LLE5
RUZEN
25.
:T EENS
DYK's
kKJES
L UIT HET WOORD J
I
•N
IILIOITIIEI
r Karpetten
Dr. J. SEVERIJN, Dordrecht; C. WARNAER, Dirksland, en Ds. G. VAN DER ZEE, Wapenveld
PREDIKBEURTEN
JEUGDLEVEN
iiSSS ALLERLEI
uchs Ax-1 ^90!
e sorteer. I J.
|che Ax-
dessins
Eng. Ax-
fol pluche 50
Izen huis-
Eng-Ax-
it dessins. T
de toekomst
ts gaat boven
op heerlijke
endyk's thee.
arom verstandig
coopt 00k
FT GESCHONKEN.
garantie uanat 13,-.
ïrrnometers
■■■■■■■■I ONDER REDACTIE VAN
OP ZONDAG 19 APRIL 1931
STICHTELIJKE OVERDENKING
TOT EEN HOOFD DES HOEKS
GEWORDEN,
H. M T
90'
<ei
2150 27So 36.s*
'ïïtr j
510
'>1
RICHTING
Hoogstraat 132,
R O TTERDAM.
VOOR DEN ZONDAG
NED. HERV. KERK.
Sommelsdijk, -v.m. 9.30 leesdienst en s av. 6 uur
Ds. van Asch (Doop).
Middelharnis, v.m. 9.30 leesdienst 'en s av. 6 uur
Ds. van Ameide van Ouddorp.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9 uur Ds. Polhuijs
en n.m. 2 uur leesdienst.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30' 'leesdienst en, 's av.
6 uur Ds Polhuijs van Stad aan 't Haringvliet.
Oude Tonge, v.m. Ds. Vlasblom (voorb. H. A.)
en n.m. leesdiënst.
Nieuwe Tonge, v.m. 9.30 leesdienst en 's av.
6 uur Ds. Dekker.
Dirksland, v.m. Ds. van der Wal en s av.
leesdienst.
Dirksland, v.m. 9.30 de heer Overweel en n.m.
2 uur Ds. van Ameide van Ouddorp (be.v.
lidmaten en voorb. H. A.)
Melissant, v.m. 9.30 Ds. Dekker van Nieuwe
Tonge en 's av. leesdienst.
Stellendam, v.m. Ds. van Asch van Sommelsdijk
en 's av, de heer Bouman.
Goedereede, n.m. Ds. v. d. Wal van Dirksland.
Ouddorp, v.m. Ds. van Ameide (H. A.) en
n.m. leesdienst.
GEREF. KERK.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
Zeilstra.
Stad aan 't Haringvliet, v.m. 9.30 en n.m. 5.30
uur Ds. de Graaff.
Den Bommel, v.m. en n.m. Ds. Schaafsma.
Ooltgensplaat, v.m. 9.30 en 's av. 6 uur Ds.
de Lange.
Stellendam, v.m. en 's av. leesdienst (voorb.
H. A.)
Ouddorp, v.m. leesdienst en n.m. Ds. Zeilstra
van Middelharnis.
CHR. GEREF. KERK.
Sommelsdijk, n.m. 2 en 's av. 6.30 u. leesdienst.
GEREF. GEMEENTE.
Middelharnis, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. leesdienst.
Dirksland, v.m. 9.30 en 's av. 6 u. Ds. de Blois.
Ouddorp, v.m. en n.m. leesdienst.
OUD-OEREF. GEMEENTE.
Herkingen, v.m. 9 en n.m. 2 uur leesdi'erist.
DOOPSGEZINDE KERK.
Ouddorp, v.m. Ds. Foppema.
Van de overige gemeenten geen opgaaf.
■BBBBSI
BB MI
H S
BBBBBBBBBBBB SB BBBBBBBBBBBB
De steen, dien de bouwlieden ver
worpen hadden, is tot een hoofd des
hoeks geworden.
Psalm 118 22.
Het wonder van de verrijzenis van
onzen Zaligmaker uit de dooden, maakt
ons indachtig van dat verblijdende, dat
triumfantelijke, dat Christus tot een
hoofd des hoeks geworden is. De vij
anden meenden, dat zij het pleit ge
wonnen hadden. Christus lag in het
graf. Maar God zelf heeft dien ver
nederden Christus, in 't graf geworpen,
daaruit te voorschijn gehaald en uit
den diepsten smaad tot de hoogste eere
gebracht. En al blijft Hem nu de we
reld verachten en verwerpenMij is
toch de hoeksteen geworden, door (Gods
wondermacht, van een geestelijk ge
bouw, dat door de eeuwen al hcioger
rijst en dat, eens voltooid, in g.roote
heerlijkheid eeuwig zal schitteren en
zal blijken het eenige duurzame gebouw
van menschelijke samenleving te zijn,
namelijk de gemeente, ten eeuwigen
leven verkoren. O, hoe verblijd zich,
die Jezus liefheeft, over die hooge eere,
Hem door zijn Vader aangedaan, dat
Hij, eerst zoo smadelijk verworpen en
diep vernederd, nu zoo hoog geëerd is,
en der gemeente gegeven tot een hoofd,
boven alle dingen.
Wat menschen bouwen met verwer
ping van Christus als hoeksteen, dat z al
eens alles in puin storten.
Maar dat gebouw, waarvan Jezus cle
hoeksteen werd, zal blijken het eenige,
blijvende, bouwwerk Gods te zijn.
Christus, de verworpene tot een
hoofd des hoeks geworden Ziedaar de
verrassing van den Opstandingsmor
gen. Ziedaar, wat Gods sterke rechter
hand wrocht, tegen de verwachting van
zijn vijanden in. Ziedaar, wait hij nóg
bezig is voor te zetten, en wat voor de,
nu verblinde, fanatieke vijanden van
Christus, eens en volkomen verrassing
zal zijn: Christus, Dien zij verwierpen,
een hoofd des hoeksMaair de ge
meente jubelt daarover
is»
Als nu maar die jubel over Christus,
den verhoogde, niet valscli klinkt.
Christus, tot een hoeksteen geworden:
dat beslist over heel onze levensrich
ting en onze levenshouding. De hoek
steen geeft de lijn aan, waarin het fun
dament en dus ook de muren, en alle
steenen in de muren liggen moeten. Dit
is de eere, die aan Christus, den Heere
toekomt, dat Hij de richtlijn aangeeft,
waarnaar het geestelijk gebouw der
kerk gevoegd wordt. Christus, de hoek
steen wil zeggen, dat elk in de ge
meente naar Hem zich schikken moet,
wil hij geestelijk gebouwd worden. Ge
sticht worden, dat is maar niet lieflijk
en aangenaam bezig gehouden worden
met de heilsgoederen, van Christus
verkregen, maar gesticht worden, dat
is vooral zich richten naar den hoek
steen.
Is Christus zóó voor u de hoeksteen
geworden Dat gij geleerd hebt uw
eigen zin en wil te verzaken, en u naar
Hem te schikken, en naar Zijn wil uw
leven te richten Anders toch klinkt de
jubel over Christus, den hoeksteen,
valsch.
Om zich zoo te richten naar dien
hoeksteen, daarvoor zal het goed zijn
en noodzakelijk, te bedenken, dat toch
op den hoeksteen het gansche gebouw
rust. Al wat uit de lijn valt immers,
die de hoeksteen aangeeft, mist de
rechte steun: rust niet meer op den
hoeksteen: wankelt en valt op den
duur. Daarin zal, wie roemt in den
hoeksteen, deze in Christus moeten
eeren, dat hij alleen op Hem bouwt
voor zijn zaligheid. Gij kunt maar al
leen op Hem rusten met alle andere
steunsel komt gij bedrogen uit: Hij is
alleen de vaste rotssteen, waarop gij u
kunt verlaten. Wie op Hem bouwt,
dien zal Hij nooit begeven.
Als gij u verblijdt, dat God Hem tot
een hoeksteen gemaakt heeft, die eerst
van de bouwlieden verworpen was, dan
moet gij met uw gansche ziel u op Hem
verlaten, en op Hem steunen en leunen.
In u zelf verloren u wetende, u geheel
en al en altijd laten zinken op dien
vasten hoeksteen: Jezus Christus. Dan
eerst recht gaat gij in Hem roemen, en
u verblijden, dat God Hem tot een
hoofd des hoeks gelegd heeft.
BBBBBBBBBBBB BB BBBBBBBBBBBB
BB
STEMMEN.
De jeugd van den mensch is wel genoemd: de
lente van het leven. Nu is dit ook een ken
merk van de lente, op landbouwgebied althans,
dat nauwelijks de eene arbeid is geschied, of
de andere roept weer om vervulling. Zoo moet
binnen korten tijd alles worden klaargemaakt
en late zoowel als de vroege gewassen worden
gezaaid. Zoo gaat het ook in het leven der
jongeten. Zijn ze eenmaal van school, dan
dienen ze een ambt of beroep te kiezen. Na
enkele jaren zijn ze op geschikten leeftijd om
belijdenis des geloofs af te leggen, en over
een huwelijk te gaan denk'en. En ook, wanneer
ze goed en wel een kwarteeuw oud geworden
zijn, mogen ze voor het eerst gaan stemmen.
Ook diit jaar nu er twee keer gestemd moet
worden, n.l. voor de Provinciale Staten en
Gemeenteraad, zullen er weer zijn, die voor het
eerst het roode potlood tusschen hun vingeren
zullen krijgen. Ook ondergeteekende behoort bij
deze laatsten. En die taak is zoo gewichtig,
dat dit artikel e'ens enkele opmerkingen wil
maken over,, steimmen".
„Wie zal ik stemmen dat is de vraag, die
vele jongeren zich reeds voor hun eerste stem
ming stellen. Ook ouderen kunnen soms nog
moeilijk tot een keus komen. Is die vraag dan
zoo moeilijk? Neen, zeggen wij, als ge maar
eerst een andere vraag beantwoord, n.l. „Wie
ben ik Ja, wie ben ik. Het antwoord zal wel
verschillend luiden. De een zegt: Ik ben arbei
der, moet enkel met handenarbeid in mijn en
der mijnen onderhoud voorzien, en nu zegt men,
dat er een partij is, die voor de belangen van
mijn klasse opkomt, n.l. de S.D.A.P. Men raadt
mij aan rood te stemmen. Een ander merkt op:
Landbouwer is mijn beroep, en als boer lijdt ik
geducht onder de crisis, mij schooit Braait voort
durend om mijn stem. Een derde verzekert, dat
al die sociale verzekeringen en al dat christelijke
in de .politiek hun onuitstaanbaar is. Hij houdt
van vrijheid en blijheid. Vandaar, dat de Vrij
heidsbond hem aantrekt, en hij denkt trouw te
blijven aan Mr. L. Trouw. Een vierde ziet met
ergernis, dat de Ned. Herv. Kerk wordt belaagd
door Roomschen en Gereformeerden. Hiertegen
komt zijn geuzenbloed in gisting en hij volgt
gedwee Ds. Lingbeek. Een vijfde vindt, dat de
A.-R. partij te doleerend getint is, en voegt
zich liever bij de Chr, Historischen. En nummer
zes slaakt een zucht en weeklaagt: Och, wat is
het toc'h een goddelooze tijd. Het is geen won
der, dat de oordeelen op de aarde zijn. Mochten
wij ons toch bekeeren, als weleer de Ninevieten1
op de prediking van Jona. Gelukkig heeft de
Heere ons nog e'en boetgezant willen geven in
Ds. Kersten. En daarom is onze leus als bij de
Gideonsbende: Voor den Heere en voor Kersten!
Maar zoo komen wij er niet. Wij moeten veel
dieper onderzoeken. Eerst komt de vraag: Ben
ik een Ghristen of niet? En als dit te moeilijk
is, dan: Begeer ik een Christen te zijn en te
worden En ik vertrouw, dat al mijn lezers 'en
lezeressen nu wel zullen antwoorden: Ja, ja
zeker, want er is niets beters op de wereld.
Goed zoo, nu zijn we het eens, wij moeten
Christenen zijn, of begeeren het te worden. En
dan natuurlijk ware christenen, zooals Brakel
zich uitdrukt. D.w.z. die zich geheel onder
werpen aan des Heeren Woord. Ook als ze
straks gaan stemmen. En weet ge nu welke
partij er in de politiek precies over denkt als
gij Dat is onze goede, veel gesmade A.-R.
partij. Wij beweren niet, dat deze partij geheel
volmaakt is. Ook niet, dat hare leden alle als
voorbeeld kunnen gesteld worden. Doch dit is
aan een kant gelukkig, andres konden wij niet
<tot haar behooren, aangezien wij immers ons
zelf kennen als vol zonden en gebreken Alleen
door de genade Gods mogen wij ook nu nog in
navolging van Groen van Prinsterer, de A.-R.
partij noemen de partij van den levenden God.
En, ook dit sprak Groen, ieder Christen is in
den grond A.-R.
Zoo zouden wij dus vermoeden, dat met name
in onze Chr. kringen er wel niemand anders zal
stemmen' dan op de A.-R. lijst. Helaas echter,
het is er ver vandaan. Wij zagen reeds om
welke redenen.
Nu laat onze ruimte niet toe om in den
breede aan te 'toonen, waarom ieder verkeerd
doet, die niet A.-R. stemt. Wij kunnen slechts
f enkele opmerkingen maken en slechts de voor
naamste uitwassen bestrijden.
Naar men zegt zijn het voornamelijk de Jonge
menschen, die geneigd zijn te stemmen op de
lijst der S.D.A.P. De roode toezeggingen en
beloften vinden weerklank in hun hart, en men
schaamt er zich zelfs niet voor op te trekken
achter het roode vaandel. Weten zij echter wel,
wie in den Bijbel zij navolgen Wij bedoelen
Ezau, ontsproten uit geloovige ouders, die ook
vermoeid was, evenals zoovelen in onzen tijd
en die ook lust kreeg aan het roode, dat zich
aan zijn oog vertoonde. Hij toef) sprak: Laat
mij toch slorpen van dat roods, dat roode daar.
Zelfs zijn eerstgeboorterecht ruilde hij in voor
een schotel linzenkooksel. Zoo doen ook alle
gedoopten, die den socialist stemmen. Hun eerst
geboorterecht verkoopen zij voor een schotel
roode leuzen. 'En daarom komt tot ons allen het
vermaan van den schrijver van den Hebreeër-
brief: Dat niet iemand zij gelijk Ezau, die om
een spijze zijn eerstgeboorterecht weggaf. Ja
maar, zegt ge, het zou toch stoffelijk wel veel
voordeeliger voor ons zijn als wij een rood be
wind kregen. Meent ge dat nu werkelijk De
barmhartigheden des goddeloozen zijn wreed,
zegt de Schrift. Het is beter dit nu te gelooven,
dan dit te laat te ondervinden.
En dan de aanhangers van Braat. Denkt ge
nu waarlijk, dat de partij van Braat meer doet
voor den landbouw, dan de partij van v. d.
Heuvel Kom, wees wijzer, opdat men niet tot
u zegt met een waar spreekwoord. Boer word
mensch
Ik weet niet of er nog aanhangers van den
Vrijheidsbond zijn onder degenen die dit lezen,
tot hen alleen deze opmerking: Ware vrijheid
is alleen gebondenheid aan het Woord des
Heeren. En ook in het Staatkundig leven dient
het getuigenis Gods richtsnoer te zijn. Iemand,
die dan ook getrouw stemt op de lijst van Mr.
Trouw, is allesbehalve een getrouw dienstknecht
van Christus, den Gezalfden Koning.
■Lingbekianen zouden wij willen aanraden: Be
denk toch, dat de strijd thans niet meer mag
loop'en tusschen Roomschen enProtestanten, Her
vormden en Gereformeerden op Staatkundig ge
bied. De strijd is veel meer: Voor of tegen den
Christus. Pas daarom op, dat gij met al uw ijver
voor de Herv. Kerk de komst van het 'Koninkrijk
Gods niet verhindert.
En dan de Chr. Historischen. Zeker, we zijn
dankbaar, dat ge rechts stemt. Doch ga nog een
stapje verder. Vaar voort tot 'het volmaaktere.
En als ge er -dan stichtelijk voor bedankt om
een Geref. persoon te stemmen, welnu op iedere
A.-R. lijst staan voldoende namen van bekende
Herv. broeders. Meestal zelfs no. 1. Op hen
moogt ge gerust uw stem uitbrengen.
En dan ten slotte nog de Staatkundig Gere
formeerden. Deze zijn, voor het meerendeel
althans, eenvoudige, vrome menschen-. Ten min
ste daar houdt Ds. Kersten hen gaarne voor.
En deze „veronderstelt" niet. Ze zijn echter op
het Staatkundig gebied tamelijk onkundig, en
daarbij eigenwijs, wat meer samengaat. Vandaar,
dat ze inplaats zich nederig in de A.-R. partij
te voegen, zich opwierpen tot een S.G. P., die,
wij zouden het kunnen bewijzen, reeds onnoe
melijke schade heeft gedaan aan de doorwerking
■der Chr. beginselen in het staatkundig leven.
En wie zal hen van de dwaling 'huns wegs
terugbrengen 'Geen mensch die 'het kan. Laat
ons daarom bidden of God, die recht is, door
onderwijzing hen die dwalen weer wil brengen
in het rechte spoor. De schapen behandelen wij
dus zacht, voor de herders, de leiders daaren
tegen hebben wij een hard woord. Ook voor
hen, die de S. G. pers verzorgen. En wel dit:
Gij schermt zoo gaarne met het Bijbelwoord:
Vervloekt is de man, die vleesch tot zijn arm
stelt, doch bedenkt, dat er ook staat: Vervloekt
is, die een blinde op den weg doet dolen. En
ook dit: Het -is goed, dat er ergernissen komen,
doch wee degenen door wie ze konien.
Nu zijn er -misschien jonge menschen, wier
ouders Staatkundig Geieformeerd stemmen, en
die denken, dat ze verkeerd doen als ze het
spoor dier ouders verlaten en A.-R. stemmen.
Doch wij mogen verwijzen naar het woord van
den profeet Zacharia, als hij zegt: Weest niet
als uwe vaders Het is zoo goed vanaf de eerste
keer zich voor te nemen nooit anders dan A.-R.
te zullen stemmen. In de nieuwe vertaling van
Ps. 137 staat: Zoo ik u vergete, o Jeruzalem,
zoo moge mijn rechterhand verdorren. Daar
maken wij van: Zoo ik ooit anders dan A.-R.
stem, zoo verdorre mijn rechterhand. Tot deze
vaste overtuiging komt men vooral op de Jeugd
verenigingen. Wij hopen in October a.s. D.V.
hier nader op terug te 'komen.
Wij komen dus tot deze slotsom. Dit jaar
stemmen wij twee keer A.-R. Alle twee, mannen
en vrouwen, jongen en ouden. Volgende week
reeds als onze scheurkalender twee tweeën ver
toont. We stemmen op lijst -twee voor den naam
van hem, die ge als no. twee leest aan den
kop van deze bladzijde. Laat ieder zich wel twee
keer bedenken voor hij of zij anders stemt.
Want dan doet ge twee booshecten.
O. J. W. K.
BBBBB
SOMMELSDIJK. Woensdag 22 April a.s.,
des avonds van 6—8 uur zal in de consistorie
kamer der Ned. Herv. Kerk alhier de ver
kiezing plaats hebben van 2 notabelen. Aftre
dend (herk.) de heeren Abr. 'Breeman en M.
van der Sluijs.
MIDDELHARNIS. Woensdag 29 April, des
avonds 6.30 uur, zal de off-icdeele opening plaats
hebben van de Christelijke Groen van Prinste-
rerschool in het Koor der Ned. Herv, Kerk
alhier.
Voor leden van de op dit eiland op te
richten Centrale Oudercommissie van de O. L.
Schol-en zijn uit deze gemeente aangewezen de
heeren J. v. d. Meide en A. van Dongen.
HERKINGEN. Aan Mej. M. Langbroek, on
derwijzeres aan de Herv. School, is met ingang
van 1 Mei op haar verzoek eervol ontslag
verleend, wegens benoeming in gelijke betrekking
te Middelharnis.
STELLENDAM. Mej. E. Jonker, onderwijze
res te Dirksland, heeft hare benoeming tot on
derwijzeres aan de O. L. School alhier aan
genomen.
Aan de Chr. Bewaarschoolv-ereeniging al
hier werd door den Raad dezer gemeente een
subsidie toegekend over 1930 van 495.30.
GOEDEREEDE. De heeren T. Lodder en
P. v. d. Wen-de zijn resp.'herbenoemd als voor
zitter en secretaris van de commissie tot wering
van schoolverzuim.
OUDDORP. Als voorzitter en secretaris van
de commissie tot wering van schoolverzuim zijn
gekozen de heeren J. Westhoeve Klz. en C.
Tiggelman.
A.s. Zondagnamiddag wordt op de ge
wone uren weder Zondagsschool gehouden in
den Oostdijk.
WISSELVALLIG ALS HET WEER.
Het Zendingsbureau te Oegstgeest schrijft ons:
Wisselvallig als het weer in April zijn de
inkomsten der Zending. Gelijk wij reeds eenige
malen hebben bekend gemaakt, waren zij over
d-e maanden Januari en Februari beter dan ver
leden jaar in die maanden. Helaas kunnen wij
dat van Maart niet zeggen, integendeel is de
behaalde -voorsprong zoo goed als te niet ge
daan.
Wat nog meer zorg wekt echter is, dat tot
dusver de maand April slechts 10.000.— heeft
ingebracht, terwijl die geheele maand het vorig
jaar 57.000.— aan inkomsten bracht. Daardoor
worden de moeilijkheden weer bij den dag
grooter.
Ook de circulaire, die in de vorige maand
aan meer dan 50.000 personen is gezonden, heeft
bij lange na niet die resultaten gehad, waarop
wij gehoopt en die wij ook, gezien vroegere
ervaringen, met eenig recht verwacht hadden.
Wij zenden nu aan allen, die tegen onze ver
wachting in niet geantwoord hebben, nog een
herinnering, in de hoop, dat deze er toe zal
medewerken, dat zeer velen alsnog zullen helpen
voorzien in de behoeften van het juist in deze
dagen zoo bloeiende en voorspoedige zendings
werk.
TIJDSCHRIFT VOOR ZENDINGS
WETENSCHAP.
Het Tijdschrift voor Zendingswetenschap
„Mededeelingen" opent zijn 75en jaargang met
een artikel van den tegenwoordigen eind-redac
teur, Ds. Joh. Rauws, over zijn beide voorgan
gers in die 75 jaren, den heer J. C. Neurden-
burg en Prof. C. Poensen. Het was in 1857,
dat op initiatief van den toenmaligen director
van het Ned. Ziend. Gen. de eerste aflevering
verscheen. Het was inzonderheid de bedoeling
uit dagboeken, verslagen en brieven van de
zendelingen' belangrijke mededeelingen en be
schouwingen op te nemen. Langzamerhand zijn
die echter meer op den achtergrond geraakt en
allerlei actueele artikelen op het gebied van
zendingswetenschap kwamen op den voorgrond.
De redactie zoekt naar een weg om aan de
verslagen' van de zendelingen weer -meer ruimte
te verschaffen.
Daarna is opgenomen de rede van Dr. J. H.
Oldham, gehouden op de Alg. Zend. Conferen
tie van 1930 over: „the christianizing and
unohristianizing of the world". Daarop volgt
het slotwoord, dat op die conferentie over dat
onderwerp gesproken werd door Dr. F. J. Fok-
kema, rector der Ned. Zend. School.
Verder schrijft d-e heer O. Marcks, zen-deling
te Pearadja in de Bataklanden over „de na
werking van het vroeger-heerschende heiden
dom in dé Chr. Batakkerk en de bestrijding
er van."
De belangrijke verschijnselen op zendingsge-
bied behandelen: Dr. iMott over de wereld
situatie, Dr. Mott over de home-base, de kerk
orde op Oost-Java, de Thinto-cultus in Japan,
d-e Ashram-beweging in Britsch-Indië, en Dr.
Henry Beets over het besluit van de Gerefor
meerde Synode.
De afdeeling sluit met literatuur-aankondiging.
JAARVERGADERING
ZENDINGSSTUDIE-RAAD.
10 April werd te Utrecht in het gebouw van
de U. Z. V. op het Jansveld de Jaarvergadering
van den Z.S.R. gehouden onder leiding van den
voorzitter, -Dr. C. W. Th. 'Baron van Boetzelaer
van Dubbeldam.
De morgen vergadering werd door den voor
zitter geopend met voorlezing van het begin van
Filipp. 2 en gebed. D-e notulen' der vorige
Jaarvergadering werden daarna gelezen en goed
gekeurd.
Bij de Bestuursverkiezing werden de heeren
Dr. C. W. Th. Baron van Boetzelaer van Dub
beldam, H. Duyker en J. van Keulen na stem
ming herkozen. In het Bestuur werd voorts nog
benoemd Mejuffrouw N. van Rossem te Hoen-
derloo.
Bij de behandeling van de rekening en ver
antwoording over 1930 wordt het rapport van
de commissie tot nazien der rekeningen voor
gelezen. De indruk -der Commissie is gunstig.
Enkele vragen, die gesteld werden, werden door
den penningmeester beantwoord. De rekeningen
worden1 daarna goedgekeurd en den penning
meester dank gezegd voor zijn beheer en ge
dechargeerd. In de commissie tot nazien der
rekeningen over 1931 worden benoemd de hee
ren H. Fortgens en W. J. A. C. Bins. De be
grooting wordt vervolgens zonder hoofdelijke
stemming goedgekeurd.
Na opening van de middagvergadering op de
gebruikelijke wijze, verwelkomt de voorzitter de
aanwezigen en geeft daarna den secretaris ge
legenheid zijn jaarverslag voor te lezen. De
voorzitter dankt den secretaris voor zijn be
langrijk verslag.
Vervolgiens houdt de heer P. M. Leg ene,
oud-zendeling onder de Hindoes in Suriname,
thans secretaris van het Zeister-Zendingsgenoot
schap, een referaat over
„Het Hindoeïsme als
Zendingsprobleem".
Spreker wijst er op, dat het Hindoeïsme nu
meer dan 200 jaren' pal heeft gestaan tegenover
alle pogingen van de Christelijke Zending om
bet omver te loopen. Wat is het geheim van
zijn levenskracht Of wat is onze zwakte tegen
over het Hindoeïsme
Wat het eerst opvalt bij het bestudeeren van
het Hindoeïsme, zijn de enorme tegenstellingen,
die daarin gevonden worden. Wij ontmoeten er
de hoogste en schoonste philosophie naast den
ruwsfen afgodendienst, Animisme en Brahma
nisme, de ernstige aanbidding van ongetelde
goden en tevens de bewering, dat er maar één
God is. Dezelfde persoon, die in het stervens-
oogenblik den staart van de koe vast houdt of
er zijn handen aan vast laat binden in de over-
tuding dan zalig te worden, zoekt ook zijn heil
in het Gangeswater, in de reinigende kracht
van het vuur, in meditatie enz. De -Hindoes ge
looven vast, aan de ijzeren wet van „karma"
gebonden te zijn. Toch is hun -geheele gods
dienstig leven, hun verdienstelijke werken, zelf
kastijding en vrijwillig lijden, hun baden en
wasschen van het lichaam, een poging, d'en
kringloop van het leven zoo te keeren, dat zij
er tenslotte een voordeel van mochten 'behalen.
De Hindoes zijn diep religieus aangelegd, met
een buitengewoon gevoel voor het mystieke.
Elk ding wqrd't hun tot een god en gaat voor
hen leven. Vragen wij de Hindoes, hoe of zij
denken, zalig te worden, dan zullen zij ver
schillende antwoorden geven: door godsdienstig
leven; wetenschap, of „wij weten het niet".
Een Hindoe volgt getrouw, geloovig en zon
der verstandelijke overleggingen zijn geestelijke
leidslieden. Bij alles is zijn antwoord, dat het
geloof het fundament is van het leven. Dit
rotsvaste geloof dringt en brengt hem vaak tot
ongeloofelijke handelingen, b.v. in het water,
waar de halfvergane lijken van zijn medem'en-
schen in ronddrijven, te baden en er van te
drinken. „Waarom zou het niet inogelijn zijn,
dat daarin een goddelijke -kracht was, die ons
tot zegen kon zijn?" is zijn rustige en een
voudige antwoord.
De Hindoes gelooven, dat hun eeuwenoude
godsdienst, in de Veda en andere heilige boe
ken neergelegd, door de goden zelf is samen
gesteld. De groote massa van de Hindoes denkt
niet, zij gelooft maar en volgt blindelings de
voorschriften van haar godsdienst. Daarbij zijn
zij fatalisten en nemen het zwaarste lijden zon
der te murmureeren. „Het was zoo voor mij
bestemd". De groote tegenstellingen laten zoo
veel ruimte over om -te ontkomen, dat zij de
aanvallen van de Zending gemakkelijk uit den
weg kunnen gaan. Wanneer wij meenen hen
te kunnen winnen, dan -ontdekken wij, dat zij
zich hebben teruggetrokken. De inconsequentie
van het Hindoeïsme is dus in zeker opzicht
zijn sterkte.
De ernstige Hindoes zijn in menig opzicht
philosophisch aangelegd; zij zoeken God en het
heil van -hun ziel niet zoo zeer in het abstracte
als in het concrete leven. Indien zij het levens-
„heil" bij de Christenen vinden, dan zullen zij
Christen worden, vinden zij dat niet, dan zullen
alle pogingen van de Zending, 'hen tot het
Christendom over te doen gaan, op niets uit-
loopen. Indië heeft den levenden Heiland noo-
di'g, Die verlossing van de zonde, vrede voor
het hart en zekerheid van het eeuwige heil
schenkt en de menschen leert eens-gezind
en in liefde met elkaar te leven. Het
groote probleem van de Zen-ding ten opzichte
van de -Hindoes is dus, hoe wij door of zonder
ons, Christus tot hen kunnen d-oen komen om
hun Heiland te worden in den vorm en op de
wijze, zooals Hij het zelf wil.
Met groote 'belangstelling w-erd de referent
aangehoord.
Nadat nog enkele vracjen, door de aanwezigen
gesteld-, door den referent beantwoord zijn,
bracht de voorzitter den dank der aanwezigen
voor het belangrijke referaat. Hij sluit daarna
de vergadering, na dankgebed van 'Ds, Th.
Scharten.
DE GRAMAFOON TEN DIENSTE DER
EVANGELISATIE.
Het is een teeken des tijds en tevens een
zeer verblijdend verschijnsel, dat voor het ver
breiden van het evangelie alle moderne hulp
middelen der techniek, voor zoover nuttig, ge
bruikt worden. Wie zal zeggen, aan hoevelen
de radio ten zegen1 is geweest
Het bezwaar echter bleef steeds, dat de
Radio in e'en evangelisatie-samenkomst niet goed
bruikbaar was. Slechts de spreker, die in de
zaal spreekt, voelt aan en wordt daardoor -ge
ïnspireerd.
De toespraak moet echter worden afgewisseld
door samenzang en de harten der toehoorders
zijn op het juiste moment zoo ontvankelijk voor
een solozang, waarbij niet zooveer het artis
tieke element op den voorgrond treedt, doch een
eerste vereischte is: duidelijke uitspraak en een
zuivere toon, bovendien een zich geheel inleven
in het gezongene.
En deze eigenschappen vereenigd waren nu
juist zoo zeldzaam.
Daarom vernam'en we met genoegen, dat er
eerstdaags gramafoonplaten zullen verschijnen,
waarop de alom bekende stem van den alom
bekenden Joh. de Heer zal vastgelegd zijn in
liederen uit zijn alom bekenden Zangbundel.
Voor zoover ons ter oore kwam, zal Vital-
phon voorloopig 8 dubbelzijdige platen van
dezen evangelist uitbrengen, die speciaal voor
den luidspreker gegroefd zijn. Met belangstel
ling zien wij deze platen tegemoet.
Sm