DERDE BLAD
Wat een Prachtbanden!
PUROL
EEIT HOEKTE VOOE TTEOI7"W E
No. 3732
Tweede Kamer.
Hoe men de Kiezers
voorlicht.
Uit de Pers.
Herinneringe» aan de stich
ting en de geschiedenis van
den Flakkeeschen
Boerenbond.
KZHD
Voor de Vrotaw»
ys.
Sm "5 1
h":SS:h" "Ka."
Voor de Jeugd.
in woe, SiltfNO V1NSES
Zaterdag 28 Maart 193L
STEUN AAN DE BIETENVERBOUWERS.
Bij de behandeling van het wetsontwerp
Steun aan de bietenverbouwers, sprak ons
Tweede Kamerlid, de heer v. d. Heuvel, het
volgende
De heer VAN DEN HEUVEL (A.-R.)
juicht de gedachte waarvan het voorstel uitgaat
toe. Spr. is den minister dankbaar dat de mi
nister in een deel der wenschen van de Kamer
is tegemoet gekomen, n.l. door de premie te
verhoogen tot 4,50.
Spr. heeft een viertal bezwaren tegen het
wetsontwerp. Vooraf een opmerking over een
zinsnede in het voorloopig verslag. Daarin staat,
dat de steun aan de bietenverbouwers in totaal
bedraagt, met het compenseerend invoerrecht,
20 millioen, waarvan voor loonen ia de fabrie
ken en bij het vervoer 8 millioen moet worden
afgetrokken, zoodat er 12 millioen voor loonen
in den landbouw overblijft. Maar waarom moe
ten die vervoerkosten worden meegeteld Die
hebben met de bietencultuur als zoodanig niets
te maken. Voorts acht spr. het verkeerd, dat hier
weer het compenseerend invoerrecht te pas
wordt gebracht.
Spr. komt nu tot zijn bezwaren. Het eerste
is de beperking tot 80 pet. van den normalen
oogst. Deze beperking is z. i. niet noodig en
wil men beperken dan was beperking tot 90
pet. voldoende geweest.
Deze beperking verhoogt de industrieele be-
wedkingskosten in niet onbeteekenende mate.
Een tweede bezwaar is, dat het ontwerp op
twee punten iets zegt te geven, wat het in wer
kelijkheid niet geeft. Ten eerste de verhooging
van 4 tot ƒ4.50 per 100 k.g. Maar daarbij
wordt met de andere hand weer teruggenomen,
wat met de eene gegeven wordt, omdat de pre
mie verband houdt met den suikerprijs. Ten
tweede doet de regeering het voorkomen, alsof
er nu een garantieprijs voor de suiker zal komen
van 12.36. Dit is niet het geval, het onder
stuk van den prijs is niet gegarandeerd.
Een derde bezwaar is gericht tegen het uit
gangspunt, waarvan bij dit wetsontwerp is uit-
gegaan. De regeering is getrouw gebleven aan
haar standpunt, dat geen steun mag worden ver
leend. De regeering beoogt slechts werkverschaf
fing of werkbehoud. Maar spreker wijst er op,
dat pacht en hypotheekrente toch ook betaald
moeten worden, zoodat steun wel degelijk noo
dig is. Het landbouwbedrijf is door verschillende
oorzaken, als tariefmuren in het buitenland e.d.,
- in de knel geraakt. Trouwens bij de tarwewet
verleende de regeering wel steun. Spr. meent
de opvatting der regeering, dat geen steun aan
den landbouw rechtstreeks mag worden ver
leend, zóó te moeten begrijpen, dat geen steun
rechtstreeks uit de schatkist moet worden toe
gekend, maar wel door maatregelen als de Tar
wewet, anh-dumpingsmaatregelen, binnenland-
sche consumptiebevordering e. d. Is de regeering
wel op de hoogte der malaise Men moet zich
niet blind staren op een enkelen auto, die er nog
is, of op den enkelen goedgekleeden landbouwer.
Als de zon onder gaat, is het toch niet dadelijk
heelemaal donker
Bij een prijs van 12 a 12.50 is geen
loonende bietencultuur mogelijk, zoodat het
voorstel onvoldoende is. Het laatste bezwaar
"is gericht tegen het gebruik maken van index-
Cijfers voor de suiker. Men moet niet gaan ver
gelijken tarwe met suiker; suiker toch is een
eindproduct en geen agrarisch product. Bij de
Tarwewet is het de bedoeling, den tarweprijs
te houden op 12, maar daarvan is ten aanzien
van de bieten geen1 sprake.
Een bezwaar is, dat het jaar 1929 als normaal
jaar wordt aangenomen, maar in dat jaar is een
wetsvoorstel aangenomen tot steun aan de bie
tenbouwers.
De financieel-technische commissie, wier ad
vies is gevraagd, heeft al dadelijk de fout ge
maakt, dat zij is uitgegaan van den prijs van de
suiker in 1929; zij hield geen rekening met den
prijs van het afvalproduct. De regeering wil dat
wel doen, maar dan moet zij niet rekenen met
pulpprijs van 2.50, maar van 4.50. Doet zij
dit niet, dan is het voorstel niet voldoende en
zullen ernstige dingen niet zijn te ontgaan. De
landbouw heeft tot nog toe het hoofd geboden
aan loonsverlagingen, maar zal dit niet lang
meer kunrferi doen.
We zijn nu zoo ver, dat de heer Van Dis
met het ,niet rechtstreeks, gelijk in Israël", geen
argumenten meer heeft overgehouden. Hij
schrijft in D Banier wel weer vele woorden
er over, maar de korte zin van deze lange
rede is: en toch is het niet zóó de toevoeging
„gelijk in Israël" „verandert aan de zaak niets."
Dit is nu geen argumentatie er blijft niets
over dan een persoonlijke opvatting van den
heer Van Dis, die blijkbaar op dit stuk mono
maan is.
De heer Van Dis beproeft nu zijn aftocht te
dekken met de mededeeling, dat het „gelijk in
Israël" er vroeger, in het program van 1878,
niet instond. Dat is juist. Maar bewijst het iets?
Wij toonden in ons vorig artikel aan, dat Dr.
Kuyper reeds in 1873 dus nog vijf jaren
vóór de opstelling van het program, de verge
lijking trok met de theocratie van Israël en
zulks deed zelfs met een beroep op Calvijn.
Toch verandert het aan de zaak niets, zegt
de heer Van Dis, of ge dit „gelijk in Israël" in
aanmerking neemt of niet. Mogen wij nu ook
zoo redeneeren ten aanzien van het staatkundig-
gereformeerde program Zijn in dat program
ook niet reeds wijzigingen aangebracht Mogen
wij dan zeggen: dat verandert aan de zaak niets;
vroeger stond het er niet zóó
Wij wezen er op, dat de heer Van Dis be
weert; het S. G. program bindt de Regeering
onvoorwaardelijk aan 't Woord Gods,
hoewel dit woord „onvoorwaardelijk" er niet in
te vinden is. Wanneer nu ooit dit woord eens
er in mocht gebracht worden om de beginsel
uitspraak zonder eenigen twijfel duidelijk te
stellen, zullen wij dan mogen zeggen: en toch
niet onvoorwaardelijk, want het stond er vroe
ger niet in
Art. 1 van het S. G. program: „De S. G. P.
staat voor de regeering van het volk geheel
op den grondslag van de in de Heilige Schrift
geopenbaarde ordening Gods, lijkt merkwaardig
veel op art. 1 van het program der C. H. Unie:
„De regel, waarnaar het gezag in den Staat
moet worden uitgeoefend, is de in de H. Schrift
geopenbaarde ordening Gods, onverschillig wel
ke de personen zijn, die tijdelijk met eenige
staatsbediening zijn belast. Deze ordening be
hoort op staatkundig gebied in alles richtsnoer
en toetssteen te zijn."
't Lijkt wel, alsof deze C. H. beginseluit
spraak ten opzichte van het „onvoorwaardelijk"
een zekerder geluid geeft dan het S. G. program?
Mogen wij nu zeggen: de S. G. P. staat op
dit stuk niet zóó stevig als de C. H. Unie
We vragen maar niet meer. We zijn er
dankbaar voor, dat de heer Van Dis nu althans
ten opzichte van art. 3 van ons program aan
het einde van zijn latijn is.
Wat hem evenwel natuurlijk niet beletten zal,
er over een poos, over een of anderhalf jaar
b.v., zoo tegen de nieuwe Kamerverkiezing,
weer opnieuw mee voor den draad te komen.
Men onthoude dan echter, hoever hij nu was.
R. A. d. O.
DE ARBEID DER GEHUWDE VROUW.
„De Waarheidsvriend" schrijft
Een van de uitwassen van het sociale leven
is de arbeid der gehuwde vrouw.
Vooral in deze dagen van economische in
zinking en van groeiende werkloosheid, trekt
het onderwerp opnieuw de aandacht.
Reeds op zichzelf bezien, is de arbeid der
gehuwde vrouw af te keuren. Want naar de
christelijke zeden behoort de gehuwde vrouw
niet in de fabriek, in de werkplaats, de school
of op het kantoor, maar in het huisgezin.
Op het Vrouwencongres, dat in 1921 onder
leiding van het Internationaal Christelijk Vak
verbond gehouden werd, werd o.m. uitgesproken
dat volgens de christelijke levensopvatting het
huwelijk de kiemcel is van het maatschappelijk
leven 'en dat de loonarbeid van de gehuwde
vrouw niet is te vereenigen met de taak van
de huisvrouw en moeder. Voorts werd op dit
zelfde congres nog gewezen op de nadeelige
gevolgen van dien arbeid, n.l. in de toeneming
van alcoholisme, zedeloosheid, schade voor de
gezondheid van moeder en kinderen en groote
zuigelingensterfte.
Voegen wij aan dit oordeel van het Vrouwen
congres nog toe, dat tengevolge van den1 arbeid
der gehuwde vrouw de opvoeding van de kin
deren in de desbetreffende gezinnen, wat te be
grijpen valt, veel te wenschen moet overlaten,
waarbij groote geestelijke en moreele schade
voor de kinderen niet achterwege kan blijven,
dan is daarmede de arbeid der gehuwde vrouw
in absoluten zin veroordeeld.
Nu is het aantal gehuwde vrouwen, dat loon
arbeid verricht, nog niet zoo gering, als men
wel zou denken.
Een statistiek, welke op dit terrein volledige
gegevens verstrekt, is niet te onzer beschikking.
Toch kan het Centraal verslag van de Ar
beidsinspectie hier wel eenig licht verschaffen.
Uit dit verslag blijkt, dat het getal gehuwde
vrouwen, aan wie een arbeidskaart werd uit
gereikt, voor het jaar 1921 bedraagt 13441 en
voor de jaren 1928 en 1929 respectievelijk op
14460 'eri 14898 personen komt te staan.
■I en dat tijdens de schoonmaak
En dit alléén door ze 's avonds in te wrijven met
Doos 30 en 60 ct. Bij Apoth. en Drogisten.
De arbeid der gehuwde vrouw gaat alzoo
in stijgende lijn.
Ongeveer 15000 gehuwde vrouwen waren dus
in laatstgenoemd jaar in loondienst op fabrieken
en in werkplaatsen.
Zou men bij dit cijfer van 15000 nog voegen,
dat van de gehuwde onderwijzeres, van de ge
huwde ambtenares en van de gehuwde vrouw,
die op het kantoor werkzaam is, dan komt 't
aantal gehuwde vrouwen, dat in loondienst is,
zeker niet ver beneden de 20000 werkneemsters
te staan.
Dezer dagen deelden de bladen nog een merk
waardig staaltje mede van wat op het terrein
van den arbeid der gehuwde vrouw de gemeente
Amsterdam te zien geeft.
In de ho:ofdstad des lands zijn toch niet min
der 151 echtparen in gemeentelijken dienst, waar
van man en vrouw elk een afzonderlijk salaris
uit de gemeentekas trekken. Deze 151 gehuwde
paren worden dus dubbel bezoldigd. De ver
diensten van de gehuwde gemeente-ambtenares
sen bedragen alleen reeds 200.000.—, dat is
gemiddeld 1300.per hoofd.
Het blad, waaraan wij dit bericht uit Am
sterdam ontleenen, maakt daarbij dezen alleszins
juisten commentaar (toelichting): „Wat zou er
aan levensblijheid en arbeidsvreugde gewonnen
worden, wanneer deze 151 plaatsen konden in
genomen1 worden door mannen en vaders, die
zich thans tengevolge van de heerschende crisis
tot werkloosheid zien gebracht en van particu
lieren of publieken onderstand moeten leven".
En wat in Amsterdam gebeurt, geschiedt in
het geheele land, zoowel in rijksdienst als in
gemeentelijken dienst.
Uit dit alles blijkt voldoende, hoever het reeds
met het uitwas betreffende den arbeid der ge
huwde vrouw is gekomen.
Tegen1 het kwaad, dat in den arbeid der ge
huwde vrouw is gelegen, werd van de zijde der
tegenstanders van de emancipatie (gelijkstelling)
der vrouw bij iedere gelegenheid, welke pas gaf,
opgekomen. In de meeste gevallen echter tever
geefs. Aan het „heilig huisje" van Vrijzinnigen
en Sociaal Democraten de rechten der vrouw
mocht niet worden geraakt.
Gelukkig begint daarin kentering te komen.
Zoo verklaarde zich een paar weken geleden
een voorman van den liberalen Vrijheidsbond te
Leiden zich voor het voorstel van B. en W.
tot het in het leven roepen van eene verordening
betreffende het verkenen van ontslag bij huwe
lijk aan vrouwelijke leerkrachten aan Gymna
sium en andere onderijsinrichtingen.
En het was nog onlangs de Sociaal-Demo
craat de heer Polak, voorzitter van den Dia-
mantwerkersbond, die op de vraag van een par
tijgenoot, luidende: „waarom de Sociaal De
mocratische Arbeiders Partij niet voor de idee
strijdt, dat de gehuwde vrouw, wier man een
inkomen heeft, geweerd wordt uit kantoor, fa
briek en werkplaats dit antwoordde: „Zoo
als de toestand nu is, deugt hij allerminst. Ik
ben zelf in gemeentedienst en zie verscheidene
paartjes huwen en samen een salaris wegsleepen,
waar in de ruimte twee a drie gezinnen in den-
zelfden stand behoorlijk van kunnen leven".
Natuurlijk zijn deze Vrijzinnige en deze So
ciaal Democraat éénlingen in hun partij, maar
toch is het opmerkelijk, dat er op dit punt voor
uitgang valt te constateeren.
Het is uiterst moeilijk, een vastgeroest denk
beeld prijs te geven. Toch zullen de oogen wel
langzamerhand open gaan voor de dwaze con
sequenties, waartoe het vrijlaten van de gehuwde
vrouw, om loonsarbeid te verrichten, leidt.
Dat er soms uitzonderingen op den regel moe
ten worden toegelaten, is nog geen reden voor
Rijk en Gemeente om op dit terrein anarchie
toe te laten.
Naar christelijke levensopvatting en zoo
heeft God het ook geordineerd behoort de
gehuwde vrouw in het gezin en niet in de werk
plaats, in de fabriek of op het kantoor. Want
wat zal van de opvoeding van de kinderen
komen, als de moeder het grootste deel van den
dag van huis is
Dat hier wantoestanden bestaan, zal niet be
hoeven duidelijker te worden gemaakt. Dit be
grijpt ieder.
Het regelmatig verblijven van de moeder bui
tenshuis werkt ook de criminaliteit van de jeugd
in de hand, wat zich in het toekomstig geslacht
zal komen te wreken.
Daarom is het zoo begrijpelijk, dat de arbeid
van de gehuwde vrouw aan ernstige bedenking
onderhevig is.
De Overheid zal dan ook aan dezen uitwas
op sociaal terrein hare aandacht hebben te
geven.
Een verbod van arbeid der gehuwde vrouw
kan niet anders dan de volle instemming hebben
van hen, die het met het gezinsleven wèl
XXXVII.
Toen op 6 Maart de lijsten binnen waren
bleken er in Goeree en Overflakkee 1454 vette
runderen beschikbaar te zijn voor ons consent,
en toen Den Bommel toegelaten was, kwam van
daar nog een lijstje met opgaaf van 49 vette
meesten, zoodat er 1603 stuks moesten worden
genoteerd. Toen het bestuur nu zekerheid had,
dat er voldoende vee was voor de uitvoering
van de overeenkomst, werd op een bestuurs
vergadering den 7 Maart gehouden, het werk
plan vastgesteld.
Er zouden 2 of 3 vleeschexporteurs in de ge
legenheid worden gesteld het consent over te
nemen.
Ter voldoening aan de enorme klachten over
gebrek aan arbeidskrachten, om het voorjaars-
werk en bezaaiklaar te krijgen, alsmede aan
groote ontevredenheid over de kunstmestverdee-
ling, werd besloten bij de Ministers van Oorlog
'en van Landbouw audiënties aan te vragen op
13, 14 of 15 Maart, terwijl nu niet de voorzitter
en de secretaris, doch het geheele bestuur naar
Den Haag zou gaan. Elk lid werd een taak ter
bestudeering opgegeven om met den betrokken
Minister te bespreken.
Reeds op 9 Maart waren de berichten van
de vleeschexporteurs binnen; er zou een con
ferentie worden gehouden met de firma Lion
Lüwenberg te Boxmeer, 's Morgens half 10 op
dien dag bevond het dagelijksch bestuur zich
in Hotel Spee te Sommelsdijk en toen men het
eens was over prijs en te stellen voorwaarden,
werd Lion binnengelaten. Na uitvoerige onder
handeling werd men het eens, dat de firma Lion
van den Flakkeeschen Boerenbond zou over
nemen het uitvoerconsent, met garantie, dat door
hem zou worden geleverd 500.000 K.G. rund-
vleesch naar Duitschland, ook al zou het blijken
dat dit in Flakkee niet aanwezig was. Dat hij
zou overnemen de assurantie voor 1 per stuk,
een auto kosteloos beschikbaar stellen voor het
bezoek aan de stallen en alle uit de taxatie
voortvloeiende kosten voor zijn rekening zou
nemen. Voorts zou geen vee geleverd worden,
wanneer het geld niet in handen van het be
stuur was.
De prijs werd bepaald voor: le kwaliteit
0.73, 2e kwaliteit 0.68 en 3e kwaliteit 0.64
per kilo, terwijl het vee den avond vóór den
dag van levering geen voedsel mocht worden
verstrekt. Overtreding daarvan werd gestraft
met 5 korting op de koopsom. De leden van
't bestuur zouden voor de leden van den bond
schatten, behalve de voorz., die de administratie
bijhouden zou, terwijl de secr. als arbiter zou
optreden, wanneer er verschil bestond over
kwaliteit, levering e.d, meer. Lion benoemde tot
zijn vertegenwoordiger D. de Haas te Middel-
harnis, terwijl voor dezen dag Breen als bonds-
schatter zou fungeeren.
Er werd besloten om in Dirksland te beginnen,
waar het nu juist beurs was en waar uit een
wijden omtrek kooplieden en landbouwers te
saam waren gekomen, en wel bij C. Zoeteman.
Om te weten hoeveel men boven de- gangbaren
prijs was, werd bepaald. da<- Zoeteman geld
zou laten vragen, dat kon hier worden gedaan,
omdat Zoeteman behalve landbouwer ook han
delaar was.
Hier bleek men voor een 3e kwaliteit te staan.
Breen verzocht Zoeteman een heel hoogen kilo
prijs te vragen. Vergissen wij ons niet, dan
vroeg hij 0.50 per kilo. 't Was een grappig
moment toen Breen niet, zooals te doen vrijwel
gebruikelijk is, op dezen vraagprijs 'n paar
centen afdong, doch hem 0.65 per kilo toezei,
omdat het even beter dan derde kwaliteit was.
't Gezicht van den verkooper betrok toen hij
hoorde, dat hij vijftien cent te min had ge
vraagd, min of meer misschien van schaamte,
dat hij zoo slecht op de hoogte was met de
kwaliteit van zijn eigen vee. Ook misschien door
zelfverwijt, dat hij met b.v. -0.75 te vragen,
er allicht met onderhandelen nog een paar centen
bij zou hebben gekregen; en dat was nu juist
wat het bestuur had beoogd met bij een land
bouwer-handelaar te beginnen en dan nog wel
op een beursdag in Dirksland. Er werd toen
uiteengezet hoe er door het bestuur was be
sloten te schatten, na kwalificatie, dat niet
geleverd zou woiden als het geld niet bij het
bestuur was; dat de betaling zou geschieden als
't het bestuur gelegen kwam, in verband met
het enorme werk, dat het zou teweegbrengen
en verzocht, dat hij het op de beurs zou door
geven, terwijl van elk aan te koopen dier ƒ1.—
zou worden ingehouden voor de bondskas, als
mede 1.voor assurantie, welke de kooper
dan voor zijn rekening nam.
Dat waren dan de eerste os en 5 vaarzen I
Zoo werd vervolgens heel Flakkee afgereden.
Echter alleen op Woensdag en Donderdag, om
dat het bestuur zijn eigen zaken niet in de war
kon laten loopen tot nut van het algemeen.
't Zou te ver voeren om alle wederwaardig
heden, ondervonden in mooie schuren met prach
tig ingerichte stallen en slecht vee, en in stal
letjes, waar licht en lucht als het ware ontbrak,
met fraai gepoetste en schitterend vette beesten,
te verhalen.
Evenwel moeten toch enkele dingen worden
vermeld, om te doen zien voor welke eigen
aardige gevallen men kwam te staan.
Van Zoeteman werd gereden langs den Zuid-
dijk van polder Dirksland tot de Noordweg
(Staakweg) om bij G. L. Warnaer Gz. een
os te gaan zien. D. de Haas, die altoos vooraf
vertelde, wat men op de te bezoeken stallen zou
tegenkomen, b.v. „spaar de moeite om er heen
te rijden, want die heeft nog nooit één vet
best beest op stal gehad", of „daar heeft nog
nooit een handelaar één cent verdiend", of „dat
is een pracht stal en een beste man, daar kan
je altoos koopen, daar zit zegen bij dien boer",
vertelde nu, dat dat de moeite waard zou zijn.
Hij had den os niet gezien, omdat Warnaer
hem den toegang tot zijn boerderij had ontzegd
hij bleef dan trouwens in den wagen zitten
toen de commissie met Lyon naar den stal ging
en werkellijk het was de moeite waard om
Vraagster te S. Hierbij geef ik U een patroon
voor den looper. Meestal is dat gaas wat U
hebt nog al grof. Dan is dit patroon voldoende.
Hebt U fijn gaas, dan werkt U dit patroon
tweemaal naast elkaar. De lijnen a, b, c, d, e,
f, g moeten doorloopen over de geheele looper.
Het hierbij gegeVen' patroon moet natuurlijk
aan beide einden van den looper gewerkt wor
den. Het beste werkt U de kanten af met een
breede zoom met open rand. Aan de uiteinden,
die over de kant van het buffet hangen, kunt
U franje werken.
Die naturel tint zal het heel goed doen, en
is ook niet zoo besmettelijk.
i
2ÏÏÏ"
H m an
UB
■■BBBBB
I "M
I. n b I"
mmmmmrn
VEI Ei
■■■■■■■■■■■bhbhuh
M'n beste nichtjes en neefjes
De Paaschvacantie komt al aardig in 't zicht,
hé? Jullie vinden het zeker allemaal heel erg
prettig, dat je dan weer een weekje vrij hebt.
Als 't maar goed weer is, dan kunnen jullie
weer naar hartelust buiten spelen.
Nu moet ik nog even een ding zeggen.
Het gebeurt wel eens, dat neefjes en nichtjes,
die nog maar pas meedoen', op het adres ver
geten te zetten: Tante Truus. Dat moet niet
vergeten worden, hoor, want dan kan men aan
den buitenkant niet zien, dat de brief voor
mij bestemd is en dan wordt die op het kantoor
opengemaakt. Dat is niet zoo leuk voor mijn
nichtjes en neefjes. Staat het er op: aan Tante
Truus, dan komen de brieven direct bij mij
terecht.
Zoo hoor, niemand meer vergeten
Dezen keer is de prijs gewonnen door
TO VINK te UTRECHT.
Zoo, nu allemaal heel veel hartelijke groeten
van jullie
TANTE TRUUS.
Henk S. te Middelharms. Dank voor je nieuwe
raadsels. Dat eene met die cijfers lijkt me te
moeilijk voor onze jonge nichtjes en' neefjes.
Dan weet je het vast en wacht je niet tever
geefs op plaatsing.
Jan W. te Stad aan 't Haringvliet. Wat wa
ren er veel 'bij jullie. Dan zal je het wel stil
gevonden hebben. Wat een rij sommenEr
was geen één foutje in.
Arie W, te Stad aan 't Haringvliet Ik vind
het ook, de lente is heerlijk. Je kunt nu uit
school al een aardig poosje buiten spelen. Mag
'Hannie ook al buiten spelen, of is 'hij daar
nog te klein voor Wat een mooi portret van
die postbode 1 Maar zou het lijken
Nellie W. te Stad aan 't Haringvliet. Ik kan
het me zoo goed begrijpen, dat je blij was, dat
Moe weer terug was. Ik vond het vroeger al
even onprettig als jij nu. Is je hoofdpijn nu over?
Dank voor je nieuwe raadsels. Nee nichtje, dat
portret van Oom lijkt niks hoor en dat van Pa
ook niet, dat zal Moe wel met me eens zijn.
Bram W. te Stad aan 't Haringvliet, Om in
Maassluis een poosje aan de rivier te zitten is
altijd de moeite waard. Ik zie ook altijd graag
die groote schepen voorbij varen. De Batavier is
wel mooi, maar die haalt toch niet bij de In
dische booten. Die zijn zoo mooi én zoo groot.
Maar je bent er niet lang geweest en dan zou
je het wel heel erg moeten treffen om dan net
zoo'n boot te zien langs varen.
Mien van der K. te Andelst of Alphen aan
den Rijn, Ja, die tijd is dan wel heel hard op
geschoten. Nu ben je misschien in Alphen aan
den Rijn. Je moet me maar eens gauw vertellen
hoe je het nu in Alphen vindt. Eerst wel vreemd
hé Past je blauwe jurk goed Vertel ook
maar gauw van Pa's verjaardag.
Gretha van der K. te Andelst, Hoe hebben
jullie dat lampje -gemaakt. Daar ben ik echt
nieuwsgierig naar. In Zetten heben jullie het ook
getroffen, zoo'n autoritje houdt ieder wel van.
En wat heeft de geheimzinnigheid van de
schooljongens nog uitgewerkt. Jullie waren ze
ker haast even nieuwsgierig als de jarige zelf.
Wat aardig, dat jullie die lammetjes zoo vlak
bij hadden. Toen ze goed aan jullie gewend
waren, moesten jullie weg.
Anthocie R. te Goedereede. Haast allemaal
schreven ze mij, dat het zoo tegen viel, dat ons
hoekje een week oversloeg. Nee hoor, ik ben
tot nog toe gelukkig nog niet ziek geweest, en
ook ben ik tog niet aan de schoomnaak, dat is
me nog te v-oeg, hoor. Fijn, dat je met Vader
mag gaan vaten, als het dan maar mooi weer
is, anders is er niet veel aardigheid aan.
Maria T. te Ouddorp. Het patroon is al naar
je toe gestuurd. Maar als je het nagemaakt hebt
dan wil je het mij wel terugsturen, hé want ik
heb er maar een van. Je hoeft je echter niet te
haasten, hoor. Ik ben blij, dat je het boekje zoo
mooi vindt. Zoo'n openbare les is gewichtig,
hoor;Vind je het niet een beetje angstig als
zooveel menschen je werk staan te bestudeeren
Leendexit M. B. te Rotterdam. Het is een ver
bazend aardig werk om die meeuwen te voeren,
ik kan me goed begrijpen, dat jullie het graag
doen; maar ook dat Moeder niet graag heeft
dat jullie daarheen gaan, want 't is en blijft
gevaarlijk bij het water. Op de Maasbrug komen
vaak de meeuwen ook vlak bij. Dank voor je
nieuwe raadsel.
T, V, te Utrecht. Natuurlijk heb ik je gemist.
Gelukkig, dat je waar gauw beter was. Je 'hebt
een goede verjaardag gehad. Heb je al wat van
het postpapier gebruikt Dank voor je nieuwe
raadsel. Doe Beppie de groeten terug.
Arendje K. te Dirksland. O, o, wat heb je me
lang in den steek gelaten. Maar het is te be
grijpen, hoor. Verhuizen kost nu eenmaal heel
veel tijd. Dan kun je maar niet dadelijk rustig
gaan zitten schrijven. Ik weet niet waar het is,
dat je nu woont. Vind jij het er prettig? Dank
voor je nieuwe raadsels.
Jan D. te Melissant, Je hebt zeker wel gezien
dat ik 't verhaaltje vorige week al een plaatsje
in ons hoekje gegeven hels. Om straks weer eens
een weekje vacantie te hebben is wel echt hé
Maar na de Paaschvacantie is het weer gauw
1 Mei en dat beteekent ook op school overgang.
Ik geloof, dat er van mijn nichtjes 'en neefjes
daar ook al heel wat aan denken. Doe Vader
en Moeder de groeten terug.
Hen W. te OoI'tgensplaat. Zoo, heb je met
die paar dagen vorst toch nog op de schaats
gestaan, 't Is kwiek gedaan. Ik zag hier op een
sloot ook wel wat jongens op de schaats, maar
het ijs kraakte me te gevaarlijk. Leuk om met
de vrachtauto eens naar Battenoord te gaan,
vooral als Vader daar ook is.
Mina van P. te Dirksland. Gelukkig, dat het
met den zieke weer wat beter gaat. Wat aar
dig, dat je al zooveel Versjes in je album hebt.
Als je er zuinig op bent, is het later altijd erg
aardig om ze allemaal nog eens na te lezen. Ik
vind 'het knap om voor broertje een truitje te
breien, ,'s Avonds kun je al een heel poosje
buiten spelen, hé
Arie W. van V. te Melissant. Ik kan me best
indenken, dat als Moe jarig is, je dan wat ver
geet. 'k Vind het voor één keertje dan ook
heel niet erg als ik een naam niet weet, maar
't is toch gezelliger in de familie als ik jullie
allemaal bij je voornaam ken.
Jaap L. te Den Bommel. Zeg, ik geloof, dat
het daar bij jullie maar een heel goed land is,
want nu heb je weer oliebollen gegeten. Je
maakt me haast jaloers. Zeg Gielly maar gendag
van mij. Jammer, dat ze al sliep, anders had ik
zeker weer een briefje gekregen.
Neefje of nichtje uit Nu heb ik
nog een gezelligen brief te beantwoorden en ik
weet niet van wie, want hoe ik zoek en kijk,
e'en naam kan ik niet vinden. Misschien heeft
die naam wel op het couvert gestaan, maar als
ik de brieven krijg, haal -ik ze altijd direct uit
het couvert, leg de brieven bij elkaar en gooi
't couvert in de papiermand. Dat neefje of
nichtje vertelt me, dat ze van school zulke
mooie boeken kunnen lezen. Dat is fijn hoor.
Ik lees ook zoo graag.
De oplossingen zijn#
I. Katwijk aan Zee.
II. Een poot oplichten.
III. Koffieboonen.
Nieuwe raadsels
I. Ingezonden door Henk S. te Middelharnis:
Ze komen elk jaar,
Niet saam, doch na elkaar.
Want komt er weer één,
Dan gaat, of hij boos is,
De andere weer heen.
Wat zijn dat
II. Ingezonden door. To V. te Utrecht
Het geheel bestaat uit 11 letters en is iets
waar de raadselnichtjes en neefjes nog al eens
mee bezig zijn.
Een' 4, 3, 9 is een vogel.
Een 11, 6, 7, 2, 4 is een hooge schoen.
Een 8, 6 4 draagt men op de hals.
Allen hopen op een 1, 5, 3, 9.
In een citroen zit 4, 6 1.
Een 1. 7, 6, 2, 8 is een viervoetig dier.
Een 10, 11 is -een lengtemaat.
III. Ingezonden door Leendert M. B. te
Rotterdam
Wanneer ik U er een gaf, zou u boos op me
zijn. Maar een landbouwer kan er niet buiten.
Wat is dat?
De oplossingen kunnen, met vermelding van
naam, voornaam, leeftijd en adres, tot Vrijdag
3 April worden gezonden aan
TANTE TRUUS,
Bureau „Maas- en Scheldefoode",
SOMMELSDIJK