Pil nummer Destaai uil flrie Biaüen Zaterdag 2 Mei 1931. No* 3742 TWEEDE BLAD. Officieele opening der Ned. Herv. School te Middelharnis. FEUILLETON TNUOO-STGNOWSES SCHAAKRUBRIEK. DAMMEN. KLATERGOUD Correspondentie deze Rubriek betreffende te zenden aan F. W. Nanning, Gerarduslaan 15, Eindhoven. No. 197. De skutelzet van probleem no. 224 is 1. Td5. Door deze sleutelzet offert wit een toren aan den koning, terwijl zwart in de gelegenheid komt tweemaal schaak te geven. Varianten zijn 1ed5rj-; 2. Pd6 mat. 1ef5:j-; 2. Pfó mat. 1Kd5: 2. Pe3 mat. 1Kf5: 2. Dg6: mat. Enz. Men kan a 11 ij d tot den oplossingswedstrijd toetreden. Een goede oplossing van een twee- zet telt voor 2 punten, enz. Voor een foutieve oplossing wordt een punt in mindering gebracht (minimum aantal punten is nul). Voor de maan- delijksche prijs van 2.50 moet men de meeste punten hebben. Ook niet-abonné s zijn welkom. Heeft men 10 keer achtereen geen oplossing ingezonden, dan wordt men geacht niet meer mee te doen. Een onoplosbaar probleem vervalt voor den wedstrijd. Ter besparing van porti is de oplossings termijn op circa 4 weken gesteld, zoodat de oplossers meerdere oplossingen eventueel tezamen kunnen opzenden. Probleem voor den wedstrijd. No. 229. A. SCHOFFMANN (f) 3e E. V. 5e Grantham Tournooi. Zwart (9). Wit (10). Wit: Kcl, Dg5, Td3, d8, Lc6, g3, Pb2, f8, pi. d5 en a3. Zwart: Kc5, Dh3, Ldl, Pg6, h6, pi. b6, e6, f4, g7. Wit geeft in twee (2) zetten mat. Oplossing inzenden vóór Zaterdag 30 Mei. Eindspel no, 301. Wit speelt en wint. (Didian van Mingrelië), Oplossing: 1 Dc5, Tab (nemen gaat niet wegens 2. Pf6, Kh8; 3. Th7, Lh7 en 4. Th7 mat); 2. Pe7f, Kh8; 3. Pgóf, fg6 (Dg6 gaat niet); 4. Th7 mat. Stand van den ladderwedstrijd na probleem no. 224, 223 224 Totaal. I. v Nieuwenhuizén 80 2 Prijs(l) A. Verbrugge 72 2 2 76 W. Nieuwland 60 2 2 64 P. Klein 51 2 2 55 C. Hofland 50 2 2 54 L. Weeda 42 2 2 46 J. Braber 42 2 1 43 J. P. Coppens 37 2 2 41 F. C. Laas 15 2 2 19 „Udi" 14 2 2 18 G. van Gelder 5 2 2 9 De prijs over Maart is gewonnen door J. VAN NIEUWENHUIZEN. CORRESPONDENTIE. L, W. e. a. Voor 219 zijn U 2 punten toe gekend. Voor 220 heb ik echter niets genoteerd, is nu veranderd. De zet b7c7 in no. 221 heb ik niet fout, doch ook niet goed gerekend (zie vorige rubriek). U gaat dus noch voor- noch achteruit. Dit deed ik met alle oplossers. J. B. In no. 224 faalt 1. Pe7 na 1Pg4: (Correspondentie dezer rubriek aan M. Verbiest, Sommelsdijk) Oplossing probleem no. 23. De stand was Zwart: 7, 8, 9, 17, 25, 30. Wit: 28, 31, 32, 33, 34, 43. (Het slaan wordt door twee stipjes aangeduid). WitZwart 1. 28—22 30 26 Omdat hier natuurlijk het grootst aantal ge slagen moet worden. 2. 22 4 25-30 3. 43-39 30-35 4. 3934. Gewonnën. Oplossing probleem no. 24. De\ stand was Zwart: 13, 17, 18, 38. Wit: 24, 32, 40, 48. Wit: 1. 32-27 2. 27-21 3. 21 14. Gewonnen Probleem no. 25. Zwart: 3, 7, 14, 17, 19, 21, 22, 25. Wit: 23, 28, 31, 32, 33, 35, 37, 43. Wit speelt en wint. Probleem no, 26. Zwart: 2, 3, 6, 8, 9, 10, 13, 18, 19, 24. Wit: 28, 30, 33, 34, 35, 38, 39, 40, 43, 48. Wit speelt en wint. Oplossing in 't volgend nummer. Hier volgen eigenaardige doch eenvoudige eindspelletjes, wat veel in heeft als men komt in de laatste stand eener partij. Eindspel no. 27. Zwart: 4 dam, 15, 36. Wit: 24, 28, 39 dam, 47. Wit speelt en wint. Eindspel no. 28, Zwart: 15 dam, 26, 35, 42, Wit: 16, 27, 36, 39, 41, 45. Wit speelt en wint. Oplossing in 't volgend nummer. CORRESPONDENTIE. J, A. te H. Dat heb ik gezien, No. 48 moest zijn 43. Verder is uw oplossing juist. Dank voor Nadat des middags de eerste steen gelegd was van het gebouw, waarin de school zal worden ondergebracht, welke plechtigheid onder getuige van enkele genoodigden plaats had en waarbij burgemeester R. Sterk enkele woorden sprak, werd Woensdagavond 7 uur in het koor der Ned. Herv. Kerk te Middelharnis de Ned. Herv. School op officieele wijze geopend. De belangstelling was niet zoo groot als wel in het Hervormd orthodoxe Middelharnis ver wacht mocht worden. Onder de aanwezigen merkten we op Ds. van Asch te Sommelsdijk, Ds. Dekker te Nieuwe Tonge, de heer Over weel en de heer Bouman resp. godsdienstonderwijzer te Herkingen en Stellendam, hoofden van verschillende scholen, het schoolbestuur van de Chr. School te Som melsdijk, de heer C. van der Sluijs, hoofd der Chr. School te Numansdorp en het hoofd der Da Costaschool, vereen, voor Chr. volksonder wijs uit de Martinus Steijnstraat te Rotterdam, de heer Hogerwerf, aan welke school de heer D. Jansen, benoemd hoofd aan de Ned. Herv. School te Middelharrnis, is werkzaam geweest. De Inspecteur, de heer Brandsma, had bericht van verhindering gezonden. De vergadering stond onder leiding van den voorzitter, burgemeester R. Sterk, die voorging in gebed, een Psalm liet zingen, voorlas Marcus 10 van vers 13 tot en met 16 en met de volgende woorden de Ned. Herv. School opende Rede van burgem. R. Sterk. Geachte Aanwezigen 'k Heet U allen hartelijk welkom in deze bij eenkomst. In 't 'bijzonder het Gemeentebestuur te dezer plaatse, Ds. van Asch, Ds. Dekker en de genabuurde schoolbesturen. Met groot leed wezen echter gewerd ons het bericht van ver hindering van den Heer Inspecteur van het lager onderwijs, die door ambtsbezigheden zoozeer in beslag werd genomen. De geschiedenis 'te kennen, hoe onze school tot stand is gekomen, daarover ware eenige mededeelingen te doen. In 1928 werden besprekingen gehouden ten huize van Ds. den Oudsten. Daar waren tegen woordig de heeren Doornbos, Koote en onder- geteekende. Al direct waren er moeilijkheden te overwinnen, daar van vorige pogingen om te geraken tot oprichting eener school nog gelden waren te voldoen. De heer Koote heeft zich bereid verklaard om gelden in te zamelen tot dekking der schuld. Deze pogingen zijn met suc ces bekroond. Deze inzameling nam nog al eeni- gen tijd in beslag. Ds. den Oudsten kreeg in- tusschen een beroep naar Elburg. Hij nam het beroep aan. Van deze gelegenheid moge ik ge bruik maken Ds. den Oudsten nog wel hartelijk dank te zeggen voor alles, wat hij heeft gemeend te moeten doen om te geraken tot stichting eener Hervormde school. Steeds was hij bereid zijn tijd, die zoozeer beperkt was, daar hij consulent was in eene andere gemeente en bijna iederen Zondag drie predikbeurten had, te geven voor de belangen van het christelijk onderwijs. Wij br'engen bij deze wel een woord van huide aan Ds. den Oudsten. Met het vertrek van Ds. den Oudsten was onze leider vertrokken. Dit heeft echter niet tot gevolg gehad, dat onze actie werd stopgezet. Een voorloopig bestuur werd benoemd. De heer Van der Sluijs, thans hoofd der school te Nu mansdorp, had de leiding. Verder waren de heeren Van Eek, Van der Sluijs Sr., Vroegin- deweij, Wielhouwer, Vroegindeweij, Braber en ondergeteekende de leden van het bestuur. Een woord van warmen dank brengen wij nog wel aan den heer van der Sluijs voor alles wat hij heeft gedaan. Onvermoeid was hij werk zaam om zijn ideaal te dienen: de stichting eener Hervormde school te Middelharnis. Vooral door zijn volhardend pogen is het geweest, dat uw probleem, dk zal er van plaatsen volgende week. A. V. te IJm. Waar blijft uw kaart DAMCLUB „KUNST EN VRIENDSCHAP". Donderdag hield bovenstaande damclub haar eindvergadering. Wegens bedanken van den penningmeester A, van Groningen moest word'en voorzien in deze functie. Met meerderheid van stemmen werd gekozen A. Wielaard, welke nu secretaris-penningmeester werd, en tot bestuurs lid M. Langbroek. De voorzitter bracht eenige woorden van dank aan den heer van Groningen voor hetgeen hij voor de vereeniging heeft ge daan en hoopt hem dan nog lang als gewoon lid in ons midden te zien. Na nog eenige punten te hebben behandeld sluit de voorzitter deze welgeslaagde vergadering, in de hoop, dat we allen weer met September de nieuwe competitie zullen ingaan. dit doel is bereikt. Ook 'hem zij nog wel onzen dank gebracht. De Vereeniging werd gesticht. Koninklijke goedkeuring werd verkregen op de statuten. Een voldoend aantal leerlingen werd gevonden. Het gemeentebestuur werd gevraagd gelden beschik baar te stellen voor den bouw der school. Met meerderheid van stemmen werd daartoe besloten. Toch waren er nog tegenstanders, die van het besluit van den Raad in beroep gingen. Hun adres werd niet ontvankelijk verklaard, zoodat het raadsbesluit werd gehandhaafd. Eenige architecten werden aangeschreven om een voorloopig plan te ontwerpen van den bouw der school met kostenberekening. Na beschou wingen over deze plannen te hebben gehouden, werd besloten het Ingenieursbureau Boom-Bieze- veld op te dragen de uitvoering dezer plannen. Dit moge in het kort weergegeven zijn den gang van zaken. Op het oogenblik zijn wij dan gekomen om de school te beginnen, al is het ook tot groot leedwezen niet in het daarvoor bestemde ge bouw. Onze groote erkentelijkheid betuigen wij aan de Kerkvoogdij van de Ned. Herv. Kerk, hier, die zonder eenige kosten daarvoor in reke ning te brengen, ons vergunning heeft gegeven onze school te beginnen in het koor der Kerk. Voor hun royale medewerking hebben wij de grootste achtingMoge de school, die aan vankelijk met ongeveer 80 leerlingen zal aan vangen, groeien en bloeien. Dat wij het ons voorgestelde doel om een' school van zeven lokalen te mogen hebben, spoedig worde bereikt en dat Gods onmdsbaren zecjen er op moge rusten en de harten van vele ouders mogen bewogen worden om hun kinderen aan onze school toe te vertrouwen. Het gemeentebestuur van Middelharnis bren gen wij wel onzen dank voor hun medewerking. Wordt in andere gemeenten vaak veel tegen kanting gevonden, wij hebb'en altijd de prettigste herinneringen aan de gehouden besprekingen en besluiten. Hiermede verklaar ik de school te hebben geopend. Dan rest mij nog de installatie van het per soneel. Meerdere keeren werden oproepingen geplaatst om een hoofd der school, 't Getal sollicitanten was zeer beperkt. Inlichtingen wer den ingewonnen. De heer Jansen van Rotterdam werd met alle stemmen benoemd. Gezi'en de in lichtingen spreken wij het vertrouwen uit, dat de heer Jansen zal blijken te zijn de rechte man op de rechte plaats. Mejuffrouw Langbroek werd benoemd tot onderwijzeres. De heer Wee- nink tot tijdelijk onderwijzer. Mej. Baart voor de handwerken. Wij hopen, dat God hun ter zijde moge staan bij de volbrenging van hun taak, die zoo hoogst ernstig is. Dat zij de kin deren mogen brengen aan den voet van het kruis en daar leeren verstaan, dat hunne be stemming niet hier op aarde is, maar eeuwig in de hemelen. Mevrouw Jansen wensch ik toe, dat zij zich hier recht thuis mag gevoelen, zelfs zoo, dat hare begeerten altijd zullen zijn te Middelharnis. Mijn huis staat steeds voor open en het zal ons een groot genoegen zijn LI in ons midden te ontvangen. Ik heb gezegd. Vervolgens deed de voorzitter mededeeling van enkele ingekomen stukken, w.o. een schrij ven van den Inspecteur, den heer Brandsma, den burgemeester van Middelharnis en den heer Vogelaar, die bericht van verhindering inge zonden hadden. Rede Ds. E. van Asch. Daarna verkreeg Ds. E. van Asch, Ned. Herv. predikant te Sommelsdijk, het woord, die er op wees, dat deze samenkomst moet staan in het teeken van het kind. Spr. wijst op de beteekenis van het Chr. onderwijs, dat dienst baar moet zijn om de kinderen tot Jezus te 'brengen, zooals de moeders hun kinderen, naar Lucas 18 ons verhaalt, tot Jezus brachten, op dat Deze hen zegenen zou. Zoo ook moeten nu nog de ouders de kinderen op de armen des gebeds tot Jezus brengen. En dan kan wel ge zegd worden: „dat kunnen wij uit onszelven niet, dat moet eerst gegeven worden", maar de Sdhrift leert ons, dat God wel den wasdom geven moet en ook geven zal, als wij maar planten' en'natmaken. Spr. wijst op Deuterono- mium 6, waar duidelijk gezegd wordt, dat wij onze kinderen te onderwijzen hebben in de leer des heils. „Gij zult uwen kinderen inscherpen en daarvan spreken, als gij in uw huis zit en als gij op den weg gaat en als gij nederligt en als gij opstaat." Dan komt er wel tegenstand en soms van een zijde, waarvan men het niet verwachten zou. Zoo waren het hier de discipelen, die de moe ders verhinderen wilden. Maar Christus be straft ze en zegt: „Verhindert ze niet, want derzulken is het Koninkrijk Gods". Spr. hoopt, dat deze school de armen moge zijn, waarop de kinderen der ouders, die nog waarde hechten aan hun Doop, gebracht worden tot den Vader en onzen Heere Jezus Christus. Rede Ds. A. Dekker, Hierop sprak Ds. A. Dekker, Ned. Herv. predikant te Nieuwe Tonge, die zijn hartelijk'en dank uitsprak voor de uitnoodiging. Toen spr. haar ontving, dacht hij drieëerlei. In de eerste plaats aan den naam van den voorzitter, bur gemeester Sterk van Nieuwe Tonge en spr. werd wel iets jaloersch, maar hoopte tegelijk, dat hij burgemeester Sterk op ditzelfde terrein welda in eigen gemeente mag ontmoeten. Dan dacht spr. aan den strijd, die ook deze school heeft doorgemaakt. Maar het Zijn niet de slechtste vruchten waaraan de wespen kna gen. Het zou eer een vreemd verschijnsel zijn als het zonder strijd gegaan was. Jezus zelf heeft voorspeld: „In de wereld zult gij ver drukking hebben". Spr. wil deze vereeniging dan ook geluk wenschen met de tegenkanting, want die strijd staalt. En spr. wil wel voorspellen, dat de strijd zal blijven, al krijgt hij nu een ander karakter, want het zal nu een strijd wor den om het kinderhart. Dan wil spr. deze school feliciteeren in zijn kwaliteit als voorzitter van de Chr. U.L.Ó. school. Beide scholen worden straks buurvrou wen. En al staat er nog een openbare U.L.O. school naast, de Chr. U.L.O. werischt toch niet verborgen te blijven en spr. hoopt, dat deze Chr. U.L.O. school de „Alma Mater" mag wor den van deze Ned. Herv. school. In de derde plaats dacht spr. aan zijn eigen gemeente, en aan het verwijt, dat hem meer malen trof, dat hij wel in een andere plaats voor de Chr. school werkte, maar in eigen ge meente het liet zooals 'bet was. Spr. legt dat verwijt naast zich neer. Een schip, zal het aan zijn bestemming beantwoorden, moet zeewaardig gebouwd worden. Ten slotte wil spr. er nog een vierde ge dachte aan vastknoopen en wijst op het Schrift woord: „Uw Woord is een lamp voor mijn voet en een licht op mijn pad". Spr. feliciteert deze gemeente met deze school en wenscht, dat zij leere afzien van eigen woor den lette op 's Hee ren Woord en op de eeuwige Godsgedachten, welke enkel liefde is. Het licht was het eerste toen God de Wereld schiep en ook in het rijk der genade is het Licht het eerste dat God geeft. Spr. wijst er op, dat dit tekstwoord nog meer relief krijgt, wanneer men het berglandschap kent met zijn diepe en donkere dalen en rots kloven. Dan pas krijgt het licht waarde voor den reiziger. Alexander de Groote had de ge woonte bij het innem'en van steden een lamp boven in een hooge paal te hijschen en dan wisten de ingeslotenen, dat zoolang die lamp brandde, zij levensbehoud kregen, maar als die lamp gedoofd werd, was ook vast besloten, dat hun levenslicht uitgebluscht zou worden. God de Heere heeft de lamp der genade nog uitge hangen tot redding van zondaren. Moge daaraan ook deze school dienstbaar zijn. Want de mensch kan niet zonder geesteslicht. De groote dichter-denker Goethe riep op zijn sterfbed, ter wijl het het gordijn wegschoof: „Mehr Licht, mehr Licht Hij kreeg het licht niet, want in zijn leven had hij het nooit gezocht. Spr. hoopt, dat deze bizonder e school in bizonderen zin openbaar moge zijn, opdat het licht hier helder van den kandelaar schijne. Met den wensch, dat er goede verstandhouding tusschen deze school en de Chr. U.L.O. moge zijn, eindigt spr. zijn "rede. Rede van den heer K. Doornbos. Hierop sprak de heer K. Doornbos het vol gende Als ik in gedachten terug ga en denk aan Zwart 38 49 dam. 49 19 door H. RINGMANS. 26) HOOFDSTUK XIV. De smart van den broeder. De Hollandsche trein van 's avonds half elf stoomde het station Groningen binnen en liet heel wat reizigers uit, die zich spoedden naar den uitgang. Tjaard Heerema, die relaties in Noord-Hol land gekregen had en eenige dagen in die pro vincie vertoefd had, behoorde onder hen. Hij voerde een druk gesprek me,t een kennis, die van Zwolle met hem gereisd had en be merkte daardoor niet eens, dat Truus hem op wachtte. „Hé, mannie, ken je geen arme mensoh'en meer lachte zij. ,Neen maar, kom jij mij 'halen Dat is leuk", zei hij met intense warmte in zijn stem. „Thuis alles goed „Alles goed", antwoordde Truus, zich tegen hem aanvlijend. „Mooi", zei hij, om dan nog eens te herhalen: „Wat leuk, dat je mij halen komt." „Tram je vroeg zij. •Om je de waarheid te zeggen, liever loopen. Maar als jij (Neen, neen, 'k loop ook liever". Op den Stationsweg, waar zij 'behoorlijk kon den praten, was 'het Truus, die het eerst vroeg ..Hoe was het in Amsterdam Moeder is van avond geweest. Zij meende, dat je half zes zoudt komen." „Dat was toch niet afgesproken „Natuurlijk niet. Moeder meende het. Ik wist wel beter. Maar vanzelf, moeder is belangstel lend. Heino schrijft zoo zeldzaam en Gretha heeft in drie maanden nog niet geschreven. Je bent er toch geweest „Ja, ik ben er geweest", zei hij langzaam, op een toon, die bedrukt klonk. Truus wist toen al genoeg het 'bezoek was Tjaard niet meegeval len hij had er verdriet en pijn over. En, haar man' door en door kennende, vroeg zij voorloo pig niet verder en praatte eerst over iets anders. Toen zij het viaduct gepasseerd waren en wandelden op den stillen Heereweg, waar slechts een enkel voetganger voorbijliep en zoo nu en dan een tram schoof, vertelde Tjaard. „Ja, ik ben bij Heino en Gretha geweest. Soms wou ik, dat ik er niet geweest was." „Gaat het niet goed?" vroeg Truus kalm. Zij was al voorbereid op een onaangename mede deeling. En bovendien was zij er niet zeer ver baasd over. „Ik kan slechts een vluchtig oordeel uitspre ken antwoordde hij, „maar tóch meen ik te mogen zeggen, dat die twee elkaar niet ver staan, dat het daar een ongelukkig huwelijk is." „Er is geen liefde, merkte Truus op. ,WIj hebben het wel gezegd, Tjaard. 't Was Heino in de eerste plaats om het geld van Salomons te doen." „En dat valt bitter tegen." „Is er niet zooveel „O ja, genoeg. Maar Salomons waagt zijn geld er niet aan en ik vind dat heel verstandig. Maar laat mij regelmatig vertellen. Je moet trouwens op de hoogte zijn, want wij moeten eens over leggen, hoe wij moeder zullen inlichtén, wanneer zij komt vragen. Zonder de waarheid te kort te doen, kunnen wij wel zeer voorzichtig met haar praten. Zij lijdt toch al zooveel over Heino's handelwijze." „Ik zal je niet in de rede vallen." ,,'k Was gistermiddag in Alkmaar en belde voor alle zekerheid Heino op. Eerst kreeg ik een juffrouw aan het toestel, die niet wist, of mijn heer aan de zaak was. Maar geen drie seconden later had ik hem. Hij moet in hetzelfde lokaal geweest zijn, dat kan niet anders. Enfin, hij was er dus en ik voelde, dat hij schrok, toen hij mijn stem hoorde. Ik zeide, dat ik dien avond in Amsterdam kwam en of hij mij een nachtje hebben kon. Maar hij verzocht mij, een hotel te nemen, 't Zou voor GJretha te druk zijn. Zij was wat overspannen en de dokter had haar veel rust voorgeschre ven. Nu, da>t kan natuurlijk. Dus zei ik, wel een hotel te zullen nemen. Om ongeveer zes uur zou ik bij hem zijn. En toen kwam er weer een tegenwerping. Of ik wat later wilde komen. Want hij had een paar belangrijke conferenties en kon niet vóór acht uur thuis zijn. Als hij eerder geweten had, dat ik kwam, had hij er natuurlijk rekening mede gehouden. Daar viel ook niets van te zeggen. Alle'en had hij kunnen zeggen 'Ga maar naar huis, ik bel Gretha, dat zij met het eten op je rekent. Ik 'begreep wel, dat hij het liever niet had. Alleen zei ik, dan om ongeveer half acht te zullen komen en of hij dat Gretha wilde zeggen. Dat zou hij doen. Zoo eindigde ons gesprek, dat van Heino's kant niet hartelijk was. Ik kreeg den indruk, dat hij mij liever niet in Amsterdam zag. Natuurlijk stoorde ik mij er niet aan en na in het hotel gedineerd te hebben en een kamer tp hebben besproken, ging ik zijn huis opzoeken. Je weet, 't is een heel eind. Maar ongeveer half acht was ik er. En nu komt eerst het onaangename. Gretha keek zeer verwonderd. Zij wist niets van zijn komst. Natuurlijk vroeg ik toen, of Heino het, volgens zijn belofte, dan niet gezegd had en kreeg ten antwoord, bitter ,Dat heeft hij na tuurlijk vergeten. Om de zaken thuis 'bekommert hij zich niet." „Hoe zag Gretha er uit?" vroeg Truus, verge tend, dat zij gezegd had, hem niet in de rede te zullen vallen. „In één woord slecht, 'k Heb niet geweten, dat iemand in zoo'n betrekkelijk korten tijd zóó vervallen kan. Vermagerd. Kringen onder de oogen. Met een vermoeiden, lusteloozen trek op het gelaat". .En het kindje .Wacht nu even. Heino had dus niets van mijn komst gemeld. Dat is grof onbeleefd. Maar ik ben er nog niet. Ik moet zeggen, dat Gretha onmiddellijk aardig werd. Zij was zeer hartelijk, informeerde naar jou en naar moeder. En, dat moet ook gezegd, behalve dan dien éénen, bit teren uitval, waarvan ik zooeven sprak heeft zij geen woord kwaad van Heino gesproken. Hem zelfs nog verontschuldigd. Want, het werd acht uur, half negen, maar hij verscheen niet. .Hij heeft het zeer druk", zeide zij, „want er komt heel wat kijken. De concurrentie is verbazend zwaar". Ik geloof evénwel, dat Heino haar wat- wijs maakt en hij het niet zoo druk heeft, als hij het laat voorkomen." „Tjaard De uitroep van Truus gold niet zoozeer het gedrag van Heino, dat haar langzamerhand niet meer verbaasde. Die was gelegen in het feit, dat Tjaard, die steeds zoo gereserveerd oor deelde, op deze wijze'over Heino sprak. Zoo vatte hij den uitroep ook op. „Ja, kind, Heino is mij bitter tegengevallen. Gretha heel voorzichtig en tactvol polsend, kwam ik te weten, dat hij 's avonds nooit thuis is. Meestal komt hij niet eten. Druk, heel druk. Altijd conferenties. Ook op Zaterdagavond. Als Gretha dat gelooft maar dat weet ik niet ■dan is zij een dom gansje, want dat kan natuur lijk niet waar zijn. De zaak is, naar mijn over tuiging, deze, dat Heino het buitenshuis zoekt. Wat hij uitvoert, weet ik niet. Maar zijn vrouw verwaarloost hij, dat is buiten kijf. Hij kwam dus niet. Het werd negen uur en1 ik dacht er sterk over, te vertrekken, omdat het van-morgén weer vroeg dag was. 'k Moest, zoo als je weet, het Gooi in. Maar Gretha hield mij nog wat aan de praat en liet mij de kleine meid zien. ,Een lief kind vroeg Truus. „Een lief kind, voor zoover een man over een baby kan oordeelen. Maar Gretha vertelde, dat het een uiterst zwak kind is, dat dubbele zorg behoeft. En toen voor het eerst klaagde zij even, noeg vergoelijkend: „Dat maakt mij zoo moe, vooral 's.nachts. En Heino bemoeit er zich niet mede. Dat kan ook moeilijk. Want hij heeft het hoofd vol met de zaak. Soms zou ik willen dat hij niet voor zichzelf begonnen was, maar dat is niet anders. Wij moeten nu maar door de moeilijke jaren heen." Kijk, Truus, op zichzelf zeggen deze woorden niet veel. Wij met ons beiden hebben ook moeten ploeteren en weten er dus wel iets van. Maar je hadt moeten hooren, op wat droeven toon dat werd gezegd En je moet die woorden, zooals ik deed, zetten in de lijst van de omgeving en de situatie. Het kind dus is een zeer teer en1 zwak schepseltje, 't Is geregeld onder dokters handen. Gretha trou wens ook." Intusschén waren ze bij huis aangeland en 't was eerst eenigen tijd later, dat Tjaard, die vluchtig de post had ingezien, zijn verhaal ver volgen kon. „Eindelijk dan, om half tien, verscheen Heino. Hij was opgewonden, verbazend druk en ver ontschuldigde zich wel tienmaal, dat hij zoo laat kwam. Hij had een drukke conferentie gehad. Vrij zeker in een café-restaurant, want in elk geval had hij wijn gedronken. Om Gretha be- komerde hij zich niet. Zoo goed als geen enkel woord sprak hij tot haar. En Gretha, die met mij aardig zitten praten, zweeg nu. Ik heb in stilte en vol verbazing dat tweetal, dat wij als verliefd paartje hebben ontmoet, zóódat wij dach ten, ons vergist te hebben, gadegeslagen en mijn eenige conclusie is dat paar leeft naast elkaar daar is geen greintje liefde dat is een ongeluk kig huwelijk." (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 3