FEUILLETON
TNHncSTGNOWSBS
'Woensdag 6 Mei 1931»
No. 3743
TWEEDE BLAD.
Uit de Pers.
Gemeenteraad.
Sproeten komen vroeg in
VARIA.
Buitenland.
Gemengd Nieuws»
het ^voorjaar, koop tijdig een pot
Sprutol. Bij alle Drogisten.
Land- en Tuinbouw.
KLATERGOUD
HOE FLAKKEE ZICH HIELD.
„De Rotterdammer" schrijft
Bij de verkiezingen voor de Prov. Staten van
Zuid-Holland nam Flakkee altijd een belang
rijke plaats in. Toen dn 1901- de Staten in onze
provincie naar rechts om gingen had Flakkee
in deze victorie geen klein aandeel gehad. Onder
het liberale juk kon Flakkee nimmer grooten
invloed uitoef,erien, omdat de liberale schaar er
wel voor zorgde, dat de districten zóó verdeeld
werden, dat rechtsche stemmen zonder invloed
bleven. Maar toen hierin verandering kwam en
alle stemmen van Flakkee gingen meetellen,
wierp Flakkee een geducht gewicht in de schaal.
En er werd altijd trouw gestemd op dit anti-rev.
eiland.
Eerst bij het optreden van Ds. Kersten
hierin verandering. Kon de A.-R. partij op Flak
kee altijd op een 8000 stemmen rekenen, in
1925 bij de Tweede Kamerverkiezing was de
verhouding: 4039 A.-R. en 3037 op de S.G.P.
Niet minder dan vijftig procent was ons afge
vallen. Waarschijnlijk verlogen we de andere
1000 stemmen aan de plattelanders, die in 25
op Flakkee duchtig gewerkt hadden. Bij de
Statenverkiezing van 27 handhaafde de S.G.P.
zich en wist 3060 op hun lijst te vereenigen
en in '29 bij de Tweede Kamerverkiezing ging
deze partij nog een stapje vooruit en bracht
3232 stemmen uit, terwijl de A.-R. partij toen
4103 stemmen behaalde.
En nu bij de j.l. Statenverkiezing kwam plots
de kentering: de S.G.P. zakte terug tot 2737,
terwijl de A.-R, partij klom tot 4618 stemmen.
Alleen de gemeenten Dirksland, Herkingón en
Melissant brachten nog eenige winst voor de
S.G.P., overigens werden ze op alle plaatsen
zéér sterk teruggedrongen. Zoo b.v. in Sommels-
dijk met 50 st., Den Bommel met 90 st„ in Oolt-
gensplaat met 70 St., in Oude Tonge met 30 st.,
Nieuwe Tonge met 66 st., Stellendam met 40 st.,
en dn Ouddorp (eenmaal het St. Ger. bolwerk)
met 62 stemmenHet verblijdende hierbij is,
dat al deze stemmen weer ten goede zijn ge
komen aan de A.-R. partij.
Toch mag Flakkee, al zijn we dankbaar met
dezen uitslag, niet het „voldaan" er aan toe-
voeg'en. De groote schaduwzijde bij deze ver
kiezingen is, dat links met belangrijke winst is
gaan strijken. Rechts had slechts een verschui
ving van S.G.P. naar A.-R., maar ging percents
gewijze in stemmenaantal achteruit, terwijl de
Vrijheidsbond en meer nog de S.D.A.P. klom
van 1030 st. in '27 op 1497 in '31 en de V.B.
van 1601 in '27 op 1796 in '31.
Deze cijfers geven te denken. De V.B. mag
zijn winst toeschrijven aan het verlies der Platt.
partij, maar de roode stemmen zijn van jonge
landarbeiders uit orthodoxen kring, die verlokt
worden door de roode verkiezingsbeloften en
het pad der vaderen verlieten.
Het ligt op d'en weg der Kerk, en op den weg
van de rechtsche partijen te onderzoeken in hoe
verre zij hier schuldig staan. Het behoeft immers
geen betoog, dat er aan het sociale leven op het
platteland nog wel een en ander mankeert
Daarom moge onze partij zich verheugen in
den terugkeer van afgedwaalde broeders, zij
mag tevens niet onderschatten het bedenkelijk
verschijnsel, dat op een zwaar orthodox eiland
de partij van ongeloof en revolutie bij iedere
"erkiezing veld wint.
Hieraan de volle aandacht te schenken, zal
op den weg liggen der plaatselijke kiesvereeni-
gingen en der Flakkeesche hulpcentrale.
Openbare vergadering van den Raad der
gemeente NIEUWE TONGE op Vrij
dag 1 Mei 1931, des nam, 3 uur.
Aanwezig alle leden.
'De Voorzitter, burgemeester Sterk, opent de
vergadering met gebed, waarna de notulen der
vorige vergadering worden gelezen en onveran
derd worden vastgesteld.
De VOORZITTER deelt mede, dat van den
Minister van Financiën bericht is ontvangen,
dat de voorloopige uitkeering ingevolge art. 11,
juncto artikel 3, onder b d'er financieele ver
houdingswet voor het dienstjaar 1930/1931 is
vastgesteld op 8355.65. Dit bedrag wordt in
4 gelijke 'termijnen uitbetaald, n.l. op 1 Mei,
1 Augustus, 1 November en 1 Februari a.s.
Een schrijven van den heer D. Breesnee, dat
hij zijn benoeming tot lid van de schattings
commissie aanneemt.
Een missive van den Commissaris der Konin
gin in deze Provincie, houdende bericht, dat de
verordening op de heffing van opcenten op de
personeele belasting en de gemeentefondsbelas
ting is 'goedgekeurd.
Een circulaire van Ged. Staten, waarin wordt
medegedeeld, dat herziening en aanvulling van
eenige bepalingen der algemeene regeling voor
de jaarwedden van de Burgemeesters, de Secre
tarissen en de Ontvangers wenschelijk is, met
verzoek het gevoelen van den Raad te dien
opzichte te willen mededeelen.
Met de voorgestelde wijzigingén wordt ac-
coord gegaan.
Een verslag der bevindingen en handelingen
van de Gezondheidscommissie, welke haar zetel
heeft in de gemeente Middelharnis over het jaar
1930. Dit verslag wordt voor de leden ter in
zage nedergelegd.
Een schrijven van den Minister van Finan
ciën, waarin wordt medegedeeld, dat het Rijk
3000 bijdraagt in de jaarwedden van den
Burgemeester en den Secretaris.
Alsnog wordt vastgesteld de pensioensgrond
slag van den gemeenteveldwachter naar den toe
stand op 1 Januari 1921.
Mededeeting wordt gedaan, dat het gemeente
verslag over het jaar 1930 is opgemaakt 'en voor
een ieder ter inzage wordt nedergelegd.
Het kohier der hondenbelasting over het jaar
1931 wordt vastgesteld tot een bedrag van 136.
Tot benoeming van een onderwijzeres gaat
de vergadering in besloten zitting.
Na heropening deelt de VOORZITTER me
de, dat met ingang van 1 Mei tot onderwijzeres
is benoemd Mej. S. J. C. Versprille, thans tij
delijk alhier.
Verder deelt de VOORZITTER mede, dat
voor de werkloozen werk is opgezocht; 38 werk-
loozen zijn te werk gesteld. Getracht zal worden
verder voort te gaan om werk te verschaffen,
daartoe heeft het gemeentebestuur zich in ver
binding gesteld met de besturen der verschil
lende polders, die zich aanvankelijk bereid ver
klaarden in deze mede te werken. Eerst moest
echter de ingelanden dier polders worden ge
hoord.
Pot 90 ct., Tube 50 ct., Zeep 60 ct.
Verder zal steun van het Rijk worden ge
vraagd. Deze steun is echter zeer verschillend en
wordt geregeld naar de plaatselijke belastingdruk
over het belastingjaar 1930-1931. En daar deze
in Nieuwe Tonge niet zwaar was, gelooft de
Voorzitter, da't van het Rijk weinig zal worden
ontvangen.
Tot regeling van de werkverschaffing stelt de
Voorzitter voor e,en Commissie te benoemen,
waarin naast B. en W. nog twee leden zitting
hebben. Bij acclamatie worden hiertoe benoemd
de heeren Visbeen en Nieuwenhuijzen, die deze
benoeming aannemen.
Indien geen werk meer kan worden gevonden,
dan zal een steunregeling in het leven worden
geroepen.
Bij de rondvraag vraagt de heer VAN VLIET
inlichtingen over den te plaatsen bak op de
mestvaalt.
De VOORZITTER geeft inlichtingen.
Verder zou de heer VAN VLIET het nuttig
vinden als een gedeelte van de sloot bij de
gasketel werd gedempt, met het oog op den
gevaarlijken 'bocht aldaar.
Andere heeren voelen er meer voor om de
schuur van Zaaijer of een gedeelte daarvan
aan te koopén en af te breken.
De VOORZITTER zegt, zich hiertoe met
den heer Zaaijer in verbinding te zullen stellen.
De heer NIEUWENHUIJZEN klaagt over
den toestand van den Noordelijken Achterweg.
De heer PRINCE zegt, dat geld hiervoor ont
breekt.
De VOORZITTER zegt deze zaak eens na
der te zullen onderzoeken.
Daarna sluiting.
OORDEELKUNDIGE BEMESTING VAN
SUIKER- EN VOEDERBIETEN.
Suiker- en voederbieten, vooral de laatsten,
moeten, om een hooge opbrengst te verkrijgen,
zwaar bemest worden. Fosforzuur, kali, maar
ook de stikstof dient niet vergeten te worden.
Door de bijzonder onzekere vooruitzichten voor
den verbouw van bieten dit jaar, zal men te
licht geneigd zijn een gedeelte der stikstof weg
te laten. Een gevolg heirvan zal zijn: mindere
opbrengsten en daardoor een hooge kostprijs
per 1000 K.G. suiker- of voederbieten. Een
lage kostprijs wordt bereikt door een hooge
bietenopbrengst per H.A. Bij een hoogere op
brengst kunnen alle vaste uitgaven per H.A.,
als daar zijn: grondbewerking, verplegen en
rooien der bieten, pacht, enz., op een naar
verhouding grootere hoeveelheid bieten omge
slagen worden. Bij een grooten oogst drukt dus
een kleiner deel van deze kosten op iedere 1000
K.G. bieten dan bij een geringere opbrengst.
Een flinke bietenopbrengst is echter alleen
mogelijk 'bij een voldoende bemesting en bij
deze bemesting speelt de stikstof weer een be
langrijke rol. De stikstof geeft hooge meerop
brengsten en verlaagt daarom den kostprijs per
1000 K.G. bieten. Het is dus zaak een vol
doende stikstofbemesting te geven. Wanneer
voldoende fosforzuur en1 kali gegeven zijn, zou
besparen op de stikstof een zuinigheid zijn, die
de wijsheid bedriegt.
Aan welke eischen moet die stikstofbemes
ting voldoen In de eerste plaats moet hij
goedkoop zijn. Hij moet salpeterstikstof
bevatten, omdat bieten salpeterstikstof verkiezen
en men alzoo een flinke opbrengst per H.A.
verkrijgt. Dan moet hij den grond openhouden
waardoor een snelle opkomst bevorderd wordt.
En eindelijk moet hij suikerbieten geven met een
hoog gehalte aan suiker en1 voederbieten met
veel droge stof.
Gelukkig dat wij in de kalksalpeter een stik
stofmeststof hebben, welke aan al deze eisch'en
voldoet. Kalksalpeter is verreweg de goedkoop
ste stikstofmeststof, werkt krachtig en zeker
daar de Stikstof in salpetervorm aanwezig is,
welke zeer gemakkelijk oplost. Bij bieten dus een
gulleg roei en een hooge opbrengst. Kalksalpeter
werk't zeer gunstig op dc structuur van den
grond, maakt deze los en kruimelig, hetgeen vele
werkzaamheden vergemakkelijkt. Door zijn nieu
wen korrelvorm strooit hij thans zeer gemak
kelijk uit.
Nu de benoodigde hoeveelheid. Zooals wij
boven reeds schreven, verlangen suiker- en
voederbieten een krachtige bemesting. De hoe
veelheid zal echter rvan vele omstandigheden af
hangen, in den regel kunnen wij zeggen, dat
een bemesting van 500750 K.G. per H.A. een
flinke bemesting is. Voor voederbieten kan men,
indien geen stalmest is gebruikt, soms nog wel
een honderd Kilogram hooger gaan.
Hoe kunnen wij het beste de kalksalpeter
toedienen In twee keerfen, de eerste helft bij het
zaaien der beiten, de tweede helft na het opeen-
zetten als overbemesting. Sommigen geven er de
voorkeur aan de tweede helft in twee keer te
geven, na het opeenzetten en 14 dagen later.
Men strooie de kalksalpeter bij droog weer
en op het droge gewas.
SCHOONMAAK.
Als ragebol en lange stoffers,
Als emmers, boenders zonder tal,
Als soda, Ira, zeep verschijnen,
Dan weet ge wat er komen zal.
Als 't zeepsop schuimt, als spinnewebben
De lucht doordwar'len, berg je dan
Als wrijfwas kwistig wordt gewreven
Dan is 't geen leven voor den man.
Als zonder kleeden zijn de kamers,
Als zonder looper is de gang,
Als alles overhoop gehaald wordt,
Dan is de schoonmaak aan den gang.
Als vrouwlief schuiert, wrijft en ploetert
Tot 's avonds laat, soms in den nacht,
Als g' op een kist uw kopje 'thee drinkt,
Dan woedt de schoonmaak in haar kracht.
Moeder de vrouw droomt dan van schilders,
Van metselaar en stucadoor,
- Zij smult al is het maar figuurlijk
Van zeepsop, witkalk, soda, chloor.
Zij denkt aan stijfselpot 'en witkwast,
Stofjagen is haar groötst plezier,
Haar aandacht is op 't hoogst gespannen
Door verfpot en behangpapier.
De schoonmaak is een koninginne,
Regeerend met zeer strenge hand,
De schoonmaak is een heerscheresse,
De schoonmaak is een dwingeland.
DORENTJE.
Een geestelijke wonderdoener.
Te San.Giovanni Rotondo bij Foggia in de
provincie Napels, woont in een Capucijner'
klooster een monnik, aan wien de bevolking
tal van wonderen toeschrijft. De Roomsche
kerk, anders van wonderen niet afkeerig,
heeft de wonderen van haar kloosterlijken
zoon niet willen erkennen en hem gelast naar
Afrika te vertrekken. Dat is twee jaar geleden
geschied, maar de monnik vertoeft nog altijd
in zijn klooster, daar de bevolking hem niet
wil laten gaan en sinds twee jaar het klooster
letterlijk belegert. Dezer dagen heeft het Va«
ticaan weer eens iemand naar S. Giovanni
Rotondo gezonden om nog eens een onder>
zoek in te stellen naar de wonderen van pater
Pius. De bevolking dacht echter, dat de Pau>
selijke afgezant den wonderdoener jrilde
ontvoeren en heeft den prelaat gesteenigd.
Deze, mgr. Tignola, ligt nu ernsiig gewond
in het ziekenhuis te Foggia.
MOORD TE BERLIJN.
Het publiek door de recherche gemobiliseerd.
Vrijdagmorgen heeft te Berlijn een moord
plaats gehad, waarvan een besteller van aange-
teekende brieven het slachtoffer is geworden.
De moordenaar had ergens een kamer gehuurd
en aan zichzelf een aangeteekenden brief ge
stuurd. Toen de besteller met den brief in de
kamer kwam, ontstond tusschen den moordenaar
en hem een korte worsteling, waarbij de be
steller werd vermoord en beroofd van de 6000
mark, die hij bij zich had.
De politie heeft het onderzoek in deze zaak
met moderne middelen ter hand genomen en
het Berlijnsche publiek op zoek naar den moor
denaar in het geweer geroepen. Het was Vrij
dag 1 Mei, zooda't dien dag geen bladen ver
schenen. De recherche liet bij een drukkerij tje
een paar duizend strooibiljetten drukken waarna
taxi-chauffeurs de biljetten met het signalement
van den moordenaar en bizonderheden over den
moord huis aan huis bezorgden in de buurt,
waar de moord was gepleegd. Vrijdagavond en
Zaterdagmorgen kwam telkens in het radio
program de recherche aan het woord om mede-
deelingen aan 'het publiek te doen. De recherche
had tot Zondagmiddag niet minder dan 120
aanwijzingen van het publiek in handen, die
alle worden nagegaan. De moordenaar kan er
onder zijn, doch zekerheid hieromtrent heeft de
recherche nog niet.
TRAGISCH INCIDENT BIJ HET ROODE
MEIFEEST.
Een teleurgesteld minnaar poogt een
meisje te vermoorden.
Hij heeft geen succes en pleegt zelfmoord.
„Het Volk" schrijft
De viering van het Meifeest in Overschie is
Zaterdagavond door een triest incident ver
stoord. Sedert geruimen tijd was de verloving
tusschen den 21-jarigen M. G. W„ een kuiper
uit de Julianastraat en de 18-jarige M. v. 't W.
uit de Terps'traat aldaar, verbroken. De jongen
had zich dit zeer aangetrokken en het plan op
gevat het meisje en ook zich zelf te dooden.
Tijdens den optocht, die Zaterdagavond ge
houden werd, ging hij achter haar loopën en
drukte haar eensklaps een revolver in den hals.
Hij haalde den trekker over, doch toen bleek,
da't hij in zijn zenuwoverspanning vergeten had
het wapen te laden, zoodat het meisje onge-
deerd bleef. Er ontstond groote consternatie,
waarin de dader ontvluchtte. Hij werd nagezet
door een politieagent en eenige burgers en heeft
zich toen een eind verder door de slaap ge
schoten. Hij was onmiddellijk dood. Het lijk en
het wapen zijn in beslag genomen. Het bleek,
dat hij onderweg nog een schot gelóst had om
zich er van te overtuigen, dat het wapen nu
goed functionneerde.
TWEE DOODEN BIJ EEN
AUTO-ONGELUK.
Moeder en dochter omgekomen, voor het leven
van den echtgenoot en een vierde slachtoffer
wordt gevreesd.
Door defect stuur te water gereden.
Zondagmiddag te vier uur heeft te Ter
Aasche Zuwe, gemeente Loenersloot een ernstig
auto-ongeluk plaats gehad. Een personen-auto
met 7 inzittenden, is, vermoedelijk tengevolge
van een defect aan de stuurinrichting, in de
Zuwe gereden. Ijlings toesnellende voorbijgan
gers slaagden er na veel moeite in de drenke
lingen te bevrijden en op het droge te brengen.
De doktoren Pierot uit Vinkeveen en De Snoo
uit Breukelen werden onmiddellijk van het on
geval op de hoogte gesteld. Toen zij ter plaatse
verschenen bleken bij twee der drenkelingen de
levensgeesten reeds te zijn geweken.
Overleden' zijn mevrouw Sweers en een harer
dochters, uit Arnhem, Haar echtgenoot en een
andere dochter waren bewusteloos. Zij waren
om 6 uur Zondagavond nog steeds niet bij
kennis.
De familie Sweers, bestaande uit de heer en
mevrouw Sweers, hun twee dochters en hun
zoon, alsmede twee kennissen, allen uit Arnhem,
keerden van een tocht naar de bollenvelden
naar laatstgenoemde plaats terug, toen het on
geval geschiedde.
De burgemeesters van Vinkeveen en Loener
sloot, de heeren Wouters en Vorderhake, en
de gemeenteveldwachter van Loenen, De Jong,
waren spoedig op de plaats des onheils aan
wezig.
Later word't vernomen
Men is er in geslaagd bij den heer Sweers de
levensgeesten op te wekken. Het 'bewustelooze
meisje blijkt niet tot de familie Sweers te be-
hooren. Het is een vijftienjarig vriendinnetje
van de thans overleden dochter. De heer Sweers
en het meisje zijn in hoogst zorgwekkenden
toestand naar de Rijksklinieken te Utrecht
overgebracht. De chauffeur, alsmede een der
andere inzittenden bleven ongedeerd.
De dood bij de beide slachtoffers werd ge
constateerd door dr. Posthuma uit Loenen, die
ook spoedig na het ongeval ter plaatse was.
ERNSTIG AUTO-ONGELUK BIJ RAALTE.
Eén doode, één gewonde.
In den nacht van Zaterdag op Zondag is,
vermoedelijk tengevolge van het afloopen van
een der achterwielen, een auto, waarin een paar
monteurs gezeten waren, die reparatiewerkzaam
heden verricht hadden, tusschen Raalte en Hei-
no (O.), over den kop geslagen. De inzittende
H„ 30 jaar oud en ongehuwd, was op slag
dood, terwijl de chauffeur aan een zijner armen
werd gewond. De politie stelt een onderzoek in.
EEN VROUW LEVEND VERBRAND.
Men meldt uit Wassenaar
Van Zaterdag op Zondagnacht ongeveer 12
uur werd de brandweer opgebeld voor een
brand aan den Rijksstraatweg. Bij aankomst ter
plaatse bleek aldaar een ontzettend ongeluk te
hebben plaats gehad.
De chauffeur van den heer G„ die aldaar
in de aan de villa aangebouwde chauffeurs
woning woont, was naar de halte van de H.T.M.
gegaan om zijn dochter te gaan afhalen. Bij hun
thuiskomst zag hij, dat er in zijn keuken brand
was. Zeer kordaat greep hij de tuinslang, sloeg
van buitenaf een ruit in en wist met één straal
op de leiding spoedig de vlammen te dooven.
Toen hij echter daarna naar binnen ging, vond
hij op den vloer der keuken het half verkoolde
lijk van zijn vrouw. Vermoedelijk had zij in de
afwezigheid van haar man heur haar gewosschen
met waschbenzine, waarna zij het haar heeft
willen friseeren. Dit schijnt het gevolg te hebben
gehad, dat zij in brand is geraakt en op den
grond is gevallen, waardoor een tweetal gaten
in den vloer zijn gebrand en de aanrechtdeur-
tjes ook reeds vlam hadden gevat.
Vreeseljjk was de toestand van den man om
zóó zijn echtgenoote te vinden. Direct heeft hij
haar naar buiten getrokken, maar het bovenlijf
was reeds geheel verkoold. Met de ziekenauto
van den heer Goemans is het lijk naar het
lijkenhuis vervoerd.
De brandweer heeft daarna een1 onderzoek
ingesteld of er nog brandgevaar bestond, waar
na zij weer inrukte.
EEN VROUW DOOR DEN TREIN
VERMORZELD.
Op den onbewaakten overweg van den Beijer-
schen weg nabij de halte Stolwijkersluis van de
spoorlijn Gouda—Schoonhoven is, volgens het
N. v. d. D„ Zondagavond omstreeks acht uur
een doodelijk ongeval gebeurd. De machinist
van den trein, welke om 19.19 uit Schoonhoven
was vertrokken en om 20.06 te Gouda moest
aankomen, bemerkte na het passeeren van den
overweg plotseling stukken van een rijwiel aan
zijn locomotief. Hij bracht den trein onmiddellijk
tot stilstand, waarop een onderzoek werd in
gesteld.
Men vond langs de rails weldra het lichaam
van een1 vrouw, wier levensgeesten reeds ge
weken bleken te zijn. Haar aan het hoofd ern
stig verminkt lijk werd naar het Van Iterson-
ziekenhuis te Gouda vervoerd. Het slachtoffer
had niets bij zich, waaruit de identiteit kon
worden vastgesteld.
De overreden wielrijdster is naar schatting
25 jaar oud. Men vermoedt met een boerén-
dienstbode te doen te hebben. Van het ongeval
was niemand getuige, zoodat de Rijkspolitie,
die het onderzoek leidt, omtrent de toedracht
volkomen in het duister tast.
De trein had een kwartier vertraging.
ALS 'T BANDJIRT IN DEN PREANGER.
De weg is wegMultatuli's uitroep be
antwoord nog telkens aan de werkelijkheid, als
de bandjir door de ravijn dondert. De West
moesson heeft dit jaar in verscheidene deelen
van Indië barren watersnood veroorzaakt. Hoe
de elementen in dezen 'tijd van 't jaar in de
tropen huishouden1, kan blijken uit de beschrij-
door
H. KÏNGMANS.
27)
„Heino krijgt zijn straf al wel heel spoedig",
meende Truus.
,Wij kunnen' er niet over oordeelen", zeide hij,
„maar ik geef je toe, dat onwillekeurig die con
clusie getrokken wordt. Te meer, omdat het met
zijn zaak ook niet schitterend gaat".
„Werd hij later mededeelzamer
„Zooals ik al zei, was Gretha na Heino's
komst heel stil. En om tien uur zeide hij 't
Wordt je tijd', denk aan het bevel van d'en dok
ter, vroeg naar bed". Spoedig daarop nam zij
afscheid, verliet zij het vertrek en ik bleef met
Heino alleen. Tot twaalf uur heben wij zitten
praten. Hij werd zeer mededeelzaam en beklaag
de zich heftig over Salomons, dien hij schriel
noemt. Maar 'k weet niet, of het waar is. Het
lijkt mij verstandig van hem, want uit de mede-
deelingen van Heino merkte ik wel op, dat hij
een harden dobber heeft, om er 'te komen. Van
Halen Co., 'k wist er reeds iets van, heeft zich
geassocieerd met Jansen van 't Laar, waardoor
een machtig lichaam is gevormd, 't Is voor Hei
no niet te doen, om zich er tegenop te werken.
Niet één klant van Van Halen Co. heeft hij
blijvend gehouden. En daarop had hij gerekend.
Heel dom overigens. Want waarom zouden de
menschen bij een goede firma wegloopen Hij
moet dus andere klanten vinden. En dat gaat
ver van gemakkelijk. Daarbij komt, dat het in
huis weelderig is ingericht. Och, Gretha is het
steeds royaal gewend geweest. En ten slotte
vermoed ik op goede gronden, dat Heino voor
zichzelf ook nog al wat noodig heeft. Alles en
alles bij elkaar meen ik, dat de zaken er niet
rooskleurig voorstaan."
„En dat bij Heino, die zoo'n groot woord
over e'en eigen zaak had, dat toch maar je ware
was zei Truus. „Arme jongen, wat wórdt hij
gedesillusioneerd".
„Hij had het nooit moeten doen. 'k Het hem
hem ook sterk afgeraden. Hij had immers een
goede positie 'k Weet heusch niet, wat dat op
den duur worden moet, maar ik vrees voor een
geweldig fiasco. Salomons, dat heb ik wel be
grepen, smijt zijn geld niet in een bodemloozen
put. En geef hem eens ongelijk. Ik kreeg trou
wens den indruk, dat de verhouding tusschen
Heino en zijn schoonouders niet bepaald schit
terend is. Ja, dat komt er natuuurlijk van. Hij
heeft het oog op het geld geslagen en dat valt
nu niet mee. Dan komt de verkoeling vanzelf.
Zielkundig is dat heel goed te verklaren. Dat
is ook de verklaring van het feit dat er tusschen
man en vrouw geen liefde en harmonie is. Als
die er ooit oprecht geweest zijn, wat ik betwijfel,
dan zijn die nu wel radicaal verdwenen".
"Wat vreeselijk toch Kun je nu begrijpen,
Tjaard, dat een jongen als Heino, die van jongs-
af beter geweten heeft, zoover is afgedwaald
Dat begrijp ik niet. Kan zoo iemand nu zonder
eenigen strijd afscheid nemen van zijn Christe
lijke omgeving en opgaan in een wereldsche
„Er valt moeilijk een antwoord op te geven,
kind. Zonder strijd gaat het in elk geval niet,
dat staat wel voor mij vast. Heino heeft niet op
een zeker oogenblik gezegdZiezoo, ik zeg
het verleden vaarwel. Dat kan immers niet?
Zijn opvoeding was er te goed voor. Ik ben er
dan ook van overtuigd, da't hij nóg oogenblikken
van nadenken heeft, 'k Heb dat bemerkt, want
er was in den loop van ons gesprek nog even
gelegenheid met hem over de geestelijke dingen
te spreken".
„En vroeg Truus gretig.
„Hij wilde er niet van hooren. Maar 't was
zeer opmerkelijk, dat hij anders sprak als vroe
ger. 'Danl was 'het„Natuurlijk, dat is jouw
standpunt, maar ik denk er niet zoo over." En
dat kwam er dan zoo zelfbewust uit, dat er
niet tegen te redeneeren viel. Maar nu sprak hij
zoo niet. Met een vermoeid gebaar zei hij
„Kerel, je hebt misschien gelijk, 'k Had mogelijk
verstandiger moeten doen, maar dat ds nu voor
bij. Het beste is, om er niet over te spreken."
Kijk, Truus, 'bij al het onaangename en droevige,
dat ik opmerkte en hoorde hebben die woorden
mij een vleug van hoop gegeven. Hij wilde er
niet van hooren, maar Heino is, al sprak hij
dan onmiddellijk over zaken, niet los van God.
Hij doet onverschillig en meent, dat het wel
gaan zal, maar dntusschen heeft hij zijn betere
oogenblikken, die hem tot nadenken stemmen.
Althans, dien indruk heb ik gekregen. En als
die indruk juist is, dan is er hoop, dat het een
maal nog met hem in orde komt. Misschien moet
het dan wel langs een diepen weg gaan, God1
alleen1 weet het. Maar ds het niet verklaarbaar,
dat 'bij mij de gedachte opkomt: hij moet tegen
slag op tegenslag ondervinden om zoodoende
weer tot God te komen
„Is dat niet wat boud gesproken, Tjaard
„Ik zeg immers, dat ik 'het niet weet. On
willekeurig gaat men zoo denken. Maar het is
best mogelijk, dat ik mij vergis en dat er in
plaats van inkeer, nog méér verharding komt en
de verzenen nog méér tegen d'e prikkels worden
geslagen. Wij moeten voor onzen broeder blijven
bidden, Truus. Dat is ons eenig wapen1."
„En moeder?"
„Het lijkt mij beter, moeder niet in eenen de
volle waarheid te zeggen, al zal die wel ver
moeden. Zij lijdt reeds zoo erg, Truus."
„Ja", zeide zij peinzend. „Wij kunnen God
niet begrijpen. Een moeder, die lijdt; familie
leden, die er onder gebukt gaan; Martha, wier
hart gebroken is; en ten slotte de oorzaak van
alles: Heino, die zijn doel niet heeft bereikt en
die mogelijk nog voor een zwaren weg staat."
HOOFDSTUK XV.
Twee brieven.
Lieve Martha,
Gisteravond, bij moeder op bezoek, heb ik een
stevigen uitbrander gekregen1. Je hadt geklaagd,
dat ik nog niet had geantwoord op je brief van
vier weken geled'en.
Nu voel ik mij inderdaad een weinig schuldig,
'k Had eerder moeten schrijven. Maar och, je
wedt, hoe dat gaat. Er komt in mijn gezinnetje
nog al veel kijken, vooral sinds je naamgenootje
gearriveerd is.
Laat ik maar gauw zeggen, dat die het heel
goed maakt, hoor. Zij groeit als kool en is een
lief ding. Peettante zal vast veel met haar op
hebben. Je komt immers binnenkort? Nu, dan
zul je eens zien, wat een schat zij is en hoe
wijs de broertjes met haar zijn
Je zult het niet gelooven, maar Tjaard komt
soms van het kantoor geloopen met een quasi
boodschap. De juiste reden van zijn komst is
evenwel, dat hij e'ens even in de wieg moet
kijken. Overigens is Martha de laatste dagen
meer in het loophek dan in de wieg. Zij is
bizonder „vroolijk". Nu moet je niet lachen en
zeggen, dat alle moeders dat van haar kinderen
beweren, want wat ik schrijf, is heusch waar.
Je zult het moeten erkennen.
Maar om nu naar het 'begin van mijn ver
worden brief terug te keeren, ik heb toch niet
alle schuld, dat ik je nog niet heb geantwoord.
Met opzet heb ik juist gewacht, tot er eenige
zekerheid was. Die is er sinds vanmorgen.
Wij wilden in Juli graag een drie weken er
tusschen1 uit. Tjaard kan wel niet zoo lang,
maar 'hij beweert bij hoog en laag, dat hij zich
wel redden zal. 'k Moet het nog zien, maar zeg
er maar niets van.
Het was de bedoeling, dat moeder dan zou
meegaan. Voor haar ds 'het van zeer groote be-
teekenis, eens in een andere omgeving te zijn.
Tjaard opperde het eerst het idee. De goeierd
deed het natuurlijk voor mij. Maar 'k had er
niet veel lust in, met Martha op reis te gaan.
Met kinderen beneden het jaar is niet bepaald
gewenscht, heb ik vaak gehoord. Met de jongens
heb ik het dan ook nooit gedaan.
Maar daar komt me verleden week Tjaard
binnen en zegt: ,,'k Heb den dokter gesproken
en die zegt, dat het niets schelen kan, dat je
met Martha op reis gaat; 't ligt alleen aan de
verzorging en die is bij jou wel in goede handen.
Je behoeft om Martha ook niet naar de bosschen
te gaan, aan zee is ook geen bezwaar".
Ik had namelijk gezegd, dat mén in ieder ge
val niet naar zee moest gaan met een baby,
al is dat dan al een groote baby. Ook al eens
gehoord, moet je weten.
En nu wilde ik gaarne voor de jongens naar
zee. Zij kunnen zich zoo heerlijk vermaken aan
het strand
De dokter heeft er wat om gelachen en ge
zegd, dat wij Marhta best kunnen meenemen
naar zee. Geen enkel bezwaar tegen. Integen
deel: zeer aanbevelenswaardig.
Nu, toen ik dat hoorde, kreeg ik toch ook lust,
er eens uit te gaan. Zonder Martha zou ik het
vast niet gedaan hebben. Tine Schuilma had
zich al bereidwillig aangeboden, voor haar te
zorgen, maar daar wilde ik niet van weten.
Om kort te gaan, want ik ben, oudergewoonte,
erg langdradig, wij hebben besloten, te gaan.
Drie weken. En dan zou moeder meegaan.
De vraag was toen waarheen. Van het mon
daine badplaatsgedoe moeten wij natuurlijk niets
hebben. Toen is ons Wijk aan Zee aangeraden
als een kalme, rustige familiebadplaats. Tjaard
heeft pension besproken. Het is alles in orde.
Dat weet ik pas sinds vanmorgen. En daarop
heb ik gewacht, om het je te schrijven. Je be
merkt dus, dat ik niet alle schuld heb met je
zoo lang te laten wachten. Al geef ik toe, dat
ik je best een briefje had kunnen schrijven.
Maar nu waarom ik gewacht heb tot er eenige
zekerheid was.
(Wordt vervolgd).