FEUILLETON TNHncSTGNOWSBS 'Woensdag 6 Mei 1931» No. 3743 TWEEDE BLAD. Uit de Pers. Gemeenteraad. Sproeten komen vroeg in VARIA. Buitenland. Gemengd Nieuws» het ^voorjaar, koop tijdig een pot Sprutol. Bij alle Drogisten. Land- en Tuinbouw. KLATERGOUD HOE FLAKKEE ZICH HIELD. „De Rotterdammer" schrijft Bij de verkiezingen voor de Prov. Staten van Zuid-Holland nam Flakkee altijd een belang rijke plaats in. Toen dn 1901- de Staten in onze provincie naar rechts om gingen had Flakkee in deze victorie geen klein aandeel gehad. Onder het liberale juk kon Flakkee nimmer grooten invloed uitoef,erien, omdat de liberale schaar er wel voor zorgde, dat de districten zóó verdeeld werden, dat rechtsche stemmen zonder invloed bleven. Maar toen hierin verandering kwam en alle stemmen van Flakkee gingen meetellen, wierp Flakkee een geducht gewicht in de schaal. En er werd altijd trouw gestemd op dit anti-rev. eiland. Eerst bij het optreden van Ds. Kersten hierin verandering. Kon de A.-R. partij op Flak kee altijd op een 8000 stemmen rekenen, in 1925 bij de Tweede Kamerverkiezing was de verhouding: 4039 A.-R. en 3037 op de S.G.P. Niet minder dan vijftig procent was ons afge vallen. Waarschijnlijk verlogen we de andere 1000 stemmen aan de plattelanders, die in 25 op Flakkee duchtig gewerkt hadden. Bij de Statenverkiezing van 27 handhaafde de S.G.P. zich en wist 3060 op hun lijst te vereenigen en in '29 bij de Tweede Kamerverkiezing ging deze partij nog een stapje vooruit en bracht 3232 stemmen uit, terwijl de A.-R. partij toen 4103 stemmen behaalde. En nu bij de j.l. Statenverkiezing kwam plots de kentering: de S.G.P. zakte terug tot 2737, terwijl de A.-R, partij klom tot 4618 stemmen. Alleen de gemeenten Dirksland, Herkingón en Melissant brachten nog eenige winst voor de S.G.P., overigens werden ze op alle plaatsen zéér sterk teruggedrongen. Zoo b.v. in Sommels- dijk met 50 st., Den Bommel met 90 st„ in Oolt- gensplaat met 70 St., in Oude Tonge met 30 st., Nieuwe Tonge met 66 st., Stellendam met 40 st., en dn Ouddorp (eenmaal het St. Ger. bolwerk) met 62 stemmenHet verblijdende hierbij is, dat al deze stemmen weer ten goede zijn ge komen aan de A.-R. partij. Toch mag Flakkee, al zijn we dankbaar met dezen uitslag, niet het „voldaan" er aan toe- voeg'en. De groote schaduwzijde bij deze ver kiezingen is, dat links met belangrijke winst is gaan strijken. Rechts had slechts een verschui ving van S.G.P. naar A.-R., maar ging percents gewijze in stemmenaantal achteruit, terwijl de Vrijheidsbond en meer nog de S.D.A.P. klom van 1030 st. in '27 op 1497 in '31 en de V.B. van 1601 in '27 op 1796 in '31. Deze cijfers geven te denken. De V.B. mag zijn winst toeschrijven aan het verlies der Platt. partij, maar de roode stemmen zijn van jonge landarbeiders uit orthodoxen kring, die verlokt worden door de roode verkiezingsbeloften en het pad der vaderen verlieten. Het ligt op d'en weg der Kerk, en op den weg van de rechtsche partijen te onderzoeken in hoe verre zij hier schuldig staan. Het behoeft immers geen betoog, dat er aan het sociale leven op het platteland nog wel een en ander mankeert Daarom moge onze partij zich verheugen in den terugkeer van afgedwaalde broeders, zij mag tevens niet onderschatten het bedenkelijk verschijnsel, dat op een zwaar orthodox eiland de partij van ongeloof en revolutie bij iedere "erkiezing veld wint. Hieraan de volle aandacht te schenken, zal op den weg liggen der plaatselijke kiesvereeni- gingen en der Flakkeesche hulpcentrale. Openbare vergadering van den Raad der gemeente NIEUWE TONGE op Vrij dag 1 Mei 1931, des nam, 3 uur. Aanwezig alle leden. 'De Voorzitter, burgemeester Sterk, opent de vergadering met gebed, waarna de notulen der vorige vergadering worden gelezen en onveran derd worden vastgesteld. De VOORZITTER deelt mede, dat van den Minister van Financiën bericht is ontvangen, dat de voorloopige uitkeering ingevolge art. 11, juncto artikel 3, onder b d'er financieele ver houdingswet voor het dienstjaar 1930/1931 is vastgesteld op 8355.65. Dit bedrag wordt in 4 gelijke 'termijnen uitbetaald, n.l. op 1 Mei, 1 Augustus, 1 November en 1 Februari a.s. Een schrijven van den heer D. Breesnee, dat hij zijn benoeming tot lid van de schattings commissie aanneemt. Een missive van den Commissaris der Konin gin in deze Provincie, houdende bericht, dat de verordening op de heffing van opcenten op de personeele belasting en de gemeentefondsbelas ting is 'goedgekeurd. Een circulaire van Ged. Staten, waarin wordt medegedeeld, dat herziening en aanvulling van eenige bepalingen der algemeene regeling voor de jaarwedden van de Burgemeesters, de Secre tarissen en de Ontvangers wenschelijk is, met verzoek het gevoelen van den Raad te dien opzichte te willen mededeelen. Met de voorgestelde wijzigingén wordt ac- coord gegaan. Een verslag der bevindingen en handelingen van de Gezondheidscommissie, welke haar zetel heeft in de gemeente Middelharnis over het jaar 1930. Dit verslag wordt voor de leden ter in zage nedergelegd. Een schrijven van den Minister van Finan ciën, waarin wordt medegedeeld, dat het Rijk 3000 bijdraagt in de jaarwedden van den Burgemeester en den Secretaris. Alsnog wordt vastgesteld de pensioensgrond slag van den gemeenteveldwachter naar den toe stand op 1 Januari 1921. Mededeeting wordt gedaan, dat het gemeente verslag over het jaar 1930 is opgemaakt 'en voor een ieder ter inzage wordt nedergelegd. Het kohier der hondenbelasting over het jaar 1931 wordt vastgesteld tot een bedrag van 136. Tot benoeming van een onderwijzeres gaat de vergadering in besloten zitting. Na heropening deelt de VOORZITTER me de, dat met ingang van 1 Mei tot onderwijzeres is benoemd Mej. S. J. C. Versprille, thans tij delijk alhier. Verder deelt de VOORZITTER mede, dat voor de werkloozen werk is opgezocht; 38 werk- loozen zijn te werk gesteld. Getracht zal worden verder voort te gaan om werk te verschaffen, daartoe heeft het gemeentebestuur zich in ver binding gesteld met de besturen der verschil lende polders, die zich aanvankelijk bereid ver klaarden in deze mede te werken. Eerst moest echter de ingelanden dier polders worden ge hoord. Pot 90 ct., Tube 50 ct., Zeep 60 ct. Verder zal steun van het Rijk worden ge vraagd. Deze steun is echter zeer verschillend en wordt geregeld naar de plaatselijke belastingdruk over het belastingjaar 1930-1931. En daar deze in Nieuwe Tonge niet zwaar was, gelooft de Voorzitter, da't van het Rijk weinig zal worden ontvangen. Tot regeling van de werkverschaffing stelt de Voorzitter voor e,en Commissie te benoemen, waarin naast B. en W. nog twee leden zitting hebben. Bij acclamatie worden hiertoe benoemd de heeren Visbeen en Nieuwenhuijzen, die deze benoeming aannemen. Indien geen werk meer kan worden gevonden, dan zal een steunregeling in het leven worden geroepen. Bij de rondvraag vraagt de heer VAN VLIET inlichtingen over den te plaatsen bak op de mestvaalt. De VOORZITTER geeft inlichtingen. Verder zou de heer VAN VLIET het nuttig vinden als een gedeelte van de sloot bij de gasketel werd gedempt, met het oog op den gevaarlijken 'bocht aldaar. Andere heeren voelen er meer voor om de schuur van Zaaijer of een gedeelte daarvan aan te koopén en af te breken. De VOORZITTER zegt, zich hiertoe met den heer Zaaijer in verbinding te zullen stellen. De heer NIEUWENHUIJZEN klaagt over den toestand van den Noordelijken Achterweg. De heer PRINCE zegt, dat geld hiervoor ont breekt. De VOORZITTER zegt deze zaak eens na der te zullen onderzoeken. Daarna sluiting. OORDEELKUNDIGE BEMESTING VAN SUIKER- EN VOEDERBIETEN. Suiker- en voederbieten, vooral de laatsten, moeten, om een hooge opbrengst te verkrijgen, zwaar bemest worden. Fosforzuur, kali, maar ook de stikstof dient niet vergeten te worden. Door de bijzonder onzekere vooruitzichten voor den verbouw van bieten dit jaar, zal men te licht geneigd zijn een gedeelte der stikstof weg te laten. Een gevolg heirvan zal zijn: mindere opbrengsten en daardoor een hooge kostprijs per 1000 K.G. suiker- of voederbieten. Een lage kostprijs wordt bereikt door een hooge bietenopbrengst per H.A. Bij een hoogere op brengst kunnen alle vaste uitgaven per H.A., als daar zijn: grondbewerking, verplegen en rooien der bieten, pacht, enz., op een naar verhouding grootere hoeveelheid bieten omge slagen worden. Bij een grooten oogst drukt dus een kleiner deel van deze kosten op iedere 1000 K.G. bieten dan bij een geringere opbrengst. Een flinke bietenopbrengst is echter alleen mogelijk 'bij een voldoende bemesting en bij deze bemesting speelt de stikstof weer een be langrijke rol. De stikstof geeft hooge meerop brengsten en verlaagt daarom den kostprijs per 1000 K.G. bieten. Het is dus zaak een vol doende stikstofbemesting te geven. Wanneer voldoende fosforzuur en1 kali gegeven zijn, zou besparen op de stikstof een zuinigheid zijn, die de wijsheid bedriegt. Aan welke eischen moet die stikstofbemes ting voldoen In de eerste plaats moet hij goedkoop zijn. Hij moet salpeterstikstof bevatten, omdat bieten salpeterstikstof verkiezen en men alzoo een flinke opbrengst per H.A. verkrijgt. Dan moet hij den grond openhouden waardoor een snelle opkomst bevorderd wordt. En eindelijk moet hij suikerbieten geven met een hoog gehalte aan suiker en1 voederbieten met veel droge stof. Gelukkig dat wij in de kalksalpeter een stik stofmeststof hebben, welke aan al deze eisch'en voldoet. Kalksalpeter is verreweg de goedkoop ste stikstofmeststof, werkt krachtig en zeker daar de Stikstof in salpetervorm aanwezig is, welke zeer gemakkelijk oplost. Bij bieten dus een gulleg roei en een hooge opbrengst. Kalksalpeter werk't zeer gunstig op dc structuur van den grond, maakt deze los en kruimelig, hetgeen vele werkzaamheden vergemakkelijkt. Door zijn nieu wen korrelvorm strooit hij thans zeer gemak kelijk uit. Nu de benoodigde hoeveelheid. Zooals wij boven reeds schreven, verlangen suiker- en voederbieten een krachtige bemesting. De hoe veelheid zal echter rvan vele omstandigheden af hangen, in den regel kunnen wij zeggen, dat een bemesting van 500750 K.G. per H.A. een flinke bemesting is. Voor voederbieten kan men, indien geen stalmest is gebruikt, soms nog wel een honderd Kilogram hooger gaan. Hoe kunnen wij het beste de kalksalpeter toedienen In twee keerfen, de eerste helft bij het zaaien der beiten, de tweede helft na het opeen- zetten als overbemesting. Sommigen geven er de voorkeur aan de tweede helft in twee keer te geven, na het opeenzetten en 14 dagen later. Men strooie de kalksalpeter bij droog weer en op het droge gewas. SCHOONMAAK. Als ragebol en lange stoffers, Als emmers, boenders zonder tal, Als soda, Ira, zeep verschijnen, Dan weet ge wat er komen zal. Als 't zeepsop schuimt, als spinnewebben De lucht doordwar'len, berg je dan Als wrijfwas kwistig wordt gewreven Dan is 't geen leven voor den man. Als zonder kleeden zijn de kamers, Als zonder looper is de gang, Als alles overhoop gehaald wordt, Dan is de schoonmaak aan den gang. Als vrouwlief schuiert, wrijft en ploetert Tot 's avonds laat, soms in den nacht, Als g' op een kist uw kopje 'thee drinkt, Dan woedt de schoonmaak in haar kracht. Moeder de vrouw droomt dan van schilders, Van metselaar en stucadoor, - Zij smult al is het maar figuurlijk Van zeepsop, witkalk, soda, chloor. Zij denkt aan stijfselpot 'en witkwast, Stofjagen is haar groötst plezier, Haar aandacht is op 't hoogst gespannen Door verfpot en behangpapier. De schoonmaak is een koninginne, Regeerend met zeer strenge hand, De schoonmaak is een heerscheresse, De schoonmaak is een dwingeland. DORENTJE. Een geestelijke wonderdoener. Te San.Giovanni Rotondo bij Foggia in de provincie Napels, woont in een Capucijner' klooster een monnik, aan wien de bevolking tal van wonderen toeschrijft. De Roomsche kerk, anders van wonderen niet afkeerig, heeft de wonderen van haar kloosterlijken zoon niet willen erkennen en hem gelast naar Afrika te vertrekken. Dat is twee jaar geleden geschied, maar de monnik vertoeft nog altijd in zijn klooster, daar de bevolking hem niet wil laten gaan en sinds twee jaar het klooster letterlijk belegert. Dezer dagen heeft het Va« ticaan weer eens iemand naar S. Giovanni Rotondo gezonden om nog eens een onder> zoek in te stellen naar de wonderen van pater Pius. De bevolking dacht echter, dat de Pau> selijke afgezant den wonderdoener jrilde ontvoeren en heeft den prelaat gesteenigd. Deze, mgr. Tignola, ligt nu ernsiig gewond in het ziekenhuis te Foggia. MOORD TE BERLIJN. Het publiek door de recherche gemobiliseerd. Vrijdagmorgen heeft te Berlijn een moord plaats gehad, waarvan een besteller van aange- teekende brieven het slachtoffer is geworden. De moordenaar had ergens een kamer gehuurd en aan zichzelf een aangeteekenden brief ge stuurd. Toen de besteller met den brief in de kamer kwam, ontstond tusschen den moordenaar en hem een korte worsteling, waarbij de be steller werd vermoord en beroofd van de 6000 mark, die hij bij zich had. De politie heeft het onderzoek in deze zaak met moderne middelen ter hand genomen en het Berlijnsche publiek op zoek naar den moor denaar in het geweer geroepen. Het was Vrij dag 1 Mei, zooda't dien dag geen bladen ver schenen. De recherche liet bij een drukkerij tje een paar duizend strooibiljetten drukken waarna taxi-chauffeurs de biljetten met het signalement van den moordenaar en bizonderheden over den moord huis aan huis bezorgden in de buurt, waar de moord was gepleegd. Vrijdagavond en Zaterdagmorgen kwam telkens in het radio program de recherche aan het woord om mede- deelingen aan 'het publiek te doen. De recherche had tot Zondagmiddag niet minder dan 120 aanwijzingen van het publiek in handen, die alle worden nagegaan. De moordenaar kan er onder zijn, doch zekerheid hieromtrent heeft de recherche nog niet. TRAGISCH INCIDENT BIJ HET ROODE MEIFEEST. Een teleurgesteld minnaar poogt een meisje te vermoorden. Hij heeft geen succes en pleegt zelfmoord. „Het Volk" schrijft De viering van het Meifeest in Overschie is Zaterdagavond door een triest incident ver stoord. Sedert geruimen tijd was de verloving tusschen den 21-jarigen M. G. W„ een kuiper uit de Julianastraat en de 18-jarige M. v. 't W. uit de Terps'traat aldaar, verbroken. De jongen had zich dit zeer aangetrokken en het plan op gevat het meisje en ook zich zelf te dooden. Tijdens den optocht, die Zaterdagavond ge houden werd, ging hij achter haar loopën en drukte haar eensklaps een revolver in den hals. Hij haalde den trekker over, doch toen bleek, da't hij in zijn zenuwoverspanning vergeten had het wapen te laden, zoodat het meisje onge- deerd bleef. Er ontstond groote consternatie, waarin de dader ontvluchtte. Hij werd nagezet door een politieagent en eenige burgers en heeft zich toen een eind verder door de slaap ge schoten. Hij was onmiddellijk dood. Het lijk en het wapen zijn in beslag genomen. Het bleek, dat hij onderweg nog een schot gelóst had om zich er van te overtuigen, dat het wapen nu goed functionneerde. TWEE DOODEN BIJ EEN AUTO-ONGELUK. Moeder en dochter omgekomen, voor het leven van den echtgenoot en een vierde slachtoffer wordt gevreesd. Door defect stuur te water gereden. Zondagmiddag te vier uur heeft te Ter Aasche Zuwe, gemeente Loenersloot een ernstig auto-ongeluk plaats gehad. Een personen-auto met 7 inzittenden, is, vermoedelijk tengevolge van een defect aan de stuurinrichting, in de Zuwe gereden. Ijlings toesnellende voorbijgan gers slaagden er na veel moeite in de drenke lingen te bevrijden en op het droge te brengen. De doktoren Pierot uit Vinkeveen en De Snoo uit Breukelen werden onmiddellijk van het on geval op de hoogte gesteld. Toen zij ter plaatse verschenen bleken bij twee der drenkelingen de levensgeesten reeds te zijn geweken. Overleden' zijn mevrouw Sweers en een harer dochters, uit Arnhem, Haar echtgenoot en een andere dochter waren bewusteloos. Zij waren om 6 uur Zondagavond nog steeds niet bij kennis. De familie Sweers, bestaande uit de heer en mevrouw Sweers, hun twee dochters en hun zoon, alsmede twee kennissen, allen uit Arnhem, keerden van een tocht naar de bollenvelden naar laatstgenoemde plaats terug, toen het on geval geschiedde. De burgemeesters van Vinkeveen en Loener sloot, de heeren Wouters en Vorderhake, en de gemeenteveldwachter van Loenen, De Jong, waren spoedig op de plaats des onheils aan wezig. Later word't vernomen Men is er in geslaagd bij den heer Sweers de levensgeesten op te wekken. Het 'bewustelooze meisje blijkt niet tot de familie Sweers te be- hooren. Het is een vijftienjarig vriendinnetje van de thans overleden dochter. De heer Sweers en het meisje zijn in hoogst zorgwekkenden toestand naar de Rijksklinieken te Utrecht overgebracht. De chauffeur, alsmede een der andere inzittenden bleven ongedeerd. De dood bij de beide slachtoffers werd ge constateerd door dr. Posthuma uit Loenen, die ook spoedig na het ongeval ter plaatse was. ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ RAALTE. Eén doode, één gewonde. In den nacht van Zaterdag op Zondag is, vermoedelijk tengevolge van het afloopen van een der achterwielen, een auto, waarin een paar monteurs gezeten waren, die reparatiewerkzaam heden verricht hadden, tusschen Raalte en Hei- no (O.), over den kop geslagen. De inzittende H„ 30 jaar oud en ongehuwd, was op slag dood, terwijl de chauffeur aan een zijner armen werd gewond. De politie stelt een onderzoek in. EEN VROUW LEVEND VERBRAND. Men meldt uit Wassenaar Van Zaterdag op Zondagnacht ongeveer 12 uur werd de brandweer opgebeld voor een brand aan den Rijksstraatweg. Bij aankomst ter plaatse bleek aldaar een ontzettend ongeluk te hebben plaats gehad. De chauffeur van den heer G„ die aldaar in de aan de villa aangebouwde chauffeurs woning woont, was naar de halte van de H.T.M. gegaan om zijn dochter te gaan afhalen. Bij hun thuiskomst zag hij, dat er in zijn keuken brand was. Zeer kordaat greep hij de tuinslang, sloeg van buitenaf een ruit in en wist met één straal op de leiding spoedig de vlammen te dooven. Toen hij echter daarna naar binnen ging, vond hij op den vloer der keuken het half verkoolde lijk van zijn vrouw. Vermoedelijk had zij in de afwezigheid van haar man heur haar gewosschen met waschbenzine, waarna zij het haar heeft willen friseeren. Dit schijnt het gevolg te hebben gehad, dat zij in brand is geraakt en op den grond is gevallen, waardoor een tweetal gaten in den vloer zijn gebrand en de aanrechtdeur- tjes ook reeds vlam hadden gevat. Vreeseljjk was de toestand van den man om zóó zijn echtgenoote te vinden. Direct heeft hij haar naar buiten getrokken, maar het bovenlijf was reeds geheel verkoold. Met de ziekenauto van den heer Goemans is het lijk naar het lijkenhuis vervoerd. De brandweer heeft daarna een1 onderzoek ingesteld of er nog brandgevaar bestond, waar na zij weer inrukte. EEN VROUW DOOR DEN TREIN VERMORZELD. Op den onbewaakten overweg van den Beijer- schen weg nabij de halte Stolwijkersluis van de spoorlijn Gouda—Schoonhoven is, volgens het N. v. d. D„ Zondagavond omstreeks acht uur een doodelijk ongeval gebeurd. De machinist van den trein, welke om 19.19 uit Schoonhoven was vertrokken en om 20.06 te Gouda moest aankomen, bemerkte na het passeeren van den overweg plotseling stukken van een rijwiel aan zijn locomotief. Hij bracht den trein onmiddellijk tot stilstand, waarop een onderzoek werd in gesteld. Men vond langs de rails weldra het lichaam van een1 vrouw, wier levensgeesten reeds ge weken bleken te zijn. Haar aan het hoofd ern stig verminkt lijk werd naar het Van Iterson- ziekenhuis te Gouda vervoerd. Het slachtoffer had niets bij zich, waaruit de identiteit kon worden vastgesteld. De overreden wielrijdster is naar schatting 25 jaar oud. Men vermoedt met een boerén- dienstbode te doen te hebben. Van het ongeval was niemand getuige, zoodat de Rijkspolitie, die het onderzoek leidt, omtrent de toedracht volkomen in het duister tast. De trein had een kwartier vertraging. ALS 'T BANDJIRT IN DEN PREANGER. De weg is wegMultatuli's uitroep be antwoord nog telkens aan de werkelijkheid, als de bandjir door de ravijn dondert. De West moesson heeft dit jaar in verscheidene deelen van Indië barren watersnood veroorzaakt. Hoe de elementen in dezen 'tijd van 't jaar in de tropen huishouden1, kan blijken uit de beschrij- door H. KÏNGMANS. 27) „Heino krijgt zijn straf al wel heel spoedig", meende Truus. ,Wij kunnen' er niet over oordeelen", zeide hij, „maar ik geef je toe, dat onwillekeurig die con clusie getrokken wordt. Te meer, omdat het met zijn zaak ook niet schitterend gaat". „Werd hij later mededeelzamer „Zooals ik al zei, was Gretha na Heino's komst heel stil. En om tien uur zeide hij 't Wordt je tijd', denk aan het bevel van d'en dok ter, vroeg naar bed". Spoedig daarop nam zij afscheid, verliet zij het vertrek en ik bleef met Heino alleen. Tot twaalf uur heben wij zitten praten. Hij werd zeer mededeelzaam en beklaag de zich heftig over Salomons, dien hij schriel noemt. Maar 'k weet niet, of het waar is. Het lijkt mij verstandig van hem, want uit de mede- deelingen van Heino merkte ik wel op, dat hij een harden dobber heeft, om er 'te komen. Van Halen Co., 'k wist er reeds iets van, heeft zich geassocieerd met Jansen van 't Laar, waardoor een machtig lichaam is gevormd, 't Is voor Hei no niet te doen, om zich er tegenop te werken. Niet één klant van Van Halen Co. heeft hij blijvend gehouden. En daarop had hij gerekend. Heel dom overigens. Want waarom zouden de menschen bij een goede firma wegloopen Hij moet dus andere klanten vinden. En dat gaat ver van gemakkelijk. Daarbij komt, dat het in huis weelderig is ingericht. Och, Gretha is het steeds royaal gewend geweest. En ten slotte vermoed ik op goede gronden, dat Heino voor zichzelf ook nog al wat noodig heeft. Alles en alles bij elkaar meen ik, dat de zaken er niet rooskleurig voorstaan." „En dat bij Heino, die zoo'n groot woord over e'en eigen zaak had, dat toch maar je ware was zei Truus. „Arme jongen, wat wórdt hij gedesillusioneerd". „Hij had het nooit moeten doen. 'k Het hem hem ook sterk afgeraden. Hij had immers een goede positie 'k Weet heusch niet, wat dat op den duur worden moet, maar ik vrees voor een geweldig fiasco. Salomons, dat heb ik wel be grepen, smijt zijn geld niet in een bodemloozen put. En geef hem eens ongelijk. Ik kreeg trou wens den indruk, dat de verhouding tusschen Heino en zijn schoonouders niet bepaald schit terend is. Ja, dat komt er natuuurlijk van. Hij heeft het oog op het geld geslagen en dat valt nu niet mee. Dan komt de verkoeling vanzelf. Zielkundig is dat heel goed te verklaren. Dat is ook de verklaring van het feit dat er tusschen man en vrouw geen liefde en harmonie is. Als die er ooit oprecht geweest zijn, wat ik betwijfel, dan zijn die nu wel radicaal verdwenen". "Wat vreeselijk toch Kun je nu begrijpen, Tjaard, dat een jongen als Heino, die van jongs- af beter geweten heeft, zoover is afgedwaald Dat begrijp ik niet. Kan zoo iemand nu zonder eenigen strijd afscheid nemen van zijn Christe lijke omgeving en opgaan in een wereldsche „Er valt moeilijk een antwoord op te geven, kind. Zonder strijd gaat het in elk geval niet, dat staat wel voor mij vast. Heino heeft niet op een zeker oogenblik gezegdZiezoo, ik zeg het verleden vaarwel. Dat kan immers niet? Zijn opvoeding was er te goed voor. Ik ben er dan ook van overtuigd, da't hij nóg oogenblikken van nadenken heeft, 'k Heb dat bemerkt, want er was in den loop van ons gesprek nog even gelegenheid met hem over de geestelijke dingen te spreken". „En vroeg Truus gretig. „Hij wilde er niet van hooren. Maar 't was zeer opmerkelijk, dat hij anders sprak als vroe ger. 'Danl was 'het„Natuurlijk, dat is jouw standpunt, maar ik denk er niet zoo over." En dat kwam er dan zoo zelfbewust uit, dat er niet tegen te redeneeren viel. Maar nu sprak hij zoo niet. Met een vermoeid gebaar zei hij „Kerel, je hebt misschien gelijk, 'k Had mogelijk verstandiger moeten doen, maar dat ds nu voor bij. Het beste is, om er niet over te spreken." Kijk, Truus, 'bij al het onaangename en droevige, dat ik opmerkte en hoorde hebben die woorden mij een vleug van hoop gegeven. Hij wilde er niet van hooren, maar Heino is, al sprak hij dan onmiddellijk over zaken, niet los van God. Hij doet onverschillig en meent, dat het wel gaan zal, maar dntusschen heeft hij zijn betere oogenblikken, die hem tot nadenken stemmen. Althans, dien indruk heb ik gekregen. En als die indruk juist is, dan is er hoop, dat het een maal nog met hem in orde komt. Misschien moet het dan wel langs een diepen weg gaan, God1 alleen1 weet het. Maar ds het niet verklaarbaar, dat 'bij mij de gedachte opkomt: hij moet tegen slag op tegenslag ondervinden om zoodoende weer tot God te komen „Is dat niet wat boud gesproken, Tjaard „Ik zeg immers, dat ik 'het niet weet. On willekeurig gaat men zoo denken. Maar het is best mogelijk, dat ik mij vergis en dat er in plaats van inkeer, nog méér verharding komt en de verzenen nog méér tegen d'e prikkels worden geslagen. Wij moeten voor onzen broeder blijven bidden, Truus. Dat is ons eenig wapen1." „En moeder?" „Het lijkt mij beter, moeder niet in eenen de volle waarheid te zeggen, al zal die wel ver moeden. Zij lijdt reeds zoo erg, Truus." „Ja", zeide zij peinzend. „Wij kunnen God niet begrijpen. Een moeder, die lijdt; familie leden, die er onder gebukt gaan; Martha, wier hart gebroken is; en ten slotte de oorzaak van alles: Heino, die zijn doel niet heeft bereikt en die mogelijk nog voor een zwaren weg staat." HOOFDSTUK XV. Twee brieven. Lieve Martha, Gisteravond, bij moeder op bezoek, heb ik een stevigen uitbrander gekregen1. Je hadt geklaagd, dat ik nog niet had geantwoord op je brief van vier weken geled'en. Nu voel ik mij inderdaad een weinig schuldig, 'k Had eerder moeten schrijven. Maar och, je wedt, hoe dat gaat. Er komt in mijn gezinnetje nog al veel kijken, vooral sinds je naamgenootje gearriveerd is. Laat ik maar gauw zeggen, dat die het heel goed maakt, hoor. Zij groeit als kool en is een lief ding. Peettante zal vast veel met haar op hebben. Je komt immers binnenkort? Nu, dan zul je eens zien, wat een schat zij is en hoe wijs de broertjes met haar zijn Je zult het niet gelooven, maar Tjaard komt soms van het kantoor geloopen met een quasi boodschap. De juiste reden van zijn komst is evenwel, dat hij e'ens even in de wieg moet kijken. Overigens is Martha de laatste dagen meer in het loophek dan in de wieg. Zij is bizonder „vroolijk". Nu moet je niet lachen en zeggen, dat alle moeders dat van haar kinderen beweren, want wat ik schrijf, is heusch waar. Je zult het moeten erkennen. Maar om nu naar het 'begin van mijn ver worden brief terug te keeren, ik heb toch niet alle schuld, dat ik je nog niet heb geantwoord. Met opzet heb ik juist gewacht, tot er eenige zekerheid was. Die is er sinds vanmorgen. Wij wilden in Juli graag een drie weken er tusschen1 uit. Tjaard kan wel niet zoo lang, maar 'hij beweert bij hoog en laag, dat hij zich wel redden zal. 'k Moet het nog zien, maar zeg er maar niets van. Het was de bedoeling, dat moeder dan zou meegaan. Voor haar ds 'het van zeer groote be- teekenis, eens in een andere omgeving te zijn. Tjaard opperde het eerst het idee. De goeierd deed het natuurlijk voor mij. Maar 'k had er niet veel lust in, met Martha op reis te gaan. Met kinderen beneden het jaar is niet bepaald gewenscht, heb ik vaak gehoord. Met de jongens heb ik het dan ook nooit gedaan. Maar daar komt me verleden week Tjaard binnen en zegt: ,,'k Heb den dokter gesproken en die zegt, dat het niets schelen kan, dat je met Martha op reis gaat; 't ligt alleen aan de verzorging en die is bij jou wel in goede handen. Je behoeft om Martha ook niet naar de bosschen te gaan, aan zee is ook geen bezwaar". Ik had namelijk gezegd, dat mén in ieder ge val niet naar zee moest gaan met een baby, al is dat dan al een groote baby. Ook al eens gehoord, moet je weten. En nu wilde ik gaarne voor de jongens naar zee. Zij kunnen zich zoo heerlijk vermaken aan het strand De dokter heeft er wat om gelachen en ge zegd, dat wij Marhta best kunnen meenemen naar zee. Geen enkel bezwaar tegen. Integen deel: zeer aanbevelenswaardig. Nu, toen ik dat hoorde, kreeg ik toch ook lust, er eens uit te gaan. Zonder Martha zou ik het vast niet gedaan hebben. Tine Schuilma had zich al bereidwillig aangeboden, voor haar te zorgen, maar daar wilde ik niet van weten. Om kort te gaan, want ik ben, oudergewoonte, erg langdradig, wij hebben besloten, te gaan. Drie weken. En dan zou moeder meegaan. De vraag was toen waarheen. Van het mon daine badplaatsgedoe moeten wij natuurlijk niets hebben. Toen is ons Wijk aan Zee aangeraden als een kalme, rustige familiebadplaats. Tjaard heeft pension besproken. Het is alles in orde. Dat weet ik pas sinds vanmorgen. En daarop heb ik gewacht, om het je te schrijven. Je be merkt dus, dat ik niet alle schuld heb met je zoo lang te laten wachten. Al geef ik toe, dat ik je best een briefje had kunnen schrijven. Maar nu waarom ik gewacht heb tot er eenige zekerheid was. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1