Antire voluiionair
Orgaan
voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsche Eilanden.
Het RevoluiMire karamer
der Openbare School.
l
IN HOC SIGNO VINCES
No. 3732
ZATERDAG 28EMAART 1931
46STE JAARGANG
EERSTE BLAD.
Op den Uitkijk.
Om ons Heen.
Alle stufeken voor de Redactie bestemd, Advertentiën en verdere Administratie franco toe te zenden aan de Uitgevers
Deze Courait veischflat eiken WOENSDAG en ZATERDAG.
ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franc per post f 1.- bf vooruitbetaling.
BUITENLAND bg vooruitbetaling f 8.50 per jaar,
AFZONDERLIjKE NUMMERS 5 CENT.
UITGEVERS
W. BOEKHOVEN ZOMEN
SOMMELSDIJK
Telef. (nferc. No. 202 Postbus No. 2
ADVERTENTIÈN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel
DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing.
Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte, die zg beslaas,
AdvertentlCn worden Ingewacht tot DINSDAG- en VRIJDAGMORGEN 10 uur.
in.
„Wij zullen het niet verber
gen voor de kinderen, vertellen
de de loffelijkheden des Heeren,
en Zijne sterkheid, en Zijne
wonderen die Hij gedaan heeft....
opdat het navolgende geslacht
die weten zoude, en, dat zij hare
hope op God zouden stellen en
Gods daden niet verbergen, maar
Zijne geboden bewaren"
Ps. 78 4, 6 en 7.
^AVij hebben er op gewezen, dat de
fristen Gods absolute souvereiniteit
over al het geschapene belijdt, dat niets
daaraan onttrokken kan worden, dat er
geen „neutraliteit" ten aanzien van
God Drieëenig bestaan kan, dat men
vóór Hem kiest óf tegen Hem en dat
dus ook het gansche leven onzer kinde
ren van de wieg af, moet staan in het
teeken dier belijdenis.
Daarmee is in strijd het brengen on
zer kinderen naar de openbare school,
dat is een losknippen van het kinderle
ven in stukken, waarvan men het eene
geeft aan de Kerk en de catechisatie
maar het andere, het beste aan de
school die de Souvereiniteit Gods naar
onze Apostolische Geloofsbelijdenis
loochent.
Nu doet de vraag zich misschien
voor: is het dan wel zoo erg met de
fanbare school En zou het verschil
de Chr. School werkelijk zoo groot
zijn
Als men oppervlakkig over de dingen
heen redeneert, dan kan men het groote
verschil misschien ontkennen.
Maar wien het waarlijk ernst is met
zijn belijdenis en levensovertuiging
moet toch eigenlijk wel een open oog
hebben voor het revolutionair karakter
der openbare school.
Revolutionair gebruiken we hier dan
in den zin zooals Groen van Prinsterer
het ons geleerd heeft.
Revolutionair zegt letterlijk vertaald,
omkeering, wat boven was naar onder
gebracht en wat onder behoort te zijn,
naar boven brengen.
In de openbare school is de Bijbel,
het Woord van God, een verboden
boek, de Schepper van Hemel en aarde
mag er niet worden aangebeden, over
Hem mag zelfs niet gesproken worden,
dat wil dus zeggen, dat God in de
Openbare school niet heerschen mag,
dat Hij hier van den troon gestooten
werd door den verwaten mensch, met
geen ander doel dan om den mensch
met zijn dwalende Rede en verduisterd
verstand op dien Troon te plaatsen.
Wat God gedaan heeft in de historie,
in de gewijde en ongewijde geschiede
nis moet volstrekt verzwegen worden,
wat de mensch in de historie aller eeu-
erkennen van de Hand Gods in hun
aan
geschiedenis.
En die revolutie-zonde vindt ge alle
eeuwen door.
Zij heeft over den mensch ge-
heerscht, persoonlijk, in de gezinnen, in
de geslachten, in de natiën.
Het was de gruwel der Fransche re
volutie, het is de gruwel van de mo
derne eeuw.
Door dienzelfden gruwel is de open
bare school aangetast.
Zult gij dan nog zeggen is het we'
zóó erg met de openbare school ge
steld
Weet toch waar gij uw kind
overgeeft
Het is de sfeer der volkomene Gods
negatie.
Want dat is juist de groote, de oer
zonde God negeeren, de zonde tegen
de eerste tafel der wet.
Er kan zoo mooi gebazeld worden
over die tweede tafel van naastenliefde
en verdraagzaamheid, maar nooit kan
die tweede tafel vervuld worden, dan
langs den weg der eerste God lief
hebben boven alles.
Het is de revolutiezonde daar niet
aan te willen.
God eischt van ons de Eerste te zijn
m ons leven, d.w.z. erkend, gekend,
aangeboden en gehoorzaamd te wor
den.
Als onze Schepper en Formeerder
heeft Hij daar alle recht op.
En nu is het de vloek der openbare
school, dat zij brutaal de hand opheft
en zegt„Gij krijgt dat Recht van ons
niet
Met het brengen van Uw jonge kind
naar die school spreekt ook gij dien
vreeselijken vloek uit.
Zóó erg is het gesteld met die open
bare school.
sj;
Groen v. Prinsterer heeft boven zijn
schitterend handboek der Vaderland-
sche Geschiedenis, dat door kenners
der historie om strijd geroemd is, een
motto geschreven.
Hij heeft dat motto ontleend aan den
Bijbel, waar we lezen in Ps. 78, vers 4,
6 en 7
„Wij zullen het niet verbergen
voor de kinderen, vertellende de lof
felijkheden des Heeren, en Zijne
sterkheid, en Zijne wonderen, die
Hij gedaan heeftopdat het na
volgende geslacht die weten zoude,
en, dat zij hare hope op God zouden
stellen en Gods daden niet verber
gen, maar Zijne geboden bewaren".
Hier hebben we het Woord der Hei
lige Schrift dat gezag heeft.
Hier ligt Gods eisch.
Gij moogt het niet verbergen voor de
kinderen, wat Hij gedaan heeft in Ge
wijde en ongewijde historie, gij moet
uw panden opvoeden in die volle we-
I tensch,ap dat Gods voetstappen rui-
schen op iedere bladzijde van hetgeen
geschied is, want, aldus zegt God het
zelf langs dat onderwijs zullen ze lee
wen deed wordt den kinderen verteld. I ren hun hope te stellen op God en Zijne
Dus in het gebedsverbod wordt op
de openbare school God openlijk ver
loochend
in het Bijbelverbod wordt op de
openbare school Gods Wil openlijk ge
negeerd
in het verbod Hem te noemen als de
Schepper aller dingen en der historie
worden Gods daden openlijk miskend.
En dat nu juist is de revolutie-ge
dachte bij uitnemendheid.
De revolutie reeds als de Paradijs
zonde, toen Satan onze eerste ouders
precies tot dezelfde zonde verleidde,
met zijn gevaarlijk: „is het ook dat God
gezegd heeft".
Toen Adam en Eva daarnaar luis
terde was er ook geen gebed, ook geen
luisteren naar het bevel Gods, ook geen
daden niet vergeten, maar Zijne gebo
den te bewaren.
Als gij dit Godswoord diep in uw ziel
prent, het in u opneemt, dan behoeven
wij niet meer te pleiten voor de school
met den Bijbel, dan behoeven wij niet
meer op de levensgevaren voor uw kind
op de Godlooze school te wijzen, maar
dan zwijgen wij, gedachtig dat als
dit Woord, dit gebiedend Woord van
God op u geen vat meer heeft, het onze
het zeker niet zal hebben.
Maak daarom de zaak tot een zaak
des gebeds, want zij raakt het aller
voornaamste dat gij hebt de panden
die door God u werden toevertrouwd
en waarvoor gij eens met -de allerpijn
lijkste nauwkeurigheid vera otwoording
zult moeten afleggen.
Hoe hard we zedelijk en Godsdienstig achter
uitgaan blijkt wel heel duidelijk uit hetgeen ge
zegd en geschreven wordt naar aanleiding van
het wetsontwerp, dat minister Donner maakt
om te komen tot strafbaarstelling van Gods
lastering, zooals dat in,„De Tribune" heeft
plaats gehad.
Vooral „Het Volk", het orgaan van de
S.D.A.P., weert zich geducht tegen dit wets
ontwerp. Het doet alles om dit wetsontwerp in
discrediet te brengen bij zijn lezers. Het blad
heeft een enquête ingesteld, zoogenaamd bij
theologen van verschillende, óók orthodoxe rich
ting en eenparig was de conclusie, dat dit wets
ontwerp niet op zijn plaats. De mensch moet
vrij blijven en de overheid mag hem in zijn
uitlatingen niet belemmeren.
Met groote spitsvondigheid heeft vooral Ds.
van der Heiden, de socialistische predikant, het
wetsontwerp -gehekeld en geprobeerd het be
lachelijk te maken.
Ik wil over dit soort dominé's, die v.d.m.
(dienaar van God) achter hun naam plaatsen,
liever geen oordeel uitspreken. -Dit is zeker, dat
de z.g. „orthodoxe" predikanten en -leiders, die
zich volgens deze enquête tegen het wetsont
werp verklaren, toch wel van een heel vreemde
„orthodoxie" moeten zijn.
In 't „Populair Wetenschappelijk Bijvoegsel"
van „'Het Volk" van Dinsdag j.l. schrijft Wa-
melinck een artikel over het hier bedoelde wets
ontwerp en de redactie van „Het Volk" zet
er boven: „Wij plaatsen dit artikel gaarne als
een hartekreet uit het calvinistische kamp, al
maken wij voorbehoud tegen eeni-ge beschou
wingen. Red."
In dit artikel komt deze (door de redactie
als „calvinistisch" aangediende) schrijver zich
ook verzetten tegen een wetsontwerp tot straf
baarstelling van Godslastering. Ik trek al weer
in twijfel of de redactie van „Het Volk" wel
volmaakt bevoegd is om uit te maken wie en
wat Calvinistisch is. Het doet er overigens ook
weinig toe. Als „Het Volk" zich de illusie
maakt, dat er uit het „calvinistisch kamp" men
schen zullen overtuigd worden door dit geschrijf,
vergist zij zich. De Nederlandsche Calvinisten
hebben gelukkig voldoende andere organen en
bronnen om hun licht op te steken over der
gelijke principieele vraagstukken.
Intusschen blijft het opmerkelijk, hoe deze
heer W. in „Het Volk" redeneert. Hij beroept
zich op Groen van Prinsterer, die in 1853 in
de Kamer zei: „Deze conciliatoire politiek, de
wensch om aan allen -volkomen vrijheid van
godsdienst te geven, heeft in ons land altijd op
den voorgrond gestaan; ook daarom, en wellicht
daarom vooral heeft men ons land het klassieke
land der vrijheid genoemd."
Inderdaad heeft Groen zich altijd tegen gees
telijke dwang van de Overheid over het volk
verzet. Hij keurde de maatregelen der Overheid
tegen de afgescheidenen zeer sterk af. En in
onze da-gen wordt tegenover hen, die zich be
roemen art. 36 der Ned. Geloofsbelijdenis te
willen handhaven, meermalen op het standpunt
van Groen van Prinsterer gewezen. Ons land
was steeds het land der vrijheid, niet slechts
voor de niet-gereformeerden, maar ook voor
de ongeloovigen.
Maar dat is toch nog -heel wat anders dan
wat minister Donner nu bedoelt -met zijn wets
ontwerp
Propageering van het ongeloof behoeft toch
niet samen te gaan met Godslastering Wij
bestrijden het socialisme principieel als een on-
'heilbi engende macht, dat de menschheid naar
het -verderf voert, maar dat behoeft toch nog
niet samen te gaan met lastering van de socia
listische leidslieden. Men zou eens hooren- als
b-v. eens lasterlijk gesproken en geschreven
werd over Troelstra, op dezelfde manier als
,,-De Tribune" schrijft over GodEn dan
-blijft Troelstra toch altijd nog maar een mensch.
Er wordt hier in heel die kwestie eigenlijk
over de zaak waar het om gaat heen gerede
neerd. Die bewuste schrijver W. in „Het Volk"
zegt: ik heb die bewuste „Tribune" niet
gezien en wensch dat ook nietMaar ik
zou wenschen, dat deze schrijver, als hij ten
minste misschi'en wel niet „Calvinistisch"
maar dan toch een Christen' is, die plaat eens
wel gezien had. Want juist over dit soort Gods
lastering gaat het hier. Het gaat niet over
ongeloofspropaganda, het gaat zuiver om het
allerschrikkelijkste kwaad dat er is: de lastering
van den Persoon van God. Ik heb deze plaat
,,-De Tribune" helaas wel gezien. Zij ligt
hier voor mij terwijl ik dit schrijf. Maar het is
afschuwelijk. Alles in onze ziel gruwt er van
en deinst voor deze allerverschrikkelijkste blas-
phemie terug.
De vreeselijkste Godshaat wordt er in uit
gedrukt. Wanneer er een carricatuur van Troel
stra werd gemaakt met één tiende van wat deze
teekenaar -in deze plaat heeft uitgedrukt, zou
heele de roode arbeidersbeweging op haar ach
terste beenen staan. En nogmaals: Troelstra
bleef toch maar een mensch, van gelijke be
weging als wij
Wij vragen ons af: hoe is het mogelijk, dat
een -mensch, al moet hij totaal niets van kerk en
qodisdienst hebben, er toch nog voor op kan
komen, dat zulke zedeloosheid in de allerergste
graad vrij zal worden toegelaten.
Het is een bewijs, dat we in de twintigste
eeuw heel en heel ver zijn afgeweken in
Europa
Men vraagt zich af: waar gaan wij naar toe
Maar ook al geeft men om geen God noch
Zijn gebod, dan nog zou verwacht mogen wor
den, dat ieder mensch, die waarlijk sociaal aan
voelt, die nog waarde hecht aan zedelijke nor
men, aan orde en fatsoen en eerbied voor de
heilige overtuiging van andersdenkenden, mee
zou werken om deze dingen te voorkomen.
In e'en land als Amerika is zooiets onmogelijk.
Daar heeft men ook de vrijheid van gedachte
uiting en propa-geerin-g van het ongeloof. Maar
zelfs de posterijen weigeren om Godslasterlijke
stukken te vervoeren en te bestellen en de pu
blieke opinie zou zich met fel verzet keeren
tegen praktijken als hier in Holland worden
geduld en zelfs goed gepraat.
Men heeft het vraagstuk waar 'het hier om
gaat verlegd. Ook de schrijver in „Het Volk'
heeft het telkens over de „vrijheid van gedachte
en de vrijheid van godsdienst" en zegt, dat reeds
uit constitutioneel oogpunt de overheid zich
moet onthoud'en van inmenging inzake heilige
dingen, omdat we nu eenmaal ieven in een ge
mengde bevolking". Maar dat is alles gepraat
er langs -heen. Daar gaat het hier niet om.
Godslastering heeft met vrije meeningsuiting
niets te maken. Evenmin als de vrije meenings
uiting wordt aangetast doordat de Rijksstrafwet
de burgers beschermt tegen schending van hun
eer en goeden naam door smaad en laster. De
heer Idenburg heeft eens in het parlement op
gemerkt, dat niemand in zijn geweten verplicht
wordt om in het openbaar God te lasteren of
•te hoonén.
Ten slotte heeft de Overheid zich steeds te
herinneren, dat zij regeert bij de gratie Gods,
Zijn Dienaresse is en in haar geweten gebonden
is aan de wet Gods. Daarmee is in strijd het
straffeloos toelaten van de gruwelijke schending
van den Persoon van God, de lastering en ik
kan het begrijpen, dat een christen-geweten Zic-h
bezwaard gevoelt, tot uitoefening van het Over
heidsgezag geroepen te zijn en te moeten dulden,
dat de hoogste Gezagsdrager, de Schepper van
Hemel en- aarde op de vreeselijkste wijze ge
hoond en belasterd wordt.
En dan spreek ik nog niet eens van de schen.
ding der goede orde en der zede.
Voor ons staat rotsvast de overtuiging, dat
een volk dat God verliest, zich vijandig tegen
Hem over stelt, afglijdt naar den afgrond. Zelfs
-bij de oude heidenen was het zoo, dat als men
geen interesse meer had voor het godsdienstig
leven, dit steeds een zeker symptoom was, dat
het met dat volk spoedig afgeloopen was.
Godsdienstloosheid gaat altijd gepaard met ze
deloosheid, gezagsondermijning, volksverkrach
ting, volksondergang. De historie aller eeuwen
legt hiervan getuigenis af.
Ik kan mij daarom goed -begrijpen, dat een
Overheid en Overheidspersonen, die nog ernst
maken met hun roeping als Overheid, niet kun-
rieri toelaten, dat de vreeselijke zonde der blas-
phemie, der -Godslastering, in het openbaar straf
feloos zou worden toegelaten.
En het is een zeer treurig verschijnsel, dat er
menschen zijn, die zeggen zelf godsdienstig te
zijn en zich zelfs „orthodox" noemen, zich tegen
de pogingen van den minister om deze zonde
zooveel mogelijk te stuiten, verzetten en op zeer
onsympathieke wijze zich over zulk een minister
uitlaten.
Zulke menschen mogen zichzelf wel eens heel
nauw onderzoeken.
UITKIJK.
Het aantal vrouwen dat studeert neemt ge
stadig toe. In 1914 studeerden er aan de Duit-
sche hoogescholen slechts 3700 vrouwelijke ,-tu-
denten, terwijl het totaal van alle ingeschrevenen
bedroeg 62.000. Op 't oogenblik is het aantal
studeerenden in Duitschland verdubbeld; het
getal vrouwelijke studenten ongeveer vervijf
voudigd. In het laatste zomersemester waren op
alle hoogescholen in totaal meer dan 20.000
vrouwelijke studenten' ingeschreven. Op elke
6 studenten is er 1 vrouwelijke. In procentueele
verdeeling van de academische beroepen is geen
noemenswaardige verschuiving te zien ten op
zichte van den tijd vóór den oorlog.
Behalve het probleem van de ongehuwde
vrouw blijft daar ook altijd nog 'het moderne
verkeersprobleem. Londen heeft thans een nieu
we verkeerswet gemaakt. In de toelichting zegt
de minister, dat de verkeersondernemingen het
vorige jaar 3500 -millioen passagiers vervoerd
hebben (alleen -in Londen!) De voornaamste
gedachte van deze wet is om aan de bevoor
rechting van tram, autobus, trein of ondergrond-
sche spoorweg een -einde te maken en daarvoor
in de plaats te stellen een algeme'en doeltreffend
verkeer. Er moet geen concurrentie maar samen
werking zijn.
Een goed idee, dat ook in 'Holland moest
worden toegepast, al geven we toe, dat de
v-erkeersnood bij ons nog niet zoo -groot is als
deze in Londen schijnt te zijn.
Een nieuwe boek vraagt de aandacht. Het is
-getiteld: „Van Christus tot Marx",
De schrijver van dit boek, dat te Bern ver
scheen, betoogt, dat Christendom en Socialisme
aan elkaar verwant zijn. Het Marxisme heeft
afgedaan en ook de socialist begint weer te
beseffen, dat een' mensch toch bij brood alleen
niet kan leVen. Door het geheele boek loopt
deze gedachte: eens heeft het Christendom een
nieuwen hemel verkondigd, maar vergat het de
nieuwe aarde; het socialisme verkondigde een
nieuwe aarde, maar vergat den nieuwen hemel:
eens zal een nieuwe aarde groenen onder den
nieuwen hemel van het Christendom, dat zal de
nieuwe aarde van het Socialisme zijn.
Er is geen sprake van zondeval en verlossing,
en daarom vreezen we dat dit boek het Chris
tendom onderschat en het Socialisme overschat.
De financieele rubriek in de dagbladen geeft
een somber beeld van den economischen toe
stand. Vele groote ondernemingen keeren geen
dividend uit, anderen doen het met een veel
lager cijfer dan vorige jaren, terwijl zoo hier
en daar -groote ondernemingen het moeten op
geven.
Waar moet het heen?
De Keulensche Jaarbeurs, eens een groote
internationale Messe, bleek ditmaal ook al een
mislukking. De correspondent van de N. R. Ct.
schrijft er van: „Eén voordeel heeft het ge
westelijk karakter, dat thans de jaarbeurs draagt:
het is er gemoedelijk. Het zijn altemaal kennis
sen en zakenvrienden uit den naasten omtrek,
die er elkander ontmoeten. Men ziet veel handjes
geven, men hoort de blijde uitroepen in den-
geest van: „Ach, so, sind sie auch da 1" en men
krijgt heel sterk den indruk van -een familie
reünie. Maar een „Messe" eischt een andere
sfeer."
Inderdaad, de klad zit er wel in
Naar Reuter uit Cairo meldt, heeft de expe
ditie, die door de universiteit van Pennsyijlvania
is uitgezonden om bij de pyramiden opgravingen
te doen, een reusachtige sarkophaag, gehouwen
uit rood graniet, gevonden. De sarkophaag dag
tekent van de vierde dynastie, ongeveer 2500
jaar voor Christus, en weegt niet minder dan
1800 ton.
Zondag is iin geheel Italië de 12e verjaardag
van de oprichting van de fasci gevierd. De
datum is eigenlijk 23 Maart, maar om het werk
n-iet in het gedrang te brengen was de viering
een dag vroeger gesteld. Te Rome 'heeft het
feest zich voornamelijk afgespeeld in het Colos
seum, waar aan het pas opgerichte Romeinsche
legioen van de jonge fascisten de jonge man
nen van 18 tot 21 jaar een vaandel en een
aantal kleine vaantjes zijn uitgereikt. Alle fas
cistische organisaties uit de hoofdstad 'en de
omstreken namen' met hun vaandels aan de
plechtigheid deel.
Hermann Midler, de groote Duitsdhe sociaal
democraat, is overleden. Reeds verscheidene
groote figuren, die een rol speelden bij het
verdrag van Versailles, zijn heengegaan. Hij be
hoorde tot de staatslieden, die dit verdrag tee
kenden. Plechtig ging de gouden pen rond langs
alle afgevaardigden der vijandelijke mogendhe
den -en toen de laatste geteekend 'had, kwam het
blad met de vulpen -bij Muller. „Danke", zei
hij en haalde zijn penhouder van 10 Mark voor
den dag
Een Parijsch kunstenaar heeft een zoutvaatje
ontworpen, voorstellende de beroemde Gandhi
in karikatuur, de man die niets van het moderne,
westersche leven Wilde hebben dan alleen zijn
uilenbril. Ni-et heel kiesc'h verzonnen
Een onzer dagbladen zegt er van, dat Gandhi
nog geen figuur is om er een karikatuur van
te maken„Het is te hopen, dat de aardige
Fransche vrouwtjes, die U in deze dagen met
een bekoorlijke glimlach 'en volkomen onschuldig
vragen haar „den Gand-hi" te willen aangeven,
zoo -getroffen worden, dat zij -eens iets van en
over Gandhi gaan lezen, zoodat ze d-an in de
eerste plaats tot de ontstellende ontdekking
zouden komen, dat 150 tot 180 millioen men
schen aan dien man gehoorzamenen als
ze dan daarbij vergelijken, dat zij zelf zich
meestal nog niet door één kamerkatje weten te
doen gehoorzamen, dan blijft er reeds voor de
beschaafste Frangaise in de duurste restaurants
heel weinig reden over om zich vroolijk te ma
ken overdien Gandhi, dien 'halven wilde
daar ergens in het Oosten
Goed gezegd
Het is weer een nieuwe moeilijkheid voor de
Socialisten 'in ons land om de houding der Duit-
sche broedeben ten aanzien van den nieuwen
pantserkruiser B. De Duitsche sociaal-democra
ten toch hebben als partij dit nieuwe oorlog
schip aanvaard 'en zelfs zal de partijtucht wor
den toegepast op de partijleden, die niet tegen
staande het partijbesluit hebben tegen gestemd.
Deze houding wordt goedgepraat met het ar
gument, dat een regeeringscrisis erger is dan
een pantserkruiser
Maar, zoo vragen de roode broederen in Ne-