I Antirevolutionair Orgaan voor de Zuidhollandsche en Zeeuwsehe Eilanden, mm mmÉ IN HOC SIGNO VINCES FEUILLETON WOENSDAG 18 MAART 1931 46STE JAARGANG Rechtzaken. lo. 3729 Brieven uit Amerika. Kinderkleed ing KLATERGOUD ■M/-. Deze Courant verschijnt eiken WOENSDAG en ZATERDAG. ABONNEMENTSPRIJS per drie maanden franco per post f 1.» b§ vooruitbetaling, BUITENLAND bfi vooruitbetaling f 8.30 per jaar. AFZONDERLIJKE NUMMERS 5 CENT. UITGEEFSTER Fa. W. BOEKHOVEN ZONEN SOMMELSDIJK Telef. Interc. No. 202 Postbus No. 2 ADVERTENTIËN 20 cent, RECLAMES 40 cent, BOEKAANKONDIGING 10 cent per regel DIENSTAANVRAGEN en DIENSTAANBIEDINGEN f 1.- per plaatsing. Groote letters en vignetten worden berekend naar de plaatsruimte die zf beslaan. Advertentiên worden ingewacht tot DINSDAG- ea VRIJDAGMORGEN 10 uur. 4 tie stukken voor de Redactie bestemd, Adverteatiën en verdere Administratie, franco toe te zenden aan de Uitgevers I met het afbreken van van der Berg, de us Dorpius, professor iiteit. mm v ■T:: llllf der gebouwen afzon- :-N -y DE SCHOOLKWESTIE TE NIEUWE TONGE. Wij ontvingen nog verschillende brieven van Herv. broeders uit Nieuwe Tonge. Men is daar zeer ontstemd over het eenzijdig rijven der St. Gereformeerden. Wij kunnen ons dat indenken. Maar laat men de actie nu niet in louter egat-ivisme doen doodloopen. Er zijn groote fouten begaan. Dat men 'het voorloopig comité uit uitsluitend St. Geref. samenstelde is een groote fout, dat men eenzijdig de St. Geref. een convocatie zond is een niet minder groote fout, dat men ten slotte de zaak in een openbare vergadering ging be handelen, doet de deur dicht, maar met samen- spreking is nog veel te herstellen. Wij kunnen ons niet voorstellen, dat de St. Geref. de door hun opgezette actie, ondanks in dezelfde exclusivistische richting zullen VjHll-'en doorzetten. Nieuwe Tonge moet geen St. Geref, school, maar een Ned. Herv. School op Geref. grond slag hebben-. Daarom zouden we de Herv. broeders in Nieuwe Tonge willen adviseeren: probeer nog te redden wat er te redden is. Zoek samenwer king en tracht eerlijke vertegenwoordiging der Antirev. en St. Geref. strooming te verkrijgen. In dat geval zal Ds. Dekker en zijn kerkeraad hun medewerking in geen geval onthouden. Ds. Dekker heeft zijn sporen voor het C'hr. onderwijs verdiend en -het zal ook de vervulling van zijn hartewensch zijn als straks de ortho doxe jeugd van Nieuwe Tonge de School met den Bijbel bezoekt. Maar dan moeten de Antirev. broeders in Nieuwe Tonge nu ook toonen-, dat ze prijs stellen op een waarlijk Ned. Herv. School, en op 't oogenblik niet alleen negatief reageeren 'ét eenzijdig drijven der St. Gereformeerden. Beste Vriend Het voorjaar, ofschoon altijd wat later dan bij U, heeft bij ons zijn intree gedaan. De vo gels komen met zwermen uit 'het zuiden en ver kondigen ons, dat zij geen winter meer vreezen. De mapleboomen worden in dezen tijd bij ons afgetapt van hun heerlijk vocht. Men boort een gaatje zoowat 2}/2 voet boven den grond in den stam, een paar centimeter diep, en dan slaat men daar een houtje in dat aan den bovenkant hol is. Dat steekt zoowat een centimeter buiten den stam. Vervolgens hangt men een klein em mertje aan een draadnagel onder dit houtje, zoo dat het vocht langs het houtje in den emmer drupt. Als het goed warm weer is, dan loopt dit met een dun stroompje uit den boom. Dit nat wordt gekookt, om de lekkerste stroop te hebben die er is, laat men het wat lang kooken. Ook kookt men het wel zoo lang dat het suiker wordt. De Amerikanen betalen veel geld voor maple- stroop -en- maplesuiker. Sommige boeren die een groot maplebosch hebben, maken hier veel werk va oen hebben midden in het bosch een groote kokerij, en hebben het voor twee of drie weken zeer druk. Ook is het verzenden van kippenkuikens weer in vollen gang. Vlak bij mij in de buurt zijn de groote kippenfabrieken (ik weet er geen beteren naam voor). Men begon eerst met incubators van 1000 en 2000 capaciteit en als er een van 3000 was, dan was dit een groote. Dit diende toen vermelding in de couranten, maar in enkele jaren is dit verhonderdvoudigd. Nu zijn er die wekelijks 100.000 kuikens verzenden. Het is de moeite waard om eens een kijkje te nemen aan het Station als die beestjes daar ingepakt staan om door geheel Amerika verscheept te worden met wagonladingen tegelijk. Het is bijna niet te begrijpen waar al die kuikens blijven. Zij wor den verpakt in papieren doozen, met 4 afdee- lingen er in. Elke afdeeling heeft ruimte voor 25 kuikens. Soms zijn ze vier dagen onder weg eer ze op hun plaats van bestemming zijn.. Ze worden zelfs vanuit Michigan naar Californië verzonden en het gaat goed. Levende overtocht wordt gegarandeerd. Verleden jaar is er eens een wagonlading ofti het leven gekomen. En nieuweling, die met die zaak niet op de hoogte was, moest gedurende de reis toezicht houden. Toen hij in de bergen kwam en de lucht daar veel kouder werd in de hoogte dan op 't lage land, dacht hij de stoom- verwarming aan te moeten- zetten, met het ge volg, dat allen gesmoord zijn, behalve een paar dooien die vlak bij de deur stonden. Daar deze lading per post verzonden was, moest het Gou vernement al die millioenen kuikens vergoeden. Het is tegenwoordig -heel wat gemakkelijker voor onze vrouwen, want vroeger, toen wij met de kippen de kuikens uitbroedden, was dit meest aan de zorgen van onze moeders toevertrouwd. Het was dan ook een echt moederlijk werk. Geen man kon dit beter. Maar nu is alles ge makkelijker. Zij komen o-p de werf als zij drie dagen oud zijn en gaan bij 1000 en 1500 tegelijk in e'en hok. waar zij met stoom of warm water verwarmd worden en het voer staat den gehee- len dag voor hen. Vrouwenwerk is niet meer noodig. Dit is dan ook voor velen een zegen, want in 'huis is altijd werk te veel. Zij behoe ven er werkelijk niets anders bij te hebben. Het Amerikaansche versje zegt„a man's work is from sun to sun, but a mother's work is never done!" (,,Het werk van een man is van zon tot zon, maar vrouwenwerk is nooit klaar"). Ik had eens een ouden dominé bij mij op vi site. Deze vertelde mij, dat toen zijn kinderen nog in huis waren, hij eens een vacantie had doorgebracht met zijn 6 kindeken in Montana, op een groote boerderij. Al zijn kinderen waren in de stad geboren en opgegroeid en wisten van het buitenleven niets af. Toen hij daar twee dagen was, kwam een van zijn zoons in huis vertellen, dat zij een dikke zeug den berg opge jaagd hadden en toen hij boven was, zei de zeug „puf" :en hij was dood. De zwager, waar dominee gelogeerd was, keek natuurlijk niet vriendelijk, en zei, dat die jongens toch moesten weten, dat men met zulk heet weer geen dik varken op een hoogte jagen konMaar het incident was ook weer spoedig over. En oom was na e-en- paar dagen dezelfde weer. 's Avonds mochten zij mede om de eieren in te zamelen van de kippen, die op zoo'n groote boerderij schier overal verstrooid liggen. Op zekeren namiddag dachten zij alvast maar een begin te maken met eieren op te zoeken. Tot hun verbazing vonden zij er 600 njeer dan oom den vorigen dag had geraapt. En met een „hoera geroep kwamen zij dit aan tante ver tellen. Maar tante zei tegen dominee en zijn vrouw: Jullie moeten- maar weer naar de stad gaan, want die jongens hebben- al die broedsche kippen van hun eieren afgejaagd, en ik denk, da-t zal mijn man niet zoo gemakkelijk opnemen, als van die zeug, want nu zitten we a.s. winter zonder kippen 1" Dominee vond het ook -het beste maar, eer er misschien nog erger dingen gebeurden Zulke vdsite's betaalt voor een boer niet Tot de volgende week. Je AMERIKAANSCHE VRIEND. KANTONGERECHT TE SOMMELSDIJK. Zitting van Vrijdag 13 Maart 1931, J. M. v. R„ 40 j., koopman te Achthuizen. Verdachte wordt ten -laste gelegd 60 vaten brandbare stof petroleum aan de Kade te Den Bommel te heben laten- liggen, hetwelk streng verboden is. Deze zaak was de vorige keer ook behandeld, maar uitgesteld om getuigen te hooren. Getuigen: de politie G. van Stad aan 't Haringvliet en P. J. v. S„ chauffeur te Stad aan 't Haringvliet. Er wordt heel wat over ge zegd en gevraagd, maar toch wordt de zaak niet voldoende bewezen geacht. Verd. geeft het zelfde getuigenis van den vori-gen keer, als zou hij er niets mee te maken hebben, dat die vaten daar liggen, terwijl volgens verd. -daar de beurtschipper J. P. M. van Den Bommel voor aansprakelijk moet gesteld worden. De ambt. van het O. M. vraagt uitstel tot de volgende zitting, waar de beurtschipper J. P. M. opgeroepen zal worden. Dit wordt toe gestaan. L. v. D„ 18 j„ landbouwer te Dirksland. Verd. wordt ten laste gelegd 5 Dec. 1930 een plank tegen de deur van een woonhuis te heb ben gelegd en daarna aan de bel getrokken te hebben. Verd. is verbaliseerd wegens baldadig heid. De Kantonrechter vraagt waarom hij dit ge daan heeft. Antwoord: uit -baldadigheid, waarop ■de Kantonrechter -hem antwoordt, dat zulke baldadige grappen centen kosten. C. de R., getuige, is -niet verschenen. Uitstel tot 10 April. J. J. H„ 31 j., arbeider -te Stad aan 't Haring vliet. Verd. heeft volgens het verbaal 11 Oct. 1930 met paar den wagen over geasphalteerde wegen- gereden zonder vooraf het overtollige slijk van de wielen te hebben gedaan. Getuige H. G„ 58 j., te Den Bommel, heeft proces verbaal -tegen hem opgemaakt. Het bleek, dat toen K. S., welke onderkantonnier is, verd. ■heeft aangehouden, deze zich nog niet eens op den weg bevond. De ambt. van het O. M. acht het niet bewezen en vraagt vrijspraak. Volgt vrijspraak. P. M„ 28 j., monteur te Sommelsdijk. Verd. was aangehouden, omdat hij -in een auto met één licht buiten het dorp reed. Op de vorige zitting, op welke dit ook behandeld is, werd gevraagd eerst getuigen te hooren. Getuige C. H„ politie te Oude Tonge, legt het nog eens uit 'hoe het gegaan is. De ambt. van het O. -M. vindt het voldoende bewezen en eischt een' zware straf, f 10 subs. 4 dagen hechtenis, hetwelk verd. wel wat veel vindt. Veroordeeld tot 8 subs. 4 dagen. H. J. C„ 38 j„ manufacturier te Achthuizen, treedt op als getuige in de zaak van Mej. W. B„ 64 j„ te Achthuizen, waar hij naast woont. De vorige maal is dit reeds -behandeld. Verd. W. B. is beschuldigd van koolasch te hebben geworpen op den geasphalteerden weg. Verder zijn getuigen: C. J. v. d. Z, 18 j, te Achthuizen 'en M. v. d. Z., kantonnier bij de Prov. wegen. Laatste getuige legt -uit 'hoe alles in -elkaar zit. Het gaat eigenlijk hoofdzakelijk over een goot, welke gegraven is langs den weg en uitmondt in het slop van verd. mej. W. B. In deze goot had verd, koolasch gegooid en was er ook op den weg gekomen. De ambt. van het O. M. vindt het voldoende bewezen en acht verd. werkelijk schuldig. Ge- eischt 2 subs. 1 dag. Uitspraak 2 subs. 1 dag hechtenis. A. V., niet verschenen, is ziek. Aangehouden tot 10 April. D. V., 42 rijwielhersteller te Dirksland. Dit wordt voor de -tweede maal behandeld. Verd. wordt ten laste gelegd met een verstel baar carbidtoestel des avonds bui-ten den open baren weg dén omtrek te hebben verlicht. Ook is gebleken, dat verd. een geweer bij zich had, hetwelk hij in de sloot wierp toen hij werd aangehouden. Getuige politie A. N. te Dirksland. De ambt. -van het O. M. ach-t het voldoende bewezen en eischt een zware straf, 40 subs. 4 I nO0'1 ,.NA/e^d3n ROTTERDAM, Hoogstraat, hoek Spui OEN HAAG, Alléén „Modehuis"-Hofweg 6 10 dagen hechtenis en verbeurdverklaring van geweer en carbidtoestel. Verd. protesteert heftig en zegt eerst wel eens iets bewezen te willen zien. De Kantonrechter blijft bij den eisch. K. G„ 31 j„ slager te Melissant. Verd. wordt ten laste gelegd 27 Spet. 1930 te Melissant den vuur te hebben aangelegd bestemd -om vleesch te rooken, zoodat er gevaar voor brand ont stond voor de aangrenzende schuren. Getuigen: Mej. M. v. K. te Melissant en Mej. A. C. M. te Melissant. De getuigen- leggen een onvolledige verklaring af. De ambt. van het O. -M. vraagt vrijspraak. De Kantonrechter spreekt verd. vrij. L. B„ 24 j., chauffeur te Melissant, wonende te Nieuwe Tonge. Verd. wordt beschuldigd van het aan den linkschen kant van den weg rijden in Dirksland. Verd. ontkent aan den linkschen kant van dén weg gereden te hebben. Verd. kan nog enkele getuigen meebrengen, welke het gezien hebben. De ambt. van het O. M. vraagt uitstel om deze getuigen te hooren, dan behoeven- K. v. G. en A. v. d. H., welke thans getuigen zijn, niet terug te komen. Uitgesteld tot 10 April. A. T. te Stellendam, niét verschenen. Verd. wordt ten laste gelegd overtreding Schoolwet. Vordering 3 subs. 1 dag. Blijft bij den eisch. J. B„ 37 j„ caféhouder te Oude Tonge. Verd. wordt ten laste gelegd in zijn café een konijn -te hebben laten verloten. Verd. heeft hier zelf dobbelstee-nen voor gegeven. Verd. wist niet, dat dit verboden was. Getuige R. B. K„ werk man te Oude Tonge, is eigenaar van het konijn geweest en heeft het meegebracht naar -het café. J. H„ 18 werkman te Oude Tonge, is ook getuige. De ambt. van het O. M. eischt 10 subs. 4 dagen. Uitspraak 6 subs. 4 dagen-. M. T„ 37 j., visscher te Ouddorp. Verd. w-c-rdt ten laste gelegd enkele stronken spruit- kool van het land van P. V. te hebben gebaald. Verd. had deze reeds uitgestoken toen P. V. bij hem kwam en heeft ze hem toen maar mee laten nemen, P. V., 25 j., landbouwer te Oud dorp, is getuige. De ambt. van het O. M. eischt een flinke straf, 5 subs. 2 dagen. Veroordeeld tot 3 subs. 2 dagen hechtenis. M. H„ 18 j„ werkman te Middelharnis, wordt ten las-te gelégd 5 Dec. 1930 Mej. C. B. bij haar kleeren gegrepen -te hebben, waardoor deze is komen te vallen- en hoof den arm bezeerd heeft. Getuige G. B„ 14 j., te Middelharnis, welke hetzelfde verklaart als haar zuster. Getuigen J. V. 22 j., gemeentearbeider; D. B. 17 j., be tonwerker en M. A„ 18 j„ veldarbeider, allen te Middelharnis, en verdachte verklaren, dat de aanklaagster niet bij haar kleeren is 'beetgepakt, maar gevallen is over haar -eigen beenen of over den rand van het stoepje. De ambt. van het O. M. vindt dit echter een eigenaardig getuigenis, v-indt deze verklaringen zelfs heel onwaarschijnlijk. Spr. acht het vol doende bewezen en -eischt 5 subs. 2 dagen Veroordeeld tot 3 subs. 2 dagen. I. B„ 40 j., chauffeur te Middelharnis. Verd. wordt ten laste gelegd 18 D-ec. in Ouddorp zonder rood achterlicht gereden -te hebben. De ambt. van het O. -M. eisc-ht 10 subs. 4 dagen. Uitspraak 6 subs. 3 dagen. J. K. V„ te Ouddorp, niet verschenen. Over- - - e ondernemen, is een ge» door H. KINGMANS. m-ExJraijoia.-Manr: Onder het spreken, het vurige spreken, was de anders zoo weinig zeggende Tjaard op het pad langs het kanaal blijven stilstaan en onder het uiten der laatste woorden had hij, vol broe derlijke liefde, de hand op Hein-o's schouder gelegd, hem doordringend aanziende. De toon, waarop hij werd toegesproken de houding van Tjaard die lijden uitdrukte en de blik van liefde, die op hem geworpen1 werd, verteederden 'Heino. „Ik neem -het je niet kwalijk", zeide hij met zachte stem. „Je bedoelt het natuurlijk goed, zooals je het altijd goed met mij voor hebt. Volgens jouw inzicht, moet je zoo spreken. Maar ik kan het niet met je eens zijn. Je ver langt toch zeker niet, dat ik je maar ge-lijk geef „Alsjeblieft niet. Je moet eerlijk blijven voor je zelf en niet iets zeggen, dat je -niet meent, 'k Hoor je, hoe hard het ook is, liever zeggen „ik geloof niet", dan „ik geloof", dat je niet meent. God oordeelt ten slotte het hart. Maar wat ik wel wil, Heino, het is ditjongen, denk nu eens na over wat ik je heb gezegd. Je bent op den verkeerden weg. Keer terug. Want op deze wijze ga je eenmaal je onder gang tegemoet. J-e opvatting is in strijd met ïnder alle omstandigheden Gods Woord, dat duidelijk -zegt, dat wij in onze .zonden verloren zijn, maar dat wij in Je zus kunnen gered worden". „Geloof je da-t werkelijk „Ik sta, Gode zij dank, niet te veinzen, jon gen.'Ik geloof in'Jezus Christus. Tk w e e t, dat mijn zonden vergeven zijn en vergeven worden in Zijn bloed, dat ook voor mij gesfort is. Als ik die zekerheid niet had, dan zou dk geen le ven hebben." Bijna plechtig klonken deze woorden, uitge sproken op het smalle pad langs het Noord- Willemskanaal. „Kun je, ondanks je drukke werkzaamheden, je daarmede nog bemoeien „Maar mijn beste, brave jongen, hoe heb ik het nu met je Je doet precies, alsof je onwe tend bent. Ik kan mij voorstellen, dat mij dat gevraagd wordt door een puur omgeloovige, die nooit iets anders heeft geweten. Maar jij weet, even goed als ik, dat juist ons dagelijksch leven, ons zwoegen en werken moet geadeld zijn door de vreeze Gods, al gaat dat natuurlijk met veel struikelingen en zonden gepaard. Maar wil je een beslist antwoord, ziedaar dan ik zou niet kunnen doen, wat ik thans doe, als ik niet be zat de zekerheid, waarvan ik zooeven getuigen mocht. En ik verzeker je, Heino, al je zwoegen zal niets baten, -wanneer je, nu of later, niet kunt zeggen, door Gods genade, dat je Jezus' eigendom bent. Dan kun je alle mogelijke plan nen ma-ken en dan kunnen, wat zeer wel moge lijk is, die plannen uiterlijk ook slagen, inner- 1 ij k is er geen vrede. De goddeloozen heb ben geen vrede, zegt Gods Woord." „Dus je noemt mij goddeloos Voel je zelf niet, welke ontzettende harde woorden je uit spreekt Begrijp je niet, dat je de menschheid in loketjes verdeelt ,,'t Is of ik e'en modern man hoor praten of een vrijzinnig blad lees. Ik vermoed, dat je veel met vrijzinnige lieden in aanraking komt en hun ideeën indrinkt. Zij spreken precies zoo. Maar dat kan mij niet van mijn standpunt afbrengen, omdat Gods Woord mij meer is dan het woord van een van nature verdorven mensch met zijn door de zonde bedorven hart en verduisterd verstand. Ik noem -iemand, ook al is die iemand mijn broer, die zich niet om God bekommert, godloos, goddeloos. Zoo iemand behoeft vol strekt niet slecht te zijn, zooals wij m-enschen van slechten spreken. Verre van daar. Hij is niet slechter dan alle andere menschen. Hij kan een deugdzaam leven leiden. Op zijn leven kan, van menschelijk standpunt beschouwd, niets aan te merken zijn, maar goddeloos is en blijft hij, zoolang hij zich niet bekeert. Je kunt dat harde taal- noemen, Heino, maar Gods Woord i s hard jegens de zondaren. Het noemt zonde, zonde. Maar het wijst ook den weg, dat is Gods vrijmachtige genade en Zijn matelooze liefde, om van die zonde verlost te worden." -Heino gaf er geen antwoord op. In zijn hart kon hij zijn broeder geen ongelijk geven. Wat deze opmerkte was hem immers van -jongsaan ingeprent „Ik ben blij, dat wij dit gesprek hebben, hoe ontzettend het dan ook zij", zeide Tjaard na een oogenblik van pijnlijk zwijgen. „Ik ver moedde reeds lang, dat het niet in orde was. En moeder vermoedt het ook, Heino. Ik verzeker je, dat zij er onder lijdt. Zij wordt ouder, natuurlijk, maar dat komt ook, omdat zij veel aan jou denkt. 'Het ge beurde met Martha verleden jaar, waarover ik verder niet spreken wil, het is geschied, heeft haar zeer geschokt. Maar nóg meer lijdt moeder onder jouw onverschilligheid." „Verg je dan van mij, dat ik huichel barstte Heino los. „Alsjeblieft niet. Huichelen is trouwens niet een- familietrek van ons allen. Wij zijn er niet soepel genoeg voor. En tóch doe je het. Want je gaat hier met moeder naar de kerk." „Ik doe het, om -haar een genoegen te do-en." „Dus je hebt er geen behoefte aan „Neen," bekende Heino eerlijk. „En moet ik het dan, volgens jouw meening, toch doen „Neen, je moet het niet doen, Toch doe je er niet verkeerd aan, dat je gaat. Mogelijk komt er een woord, waardoor God je in het hart grijpt. Ik hoop het en er zal hier in Gro ningen voor gebeden worden, Heino. Want het gaat wis en zeker verkeerd met je, jongen, als de orökeering niet komt. En daarom ben- ik blij dat we dit - gesprekhebben gehad. Je bent ge waarschuwd. Ik smeek je sla -die waarschu wing nu niet in den wind. Niet om mij een genoegen te doen. Het gaat om de zaligheid van je onsterfelijke ziel, mijn jongen." De stoere man sprak op teeder-hartelijken toon, vol broederliefde. Dan - opeens brak hij het gesprek af hij had gezegd, wat hij. naar zijn innige overtuiging meende te moeten zeggen: en nu het er uit was, moest de ander het gesprokene maar ter harte nemen' of het verwerpen, het was voor zijn verantwoording. Na eenige oogenblikken van stilzwijgen raak te Tjaard een geheel ander onderwerp aan. H-eino vatte vuur en zoo waren beiden spoedig in levendig gesprek gewikkeld. Terugekomen in Helpman viel Heino's oog op het keurig fabriekje van Tjaard, een fa briekje, dat 'n fabriek worden zou, want Tjaard Heerema's zaken breidden zich steeds meer uit. Hij had nu zijn tweeden reiziger in dienst gekregen, terwijl zoowel het kantoor- als het werkplaatsperso-neel vermeerderd was. „Kerel, je bent te benijden riep Heino uit. „Ik hoop toch ook nog een-s mijn ideaal te be reiken en een eigen zaak te hebben." ,,'t Is inderdaad veel waard, Heino. Maar begint niet ondoordracht. -Kijk, wat je doet. Je bent nu, in zekeren zin, zoo vrij als een vogel in de lucht. Maar dan komt er heel wat kij ken." HOOFDSTUK X. Het doel bereikt. Een stralende Zondagmorgen. Boven Amsterdam welfde zich een strak blau we hemel, waaraan de zon in -majestueuze pracht verscheen-. Het beloofde een warme Julidag te worden. Hei-no was vroeg opgestaan, hoewel het den vorigen avond laat geworden was. Met een zakenvriend, evenals hij vrijgezel, had hij tot over twaalf uur op het terras van een- groot café aan het Rembrandtplein gezeten. Hij vond het i te warm, om naar huis te gaan. Niettegenstaande het thuiskomen in den nacht, was hij dien Zondagmorgen weer vroeg present. De afspraak met de Salomons was, da-t de fa milieauto om acht uur vóór zou staan, om hem naar Wijk aan Zee te brengen, waar de familie van half Juli tot half Augustus vertoefde in het Badhotel. De heer Salomons gunde zich geen maand vacantie, hoewel vrouw en dochter beweerden, dat het best kon. Hij pauzeerde hoogstens twee weken. Wel ging hij el-ken middag naar Wijk aan Zee, maar den anderen morgen om negen uur was hij weer op het kantoor in -d'e city. Hij was het geweest, die Heino uitgenoodigd had, er bij voegend, dat hij sprak, mede in opdracht van zijn vrouw en zijn dochter. Heino had aan die laatste verzekering geen oogenblik getwijfeld, om de eenvoudige reden, dat -hij op de Heerengracht huisvriend geworden was, in den vollen zin van het woord. Eenmaal per week, maar meestal tweemaal, was hij er op bezoek en hij 'had bemerkt, dat men hem zeer gaarne lijdien mocht. Hij had dan ook geen oogenblik geaarzeld, de uitnoodi-ging om naar Wijk aan Zee te komen, aan te nemen. Dat 'het op Zondag was .realiseerde hij zich niet meer, da-ar de Zondagen, als Dagen1 des Heeren. voor hem hadd-en afge daan. Het ernstige gesprek met Tjaard had geen blijvendën indruk op hem achtergelaten. Integen deel, hij had beseft, dat hij eerlijk tegenover allen moest zijn. waarom hij ee-nige weken later èn naar Tjaard èn naar zijn moeder had ge schreven, dat hij van ideeën veranderd was, meldend, dat hij niet anders -kon -en dat hij het beter oordeelde, dat men in Groningen op de hoogte was. -De brief, dien hij van zijn moeder als ant woord had ontvangen, had hem even geweldig aangegrepen, omdat hij begreep en voelde, dat die met tranen en- hartebloed was geschreven. (Wordt vervolgd). K

Krantenbank Zeeland

Maas- en Scheldebode | 1931 | | pagina 1