FEUILLETON
Woensdag 1 April 1931.
No. 3733
Binnenland.
TWEEDE BLAD.
Land- en Tuinbouw.
KLATERGOUD
TN ROC mi BOWSES
UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD.
(Nadruk verboden).
Verkeerde bezuiniging. Nu ook in den land
bouw malaise en in sommige streken zelfs een
ernstige crisis heerscht, moet de landbouw er
op bedacht zijn zoo min mogelijk uit te geven.
Om aldus, waar zijn inkomsten zoo sterk ver
minderd zijn, er naar te streven het evenwicht
in zijn budget te bewaren. Wij weten, dat voor
velen dit laatste zelfs niet mogelijk ishij lijdt
verlies, omdat zijn bedrijf niet meer rendabel is.
Niet overal is echter de toestand zoo ernstig.
We denken hier b.v. aan de streken, waar de
gemengde bedrijven worden uitgeoefend, waar
de eigen verbouwde producten in de boerderij
zelf worden omgezet, dus niet ter markt worden
gebracht of aan de fabriek geleverd. Over de
geheele linie is bezuiniging geboden, de platte
beurs dwingt den landbouwer er wel toe om
zijn uitgaven te beperken. Maar men overdrijve
niet, wachte zich voor uiterstenDe loodsen
en pakhuizen der landbouwvereenigingen heb
ben dezen winter veel minder afgezet dan an
ders, 't is te begrijp'en, te verklaren. Maar men
mag zich aan geen paniek-stemming overgeven.
Door een 5-tal propaganda-bureaux voor 't
gebruik van kunstmeststoffen is een opwekking
„Aan de boeren en tuinders in Nederland" ge
richt, om niet den moed te laten zinken en de
bezuiniging niet te ver te drijven. Wij kunnen
ons hierbij aansluiten. Men mag dit woord hou
den voor een pleidooi voor eigen zaak, onte
genzeggelijk bevat het waarheid. Men moet blij
ven produiceeren en trachten, ieder voor zich,
de voordeeligste opbrengsten van zijn akkers
en graslanden te verkrijgen. Wij zeggen opzet
telijk de voordeeligste, dat zijn niet altoos de
hoogste opbrengsten, omdat de laatste soms
verkregen worden door een zwaardere bemes
ting, die niet ten volle rendeert. In dat geval
kan een geringer bemesting beter, voordeeliger
resultaat geven. Maar alleen een grondon
derzoek -- wij wezen hierop eerder kan
ons leeren, of we kunnen volstaan met van één
of meer meststoffen minder te geven, of mis
schien die zelfs geheel weg te laten. Heeft men
die zekerheid niet, dan hoede men zich voor
mogelijke schade en bemeste als gewoon. Men
bedenke welle. dat de oogsten 't vorig jaar
groot waren, dus veel voedsel aan den bodem
is onttrokken; 2e. dat door den- zwaren regen
val waarschijnlijk meer plant'envoedingsstoffen
naar den ondergrond zijn verhuisd 3e. dat de
prijzen, waarvoor we over eenige maanden eerst
onze verbouwde producten van de hand kunnen
doen, ja, mogelijk nog lager maar hopelijk ook
hooger kunnen zijn. Laten we in die hoop
blijven voortwerken 1 Ontbreekt het ons voor
't oogenblik aan de noodige contanten, welnu,
op de meeste plaatsen kunnen toch velen hun
toevlucht nemen tot de boerenleenbanken
Aankoop en Leenbank. Men kan het van vele
zaakvoerders van landbouwaankoopvereenigin-
gen vernemen, hoe ook zij merken, dat de land
bouw een slechten tijd doormaaktde omzet,
bepaaldelijk van kunstmeststoffen, is heel wat
minder, en de afnemers betalen slechter, zijn
achterstallig, overschrijden het gestelde crediet.
Een woord van waarschuwing mag hier daarom
geplaatst worden aan zaakvoerders en bestur'en.
Let op uw zaak! Meer dan ooit 1 Gaat
geregeld, bestuurders, uw debiteuren na Schrijf
ze aan, en maan ze tot betaling, als ze over de
schreef gaan. Opdat ge in dezen tijd met uw ver
eeniging niet in 't moeras geraakt. Gaat ge te
ver met het verleenen van crediet, ook al is
dat tegen behoorlijke rentevergoeding, dan raakt
ge er onder voor ge 't weet. Er was in de afge-
loopen maanden door de groote prijsdaling,
steeds weer door nog sterkere daling gevolgd,
groote waakzaamheid noodig om stroppen te
voorkomen, en niet altoos blijven verliezen uit.
Maar men wake er voor, dat geen ander gevaar
dat van te ruime of langdurige credietverle'en'ing,
de vereeniging gaat bedreigen of straks zelfs
nekt. Men bedenke het welnimmer mag
de aankoopvereeniging als leen
bank optreden! Die crediet behoeft, wen
de zich tot de Boerenleenbank. Kan deze niet
helpen, dan is het zeker voor de coöperatie nog
bezwaarlijker om goederen af te geven zonder
betaling. Bestuurders, voelt uw verantwoorde
lijkheid
Stekken van Bladbegonia's. Een aardige at
tractie van deze planten is de wijze, waarop
men ze voortkweekt, n.l. door z.g. „bladstek-
ken". Daarvoor neemt men de goed volwassen
bladeren en laat er een stukje steel van een paar
centimeter aan zitten. Vervolgens maakt men
kleine insnijdingen in het blad op de plaatsen,
waar twee dikkere nerven bij elkaar komen.
Men legt die bladeren op den grond (zand, turf-
strooisel, run) met het stukje steel daarin ge
stoken. Om 't verschuiven te beletten, kan
men het met een paar steentjes vastleggen of
met houtjes vaststeken. Spoedig ziet men voor
de insnijdingen knopjes ontstaan, die alras
blaadjes en worteltjes ontwikkelen. Deze wijze
van knopvormdng wijkt af van die, welke wij
allerwege in de natuur zien, namelijk in de
oksels van bladeren. Men spreekt in dit geval
van toevallige of adventief-knoppen. De cul
tuur onzer Begonia-stekken is verder zeer een
voudig. Om de ontwikkeling te bespoedigen,
houdt men de temperatuur benevens de vochtig
heidsgraad zooveel mogelijk constant, door een
glasplaat op d'en pot of stekpan te leggen. Bij
't gieten is het wenschelijk, niet op het blad te
gieten, om rotting te voorkomen, terwijl tevens
tegen direct zonlicht moet worden geschermd,
door b.v. een papieren raampje een handbreed
boven den pot te bevestigen.
Hennep en hennepolie tegen ongedierte. Het
is veel te weinig bekend, dat hennepolie een uit
stekend middel is en zonder eenig gevaar om
huidparasieten binnen zeer korten tijd te verdrij
ven. Voor eenigen tijd spraken we iemand, die
dit middel reeds gedurende dertig jaar met suc
ces had toegepast bij verschillende huisdieren.
Reeds twee of drie uur na het inwrijven houdt
het jeuken op, doordat de parasieten gestorven
zijn. De h'ennepolie is gemakkelijk te verkrijgen
en heeft niet zooals verscheidene andere mid
delen, schadelijke of zelfs gevaarlijke eigen
schappen. Er is dus niets tegen om er dieren als
paarden, kalveren en honden, die zich na be
handeling gaan belikken, mee in te wrijven.
Evenzoo kan de hennepolie gebruikt worden
bij vogels. Hennep in den tuin gezaaid, natuur
lijk alleen op plaats'en waar 't noodig is, ver
drijft de aardvlooien. Denzelfden dienst bewijst
ook uitgestrooid hennepkaf. Bovendien ont
sieren de hennepplanten den tuin niet.
Korte raadgevingenSnijbloemen, vooral ro
zen en struiken, blijven langer goed in water,
als ze 's ochtends zeer vroeg gesneden worden.
Hoe vroeger hoe beter, 't Is gebleken, dat b.v.
rozen, die 's ochtends tegen 5 uur gesneden
werden, dubbel zoo lang goed bleven als die,
welke overdag van de moederplant gescheiden
werden. Het water moet steeds verseh en koud
zijn.
Wordt het grasveld (gazon) bij groote hitte
gemaaid of gesneden, dan late men het afge
maaide gras tot den avond toe als beschuttend
dek tegen de zonnehitte liggen.
Boer en knechtverzoek niet bevelénd, be
veel liever verzoekend Br.
SLUIS* PLUIMVEEFILM VOOR DEN
FLAKKEESCHEN MEISJESBOND.
Op uitnoodiging van den Flakkeescfoen Mels-
jesbond, vereeniging van oud-leerlingen bij het
Iandbouwbuishoudonderwljs op Goeree en Over-
flakkee, werd Donderdagmiddag j.l. in de zaal
van Hotel Meijer de P. Sluis Pluimveefilm „Kiest
eieren voor uw geld" vertoond.
De pres. mej. Van Schouwen opende deze
bijeenkomst met een hartelijk welkom aan de
aanwezigen en dunkt den demonstratieleider,
den heer Diiringhof, voor de 'bereidwilligheid,
waar hij aan onze aanvraag heeft voldaan.
Daarna was het woord aan den heer D. Deze
wees op het groote aantal kippen, dat in ons
land wordt gehouden (20 millioen), en welke
opbréngstwaarde deze pluimveestapel vertegen
woordigt. 'De productiewaarde kon véél grooter
zijn Er worden nog dagelijks ontstellend groote
fouten geconstateerd. De film, hoopt spr., zal
hedenmiddag aan de aanwezigen, hoewel vluch
tig, een duidelijk beeld geven, wat er moet ge
beuren, om met succes kippen te kunnen houden.
Zijn er in de pluimveehouderij zorgen, dan geeft
Sluis' Pluimveetechnische Voorlichtingsdienst
(S. P. V.) gratis op aanvrage adviezen.
Vervolgens werd met het afdraaien der weten
schappelijke film aangevangen.
In de eerste acte paseerden de enorme fa
briekscomplexen te Weesperkarspel. Het lossen
van schepen gaat geheel automatisch, evenals
het transporteeren, zuiveren en opslaan der
granen en zaden.
Hierbij wordt de uiterste nauwkeurigheid be
tracht. Door transportbanden en alle denkbare
technische middelen is handenarbeid tot een
minimum teruggebracht. De film laat ons ver
volgens zien, met welke zorg de bereiding der
voedersoorten plaats vindt
We zagen verpakkingsmachines, welke met
de regelmaat van een uurwerk dagelijks duizén-
den zakjes en cartons vullen; verder stapelen,
voor verzending gereed maken en met enorme
auto's expedieeren. De bekende auto's, waarop
de S met hanenkop, brengen deze voor de deur
der afnemers in binnen- en buitenland.
Een geregeld laboratoriumonderzoek, waar de
grondstoffen scheikundig worden behandeld, is
e'en waarborg, dat de verbruikers van Sluis'
voeders steeds voeders van gelijke samenstelling
ontvangen, daaromlet op het zegel.
De derde acte liet ons de vischmeelfabriek
in IJmuiden zien. Een vloot trawlers zorgt voor
aanvoer van versche visch. De capaciteit der
fabriek is opgevoerd tot het verwerken van
35000 K.G. visch dn 24 uur. Een goede soort
vischmeel verlangt zuiverheid van grondstoffen,
maar ook een speciale bereiding. Wetenschap
pelijke voorlichters hebben in de laatste jaren
de waarde van zuiver vischmeel aangetoond,
wat door laboratorium- en biologische proeven
is bevestigd. De Sluis' Vischmeelfabriek is er
in geslaagd dit vischmeel onder een lage tem
peratuur te vervaardigen, waardoor de vita
minen, onmisbaar voor het Pluimvee, worden
behouden.
Sluis rustte niet, voordat de vervaardiging
van dit zoo belangrijk voederonderdeel in eigen
beheer was.
In eigen opfokhuizen en hoenderparken wor
den de onderzoekingen aan de praktijk getoetst.
Daaruit blijkt
„Zoo men voert, zoo men boert."
De kuikenbehandeling, broedmachines, inrich
ting van opfokhuizen, eet- en drinkbakken, kort
om de geheele opfok werd in de volgende acte
zeer duidelijk vertoond en toegelicht.
Hoederparken, bestrijdingsmiddelen tegen
ziekte en behandeling daarvan toonden, dat de
firma Sluis, die reeds meer dan honderd jaar
bestaat, over een rijke ervaring beschikt. Met
goed materiaal beginnen, goede huisvesting en
verzorging en Sluis' voeders garandeeren succes.
Na wat wij er van zagen en de praktijk uit
wijst, kan dit niet anders.
Het was een leerzame en prettige middag
voor de aanwezigen en voor Sluis een succes.
Den leider, den heer Diiringhof, ons compli
ment voor de zakelijke en leerzame toelichting.
Sommelsdijk. J. S.
NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ
VOOR NIJVERHEID EN HANDEL.
DOELMATIG ONDERWIJS.
ORGANISATIE.
Samenstelling en taak der commissie.
Verschenén is het rapport van de door het
Hoofdbestuur der Nederlandsche Maatschappij
voor Nijverheid en Handel te Haarlem inge
stelde commissie inzake doelmatige onderwijs
organisatie. Voorzitter van deze commissie was
Prof. Ir. D. Dresden, oud-hoogleeraar aan de
Technische Hoogeschool te Delft. Als onderwijs
deskundigen hadden in de commissie zitting Me
juffrouw Dr. J. J. van Dullemen, Rectrix van
het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes te Ut
recht, en de heeren G, Bolkestein, Inspecteur
van het Middelbaar Onderwijs te Amsterdam;
Dr. D. Coelingh, oud-directeur van een H.B.S.
met 5-j. c. te Amsterdam; P. A. Diels, hoofd
van een openbare school te Amsterdam, terwijl
tevens van de commissie deel uitmaakte Mr.
A. C. Josephus Jdtta, eveneens lid van het
Hoofdbestuur. Het secretariaat was opgedragen
aan den heer W. B. Reynen, secretaris der
Maatschappij.
De bedoeling van het Hoofdbestuur was, dat
de studie der commissie zich zou richten op het
algemeen vormend lager 'en middelbaar (voor
bereidend hooger) onderwijs en het vraagstuk
van de aaneensluiting. In het bijzonder waren
haar de volgende vragen ter beantwoording
voorgelegd
1. Kan door doelmatiger organisatie van ons
onderwijsapparaat een verbetering van de re
sultaten van het onderwijs bereikt worden, in
het belang van de algemeente volksontwikkeling
en dus ook van de volkswelvaart in den ruim-
sten zin?
2. Hoe zijn de resultaten van het onderwijs in
het belang van de algemeene volksontwikkeling
Nederlandsche toestanden mogelijk is en wat is
eventueel voor ons van buitenlandsche voor
beelden te leeren
Werkwijze.
De commissie heeft door een enquête bij lei
ders van groote bedrijven getracht een inzicht
te krijgen omtrent wat het praktische leven ver
wacht van de leerlingen, die algemeen vormend
lager resp. middelbaar onderwijs hebben ge
noten, ten einde daarin een basis te vinden voor
eventueele hervormingsvoorstellen. Een samen
vatting van de resultaten van de enquête is als
bijlage I aan het rapport toegevoegd.
Bijlage II bevat door den secretaris opge
maakte overzichten omtrent de organisatie van
het algemeen vormend onderwijs in België, De
nemarken, Duitschland, Engeland, Oostenrijk,
Zweden en Zwitserland.
Lager Onderwijs.
Uit de antwoorden, op de 'enquête ontvangen,
bleek de commissie van een algemeene ontevre
denheid over de resultaten van het lager onder
wijs hier te lande, in het bijzonder voor zoover
het bedoelt eindonderwijs te geven. Het bestaan
van zoo groote onvoldaanheid wijst naar de
commissie meent wel op de dringende nood
zakelijkheid van verbetering.
De tot uiting gekomen critiek meent zij in
hoofdzaak als volgt te kunnen samenvatten:
le. de leerstof, die in verschillende antwoor
den ook te uitgebreid wordt genoemd, is in de
lagere school onvoldoende verwerkt
2e. de kennis der Nederlandsche taal is slecht
en onvoldoende. Een overgroot deel van de
leerlingen, die lager eindonderwijs hebben ge
noten, is niet in staat zich op eenigszins be
hoorlijke wijze mondeling of schriftelijk in de
Nederlandsche taal uit te drukken. Ook over
slordig en slecht schrift wordt algemeen ge
klaagd
3e. wat op school geleerd wordt is te weinig
gericht op het praktische leven.
Rekening houdend met wat in het buitenland
blijkt te bestaan, meent de comöiissie ter tege
moetkoming aan de gebleken bezwaren de vol
gende
voorstellen tot reorganisatie van het
lager onderwijs
te moeten doen.
Zoodanige verlenging van den leerplicht, dat
overbrugd wordt de kloof, die nu nog bestaat
tusschen het eindigen van den leerplicht en het
tijdstip, waarop de Arbeidswet arbeid toestaat.
Na een vierjarige algemeene grondschool wor
de gedifferentieerd naar gelang de kinderen voor
middelbaar (voorbereidend hooger) dan wel
voor lager eindonderwijs bestemd zijn. Voor
deze differentiatie en voor de aansluiting tus
schen het lager en het voortgezet onderwijs be
veelt de commissie aan het systeem, dat in on
derwijskringen algemeen bekend is onder den
naam van het Haagsche stelsel.
In de vierjarige grondschool zal in de eerste
plaats nadruk gelegd moeten worden op Neder
landsche taal, lezen, schrijven en rekenen; de
andere vakken mogen in deze school slechts
een ondergeschikte plaats innemen.
De gelegenheid moet bestaan om nieuwe on
derwijsstelsels als het Montessori-, het Dalton
en andere stelsels toe te passen.
Voorts acht de commissie het gewenscht bij
het geheele lager onderwijs voor zoover
praktische en financieele bezwaren zich niet
daartegen verzetten een plaats aan den han
denarbeid in te ruimen.
Bij de te behandelen leerstof in de hoogere
klassen van de gewone lagere school moet in
het bijzonder met de eischén van het practische
leven worden rekening gehouden.
De commissie wijst dan nog op de voor-
deelen van het systeem-Visser, dat te Ooster
beek wordt toegepast, en dat het mogelijk maakt
een gewone school van 7 klassen te drijven met
slechts 5 onderwijzers.
Onderwijs na de lagere school.
Zij, die blijken daartoe de noodige bekwaam
heid en geschiktheid te bezitten, moeten volgens
de commissie gelegenheid hebben na de lagere
school verder algemeen vormend onderwijs te
genieten. Intusschen is voor tal van posities in
het praktische leven de aangewezen weg: na
de lagere school, hetzij een bepaalde vakop
leiding te volgen, dan wel over te gaan naar het
algemeen vormend Uitgebreid Lager Onderwijs,
eventueel met daarop aansluitend vakonderwijs.
De U.L.O. school, waarover men in het prak
tische leven ook tevreden blijkt, zal in het al
gemeen meer leerlingen tot zich moeten trekken
dan H.B.S. en Gymnasium. In verband hier
mede waarschuwt de commissie ernstig tegen
pogingen om zich bij dit U.L.O.-onderwijs naar
het voorbeeld van het middelbaar onderwijs te
richten en in het bijzonder tegen opschroeving
van de eisch'en voor het z.g. „M.U.L.O.-
diploma".
Middelbaar Onderwijs.
Ook over de resultaten van het algemeen
vormend middelbaar onderwijs blijkt veel on
tevredenheid te bestaan. Ook hier wordt ge
klaagd over onvoldoende kennis van de Neder
landsche taal, niet in staat zijn de gedachten
mondeling en schriftelijk onder woorden te foren-
gen, oppervlakkige kennis en niet genoeg ge
richt zijn van het onderwijs op de eischen der
praktijk.
De commissie heeft in de eerste plaats over
wogen de mogelijkheid van een radicale reor
ganisatie van het middelbaar onderwijs in dien
geest, dat alle leerlingen zoo lang mogelijk op
één school zouden worden samengehouden met
gelegenheid om uit een groot aantal vakken
diegene te kiezen, die het best bij hun aanleg
en toekomstige vooruitzichten passen, terwijl zoo
laat mogelijk tot splitsing naar verschillende stu
dierichtingen zou worden overgegaan. Op grond
van praktische overwegingen heeft de commissie
intusschen besloten bij hare voorstellen uit te
gaan van wat eenmaal hier te lande bestaat.
Voor de driejarige H.B.S. is in haar systeem
geen plaats meer. De typen voor algemeen vor
mend middelbaar en voorbereidend hooger on
derwijs blijven de vijfjarige H.B.S. en het Gym
nasium, maar de commissie wil aan alle leer
lingen, die van de lagere school komen en mid
delbaar of voorbereidend hooger onderwijs zul
len genieten, één jaar hetzelfde onderwijs geven
en eerst daarna overgaan tot de splitsing naar
H.B.S. of Gymnasium*).
De H.B.S. wil zij dan evenals nu het geval is,
na afloop van het derde leerjaar splitsen in een
litterair-economische en een wis- én natuur
kundige afdeeling. Voor deze beide afdeelingen
bepleit zij een systeem van kern- en keuze
vakken. Kernvakken zijn die onmisbare vakken,
welke elke leerling verplicht moet volgen. Uit
de keuze vakken kan een keuze worden gedaan,
naar gelang van aanleg en bestemming van den
leerling. Voor het geheele middelbaar onderwijs
acht de commissie verplicht onderwijs in gym
nastiek en lichamelijke oefening noodig en ook
handenarbeid acht zij van zeer groot belang.
Hat volledige verslag met de bijlagen is in
brochurevorm tegen dén prijs van 1.50 per
exemplaar verkrijgbaar bij het algemeen secre
tariaat der Maatschappij, Nassauplein 5 te
Haarlem, postgironummer 4051, en bij den boek
handel.
Het lid der commissie, de heer Diels, ver
zocht aanteekening, dat hij over dit onderdeel
van de voorstellen geen oordeel wenschit uit te
spreken.
ENKRATEIA-CONGRES.
Enkrateia, Bond van Prot. Chr. Drankbe-
strijdersvereenigingen, heeft het voornemen om
op 26 en 27 Augustus a.s„ in aansluiting aan
de gouden-jubileumvergadering der Nat. Chr.
Geh. Onth. Vereeniging, en aan de Jaarver
gadering der Geref. Vereen, voor Drankbestrij
ding, een Congres te houden. Dat is het Vijfde
Christelijk Congres tegen het Alcoholisme. Het
Congres zal staan onder leiding van Prof. Dr.
J. R. Slotemaker de Bruine, en gehouden worden
te Utrecht.
Referenten zullen zijn
Prof. Slotemaker over: „Na 50 jaar dezelfde
strijd".
Ds. D. van Krevelen over: „Verandering in
de Volksgewoonten gedurende de laatste vijftig
jaar".
Ds. W. H. Gispen over: „Onze eigen lijn".
In sectie-vergaderingen hopen voorts te spre
ken
Dr. Waardenburg van Arnhem over: „Alcohol
en Erfelijkheid".
Mr. H. de Bie van Rotterdam over: „Veran
deringen in de Wetgeving gedurende de laatste
halve eeuw".
Dr. J. G. Leibrandt van Amsterdam over
„Drankbestrijders-Jeugdwerk".
Dr. S. O. Los van 's-Gravenhage over: „De
Drankbestrijding en de Intellectueelen".
Op Woensdag 26 Augustus, aan den voor
avond van het Congres, zal in de Domkerk een
herdenkings- en Wijdingsavond worden gehou
den, waarbij als sprekers hopen op te treden:
Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine en Dr.
W. G. Harrenstein. Deze samenkomst zal per
radio worden uitgezonden.
De prijs van het lidmaatschap is vastgesteld
op 1.50 voor personen en 3.50 voor Ver-
eenigingen. Deze prijzen worden met 1.50 ver
hoogd voor het ontvangen van een Congres
verslag. Aanmelding bij het Hoofdkantoor der
N.C.G.O.V. te Utrecht (Nieuwe Kade 1).
MAARSCHALK JOFFRE
GEHEELONTHOUDER.
Over de verdiensten van den hoogbejaarden
aanvoerder in den wereldoorlog, Maarschalk
Joffre, en zijn langdurig ziekbed hebben dagen
achtereen alle groote bladen berichten opgeno
men. Slechts weinige echter hebben 't de moeite
waard geacht, daarbij te vermelden, wat Joffre
op zijn ziekbed aan zijn geneesheer mededeelde,
n.l. dat hij sinds 30 jaar geen alcohol gebruikt
had. Ook al zou men wat ons onbekend is
het woord alcohol hier moeten opvatten in
den Franschen zin van sterken drank, dan lijkt
het ons voor een Franschman uit de hoogste
kringen toch nog een feit van groote beteekenis.
Prof. Leriche schrijft de taaie weerstandskracht
van den lijder tegen de doodelijke ziekte toe aan
diens abstinente en gezonde levenswijze.
Joffre's leven is trouwens niet het eenig, dat
de Franschen zich ten voorbeeld mogen nemen.
De oudste Fransche geneesheer Prof. Guénoit,
die onlangs zijn 98sten verjaardag vierde, ver
klaarde: „De mensch sterft in den regel geen
door
H, KINGMANS.
19)
Na een zeer gezelligen tocht werd gepleisterd
in een groot restaurant midden in het uitge
strekt bosch. Het was daar, dat Heino de ge
legenheid aangreep, den heer Salomons te pol
sen, toen zij even van de beide dames waren
afgedwaald.
Hij verklaarde hem, dat hij de hand van Gre-
tha wilde vragen en vroeg, of hij ook bij de
ouders een gunstig gehoor zou vinden, wanneer
dat, naar hij hoopte en zich vleide, ook bij
Gretha het geval zou zijn.
„Mijn waarde vriend", zeide mijnheer Salo
mons ernstig, „wij moeten elkaar goed begrij
pen. Niet wij, mijn vrouw en ik, maar Gretha
moet de keuze doen. Wij hebben steeds tot el
kaar gezegd, da; wij in geen enkel opzicht haar
een vingerwijzing zullen geven of invloed zul
len uitoefenen ten gunste van een bepaald per
soon. Wij hebb'en dat ook nooit gedaan. Het
lijkt mij ook verkeerd, want niet wij, maar Gre
tha moet leven met den man, met wien' zij huwt.
Je moet dus met haar praten. Als je van haar
een gunstig antwoord krijgt, dan ben je ons als
schoonzoon welkom. Dat wil ik wel verklaren."
„Ik dank u zeer", betuigde Heino, die dn de
wolken was. ,,'t Is meer dan ik had durven
hopen."
„Tut, tut. Waarom zou je ons niet welkom
zijn Maar je moet het met Gretha uitvechten.
Wil je vandaag die gelegenheid hebben
„Als het kan", aarzelde Heino, dieaan
Weiier dacht, ondanks het feit, dat deze zoo
sneu was weggekomen.
„Natuurlijk kan dat. Je zult vanavond de ge
legenheid ontvangen. Maar hoor eens, bij een
eventueele weigering want ik weet heusch
niet, hoe Gretha over jou denkt, al mag zij jou
gaarne lijden'blijven wij goede vrienden, niet
waar Ik verzeker je nogmaals, dat noch mijn
vrouw, noch ik, ook maar eenigen invloed, in
welke richting ook, op Gretha hebben uitge
oefend of zullen uitoefenen".
„Ik hoop, dat mijn aanzoek gunstig wordt
opgevat", betuigde Heino.
Dien avond behoefde hij zich zóó niet meer
uit te drukken.Want terugkeerend van een wan-
deling met de van geluk stralende Gretha, vroeg
hij aan de ouders officieel haar hand. De toe
stemming werd hem grif gegeven. En met groote
blijdschap.
„Wanneer wij in Amsterdam terug zijn, volgt
de verloving, hoor Heino," zeide Mevrouw Sa-
lomons. „Tot zoolang blijft het onder ons vie
ren."
„Maar ik mag het toch wel naar mijn moeder
schrijven?" vroeg Heino lachénd.
„Natuurlijk", gaf Gretha ten antwoord. „Wij
wachten niet te lang meer met naar Groningen
te gaan, -hé
„Zoo spoedig mogelijk," zei Heino, ingelukkig.
Maar toen hij, heel laat, zijn slaapvertrek in
de dépendance van het Badhotel betrok, over
viel hem een huivering, die hij eerst niet ver
klaren kon.
Hij had zijn doel bereikt: een rijk meisje zou
zijn vrouw worden. Maar het was gegaan met
opoffering van zijn geloof en levensbeschouwing,
die hem, naar hij meende, in den weg stonden.
En terwijl hij te bed lag, voorloopig den
slaap niet kunnende vatten, rees weer voor hem
op 'het beeld van Martha Biermasz
Hij wilde het wegvagen. Maar het gelukte
hem niet.
HOOFDSTUK XI.
Het offer van Martha.
Juist tóen de klok kwart over tieni wees,
hoorde mevrouw Heerema, dat de sleutel in het
slot werd gestoken: Martha kwam thuis van de
Meisjesvereeniging.
Den brief van Heino, welke dien avond ge
komen was, legde zij in het boek, waarin zij
had gepoogd te lezen.
Het was bij een poging gebleven, want het
ontvangen schrijven had haar te zeer geschokt
dan dat zij had kunnen genieten in het boek.
Zij was het nog niet met zichzelf eens, of zij
Martha onmiddellijk op de hoogte zou brengen
van Heino's aanstaande verloving. Misschien
was het het beste. Maar zij deinsde er voor
terug. Niet, omdat de teleurstelling voor Martha
overweldigend zou zijn. Niet zoo heel lang ge
leden had zij zelf verklaard, dat eenmaal die
tijding wel komen zou. Maar mevrouw Heerema
vreesde, dat een dergelijke tijding nog meer con
sequenties met zich zou meebrengen, conse
quenties, die zij niet gaarne zag.
Met een vroolijk: „Goeden avond, tante,"
kwam Martha in het vertrek, waarna zij, zich
thee inschenkend, al spoedig vertelde van de
Meisjesvereeniging. En toen: „Is Truus nog
geweest
„Neen, Martha, niet geweest. Zij was zeker
verhinderd. Ja, 'k wil nog wel thee."
„Boeit het boek vroeg Martha. „Tine
Fleurma had het er van avond over. 't Moet
prachtig zijn."
,,'k Heb nog niet veel gelezen," zei mevrouw
Heerema toonloos.
„Wat is er, tante Is u niet wel zei Martha
opeens.
„Ja, neen, jawel, niet ziek, hoor. Maak je
niet ongerust. Er is," aarzelde zij dan, „er is
een brief van Heino gekomen en 'k heb den
heelen avond aan den jongen gedacht."
Martha gaf geen antwoord. Allen leden er
onder, zij minstens evenveel als de anderen, dat
Heino het verkeerde pad was ingeslagen en zich
bevond op een weg, die van God afvoerde. Zij
wist ook, dat voor den afgedwaalde gebeden
werd. Daar was een moeder, die worstelde met
God. Daar was een broer en een zuster, die den
jongeling voor den troon der genade opdroegen.
Daar wasMartha Biermasz, die bad voor
hem, dien zij, ondanks alles, nog steeds liefhad.
„Heino had bijzonder nieuws," vervolgde me
vrouw Heerema. „Nieuws, dat wij vroeg of
laat verwachtten."
Opzettelijk zag zij in een richting, afgewend
van die, waarin Martha zat. Zoo bespeurde zij
niet, hoe alle kleur uit Martha's gelaat ver
dween.
„Heeft Heino zich verloofd vroeg zij, schier
met een toonlooze stem.
„Nog niet publiek. Over een paar weken. Het
meisje is met haar ouders in Wijk aan Zee.
Als zij in Amsterdam terug zijn, zal de verloving
plaats vinden."
„Is zij de dochter van die familie Salomons
vroeg Martha, die onmiddellijk begreep.
„Ja. O, Martha. Het is vreeselijk nieuws, 'k
Had gehoopt, dat mijn jongen nog eens zou
terugkeeren. Maar hij dwaalt steeds verder af.
Dat wordt een verloving met een puur vrijzinnig
meisje."
De smartelijke klacht van de moeder sneed
Martha door de ziel. Haar eigen leed vergat
zij er door.
„Wij moeten toch blijven bidden, tante," zeide
zij. Zij drukte sterk op dat „wij", te kennen
gevend, wat zij nog nooit had gedaan, dat ook
z ij voor Heino bad.
„Ja kind, dat moet. Als ik niet bidden kon,
was ik eenvoudig radeloos. Maar 't is, of de
hemel van koper is en de Heere niet hoorén
wil. Dit is het tegendeel van terugkeer. Het is
een verder afglijden."
Martha kon niets zeggen. Zij kreeg weer te
kampen met haar eigen leed. Al was, na het
gebeurde, haar hoop verdwenen, tóch heel
diep sluimerde nog altijd het gevoel, dat Heino
eens tot haar zou terugkeeren. En dan had zij
hem vol liefde ontvangen. En dan wie weet,
had zij het middel mogen zijn, om Heino weer
tot God te brengen.
Die stille, gekoesterde hoop, die soms tot een
vurig verlangen rees, vervloog nu in rook, Een
ander werd Heino's vrouw. Een ander, die leef
de als een heidin in christelijk Nederland
„Ik ben nu reeds uitgenoodigd op de ver
lovingsreceptie. Maar 't is mij niet mogelijk,
naar Amsterdam te gaan. Tjaard en Truus moe
ten mij maar vervangen. Eerst moet ik het
meisje hier maar eens ontmoeten. Ik kan en mag
mijn jongen toch niet verstooten
Met de laatste woorden bedoelde mevrouw
Heerema, al of niet bewust, een soort veront
schuldiging te uiten voor het vermeende geval,
dat Martha haar kwalijk nemen zou, dat Heino
met zijn aanstaande thuis kwam.
Het kwam evenwel niet in Martha op, om
zoo te denken.
„Natuurlijk, tante, moet u Heino ontvangen,
wanneer hij komt met zijn meisje," zeide zij
hartelijk. „Dat u voorloopig niet naar Amster
dam gaat, valt eenigszins te begrijpen. U kunt
naar waarheid schrijven, dat uw minder goede
gezondheidstoestand daarvoor eén beletsel is.
Het zou u inderdaad te veel aangrijpen. Het is
beter, dat u rustig thuis blijft en hier met het
meisje kennis maakt. Misschien valt die kennis
making wel mee, behalve dan natuurlijk, dat
zij een meisje van de wereld is."
„Dank je kind. Ik vind het ook vreeselijk voor
jou. De Heere geve je kracht, om alles te
dragen."
„Het valt zwaar, tante," snikte Martha dan
opeens. „Ik had dit verwacht, zooals u weet.
Waarom ook niet Heino is een vrij man en
als hij niet meer van mij houdt, moet hij mij
loslaten. Met een leugen mogen wij niet in het
huwelijk treden. Maarmaar," bekende zij
dan, „ik had altijd nog een stille hoopmaar
neen, de Heere wil het niet. Wij moeten elk
ons pak dragen."
Zij kuste mevrouw Heerema, zooals eiken
avond.
„Welterusten, tante."
„Dag, Martha, kind," stokte mevrouw Heere
ma's stem.
(Wordt vervolgd).