L UIT HET WOORD J
Dr. J. SEVERIJN, Dordrecht; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Wapenveld
PREDIKBEURTEN
iieuws.
ïhten.
ALLERLEI Ki
uinbouw.
ONDER REDACTIE VAN
OP ZONDAG 24 MEI 1931
ned. herv. kerk.
:he veiling
pinksterbede.
een christelijke scholen-
bond op flakkee.
pinkstergedachten.
dering van Nederlands
dit gebied, het Centraal
jaar in het 'teeken der
ichreven, gesproken, ge-
n het zwakke kind, om
:n, als steun het meest
nog van verre staan.
iooi voorbeeld te zien
'erking tusschen over-
Jtief.
pchter verbroken als de
'óórgaat en de uitzen-
terblijven.
een eereplaats innemen
het zwakke 'kind, een
voor een kwart eeuw
[hterstond.
initiatief reiken elkaar
It moge hier wel eens
len bond is de Neder-
thakeeringen, die ont-
om ons land van zijn
rij der beschaafde vol-
tlijkheid zijn.
[11e huizen bezet, niet
jar van 1 Januari tot
laai benaderd worden 1
[paard voor de zomer-
|geld moet gezocht om
kleur en richting het
reid belegd, geeft de
de toekomst, en geeft
In tallooze harten
nu er nog tijd is tot
verpleging
A. C. BOS.
1931.
r VOOR DEN ZONDAG ~l
V.
•TRIJDING.
Ions land met onkruid
eteekenen een verlies
and en 12500 bunder
Igaat er op deze wijze
pnische onkruidbestrij-
choffeltuig ds niet
Iconomische, 't zij om
chemische middelen,
af kalkstikstof, 't zij
Tegen klaproos en
van beide hijzonder
deze wijze van on-
last, 's morgens vroeg,
lals de dauw op de
tot 1000 K.G. fijn-
It 250 K.G. kalkstik-
ral niet meer, omdat
lie haverplanten wo; Vs*
1500 K.G. fijngemalen
|.G. kalkstikstof. Het
kali- en stikstofbe-
I mag worden uitge-
Ider gras of klaver
pnge gras- en haver-
|jze distels, biezen of
grasland verdelgen.
Augustus, telkens,
het een handvol fijn-
Dit moet al weer
ren, als de planten
|t men dit een paar
Iels weg.
prden afgemaaid en
5it men flink wat
I gewone kainiet of
Natuurlijk ook weer
lllen nat zijn.
In 's morgens vroeg,
luw, in hun geheel
Wen en dan de af-
looien. In het eerste
Kainiet nemén, voor
(laaide plekken kan
Jizout 20 nemen.
Ie lang. Onkruiden
I meer dan 3 tot 5
natig te bestrijden.
Sommelsdijk, v.m. 10 leesdienst en 's av. 6.30
uur Ds, van Asch (coll. O. Z,. ö.j
Middelharnis, v.m. 10 leesdienst en s av. 6.30
uur Ds. Polhuijs van Stad.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs en
n.m 2 uur leesdienst.
Den Bommel, v.m. 9.30 leesdienst en s ay. 6
uur Ds. v. d. Wal van Dirksland (bev.
Kerkeraadsleden)
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 uur Ds. van Asch van
Sommelsdijk en 's av. 6 uur leesdienst.
Oude Tonge, van. Ds. Vlasblom en n.m. lees
dienst.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 leesdienst en s av.
6 uur Ds. Dekker,
Dirksland, v.m. Ds. van der Wal en 's av.
leesdienst.
Herkingeh, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur (o. t.)
de heer Overweel (coll. G. Z. B.)
Melissant, v.m. leesdienst en 's av. Ds. Vlasblom
van Oude Tonge.
Stellendam, v.m. Ds. Dekker van Nieuwe Tonge
(Doop) en 's av. de heer Bouman.
Ouddorp, v.m. Ds. van Ameide en n.m. lees
dienst.
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 10 en 's av. 6.30 uur Ds.
Zeilstra (coll. v. d. Zending).
Stad aan 't Haringvliet, v.m. en 's av. Ds. de
Graaff.
Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
de Lange.
Stellendam, v.m. en n.m. leesdienst.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
CHR. GEREF. KERK.
Sommelsdijk, v.m, en 's av. leesdienst (coll.
v. d. Zending).
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. 10 en 's av. 6.30 u. leesdienst.
Dirksland, v.m. en 's av. Ds. de Blois.
Herkingen, v.m, 9.30, n.m. 2 en 's av. 6 u. (o. t)
leesdienst
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
OUD-GEREF. GEMEENTE.
'3
MGHEDEN.
[ge voldoening, als
een grappige wijze
en het slachtoffer
mede te lachen,
althans de aardig-
lis.
|schijnbaar een
plakken en hem
figen laten maken,
zit, weer kwijt te
ap, die wat handig
tegen het voor-
taf de grap op de
pen het dubbeltje
en wijsvinger het
ft de persoon dat
flsof het dubbeltje
zit. Hij moet dat
(■ls in zijn voor-
ofd te schudden.
niet aan te pas
tooneellen leiden,
>t het slachtoffer
er tusschen ge-
MD.
komen.
bn familie-pension
|d verwoest. Zes
moeder en drie
lm gekomen.
Jteh met ernstige
luis word'en ge-
19 Mei 1931,
Qgslokaal, War»
In Veiling, wer>
sed
5,00 tot f 4,65
5,20 tot 4,10
tot
Herkingen, vm. 9 en n.m. 2 u. (o. t.) leesdienst.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, v.m. Ds. Foppema.
PREDIKBEURTEN OP MAANDAG 25 MEI
(TWEEDE PINKSTERDAG).
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, v.m. 10 uur Ds. van der Wal
van Dirksland.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. Ds. Polhuijs.
Den Bommel, v.m. leesdienst.
Oude Tonge, v.m. Ds. Vlasblom.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 uur Ds. Dekker.
Dirksland, v.m. Ds. van Asch van Sommelsdijk.
Herkingen, v.m. 9.30 uur de heer Overweel.
Stellendam, 's av. de heer Bouman.
Ouddorp, v.m. Ds. van Ameide.
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 10 uur Ds. Zeilstra.
Den Bommel, vm. leesdienst.
CHR. GEREF. KERK.
Sommelsdijk, ge'en dienst.
GEREF. GEMEENTE.
Dirksland, v.m. Ds. de Blois.
Herkingen, v.m. 9.30 uur leesdienst.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
STICHTELIJKE OVERDENKING
m
„Ontwaak, Noordenwind 1 en kom
gij, Zuidenwind doorwaai mijnen hof".
Hooglied 4 16a.
Er klinkt een toon van bezorgdheid
in deze bede van de bruid uit het Hoog
lied. De Bruidegom, die haar geprezen
heeft en vergeleken bij een hof, met
allerlei geboomte van wierook, mirrhe
en aloë, doet haar de schrik om 't hart
slaan bij de enkele gedachte maar, dat
Hij haar bezoeken zal, want wat zal Hij
bij haar vinden Zal het geen teleur
stelling zijn, als de Bruidegom haar hof
betreedt. Het is niet zulk een geurige,
bloeiende tuin, als de Bruidegom ver
wacht. Er is zooveel doodschheid: een
wintertijd heeft er geheerscht. Door de
vele regens is de hof vol van kille voch
tige onreine dampen, die weggevaagd
moeten worden, voordat er bloesem
kan verwacht worden: een broeinest
is het geworden voor snelwoekerende
schimmel en allerlei knagend insect.
In haar bezorgdheid nu roept de
bruid hooger macht in. De voorjaars
winden, die zullen, den hof door
waaiende, leven en bloei verwekken.
De wind is de geheimzinnige vernieu
wer van het leven, de ademtocht der
natuur. Daarom roept zij: „Ontwaak,
Noordenwind en kom, gij Zuidenwind,
doorwaai mijnen hof".
Die winden zullen onreine dampen
verdrijven en eerst frissche koelte, en
daarna weldadige zoelte aanbrengen,
die in den doodschen hof overvloed van
leven en bloei en vrucht uitkomen doet.
Dit is de bede, die past op de lippen
van de bruid des Heeren, de gemeente
van Christus, en die moet opwellen uit
het hart van elk, die den Heere lief
heeft, bij Zijn nadering tot zijn bruid
op het Pinksterfeest. Hoe zullen wij
Hem ontvangen Als Hij komt, immers
dan moet er nog heel wat in orde ko
men in onzen hof. Er is veel in het on
gerede geraakt, dat dient hersteld: er
is veel niet ontloken in ons geestelijk
leven, dat toch reeds lang had moeten
uitkomen.
Er zijn vooreerst onreine dampen,
die de atmosfeer bederven en geeste
lijke groei en bloei belemmeren. De
schadelijke invloeden der zonde. De
zonde vergiftigt den hof der gemeente,
en van ons hart. Vooral de verborgen
ongerechtigheid, die als een schadelijke
damp onzichtbaar voortsluipt in de ge
meente, vergiftigend, verwelkend en
verdorrend. De zonden, die in stilte
gekoesterd worden, zijn de gevaarlijk
ste: een dorre tak kan uit den hof af
gerukt, een rotte plek gezuiverd, een
knagend insect gedood. Maar een on
reine giftige damp, wie zal die ver
drijven
Ook in het eigen hart, in het persoon
lijk leven, is er niets verstikkender voor
het leven der genade, dan het verbor
gen kwaad, dat broedt in het hart.
Booze bedenkingen, kwade voorne
mens, onreine begeerten zijn als zoovele
onreine dampen, die het leven, door
Christus gewrocht, verderven. En wie
zal niet bezorgd zijn, als met Pinksteren
de Heere weer komt tot Zijn hof Wie
heeft niet noodig bij de nadering van
den Heilige te bidden: „Reinig mij, door
Uw adem, van mijn verborgen afdwa
lingen."
Maar niet minder is er, wanneer wij
zoo biddend den Heiligen Geest in
wachten, reden om beschaamd te zijn
en verlegen te worden over de achter
lijkheid van onzen geestelijken wasdom,
die met de heerschappij der zonde in
ons hart samenhangt.
Is ons geloof, als de sterke boom, die
de. wortelen diep in den grond slaat,
de takken breed uitbreidt, en den hof
overschaduwt met weelderig frisch
groen
Is onze liefde, als een druivenwin
gerd, beladen met purperen tronen Is
onze hope, als een rozengaarde, een
lust voor de oogen Geurt het in ons
leven van het nieuwe leven, dat aan
alle kant uitbreekt Is het een lusthof
daarbinnen in het hart, frisch en groen,
krachtig en sierlijk
Dat zijn geen onmogelijke dingen.
De voorwaarde tot zulk een rijke bloei
van geestelijk leven is in Christus Jezus
aanwezig en in de uitstorting van Zijn
Heiligen Geest. Des te ernstiger dient
onze bezorgdheid te zijn, wanneer daar
van maar zoo weinig te voorschijn
wordt gebracht.
En als nu de Heere met Pinksteren
komt om zijn hof te bezien, wat zullen
wij nu doen Natuurlijk, al wat onze
hand vindt om te doen. Maar onze
verwachting moet bovenal zijn van den
Heiligen Geest. Als die Geest krachtig
werken gaat, verdrijft Hij de onreine
dampen der zonde. En als die Geest
werken) gaat, komt er weer groei en
bloei en leven in onzen hof. Nu dien
Geest biddend ingewachtWant Hij
is ons gegeven, om aan ons de rijkdom,
die in Christus is, mede te deelen. Die
Geest is ons gegeven, om wat in kiem
en knop nog bleef van het leven der
gemeente, te doen ontluiken en tot vol
len wasdom te brengen.
Als iemand tegen zijn zonde niet op
kan, er niet van los kan, hij roepe om
den Heiligen Geest, die krachtig is, om
de zonde uit te drijven.
Als iemand klagen moet over een
doodschen en dorren hof, hij roepe om
den Heiligen Geest, die leven en bloei
brengt.
Nu moet gij bidden„Ontwaak,
Noordenwind, en kom, Zuidenwind,
doorwaai mijnen hof." En geloovig
bidden: „Want God zal Zijnen Heili
gen Geest geven, dien die Hem bidt."
SOMMELSDIJK. Door heeren Notabelen is
tot kerkvoogd der Ned. Herv. Kerk alhier her
benoemd de heer P. Mast Pzn.
STELLENDAM. Doopouders, die a.s. Zon
dagmorgen in de Ned. Herv. Kerk hun kinderen
wenschen te doen doopen moeten daarvan aan
gifte doen a.s. Zaterdag van 7—8 uur in de
consistoriekamer.
Ook Organisatie
De tijd is rijp voor een Christelijken Bond
van Chr. Scholen.
Twintig jaar geleden, 'k was toen piepjong,
nog maar 45 pas, maakten we krachtige pro
paganda voor zoon Bond en in de zaal van
Van Leeuwen, alias „de Harmonie" te Som
melsdijk, kwamen enkele broederen bij elkaar.
Mij werd opgedragen een Reglement te maken
en zoo goed en zoo kwaad als dat ging: 't kwam
er, 'en dat ligt nu op mijn schrijftafel voor me.
Misschien is 'it nu „uit den tijd"; toen werd
't aanvaard. Zie hier. En alle Schoolbesturen,
alle schoolmeesters op Flakkee mogen nu ge
rust lezen, hoe we 't toen in 't vat goten.
Reglement van den Christenlijk Schoolbond
op Goeree-Overflakkee,
Art. 1.
Er bestaat op G.-O, een bond, gevormd door
de besturen en onderwijzers van Chr. Scholen
op dit eiland, die instemming betuigen met den
in art. 2 omschreven grondslag van den bond.
Art. 2.
De grondslag van den' bond is Gods Woord,
opgevat overeenkomstig de drie formulieren
van Eenigheid.
Art. 3.
Het doel van den bond is: de kennis van en
liefde voor 't Chr. onderwijs en de Chr. op
voeding te bevorderen; mede te werken tot
stichting van Chr. Scholen in deze streek, en
vraagstukken te bespreken op 't gebied van 't
Chr. onderwijs.
Hij kan de belangen van een Christel. Nor
maalschool bevorderen.
Art. 4, 5, 6.
Over 't vergaderen.
Art. 7.
Voor elke vergadering benoemt het bestuur
èn het personeel eener school, ieder, één stem
hebbend afgevaardigde. Enz.
Art. 8.
Het bondsbestuur wordt gevormd uit en door
besturen èn personeel van aangesloten scholen;
en wel: van elke school één bestuurslid en één
onderwijzer(es).
Het Bondsbestuur benoemt uit zijn midden een
moderamen, bestaande uit drie personen, n.l.
voorz., secr. en penningm., die elk hun secundus
hebben.
Art. 9, 10, 11, 12, 13.
De verdere organisatie.
Zóó werd 't aanvaard. Maar we voelen zelf
wel, dat 't Reglement moet veranderd worden.
En dat hindert niets. Waar leven is, is ont
wikkeling. En de ontwikkeling eischt, ja i s
reeds de ontplooiing van een nieuwe gestalte.
De dag van Heden is 'absoluut anders dan de
dag van Morgen. En die van Morgen kan on
mogelijk net eender zijn dan die van overmor
gen. Als dat niet waarwas, zou God geen God
zijn, de Creator, Die Zijn scheppingswerk van
dag tot dag „uitwikkelt".
En omdat Hij uit- 'en afwikkelt en Zijn doel
hoe langs zoo meer benadert totdat de eindpaal
is bereikt, daarom is 's morgens 8 uur anders
dan 's morgens 9 uur. Daarom deugt dat regle
ment niet meer. 't Is slechts een historische her
innering, maar niet zonder kracht, omdat de
herinnering in de Opvoeding, door de belang
stelling geboren, 't fundament, de wortel, de
impuls, de motor van aller menschen hande
lingen is en van der dieren instinctief leven.
Die herinnering is de terugblik op toen ge
voelde Organisatieen door omstandigheden
buiten onze schuld, is ze slechts in 't onder
bewuste, aan den bovenkant, aan den rand' van
mijn hers'enpan blijven hangen.
Maar nu de omstandigheden gelukkiger zijn
doch ongelukkiger worden, nu wordt
't latente, wat daar rustig sliep, wakker en we
roepen 't allen Schoolbesturen en Onderwijzers
met klem en kracht toe
Organiseert U tot een Bond.
Wat we door 't afsterven van bekwame be
stuursleden, die in 't Bondsbestuur zaten, toen
niet konden bereiken; wat door lamlendigheid
en Jan-Salie-geest ons toen onmogelijk gemaakt
werd te volvoeren: dat kan nu.
Jonge krachten zijn er op heel Flakkee; ik
word oud 'en kan niet meer zoo meedoen; dat
is alles dus winst. Dadelijk sta ik buiten 't
Onderwijs; dus jonge menschen kunnen nu aan
pakken, wat wij niet vermochten. Die omstan
digheden zijn dus gelukkiger.
Maarer is iets ongelukkigs. Iets be
zwarends.
Neen, lach nu niet't Aantal Chr. Scholen
neemt immers toe En er is groei in ons School
wezen als gevolg der groeiende overtuiging, dat
gedoopte kinderen nooit en nergens van 't neu
traal ondertvijs mogen gebruik maken. Er lijkt
geestelijke wasdom te zijn. Opwakende beleving
der principia, die van Godswege voor onze
Opvoeding en Onderwijs gelden. Er is
Jeugdwerk,
Maar de Apostel waarschuwde: „Houd wat
ge hebt, en laat niemand uwe kroon rooven."
De tegenstanders klimmen in kracht: 't Li
beralisme en 't Socialisme maken vorderingen
op Flakkee.
En den geest des tijds hebben ze mee. Dat
zal erger worden. Dat wordt een stukje
Wereldworsteling op ons eilandje; een stukje
van dien machtigen strijd onzer dagen: Open
baring Gods tegen de Rede. En de Rede is op
Flakkee aan de winnende hand. En dat zal
erger worden, 't Jeugdwerk leeft
onder g rooter bezwaar.
Neen, lach niet om e'en ouden zwartkijker,
die pessimistisch wordt, omdat hij ouder wordt.
Waarom hebben de Oudercommissies der
Openbare Scholen een Centrale gevormd Om
sterk te gaan staan. Door hun eendracht hun
macht. Is de oprichting van een Chr. School
aan den Oostdijk te Ouddorp niet totaal mis
lukt Is, wat >er nu op de Chr. scholen aan
kinderental zit, uit zielsverandering
der ouders op die Scholen gekomen Was
't waarachtige zielsovertudging?
En die, die, die alleen is 't plecht
anker van een principieel bestaan
en bi ij ven bestaan van een Chr.
School. En van de C h r i s t e 1 ij k e
vruchten van die School.
't Gaat in de school om de Eere Gods. School,
gezin en kerk moeten saamwerken. De School
is 't plantsoen der Kerk van Christus. En is die
samënwerking er zoo goed als 't kan Kan ze
niet beter Als de Jeugd van de schoolbanken
af is: hebben we ze dan op de Knapenvereeni-
ging Krijgen we ze op de Jongelingsvereeni-
ging En als die jongens en meisjes getrouwd
zijn, wie krijgt dan de kinderen: de Chr. School
of de Openbare
Hervormde predikanten zien 't toch, dat 't
niet goed gaat met de Jeugd. Ze zien toch als
herders der schapen, dat de Jeugdigen hun ge
zicht van de Kerk afwenden
Is de Geest der genade en der gebeden voor
de Jeugd en haar leiders nog wel in elke Kerk
te bespeuren
Laat de Herv. Kerk door zeer te betreurfen
oorzaken zich niet volkomen kunnen uitleven
zooals een Kerk van Christus dat eischt; is
er bij de Herv. dominees altijd die bezieling,
welke voorwaarde is voor een bloeiend Chr.
Schoolleven Is die bezieling er bij alle Herv.
predikanten steeds Dat Freu Sacré: dat heilige
vuur om hun plantsoen te bewaren, zooals Adam
den Paradijshof moest bebouwen en bewaren
We eindigen. Want wie den Schoolbond pro
pageert, ziet voor zich liggen een reeks van
vracjen. Hij ziet 't 'Huisgezin en zijn inzinkende
kracht tegenover de huidige kinderen. Hij ziet
verband tusschen Gezin en Kerk en School, met
de wetenschap, dat ondanks allerlei Christendom
op Flakkee de tucht in de gezinnen verslapt;
dat de Kerk verkleineerd wordt als gave des
Geeestes en zuurdeeg der Maatschappij; en de
Chr. Scholen bezocht worden zooals mr. Duys,
het S.D.A.P. Kamerlid ook zijn kinderen naar
de Chr. School zendt: „voor 't gemak, om aller
lei trams te vermijden". Uit sleur en gewoonte.
En 't wordt erger of God is een leugenaar.
Maar Hij is De Waarheid.
Zoon Schoolbond kan de Ghr. Scholen onzes
inziens steun'en in den strijd onzer dagen. Kan
ze bewaren tegen verflauwing der grenzen; kan
schutse der gezinnen en medewerker zijn voor 't
■instituut der Kerk.
En voorloopig hiermee basta
J. VAN DER WAAL.
Middelharnis, 16 Mei 1931.
God is een Geest, en die Hem aanbidden moe
ten Hem aanbidden in geest (en alzoo niet
stoffelijk), in waarheid (en alzoo niet in
den s c h ij n van het symbool. God is een
geest, en de Vader der geestendus moet Hij
zijn menschelijke creaturen', de miniatuurafbeeld
sels van Zichzelf, nader 'komen, door alle ne
velen en sluiers heen Zich aan hen ontdekken,
Zich aan hen openbaren, hun Zijn aanwezen en
heilige tegenwoordigheid doen gevoelen. De
Vader der geesten moet in heilige liefde ge
meenschap, verborgen omgang, geestelijke ver-
eeniging zoeken met den kind-geest in den
mensch. Eens was er die gemeenschap, die toe
nadering, die ontdekking van geest aan geest,
maar die 'band brak. Zoo kwam er zonde, ver
wijdering, terugtrekking, omsluiering, en de mi
niatuur-geest in den mensch greep naar het
stoffelijke. Dq prikkel van Gods aanwezend
heid werd nog gevoeld, maar de nevel hing
loodzwaar tusschen den Vader der geesten en
den geest der menschen. En in dien tweestrijd
greep de gevallen mensch nog wel naar de ge
schapen geesten, maar niet meer naar den
Geest (Animisme), of wel naar een geest,
maar als in het stoffelijke omsloten (Panthëisme)
of eindelijk als uitdrukking van wat door kracht
talent of schoonheid in het stoffelijke door
blonk (Polytheïsme.) Er bleef religie, maar
niets zoozeer als juist die uitgegleden religie
sloot 'het hart voor den Vader der geesten toe.
En hierin nu is de liefde, dat die Vader der
geesten toen toch den dolenden kindergeest weer
genaderd is, en door een historie van rijke open
baring allengs weer zijn heilige aanwezigheid
van geest tot geest heeft doen gevoelen. Niet
persoonlijk, voor een 'enkelen geest onder de
kinderen der menschen individueel, maar zoo
dat Hij Zich een kring vormde, in dien kring
van geslacht tot geslacht de sluiers minder, de
klaarheid meerder deed worden, om straks uit
dien afzonderlijken gecreëerden kring die open
baring in den breeden kring der menschheid te
doen uitdragen. God zoekt niet een enkel indi
vidu, God heeft de wereld lief. Maar juist
om Ziin heilige aanwezendheid ten slotte voor
de wereld te ontsluieren, moet in 'het eind die
openbaring Zelf-openbaring in den eenen per
soon van den Heilige worden. Doch die heilige
kan niet komen ,en kan niet baten, tenzij er
een omgeving is waaruit Hij de menschelijke
natuur kan aannemen, en waarin Hij zijn in
nerlijk Goddelijk leven zóó kan afspiegelen, dat
eeuw na eeuw Zijn beeld in die afspiegeling
zi'en, en aanbidden kan. Dit gaat door strijd en
worsteling. Er is geen volk zoo religieus van
aanleg, en daarom in zijn afdoling zoo afgo
disch, als Israël. Telkens dringt het den Vader
der geesten terug, om weer het stoffelijke beeld
te grijpen. Naar de Koningen zijn, gaat het in
Juda om en om. Maar juist uit die worsteling
komt de tegenstelling, en uit die tegenstelling
de dorst naar God, als van 't hijgend hert dat
dorst naar de waterstroomen. En het eind is,
dat als in Christus Gods heilige aanwezendheid
■persoonlijk voelbaar, tastbaar wordt, er de kring
is die geestelijk den Vader der Geesten kan
grijpen. Ter bereiking van dit doel is Israël als
volk en is Palestina als land afgezonderd.
De vraag waarom toen het wonder, en nu
niet, is daarom rechtstreeksche loochening van
het feit, dat de Vader der geesten tot ons is
doorgebroken om Zichzelven ons te openbaren.
Het modernisme is waanwijs genoeg om het
wonder te loochenen. Nu, over geestelijke won
deren ,gaat het verschil niet. Van het consta-
teeren van geestelijke wetten zijn we nog zoo
ver af, dat wat hier regel, of verbreking van
den regel is, ons ten eenen male ontgaat. Of
wie stelt ons den regel, waarnaar 't genie uit
gansch gewone ouders geboren wordt. Neen,
het verschil loopt over die natuurwetten. Nu
hecht ik aan dat woord niet; anders toch onder
stelt elke wet een wetgever, en zij die 't sterkst
de natuurwetten drijven, weigeren juist meest
di'en Wetgever te erkennen, die anders immers
juist als Wetgever vrijmachtig zou zijn zich
hoven zijn eigen wet te verheffen. Neen, het
raakt ook hier uitsluitend de verhouding tusschen.
geest en stof. Met hem nu, die den geest uit
't stof laat opkomen, valt 'niet te redeneeren.
Hij verzinkt in materialisme en kent geen God.
Maar wie belijdt, dat de Geest de stof 'be-
heerscht, staat voor de vraag, of de Geest de
stof alzoo beheerscht, dat de wijsheid en de
wil van den Geest de krachten en de werkin
gen van de stof bepaalde, dan wel of de Geest
hierbij gebonden is, 'en den regel stelt omdat
Hij die alzoo stellen moet en niet anders
stellen k a n. Bepleit ge nu het laatste, dan
onderstelt ge een lex aeterna voor de stof, die
God bond, en dies boven Hem staat, en onder
mijnt ge principieel de suprematie van den
geest. Is het daarentegen de Geest, die naar
eigen wil en met een door dien geest gekozen
doel voor oogen, èn aan de geestenwereld èn
aan de stoffelijke wereld wet en regel stelt, wat
zou dan di'en Geest verhinderen kunnen, met
een gegeven doel voor oogen, het in een be
paald oogenblik anders te willen en anders te
verordenen; en dit immers is het wonder.
Of nu dit wonder in het groote of in het
kleine schuilt, is om 't even. De vraag is al
leen, of de afwijking gemotiveerd is. En hoe zou
ze dit niet zijn, waar 't om het hoofddoel van
heel de schepping gaat, dat is om de verheer
lijking van den Vader der geesten' in de minia
tuur-afbeelding van zijn eigen Geest, d. i. in
den mensch. Centraal kwam dit tot stand in
den Christus, en peripherisch door de uitstorting
van den Heiligen Geest, toen naar de Aposto
lische uitdrukking het menschelijk hart „e e n
woonstede van God in den geest"
werd. Het Monotheïsme doelt niet enkel nume-
ratief op eenheid, maar tegelijk op het zuri -r
geestelijk karakter van het Goddelijk we
zen. Door allerlei band tusschen God en het
stoffelijke te leggen, was, overmits het stof
felijke in deelen uiteenvalt, het Polytheïsme
ontstaan, en eerst in aanbidding van God als
Geest, vrij boven al het stoffelijke verheven,
kon het Mono-theïsme zijn triomf vieren. Dat
het hiertoe kwam, is het allesbeheerschende feit
in de historie van onze menschelijke ontwikke
ling.
Heel 't doel Gods in Israël was, met zijn
geestelijke aanwezendheid tot het menschelijk
hart te naderen, de verborgen heerlijkheid der
hoogere wereld in deze wereld waarneembaar te
maken. Objectief 'en subjectief draagt zich dit
Godswonder toe. Een schadeloos wandelaar die
op een afstand had gestaan, zou misschien niets
gemerkt hebben. Op den weg naar Damascus
zagen wie met Paulus togen, ook niet wat hij
zag. Vian die verborgen, hoogere, geestelijke
wereld weten we niets. In mijn bijdrage over
„De Hemelvaart" wees ik er op, dat velen zich
die wereld denken hoog boven de starren, en
dan komt de starren-kenner en zegt hun, dat
zelfs 't licht duizendèri van jaren behoeft om
van de verste starren tot onze aarde door te
schieten. Maar waarom zou die wereld niet
vlak bij ons zijn? Alleen het stoffelijke oog
ziet haar niet. Doch waarom zou ze zich niet,
zoo God 't wil, kunnen openbaren
(Wordt vervolgd).
CHRISTELIJK NATIONAAL
ZENDINGSFEEST.
Op het Chr. Nationaal Zendingsfeest, dat
Woensdag 1 Juli op Middachten bij De Steeg
wordt gehouden, zal Ds. A. B. te Winkel,
predikant te 's-Gravenhage, de Openingsrede
uitspreken, en Ds. A. K. Straatsma, pre
dikant te 's-Gravenhage, de Slotrede.
PINKSTERFEEST.
Uitstorting van den Heiligen Geest
Beteekent voor Gods Kerk het feest
Van Pinksteren, wat wij weer vieren.
De grens, die Isrel had omhuld,
Werd uitgewischt, nu werd vervuld
De kracht, die Noach deed bestieren
In zijne Godspraak, Japhet's geslacht
Werd tot Sem's tenten toegebracht.
Uitstorting van den Heiligen Geest
Is voor Gods Kerk altijd geweest
Een stroom van geestelijke gaven
Zoo menigvuldig, rijk van 'kracht,
Dat oud en jong, en elk geslacht
Ben rijke bron is, die kan laven
Een hongrend, dorstend heidendom,
Want 't Woord van troost dat klinkt alom.
Uitstorting van den Heiligen Geest
Is waarlijk het expansie-feest.
Een overvloed van gaven,
Die ons moet dringen om met kracht
Te streven om de zondemacht
Steeds dieper weg te graven
Het hoog en heilig ideaal,
Wordt door Gods Geest de 'zegepraal.
Uitstorting van d'en' Heiligen Geest
Is steeds voor Christus' Kerk geweest
En moet dit altijd blijven
Het feest van leven, wondre 'kracht
Heeft Hij in Christus' Kerk gebracht,
Hij kwam de wolk verdrijven
Van droefheid, want de eenzaamheid
Werd door Zijn komst tot vreugd herleid.
Uitstorting van den Heiligen Geest
Moet voor ons waarlijk zijn het feest
Van Christus' Middelaarsgaven,
Hij plaatst Zich in de centrum-lijn,
Wijl Hij ons door Zijn Geest wil zijn
Een 'bron om ons te laven
Een overvloed, want door Zijn kracht
Wordt Israel Hem toegebracht.
Uitstorting van den Heiligen Geest
Is voor Gods Kerk het heerlijk feest
Van Christus eerstelingen,
Die 'Hij den Vader overgaf,
Waarvoor 'Hij droeg de eeuwige straf,
En helsche pijnigingen.
Maar Hij verwon, en Zijnen Geest,
Herdenken wij in 't Pinksterfeest.
O. A. P.