FEUILLETON Woensdag 1 April 1931. No. 3733 Binnenland. TWEEDE BLAD. Land- en Tuinbouw. KLATERGOUD TN ROC mi BOWSES UIT DE LAND- EN TUINBOUWWERELD. (Nadruk verboden). Verkeerde bezuiniging. Nu ook in den land bouw malaise en in sommige streken zelfs een ernstige crisis heerscht, moet de landbouw er op bedacht zijn zoo min mogelijk uit te geven. Om aldus, waar zijn inkomsten zoo sterk ver minderd zijn, er naar te streven het evenwicht in zijn budget te bewaren. Wij weten, dat voor velen dit laatste zelfs niet mogelijk ishij lijdt verlies, omdat zijn bedrijf niet meer rendabel is. Niet overal is echter de toestand zoo ernstig. We denken hier b.v. aan de streken, waar de gemengde bedrijven worden uitgeoefend, waar de eigen verbouwde producten in de boerderij zelf worden omgezet, dus niet ter markt worden gebracht of aan de fabriek geleverd. Over de geheele linie is bezuiniging geboden, de platte beurs dwingt den landbouwer er wel toe om zijn uitgaven te beperken. Maar men overdrijve niet, wachte zich voor uiterstenDe loodsen en pakhuizen der landbouwvereenigingen heb ben dezen winter veel minder afgezet dan an ders, 't is te begrijp'en, te verklaren. Maar men mag zich aan geen paniek-stemming overgeven. Door een 5-tal propaganda-bureaux voor 't gebruik van kunstmeststoffen is een opwekking „Aan de boeren en tuinders in Nederland" ge richt, om niet den moed te laten zinken en de bezuiniging niet te ver te drijven. Wij kunnen ons hierbij aansluiten. Men mag dit woord hou den voor een pleidooi voor eigen zaak, onte genzeggelijk bevat het waarheid. Men moet blij ven produiceeren en trachten, ieder voor zich, de voordeeligste opbrengsten van zijn akkers en graslanden te verkrijgen. Wij zeggen opzet telijk de voordeeligste, dat zijn niet altoos de hoogste opbrengsten, omdat de laatste soms verkregen worden door een zwaardere bemes ting, die niet ten volle rendeert. In dat geval kan een geringer bemesting beter, voordeeliger resultaat geven. Maar alleen een grondon derzoek -- wij wezen hierop eerder kan ons leeren, of we kunnen volstaan met van één of meer meststoffen minder te geven, of mis schien die zelfs geheel weg te laten. Heeft men die zekerheid niet, dan hoede men zich voor mogelijke schade en bemeste als gewoon. Men bedenke welle. dat de oogsten 't vorig jaar groot waren, dus veel voedsel aan den bodem is onttrokken; 2e. dat door den- zwaren regen val waarschijnlijk meer plant'envoedingsstoffen naar den ondergrond zijn verhuisd 3e. dat de prijzen, waarvoor we over eenige maanden eerst onze verbouwde producten van de hand kunnen doen, ja, mogelijk nog lager maar hopelijk ook hooger kunnen zijn. Laten we in die hoop blijven voortwerken 1 Ontbreekt het ons voor 't oogenblik aan de noodige contanten, welnu, op de meeste plaatsen kunnen toch velen hun toevlucht nemen tot de boerenleenbanken Aankoop en Leenbank. Men kan het van vele zaakvoerders van landbouwaankoopvereenigin- gen vernemen, hoe ook zij merken, dat de land bouw een slechten tijd doormaaktde omzet, bepaaldelijk van kunstmeststoffen, is heel wat minder, en de afnemers betalen slechter, zijn achterstallig, overschrijden het gestelde crediet. Een woord van waarschuwing mag hier daarom geplaatst worden aan zaakvoerders en bestur'en. Let op uw zaak! Meer dan ooit 1 Gaat geregeld, bestuurders, uw debiteuren na Schrijf ze aan, en maan ze tot betaling, als ze over de schreef gaan. Opdat ge in dezen tijd met uw ver eeniging niet in 't moeras geraakt. Gaat ge te ver met het verleenen van crediet, ook al is dat tegen behoorlijke rentevergoeding, dan raakt ge er onder voor ge 't weet. Er was in de afge- loopen maanden door de groote prijsdaling, steeds weer door nog sterkere daling gevolgd, groote waakzaamheid noodig om stroppen te voorkomen, en niet altoos blijven verliezen uit. Maar men wake er voor, dat geen ander gevaar dat van te ruime of langdurige credietverle'en'ing, de vereeniging gaat bedreigen of straks zelfs nekt. Men bedenke het welnimmer mag de aankoopvereeniging als leen bank optreden! Die crediet behoeft, wen de zich tot de Boerenleenbank. Kan deze niet helpen, dan is het zeker voor de coöperatie nog bezwaarlijker om goederen af te geven zonder betaling. Bestuurders, voelt uw verantwoorde lijkheid Stekken van Bladbegonia's. Een aardige at tractie van deze planten is de wijze, waarop men ze voortkweekt, n.l. door z.g. „bladstek- ken". Daarvoor neemt men de goed volwassen bladeren en laat er een stukje steel van een paar centimeter aan zitten. Vervolgens maakt men kleine insnijdingen in het blad op de plaatsen, waar twee dikkere nerven bij elkaar komen. Men legt die bladeren op den grond (zand, turf- strooisel, run) met het stukje steel daarin ge stoken. Om 't verschuiven te beletten, kan men het met een paar steentjes vastleggen of met houtjes vaststeken. Spoedig ziet men voor de insnijdingen knopjes ontstaan, die alras blaadjes en worteltjes ontwikkelen. Deze wijze van knopvormdng wijkt af van die, welke wij allerwege in de natuur zien, namelijk in de oksels van bladeren. Men spreekt in dit geval van toevallige of adventief-knoppen. De cul tuur onzer Begonia-stekken is verder zeer een voudig. Om de ontwikkeling te bespoedigen, houdt men de temperatuur benevens de vochtig heidsgraad zooveel mogelijk constant, door een glasplaat op d'en pot of stekpan te leggen. Bij 't gieten is het wenschelijk, niet op het blad te gieten, om rotting te voorkomen, terwijl tevens tegen direct zonlicht moet worden geschermd, door b.v. een papieren raampje een handbreed boven den pot te bevestigen. Hennep en hennepolie tegen ongedierte. Het is veel te weinig bekend, dat hennepolie een uit stekend middel is en zonder eenig gevaar om huidparasieten binnen zeer korten tijd te verdrij ven. Voor eenigen tijd spraken we iemand, die dit middel reeds gedurende dertig jaar met suc ces had toegepast bij verschillende huisdieren. Reeds twee of drie uur na het inwrijven houdt het jeuken op, doordat de parasieten gestorven zijn. De h'ennepolie is gemakkelijk te verkrijgen en heeft niet zooals verscheidene andere mid delen, schadelijke of zelfs gevaarlijke eigen schappen. Er is dus niets tegen om er dieren als paarden, kalveren en honden, die zich na be handeling gaan belikken, mee in te wrijven. Evenzoo kan de hennepolie gebruikt worden bij vogels. Hennep in den tuin gezaaid, natuur lijk alleen op plaats'en waar 't noodig is, ver drijft de aardvlooien. Denzelfden dienst bewijst ook uitgestrooid hennepkaf. Bovendien ont sieren de hennepplanten den tuin niet. Korte raadgevingenSnijbloemen, vooral ro zen en struiken, blijven langer goed in water, als ze 's ochtends zeer vroeg gesneden worden. Hoe vroeger hoe beter, 't Is gebleken, dat b.v. rozen, die 's ochtends tegen 5 uur gesneden werden, dubbel zoo lang goed bleven als die, welke overdag van de moederplant gescheiden werden. Het water moet steeds verseh en koud zijn. Wordt het grasveld (gazon) bij groote hitte gemaaid of gesneden, dan late men het afge maaide gras tot den avond toe als beschuttend dek tegen de zonnehitte liggen. Boer en knechtverzoek niet bevelénd, be veel liever verzoekend Br. SLUIS* PLUIMVEEFILM VOOR DEN FLAKKEESCHEN MEISJESBOND. Op uitnoodiging van den Flakkeescfoen Mels- jesbond, vereeniging van oud-leerlingen bij het Iandbouwbuishoudonderwljs op Goeree en Over- flakkee, werd Donderdagmiddag j.l. in de zaal van Hotel Meijer de P. Sluis Pluimveefilm „Kiest eieren voor uw geld" vertoond. De pres. mej. Van Schouwen opende deze bijeenkomst met een hartelijk welkom aan de aanwezigen en dunkt den demonstratieleider, den heer Diiringhof, voor de 'bereidwilligheid, waar hij aan onze aanvraag heeft voldaan. Daarna was het woord aan den heer D. Deze wees op het groote aantal kippen, dat in ons land wordt gehouden (20 millioen), en welke opbréngstwaarde deze pluimveestapel vertegen woordigt. 'De productiewaarde kon véél grooter zijn Er worden nog dagelijks ontstellend groote fouten geconstateerd. De film, hoopt spr., zal hedenmiddag aan de aanwezigen, hoewel vluch tig, een duidelijk beeld geven, wat er moet ge beuren, om met succes kippen te kunnen houden. Zijn er in de pluimveehouderij zorgen, dan geeft Sluis' Pluimveetechnische Voorlichtingsdienst (S. P. V.) gratis op aanvrage adviezen. Vervolgens werd met het afdraaien der weten schappelijke film aangevangen. In de eerste acte paseerden de enorme fa briekscomplexen te Weesperkarspel. Het lossen van schepen gaat geheel automatisch, evenals het transporteeren, zuiveren en opslaan der granen en zaden. Hierbij wordt de uiterste nauwkeurigheid be tracht. Door transportbanden en alle denkbare technische middelen is handenarbeid tot een minimum teruggebracht. De film laat ons ver volgens zien, met welke zorg de bereiding der voedersoorten plaats vindt We zagen verpakkingsmachines, welke met de regelmaat van een uurwerk dagelijks duizén- den zakjes en cartons vullen; verder stapelen, voor verzending gereed maken en met enorme auto's expedieeren. De bekende auto's, waarop de S met hanenkop, brengen deze voor de deur der afnemers in binnen- en buitenland. Een geregeld laboratoriumonderzoek, waar de grondstoffen scheikundig worden behandeld, is e'en waarborg, dat de verbruikers van Sluis' voeders steeds voeders van gelijke samenstelling ontvangen, daaromlet op het zegel. De derde acte liet ons de vischmeelfabriek in IJmuiden zien. Een vloot trawlers zorgt voor aanvoer van versche visch. De capaciteit der fabriek is opgevoerd tot het verwerken van 35000 K.G. visch dn 24 uur. Een goede soort vischmeel verlangt zuiverheid van grondstoffen, maar ook een speciale bereiding. Wetenschap pelijke voorlichters hebben in de laatste jaren de waarde van zuiver vischmeel aangetoond, wat door laboratorium- en biologische proeven is bevestigd. De Sluis' Vischmeelfabriek is er in geslaagd dit vischmeel onder een lage tem peratuur te vervaardigen, waardoor de vita minen, onmisbaar voor het Pluimvee, worden behouden. Sluis rustte niet, voordat de vervaardiging van dit zoo belangrijk voederonderdeel in eigen beheer was. In eigen opfokhuizen en hoenderparken wor den de onderzoekingen aan de praktijk getoetst. Daaruit blijkt „Zoo men voert, zoo men boert." De kuikenbehandeling, broedmachines, inrich ting van opfokhuizen, eet- en drinkbakken, kort om de geheele opfok werd in de volgende acte zeer duidelijk vertoond en toegelicht. Hoederparken, bestrijdingsmiddelen tegen ziekte en behandeling daarvan toonden, dat de firma Sluis, die reeds meer dan honderd jaar bestaat, over een rijke ervaring beschikt. Met goed materiaal beginnen, goede huisvesting en verzorging en Sluis' voeders garandeeren succes. Na wat wij er van zagen en de praktijk uit wijst, kan dit niet anders. Het was een leerzame en prettige middag voor de aanwezigen en voor Sluis een succes. Den leider, den heer Diiringhof, ons compli ment voor de zakelijke en leerzame toelichting. Sommelsdijk. J. S. NEDERLANDSCHE MAATSCHAPPIJ VOOR NIJVERHEID EN HANDEL. DOELMATIG ONDERWIJS. ORGANISATIE. Samenstelling en taak der commissie. Verschenén is het rapport van de door het Hoofdbestuur der Nederlandsche Maatschappij voor Nijverheid en Handel te Haarlem inge stelde commissie inzake doelmatige onderwijs organisatie. Voorzitter van deze commissie was Prof. Ir. D. Dresden, oud-hoogleeraar aan de Technische Hoogeschool te Delft. Als onderwijs deskundigen hadden in de commissie zitting Me juffrouw Dr. J. J. van Dullemen, Rectrix van het Gemeentelijk Lyceum voor Meisjes te Ut recht, en de heeren G, Bolkestein, Inspecteur van het Middelbaar Onderwijs te Amsterdam; Dr. D. Coelingh, oud-directeur van een H.B.S. met 5-j. c. te Amsterdam; P. A. Diels, hoofd van een openbare school te Amsterdam, terwijl tevens van de commissie deel uitmaakte Mr. A. C. Josephus Jdtta, eveneens lid van het Hoofdbestuur. Het secretariaat was opgedragen aan den heer W. B. Reynen, secretaris der Maatschappij. De bedoeling van het Hoofdbestuur was, dat de studie der commissie zich zou richten op het algemeen vormend lager 'en middelbaar (voor bereidend hooger) onderwijs en het vraagstuk van de aaneensluiting. In het bijzonder waren haar de volgende vragen ter beantwoording voorgelegd 1. Kan door doelmatiger organisatie van ons onderwijsapparaat een verbetering van de re sultaten van het onderwijs bereikt worden, in het belang van de algemeente volksontwikkeling en dus ook van de volkswelvaart in den ruim- sten zin? 2. Hoe zijn de resultaten van het onderwijs in het belang van de algemeene volksontwikkeling Nederlandsche toestanden mogelijk is en wat is eventueel voor ons van buitenlandsche voor beelden te leeren Werkwijze. De commissie heeft door een enquête bij lei ders van groote bedrijven getracht een inzicht te krijgen omtrent wat het praktische leven ver wacht van de leerlingen, die algemeen vormend lager resp. middelbaar onderwijs hebben ge noten, ten einde daarin een basis te vinden voor eventueele hervormingsvoorstellen. Een samen vatting van de resultaten van de enquête is als bijlage I aan het rapport toegevoegd. Bijlage II bevat door den secretaris opge maakte overzichten omtrent de organisatie van het algemeen vormend onderwijs in België, De nemarken, Duitschland, Engeland, Oostenrijk, Zweden en Zwitserland. Lager Onderwijs. Uit de antwoorden, op de 'enquête ontvangen, bleek de commissie van een algemeene ontevre denheid over de resultaten van het lager onder wijs hier te lande, in het bijzonder voor zoover het bedoelt eindonderwijs te geven. Het bestaan van zoo groote onvoldaanheid wijst naar de commissie meent wel op de dringende nood zakelijkheid van verbetering. De tot uiting gekomen critiek meent zij in hoofdzaak als volgt te kunnen samenvatten: le. de leerstof, die in verschillende antwoor den ook te uitgebreid wordt genoemd, is in de lagere school onvoldoende verwerkt 2e. de kennis der Nederlandsche taal is slecht en onvoldoende. Een overgroot deel van de leerlingen, die lager eindonderwijs hebben ge noten, is niet in staat zich op eenigszins be hoorlijke wijze mondeling of schriftelijk in de Nederlandsche taal uit te drukken. Ook over slordig en slecht schrift wordt algemeen ge klaagd 3e. wat op school geleerd wordt is te weinig gericht op het praktische leven. Rekening houdend met wat in het buitenland blijkt te bestaan, meent de comöiissie ter tege moetkoming aan de gebleken bezwaren de vol gende voorstellen tot reorganisatie van het lager onderwijs te moeten doen. Zoodanige verlenging van den leerplicht, dat overbrugd wordt de kloof, die nu nog bestaat tusschen het eindigen van den leerplicht en het tijdstip, waarop de Arbeidswet arbeid toestaat. Na een vierjarige algemeene grondschool wor de gedifferentieerd naar gelang de kinderen voor middelbaar (voorbereidend hooger) dan wel voor lager eindonderwijs bestemd zijn. Voor deze differentiatie en voor de aansluiting tus schen het lager en het voortgezet onderwijs be veelt de commissie aan het systeem, dat in on derwijskringen algemeen bekend is onder den naam van het Haagsche stelsel. In de vierjarige grondschool zal in de eerste plaats nadruk gelegd moeten worden op Neder landsche taal, lezen, schrijven en rekenen; de andere vakken mogen in deze school slechts een ondergeschikte plaats innemen. De gelegenheid moet bestaan om nieuwe on derwijsstelsels als het Montessori-, het Dalton en andere stelsels toe te passen. Voorts acht de commissie het gewenscht bij het geheele lager onderwijs voor zoover praktische en financieele bezwaren zich niet daartegen verzetten een plaats aan den han denarbeid in te ruimen. Bij de te behandelen leerstof in de hoogere klassen van de gewone lagere school moet in het bijzonder met de eischén van het practische leven worden rekening gehouden. De commissie wijst dan nog op de voor- deelen van het systeem-Visser, dat te Ooster beek wordt toegepast, en dat het mogelijk maakt een gewone school van 7 klassen te drijven met slechts 5 onderwijzers. Onderwijs na de lagere school. Zij, die blijken daartoe de noodige bekwaam heid en geschiktheid te bezitten, moeten volgens de commissie gelegenheid hebben na de lagere school verder algemeen vormend onderwijs te genieten. Intusschen is voor tal van posities in het praktische leven de aangewezen weg: na de lagere school, hetzij een bepaalde vakop leiding te volgen, dan wel over te gaan naar het algemeen vormend Uitgebreid Lager Onderwijs, eventueel met daarop aansluitend vakonderwijs. De U.L.O. school, waarover men in het prak tische leven ook tevreden blijkt, zal in het al gemeen meer leerlingen tot zich moeten trekken dan H.B.S. en Gymnasium. In verband hier mede waarschuwt de commissie ernstig tegen pogingen om zich bij dit U.L.O.-onderwijs naar het voorbeeld van het middelbaar onderwijs te richten en in het bijzonder tegen opschroeving van de eisch'en voor het z.g. „M.U.L.O.- diploma". Middelbaar Onderwijs. Ook over de resultaten van het algemeen vormend middelbaar onderwijs blijkt veel on tevredenheid te bestaan. Ook hier wordt ge klaagd over onvoldoende kennis van de Neder landsche taal, niet in staat zijn de gedachten mondeling en schriftelijk onder woorden te foren- gen, oppervlakkige kennis en niet genoeg ge richt zijn van het onderwijs op de eischen der praktijk. De commissie heeft in de eerste plaats over wogen de mogelijkheid van een radicale reor ganisatie van het middelbaar onderwijs in dien geest, dat alle leerlingen zoo lang mogelijk op één school zouden worden samengehouden met gelegenheid om uit een groot aantal vakken diegene te kiezen, die het best bij hun aanleg en toekomstige vooruitzichten passen, terwijl zoo laat mogelijk tot splitsing naar verschillende stu dierichtingen zou worden overgegaan. Op grond van praktische overwegingen heeft de commissie intusschen besloten bij hare voorstellen uit te gaan van wat eenmaal hier te lande bestaat. Voor de driejarige H.B.S. is in haar systeem geen plaats meer. De typen voor algemeen vor mend middelbaar en voorbereidend hooger on derwijs blijven de vijfjarige H.B.S. en het Gym nasium, maar de commissie wil aan alle leer lingen, die van de lagere school komen en mid delbaar of voorbereidend hooger onderwijs zul len genieten, één jaar hetzelfde onderwijs geven en eerst daarna overgaan tot de splitsing naar H.B.S. of Gymnasium*). De H.B.S. wil zij dan evenals nu het geval is, na afloop van het derde leerjaar splitsen in een litterair-economische en een wis- én natuur kundige afdeeling. Voor deze beide afdeelingen bepleit zij een systeem van kern- en keuze vakken. Kernvakken zijn die onmisbare vakken, welke elke leerling verplicht moet volgen. Uit de keuze vakken kan een keuze worden gedaan, naar gelang van aanleg en bestemming van den leerling. Voor het geheele middelbaar onderwijs acht de commissie verplicht onderwijs in gym nastiek en lichamelijke oefening noodig en ook handenarbeid acht zij van zeer groot belang. Hat volledige verslag met de bijlagen is in brochurevorm tegen dén prijs van 1.50 per exemplaar verkrijgbaar bij het algemeen secre tariaat der Maatschappij, Nassauplein 5 te Haarlem, postgironummer 4051, en bij den boek handel. Het lid der commissie, de heer Diels, ver zocht aanteekening, dat hij over dit onderdeel van de voorstellen geen oordeel wenschit uit te spreken. ENKRATEIA-CONGRES. Enkrateia, Bond van Prot. Chr. Drankbe- strijdersvereenigingen, heeft het voornemen om op 26 en 27 Augustus a.s„ in aansluiting aan de gouden-jubileumvergadering der Nat. Chr. Geh. Onth. Vereeniging, en aan de Jaarver gadering der Geref. Vereen, voor Drankbestrij ding, een Congres te houden. Dat is het Vijfde Christelijk Congres tegen het Alcoholisme. Het Congres zal staan onder leiding van Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine, en gehouden worden te Utrecht. Referenten zullen zijn Prof. Slotemaker over: „Na 50 jaar dezelfde strijd". Ds. D. van Krevelen over: „Verandering in de Volksgewoonten gedurende de laatste vijftig jaar". Ds. W. H. Gispen over: „Onze eigen lijn". In sectie-vergaderingen hopen voorts te spre ken Dr. Waardenburg van Arnhem over: „Alcohol en Erfelijkheid". Mr. H. de Bie van Rotterdam over: „Veran deringen in de Wetgeving gedurende de laatste halve eeuw". Dr. J. G. Leibrandt van Amsterdam over „Drankbestrijders-Jeugdwerk". Dr. S. O. Los van 's-Gravenhage over: „De Drankbestrijding en de Intellectueelen". Op Woensdag 26 Augustus, aan den voor avond van het Congres, zal in de Domkerk een herdenkings- en Wijdingsavond worden gehou den, waarbij als sprekers hopen op te treden: Prof. Dr. J. R. Slotemaker de Bruine en Dr. W. G. Harrenstein. Deze samenkomst zal per radio worden uitgezonden. De prijs van het lidmaatschap is vastgesteld op 1.50 voor personen en 3.50 voor Ver- eenigingen. Deze prijzen worden met 1.50 ver hoogd voor het ontvangen van een Congres verslag. Aanmelding bij het Hoofdkantoor der N.C.G.O.V. te Utrecht (Nieuwe Kade 1). MAARSCHALK JOFFRE GEHEELONTHOUDER. Over de verdiensten van den hoogbejaarden aanvoerder in den wereldoorlog, Maarschalk Joffre, en zijn langdurig ziekbed hebben dagen achtereen alle groote bladen berichten opgeno men. Slechts weinige echter hebben 't de moeite waard geacht, daarbij te vermelden, wat Joffre op zijn ziekbed aan zijn geneesheer mededeelde, n.l. dat hij sinds 30 jaar geen alcohol gebruikt had. Ook al zou men wat ons onbekend is het woord alcohol hier moeten opvatten in den Franschen zin van sterken drank, dan lijkt het ons voor een Franschman uit de hoogste kringen toch nog een feit van groote beteekenis. Prof. Leriche schrijft de taaie weerstandskracht van den lijder tegen de doodelijke ziekte toe aan diens abstinente en gezonde levenswijze. Joffre's leven is trouwens niet het eenig, dat de Franschen zich ten voorbeeld mogen nemen. De oudste Fransche geneesheer Prof. Guénoit, die onlangs zijn 98sten verjaardag vierde, ver klaarde: „De mensch sterft in den regel geen door H, KINGMANS. 19) Na een zeer gezelligen tocht werd gepleisterd in een groot restaurant midden in het uitge strekt bosch. Het was daar, dat Heino de ge legenheid aangreep, den heer Salomons te pol sen, toen zij even van de beide dames waren afgedwaald. Hij verklaarde hem, dat hij de hand van Gre- tha wilde vragen en vroeg, of hij ook bij de ouders een gunstig gehoor zou vinden, wanneer dat, naar hij hoopte en zich vleide, ook bij Gretha het geval zou zijn. „Mijn waarde vriend", zeide mijnheer Salo mons ernstig, „wij moeten elkaar goed begrij pen. Niet wij, mijn vrouw en ik, maar Gretha moet de keuze doen. Wij hebben steeds tot el kaar gezegd, da; wij in geen enkel opzicht haar een vingerwijzing zullen geven of invloed zul len uitoefenen ten gunste van een bepaald per soon. Wij hebb'en dat ook nooit gedaan. Het lijkt mij ook verkeerd, want niet wij, maar Gre tha moet leven met den man, met wien' zij huwt. Je moet dus met haar praten. Als je van haar een gunstig antwoord krijgt, dan ben je ons als schoonzoon welkom. Dat wil ik wel verklaren." „Ik dank u zeer", betuigde Heino, die dn de wolken was. ,,'t Is meer dan ik had durven hopen." „Tut, tut. Waarom zou je ons niet welkom zijn Maar je moet het met Gretha uitvechten. Wil je vandaag die gelegenheid hebben „Als het kan", aarzelde Heino, dieaan Weiier dacht, ondanks het feit, dat deze zoo sneu was weggekomen. „Natuurlijk kan dat. Je zult vanavond de ge legenheid ontvangen. Maar hoor eens, bij een eventueele weigering want ik weet heusch niet, hoe Gretha over jou denkt, al mag zij jou gaarne lijden'blijven wij goede vrienden, niet waar Ik verzeker je nogmaals, dat noch mijn vrouw, noch ik, ook maar eenigen invloed, in welke richting ook, op Gretha hebben uitge oefend of zullen uitoefenen". „Ik hoop, dat mijn aanzoek gunstig wordt opgevat", betuigde Heino. Dien avond behoefde hij zich zóó niet meer uit te drukken.Want terugkeerend van een wan- deling met de van geluk stralende Gretha, vroeg hij aan de ouders officieel haar hand. De toe stemming werd hem grif gegeven. En met groote blijdschap. „Wanneer wij in Amsterdam terug zijn, volgt de verloving, hoor Heino," zeide Mevrouw Sa- lomons. „Tot zoolang blijft het onder ons vie ren." „Maar ik mag het toch wel naar mijn moeder schrijven?" vroeg Heino lachénd. „Natuurlijk", gaf Gretha ten antwoord. „Wij wachten niet te lang meer met naar Groningen te gaan, -hé „Zoo spoedig mogelijk," zei Heino, ingelukkig. Maar toen hij, heel laat, zijn slaapvertrek in de dépendance van het Badhotel betrok, over viel hem een huivering, die hij eerst niet ver klaren kon. Hij had zijn doel bereikt: een rijk meisje zou zijn vrouw worden. Maar het was gegaan met opoffering van zijn geloof en levensbeschouwing, die hem, naar hij meende, in den weg stonden. En terwijl hij te bed lag, voorloopig den slaap niet kunnende vatten, rees weer voor hem op 'het beeld van Martha Biermasz Hij wilde het wegvagen. Maar het gelukte hem niet. HOOFDSTUK XI. Het offer van Martha. Juist tóen de klok kwart over tieni wees, hoorde mevrouw Heerema, dat de sleutel in het slot werd gestoken: Martha kwam thuis van de Meisjesvereeniging. Den brief van Heino, welke dien avond ge komen was, legde zij in het boek, waarin zij had gepoogd te lezen. Het was bij een poging gebleven, want het ontvangen schrijven had haar te zeer geschokt dan dat zij had kunnen genieten in het boek. Zij was het nog niet met zichzelf eens, of zij Martha onmiddellijk op de hoogte zou brengen van Heino's aanstaande verloving. Misschien was het het beste. Maar zij deinsde er voor terug. Niet, omdat de teleurstelling voor Martha overweldigend zou zijn. Niet zoo heel lang ge leden had zij zelf verklaard, dat eenmaal die tijding wel komen zou. Maar mevrouw Heerema vreesde, dat een dergelijke tijding nog meer con sequenties met zich zou meebrengen, conse quenties, die zij niet gaarne zag. Met een vroolijk: „Goeden avond, tante," kwam Martha in het vertrek, waarna zij, zich thee inschenkend, al spoedig vertelde van de Meisjesvereeniging. En toen: „Is Truus nog geweest „Neen, Martha, niet geweest. Zij was zeker verhinderd. Ja, 'k wil nog wel thee." „Boeit het boek vroeg Martha. „Tine Fleurma had het er van avond over. 't Moet prachtig zijn." ,,'k Heb nog niet veel gelezen," zei mevrouw Heerema toonloos. „Wat is er, tante Is u niet wel zei Martha opeens. „Ja, neen, jawel, niet ziek, hoor. Maak je niet ongerust. Er is," aarzelde zij dan, „er is een brief van Heino gekomen en 'k heb den heelen avond aan den jongen gedacht." Martha gaf geen antwoord. Allen leden er onder, zij minstens evenveel als de anderen, dat Heino het verkeerde pad was ingeslagen en zich bevond op een weg, die van God afvoerde. Zij wist ook, dat voor den afgedwaalde gebeden werd. Daar was een moeder, die worstelde met God. Daar was een broer en een zuster, die den jongeling voor den troon der genade opdroegen. Daar wasMartha Biermasz, die bad voor hem, dien zij, ondanks alles, nog steeds liefhad. „Heino had bijzonder nieuws," vervolgde me vrouw Heerema. „Nieuws, dat wij vroeg of laat verwachtten." Opzettelijk zag zij in een richting, afgewend van die, waarin Martha zat. Zoo bespeurde zij niet, hoe alle kleur uit Martha's gelaat ver dween. „Heeft Heino zich verloofd vroeg zij, schier met een toonlooze stem. „Nog niet publiek. Over een paar weken. Het meisje is met haar ouders in Wijk aan Zee. Als zij in Amsterdam terug zijn, zal de verloving plaats vinden." „Is zij de dochter van die familie Salomons vroeg Martha, die onmiddellijk begreep. „Ja. O, Martha. Het is vreeselijk nieuws, 'k Had gehoopt, dat mijn jongen nog eens zou terugkeeren. Maar hij dwaalt steeds verder af. Dat wordt een verloving met een puur vrijzinnig meisje." De smartelijke klacht van de moeder sneed Martha door de ziel. Haar eigen leed vergat zij er door. „Wij moeten toch blijven bidden, tante," zeide zij. Zij drukte sterk op dat „wij", te kennen gevend, wat zij nog nooit had gedaan, dat ook z ij voor Heino bad. „Ja kind, dat moet. Als ik niet bidden kon, was ik eenvoudig radeloos. Maar 't is, of de hemel van koper is en de Heere niet hoorén wil. Dit is het tegendeel van terugkeer. Het is een verder afglijden." Martha kon niets zeggen. Zij kreeg weer te kampen met haar eigen leed. Al was, na het gebeurde, haar hoop verdwenen, tóch heel diep sluimerde nog altijd het gevoel, dat Heino eens tot haar zou terugkeeren. En dan had zij hem vol liefde ontvangen. En dan wie weet, had zij het middel mogen zijn, om Heino weer tot God te brengen. Die stille, gekoesterde hoop, die soms tot een vurig verlangen rees, vervloog nu in rook, Een ander werd Heino's vrouw. Een ander, die leef de als een heidin in christelijk Nederland „Ik ben nu reeds uitgenoodigd op de ver lovingsreceptie. Maar 't is mij niet mogelijk, naar Amsterdam te gaan. Tjaard en Truus moe ten mij maar vervangen. Eerst moet ik het meisje hier maar eens ontmoeten. Ik kan en mag mijn jongen toch niet verstooten Met de laatste woorden bedoelde mevrouw Heerema, al of niet bewust, een soort veront schuldiging te uiten voor het vermeende geval, dat Martha haar kwalijk nemen zou, dat Heino met zijn aanstaande thuis kwam. Het kwam evenwel niet in Martha op, om zoo te denken. „Natuurlijk, tante, moet u Heino ontvangen, wanneer hij komt met zijn meisje," zeide zij hartelijk. „Dat u voorloopig niet naar Amster dam gaat, valt eenigszins te begrijpen. U kunt naar waarheid schrijven, dat uw minder goede gezondheidstoestand daarvoor eén beletsel is. Het zou u inderdaad te veel aangrijpen. Het is beter, dat u rustig thuis blijft en hier met het meisje kennis maakt. Misschien valt die kennis making wel mee, behalve dan natuurlijk, dat zij een meisje van de wereld is." „Dank je kind. Ik vind het ook vreeselijk voor jou. De Heere geve je kracht, om alles te dragen." „Het valt zwaar, tante," snikte Martha dan opeens. „Ik had dit verwacht, zooals u weet. Waarom ook niet Heino is een vrij man en als hij niet meer van mij houdt, moet hij mij loslaten. Met een leugen mogen wij niet in het huwelijk treden. Maarmaar," bekende zij dan, „ik had altijd nog een stille hoopmaar neen, de Heere wil het niet. Wij moeten elk ons pak dragen." Zij kuste mevrouw Heerema, zooals eiken avond. „Welterusten, tante." „Dag, Martha, kind," stokte mevrouw Heere ma's stem. (Wordt vervolgd).

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1