt de
ziekte n.l door BORDEAUXSCHE PAP of
door BOURGONDISCHE PAP.
Wil men van de eerstgenoemde 100 liter ge
reed maken, dan 'heeft men noodig 1 K.G. o n-
gebluschte kalk en 1 Yi K.G. koper
vitriool. De kalk wordt in een emmer of
vat met een weinig water eerstf „geblusclit",
d.w.z, in een toestand gebracht, waarin de
kluiten tot een poedervormige massa uiteenval
len. 'Dan doet men er zooveel water bij, dat een
zeer dunne pap, z.g. „kalkmelk" ontstaat, en
deze giet men door een zeef van paklinnen in
het houten vat, waarin de pap gemaakt
wordt.
Het kopervitriool wordt in een houten
emmer door middel van warm water opgelost
en daarna met een grootere hoeveelheid koud
water verdund. Vervolgens giet men deze ver
dunde oplossing met een dunne straal onder
gelijktijdig roeren bij de kalkmelk en voegt er
zooveel water bij, dat de vereischte 100 liter
verkregen is. Dan is de Bordeauxsche gereed
voor het gebruik. Een blank staafje ijzer of
staal, b.v. een zakmes, mag, in de vloeistof ge
stoken en daarna aan de lucht blootgesteld, geen
bruinen aanslag vertoorien. Doet het dit wel,
dan moet nog eenige kalkmelk bijgevoegd wor
den.
Zooals men ziet, is de bereiding eenigszins
omslachtig. Daarom geeft men vaak de voor
keur aan Bourgondische pap, die gemaakt wordt
van kopersulfaat en sodex. Beide stoffen wor
den tegenwoordig veel -met elkander vermengd
en dan onder den naam van NORMAAL
PAPPOEDER in den handel gebracht. Lost men
daarvan 2J4 K.G. per 100 liter water op in een
houten vat, dan is direct het te gebruiken
mengsel klaar.
Bourgondische pap is dus gemakkelijker te
bereiden dan Bordeauxsche, maar^e
eenigszins gevaarlijk. Kopervitriool en sodex
moeten n.l. in een bepaalde verhou
ding gemengd worden. Iets te veel vitriool
kan schadelijk werken, iets te veel sodex even
eens. Daarom moet het pappoeder uitsluitend
van betrouwbare adressen worden gekocht, on
der voorwaarde dat het voldoet aan de eischen
door de Rijkslandbouwproefstations vastgesteld.
Heeft men nu besloten met welke pap men
sproeien wil, dan komt nog de vraag: WAN
NEER de eerste besproeiing zal worden uitge
voerd. Om hiervoor den juisten tijd te bepalen
worden de telers tegenwoordig prachtig gehol
pen door het Meteorologisch Instituut te De Bilt.
Zooals wel bekend is, verzamelt men daar zeer
nauwkeurig de gegevens, die betrekking hebben
op de weersgesteldheid. En daar wordt ook
nauwkeurig nagegaan of de atmosferische om
standigheden van dien aard zijn, dat zij gunstig
werken op het ontstaan van „de aardappel
ziekte". Is dat zoo, dan wordt het onmiddellijk
door de Radio en door de dagbladpers ge
publiceerd.
Hierop in de maanden Juni en Juli te letten
kan dus niet dringend genoeg worden aanbe
volen. En dan moet onmiddellijk van de waar
schuwing partij worden getrokken door zonder
verwijl de aardappelen te besproeien. Zelfs is
het aan te bevelen om hierop met de eerste
besproeiing niet te wachten, omdat het
wel gebeurt, dat de eerste ziekteverschijnselen
zich al voordoen t e g e 1 ij k met de waarschu
wing van De Bilt. En de aardappelen moeten
liefst besproeid worden vóór de eerste ver
schijnselen.
Uit een en ander volgt, dat de telers van
vroege aardappelen n u reeds alles moeten
aanschaffen en gereed maken wat voor de be
sproeiing noodig is. Nu reeds moeten dus de
houten vaten en de pulverisators gereed en
schoon gemaakt worden; nu reeds inoefen de
stoffen, hetzij kalk en kopersulfaat, hetzij nor
maal pappoeder, worden aangekocht. En, als
De Bilt niet eerder waarschuwt, moet omstreeks
half Juni tóch voor het eerst worden gesproeid
en bij de eerste waarschuwing voor de tweede
maal. Verder is het ten zeerste aan te raden
nog een derde maal te sproeien, b.v. een week
na de tweede keer.
Maar vóór alles bevelen we aan toch vooral
t ij d i g alle materiaal gereed te maken. Om
doel te treffen moet bij de bestrijding van „de
aardappelziekte" snel gehandeld worden. Wacht
men met de voorbereidingen totdat de ziekte er
is, dan is er geen redden meer aan.
Dan komt m'en TE LAAT
DE MAANDELIJKSCHE GROEI VAN DE
L. O. EN DE T. O.
Op 1 Maart 1931 trad per provincie het
hieronder vermelde aantal landbouwers als lid
der L. O. toe
Provincie.
Friesland
Groningen
Drenthe
Overijssel
Gelderland
Utrecht
Noord-Holland
Zuid-Holland
Zeeland
Aant. leden.
9
6
12
9
5
5
7
9
17
Totaal 79
Loon.
11.048.
4.898.—
5.005.-
5.895-
3.196.
2.416.
9.898.—
11.206.-
18.976.
72.538.—
Per 1 Maart 1931 trad'en als lid der T. O.
toe 53 werkgevers, uitbetalende aan loon
64.878.-.
Sedert 1 November 1930 vermeerderde het
aantal leden bij de
Landbouw-Onderlinge met 501, uitbetalende
833.173.— loon.
Tuinbouw-Onderlinge met 185, uitbetalende
229.493.— loon.
Voor den Secretaris,
D. KEIJZER.
Herkingen, Mei 1931.
UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD.
(Nadruk verboden).
In Kunstmest verbouwde Groenten, In ons
laatste artikel hebben wij betoogd, dat kunstmest
een gewenschte, en in vele gevallen noodzake
lijke aanvulling is van den natuurlijken mest.
En we weten nu al bij ondervinding, dat 't
gebruik van kunstmest ook in d'en tuinbouw
den oogst belangrijk en met voordeel verhoogen
kan. Maar wat we nog wel eens als bedenking
kunnen hooren, is: dat de kwaliteit van
in kunstmest verbouwde groenten slechter zou
zijn dan die, geteeld .in stalmest, beer of com
post. Hetzelfde beweerde men een kwarteeuw
geleden vrij algemeen en kon men ook vernemen
van de zijde der conservenfabrikanten, die zich
met de nieuwe wijze van bemesting verre van
ingenomen toonden. Anderen, die al eenige er
varingen hadden, 'bestreden ten zeerste die be
weringen, en zoo stonden de mèeningen tegen
over elkander, en bleven velen nog aan dat
vooroordeel en die vrees vasthouden, 't Ging
hiermee als met de vroeger gehoorde bewering
in den landbouw, dat kunstmest wel meer hooi
gaf, maar ook lichter hooi. En aan dat praatje
werd eerst voor goed het zwijgen opgelegd, na
dat de heer S. Koenen, Rijkslan'dbouwleeraar
voor Overijsel, in vereeniging met 'het Proef
station te Wageningen, het bewijs had ge-
levrd, op grond van cijfers, dat die meening,
door vele landbouwers verkondigd, beslist o n-
juist was. Ook hier moest hetzelfde geschie
den. Toen de stemmen tegen kunstmestgebruik
in den tuinbouw in Duitschland opgingen, be
sloten verschillende belanghebbenden en belang
stellenden een groote proefneming op touw te
zetten, om aan te toonen, dat groenten in kunst
mest geteeld, voor de inmakerij even geschikt
zijn als die in natuurmest verbouwd. Er zou een
z.g. „Dauerwaarenprüfung", dat is: een onder
zoek van de verduurzaamde groent'en plaats heb
ben. Verschillende onderzoekingen hadden plaats
in de jaren 19061909, en wel te Brunswijk.
Voor ons ligt het verslag van het derde onder
zoek in de „Conserven-Zeitung", No. 4 van
22 Januari 1909. Het heeft nu nog zijn volle
beteekenis, en 't kan daarom ook nu nog zijn
nut hebben er onzen lezers den hoofdinhoud van
mee 'te deelen. 't Onderzoek ging aldus toe. In
den loop van 'het jaar werden onder nauwkeurig
toezicht een partij groenten of vruchten geoogst
van de verschillende bemeste perceelen der
proefvelden. Deze werden dan door eerste des
kundigen in bussen of flesschen ingemaakt en
later kwamen de juryleden bijeen, om een nauw
keurig onderzoek naar de kwaliteit van het
geconserveerde in te stellen.
(Slot volgt).
Levenskracht van Onkruidzaden. Onkruid
zaden, in voedermeel voorkomende, kunnen een
taai leven 'hebb'en, en zelfs nog kiemkrachtig
zijn, als ze het darmkanaal van 't vee gepasseerd
zijn. Maar hoe staat het met onkruidzaden' in
den stalmest?
Hieromtrent heeft men in de jaren 1917—'21
aan het Deensche proefstation voor zaadcontrole
een onderzoek in gesteld, door 100 zaden van
34 verschillende onkruiden in doosjes van koper
draad in stalmest te 'bewaren, 't Resullaat was,
dat de kiemkracht 'zeer verminderde door de
warmte en vochtigheid en de scheikundige sa
menstelling van het vocht. Anders dus, dan vaak
is beweerd, dat ook na verblijf in de mestvaalt
de onkruidzaden zeer kiemkrachtig zouden blij
ven. Echter toonden n paar monsters, die bov'en
in de vaalt betrekkelijk droog hadden gelegen,
nog vrij wat kiemkrac'ht. Daarom werden de
proeven in de jaren 1923—'27 herhaald, en
daarbij bleek, dat van zaden op een halven
meter diepte slechts één op de 100 na 2
maanden nog kiemde. De zaden boven in
de vaalt vertoonden na een paar weken
zelfs nog een ietwat hoogere kiemkracht, maar
die was na een paar maanden voor 80 procent
•verdwenen. Hieruit volgt, dat men afval, waar-
j in onkruidzaden zitten, niet boven op den
mesthoop moet gooien en laten liggen.
De Vergelingsziekte. Men hoorde de laatste
jaren van de Zeeuwsche ziekte bij bieten, zoo
geheeten, omdat ze bijna alleen in Zeeland voor
kwam. Zij openbaarde zich in g e e 1 k 1 e u
ring, welke echter verschillend karakter ver
toonde, n.l. geringe geelkleuring, effen geel wor
den van het blad, marmering der bladeren, of
groote, -gele vlekken. Typisch is, dat tusschen
de groote, gele plekken bladmoes groene stroo-
ken bleven. De „Vergelingsziekte" is niet alleen
schadelijk door vermindering van loof- en -bieten-
opbrengst, maar ook het suikergehalte der bie
ten wordt er sterk door gedrukt. Bij onderzoek
te Groningen bleek een gezond gewas 6600 K.G.
suiker op te leveren, een ziek gewas slechts
4400 K.G., dus maar twee derden. Men tracht
de ziekteoorzaak of -oorzaken op te sporen, en
is thans geneigd de beschreven ziekte der voe
derbieten te rekenen tot den kring der „ont-
ginningsziekten". Waarschijnlijk is de Verge
lingsziekte ook te bestrijden met koper
sulfaat.
Kippenhokken. Bij het mak-en van een kippen
hok geeft men in 't algemeen zooveel mogelijk
den voorkant de richting naar het Zuiden. Na
tal van proeven genomen te hebben, schijnt een
Amerikaansche fokker beter ervaring te hebben
opgedaan met -een hok, dat van 't Noord-en naar
't Zuiden loopt, en waarvan de vensters naar
't Oosten en Westen opengaan. Als een der
voornaamste voordeelen daarvan wijst hij er op,
dat hennen en kuikens in de vrdegte en 's avonds
de zon krijgen, terwijl zij 's middags, wat voor
het warme jaargetijde van belang is, in de
schaduw zitten. Ook beweert hij, dat de tem
peratuur over 't geheel meer gelijkmatig is, en
's nachts niet zoo aanmerkelijk daalt, zooals in
de vroeger gebruikte hokken, wat dikwijls aan
leiding gaf tot ziekten. Het strooisel blijft voorts
gelijkmatiger op den grond uitgespreid liggf'en,
en wordt niet, gelijk anders het geval is, naar
den Noordwand opgehoopt. Ook kan het langer
gebruikt worden. Bij 't scharrelen en krabben
heeft de hen meer den kop naar het licht toe
gewend en werpt het stroo naar alle richtingen
rond, zoodat het gelijkmatig overal heen ver
deeld blijft en daardoor ook het korrelvoeder
beter gestrooid kan worden, zonder dat de kip
pen den kalen grond openkrabben en dé aarde
over het stroo heen werpen.
en vele ongesteldheden, zullen U de hier
genoemde genezende en pijnstillende
spoedig helpenMijnhardt's Hoofdpijnpoeders
Kiespijnpoeders Verkoudheidspoeders.
Hoestpoeders. Rheumatiekpoeders.
Maagpoeders. Pijnstillende poeders.
Op poeders en doos staat de naam Mijnhardt.
Let bij het koopen hierop 1 Prijs per poeder 8 ct.
en per doos 45 ct. Verkrijgbaar bij Uw Drogist.
De Koningin van den Nacht. „Koningin van
den Nacht" noemt men den grootbloemigen
Kaarscactus (Cerens grandiflorus Mill.), een
bijna onbeduidende soort, die zich evenwel door
wonderschoone bloemen van 15—20 c.M. 'breed
kenmerkt. De naam hangt samen met de eigen
aardigheid der bloem 's nachts te bloeïen. Hoe
wel de bloemknoppen reeds weken te voren aan
wezig zijn, komt de snelle ontwikkeling van de
bloem eerst einde Juli tot Augustus, zoodat de
knoppen zienderoogen groeien. Des avonds laat
opent zich de heerlijk geurende bloem .terwijl
ze een fijnen, doordringenden vanille-geur uit
stroomt, om 's ochtends te verwelken. Deze
eigenaardigheid van 's nachts te bloeien, treft
men ook bij ander-e Cerens-soorfen aan, bijv.
bij de Cerens nycticallus L. Deze soort wordt
wel eens verkeerdelijk als „Koningin van den
Nacht" beschouwd; den heerlijken geur echter
mist zij.
Blauwe Hortensia's. Hortensia's met blauwe
bloemen verkrijgt men' door ze te planten in
veel ijzerhoudende aarde. Deze maakt men door
't vermengen van zeer vetten veengrond met
vooraf geprepareerd ijzervijlsel. Het ijzervijlsel
■moet eenige dagen vooraf met azijn of regen
water bevochtigd worden, zoodat het sterk roest
en zacht wordt. Voor het met d-e aarde ver
mengd wordt, stampt men 't fijn, omdat door
de fijne verdeeling spoediger werking verkregen
wordt. Als de planten in dit aardmen-gsel 'n jaar
op de -gewone wijze gekweekt zijn, worden de
bloemen in 't volgend jaar blauw in plaats van
rosekleuri-g. B—r.
HOOGE RAAD.
VERBODEN VERVOER VAN VEE.
De Hooge Raad behandelde Woensdag het
cassatieberoep van K. P. R. te Ooltgensplaat,
die herkauw'ende dieren van het eiland Goeree-
Overflakkee -had vervoerd naar een -ander ge
deelte van het land, niettegenstaande zulks door
den minister van binnenlandsche zaken en land
bouw ter voorkoming van besmetting was ver
boden.
De ambtenaar van het O. M. eischte deswege
tegen hem wegens overtreding van de Veewet
een geldboete van 2000, doch de kantonrechter
te Sommelsdijk veroordeelde verdachte tot 80
boete.
In hooger beroep legde de rechtbank te Rot
terdam een geldboete van 400 op.
Na-dat mr. -De Jong uit Rotterdam -het cassatie
beroep had toegelicht, werd de conclusie van
het O. M. bepaald op 8 Juni.
ERNSTIG MOTORFIETSONGELUK IN
DEN BOSCH,
Twee dooden.
De 32-jarige gehuwde metselaar H. van Ant
werpen uit Amsterdam zou de Pinksterdagen
doorbrengen bij z-ijn ouders te Vught. Zondag
avond zou hij nog een motorfietstochtje maken
over St. Michielsgestel en Den Bosch, waarop
z-ijn -zuster, die eveneens te Amsterdam in be
trekking was, hem op de duo vergezelde. Om
streeks ha-lf-twaalf passeerde hij op den terug
weg naar Vught de Vughte-rbru-g te 's-Hertogen-
bosch uit de richting Vught naderde toen een
auto. Plotseling kwam achter den auto een an
dere motorfiets vandaan, de 30-jarige ongetrouw
de reiziger Jac. van Berkel uit Hintham, die
klaarblijkelijk getracht heeft den auto voorbij
te komen en met groote vaart reed. Beide motor
fietsen botsten tegen elkaar. Het meisje op de
duo, dat het ongeluk zag aankomen, was er tij
dig afgesprongen en kwam met -eenige 'ichte
kneuzingen en den schrik vrij. D-e beide motor-
fietsers -wa^en er echter ernstig aan toe. Van
Berkel was een eind weggeslingerd en bleef daar l
met een gapende hoofdwonde, een beenbreuk
en andere ernstige verwondingen liggen. Door
de botsing was de benzinetank van de motorfiets
van v. Antwerpen gescheurd, de uitstroomende
benzine geraakte in brand en daardoor ook de
klecren van v. Antwerpen, die onder -de motor
fiets lag. Hoewel voorbijkomende personen da
delijk 'hulp ver-le-enden, konden zij niet voorko
men, dat v. A. over het geheele bovenlichaam
zware brandwonden kreeg. Beide slachtoffers
werden naar het nabijgelegen Protestantsche
ziekenhuis vervoerd, waar geneeskundige en
geestelijke hulp werd verleend.
Van Berkel is nog -denzelfden avond overle
den, Van Antwerpen heeft nog geleefd tot
Maandagmorgen half-zes.
ERNSTIG MOTORFIETSONGELUK OP
DEN MUIDBRSTRAATWEG.
Een doode.
Zondagmiddag omstreeks kwart over 4 is op
den Muiderstraatweg tusschen het Merwede
kanaal en Muiden een ernstig motorfietsongeluk
gebeurd. Benige Duitsche motorfietsrijders, die
een bezoek aan Nederland brachten, reden in
de richting Naarden. Een van hen wilde, toen
er een hevige wind kwam opsteken', die veel
stof omhoog deed dwarrelen, dn een café gaan
schuilen en sloeg opeens links af de tramrails
over. Op hetzelfde oogenblik naderde de Gooi-
sche tram, komende uit de richting Amsterdam
Deze kon niet tijdig meer tot stilstand worden
gebracht, waardoor de motorfiets in de flank
werd gegrepen en geheel in elkaar gedrukt. De
bestuurder, de 27-jarige F. Lindberg uit Elber-
feld, kwam er goed af hij liep slechts etenige
lichte schaafwonden aan de beenen op. De in
den zijspanwagen gezeten' 22-jarige Martha
Buelhoff uit Barmen werd deerlijk verminkt. Per
ziekenauto uit Weesp zijn beiden naar het Bur-
gerziekenhuis te Amsterdam overgebracht. Kort
na aankomst aldaar is het meisje overleden.
De oorzaak van het ongeluk is toe te schrij
ven aan het feit, dat dé motorfietsrijder niet met
den weg bekend was en daardoor geen acht
sloeg op de tramrails. De bestuurder van de
tram verklaarde, nog signalen te hebben gege
ven, welke waarschijnlijk door d'en plotseling
opgestoken harden wind niet wrden gehoord.
AUTO-ONGELUK BIJ SNEEK.
Twee dooden en twee licht gewonden.
Maandagmiddag reden twee autobussen van
Sneek in de richting Lemmer. Een luxe-auto
kwam hen met groote snelheid acherop rijden
en wou hen -met een vaart van ongeveer 80
K.M. i-n het uur passeeren. De chauffeur van
den achtersten bus heeft geen signaal gehoord.
Bij het -passeeren heeft de luxe-auto het spatbord
van den achtersten bus geraakt, sloeg daarna
tegen een boom en kwam vervolgens met een
hevigen slag tegen den bus terecht, waardoor
de auto een halven slag omdraaide. De beide
personen die aan den linkerkant in den auto
gezeten waren, werden op slag gedood. Van
de drie overige inzittenden werden twee naar
het ziekenhuis te Sneek vervoerd; een van hen
kon, na verbonden te zijn, naar huis gaan, en
de toestand van den ander, P. St-i'lma, was van
morgen bevredigend.
De politie van Sneek was spoedig ter plaatse
en stelde een onderzoek in. De autobus werd
vrijgegeven, daar vrijwel vast staat, dat den
chauffeur daarvan geen schuld treft. De luxe
auto, die totaal vernield was, werd in -beslag
genomen.
De slachtoffers zijn de 24-jarige Tj. 'Boersma,
sedert -drie maanden gehuwd, en de 21-jarige
ongehuwde Th. Bergstra.
ONBEWAAKTE OVERWEGEN.
Auto door een trein gegrepen.
DE AUTOBESTUURDER GEDOOD.
Dinsdagmiddag kwam op den Langen Ame
rika, in de nabijheid van de Zwan'enspreng, de
19-jarige H. Barmentlo, bestuurder van een
vrachtauto van de eierexpeditie van de firma
Otten uit Apeldoorn, op den spoorwegovergang
van de lijn ApeldoornDieren in botsing met
den lokaaltrein, die op dit oogenblik den on-
beweekten overweg passeerde. De auto werd
door de locomotief gegrepen en ongeveer 240
M'e-ter meegesleurd, voor de trein tot stilstand
kon worden gebracht. De botsing was zoo krach
tig, dat B. uit zijn auto werd geslingerd en in
een langs den weg loopende sloot werd ge
vonden. B. bleek bij aankomst van de politie
reeds te zijn overleden. De auto is totaal ver
brijzeld. Het uitzicht op de spoorbaan ter plaat
se is behoorlijk vrij.
DE VROUW ALS NOTARIS.
Welke moeilijkheden haar te wachten staan.
Zooeven vond ik op -mijn schrijftafel -het ont
werp van mevrouw Bakker-Nort c.s., dat tot
strekking heeft de benoeming van de vrouw tot
notaris mogelijk te maken. En daar ik juist
thuis gekomen ben van een door mij gehouden
boelhuis (ik ben namelijk dorpsnotaris) en ik
kletsnat en onzegbaar vies en vuil ben, met
voeten waaruit alle gevoel is verdwenen ten
gevolge van het ongewone uren lang staan en
rondscharrelen op klompen in modder en minder
geurige zelfstandigheden, heb ik nu de rechte
stemming over dat wetsontwerp te keuvelen.
Moge lezeres en lezer willen vergeven, als het
onderwerp eenigszins plat mocht schijnen.
De vrouw als notaris. Ik weet het niet, of
de boegen 'bij mevrouw de notaris willen komen
om haar op te dragen boelhuis te houden. Och,
er zijn oolijkerds onder de boeren en misschien
zal zoo'n oolijkerd de grap wel eens willen
hebben.
Mevrouw, zal hij dan zeggen, neemt U uit
voorzichtigheid Uw klompen mede 'en trekt
Uwe oudste spulletjes aan. Want de ver-kooping
beweegt zich over al rond op de plaats; in de
stallen waar hooi en stroo en van alles wat U
-erg vies vindt in dikke lagen aanwezig is. In
de varkens- en schapenhokken; op het erf, waar
U misschien naar Uw zin wat erg diep in de
modder zakt. En als U dan zoo'n heelen dag
in het gedrang hebt gestaan tusschen mannen
met hun dikke knuppels, -en koeien en paarden
en andere beesten, die zich soms heel onfat
soenlijk gedragen, nu U begrijpt w-el, dat de
kleed-eren va-n de aanwezigen soms heel wat
mede krijgen. De vrouwen blijven dan ook altijd
uit het gedrang.
Wees gerust, gedronken wordt er niet.
Nu ja, als er een café dicht in de buurt is,
dan in de pauze soms een -paar borrels, vooral
als bet koud is. Anders toch niet zoo erg. Maar
een beetje luidruchtig. U vindt een beetje ruw,
gaat het wel toe. Vooral als er ruzie ontstaat
over kwesties van ibieden en mijnen.
Maar dan flink zijn, want de notaris beslist.
Uw stem maar goed uitzetten.
En bij een ruwe gra-p niet kwaad worden.
Het best is ook een beetje ruw antwoorden, dan
hebt U de lachers op Uw hand. En -die te lastig
is, er maar uit.
Zoo ongeveer zal onze boer mevrouw de
notarisse toespreken. En als zij dat nu maar
goed ter harte neemt en haar zenuwen in be
dwang houdt, vooral na afloop als de heele
drom eenigszins verhitte boeren om haar tafel
staat bij de betaling, nu dan zal het ook verder
w-el goed afloopen.
Als mevrouw nu maar niet overkomt wat mij
wel eens gebeurd is, dat ik op de glibberige
voorgenoemde zelfstandigheid uitgleed en lang
uit in die zelfstandigheid kwam te vallen; want
dat lijkt mij voor een dame toch een beetje
machtig.
Als mevrouw een veiling van landerijen heeft,
als zij vooraf met de verkoopers de situatie der
perceelen gaan opnemen, en voor den verkoop
geschikt maken, U begrijpt wel, dat de beste
opbrengst veelal niet te verwachten is bij ver
koop volgens de kadastrale indeeling.
De notaris (esse) -gaat -dus al vroeg in den
morgen (het is winter ten dus nogal koud en
nat en winderig) het veld in met den flinksten
zoon van -den boer, want vader is al wat oud-er
en moeder de vrouw waagt er vader in dit
weder liever niet aan.
Over alle landstukken' gaat het heen, over
hekken en slooten (via planken of met 'polsstok)
en nu wordt, naar gelang het verwachte belang
van mogelijke koopers medebrengt, hiervan een
stuk afgenomen en daar een stuk bijgevoegd en
dan alles opgemeten.
Een beetje nauwkeurig als U blieft. Want als
achteraf zou blijken, dat er belangrijke ver
schillen in de grootte der aangeboden perceelen
zouden zijn, zou mevrouw de notaris onder de
boeren erg raar besproken worden.
Nu, meten is een erg gezond werk, heel goed
voor de ruggespieren dat al maar door bukken;
en bij de tegenwoordige kleeding der dames kan
het ook beter dan vroeger.
Een boterham uit 't handje ergens in een
diepe sloot of onder een brug bij wijze van
lunch smaakt dan heel goed.
En als m'en' dan 's avonds doodop thuis komt,
slaapt de notaresse ai op een tijd, -dat ze er
anders over zou gaan denken thee te zetten.
Maar zoo'n heelen dag in een feilen wind met
dikwijls regen of hagel en sneeuwWil me
vrouw om haar tint denken Wat vettige cr-eme
was mogelijk niet kwaad
De veiling zelf is voor mevrouw ook heel
plezierig.
Ja wij veilen altijd in een café. 's Avonds
om een uur of acht beginnen we. En we zitten
dan gezellig met de verkoopers op een tooneel
of andere verhooging, zoodat we de zaal goed
overzien kunnen.
Wat e'en opgepakte menschendrom en wat
een rook Om te snijden Je kleeren ruiken er
na een week nog heelemaal naar.
U begint nu met voor de zaal de condities
voor te lezen, allerlei toelichting te geven en
de voorkomende vragen te beantwoorden. Daar
na komt de afslager aan de beurt en gaat per
ceel na perceel. Denkt U er om, want nu komt
h-et er op aan Dien bieder moet U weigeren,
hij probeert het wel ook mede te bieden, maar
hij is een zwakke -broeder, als het op betalen
aankomt. Weigert H flinkweg zijn bod. Ja hij
is kwaad en zijn vrienden, ook al zwakke broe
ders, vallen hem bij.
Toch volhouden, want U draagt -de verant
woordelijkheid. Poeiert U -hem liefst maar zóó
af, dat hij de zaal uit gaat en de orde niet
verder verstoren kan, dan is het tumult weer uit.
Dan zullen de boeren zeggen, dat is een
manskerel. Zij doet het bijna net zoo goed als
een echte notaris.
Eindelijk is het afgeloopen.
Nu nog een half uurtje. Uw procesverbaal
afmaken en d-e koopers en hun borgen laten
teekenen. En als dit nu ook zonder verdere
geschillen, die daarbij zoo licht kunrien ont
staan, afloopt, dan gaat U naar huis.
Nu is het ook al nacht, bijna 'twaalf uur.
Nu alleen nog een goed uurtje rijden langs aller
lei stikdonkere wegen voor U weer thuis is.
Gelukkig dat mevrouw een flinken candidaat
of klerk naast zich heeft zitten, want anders is
het wel een beetje eng, als je misschien veel
geld hebt ontvangen.
Staat mevrouw dit niet erg aan? Wel hoe,
wil ze dan liever notaris in een stad zijn In
een groote stad
Ja dan zit je zoo maar gezellig op je bureau
en de menschen komen wat met je keuvelen net
als bij den advocaat.
Hé, een -boodschap of mevrouw van middag
daar en daar wil komen om over een testament
te spreken.
Wat een enge straatEnfin er naar toe, het
is je vak en -dus je plicht. Maar het valt toch
tegen. Maar dat hooge stille huis in zoo'n ach
terbuurt. Kom, gaat U maar binnen. Hu, dal
is me ook een onguur type, die U zegt met
hem mede te gaan. Heel wat gangen en portalen
door, en trap op trap af. Eindelijk een deur.
Nu, de rest kan mevrouw zich voorstellen
zooals zij wil.
Vindt mevrouw het eng Moet er e'en po-
Htie-agent mee
Maar mevrouw, U weet toch, testamenten,
dat is geheim En als U met poli-tie-agenten
begint, dan zal men gauw een 'heel eigenaar-
digen indruk 'van mevrouw de notaris krijgen.
Het eenvoudige volk zal het kantoor van
mevrouw dan maar liever vermijden.
Mevrouw de notarisse zal spoedig ervaren,
dat in heel vele opzichten het notariaat ook
in de stad een beetje minder prettig is voor een
vrouw. Had zij vooraf maar eens geïnformeerd
bij de honderden dames, die op notaris-kantoren
werkzaam zijn, dan zou zij ontdekt hebb'en, dat
alleen het mannelijke personeel er met den no
taris op uit gaat en de dames nooit meegaan.
Misschien zou haar dat te denken gegeven heb
ben. (Maasbode).
VOOR DE HUISVROUW.
Zandkoekjes, (Eerste recept). Een heerlijk
koekje voor weinig geld krijgt u op de volgende
wiizeLI neemt een ons boekweitenmeel, en
een gelijk gewicht boter en suiker. Kneed het
flink dooreen, maak er kleine balletjes van en
druk ze met een natte vork een weinig plat op
het bakblik. Laat vooral de oven niet te -heet
worden, en bak ze lichtbruin (plusm. 15 min.)
Even -laten bekoelen en mete en mes van 't blik
nemen.
(Tweede recept). 3 ons boter en 125 gram
poedersuiker. 'Door elkaar kneden. Bestuif eten
plank of tafel met meel en rol het deeg met een
met meel bestoven deegrol uit tot Yi c.M. dikte.
Steek er met een glas of kopje koekjes uit. Leg
ze op een met -boter besmeerd bakblik (niet te
gen elkaar aan) er! -bak ze in een matig warme
oven lichtbruin, (plusm. 15 min.) Neem ze da
delijk van 't bakblik en laat ze hierna afkoelen.
VOOR DE HUISVROUW.
Om uw schoenzolen sterk -te maken, smeert
ti ze eens of meermalen per week in met lijn
olie. Ze gaan dan minstens twee- of driemaal
zoo lang mee. Vooral voor moeders met school
gaande kindeiten een groote 'bezuiniging. Lijn
olie kunt u ook gebruiken voor uw aanrecht,
althans granieten. Liefst als het nog nieuw is,
met lijnolie inwrijven en verder zoo voor en na
eens, als het goed droog is. Het blijft dan veel
mooier en donkerder van kleur, terwijl het min
der gauw vlekken opneemt.